tlIM MUIL COMMIT
DE HI VII ML
1 P. J. JANSSEN,
DE OORLOG
ROND DE LITURGIE
FEUILLETON
JEUQDOitSAÜlSATiE,
TAFELILEE0E1 bij
cccxx.
Zaterdag 5 Aug.
Derde Blad.
Mie betalende «bonnês op dit Blad, die
in het bezit zi|n van eene Verzekeringspolis,
tijn, volgens de -bepalingen op de polissen
vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
f 4000 bi} levend, ongeschiktheid tot werker
500 bij overlijden
300 bi} veriies van een hand ol voet
850 bij verlies van een oog
800 bij verlies van een duim
75 bij breuk van een arm of been
60 bij verlies van een wijsvinger
- 25 bij verlies van een anderen vinger
De uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de „Hollandsche Algemeene
Verzekeringsbank" te Schiedam.
De vóór l October 1911 uitgegeven poltes«it
Win niet geldig.
Ingezonden.
II.
„Naar onze gedachte kan ook deze Alge-
„meene organisatie (R.-K. Volksbond) niet
„gemist worden, is ze eerst en vooral de aan
gewezene, en daarna pas de Vakbonden."
(Cursiveering van ons, A. KI.)
Deze voorlaatste zin van het artikel over
Jeugdorganisatie in de „N. Haarl.", 28 Juli,
eischt een grondige beschouwing, omdat het
faakt de zeer belangrijke zaakPatronaat-Volks
bond, oiwel Patronaat-Vakvereeniging. Vóór en
aleer ons te gaan verdiepen in een zaakrijke
beschouwing over dezê belangrijke vraag, mee-
aen wij goed te doen, de lezers(essen) in kennis
te stellen met de verklaring van het Doorluchtig
Episcopaat, voorgelezen door den HoogEerw.
heer 15, A. de Wit, als vertegenwoordiger van
het Doorl. Episcopaat, op de namiddag-vergade
ring van den eersten dag van het Nationaal
Congres der Jongens-patronaten, Dinsdag 14
Juli 1914 te Utrecht gehouden. Deze verklaring
luidde aldus:
„De gevraagde adviezen der patronaats-com-
missies over gewenschte aansluiting der patrona
ten aan vakvereenigingen en het ingediende plan
der vakvereenigingen werden niet genoeg bepaald
gevonden.
Daarom werd besloten, dat op het patronaats
congres deze aansluiting nog eens moest worden
besproken. Vast moest echter staan bij die be
spreking
1 e. dat de patronaten niet alle elementen kun
nen opnemen;
2e. dat wie in het patronaat niet wil of kan
Worden opgenomen, niet mag worden losgelaten
en voor dezen dus iets anders moet worden ge-
Vonden
3e. dat zoowel de sub 1 als sub 2 bedoelden
op-een of andere wijze aan de vakvereenigingen
moeten verbonden zijn, zoodat zij de voordeden,
hie de vakvereenigingen kunnen aanbieden, ge
nieten, maar zonder dat de patronaats-jongens
in ongewenschte aanraking komen met de ande
ren."
Mede als een gevolg dezer officiëele verkla
ring, dat de Roomsche schoolvrije jeugd voor
zoover niet opgenomen in de Patronaten ver.
bonden moest worden aan de Vakvereenigingen,
kwam tot stand na langdurige voorbereiding, de
weer Bisschoppelijk goedgekeurde Grondslag
voor samenwerking tusschen Patronaten en R.-K.
Vakvereenigingen, met betrekking tot de R.-K.
Aspiranten-afaeelingen, zoo als deze is vastge
steld door het Centraal-Comité tot bevordering
van-R.-K. Patronaten in Nederland en het Bu
reau voor de R.-K. Vakorganisatie. 1)
Om alte vooroordeel weg te nemen, deden wij
bovenstaande verklaring en overeenkomst vooraf
gaan, en gaan wij nu de kwestie nader bezien.
Algemeen erkend is het feit, dat de Patronaten
zijn, de instituten ter opvoeding der schoolvrije
Jeugd. Hierover ons nader verklaren, achten wij
overbodig. Wat is het doel, hetwelk door de Pa
tronaten wordt nagestreefd? Zoo beknopt moge
lijk saamgevat willen zij
In overleg met de ouders of voogden de gods-
lienstige en maatschappelijke ontwikkeling en
vorming te bevorderen van de R.-Katholieke man
nelijke schoolvrije jeugd.
Onder de middelen om tot dat doel te komen,
zijn aangegeven:
a. godsdienstonderwijs;
GROOTSTE SORTEERING
LAAGSTE PRIJZEN
Unegang, hoek Warmoesstraat
3012
b. opwekking en versterking van het gods
dienstig leven aoor algemeene Communie, gees
telijke oefeningen, enz.;
c. herhalingsonderwijs, voortgezet lager on
derwijs, onderricht in talen, boekhouden, socio
logie, teekenonderwijz, enz.;
d. gelegenheid tot ontspanning, als: gymna
stiek, e. d.;
e. vakonderwijs en hulp bij de regeling van
het leerlingwezen, indien en zoolang de vakver-
eeniging er niet in voorziet.
Uit doel en middelen der Patronaten, hier
boven zoo beknopt mogelijk weergegeven, blijkt
overduidelijk, dat de Patronaten zijn, godsdien-
stig-zedelijke vormscholen.
Uit den geweldigen omvang dezer taak vloeit
voort, dat de Patronaten zich niet, of niet vol
doende kunnen bezighouden met de vakkundige
en stoffelijke belangen der jongens. Ter aanvul
ling hiervan werd gezocht naar een instituut
ter aanvulling van dit tekort en men vond dit in
de R.-K. Vakvereeniging. Waarin en waardoor
zouden de stoffelijke belangen der jongens en hun
vakkundige opvoeding beter behartigd kunnen
worden?
In dit verband denken wij aan vakcursussen,
bescherming in de werkplaatsen door de leden,
aansluiting bij fondsen, regeling beroepskeuze,
enz. enz. In de R.-K. Vakvereenigingen stelt men
zich dan ook ten doel:
De R.-K. leerlingen, die op een vak of in
een bedrijf zijn, te vormen tot bekwame vakman
nen en goede leden der R.:K. Vakorganisatie.
Als middelen daartoe^dienen
a. de vakkennis bevorderen door speciale
vakcursussen
b. kennis aanbrengen van vakorganisatie,
vakactie en het algemeen katholiek sociaal ver-
eenigingsleven
c. de verkeerde invloeden op de werkplaatsen
tegengaan
d. inrichten van een arbeidsbeurs
e. behulpzaam zijn bij het afsluiten van leer-
lingcontracien en het maken en doorvoeren, ook
bij collectief arbeidscontract, van bepalingen be
treffende het leerlingenvraagstuk
f. controle uitoefenen op'de vakopleiding;
g. toezicht houden op de trouwe naleving van
de sociale wetgeving voor zoover die op de jeugd
van toepassing is en streeft naar uitbreiding der
sociale wetgeving met 't oog op de jeugd;
h. openstellen, de mogelijkheid tot deelname
aan de fondsen bij staking, uitsluiting, ziekten,
werkloosheid enz.
Vatten wij een en ander kort samen, dan zien
wij, dat de Patronaten aangewezen zijn, de gods
dienstige, zedelijke, maatschappelijke en sociale
ontwikkeling der jongens ter hand te nemen, ter
wijl de R.-K. Vakvereenigingen zorgen voor het
meer stoffelijk deel der jeugd'-belangen. Rest nu
de vraag, welken taak denkt men n* terzake
„Jeugdvorming" toe aan den Volksbond of de
Algemeene Vereeniging?
Wij zouden zeggen, dat krachtens het wezen en
het doel van den Volksbond, deze geen direkte
taak ter Jeugdvorming te vervullen heeft. Een
godsdienstige kan het niet zijn, daarvoor zorgen
de Patronaten. De Vakkundige vorming en de
bescherming der jongens in de werkplaatsen enz.
op zich namen zou toch wel al te flaïef zijn van
den Volksbond; blijft dus niet anders te doen
over dan een indirecte taak, te regelen en te be
palen in overleg met de Patronaten eji Vakver
eenigingen. Zelfs de mogelijkheid, dat de Volks
bonden de Godsdienstig-zedelijke vorming der
jongens die niet aan een Patronaat zijn aange
sloten zouden kunnen ter hand nemen is uitge
sloten door de bepaling van den „Grondslag",
dat dit geschiedt „door de Aspiranten-afdeehng
in overleg met den geestelijken adviseur."
Op gevaar af, te uitvoerig te zijn, hebben wij
getracht te doen zien, daj^de Geestelijke Over
heid zeer goed heeft gezien, dat de Patronaten
geen directe samenwerking met de Algemeene
R. K. Sociale vereenigingen moesten betrachten,
maar wel met de R. K. Vakbonden, Geen direkte
samenwerking schrijven wij, omdat aan de Volks
bonden e.a., nog een gewichtige mdirekte taak
voor de jeugdbelangen te verrichten overblijft.
Hierover een slotartikel.
Utrecht. A. KI.
1) Bisschoppelijk goedgekeurd, 7 October
1915.
VERSPREIDE BERICHTEN
HET AARTSBISSCHOPPELIJK PALLIUM.
Drievoudig is het doel, waarom de Kerk de
aartsbisschoppen met het pallium bekleedt. Het
moet hen er nl. aan herinneren niet alleen, dat
zij in waardigheid boven hun ambtsbroeders
verheven zijn, doch ook wijl van het graf van
den H. Petrus genomen en door diens opvolger,
den Paus, geschonken dat zij in onbezweken
trouw vereenigd moeten zijn met de Kerk van
Rome, de moeder en de leermeesteres van alle
kerken Eindelijk, wijl het uit wol vervaardigd
is en op de schouders ligt, doet het den drager
denken aan den goddelijken Zaligmaker, opdat
hu naar Jezus' voorbeeld zich een goede herder
zijner kudde betocne, een herder, die het ver
dwaalde schaapje opzoekt, op zijn schouders
legt en het met blijde offervaardigheid tot den
schaapsstal terugvoert. Lettend op de kruisen,
die zijn schouderkleed versieren, zal hij aan de
wereld jn de wereld aan hem gekruist zijn, zal
hij zijn herderlijke plichten, hoe zwaar en pijn
lijk ock voor de natuur, trouw vervullen. Al
deze beteekenissen treden nog duidelijker aan
het licht,, wanneer wij nagaan met welke zinrijke
ceremoniën de pallia worden vervaardigd, ge
wijd en uitgereikt.
Op den 21 en Januari, den feestdag van de
H. Agnes, heelt er in de kerk, haar ter eere
gebouwd en gelegen aan de Via Nomentana bij
Rome, een geheel eigenaardige plechtigheid
plaats. Na de H. Mis, terwijl de tonen der
gewijde .muziek "de Feestheilige verheerlijken, leg
gen twee priesters ieder een lam, rustend op een
kussen van roode damast en met gouden fran
jes omzoomd, op de beide zijden des altaars, aan
den EpLtel- en den Evangeliekant neder. De
twee blanke lammeren verheffen den met rozen
versierden kop zoo rustig, zoo fier, als waren
zij zich bewust van de heilige plechtigheid,
waarvan zij het voorwerp gaan zijn. Met roode
linten is de sneeuwwitte vacht getooid, met roode
linten ook zijn de pooten geboeid. De Kardinaal,
die deze kerk tot titel heeft, bekleed met mijter
en koorkap en vergezeld van Diaken en Subdia
ken, gaat nu de wijding der lammeren verrich
ten. De gebeden dezer zegening beginnen met
een loflied ter eere van de H. Agnes, toonbeeld
van zuiverheid en onschuld, van zachtheid en
sterkte tevens. Hoor, daar heft het koor de anti
foon aan: „Christus, het Lam blanker dan
sneeuw, dat staat aan haar rechterhand, heeft
zich Agnes tot Bruid en Bloedgetuige verkoren!"
Dan vervolgt de Kardinaal
i ~Onze hulp is in den naam des Heeren!
Die hemel en aarde gemaakt heeft. Laten wij
bidden: Almachtige en barmhartige God, Die
door Uwen dienaar Mozes aan de priesters,
welke het dienstwerk verrichtten bij den Taber
nakel gewaden hebt willen schenken, Gij Die
door Uwe H.H. Apostelen de priesters en o'pper-
pnestere der Evangelische Wet met heilige klee-
deren hebt willen tooien, stort over deze lam
meren - van wier vacht geheiligde Palliums
worden vervaardigd voor Pausen, Patriarchen
en. Aartsbisschoppen Uwe heilige Zetgening
uit, opdat zij die ze zullen gebruiken, door de
tusschenkomst der gelukzalige Maagd en Mar
telares Agnes op wier graftombe wij bidden,
tegelijk met het hun toevertrouwde volk tot de
eeuwige gelukzaligheid moge gevoerd worden.
Door Christus, onzen Heer. Amen."
Hierop volgen de gebruikelijke besproeiing met
wijwater en bewierooking.
Satyrick verhaal van Mark Twain.
(Uit het Amerikaanfich).
j8
Daniël werd binnengeroepen en verzekerde,
dat hij het niet gedaan had.
„Dan weet ik niet, hoe ik het moet verklaren.
Misschien heeft.
„O!" en eene huivering ging Lady Rossmore
door de leden. „Nu begrijp ik het al Blijf er
van af! 't is van hem!"
„Van hem, Mylady?"
„Ja, van den jongen mijnheer Sellers uit
Engeland, die verbrand is."
Zij bied alleen met de asch alleen totdat
zij op haar adem kon komen. Toen ging zij
uadt Mulberry Sellers toe met het voorstel, zijn
Programma, wat dit ook weien mocht, terstond
V£*st te stelten, „want," dacht zij, „als hij zich
a°or zijn gevoel laat overheerschen, is er geen
zeggen van, welke dwaasheden hij zal uithalen,
a s men hem maar laat begaan." Zij trof hem
spoedig aan Hij had de vlag gevonden en
racht deze mee. Toen zij hoorde, dat zijn plan
V S' de stoffelijke overblijfselen „op een praal
bed te doen liggen en de regeering en het pu
bliek uit te noodigen", verzette zij zich hier
tegen. Zij zeide:
»vJe bedoelingen zijn heel goed dat zijn
ze altijd je wilt aan de stoffelijke overblijf
selen eer bewijzen en zeker kan niemand daarin
iets verkeerds vinden, want hij was je bloed
verwant; maar je slaat daarbij den verkeerden
weg in, en dat zal je zelf inzien, als je over de
zaak nadenkt. Het is niet mogelijk, langs een
mand met asch heen te gaan met eene poging
om daarover droefheid te betoonen, en er iets
plechtigs aan bij te zetten. Dit zou met ééne
mand al zoo wezen, het zou met drie manden
driewerf het geval zijn. Welnu, het ligt voor
de hand, dat als er niets plechtigs in zou wezen
met één rouwdragende, het er evenmin in zou
liggen, als er een heele stoet voorbijtrok, en
er zouden hier zeker wel vijf duizend menschen
komen. Ik weet het niet, maar het zou eigenlijk
belachelijk zijn. Neen, Mulberry, zij kunnen niet
op een praalbed liggen dat zou een dwaasheid
zijn. Laat dat plan varen en bedenk iets
anders!"
Hij liet het dan ook varen, en niet eens met-
wearzin, toen hij er over had nagedacht en tot de
erkentenis kwam, dat zij juist gezien had Hij
besloot eenvoudig bij de stoffelijke overblijfsels
te blijven zitten, hij zelf en Hawkins. Zelfs dit
scheen niet in den" smaak zijner vrouw te vallen,
doch zij maakte geen tegenwerpingen, want het
was duidelijk, dat hij de verschuldigde eer wilde
bewijzen aan deze st&ffel^e overblijfsels. Hij
spreidde de vlag over de manden uit, omwond
de kruk der deur met Roers en zeide met zelf-
VOl<Ziez(Kri *We bewijzen hem nu al de eer, die
wij" hem b de gegeven omstandigheden kunnen
aandoen. Behalve aan een ander
doen, wat men zelfs zou wenschen, dat aan ons
gedaan werder ao£ bij.
„Een wapenschild
De vrouw begreep, dat er geen wapenschilden
meer aan den voorgevel konden aangebracht
worden; het vooruitzient, van eene andere ver
siering van dien aard stond haar tegen, en zij
wenschte wel dat die gedachte met bij hem was
opgekomen. Zij zeide aarzelend;
„Maar mij dacht, dat men zulk een eerbetoon
slechts aan de uaas.e lamme verschuldigd was,
die.
„je hebt geüjk, Mylady, volkomen' gelijk;
maar we hebben geen nadere familie dan deze
onrechtmatige. Wij kunnen dat niet ontkennen;
wij ziin slaven van aristocratische gewoonten en
moeten oris daaraan onderwerpen."
Lady Rossmore en hare dochter bleven tot
middernacht bij de stoifelijRe overblijfselen zit
ten en hielpen de beide heeren in hunne be
raadslagingen, wat er verder mee zou gedaan
worden. Rossmore meende, dat zij terstond naar
Engeland dienden gezonden te worden Maar
zijne vrouw verkeerde omtrent het .gepaste., daar
van in twijfel. Zij zeide:
„Wou je dan al die manden zenden?"
„Wel zeker."
„Alle te gelijk?"
„Aan zijn. vader? Neen zeker niet Dat 7nn
-ét te'% SCh0kn V00r hem ^zen? Neïï
bekendmaken.» er kamerband mee
„Zou dat de gewenschte uitwerking heb
ben, vacer?"
„Ja, Gwendolen. Vergeet niet, dat jij nog
jong bent, en dat hij oud is. Hem alles te gelijk
te zenden zou misschien meer zijn dan hij kon
verduren. Maar ais het wat verzacht wordt
één mand tegelijk, met behoorlijke tusschen-
ruimten, dan zou hij aan de gedachte gewoon
raken tegen den tijd, dat hij ze alle in het bezit
had. En ze hem met drie schepen toe te zenden
is in allen gevalle veiliger met het oog op
stormen en schipbreuken."
„Mij lacht bet plan niet toe. Als ik zijn
vader was, zou ik het verschrikkelijk vinden hem
terug te krijgen indien indien.
„Mij komt c.at ook zoo voor," bracht Haw
kins in het midden,
„Ja>" vervolgde Gwendolen, „verschrikkelijk,
hem zoo bij stukken en brokken terug te krijgen
Juist dat wachten met de begrafenis zou voor
hem zoo pijnlijk zijn.'
„Och neen, mijn kind," zei de graaf gerust
stellend, „daar bestaat geen vrees voor; zoo'n
.oud man .am aidt-eö^uitstel niet kunnen ver-
KORTE BERICHTEN
■dragen. Er zullen drie begrafenissen zijn."
Lady Rossmore keek verwonderd op en zeide:
„Hoe zou dat kunnen bijdragen om zijn smart
te verzachten 't Is naar mijne meening een ver
keerde opvattine. Hij moest ineens begraven wor
den."
„En ik ook," zei de dochter.
„Je beschouwt de zaak allemaal verkeerd"
zei de graaf. „Dat zal je zelf inzien, als je
er over nadenkt. Slechts één van de manden
bevat zijn stoffelijk overschot."
„Welnu," zeide Lady Rossmore, „dan is de
zaak vrij eenvoudig; laat die eene mand dan
begraven."
„Zeker," voegde Lady Gwendolen er bij.
„Maar dat is niet zoo eenvoudig," hernam
de graaf, „omdat we niet weten, welke mand
zijn stoffelijk overschot bevat. Wen weten wei,
dat het in één daarvan is, maar dat is ook alles
wat wij weten. Je begrijpt dus, dunkt mij, dat
ik gelijk had; er moeten drie begrafenissen
plaats hebbener is geen ander middel op
„En drie graven en drie graftombes en drie
opschriften?" vroeg de dochter.
„Wel zeker. Dat zou ik willen."
„Dat kan toch zoo niet, vader. Elk van de
opschriften zou denzelfden naam vermelden en
dezelfde feiten, en zeggen, dat hij onder ieder
van al die graftombes lag, en dat zou toch
niet best gaan." (Wordt vervolgd.)
Do OORLOGVOERENDEN EN
DE NEUTRALE STATEN.
Deze oorlog heeft de groote oorlogvoerende
staten gedwongen alle ontzag voor de onzijdige
rechten tot een minimum te herleiden. Elk
dacht er nog enkel aan zijn tegenstander klein
te maken of zich^zelf voor den dood te redden.
Moest daarbij een onzijdige in 't gedrang ko
men, dan trachtte men zich wel te beroepen op
rechtsgronden, maar in de wezenlijkheid kwam
alle3 hierop neer, dat het hemd nader bleek dan
de rok.
Zoo aldus lezen wy in een staatkundig
overzicht van de „Gaz. v. Brussel" achtte
■Duitschland het noodig in den beginne vrijen
doortocht door België te vragen, omdat het
zich in de flank bedreigd voelde. Zoo is Enge
land, toen het, óm Duitechlan'd terneer te slaan,
geen anderen uitweg meer zag dan de uithon-
geringsblokkade, genoodzaakt geweest de rech
ten der onzijdige mogendheden eenvoudig op
zij te zetten en dezen van week tot week de
schroef vaster te draaien. Het eenige verschil
tusschen beide is, dat Duitschland zijn onrecht
erkende, terwijl Engeland bij hoog en bij laag
zwoer dat het allen eerbied had voor de onzij
dige kleine naties.
Deze hebben in den jongsten tijd met klem
bewezen, dat zij daarvan niets geloofden. De
verontwaardigde toon, door de Hollandsche
pers en do Hollandsche regeering aangeslagen,
is oen bewijs, dat men zich ten zeerste ge
krenkt voelt. Dat laat zich begrijpen. Reeds
twee jaar duurt de oorlog en nu eerst vindt
Engeland graten in de Hollandsche haring.
De Hollandsche reeders en visschers zien zich
door dit plotselinge optreden met werkloos
heid bedreigd en het spreekt dan oo khaast van
zelf dat die menschen die zich van geen enkele
vijandige houding bewust zijn, een nogal hefti-
gen toon aanslaan.
In Zweden heeft men zich vooral verontrust
over het optreden van de Russische duikbooten,
die de territoriale wateren met een soevereine
miskenning van het internationaal rechtswezen
doorvoeren.
Ook. de ereenigde Staten, de grootste der
onzijdigen, zijn weer wakker geschoten. Zij
laten zich minder gemakkelijk wurgen dan de
kleineren, en nu Engeland ook het bekende
zwartenl ijstenstelsel tegenover hen krachtiger
wilde doordrijven, werd van ginder een scherpe
taal vernomen, die in een nota tot uiting
kwam.
Engeland heeft tegover al die protesten zijn
ijver een weinig getemperd en enkele verkla
ringen laten afleggen, djg althans wat den
vorm betreft, berekend waren om de gemoede
ren te kalmeeren.
Meer en meer stijgen stemmen op bij de on
zijdigen om zich onderling te vereenigen ter
Vrijwaring van hun belangen ter zee, die door
EDgeland, dat^ zich de alleenbeheerscher der
oceanen weet, in geen opzicht ontzien worden,
waar het meent Duitschland te kunnen raken.
Van nge and s standpunt beschouwd is' dat
miaschen begrijpelijk, maar er bestaan ;n de
wereld nu eenmaal nog andere belangen dan
!,nge. sc e en iet moet niemand verwonderen
dateen varken, dat men keelt, aan 't
korren gnat.
De duikbootenoorlog.
Sinds Duitschland 0p 18 Februari 1915 den
duikbootooi log aankondigde, zijn er door de
Duitsch-Oostenrijksche duikbootvloot, volgens
een telling in de „N. R. Ct.", 100 schepen in
den grond gehoord. Daarvan waren in totaal
620 Engelsche. Van deze 020 schepen behoorden
er 569 tot de handels- en 51 tot de oorlogs
vloot.
Frankrijk verloor 74 schepen. Daarvan waren
43 stoom en 13 zeilschepen.
Van Rusland werden in den grond geboord
41 schepen.
Italië heeft, vooral de laatste maanden veel
schepen verloren. In het geheel waren het er 69,
benevens 12 schepen van de oorlogsvloot, 3 krui
sers, 2 hulpkruisers of transportschepen, 2 tor
pedobooten, 1 torpedojager en 4 duikbooten.
België verloor 11 schepen, Noorwegen 80.
De directe oorlogskost,en>
Nu het tweede jaar van den oorlog ten einde
gaat heeft de „Neue Freie Presse" een becijfe
ring opgesteld van wat de oorlog aan directe
kosten gedurende die twee jaar heeft vereischt.
Het blad komt tot het resultaat dat Engeland
60, Frankrijk 44, Rusland 44, Italië 11, Duitsch
land en Oostenrijk te samen 60 milliard, of in
totaal 219 milliard kronen aan den oorlog heb
ben besteed. De andere mogendheden als Tur
kije, Bulgarije enz. medegerekend, komt hot
blad voor de beide jaren op totaal 225 milliard
kronen.
Het is natuurlijk voor niemand mogelijk zich
een voorstelling te maken van het enorme be
drag van 225 milliard kronen.
Het blad geeft daarom een aardige vergelij
king. Het uit tabellen berekend© cijfer van de
goud- en zilverprodueUe van de wereld sinds de
ontdekking van Amenta tot 1912 bedraagt 29
milliard dollar. De P1 uctie aan edele meta
len van 1913 tot 19l5 gesteld op doll. 2.1 mil
liard, bedraagt dus óe totale productie sinds
Columbus' vermaarde ontdekking rond 156 mil
liard kronen.
Als men nu eenvou ig inaar aanneemt, dat
de productie van edele metalen vóór 1492 een
derde deel bedroeg vaIJ Pro<luctie er na (een
schatting, zonder eemg verder gegeven, doch
eerder te hoog dan te laag) dan blijkt dus dat
de geheele productie aan goud en zilver sinds
de vroegste tijden nog niet voldoende is om deze
twee jaar van moderne oorlogvoering te bekos
tigen.
Roemenië en Duitschland.
De „Az. Est" verneemt uit Boekarest, dat ge
durende de voorvallen van de laatste week het
handelsverkeer met de Midden-Europeesche
mogendheden geen oogenblik stil stond en op
alle lijnen glad afgewikkeld werd.
Het import-comité te Boekarest hield een
vergadering en besloot de regeeringen der Mid
den-Europeesche mogendheden te verzoeken,
om de levering der bestelde goederen met het
oog op de behoeften van de Roemeensche koop
lieden te bespoedigen.
De Duitsche schepen in Portugal.
Volgens de „Figaro" heeft Portugal van de
inbeslaggenomen schepen 32 in dienst gesteld.
19 werden op de lijst van de nationale scheep
vaartmaatschappij ingeschreven. De „Figueira"
welk schip vroeger „Rotterdam" heette, heeft
reeds 3 reizen naar Engeland gemaakt. Het
stoomschip, vroeger „Adelaide" geheeten, is
naar Kaapstad verkocht en dient Voor het
transporteeren van bevroren vleesch, naar
Australië en Engeland.
Uit Londen wordt voorts gemeld dat Portu
gal er, op verzoek van Engeland, in toe heeft
gestemd, eenige van de door Potugal in beslag
genomen Duitsche schepen aan Engeland af te
staan.
Een vermakelijk bericht.
Een verhaal omtrent de „Deutschland," dat
wij curiositetishalve den lezers niet willen ont
houden: De vrachtduikboot, zoo verneemt de
„Daily Telegraph" uit Havre, isheelemaal
niet den Atlantischen Oceaan overgestoken.
Dat is maar bluf, Ze werd in stukken en brok
ken aan boord van onzijdige schepen naar een
weinig bezochte Amerikaansche haven ge
bracht en daar in elkaar gezet en met kleur
stoffen geladen. Binnen de driemijls-grens voer
ze toen triomfantelijk naar Baltimore.
Intusschen heeft Reuter, het vertrek van de
„Deutschland" meldend, er niet bij geseind dat
ze eerst weer uit elkaar is genomen.
En, hoe kwam ze aan een lading voor
Duitschland
De in beslag genomen Duitsche schepen.
In het Lagerhuis heeft minister Cecil in ant
woord op een vraag het aantal door de gealli
eerden in beslag genomen Duatsehe schepen,
meegedeeld. In Engelsche havens zijn 144 in
beslag genomen, in Fransche 12, in Russische
30, in Italiaansche 59. Engeland en Italië ge
bruiken de schepen alle; in hoeverre Frankrijk
en Rusland dit ook doen wist Cecil niet met
zekerheid.
Portugal heeft op 71 Duitsche stoom- en 3
zeilschepen beslag gelegd, die alle in de vaart
zullen komen, zoodra ze hersteld zijn.
Bovendien zoo deelde Cecil mee zijn op
zee tal van Duitsche schepen vermeesterd.
Een proclamatie aan de bevolking van het
bezette België.
De Generaal-Gouverneur van België, Frhr
ven Bissing, heeft naar wij vernemen een
proclamatie gericht totale bevolking in België,
waarin er de aandacht op wordt gevestigd, dat
ook nu weer, zooals dat reeds herhaaldelijk ia
gebeurd, in de aanvallen der Fransehe en En
gelsche legerdeelen, daarbij ondersteund door
gele, bruine en zwarte troepen, aanleiding
wordt gezocht tot het verspreiden van fantas
tische geruchten, die allen waarachtigen grond
missen over een aanstaande ontruiming van
Belgie door de Dmtsche troepen.
Het doel van dit streven, zoo heet het ver-
6r' &v( dadelijkheid, niets te wenschen
o\er. en tracht onrust te stoken onder de
e gisohe bevolking en haar, door de naaste
toekomst als onzeker voor te spiegelen, .van
aar regelmatige bezigheden af té wenden,
waarmede dan ook de grondslag van orde en
tevredenheid zou verdwijnen. Onverantwoorde
lijke ophitsers hebben het zeïf niet aan pogin
gen laten ontbreken om werklieden, die na een
vrij langdurige werkloosheid weer een goed
loon konden verdienen, over te halen hun werk
te verlaten.
Evenals by vroegere gelijksoortige gelegen
heden, zegt de Gouv. Gen. maan ik ook
thans weer de werkzame, wijzere elementen
van de bevolking, in bun eigen belang, op de
uitdrukkelykste wijze aan, geen geloof te hech
ten aan die valsche geruchten en zich niet te
laten storen in hun rust en in hun regelmatige
broodwinning. Ook thans weer zal de naaste
toekomst leeren, met welk recht ik deze aanma-
nang uitspreek. De onder myn gezag staand*
overheden hebben opdracht bekomen, de ver
spreiders van leugenachtige berichten op te
sporen en ze streng te bestraffen. Ik verzoek de
klaarziende en werkzame elementen der be
volking zich er van overtuigd te honden, dat ik
en mijn bestuur, rekeninghoudende met andere
te vervullen plichten, er voordurend naar stre
ven, beter te zorgen voor het welzijn van het
mij toevertrouwd gebied dan zjj, die haat zaaien
en tot tegenstand aanzetten, dien ik niet dul
den wil.
>'^at?" vid»
De Italiaansche duikbooten. Naar aanleiding;
van het buit maken van de Italiaansche duik
boot „Giacinto Pallino" door de Oostenrijkers,
welke byna geheel onbeschadigd met de geheele
bemanning is opgebracht, zegt de „Reiohspost"
dat Italië daarmede zijn zevende duikboot in de
Adriatische Zee beeft verloren en dat daardoor
een vierde gedeelte van do duikbooten, die Ita
lië, toen de oorlóg uitbrak bezat, ia verdwenen.
Opperbevelhebber v. Hindenburg. De benoe
ming van Von Hindenburg verwekt in Duitsch
land algemeene voldoening. De „Voss. Ztg."
legt den nadruk op de moreele factoren, die in
de moderne volkslegers van beslissende betee-
kenis zyn. Het kan al3 zeker worden aangeno
men, dat Von Hindenburg zijn tegenwoordïgen
general en staf behoudt, zoodat ook Von Luden-
dorff aanblijft.
Economische conferentie der centralcn. De
reeds aangekondigde Donau-conferentie zal d<m
5den September te Boedapest beginnen. Vele
„Dat zou ik ook denken," bracht Hawkins in
het midden.