IIEI1EIUIL tlHUT
P. j. JAKSSEN,
- s m bij overlijden
DE e©HLHS
L O O P E R S bëj
^nenano, hoek Warmoesstraat
FEUILLETON
ROND DE ÜTÖROIE
Zaterdag 15 Juli
Derde blad
f 4900 bij levensl. ongeschiktheid tot werker
- 3@0 bij veriies van een hand ol voet
- 850 bij verlies van een oog
I0@ bij verlies van een duim
15 bij breuk van een arm of been
se bij verlies van een wijsvinger
QROOTSTE SORTEERING
LAAGSTE PRIJZEN
3)
HEBSPREüBE &ER8CHTES3
GOiïLOGS-ALLERLEI
AH® betalende abonnee op d!t Blad, die
•n het bezit zijn van eene Verzekeringspolis,
lijn, volgens de bepalingen op de polissen
vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
bij verlies van een anderen vinger
Be uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de „Hollandsche Algemeens
Verzekeringsbank" te Schiedam.
De vóór l October 1911 uitgegeven polissen
niet seldia.
DE POLEN EN HUN VER
HOUDING TOT .ANDERE
NATIONALITEITEN.
Do Poolsclie politieke organisaties in Zwit
serland, d.w.z. het ,.1'oolsclio Persbureau" in
'Bern, het „Persagentschap in Lausanne, do ver-
eeniging' „Polen en de oorlog" oveneens in Lan-
sanno en de Vereeniging voor do verspreiding
van Encyelcpaedische mqdedeelingen omtrent
Polen, die to Preiburg gevestigd is, hebben een
geiytluideiiden verklaring gezonden aan den
voorzitter van liet Verbond der Nationaliteiten,
dort Belg Paul ütlet. Dit geschiedde in verband
met het Congres door dit verbond gehouden.
Uoze verklaring behelst letterlijk de volgende
passage
Wij zijn oiis bewust van 'den ernst der tijden
en erkennen de noodzakelijkheid, dat do pogin
gen van allen zich tot één behooren te concen-
troeren. Daarom gtilooven wij praktisch tot het
gcine vhappelijk dool samen to werken door in
naam onzer iandgonooten, dio achter onze or-
ganisatiese staan het volgende te verklaren:
le. Wij erkennen heftmafwijsbaro recht van
allo volken zelf over hun eigen lot te beslissen.
2e. Op grond van dit beginsel streven wij niet
en mogen wij er niet naar streven hfet een of
andere volk tegen zijn zin bij het toekomstige
Polen in te lijven.
3e. Wij stollen ons op het standpunt, dat in
landen met. gemengde bevolking de rechten dor
nationale minderheden streng in acht dienen te
worden genomen.
4e. Wij erkennen dat ook niet-Poolsche bur
gers van Polen dio in andere Staten wonen ge-
1 ij Ice rechten moeten genieten.'
5e. Wij zijn overtuigde strijders voor het be
ginsel vnn gewetensvrijheid, dat wij ten opzichte
van allo geloofsbelijdenissen tot uitdrukking
««oschen lo-laten, komen.
Öe. Wij achten, het gewenseht uitdrukkelijk
te verklaren dat do Joden in Polen evenals in
aHo andere landen volkomen gelijke 'rechten
"Meten bezitten.
Uit zijn de grondslagen voor onze vrerkzaam-
'mid. Tot ons groot leedwezen moeten- wij echter
Wrklaren dat het ons wegens tijdgebrek feite
lijk onmogelijk geweest is onze actieve' dec1 lu
lling aan de Conferenties.cn aan de tentoonstel
ling voor te bereiden.
Wij zijn echter overtuigd, dat de hoogstaande
gedachten, die in deze vergadering tot uiting
komen, geen andero strekking kunnen hebben
dan de bevordering eencr goede verstandhou
ding tussehen do volkeren. Daarom veroorloven
wij ons onze hoste wenschen nikte arpeken voor
het nlgoheele welslagen van dit edele werk en
hopen wij, dat onze verklaring de uwe nog zal
versterken om nader te komen tot het gemoan-
^ehnppélijk dool: „Vrijheid en rechtvaardigheid
'U do wederzijdsehe betrekkingen tussehen de
volkeren
ENGELSCHE BESCHOU
WING OVER DEN STRIJD
IN HET MAMETZBOSCH.
Peuters bijzondere correspondent in het Brit-
sche hoofdkwartier geeft eeu beschrijving van
3012
den strijd in het Nametzl>03eh, 'dat vroeger als
ondoordringbaar werd beschouwd. Hij verhaalt
hoe de Britten geleidelijk vooruitgingen in de
ïiclltng van het boïdi en boe zy dit vermeester
den.
Maandagmiddag, ongeveer drie uur, rukten
onder dekking van een heftig versperringisvuur
vier Britecho bataljons op uit hek zuidwesten,
om te trachten het Mametzbosoh in bézit te krij
gen. Een bataljon ontplooide zich oostwaarts,
een ander drong voort, naar het centrum, de
beide andere trokken westwaarts, waar da hef
tigste tegenstand werd verwacht.
Tijdens den opmarsch stiet men op vele Duit-
sche korpsen. De opmarsoh was langzaam door
de belemmering van 't struikgewas en do omge
vallen boomen. Men kreeg vaak zeer verspreid
geweervuur; mitrailleurs knetterden van ver
schillende versterkte plaatsen onder het gebla
derte en vijandelijke granaten vielen zonder ophou
den tussehen de boomen.De weerstand versterkte
echter hoe meer de aanvallende bataljons den
noordelijken hoek van het bosch naderden en op
zeker oogenblik werd de opmarsch niet alleen
tegengehouden door den regen van kogels, maar
was men verplicht oenige honderden meters
terug te gaan. Hier werd het verband hersteld,
eer men den aanval voortzette. Intussehen con
centreerden onze batterij het vuur krachtig op
do plek van waar het sterke verzet kwam. Maar
dit bombardement kon toch niet de verborgen
mitrailleurs ontdekken.
Een tweede poging tot oprukken beloofde
niet meer succes buiten het bezette punt dan de
eerste en bij bet invallen van do duisternis be
vonden zich de mannen langs den spoorweg, die
zich oostwaarts door bot bosch uitstrekt tot op
ongeveer twee derde van den afstand. In den
vroegen morgen werd de aanval hervat. De
troepen, voorzien van handgranaten, drongen
vooruit ten spijt van het mitnaiüeurvuur, dat
ongetwijfeld, dank zij de werking van ons ar
tillerievuur, neiging toonde te vermindoren.
Een gedeeltelijk aangelegde Duitsohe loopgraaf
werd bereikt en bezet.
De fknkafde-ling was in staat in het noord
oosten voort te dringen en onder beschermend
artillerievuur zich oen mitrailleur-emplacement
te maken. Zoo werd het Mametzbosoh veroverd
en die verovering bracht onze troepen op dit
punt op een afstand van nog geen 300 yard» van
de eerste loopgraaf der tweede Duitsohe linie.
DE GEVECHTSWAARDE
VAN MACHINE-GEWE
REN.
De fimes"-corxespondent aan het westelijk
front schrijft lange verhalen over de leassn, die
hij uit de gevechten bonoorden de Somme ge
trokken hooft, en zegt daarin, dat een der eer
ste en voornaamste lessen is de waarde der
mitrailleurs voor do verdediging, wanneer men
over een gunstig terrein beschikt en, over vol
doenden tijd om de verdedigin gsstollingen zoo
krachtig mogelijk te maken. En de tweede les 5s,
dat de aanvaller moet beschikken over een onbe
perkte artillerie van zoo zwaar mogelijk kaliber.
Niet, of de artillerie ook niet voor den ver
dediger groote betCekenis zou hebben. Er zijn
punten op het noordelijk deel van ons aanvals
front, waar de vijand een groote hoeveelheid
geschut bijeen heeft, en het dubbele spervuur,
dat hij op en om onze voorste frontlinie wierp,
op liet oogenblik van den aanval, was wellicht
even ontzettend als het mitrailleur- en geweer
vuur, waardoor onze mannen moesten vooruit
gaan over Niemandsland. Het schijnt dat de
vijand volkomen op de hoogte was van het
tijdstip van onzen aanval, doch niet goed wist
waar deze precies zon plaats hebben. Waren
wij or niet in geslaagd, hem te misleiden, dan
zou hij nog meer voordeel hebben kunnen trek
ken van zijn gesehut. Waar hij zijn stukken
bijeen had en in grooten getale was zijn vuur
zeer werkzaam.
In dit dubbele spervuur gebruikte hij zoowel
brisabtgr'anaten als granaatkartetsen, van groo-
ter kaliber dan gewoonlijk, ongeveer van 15 e.M.
Zijii granaatkartetsen waren ook niet als ge
woonlijk met schietkatoen geladen, maar gaven
een dikken zwarten rook bij ontploffing. De
slag is scherper dan bij het oude type en waar
schijnlijk is de snelheid en het doordringings
vermogen ook grooter.
En wat de machinegeweren betreft is hot
de vraag of wij niet staan voor een tijdperk
in de oorlogvoering, waarin het geweer een
ondergeschikte rol zal gaan spelen, en waarin,
evenals bij de marine de wedstrijd ontstond
tussehen projectielen-en pantsering, een door-
loopende strijd zal ontstaan tussehen aan de
eenc zijde onneembare mitrailleur-stellingen en
aan de andere steeds grooter kanonnen om die
mitrailleurs buiten gevecht te stellen.
Er zijn posities waarbij persoonlijke moed
met do geringste rol spelen kan. Bij de diepe
i nis hi mm.
Satyriek verhaal van Mark Twain.
(Uit het Amerikaanech).
Ik moet er u tevens aan herinneren, dat ik
'eiU;evolge van dit treurige ongeval als eenig
•jUunaam, in het bezit kom van alle titels, lan-
nfirijen en goederen -van onzen betreurden bloed
erwant, en ingeval van nood, hoe pijnlijk deze
Pocht ook vallen moge, aanvrage bij het Hooger-
uis zal doen om teruggave van al die waar-
j&heden en bezittingen, in het onwettig bezit
"aarvan ge nog steeds zijt!
Met verzekering van mijne oprechte hoogach-
JnS heb ik de eer, mij te noemen
Uw gehoorzamen dienaar
Muiberry Sellers graaf Rosstnore,
3flnf.r™,htiS! K°maan> Jat is waarlijk interes-
la We!. Berkeley, die onbeschaamdheid is
met één woord kolossaal."
déze schijnt zich althans te willen laten
»oèwVV'^eii 'afen £elden! Een mooi ding! En
UVvjaggen! Ter nagedachtenis van dien ellen-
in gravin gen en op catacomben gelijkende oM-
dergvondsehe versterkingen, waaruit machine
geweren opkomen, zoodra het ophouden van ons
vuur aanwijst dat de infanterie-aanval begint,
of waarin zij zelfs worden verborgen gehouden,
om onza infanterie in den rag aan te vallen,
is een bestorming niet alleen moeilijk, maar
bijna onmogelijk. Op sommige plaatsen had de
vijand zelfs meer merkwaardige bergplaatsen
voor mitrailleurs gemaakt. Van een zijner diepe
ingravingen, liep een tunnel achterwaarts af
naar de andere zijde wan een heuvel; vandaar
een andere tunnel naar de voorzijde van dien
heuvel. En hier, bedekt door een bosehje of
kunstmatige dokking, was de kleine opening,
noodig om de mitrailleur te doen schieten.
Wanneer een half dozijn mitrailleurs zoo ver
borgen zijn en er twee of drie het bombarde
ment doorstaan, is een infanterie-aanval in
sperterrein voor zulk een stelling hopeloos, ten
minste bij dag.
De verliezen die wij leden door geweervuur
zijn zeer gering; de grootste verliezen waren
het gevolg van mitrailleurs en van de aware
artillerie. De opeenhooping van geschut en
de verborgen mitrai>ll611r8 beletten ona in het
noordelijk deel van ons aanvalsfront moor voor
uit te komen.
digen schooier en zijn. broer! En 'hij zal mij
hunne-stoffelijke overblijfselen zenden! De laat
ste pretendent was gek, maar blijkbaar is deze
nieuwe stapelgek. Weyk een naamMulbery Sel
lers dat is muziek voor jou. .Simon Lathers
Mulberry Sellers Mulberry Sellers Simon
Lathers.... Wil je nog naar Amerika toe?"
„Als ik van u verlof krijg, vader."
Dë oude heer stond, nadat zijn zoon het ver
trek had verlaten, eenige oogenblikken te pein
zen. Dit was zijne gedachtenloop
,,'t Is toch geen kwade jongen. Laat hem zijn
gang maar gaan daar het toch niets zou
baten, mij legen zijn plan te verzetten en de
zaak eigenlijk nog erger zou maken. Mijne argu
menten en de woorden van zijne tante hebben
schipbreuk geleden; laat ons zien, wat Amerika
voor ons doen kan. Laat ons zien, wat gelijkheid
van standen en ontberingen kunnen uitwerken op
de helderheid van hoofd van een jongen Brit-
schen Lord, wiens hersenen in de war zijn. Zijn
adel met voeten te treden en een man, als ieder
ander, te worden! 't Is wat moois!"
II.
Kolonel Mulberry Sellers dit was eenige
dagen voordat hij zijn brief aan Lord Rossmore
schreef zat in zijne „bibliotheek", die tevens
zijn „huiskamer", zijn „schilderijenzaal" en zijne
„werkplaats" was. Nu eens noemde hij dit ver
trek met een van deze namen, dan weder met
„De I' railseh-Belgische Censuur."
De „Opinion Wallonne", een Belgisch blad
dat te Parijs verschijnt, schiet den volgenden
venijnigen pijl op den eens uur af, welk de Bel
gische Rogeering —door een tussohenpersoon
op do Belgische bladen in Frankrijk uit
oefent.
„De Belgische bladen, diio in Frankrijk ver
schijnen, worden, bizonder door de oensuur be
waakt. Toen evenwel een Belgische afgevaar
digde aan het Ministerie van Oorlog gevraagd
had of de Belgische regeering. deelnam in het
censureeren der Belgisch bladen, die in Frank
rijk uitkwamen, werd hem doer den, Minister
geantwoord, dat de Belgische Regeering slechts
aan die censuur deelnam in zooverre deze mili
taire aangelegenheden botrof.
„Iloe is het dan diat de schaar van den heer
Maruéjonls, den directeur der oensuur, zoo en-
meedoogen'd in de artikelen dor Belgische bla
den snijdt, welke eenvoudig hun recht van
critiek uitoefenen, waarover do Fransohe bladen
zoo vrijelijk beschikken? Ziehier: „In Duitsch-
land, kunnen de journalisten somtijds oprecht
met regeeringspersonen spreken. Do caricatu-
risten van gene zijde van den Rijn ontzien zioh
niet om de „meesters van het uur," in scherpe
en potsierlijke trekken voor te stellen. In Frank
rijk, in het land van de rechten van den mensoh,
stoot men somtijds eene Eègeering omver. Dat
is omdat het volk nog niet gemuilband is. In
Engeland is de censuur edelmoedig, omdat het
publiek streng toezicht houdt op de handelin
gen der ministers.
„In België, gaat het geheel anders toe. De
Regeering, hier, is onschendbaar, omdat hot
haar behaagd heeft om zich door de censuur
harer buren te doen beschermen. De vrijheid
door den heer de Broqueville aldus verkregen
is Olympisch en feodaal. Want als een dagblad
schrijver zich veroorloven zon om de geringste
aanmerking op de Belgische regeerlng van het
Broquevilliaansche Ministerie te maken, dan
snijdt de censuur onmeedoogend zijn proza af
en legt hem hot stilzwijgen, op.
„Van al do oorlogvoerende regecringen, gë-
met die van de „Hötelilerie do Sainte-Adresse"
dian ook de grootste rast, dank zij de bescher
mende sohaar van den heer Maraójouls
„Wat moeten de andere buitenlandsche mi
nisters hunne Belgische collega benijden! Zij
moeten aan linn Parlement rekenschap geven,
welk aan den Staat er Verslag vau moot doen.
'Maar de heer De Broqueville heeft liet middel
gevonden om aan niemand verantwoordelijk te
moeten zijn. Hij- verklaart eenvoudig, dat het
onmogelijk is om de Belgische Hamers bijeen te
roepen. Indien de oppose er tegenop komt en
goede redenen opgeeft Uan! de schaar van
Anastasio van de „Quai. d'Orsay" snijdt zijne
artikelen en zijne bedoelingen uit.
„Ongelukkig voor den heer de^ Broqueville
zullen de zaken niet zoo gemakkelijk gaan, den
dag, dat wij in ^an(^ *eiu£S^keerd, alleen dé
censuur van onze gewetens zullen kennen. Op
dien dag zal er geen - aruéjoiils in België in
staat zijn ons te beletten vrijuit te schrijven en
uit te roepen wat er 'a ons gemoed woelt en
wrokt.
0diat die sclioone dag spoedig moge komen
Het ïnuniticrvraaV^'^^ der geallieerden
Onder leiding viui I' n.vv Georgo had to
Londen een conferc»1!; P>»ats ter bespreking
van de bewapening "tL»0'*'lieerde troepen.
een anderen al naaf Se,a"S' de omstandigheden
dit meebrachten Hij vvas bezi£ aan het vervaar-
at meebrachten n to. s{uk speelgoed en blijk-
ui van ,ee.n a„ arbeid verdiept. Hij was een
baar geheel m zijrt jiaar jia£]^ maar overigens
was h jeeve^jeugdig, vlug levendig en onder
nemend als vroeger. Zijne bemmde oude vrouw
zat bii hem vergenoegd bie.ende en peinzende
met een slapende kat op haar^schoot. Het vertrek
was ruim, helder en z b ijf, ud, ofschoon
het huisraad van een B -allooi en niet over
vloedig was, en de die eene kamer
gezellig plegen te maken, niet vele in getal en
niet kostbaar waren, ^aar er was een onbeschij-
felijk iets in het vertrek, tou ue tegenwoordigheid
van iemand met een goeden smaak verried.
Zelfs de prenten, die aan de muren hingen,
waren in zeker opzien1 &e.uk'kig gekozen; inder
daad schenen zij daargmeel 0p p]aa(3 te
zijn en iets aantrekkelijks aan de kamer te
geven. Eenige daarvan waren landschappen,
andere stelden de zee voor weder andere waren
blijkbaar portretten. Al die portretten waren
herkenbaar als overleden Amerikaansche man
nen van aanzien, en toch deden zij, door de bij
schriften van een stoute hand, alhier allen dienst
als „graven van Rossmore". De nieuwste daar
van had de werkplaats verlaten als Andrew
Jackson, maar stelde nu voor „Simon Lathers
Lord Rossmore, de tegenwoordige graaf." Aan
den wand hing ook een goedkoope spoorwegkaart
van Warwickshire. Dez* had onlangs tót op
^erlegehwoordig-a waxen u ranirjjiE, itu^ianu
en Italië. i
Na de verwelkoming verzocht Dioyd
Georgo van ieder land opgave van het be-
noodigde te mogen ontvangen. Hij memo
reerde do overwinningen van Rusland, de
onsterfelijke verdediging van Verdun en den
weerstand van de dappere Italianen. Het
gecombineerde offensief heeft het initiatief
uit de handen van den vijand gerukt. Spre
ker vertrouwde, dat het nimmer in zijn han
den weer terug zou komen. Deze vooruit
gang schreef Lloyd George toe aan de groote
verbetering in de uitrusting van die Entente-
legers.
De vloot legde tot voor kort beslag op
meer dan de helft van de metaalbewerkers
in Engeland. De meeste van de nieuwe Èu-
gelsehe fabrieken zijn thans voltooid en de
.meeste machines opgesteld. Honderdduizen
den mannen en vrouwen zijn nu voor die
nieuwe fabrieken onderricht. Elke maand
worden honderden kanonnen van verschil
lend soort kaliber afgeleverd. Onze zware
kanonnen, zoo ging hij voort, worden met
zeer veel spoed vervaardigd' en de productie
van munitie is bijna tweemaal zoo groot in
oen week en bijna driemaal meer zware gra
naten worden door ons gemaakt, dan afge
vuurd. werden gedurende het groote offen
sief in September en de capiciteit van onze
fabrieken stijgt elke week.
De hoofdbezwaren van de organisatie-op
bouw, uitrusting enz. zijn nlt den weg ge
ruimde Het feit, dat .Frankrijk na maanden
van buitengewoon groote munitieverbruik bij
Verdun nog genoeg reserve heeft om zelf
standig het offensief te handhaven, bewijst
voldoende het succes vau onzen ingespannen
arbeid.
Ongetwijfeld is ook de verbetering van
den Russisch en munitievoooraad een aller
onaangenaamste verrassing voor den vijand.
Ook aan de aangehouden inspanning van de
Italianen en de goede resultaten daarvan
kennen wij tbns.
Spr. eindigde met over de behoefte der ge
allieerden te spi*eken en zelde; Wij moeten
elkander steunen. Nauwgezet moeten wij in
de behoeften van de verschillenide legers na
gaan om daarin te kunnen voorzien. Een
overwinning op één der oorlogstooneelen
mist zijn uitwerking niet op de andere fron
ten.
De herderlijke bediening in hef oorlogvoerende
Frankrijk.
Aan een! schrijven van een Fransoh priester
aan een landgenoot, hier in Nederland vertoe
vende, is het volgende ontleend:
„Denk eens, dat op het oogenblik ons 'diocees
120 parochies telt, waar'geen pastoors zijn, wijl
deze aan het front staan en wlor gelopvigen
thans van andere parochies uit door bineeren
(2 H. Missen opgedragen door één priester)
bedienjd worden. De werkzaamheden der pas-
toom zijn aldus verdubbeld, velen zijn reeds be
zweken onder do taak en onder degenen, die den
oorlog overleven zullen er vele invaliden zijn.
In een 15-tal parochies, zijn de pastoors ge
durende den oorlog overleden en nog niet ver
vangen".
Ieder zqne meug.
De „Times" vertelt van den ijver van een
Australiër oin zich bij het Britsehe leger te voe
gen. Deze man, genaamd Wilfred Steele is on
langs 1500 mijlen ver uit de diepten van de
Australische oerwouden naar Adelaide gereisd
om zich op te geven als soldaat. Hij maakte ge
bruik van den eersten besten kameel, nam Voor
een week watervooraad medo en eenige sneden
gezouten vleesoh en ging er zoo op uit. 1 oen hij
de beschaafde wereld bereikte verving hij den
kameel door paarden en de laatste 790 mijl ten
slotte legde hij af met- den trein.
De „Deutscbland" een koopvaarder.
De duikbootkoopvaarder „Deutscbland", is
cok, zooals al aangekondigd was, dat gebeuren
zou door Amerikaansche marineofficieren on
derzocht. (éij vereenigde zich met de verklarng,
dat men met een koopvaarder te doen had.
Een telegram aan de „Times" uit Washington
gee t te kennen, dat verreweg liet grootste deel
van do nikkel in de Vereenigde Staten uit Ca
nada komt en de rubber op Engelsche schepen
uit Engeland wordt ingevoerd. De uitvoer van
die artikelen ia slechts geoorloofd op voorwaar
de, dat zij niet weder aan Du.itachla.nd worden
geleverd. Deze levering wordt nn, door de reis
van da „Deutschland" uit de Vereenigde Staten
mogelijk.
Dit punt zal wellicht verder ter sprake ko
men, vooral, daar van Engelsche zijde zou kun
nen worden aangevoerd, dat de"uitvoer van nik
kel een onguiistigen invloed op de munitiefa-
bricage in de Vereenigde Staten zou kunnen
hebben.
Samenwerking tussehen duikboot en zeppelin
tot verbreking der blokkade.
Nu liet denkbeeld van de onderzecscbe koop
vaardijschepen door de reis vau de „Deutsch-
CCCXVII.
BISSCHOPSWIJDING. ZEGEWENSCH.
PLECHTIGE ZEGEN.
Het „Te Deum" is ten einde! Weer heeft de
nieuwgewijde plaats genomen op zijn troon. Ter
rechterzijde staan de Wijder en de Assisieuten,
allen zonder mijter. Vóór het einde der plechtig
heid wil de Wijder den wijdeling nog toewen-
schen, dat het groote werk aan hem worde be
stendigd, tot roem der Allerheiligste Drievul
digheid en tot heil der hem toevertrouwde kudde.
„Moge uwe hand," zoo heft hij daarom aan, en
het koor vervolgt, „worden bevestigd en uw
rechter verheven, mogen gerechtigheid en oor
deel het sieraad zijn van uw zetel, Eere zij den
Vader," enz. Als het koor de antiphoon herhaald
heeft, zingt de Wijder: „Laten wij bidden. God,
Herder en Bestuurder aller geloovigen, Die dezen
Uwen dienaar aan het hoofd Uwer Kerk hebt
willen gesteld zien, zie genadig op hem neder
en geef hem, bidden wij U, dat hij door woord
en voorbeeld hun, over wie hij gesteld is, zóó
moge ten nutte strekken, dat hij te samen met
de hem toevertrouwde kudde gerake ien eeuwigen
leve. Door Christus onzen Heer. Amen."
Na dit gebed verlaat de wijdeling zijn troon
en stijgt ten al tare, met mijter en staf. Reeds
heeft hij den eenvoudigen zegen aan zijne geloo
vigen gegeven; doch zij kunnen heden de kerk
niet verlaten, alvorens hij hen in de volle waar
digheid eens bisschops met de meeste plechtig
heid heeft gezegend. Daarom knielen allen, pries
ters en volk, neder, staan zelfs Wijder en'Assis
tenten vol eerbied en met ontdekten hoofde aan
den voet des altaars. Terwijl dan de wijdeling
met den rechterduim het teeken des kruises
vormt op de borst, zingt of bidt hij„De naam
des Heeren zij gezegend!" „Van nu af tot
In eeuwigheid!" En terwijl hij het gewone krui3-
teeken maakt: „Onze hulp is in den naam des
Heeren!" „Die hemel en aarde gemaakt
heeft." Dan verheft en vouwt hij de handen en
buigt eerbiedig het hoofd, zeggend: „Zegene u
de almachtige God." Ten slotte zich keerend tot
de geloovigen en tot driemaal het kruis over
hen makend, gaat hij voort: „De Vader en de
Zoon en de H. Geest. Amen."
land" tot uitvoering is gekomen, mag worden
opgemerkt, dat een ander denkbeell, dat even
zeer voor de hand ligt en waarbij het evenzeer
op de praktische toepassing aankomt, nog niet
iot uitvoering is gekomen, namelijk om zeppe
lins, dio immers zoo'n aanzienlijke lading aan
hommen kunnen meenemen, in dienst te stellen
van de vrachtvaart. Van da blokkade zouden dio
luehtvaartkoopvaarder geen last hebben. Het
zou interessant zijn te weten of in dez« richting
nog wordt gezocht.
Nog eens: de vergeten strijdmacht.
In ons nummer van Donderdag hebben wij
medegedeeld, dat het unionistische oorlogs-
comité te Londen heaft beraadslaagd over do
vergeten strijdmacht in Mesopotamia.
Ook in het Engelsche Lagerhuis is dit bader-
v oip V, oensdag aan de orde geweest en Sir
toward 0arson vroeg daarbij den miniater-pre-
siüent Asquith' op den man af, of „hot Lager-
1 "d® 0U Lot volk dan nooit eenig bericht zouden
krijgen Vftn wat or .in Mesopotamia omgaat?"
,A\ orden de berichten opzettelijk achtergehou
den?" En in dien geest ging hij voert, geheel in
don trant van het hoofdartikel in de „Times",
waaruit, wij ook een en ander aanhaalden.
„Niemand wenscht iets achter te houden,"
antvooi.ldo Asquith. „De regeering wilde niets
U.u,! an dat de heele zaak in debat kwam.
Maar dit ia daartoe niet het oogenblik."
„Waaom?" vroeg men..
„Om redenen, die ik niet kan mecdoeleu,"
antwoordde Asquith. „De toestand onzer troepen
in Mesopotamia heeft dag aan dag de aandacht
onzer regoering en or zyn maat regel on getrof-
fen om in gebleken leemten to voorzien".
Carson was hiermee niet tevreden. Hij kon
digde aan, in 't begin dor volgende week op zijn
vraag ie zuilen terugkomen. Krijgt hij dan geen
bevredigend antwoord, dan zal hij verdaging,
van het Huis voorstellen.
schrift gekegen: „De bezittingen van Rossmo-
res". Aan den tegenovergestelden wand hing een
andere kaart, en deze was de groote versiering
van het vertrek en de eerste om de aandacht van
een vreemde te trekken uit hoofde van haar
giooten omvang. Deze had vroeger eenvoudig
tien naam „Siberië" gedragenmaar nu was het
woord i oekomstig" vóór dat woord geplaatst.
Er waren nog andere toevoegselen met rooden
inkt verscheiden steden met een aanzienlijke
bevolking, over het uitgestrekte land verspreid
op punten, waar heden ten dage noch steden
noch bevolkingen bestaan. Een van deze steden
met een bevolking, die op 1,500,000 gesteld
was droeg den naam „Liaei yorloitsrooiza-
linski", en er was eene nog meer bevolkte, in het
middelpunt geplaatsten aangeduid als „hoofd
stad", die de naam „breedoinolownaïwanowich"
droeg.
De „huizmge de naam, dien de kolonel
gewoonlijk aan zijne woning gaf was een
vervallen, oud gebouw van een aanzienlijken
omvang en van twee verdiepingen, dat op den
een of anderen tijd geverfd was, maar dit bijna
vergeten had. Hét stond in een armoedig ge
deelte van Washington en was eenmaal iemands
buitenverblijf geweest. Het was omgeven door
een verwaarloosd tuintje met een schutting, die
hier en daar hoog noodig ééns recht gezet diende
te worden, en een hek, dat niet al te best meer
sloot. Aan de deurpost waren verscheidene let-
ters te zien. „Kolonel Mulberry Sellers, procih
- HET OFFENSIEF IN HET'
WESTEN.
Een Duitsch officier, die onder het off en-
Hef aan de Somme gewond is geraakt, ver
telt in de „Berliner Zeitung am Mittag" van
hetgeen hjj heeft beleefd.
Het was voor zijn afdeeling een vreflfede
geweest, toen zij na een rustpoos, niet zooals
zij gedacht hadden naar Verdun of naar
Rusland werden gezonden, maar weer ge
plaatst werden in <16 stellingen, die zij zelf
hadden helpen aanleggen. Hier hadden wij,
zoo vertelt hij, bijna elk woonliol gebouwd
en iedere week de hindernissen versterkt.
Wij hadden in de diepe schuilplaatsen met
hun huiken van heele hoornen en, in het 30
meter breed® prikkeldraad zooveel vertrou-
voor onneembaar
reur en zaakwaarnemer", waren de voornaamste.
De een hoorde van den ander, dat de kolonel
was een spiritist, eij hypnotiseur, een geesten-,
bezweerder enz. Want hij was een man,-die aller
lei baantjes bij de hand had.
Een neger met wit haar, een bril en vrij
afgedragen witte katoenen handschoenen, ver
toonde zich aan de deur, maakte een deftige
buiging en kondigde aan
„Marse Washington Hawkins, Sir!"
„Wel komaan! Laat hem binnenkomen Daniël,
laat hem binnenkomen
De kolonel en zijne vrouw waren in een oog
wenk van hunne zitplaatsen opgestaan en druk
ten een oogenblik daarna de handen van een
man, die er stevig gebouwd, maar ontmoedigd'
uitzag, en wiens geheele voorkomen verried, dat
hij vijftig jaren oud was, ofschoon hij, naar zijn
haar te oordeelen, wel honderd had kunnen tel
len.
„Wel wel, Washington, beste vriend, wat doet
het mij een genoegen, je eens weer te zien! Ga
zitten! Kijk eens aan, je bent nog dezelfde van
vroeger, wat ouder geworden, een heel klein
beetje; maar je zoudt hem overal herkend lieb-j
ben, niet waar, Pólly?"
„O ja, Berry, hij ziet er precies uit, zooais
zijn vader er zou uitgezien hebben, als ibj nog
in leven was. Maar waar kom je yandaau.- Laat
mij eens zien: hoe lang is het al geleden...."
(Wordt yervolzd.1