NIEUWE I MIL cam» I LUISTE 111 HUES P. i. JANSSEN, Dinsdag 4 Juli Tweede Blad - too bij verlies van een duim LETTEREN EN KUNST n. ^neggana, hoek Warmoesstraat OORLOG FEUILLETON WalAdi oS/dSj1 dal W" °iet f 4©®0 btj levensl, ongeschiktheid tot werken Bm bij overlijden - 300 bij veriies van een hand ol voet - 150 bij verlies van een oog GROOTSTE SORTËERing LAAGSTE PRIJZEN TAFELKLEËOEN bij 3012 WEftSFREIDE /SEKiCHYEÜ 0ORLOGS-ALLEHLEI HOE DE FRANSOHEN METZ GADESLAAN. 5) O "jester? 't Kind mijner Ethel een priester! én' m'j uwé voeten en uwe handen kussen," he,n 1 geestdrift wierp zij zich nogmaals voor zien p>eüer- „Heeft uwe moeder dit nog mogen SS» «i» dient gij, costuum van onbekenden snit in bet tweede 1 Vooral Hekelde hij, Het aanblijven van Sonnino bedrijf .aan? 33ij diö blonde haren stonid'j als minister van buitenlandaohé zaken. Het Alle betalende «bonnSa cp dit Blad, d!e In het bezit zijn van eene Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen op de polissen Vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: 75 hij breuk van een arm of been 60 bij verlies van een wijsvinger 25 bij verlies van een anderen vinger De uitkeering dezer bedragen wordt gega randeerd door de „Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank" te Schiedam. De vóór October 1911 uitgegeven polissen *ijn niet geldig. ...Saüi's verwerping''', in' biet Openlucht theater te Valkenburg. Men heeft liet Vincent Bergheggo er- feens kwalijk genomen, dat hij, de spellei der van dit tooneelgezelschap, ook de eerste en moeilijkste rol, die van Saülvoor .«ich heeft genomen. Naar ik meen ten on rechte. Niet, omdat Berghegge die rol vol komen beheerscht, ik heb dat reeds doen Uitkomen. Maar..een Bouwmeester of een Royaards telt dit gezelschap, niet, en alleen zulk een kunstenaar zou (misschien!) den geweldigen innerlijken strijd van den tragi- schen vorst, die heen en weer wordt ge sleept tusschen jclo liefdé voor zijn volk, den eerbied voor zijn God en de zorg voor zijn koningshuis, die ten slotte onder dat alles en ouder de wroeging over eigen kwaad krankzinnig wordt met tusschenpoozen van helderheid, in volle kracht kunnen doen .uitkomen. Vincent Berghegge is, zoo jong als hij is, dan toch in waarheid de éérste van deze tooneelisten, de rol van Saül ligt in zijn lijn, en als ik nu zeg dat hij bijha door loopend indruk maakte, d,at h.ij dikwijls ont roerde door zijn spel, d,at hij waardigheid en grootheid .wist uit te beelden, dan is tlaarmee óók gezegd d,at hij een kunste naar is van meer dan, gewone gaven. Ik noemde reeds de anderen. Het marqué-spel van Öoen Hissink (Doëg) frappeerde natuurlijk, zooals een,1 goed mar- .^uö en dat toonde hij zich! - altijd1 (lo aandacht trekt. Men heeft ervan gespro ken, dat hij het „er dik op-legde", maar dat was in deze rol dikwijls een Verdienste, ~-de gr oo te kunst is evenwel, bij het Marqué-spel de grens van het grove niet te overschrijden, en die kunst bieek Coen Hissink niet altijd en op, alle oo°-enblikken machtig te zijn. Mooier, edeler en meer in den toon van het drama bij .élke gelegenheid bleef Bran denburg Jlsboseth), rto naijverige zoon van «iül^dio Jon at li as nietsdoen; niet kan uit- staan, die David als een vijand van zijn ge slacht op, de eerste plaats beschouwt, en die zoo goed het eclit-mensclielijke in dit' 'drama laat spraken- roj van Jonathas, Saüls opvolger, Da- Ms vriend, is nu eenmaal een halfslaeh- reif'-" van Hoven kón daarvan géén ande- levenu^k geven, maar wel had hij wat Hut v &0r S1)01 kunnen doen zien, _en dan...,: A erfoeielijke accent waarmee hij spreekt! e,r Gilhuvs (David) moet ik .uitvoeri* 2al'Obespreking van liet treurspel-zelf J}av-, ,ke(r trachten aaal ta fcoonen: deze' hipt' Voor miJ géén ffguur-uit-een-stuk, da scherp-goteekend in alle détails. En het -111 leefde °°k dit Gilhuys' creatie niet <]ei, }~°lk°men-affe beeld van den jongen her- 20» i wien de koningskroon is toege- is i' weet dat zijn geslacht „gezegend hl eeuwigheid", die tóch zijn koning wil dienen en zijn God. Gilhuys spreekt zeer goed; als de regie dat niet, en da vreemde ornamentatie had méér Egyptisch idan Joodsch! Over de costumes is trouwens nog meer te zeggen. De mantel van Saül in het derde bedrijf, met de paars-witte schuine strepen, doek-storend aan wanneer de orde koning hoog de armen opheft en veel gebaar maakt: dan is hij te druk, en de lijnen die tloó scherp, geteekend zijn, spreken te veel en te schelDe ^leedij der soldaten in dit bedrijf, waar de regie nog héél wat moet opknappen, is zuiver-Romeinsch en doet vreemd aan, als Doëg wat minder melo dramatisch was gekleed, zou allicht zijn spel óók wat ingetogener zijn. Maar... ik weet het wel: dit jonge tooneeigezelschap. kan er geen costuumteekenaar op na hou den ien voor de bescheiden, middelen waarmee het werkt, heeft het, ook in de sobere maar goedgekozen tooneelaanklee- d,ing in de beide eerste bedrijven, al héél wat bereikt.. I - 1 Voor deze voorstellingen heeft Otto Men gelberg, de Dtrechtsche sierkunstenaar, een affiche geteekend, dat zich naar ik meen zéér gelukkig aansluit bij 'den geest en de bedoeling van het treurspel. Met sobere lijnen teekende Mengelberg (men zal dit affiche spoedig héél het_ land door, in alle steden - van ons landt, vinld-ejij aangeplakt) het hoogtepunt van het stuk; de verschijning van Samuel's geest in de grot van Endor, waarmee „Saüi's verwer ping." ook voor den ouden koning zélf een "eit wordt. (Dat dit hoogtepunt van. hefc_ stuk bij do vertooning niet 't gróóte oogen-' blik van het drama is, ligt zoowel aan den dichter als aan de vertponers en de regie, wat ik in 't volgende nader hoop te bewijzen). Op, voortreffelijke wijze heeft Mengelberg hier in den geest der romantiek die er on getwijfeld in dit drama ligt, gewerkt. Mo derne sierkunst jfou bij „Saüi's verwerping" evenmin passen als bij Valkenburg's rots park 1 Dat heeft Mengelberg begrepen, en dat de verschijning van Samuel's geest op 't affiche, méér indruk maakt dan in dei vertooning van het drama, is voor den tee kenaar dunkt mij een zéér hooge ver dienste! En nu hoop ik nog wat te zeggen oveij het dichtwerk van kape-laan van Delft, den Roomschen dichter ,die bij vele liberale col lega's onbekend bleek, maar voor wiens talent die collega's dan; toch' respect heb ben gekregen. Zoo de vertooning-zelve, in de heerlijke omgeving van .Valkenburg's wondermooie natuur, al menigeen zal aansporen om dezen zomer deze waarlijk belangwekkende uiting van goede (en voor de massa ook begrijpe lijke!) kunst te gaan ziga (vijf dagen van elke week spelen do artisten in het open lucht-theater), pok ,de letterkundige ver diensten die dit stuk heeft, zijn waard, om het bij herhaling, en met studie te liooren. Daarover dan méér in een derdp artikel. r F. S. f Over de kwestie, of de zuiver-Jood- sche, zuiver-lokale .uitbeelding in costumes en gewaad, Üe zuiver-Joodsche (bijbelsche) tekst ook bij zulke, bijbelsche drama's mo gelijk en wenschelijk is, een kwestie diq onlangs 'door (Kap- van Delft naar aanlei ding van een ander Bijbelsck spel is be sproken, hoop, ik spoedig in een vaktijd schrift een en ander te mogen zeggen. S., - hem nu ,wat méér leven en actie bijbracht (in een openlucht-theater mag er meer actie' zqn dan, op een gewoon tooneel) zou zijn' ver km "en gelleel z'!u zooèls wij die zouden jAlleen... wie gaf hem dat kanariegele mm„n vorige kabinet was immers vooral hierom ge vallen, wijl er gebrek aan vertrouwen in Son- nino bestond. Verder waarschuwde Treves tegen het gevaar- dat Italië liep cm, wat de viervoudige entente betreft, een soort aanhangsel te worden, even als liet dat vroeger bij bet Drievoudig Verbond was, geweest. De geografische ligging van Italië maakt dit land bij uitstek geschikt voor de rol van tusschenpersoon tussehen Duitscher en Slaaf. Om die reden had Italië betoogde Treves neutraal moeten blijven. Thans is het oogenhlik rijp zoo ging hij voort om te luisteren naar do voorstellen, die door de tegen partij gedaan worden. Indien Italië de leiding nam, zou het de Koningin der Wereld, het groote Moederlana van de Wereld worden. Toén Treves had uitgesproken, riep zijn partij genoot Modigliani: „Weg met den oorlog!" Dit leidde tot een yjjandige demonstratie van 'de Kamermeerderheid tegen de socialisten. Het scheelde weinig of er rvas gevochten. Z. H. de Paus en de vrcdes-conferentic. In de Italiaansche Kamerzitting; heeft de katholieke afgevaardigde Tonini, naar uit Lu gano wordt ge-meld, een rede gehouden, waarin liij liet voor Italië zoo netelige vraagstuk van de deelneming des T airs-en aan de vTedes-conferen- tie ter sprake bracht. Hoo netelig die kwestie voor Italië juist schijnt te zijn, blijkt wel uit den toon, dcor de anti-Katholieke Italiaansche bladen aangesla gen. Zoo schrijft de „Córrierre della Sera", verband hiermee, dat het wel mogelijk is dat na den oolog een vredes-conferejrtie zal plaats vin den. waaraan wellicht ook de neutralen zullen deelnemen. liet ia echter de vraag, zegt het blad, of pok do Paua als een neutrale mogend heid kan wórden beschouwd. De ï-ede van 'honing zog merkt de „Corrierre op, had wellicht ten doel de openbare meening ten dien opzichte te polsen en de propaganda van dit denkbeeld voor de toekomst te bevorderen. Vervolgens bestrijdt he* blad de opvatting, als zoude 's Pausen deelneming het werk tot het herstel van het internationale recht groote mo- reele beteekenis hebben. Integendeel zal dit werk daardoor niet hij zonder worden gediend. Nog scherper veroordeelt de „Seeolo" het denkbeeld van 's Pausen deelneming. Dit blad ziet in Tonini's rede een actie ten g-unste van Duitschland, dio niet de houding van de offi- cieele socialisten op eenzelfde lijn gesteld moet worden. De nu pas onder Boselli opgetreden regeering komt door het opnieuw in geding brengen van deze kwestie in.een uiterst moeilijk parket. Im mers heeft Boselli den Katholieken minister Meda in zijn kabinet genomen en naar diens stem heeft hij dus ook te luisteren; en Media moge clan niet de offioieele vertegenwoordiger der Katholieke palij heeten, zeker is liet, dat de Italiaansche minister van financiën zich, in de kwestie ten aanzien van 's Pr. -en vertegen woordiging op het a.s. vredes r ngres, aan de zijde van'Tonini zal scharen. De strijd in Buitsch Oost-Afrika. De camnagne in Oost-Afrika begint haar einde te naderen, schrijft de New-Statesman. In deze Duitsehe kolonie loopen twee spoorlij nen, een in het noorden van Kilimanjaro naar de kust van Tangalen,en een in 't centrum van het Tanganyika-meer naar de kust van Dar-es- S al a am. Dez© laatste is de hartader van de kolonie; de hoofdstd Tabora is een van de be langrijkste plaatsen van trcpiseh-Afrika. Gene raal Smuts begon met Moski te veroveren en kreeg; daardoor een steunpunt aan de noorde lijke spoorlijn. Daarna schijnt hij zijn troépen- maoht te hebben gesplist en heeft een sterk detachen ent in de richting van den centralen spoorweg gezonden. Onderwijl zette hij, de ver overing van den noorder-spoorweg door en be zette het -aangrenzende Usambara-plqteau. Tenslotte stond door de overwinning bij de Lokigura-rivier de weg naar den centralen spoorweg voor hem open. Een incident in de Italiaansche Kamer. De „Times" heeft berichten uit Rome over eon incident in de Italiaansche Kamer. J.l. Don derdag hield de socialist Treves een lange rede voering, waarin hij het nieuwe kabinet „een cai'ieatuur op .een nationale rëgeering" noemde. EEN HELDHAFTIG PRIES TER AAN BOORD VAN DE „WARSPITE." Monseigneur Edward .1. Watson van Chelms- fort schrijft aan „The Tablet": „Gisteren ontving ik het bezoek v'an een ma troos, die in de ranglijst der Eueelsche'Marine als „ordinary" te boek staat, maar die zoo van de „Warspite" en uit, den zeeèlag terug, zeker wel als teer „buitengewoon" mag worden aan geduid. Wel, de man wist mij een aaatal merk waardige feiten uit. Jot strijd te vertellen. Eén ervan, mogelijk u nog met bekend, zal wel niet lang onbekend kunnen blijven. Het betreft het heldhaftig gedrag v^n den R.-K. aalmoezenier aan boord van 't zegevierend sohip.Mijn Janmaat aan het werk in den der torens bij een 15-ineh- kanon, was buiten ^aat er met eigen oogen kennis van te nemen, ^ar deed er later bij den betrokkene zelf en ands*'eu navraag naar, zoodat hij mij het volgende kon verzekeren: „Twee maats, die bgtaüaat voor een van dat bij de in in minder dan geen tijd in vlammen en zeker zou het hun zijn gegaan als de Christen-marte laren uit Nero's dagen, ware Pater Pollen niet bij de hand geweest. Hij bedacht zich geen oogenblik, maar sloeg een arm om ieder der beide mannen, drukte hen tegen zich aan. en doofde zoo de vlammen uit. Alle omstanders zijn het over eens, dat hij door zijn optreden beide levens redde. Dat hij ziclizelven hierbij deerlijk verwondde was onvermijdelijk. Men hoopt hem er echter, ondanks het feit dat liij een bejaard man is, geheel bovenop to helpen, hetgeen ons niet weinig verheugt, al mag het worden betwijfeld of een man, tot zulke benij denswaardige daden in staat, wel veel waarde zal hechten aan gezondheid of lichaamskracht, aan een lang leven of de toejuichingm zijner medemensclien DE TAAK VAN DEN SCHEEPSDOKTER IN «r. EEN ZEESLAG. In de „Daily Mail" beschrijft een correspon dent de verzorging der in een zeeslag gewonden aan boord van de oorlogsschepen zelven. „Zoo de vloot niet na een zeeslag' naar hare havens terugkeert, worden de gewonden in den regel in hospitaalschepen naar land gezonden. Keert de vloot echter wel naar hare basis terug, dan staan ei ambulance-treinen gerc-ed, waar en wanneer die noodig zijn. De kleine vaartuigen uitgezonderd, heeft ieder oorlogsschip ,ree dokters aan boord, die onder leiding van den vloot-dbkter staan. Als een oorlogsschip in den strijd gaat, dan neemt ieder der doktoren zijne plaats in, de een in het voor-, de ander in het achterschip. Dio „plaatsen" zijn beneden, in goed gepantser de ruimten gelegen én geheel en al met. al wat voor eene uitmuntende operatiezaal noodig is, ingericht.^ Zoodra de strijd een aanvang neemt, loopen b-ancardiers de dekken af, om de gewonden wc,_ te halen, die zij dan door een speciaal daarvoor dienend luik in de operatie-ruimte neerlaten. Zoodra de gewonden daar de eerste hulp gekre gen hebben, worden zij maar de ziekenzaal of een andere geschikte ruimte welke voor tijde lijk hospitaal is ingericht, gebracht en daar blijven zij totdat zij vervoerd kunnen worden. Daar het den brancardiers in de hitte van het gevecht niet altijd mogelijk is, om de gewonden onmiddellijk weg te voeren, nadat '/.ij gevallen zijn, leeren de zeelieden allen de eerste hulp ver- leenen, en iedere man, diïe tot de bediening der stukken behoort, heeft een tasch met hulpver- bandmiddelen bij zich, zoodat onmiddellijk aan iederen ge/wonde voorloopige hulp kan worden verleend. D,e Jantjes dr"ag-en in den'regel een opgerol- den zijden doek om hun middel vóór zij "aan liet gevecht gaan deelnemen en deze doet hij pen ongeval uitmuntende diensten als driehoekig verband bij een eventueele verwonding. De marine dokter aan boord moet zijn werk in den reg"eT in heel wat. moeilijker Omstandig"'- heden zien klaar te spelen dan zijn collega bij de landmacht. Zoolang een slag aan den gang is, moet hij midden in den strijd blijven, want hij kan er niet uitkomen. Aan boord van een schip heeft men nu eenmaal niet zooiets als een verbandplaats achter de gevechtszone. Te mid den van het gedonder der vallende projectielen en' met het^gelujd der ontbrandingen en ont ploffingen voortdurend in zijne ooren. moet h:.i zijn beste krachten wijden aan den stroom van gewonden, die hem geregeld wordt toegevoerd. En intusschen. kan het schip, waarop hij werkt, ieder oogenblik in den grond geboord worden, in welk geval zijne kans om gered te worden, evenals dis van allen, dio „heneden" zijn, zeer gering is. Plicht gaat voor hem boven al en hij vol brengt dien van ganscher harte. Gedurende den zeeslag in de Noordzee deden de marinedokters on hun personeel schitterend werk' en velen van hen hebben op lnm post den dood gevonden." In de „Yorkshire Observer," beschrijft de oor logscorrespondent aan het Fransche front, War ner Allen, een der vooruitgeschoven posten, die het dichtst bij Metz is gelegen. Hij zegt o.a.: „Op de heuvelen aan den Moesel is een zekere observatiepost, vanwaar de Duitsehe vesting Metz met het bloote oog duidelijk te zien is. Zij der stukken aan te dragen, namen de kap de punt er te met het gevolg, is sleclis 10 mijlen van daar verwijderd en de i ilni'll n i -» TJi._ 1_Tt._ batte' 'j heerschende hitte diie zeer groot was, de in brand geraakte, doch niet uiteenbarstte, -wat alleen op het be paalde oogenblik en °»c WaaMe omstandig heden gebeurt. Cord^ e«t die eigenschap en brand evenals cellul<"d' anel], ,0 en duigen van'dien aard, ma»r TVg.r°oter heftigheid, zood-at alles in het r°addiU brandbaar «is, m brand gemakt. De be'tle;maa'3 «tonden dan ook Fransche waarnemers, kunnen alles zien wat er in het groote versterkte kamp, dat de uiterste voorpost van het Duitsehe rijk uitmaakt, ge beurt. Tusschen Metz en de Fransehen ligt het Diut- scho vliegkamp van Eresoati. Op den eersten blik zou men het, met zijn lange rijen-grauwe v 1 ieg m aclri n elood senvoor een brug of viaduct kunnen houden. Ziet men dan echter een aero plane daar neerdalen en in een der loodsen be# geu, dan is die dwaling spoedig hersteld. Motorvrachtwagena rijden in groot aantal naar alle richtingen en de toes ïouwer krijgt een indruk van de levendige bedrijvigheid dia daar-heerscht. AcL'er het vliegpark ziet mei het, zoo dikwijls in de communiqués genoemde, station de Gare de Sablons. A an militair standpunt beschouwd, is niets zoo belangwekkends in wat Metz te zien geeft dan de witte rookwolken der aankomende trei nen, die ongetwijfeld gevuld zijn met soldaten, munitie en proviand. Men kan ze tusschen de huizen zien rijden en het zou niet moeielijk val len, do aankomst- en vertrek] ysten van Metz të controleeren. Een ding is zeker de Fransehen weten heel precies alles wat cr in de vroegere hoofdstad van Lotharingen gebeurt. Als de vijand eens den een of anderen dag al de heuvelen om Metz gaat beschieten, dan zou hij daar een massa munitie op kunnen verknoeien. Een waarnemingspost als deze kan door het zwaarste projectiel niet geraakt worden, want zij Lgt tien meter en meer onder den grond. Hot is eenwonderwerk van mijnwerkerskunst, dat men door d.iepe tuiinels, welke bij een volkomen veilige plaats beginnen, bereikt. De u aarnemingsposten en de verzamelplaatsen voor de reserve in Lotharingen zijn nog dieper -ingegraven en er is nog geen kanen uitgevon den, dat cenig kwaad zou kunnen berokkenen aan de reservetroepen die vlak achter de ge- veehtalirpe worden gereed gehouden. Er zouden duizenden projectielen naar deze nieuwe schuil plaatsen kunnen geslingerd worden zonder ook maar de geringste schade aan te richtend' EEN AVONTURIERS-TROEP. In het „Beid. Tagebl." vertelt een oorlogs correspondent van een avontuurlijken troep on der luitenant Ruse, die in den rug van het Rus sische leger ongelooflijk vermetele daden heeft volbracht. Hij verhaalt van een bezoek aan dezen trcep. Voor het huis van den commandant stonde» kleine, ruige Kozakken-paarden. Dit commando had niet één paard, niet één wapen en niet één levensmiddelenblik, dat niet te voren 'n Rus hml toebehoord. Bij de paarden waren Hoezce- lische knechten, half wilde menschen uit de bergen met schoenen van boombast, roode broe ken, schaapvaehten en met bont bezette mutsen. Schrikwekkend om nan te zienj maar trouwe verdedigers van hun geboprtgrond en de beste helpers en gidsen in de bcsschen en op het ge bergte. Wij gingen een kamer binnen. Daar was luitenant Russ, de romantische ccndottiere van deze merkwaardige schare. Deze man was hij het eerste bericht van den oorlog uit het duister van een verborgen bestaan weer opge doken, uit, Amerika naar Europa gesneld en aig gewoon soldaat in het leger getreden. Zwijgend, gesloten, maar met. grooten heldenmoed had hij zich alle dapperheidsmedaillcs bevochten, den onderofficiersrang en ten sotte het verlof om oen jachtcommamlo samen te stellen van eenige dozijnen soldaten. Toen had hij den zoo vurig hegeerden officiersrang weer terng. Nu is hij reeds lang hoofdofficier en draagt hij hooge ridderorden. De Russen hadden een prijs op zijn hoofd gesteld, en als herkeningsteeken op gegeven: draagt in het hevigste gevecht nooit n wapen. Neen, hy kon teen geen sabel dragon, de sterke Roemeen met den kalen Socrateskop, met langen, ruigen, enermen baard en de be- haatdc handen, Hij droeg de uniform van den gemeenen man -en hield de kraag zorgvuldig beder f,. Om hem heen was zijn staf. Allen rtn rk- waardige menschen met scherpe karakterhop pen, mannen, die over een diepe kloof in hun verleden n oesten heen komen of om andere ernstige redenen den dood niet schuwden.. EEN GEVAARLIJKE AUTOTOCHT. Sir Arthur Conan Doyle, is bij een bezoek; aan liet Italiaansche front het doelwit ge- weest van het Oostenrijksche artillerievuur. Hij vertelt in de Daily Chronicle: Toen wij Ronchi naderden, zagen wij op. den weg, dien wij moesten afrijden, de gra naten. uiteenspatten, maar wij hadden nogi niet begrepen, (lat het juist onze auto's wa ren, waarop de Oostenrijkers gewacht had den en dat zij den schootsafstand tot op een meier nauwkeurig hadden berekend. Wij reden dien weg met een vaartje van een 80 K.M. per uur af. Het dorp was dichtbij en het leek of wij de gevaarlijke zone reeds voorbij waren. Maar wij hadden die inte gendeel pas bereikt. Juist op dat oogenblik hoorde ik een geluid alsof onze vier banden' tegelijk gesprongen waren, een vreeselijken knal, gevolgd Üoor een brommenden toon alsof een enorme gong van een hevigen slag natrilde. Ik keek op en zag drie wolkjes vlak boven mijn, hoofd. Twee daarvan wa ren wit, de derde roestbruin. De-lucht wa9 aQij ,sherf op den dag mijner eerste H. Mis haai,]' 'J-°e dank 'k Godhoe loof en zing ik Zijn Voeruj, Gelukkig 't oogenblik, waarop ik u ont- doorh'.' gelukkig de lange jaren, die ik in dit hol w 1 acht. Neen. ik ben niet krankzinnig; ik heb Ies nog. Ik ben de schuld van alles. Ik dorn ®3n hare* zijde gebracht, ik heb u beiden doen uw vader haar leven be- Hm, ,e en daarvoor ben ik gestraft met een L-erkerschap!" Wj' -faneIs het daarom dat gij in dit vunzig $oest leven? O Jane, dat wist ik niet.» Lij' vader vergeeft niet licht. Neen, hij had broeri'd°od veroordeeld, en aan Archibald, mijn Ja ni, ilc. het leven te danken. Het leven? Wet a Js mii z°et, onbegrijpelijk zoet, nu ik miJn Ethel in vrede gestorven is en gij mijri naam niet vloekt." „Neen, Jane, ik zegen uWat deren mij alle schatten en titels mijner familie, bij de onwaar deerbare genade die mijn deel is geworden. Kon ik u naar waarde beloonen." „Dat kunt gij! Ziet gij deze steenen tafel? 't Is de plaats der offerande; doch na de ont heiliging der kapel, is het heiligdom verlaten. Ik wist dat de dag komen zou, waarop het Offer der nieuwe wet hier moest voltrokken worden. Doch ik wist niet, wie de offeraar moest zijn. Wees gij het, Lord Reginald Gij1, de laatste afstammeling van het roe-mrijk geslacht, draag gij hier in dit onderaardsch heiligdom, bij de graven uwer voorouders, het reine offer" op." ,,'t Zal gebeuren. Jeane, ik zweer het u! Doch heb geduld! Ik moet voorzichtig zijn." „Zijt gij hier als zoon of als vreemdeling?" „Ik moet kiezen." „O, voor u is de keus niet zwaar. Priester Gods, vertrek, vertrek, hoor wat de morgenwind zegt: de zon is nabij, het gevaar naakt, mijn kind, mijn vader in God, vaarwel, gedenk uwe belofte!" En zij scheidden, VI. Voorzichtig tikte- Gilda aan Reginalds 'deur en op zijn toestemmend antwoord trad zij binnen1. „Broeder!" riep zij. „Mijne zuster, miine 'dierbare zusterl" en voor een wijl lagen Lord Aalles' kinderen in elkan ders armen. re stem was door tranen „Reginald. e ticbt g'j u voor uw leven ver- verstikt, „waarom z00 gelukkig kunnen zijn; bonden Wij hadd van laatste dagen wij hadden oen tro 0p kastee] gebleven in breekt, nu ik dé W ie"' "m onzen vader te oeii00'zamen lk begnjp zijne smart, zijne gekrakte hoop en vadertrotsmaar •ik mag, lk kan niet. Un kathonefc; en priester h^Do^chhoe wreed wg™ Joeder. Na n geheel m uw vader ie fre was haar dit et gen in hen slecht Gilda! beoordeel hare handeling niet. Arme moeder, zij heeft ê^';;Sgeleden! Jarenlang bracht zij in dienstbaarheid door, en nadat er eenige verbetering a toestand kwam, k.uis- terde eene ziekte haar vcor jaj-ea aan 't lijdens- bed; en toen ik haar smeekte, mij geheel aan God te mogen toewijden, had 2;j n0g den moed mij bekend te maken, wat ifc verbeurde." „Doch zij noemde uw naam nietsprak Gilda fier. „Arme Reginald, wat beklaag ik u! Gij zijt een dweeper! Uw moeder heeft ons allen ongeluk kig gemaakt; nooit heeft vader haar kunnen ver- aan uw vader te j - wilde 0001 een Ted. voor eeuwig van hem verwijderd houdendat was dwreed en niet genoegzij wi €11 geten. Hij beminde haar hartstochtelijk, daarom kon hij mijne moeder niet gelukkig maken. We zijn alleen, Reginald! 't kasteel is ter onze beschikking, schoon niemand dan ik weet, wie gij zijt." „Eu waar is vader dan, hoe is zijn toestand?" „De slag is zwaar geweest, doch hij was dezen morgen weer beter. Hij is.voor eenige dagen afgereisd; ik moet u gezelschap houden en ver standiger maken." „Lieve Gilda, verbitter ons kort samenzijn niet door nuttelooze pogingen. Wees mijne zuster en niets meer; geen zedepreeksteiy geen tusschen- Dersoén te sooedig zal de scheiding komen. „Broeder, waarom moet ons koit samenzijn vergald worden? Ach waarom zoudt gi] geen priester zijn der Engelsche Kerk; bisschop of aartsbisschop desnoodsDenk daar ernstig over, Reginald; wij dienen toch denzelfden God." aar wij dienen Hem in kluisters en boeien, en gij te midden van glans en eer." Nog lang spraken broeder en zuster over het geen beiden zoo bezighield, doch allengs bleei Gilda zwijgen, en Reginald sprak alléén voort met een vertrouwen en zalving, dié haar de oogen deed neerslaan en de handen vouwen. „O Reginald, indien alles, wat gij zegt, waar isdan is uw godsdienst schoon en onze koningin heeft ongelijk u te vervolgen. Maar waarom zijt gij aan een eed gebonden, om uw geheele leven eenzaam te blijven, zonder steun „Omdat juist door dien eed mij eene liefde en steun wordt geschonken, die gij niet kent. Maar Gilda, gij verstaat mij nog niet; doch eens zal de dag komen, waarop gij u op uwe knieën zult werpen en uwe oogen wenden naar dat hemeische licht, waarvan gij nog alleen den dageraad ziet. Ja, die dag zal eens aanbreken," ging hij met klimmende ontroering voort, „de dag, waarop gij zult inzien, dat ik het beste deel heb gekozen, en duizenden en duizenden na ude dag, waarop het kruis weder openlijk in mijn vaderland ver rijst, dat gij zult aanbidden wat ik aanbid: die dag zal komen, Gilda, en al mocht er voor dien tijd bloed gevraagd, offers gebracht worden.- Heeri, ik ben bereid, ik Uw onwaardige dienaar Maar laat uwe belofte waarheid wezen „Reginald, houd op! Blijf wat gij zijt! dweep zooveel gij wilt, maar ach! vraag, dat men tl ontsla van dien zwaren eed! Gij wist toen met welk offer gij bracht! Laat ons geslacht niet uit sterven, Reginald, bedenk dat gij de laatste zijt der Abbevilles." „Het zal in den hemel voortleven, Gilda „O, de hemel is zoo hoog, zoo ver! Laten wé niet daaraan denken, we zijn nog zoo jong, en zij snelde naar buiten naar de baiustraae van het terras. Een oogenblik zag zij de golven akn hare voeten bruisen en de zeemeeuwen, vei- schrikt over hare verschijning wegvliegen. 1 oen nam zij hare harp in de hand en «rmengde de zoete tonen van haar instrument met het eeuwige toffied van den Oceaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5