NIEUWE I MIL cam»
I LUISTE 111 HUES
P. i. JANSSEN,
Dinsdag 4 Juli
Tweede Blad
- too bij verlies van een duim
LETTEREN EN KUNST
n.
^neggana, hoek Warmoesstraat
OORLOG
FEUILLETON
WalAdi oS/dSj1 dal W" °iet
f 4©®0 btj levensl, ongeschiktheid tot werken
Bm bij overlijden
- 300 bij veriies van een hand ol voet
- 150 bij verlies van een oog
GROOTSTE SORTËERing
LAAGSTE PRIJZEN
TAFELKLEËOEN bij
3012
WEftSFREIDE /SEKiCHYEÜ
0ORLOGS-ALLEHLEI
HOE DE FRANSOHEN METZ
GADESLAAN.
5)
O "jester? 't Kind mijner Ethel een priester!
én' m'j uwé voeten en uwe handen kussen,"
he,n 1 geestdrift wierp zij zich nogmaals voor
zien p>eüer- „Heeft uwe moeder dit nog mogen
SS» «i» dient gij,
costuum van onbekenden snit in bet tweede 1 Vooral Hekelde hij, Het aanblijven van Sonnino
bedrijf .aan? 33ij diö blonde haren stonid'j als minister van buitenlandaohé zaken. Het
Alle betalende «bonnSa cp dit Blad, d!e
In het bezit zijn van eene Verzekeringspolis,
zijn, volgens de bepalingen op de polissen
Vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
75 hij breuk van een arm of been
60 bij verlies van een wijsvinger
25 bij verlies van een anderen vinger
De uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de „Hollandsche Algemeene
Verzekeringsbank" te Schiedam.
De vóór October 1911 uitgegeven polissen
*ijn niet geldig.
...Saüi's verwerping''', in' biet Openlucht
theater te Valkenburg.
Men heeft liet Vincent Bergheggo er-
feens kwalijk genomen, dat hij, de spellei
der van dit tooneelgezelschap, ook de eerste
en moeilijkste rol, die van Saülvoor
.«ich heeft genomen. Naar ik meen ten on
rechte. Niet, omdat Berghegge die rol vol
komen beheerscht, ik heb dat reeds doen
Uitkomen. Maar..een Bouwmeester of een
Royaards telt dit gezelschap, niet, en alleen
zulk een kunstenaar zou (misschien!) den
geweldigen innerlijken strijd van den tragi-
schen vorst, die heen en weer wordt ge
sleept tusschen jclo liefdé voor zijn volk,
den eerbied voor zijn God en de zorg voor
zijn koningshuis, die ten slotte onder dat
alles en ouder de wroeging over eigen kwaad
krankzinnig wordt met tusschenpoozen van
helderheid, in volle kracht kunnen doen
.uitkomen.
Vincent Berghegge is, zoo jong als hij
is, dan toch in waarheid de éérste van deze
tooneelisten, de rol van Saül ligt in zijn
lijn, en als ik nu zeg dat hij bijha door
loopend indruk maakte, d,at h.ij dikwijls ont
roerde door zijn spel, d,at hij waardigheid
en grootheid .wist uit te beelden, dan is
tlaarmee óók gezegd d,at hij een kunste
naar is van meer dan, gewone gaven.
Ik noemde reeds de anderen.
Het marqué-spel van Öoen Hissink (Doëg)
frappeerde natuurlijk, zooals een,1 goed mar-
.^uö en dat toonde hij zich! - altijd1
(lo aandacht trekt. Men heeft ervan gespro
ken, dat hij het „er dik op-legde", maar
dat was in deze rol dikwijls een Verdienste,
~-de gr oo te kunst is evenwel, bij het
Marqué-spel de grens van het grove niet
te overschrijden, en die kunst bieek Coen
Hissink niet altijd en op, alle oo°-enblikken
machtig te zijn.
Mooier, edeler en meer in den toon van
het drama bij .élke gelegenheid bleef Bran
denburg Jlsboseth), rto naijverige zoon van
«iül^dio Jon at li as nietsdoen; niet kan uit-
staan, die David als een vijand van zijn ge
slacht op, de eerste plaats beschouwt, en
die zoo goed het eclit-mensclielijke in dit'
'drama laat spraken-
roj van Jonathas, Saüls opvolger, Da-
Ms vriend, is nu eenmaal een halfslaeh-
reif'-" van Hoven kón daarvan géén ande-
levenu^k geven, maar wel had hij wat
Hut v &0r S1)01 kunnen doen zien, _en dan...,:
A erfoeielijke accent waarmee hij spreekt!
e,r Gilhuvs (David) moet ik .uitvoeri*
2al'Obespreking van liet treurspel-zelf
J}av-, ,ke(r trachten aaal ta fcoonen: deze'
hipt' Voor miJ géén ffguur-uit-een-stuk,
da scherp-goteekend in alle détails. En
het -111 leefde °°k dit Gilhuys' creatie niet
<]ei, }~°lk°men-affe beeld van den jongen her-
20» i wien de koningskroon is toege-
is i' weet dat zijn geslacht „gezegend
hl eeuwigheid", die tóch zijn koning wil
dienen en zijn God.
Gilhuys spreekt zeer goed; als de regie
dat niet, en da vreemde ornamentatie had
méér Egyptisch idan Joodsch!
Over de costumes is trouwens nog meer
te zeggen. De mantel van Saül in het derde
bedrijf, met de paars-witte schuine strepen,
doek-storend aan wanneer de orde koning
hoog de armen opheft en veel gebaar maakt:
dan is hij te druk, en de lijnen die tloó
scherp, geteekend zijn, spreken te veel en
te schelDe ^leedij der soldaten in dit
bedrijf, waar de regie nog héél wat moet
opknappen, is zuiver-Romeinsch en doet
vreemd aan, als Doëg wat minder melo
dramatisch was gekleed, zou allicht zijn
spel óók wat ingetogener zijn. Maar... ik
weet het wel: dit jonge tooneeigezelschap.
kan er geen costuumteekenaar op na hou
den ien voor de bescheiden, middelen
waarmee het werkt, heeft het, ook in de
sobere maar goedgekozen tooneelaanklee-
d,ing in de beide eerste bedrijven, al héél
wat bereikt.. I
- 1
Voor deze voorstellingen heeft Otto Men
gelberg, de Dtrechtsche sierkunstenaar, een
affiche geteekend, dat zich naar ik meen
zéér gelukkig aansluit bij 'den geest en
de bedoeling van het treurspel.
Met sobere lijnen teekende Mengelberg
(men zal dit affiche spoedig héél het_ land
door, in alle steden - van ons landt, vinld-ejij
aangeplakt) het hoogtepunt van het stuk;
de verschijning van Samuel's geest in de
grot van Endor, waarmee „Saüi's verwer
ping." ook voor den ouden koning zélf een
"eit wordt. (Dat dit hoogtepunt van. hefc_
stuk bij do vertooning niet 't gróóte oogen-'
blik van het drama is, ligt zoowel aan den
dichter als aan de vertponers en de regie, wat
ik in 't volgende nader hoop te bewijzen).
Op, voortreffelijke wijze heeft Mengelberg
hier in den geest der romantiek die er on
getwijfeld in dit drama ligt, gewerkt. Mo
derne sierkunst jfou bij „Saüi's verwerping"
evenmin passen als bij Valkenburg's rots
park 1 Dat heeft Mengelberg begrepen, en
dat de verschijning van Samuel's geest op
't affiche, méér indruk maakt dan in dei
vertooning van het drama, is voor den tee
kenaar dunkt mij een zéér hooge ver
dienste!
En nu hoop ik nog wat te zeggen oveij
het dichtwerk van kape-laan van Delft, den
Roomschen dichter ,die bij vele liberale col
lega's onbekend bleek, maar voor wiens
talent die collega's dan; toch' respect heb
ben gekregen.
Zoo de vertooning-zelve, in de heerlijke
omgeving van .Valkenburg's wondermooie
natuur, al menigeen zal aansporen om dezen
zomer deze waarlijk belangwekkende uiting
van goede (en voor de massa ook begrijpe
lijke!) kunst te gaan ziga (vijf dagen van
elke week spelen do artisten in het open
lucht-theater), pok ,de letterkundige ver
diensten die dit stuk heeft, zijn waard, om
het bij herhaling, en met studie te liooren.
Daarover dan méér in een derdp artikel. r
F. S.
f
Over de kwestie, of de zuiver-Jood-
sche, zuiver-lokale .uitbeelding in costumes
en gewaad, Üe zuiver-Joodsche (bijbelsche)
tekst ook bij zulke, bijbelsche drama's mo
gelijk en wenschelijk is, een kwestie diq
onlangs 'door (Kap- van Delft naar aanlei
ding van een ander Bijbelsck spel is be
sproken, hoop, ik spoedig in een vaktijd
schrift een en ander te mogen zeggen. S.,
-
hem
nu ,wat méér leven en actie bijbracht
(in een openlucht-theater mag er meer actie'
zqn dan, op een gewoon tooneel) zou zijn'
ver km "en gelleel z'!u zooèls wij die zouden
jAlleen... wie gaf hem dat kanariegele
mm„n
vorige kabinet was immers vooral hierom ge
vallen, wijl er gebrek aan vertrouwen in Son-
nino bestond.
Verder waarschuwde Treves tegen het gevaar-
dat Italië liep cm, wat de viervoudige entente
betreft, een soort aanhangsel te worden, even
als liet dat vroeger bij bet Drievoudig Verbond
was, geweest. De geografische ligging van
Italië maakt dit land bij uitstek geschikt voor
de rol van tusschenpersoon tussehen Duitscher
en Slaaf. Om die reden had Italië betoogde
Treves neutraal moeten blijven. Thans is het
oogenhlik rijp zoo ging hij voort om te
luisteren naar do voorstellen, die door de tegen
partij gedaan worden. Indien Italië de leiding
nam, zou het de Koningin der Wereld, het
groote Moederlana van de Wereld worden.
Toén Treves had uitgesproken, riep zijn partij
genoot Modigliani: „Weg met den oorlog!" Dit
leidde tot een yjjandige demonstratie van 'de
Kamermeerderheid tegen de socialisten. Het
scheelde weinig of er rvas gevochten.
Z. H. de Paus en de vrcdes-conferentic.
In de Italiaansche Kamerzitting; heeft de
katholieke afgevaardigde Tonini, naar uit Lu
gano wordt ge-meld, een rede gehouden, waarin
liij liet voor Italië zoo netelige vraagstuk van de
deelneming des T airs-en aan de vTedes-conferen-
tie ter sprake bracht.
Hoo netelig die kwestie voor Italië juist
schijnt te zijn, blijkt wel uit den toon, dcor de
anti-Katholieke Italiaansche bladen aangesla
gen. Zoo schrijft de „Córrierre della Sera",
verband hiermee, dat het wel mogelijk is dat na
den oolog een vredes-conferejrtie zal plaats vin
den. waaraan wellicht ook de neutralen zullen
deelnemen. liet ia echter de vraag, zegt het
blad, of pok do Paua als een neutrale mogend
heid kan wórden beschouwd.
De ï-ede van 'honing zog merkt de „Corrierre
op, had wellicht ten doel de openbare meening
ten dien opzichte te polsen en de propaganda
van dit denkbeeld voor de toekomst
te bevorderen. Vervolgens bestrijdt
he* blad de opvatting, als zoude
's Pausen deelneming het werk tot het
herstel van het internationale recht groote mo-
reele beteekenis hebben. Integendeel zal dit
werk daardoor niet hij zonder worden gediend.
Nog scherper veroordeelt de „Seeolo" het
denkbeeld van 's Pausen deelneming. Dit blad
ziet in Tonini's rede een actie ten g-unste van
Duitschland, dio niet de houding van de offi-
cieele socialisten op eenzelfde lijn gesteld moet
worden.
De nu pas onder Boselli opgetreden regeering
komt door het opnieuw in geding brengen van
deze kwestie in.een uiterst moeilijk parket. Im
mers heeft Boselli den Katholieken minister
Meda in zijn kabinet genomen en naar diens
stem heeft hij dus ook te luisteren; en Media
moge clan niet de offioieele vertegenwoordiger
der Katholieke palij heeten, zeker is liet, dat de
Italiaansche minister van financiën zich, in de
kwestie ten aanzien van 's Pr. -en vertegen
woordiging op het a.s. vredes r ngres, aan de
zijde van'Tonini zal scharen.
De strijd in Buitsch Oost-Afrika.
De camnagne in Oost-Afrika begint haar
einde te naderen, schrijft de New-Statesman.
In deze Duitsehe kolonie loopen twee spoorlij
nen, een in het noorden van Kilimanjaro naar
de kust van Tangalen,en een in 't centrum van
het Tanganyika-meer naar de kust van Dar-es-
S al a am. Dez© laatste is de hartader van de
kolonie; de hoofdstd Tabora is een van de be
langrijkste plaatsen van trcpiseh-Afrika. Gene
raal Smuts begon met Moski te veroveren en
kreeg; daardoor een steunpunt aan de noorde
lijke spoorlijn. Daarna schijnt hij zijn troépen-
maoht te hebben gesplist en heeft een sterk
detachen ent in de richting van den centralen
spoorweg gezonden. Onderwijl zette hij, de ver
overing van den noorder-spoorweg door en be
zette het -aangrenzende Usambara-plqteau.
Tenslotte stond door de overwinning bij de
Lokigura-rivier de weg naar den centralen
spoorweg voor hem open.
Een incident in de Italiaansche Kamer.
De „Times" heeft berichten uit Rome over
eon incident in de Italiaansche Kamer. J.l. Don
derdag hield de socialist Treves een lange rede
voering, waarin hij het nieuwe kabinet „een
cai'ieatuur op .een nationale rëgeering" noemde.
EEN HELDHAFTIG PRIES
TER AAN BOORD VAN DE
„WARSPITE."
Monseigneur Edward .1. Watson van Chelms-
fort schrijft aan „The Tablet":
„Gisteren ontving ik het bezoek v'an een ma
troos, die in de ranglijst der Eueelsche'Marine
als „ordinary" te boek staat, maar die zoo van
de „Warspite" en uit, den zeeèlag terug, zeker
wel als teer „buitengewoon" mag worden aan
geduid. Wel, de man wist mij een aaatal merk
waardige feiten uit. Jot strijd te vertellen. Eén
ervan, mogelijk u nog met bekend, zal wel niet
lang onbekend kunnen blijven. Het betreft het
heldhaftig gedrag v^n den R.-K. aalmoezenier
aan boord van 't zegevierend sohip.Mijn Janmaat
aan het werk in den der torens bij een 15-ineh-
kanon, was buiten ^aat er met eigen oogen
kennis van te nemen, ^ar deed er later bij den
betrokkene zelf en ands*'eu navraag naar,
zoodat hij mij het volgende kon verzekeren:
„Twee maats, die bgtaüaat voor
een
van
dat bij de in
in minder dan geen tijd in vlammen en zeker
zou het hun zijn gegaan als de Christen-marte
laren uit Nero's dagen, ware Pater Pollen niet
bij de hand geweest. Hij bedacht zich geen
oogenblik, maar sloeg een arm om ieder der
beide mannen, drukte hen tegen zich aan. en
doofde zoo de vlammen uit. Alle omstanders
zijn het over eens, dat hij door zijn optreden
beide levens redde. Dat hij ziclizelven hierbij
deerlijk verwondde was onvermijdelijk. Men
hoopt hem er echter, ondanks het feit dat liij
een bejaard man is, geheel bovenop to helpen,
hetgeen ons niet weinig verheugt, al mag het
worden betwijfeld of een man, tot zulke benij
denswaardige daden in staat, wel veel waarde
zal hechten aan gezondheid of lichaamskracht,
aan een lang leven of de toejuichingm zijner
medemensclien
DE TAAK VAN DEN
SCHEEPSDOKTER IN
«r. EEN ZEESLAG.
In de „Daily Mail" beschrijft een correspon
dent de verzorging der in een zeeslag gewonden
aan boord van de oorlogsschepen zelven.
„Zoo de vloot niet na een zeeslag' naar hare
havens terugkeert, worden de gewonden in den
regel in hospitaalschepen naar land gezonden.
Keert de vloot echter wel naar hare basis terug,
dan staan ei ambulance-treinen gerc-ed, waar en
wanneer die noodig zijn.
De kleine vaartuigen uitgezonderd, heeft
ieder oorlogsschip ,ree dokters aan boord, die
onder leiding van den vloot-dbkter staan.
Als een oorlogsschip in den strijd gaat, dan
neemt ieder der doktoren zijne plaats in, de
een in het voor-, de ander in het achterschip.
Dio „plaatsen" zijn beneden, in goed gepantser
de ruimten gelegen én geheel en al met. al wat
voor eene uitmuntende operatiezaal noodig is,
ingericht.^
Zoodra de strijd een aanvang neemt, loopen
b-ancardiers de dekken af, om de gewonden wc,_
te halen, die zij dan door een speciaal daarvoor
dienend luik in de operatie-ruimte neerlaten.
Zoodra de gewonden daar de eerste hulp gekre
gen hebben, worden zij maar de ziekenzaal of
een andere geschikte ruimte welke voor tijde
lijk hospitaal is ingericht, gebracht en daar
blijven zij totdat zij vervoerd kunnen worden.
Daar het den brancardiers in de hitte van het
gevecht niet altijd mogelijk is, om de gewonden
onmiddellijk weg te voeren, nadat '/.ij gevallen
zijn, leeren de zeelieden allen de eerste hulp ver-
leenen, en iedere man, diïe tot de bediening der
stukken behoort, heeft een tasch met hulpver-
bandmiddelen bij zich, zoodat onmiddellijk aan
iederen ge/wonde voorloopige hulp kan worden
verleend.
D,e Jantjes dr"ag-en in den'regel een opgerol-
den zijden doek om hun middel vóór zij "aan
liet gevecht gaan deelnemen en deze doet hij pen
ongeval uitmuntende diensten als driehoekig
verband bij een eventueele verwonding.
De marine dokter aan boord moet zijn werk
in den reg"eT in heel wat. moeilijker Omstandig"'-
heden zien klaar te spelen dan zijn collega bij
de landmacht. Zoolang een slag aan den gang
is, moet hij midden in den strijd blijven, want
hij kan er niet uitkomen. Aan boord van een
schip heeft men nu eenmaal niet zooiets als een
verbandplaats achter de gevechtszone. Te mid
den van het gedonder der vallende projectielen
en' met het^gelujd der ontbrandingen en ont
ploffingen voortdurend in zijne ooren. moet h:.i
zijn beste krachten wijden aan den stroom van
gewonden, die hem geregeld wordt toegevoerd.
En intusschen. kan het schip, waarop hij werkt,
ieder oogenblik in den grond geboord worden,
in welk geval zijne kans om gered te worden,
evenals dis van allen, dio „heneden" zijn, zeer
gering is.
Plicht gaat voor hem boven al en hij vol
brengt dien van ganscher harte. Gedurende den
zeeslag in de Noordzee deden de marinedokters
on hun personeel schitterend werk' en velen van
hen hebben op lnm post den dood gevonden."
In de „Yorkshire Observer," beschrijft de oor
logscorrespondent aan het Fransche front, War
ner Allen, een der vooruitgeschoven posten, die
het dichtst bij Metz is gelegen. Hij zegt o.a.:
„Op de heuvelen aan den Moesel is een zekere
observatiepost, vanwaar de Duitsehe vesting
Metz met het bloote oog duidelijk te zien is. Zij
der stukken aan te dragen, namen de kap
de punt er te met het gevolg, is sleclis 10 mijlen van daar verwijderd en de
i ilni'll n i -» TJi._ 1_Tt._
batte' 'j heerschende hitte diie
zeer groot was, de in brand geraakte,
doch niet uiteenbarstte, -wat alleen op het be
paalde oogenblik en °»c WaaMe omstandig
heden gebeurt. Cord^ e«t die eigenschap en
brand evenals cellul<"d' anel], ,0 en duigen
van'dien aard, ma»r TVg.r°oter heftigheid,
zood-at alles in het r°addiU brandbaar «is, m
brand gemakt. De be'tle;maa'3 «tonden dan ook
Fransche waarnemers, kunnen alles zien wat er
in het groote versterkte kamp, dat de uiterste
voorpost van het Duitsehe rijk uitmaakt, ge
beurt.
Tusschen Metz en de Fransehen ligt het Diut-
scho vliegkamp van Eresoati. Op den eersten
blik zou men het, met zijn lange rijen-grauwe
v 1 ieg m aclri n elood senvoor een brug of viaduct
kunnen houden. Ziet men dan echter een aero
plane daar neerdalen en in een der loodsen be#
geu, dan is die dwaling spoedig hersteld.
Motorvrachtwagena rijden in groot aantal
naar alle richtingen en de toes ïouwer krijgt
een indruk van de levendige bedrijvigheid dia
daar-heerscht. AcL'er het vliegpark ziet mei
het, zoo dikwijls in de communiqués genoemde,
station de Gare de Sablons.
A an militair standpunt beschouwd, is niets
zoo belangwekkends in wat Metz te zien geeft
dan de witte rookwolken der aankomende trei
nen, die ongetwijfeld gevuld zijn met soldaten,
munitie en proviand. Men kan ze tusschen de
huizen zien rijden en het zou niet moeielijk val
len, do aankomst- en vertrek] ysten van Metz të
controleeren.
Een ding is zeker de Fransehen weten heel
precies alles wat cr in de vroegere hoofdstad
van Lotharingen gebeurt. Als de vijand eens
den een of anderen dag al de heuvelen om Metz
gaat beschieten, dan zou hij daar een massa
munitie op kunnen verknoeien.
Een waarnemingspost als deze kan door het
zwaarste projectiel niet geraakt worden, want
zij Lgt tien meter en meer onder den grond. Hot
is eenwonderwerk van mijnwerkerskunst, dat
men door d.iepe tuiinels, welke bij een volkomen
veilige plaats beginnen, bereikt.
De u aarnemingsposten en de verzamelplaatsen
voor de reserve in Lotharingen zijn nog dieper
-ingegraven en er is nog geen kanen uitgevon
den, dat cenig kwaad zou kunnen berokkenen
aan de reservetroepen die vlak achter de ge-
veehtalirpe worden gereed gehouden. Er zouden
duizenden projectielen naar deze nieuwe schuil
plaatsen kunnen geslingerd worden zonder ook
maar de geringste schade aan te richtend'
EEN AVONTURIERS-TROEP.
In het „Beid. Tagebl." vertelt een oorlogs
correspondent van een avontuurlijken troep on
der luitenant Ruse, die in den rug van het Rus
sische leger ongelooflijk vermetele daden heeft
volbracht. Hij verhaalt van een bezoek aan
dezen trcep.
Voor het huis van den commandant stonde»
kleine, ruige Kozakken-paarden. Dit commando
had niet één paard, niet één wapen en niet
één levensmiddelenblik, dat niet te voren 'n Rus
hml toebehoord. Bij de paarden waren Hoezce-
lische knechten, half wilde menschen uit de
bergen met schoenen van boombast, roode broe
ken, schaapvaehten en met bont bezette mutsen.
Schrikwekkend om nan te zienj maar trouwe
verdedigers van hun geboprtgrond en de beste
helpers en gidsen in de bcsschen en op het ge
bergte. Wij gingen een kamer binnen. Daar
was luitenant Russ, de romantische ccndottiere
van deze merkwaardige schare. Deze man was
hij het eerste bericht van den oorlog uit het
duister van een verborgen bestaan weer opge
doken, uit, Amerika naar Europa gesneld en aig
gewoon soldaat in het leger getreden. Zwijgend,
gesloten, maar met. grooten heldenmoed had hij
zich alle dapperheidsmedaillcs bevochten, den
onderofficiersrang en ten sotte het verlof om
oen jachtcommamlo samen te stellen van eenige
dozijnen soldaten. Toen had hij den zoo vurig
hegeerden officiersrang weer terng. Nu is hij
reeds lang hoofdofficier en draagt hij hooge
ridderorden. De Russen hadden een prijs op
zijn hoofd gesteld, en als herkeningsteeken op
gegeven: draagt in het hevigste gevecht nooit
n wapen. Neen, hy kon teen geen sabel dragon,
de sterke Roemeen met den kalen Socrateskop,
met langen, ruigen, enermen baard en de be-
haatdc handen, Hij droeg de uniform van den
gemeenen man -en hield de kraag zorgvuldig
beder f,. Om hem heen was zijn staf. Allen rtn rk-
waardige menschen met scherpe karakterhop
pen, mannen, die over een diepe kloof in hun
verleden n oesten heen komen of om andere
ernstige redenen den dood niet schuwden..
EEN GEVAARLIJKE
AUTOTOCHT.
Sir Arthur Conan Doyle, is bij een bezoek;
aan liet Italiaansche front het doelwit ge-
weest van het Oostenrijksche artillerievuur.
Hij vertelt in de Daily Chronicle:
Toen wij Ronchi naderden, zagen wij op.
den weg, dien wij moesten afrijden, de gra
naten. uiteenspatten, maar wij hadden nogi
niet begrepen, (lat het juist onze auto's wa
ren, waarop de Oostenrijkers gewacht had
den en dat zij den schootsafstand tot op
een meier nauwkeurig hadden berekend.
Wij reden dien weg met een vaartje van een
80 K.M. per uur af. Het dorp was dichtbij en
het leek of wij de gevaarlijke zone reeds
voorbij waren. Maar wij hadden die inte
gendeel pas bereikt. Juist op dat oogenblik
hoorde ik een geluid alsof onze vier banden'
tegelijk gesprongen waren, een vreeselijken
knal, gevolgd Üoor een brommenden toon
alsof een enorme gong van een hevigen slag
natrilde. Ik keek op en zag drie wolkjes
vlak boven mijn, hoofd. Twee daarvan wa
ren wit, de derde roestbruin. De-lucht wa9
aQij ,sherf op den dag mijner eerste H. Mis
haai,]' 'J-°e dank 'k Godhoe loof en zing ik Zijn
Voeruj, Gelukkig 't oogenblik, waarop ik u ont-
doorh'.' gelukkig de lange jaren, die ik in dit hol
w 1 acht. Neen. ik ben niet krankzinnig; ik
heb Ies nog. Ik ben de schuld van alles. Ik
dorn ®3n hare* zijde gebracht, ik heb u beiden
doen uw vader haar leven be-
Hm, ,e en daarvoor ben ik gestraft met een
L-erkerschap!"
Wj' -faneIs het daarom dat gij in dit vunzig
$oest leven? O Jane, dat wist ik niet.»
Lij' vader vergeeft niet licht. Neen, hij had
broeri'd°od veroordeeld, en aan Archibald, mijn
Ja ni, ilc. het leven te danken. Het leven?
Wet a Js mii z°et, onbegrijpelijk zoet, nu ik
miJn Ethel in vrede gestorven is en gij
mijri naam niet vloekt."
„Neen, Jane, ik zegen uWat deren mij alle
schatten en titels mijner familie, bij de onwaar
deerbare genade die mijn deel is geworden. Kon
ik u naar waarde beloonen."
„Dat kunt gij! Ziet gij deze steenen tafel?
't Is de plaats der offerande; doch na de ont
heiliging der kapel, is het heiligdom verlaten. Ik
wist dat de dag komen zou, waarop het Offer
der nieuwe wet hier moest voltrokken worden.
Doch ik wist niet, wie de offeraar moest zijn.
Wees gij het, Lord Reginald Gij1, de laatste
afstammeling van het roe-mrijk geslacht, draag
gij hier in dit onderaardsch heiligdom, bij de
graven uwer voorouders, het reine offer" op."
,,'t Zal gebeuren. Jeane, ik zweer het u! Doch
heb geduld! Ik moet voorzichtig zijn."
„Zijt gij hier als zoon of als vreemdeling?"
„Ik moet kiezen."
„O, voor u is de keus niet zwaar. Priester
Gods, vertrek, vertrek, hoor wat de morgenwind
zegt: de zon is nabij, het gevaar naakt, mijn
kind, mijn vader in God, vaarwel, gedenk uwe
belofte!"
En zij scheidden,
VI.
Voorzichtig tikte- Gilda aan Reginalds 'deur
en op zijn toestemmend antwoord trad zij binnen1.
„Broeder!" riep zij.
„Mijne zuster, miine 'dierbare zusterl" en voor
een wijl lagen Lord Aalles' kinderen in elkan
ders armen. re stem was door tranen
„Reginald. e ticbt g'j u voor uw leven ver-
verstikt, „waarom z00 gelukkig kunnen zijn;
bonden Wij hadd van laatste dagen
wij hadden oen tro 0p kastee] gebleven in
breekt, nu ik dé W ie"' "m
onzen vader te oeii00'zamen lk begnjp zijne
smart, zijne gekrakte hoop en vadertrotsmaar
•ik mag, lk kan niet. Un kathonefc; en priester
h^Do^chhoe wreed wg™ Joeder. Na n geheel
m uw vader ie fre was haar dit
et gen
in hen
slecht
Gilda! beoordeel hare handeling niet. Arme
moeder, zij heeft ê^';;Sgeleden! Jarenlang
bracht zij in dienstbaarheid door, en nadat er
eenige verbetering a toestand kwam, k.uis-
terde eene ziekte haar vcor jaj-ea aan 't lijdens-
bed; en toen ik haar smeekte, mij geheel aan
God te mogen toewijden, had 2;j n0g den moed
mij bekend te maken, wat ifc verbeurde."
„Doch zij noemde uw naam nietsprak Gilda
fier. „Arme Reginald, wat beklaag ik u! Gij zijt
een dweeper! Uw moeder heeft ons allen ongeluk
kig gemaakt; nooit heeft vader haar kunnen ver-
aan uw vader te j -
wilde 0001 een Ted. voor eeuwig
van hem verwijderd houdendat was dwreed en
niet genoegzij wi
€11
geten. Hij beminde haar hartstochtelijk,
daarom kon hij mijne moeder niet gelukkig
maken. We zijn alleen, Reginald! 't kasteel is
ter onze beschikking, schoon niemand dan ik
weet, wie gij zijt."
„Eu waar is vader dan, hoe is zijn toestand?"
„De slag is zwaar geweest, doch hij was dezen
morgen weer beter. Hij is.voor eenige dagen
afgereisd; ik moet u gezelschap houden en ver
standiger maken."
„Lieve Gilda, verbitter ons kort samenzijn niet
door nuttelooze pogingen. Wees mijne zuster en
niets meer; geen zedepreeksteiy geen tusschen-
Dersoén te sooedig zal de scheiding komen.
„Broeder, waarom moet ons koit samenzijn
vergald worden? Ach waarom zoudt gi] geen
priester zijn der Engelsche Kerk; bisschop of
aartsbisschop desnoodsDenk daar ernstig over,
Reginald; wij dienen toch denzelfden God."
aar wij dienen Hem in kluisters en boeien,
en gij te midden van glans en eer."
Nog lang spraken broeder en zuster over het
geen beiden zoo bezighield, doch allengs bleei
Gilda zwijgen, en Reginald sprak alléén voort
met een vertrouwen en zalving, dié haar de
oogen deed neerslaan en de handen vouwen.
„O Reginald, indien alles, wat gij zegt, waar
isdan is uw godsdienst schoon en onze
koningin heeft ongelijk u te vervolgen. Maar
waarom zijt gij aan een eed gebonden, om uw
geheele leven eenzaam te blijven, zonder steun
„Omdat juist door dien eed mij eene liefde en
steun wordt geschonken, die gij niet kent. Maar
Gilda, gij verstaat mij nog niet; doch eens zal
de dag komen, waarop gij u op uwe knieën zult
werpen en uwe oogen wenden naar dat hemeische
licht, waarvan gij nog alleen den dageraad ziet.
Ja, die dag zal eens aanbreken," ging hij met
klimmende ontroering voort, „de dag, waarop
gij zult inzien, dat ik het beste deel heb gekozen,
en duizenden en duizenden na ude dag, waarop
het kruis weder openlijk in mijn vaderland ver
rijst, dat gij zult aanbidden wat ik aanbid: die
dag zal komen, Gilda, en al mocht er voor dien
tijd bloed gevraagd, offers gebracht worden.-
Heeri, ik ben bereid, ik Uw onwaardige dienaar
Maar laat uwe belofte waarheid wezen
„Reginald, houd op! Blijf wat gij zijt! dweep
zooveel gij wilt, maar ach! vraag, dat men tl
ontsla van dien zwaren eed! Gij wist toen met
welk offer gij bracht! Laat ons geslacht niet uit
sterven, Reginald, bedenk dat gij de laatste zijt
der Abbevilles."
„Het zal in den hemel voortleven, Gilda
„O, de hemel is zoo hoog, zoo ver! Laten wé
niet daaraan denken, we zijn nog zoo jong,
en zij snelde naar buiten naar de baiustraae
van het terras. Een oogenblik zag zij de golven
akn hare voeten bruisen en de zeemeeuwen, vei-
schrikt over hare verschijning wegvliegen. 1 oen
nam zij hare harp in de hand en «rmengde de
zoete tonen van haar instrument met het eeuwige
toffied van den Oceaan.