tlIM MUIL COMMIT DE HI VII ML 1 P. J. JANSSEN, DE OORLOG ROND DE LITURGIE FEUILLETON JEUQDOitSAÜlSATiE, TAFELILEE0E1 bij cccxx. Zaterdag 5 Aug. Derde Blad. Mie betalende «bonnês op dit Blad, die in het bezit zi|n van eene Verzekeringspolis, tijn, volgens de -bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: f 4000 bi} levend, ongeschiktheid tot werker 500 bij overlijden 300 bi} veriies van een hand ol voet 850 bij verlies van een oog 800 bij verlies van een duim 75 bij breuk van een arm of been 60 bij verlies van een wijsvinger - 25 bij verlies van een anderen vinger De uitkeering dezer bedragen wordt gega randeerd door de „Hollandsche Algemeene Verzekeringsbank" te Schiedam. De vóór l October 1911 uitgegeven poltes«it Win niet geldig. Ingezonden. II. „Naar onze gedachte kan ook deze Alge- „meene organisatie (R.-K. Volksbond) niet „gemist worden, is ze eerst en vooral de aan gewezene, en daarna pas de Vakbonden." (Cursiveering van ons, A. KI.) Deze voorlaatste zin van het artikel over Jeugdorganisatie in de „N. Haarl.", 28 Juli, eischt een grondige beschouwing, omdat het faakt de zeer belangrijke zaakPatronaat-Volks bond, oiwel Patronaat-Vakvereeniging. Vóór en aleer ons te gaan verdiepen in een zaakrijke beschouwing over dezê belangrijke vraag, mee- aen wij goed te doen, de lezers(essen) in kennis te stellen met de verklaring van het Doorluchtig Episcopaat, voorgelezen door den HoogEerw. heer 15, A. de Wit, als vertegenwoordiger van het Doorl. Episcopaat, op de namiddag-vergade ring van den eersten dag van het Nationaal Congres der Jongens-patronaten, Dinsdag 14 Juli 1914 te Utrecht gehouden. Deze verklaring luidde aldus: „De gevraagde adviezen der patronaats-com- missies over gewenschte aansluiting der patrona ten aan vakvereenigingen en het ingediende plan der vakvereenigingen werden niet genoeg bepaald gevonden. Daarom werd besloten, dat op het patronaats congres deze aansluiting nog eens moest worden besproken. Vast moest echter staan bij die be spreking 1 e. dat de patronaten niet alle elementen kun nen opnemen; 2e. dat wie in het patronaat niet wil of kan Worden opgenomen, niet mag worden losgelaten en voor dezen dus iets anders moet worden ge- Vonden 3e. dat zoowel de sub 1 als sub 2 bedoelden op-een of andere wijze aan de vakvereenigingen moeten verbonden zijn, zoodat zij de voordeden, hie de vakvereenigingen kunnen aanbieden, ge nieten, maar zonder dat de patronaats-jongens in ongewenschte aanraking komen met de ande ren." Mede als een gevolg dezer officiëele verkla ring, dat de Roomsche schoolvrije jeugd voor zoover niet opgenomen in de Patronaten ver. bonden moest worden aan de Vakvereenigingen, kwam tot stand na langdurige voorbereiding, de weer Bisschoppelijk goedgekeurde Grondslag voor samenwerking tusschen Patronaten en R.-K. Vakvereenigingen, met betrekking tot de R.-K. Aspiranten-afaeelingen, zoo als deze is vastge steld door het Centraal-Comité tot bevordering van-R.-K. Patronaten in Nederland en het Bu reau voor de R.-K. Vakorganisatie. 1) Om alte vooroordeel weg te nemen, deden wij bovenstaande verklaring en overeenkomst vooraf gaan, en gaan wij nu de kwestie nader bezien. Algemeen erkend is het feit, dat de Patronaten zijn, de instituten ter opvoeding der schoolvrije Jeugd. Hierover ons nader verklaren, achten wij overbodig. Wat is het doel, hetwelk door de Pa tronaten wordt nagestreefd? Zoo beknopt moge lijk saamgevat willen zij In overleg met de ouders of voogden de gods- lienstige en maatschappelijke ontwikkeling en vorming te bevorderen van de R.-Katholieke man nelijke schoolvrije jeugd. Onder de middelen om tot dat doel te komen, zijn aangegeven: a. godsdienstonderwijs; GROOTSTE SORTEERING LAAGSTE PRIJZEN Unegang, hoek Warmoesstraat 3012 b. opwekking en versterking van het gods dienstig leven aoor algemeene Communie, gees telijke oefeningen, enz.; c. herhalingsonderwijs, voortgezet lager on derwijs, onderricht in talen, boekhouden, socio logie, teekenonderwijz, enz.; d. gelegenheid tot ontspanning, als: gymna stiek, e. d.; e. vakonderwijs en hulp bij de regeling van het leerlingwezen, indien en zoolang de vakver- eeniging er niet in voorziet. Uit doel en middelen der Patronaten, hier boven zoo beknopt mogelijk weergegeven, blijkt overduidelijk, dat de Patronaten zijn, godsdien- stig-zedelijke vormscholen. Uit den geweldigen omvang dezer taak vloeit voort, dat de Patronaten zich niet, of niet vol doende kunnen bezighouden met de vakkundige en stoffelijke belangen der jongens. Ter aanvul ling hiervan werd gezocht naar een instituut ter aanvulling van dit tekort en men vond dit in de R.-K. Vakvereeniging. Waarin en waardoor zouden de stoffelijke belangen der jongens en hun vakkundige opvoeding beter behartigd kunnen worden? In dit verband denken wij aan vakcursussen, bescherming in de werkplaatsen door de leden, aansluiting bij fondsen, regeling beroepskeuze, enz. enz. In de R.-K. Vakvereenigingen stelt men zich dan ook ten doel: De R.-K. leerlingen, die op een vak of in een bedrijf zijn, te vormen tot bekwame vakman nen en goede leden der R.:K. Vakorganisatie. Als middelen daartoe^dienen a. de vakkennis bevorderen door speciale vakcursussen b. kennis aanbrengen van vakorganisatie, vakactie en het algemeen katholiek sociaal ver- eenigingsleven c. de verkeerde invloeden op de werkplaatsen tegengaan d. inrichten van een arbeidsbeurs e. behulpzaam zijn bij het afsluiten van leer- lingcontracien en het maken en doorvoeren, ook bij collectief arbeidscontract, van bepalingen be treffende het leerlingenvraagstuk f. controle uitoefenen op'de vakopleiding; g. toezicht houden op de trouwe naleving van de sociale wetgeving voor zoover die op de jeugd van toepassing is en streeft naar uitbreiding der sociale wetgeving met 't oog op de jeugd; h. openstellen, de mogelijkheid tot deelname aan de fondsen bij staking, uitsluiting, ziekten, werkloosheid enz. Vatten wij een en ander kort samen, dan zien wij, dat de Patronaten aangewezen zijn, de gods dienstige, zedelijke, maatschappelijke en sociale ontwikkeling der jongens ter hand te nemen, ter wijl de R.-K. Vakvereenigingen zorgen voor het meer stoffelijk deel der jeugd'-belangen. Rest nu de vraag, welken taak denkt men n* terzake „Jeugdvorming" toe aan den Volksbond of de Algemeene Vereeniging? Wij zouden zeggen, dat krachtens het wezen en het doel van den Volksbond, deze geen direkte taak ter Jeugdvorming te vervullen heeft. Een godsdienstige kan het niet zijn, daarvoor zorgen de Patronaten. De Vakkundige vorming en de bescherming der jongens in de werkplaatsen enz. op zich namen zou toch wel al te flaïef zijn van den Volksbond; blijft dus niet anders te doen over dan een indirecte taak, te regelen en te be palen in overleg met de Patronaten eji Vakver eenigingen. Zelfs de mogelijkheid, dat de Volks bonden de Godsdienstig-zedelijke vorming der jongens die niet aan een Patronaat zijn aange sloten zouden kunnen ter hand nemen is uitge sloten door de bepaling van den „Grondslag", dat dit geschiedt „door de Aspiranten-afdeehng in overleg met den geestelijken adviseur." Op gevaar af, te uitvoerig te zijn, hebben wij getracht te doen zien, daj^de Geestelijke Over heid zeer goed heeft gezien, dat de Patronaten geen directe samenwerking met de Algemeene R. K. Sociale vereenigingen moesten betrachten, maar wel met de R. K. Vakbonden, Geen direkte samenwerking schrijven wij, omdat aan de Volks bonden e.a., nog een gewichtige mdirekte taak voor de jeugdbelangen te verrichten overblijft. Hierover een slotartikel. Utrecht. A. KI. 1) Bisschoppelijk goedgekeurd, 7 October 1915. VERSPREIDE BERICHTEN HET AARTSBISSCHOPPELIJK PALLIUM. Drievoudig is het doel, waarom de Kerk de aartsbisschoppen met het pallium bekleedt. Het moet hen er nl. aan herinneren niet alleen, dat zij in waardigheid boven hun ambtsbroeders verheven zijn, doch ook wijl van het graf van den H. Petrus genomen en door diens opvolger, den Paus, geschonken dat zij in onbezweken trouw vereenigd moeten zijn met de Kerk van Rome, de moeder en de leermeesteres van alle kerken Eindelijk, wijl het uit wol vervaardigd is en op de schouders ligt, doet het den drager denken aan den goddelijken Zaligmaker, opdat hu naar Jezus' voorbeeld zich een goede herder zijner kudde betocne, een herder, die het ver dwaalde schaapje opzoekt, op zijn schouders legt en het met blijde offervaardigheid tot den schaapsstal terugvoert. Lettend op de kruisen, die zijn schouderkleed versieren, zal hij aan de wereld jn de wereld aan hem gekruist zijn, zal hij zijn herderlijke plichten, hoe zwaar en pijn lijk ock voor de natuur, trouw vervullen. Al deze beteekenissen treden nog duidelijker aan het licht,, wanneer wij nagaan met welke zinrijke ceremoniën de pallia worden vervaardigd, ge wijd en uitgereikt. Op den 21 en Januari, den feestdag van de H. Agnes, heelt er in de kerk, haar ter eere gebouwd en gelegen aan de Via Nomentana bij Rome, een geheel eigenaardige plechtigheid plaats. Na de H. Mis, terwijl de tonen der gewijde .muziek "de Feestheilige verheerlijken, leg gen twee priesters ieder een lam, rustend op een kussen van roode damast en met gouden fran jes omzoomd, op de beide zijden des altaars, aan den EpLtel- en den Evangeliekant neder. De twee blanke lammeren verheffen den met rozen versierden kop zoo rustig, zoo fier, als waren zij zich bewust van de heilige plechtigheid, waarvan zij het voorwerp gaan zijn. Met roode linten is de sneeuwwitte vacht getooid, met roode linten ook zijn de pooten geboeid. De Kardinaal, die deze kerk tot titel heeft, bekleed met mijter en koorkap en vergezeld van Diaken en Subdia ken, gaat nu de wijding der lammeren verrich ten. De gebeden dezer zegening beginnen met een loflied ter eere van de H. Agnes, toonbeeld van zuiverheid en onschuld, van zachtheid en sterkte tevens. Hoor, daar heft het koor de anti foon aan: „Christus, het Lam blanker dan sneeuw, dat staat aan haar rechterhand, heeft zich Agnes tot Bruid en Bloedgetuige verkoren!" Dan vervolgt de Kardinaal i ~Onze hulp is in den naam des Heeren! Die hemel en aarde gemaakt heeft. Laten wij bidden: Almachtige en barmhartige God, Die door Uwen dienaar Mozes aan de priesters, welke het dienstwerk verrichtten bij den Taber nakel gewaden hebt willen schenken, Gij Die door Uwe H.H. Apostelen de priesters en o'pper- pnestere der Evangelische Wet met heilige klee- deren hebt willen tooien, stort over deze lam meren - van wier vacht geheiligde Palliums worden vervaardigd voor Pausen, Patriarchen en. Aartsbisschoppen Uwe heilige Zetgening uit, opdat zij die ze zullen gebruiken, door de tusschenkomst der gelukzalige Maagd en Mar telares Agnes op wier graftombe wij bidden, tegelijk met het hun toevertrouwde volk tot de eeuwige gelukzaligheid moge gevoerd worden. Door Christus, onzen Heer. Amen." Hierop volgen de gebruikelijke besproeiing met wijwater en bewierooking. Satyrick verhaal van Mark Twain. (Uit het Amerikaanfich). j8 Daniël werd binnengeroepen en verzekerde, dat hij het niet gedaan had. „Dan weet ik niet, hoe ik het moet verklaren. Misschien heeft. „O!" en eene huivering ging Lady Rossmore door de leden. „Nu begrijp ik het al Blijf er van af! 't is van hem!" „Van hem, Mylady?" „Ja, van den jongen mijnheer Sellers uit Engeland, die verbrand is." Zij bied alleen met de asch alleen totdat zij op haar adem kon komen. Toen ging zij uadt Mulberry Sellers toe met het voorstel, zijn Programma, wat dit ook weien mocht, terstond V£*st te stelten, „want," dacht zij, „als hij zich a°or zijn gevoel laat overheerschen, is er geen zeggen van, welke dwaasheden hij zal uithalen, a s men hem maar laat begaan." Zij trof hem spoedig aan Hij had de vlag gevonden en racht deze mee. Toen zij hoorde, dat zijn plan V S' de stoffelijke overblijfselen „op een praal bed te doen liggen en de regeering en het pu bliek uit te noodigen", verzette zij zich hier tegen. Zij zeide: »vJe bedoelingen zijn heel goed dat zijn ze altijd je wilt aan de stoffelijke overblijf selen eer bewijzen en zeker kan niemand daarin iets verkeerds vinden, want hij was je bloed verwant; maar je slaat daarbij den verkeerden weg in, en dat zal je zelf inzien, als je over de zaak nadenkt. Het is niet mogelijk, langs een mand met asch heen te gaan met eene poging om daarover droefheid te betoonen, en er iets plechtigs aan bij te zetten. Dit zou met ééne mand al zoo wezen, het zou met drie manden driewerf het geval zijn. Welnu, het ligt voor de hand, dat als er niets plechtigs in zou wezen met één rouwdragende, het er evenmin in zou liggen, als er een heele stoet voorbijtrok, en er zouden hier zeker wel vijf duizend menschen komen. Ik weet het niet, maar het zou eigenlijk belachelijk zijn. Neen, Mulberry, zij kunnen niet op een praalbed liggen dat zou een dwaasheid zijn. Laat dat plan varen en bedenk iets anders!" Hij liet het dan ook varen, en niet eens met- wearzin, toen hij er over had nagedacht en tot de erkentenis kwam, dat zij juist gezien had Hij besloot eenvoudig bij de stoffelijke overblijfsels te blijven zitten, hij zelf en Hawkins. Zelfs dit scheen niet in den" smaak zijner vrouw te vallen, doch zij maakte geen tegenwerpingen, want het was duidelijk, dat hij de verschuldigde eer wilde bewijzen aan deze st&ffel^e overblijfsels. Hij spreidde de vlag over de manden uit, omwond de kruk der deur met Roers en zeide met zelf- VOl<Ziez(Kri *We bewijzen hem nu al de eer, die wij" hem b de gegeven omstandigheden kunnen aandoen. Behalve aan een ander doen, wat men zelfs zou wenschen, dat aan ons gedaan werder ao£ bij. „Een wapenschild De vrouw begreep, dat er geen wapenschilden meer aan den voorgevel konden aangebracht worden; het vooruitzient, van eene andere ver siering van dien aard stond haar tegen, en zij wenschte wel dat die gedachte met bij hem was opgekomen. Zij zeide aarzelend; „Maar mij dacht, dat men zulk een eerbetoon slechts aan de uaas.e lamme verschuldigd was, die. „je hebt geüjk, Mylady, volkomen' gelijk; maar we hebben geen nadere familie dan deze onrechtmatige. Wij kunnen dat niet ontkennen; wij ziin slaven van aristocratische gewoonten en moeten oris daaraan onderwerpen." Lady Rossmore en hare dochter bleven tot middernacht bij de stoifelijRe overblijfselen zit ten en hielpen de beide heeren in hunne be raadslagingen, wat er verder mee zou gedaan worden. Rossmore meende, dat zij terstond naar Engeland dienden gezonden te worden Maar zijne vrouw verkeerde omtrent het .gepaste., daar van in twijfel. Zij zeide: „Wou je dan al die manden zenden?" „Wel zeker." „Alle te gelijk?" „Aan zijn. vader? Neen zeker niet Dat 7nn -ét te'% SCh0kn V00r hem ^zen? Neïï bekendmaken.» er kamerband mee „Zou dat de gewenschte uitwerking heb ben, vacer?" „Ja, Gwendolen. Vergeet niet, dat jij nog jong bent, en dat hij oud is. Hem alles te gelijk te zenden zou misschien meer zijn dan hij kon verduren. Maar ais het wat verzacht wordt één mand tegelijk, met behoorlijke tusschen- ruimten, dan zou hij aan de gedachte gewoon raken tegen den tijd, dat hij ze alle in het bezit had. En ze hem met drie schepen toe te zenden is in allen gevalle veiliger met het oog op stormen en schipbreuken." „Mij lacht bet plan niet toe. Als ik zijn vader was, zou ik het verschrikkelijk vinden hem terug te krijgen indien indien. „Mij komt c.at ook zoo voor," bracht Haw kins in het midden, „Ja>" vervolgde Gwendolen, „verschrikkelijk, hem zoo bij stukken en brokken terug te krijgen Juist dat wachten met de begrafenis zou voor hem zoo pijnlijk zijn.' „Och neen, mijn kind," zei de graaf gerust stellend, „daar bestaat geen vrees voor; zoo'n .oud man .am aidt-eö^uitstel niet kunnen ver- KORTE BERICHTEN ■dragen. Er zullen drie begrafenissen zijn." Lady Rossmore keek verwonderd op en zeide: „Hoe zou dat kunnen bijdragen om zijn smart te verzachten 't Is naar mijne meening een ver keerde opvattine. Hij moest ineens begraven wor den." „En ik ook," zei de dochter. „Je beschouwt de zaak allemaal verkeerd" zei de graaf. „Dat zal je zelf inzien, als je er over nadenkt. Slechts één van de manden bevat zijn stoffelijk overschot." „Welnu," zeide Lady Rossmore, „dan is de zaak vrij eenvoudig; laat die eene mand dan begraven." „Zeker," voegde Lady Gwendolen er bij. „Maar dat is niet zoo eenvoudig," hernam de graaf, „omdat we niet weten, welke mand zijn stoffelijk overschot bevat. Wen weten wei, dat het in één daarvan is, maar dat is ook alles wat wij weten. Je begrijpt dus, dunkt mij, dat ik gelijk had; er moeten drie begrafenissen plaats hebbener is geen ander middel op „En drie graven en drie graftombes en drie opschriften?" vroeg de dochter. „Wel zeker. Dat zou ik willen." „Dat kan toch zoo niet, vader. Elk van de opschriften zou denzelfden naam vermelden en dezelfde feiten, en zeggen, dat hij onder ieder van al die graftombes lag, en dat zou toch niet best gaan." (Wordt vervolgd.) Do OORLOGVOERENDEN EN DE NEUTRALE STATEN. Deze oorlog heeft de groote oorlogvoerende staten gedwongen alle ontzag voor de onzijdige rechten tot een minimum te herleiden. Elk dacht er nog enkel aan zijn tegenstander klein te maken of zich^zelf voor den dood te redden. Moest daarbij een onzijdige in 't gedrang ko men, dan trachtte men zich wel te beroepen op rechtsgronden, maar in de wezenlijkheid kwam alle3 hierop neer, dat het hemd nader bleek dan de rok. Zoo aldus lezen wy in een staatkundig overzicht van de „Gaz. v. Brussel" achtte ■Duitschland het noodig in den beginne vrijen doortocht door België te vragen, omdat het zich in de flank bedreigd voelde. Zoo is Enge land, toen het, óm Duitechlan'd terneer te slaan, geen anderen uitweg meer zag dan de uithon- geringsblokkade, genoodzaakt geweest de rech ten der onzijdige mogendheden eenvoudig op zij te zetten en dezen van week tot week de schroef vaster te draaien. Het eenige verschil tusschen beide is, dat Duitschland zijn onrecht erkende, terwijl Engeland bij hoog en bij laag zwoer dat het allen eerbied had voor de onzij dige kleine naties. Deze hebben in den jongsten tijd met klem bewezen, dat zij daarvan niets geloofden. De verontwaardigde toon, door de Hollandsche pers en do Hollandsche regeering aangeslagen, is oen bewijs, dat men zich ten zeerste ge krenkt voelt. Dat laat zich begrijpen. Reeds twee jaar duurt de oorlog en nu eerst vindt Engeland graten in de Hollandsche haring. De Hollandsche reeders en visschers zien zich door dit plotselinge optreden met werkloos heid bedreigd en het spreekt dan oo khaast van zelf dat die menschen die zich van geen enkele vijandige houding bewust zijn, een nogal hefti- gen toon aanslaan. In Zweden heeft men zich vooral verontrust over het optreden van de Russische duikbooten, die de territoriale wateren met een soevereine miskenning van het internationaal rechtswezen doorvoeren. Ook. de ereenigde Staten, de grootste der onzijdigen, zijn weer wakker geschoten. Zij laten zich minder gemakkelijk wurgen dan de kleineren, en nu Engeland ook het bekende zwartenl ijstenstelsel tegenover hen krachtiger wilde doordrijven, werd van ginder een scherpe taal vernomen, die in een nota tot uiting kwam. Engeland heeft tegover al die protesten zijn ijver een weinig getemperd en enkele verkla ringen laten afleggen, djg althans wat den vorm betreft, berekend waren om de gemoede ren te kalmeeren. Meer en meer stijgen stemmen op bij de on zijdigen om zich onderling te vereenigen ter Vrijwaring van hun belangen ter zee, die door EDgeland, dat^ zich de alleenbeheerscher der oceanen weet, in geen opzicht ontzien worden, waar het meent Duitschland te kunnen raken. Van nge and s standpunt beschouwd is' dat miaschen begrijpelijk, maar er bestaan ;n de wereld nu eenmaal nog andere belangen dan !,nge. sc e en iet moet niemand verwonderen dateen varken, dat men keelt, aan 't korren gnat. De duikbootenoorlog. Sinds Duitschland 0p 18 Februari 1915 den duikbootooi log aankondigde, zijn er door de Duitsch-Oostenrijksche duikbootvloot, volgens een telling in de „N. R. Ct.", 100 schepen in den grond gehoord. Daarvan waren in totaal 620 Engelsche. Van deze 020 schepen behoorden er 569 tot de handels- en 51 tot de oorlogs vloot. Frankrijk verloor 74 schepen. Daarvan waren 43 stoom en 13 zeilschepen. Van Rusland werden in den grond geboord 41 schepen. Italië heeft, vooral de laatste maanden veel schepen verloren. In het geheel waren het er 69, benevens 12 schepen van de oorlogsvloot, 3 krui sers, 2 hulpkruisers of transportschepen, 2 tor pedobooten, 1 torpedojager en 4 duikbooten. België verloor 11 schepen, Noorwegen 80. De directe oorlogskost,en> Nu het tweede jaar van den oorlog ten einde gaat heeft de „Neue Freie Presse" een becijfe ring opgesteld van wat de oorlog aan directe kosten gedurende die twee jaar heeft vereischt. Het blad komt tot het resultaat dat Engeland 60, Frankrijk 44, Rusland 44, Italië 11, Duitsch land en Oostenrijk te samen 60 milliard, of in totaal 219 milliard kronen aan den oorlog heb ben besteed. De andere mogendheden als Tur kije, Bulgarije enz. medegerekend, komt hot blad voor de beide jaren op totaal 225 milliard kronen. Het is natuurlijk voor niemand mogelijk zich een voorstelling te maken van het enorme be drag van 225 milliard kronen. Het blad geeft daarom een aardige vergelij king. Het uit tabellen berekend© cijfer van de goud- en zilverprodueUe van de wereld sinds de ontdekking van Amenta tot 1912 bedraagt 29 milliard dollar. De P1 uctie aan edele meta len van 1913 tot 19l5 gesteld op doll. 2.1 mil liard, bedraagt dus óe totale productie sinds Columbus' vermaarde ontdekking rond 156 mil liard kronen. Als men nu eenvou ig inaar aanneemt, dat de productie van edele metalen vóór 1492 een derde deel bedroeg vaIJ Pro<luctie er na (een schatting, zonder eemg verder gegeven, doch eerder te hoog dan te laag) dan blijkt dus dat de geheele productie aan goud en zilver sinds de vroegste tijden nog niet voldoende is om deze twee jaar van moderne oorlogvoering te bekos tigen. Roemenië en Duitschland. De „Az. Est" verneemt uit Boekarest, dat ge durende de voorvallen van de laatste week het handelsverkeer met de Midden-Europeesche mogendheden geen oogenblik stil stond en op alle lijnen glad afgewikkeld werd. Het import-comité te Boekarest hield een vergadering en besloot de regeeringen der Mid den-Europeesche mogendheden te verzoeken, om de levering der bestelde goederen met het oog op de behoeften van de Roemeensche koop lieden te bespoedigen. De Duitsche schepen in Portugal. Volgens de „Figaro" heeft Portugal van de inbeslaggenomen schepen 32 in dienst gesteld. 19 werden op de lijst van de nationale scheep vaartmaatschappij ingeschreven. De „Figueira" welk schip vroeger „Rotterdam" heette, heeft reeds 3 reizen naar Engeland gemaakt. Het stoomschip, vroeger „Adelaide" geheeten, is naar Kaapstad verkocht en dient Voor het transporteeren van bevroren vleesch, naar Australië en Engeland. Uit Londen wordt voorts gemeld dat Portu gal er, op verzoek van Engeland, in toe heeft gestemd, eenige van de door Potugal in beslag genomen Duitsche schepen aan Engeland af te staan. Een vermakelijk bericht. Een verhaal omtrent de „Deutschland," dat wij curiositetishalve den lezers niet willen ont houden: De vrachtduikboot, zoo verneemt de „Daily Telegraph" uit Havre, isheelemaal niet den Atlantischen Oceaan overgestoken. Dat is maar bluf, Ze werd in stukken en brok ken aan boord van onzijdige schepen naar een weinig bezochte Amerikaansche haven ge bracht en daar in elkaar gezet en met kleur stoffen geladen. Binnen de driemijls-grens voer ze toen triomfantelijk naar Baltimore. Intusschen heeft Reuter, het vertrek van de „Deutschland" meldend, er niet bij geseind dat ze eerst weer uit elkaar is genomen. En, hoe kwam ze aan een lading voor Duitschland De in beslag genomen Duitsche schepen. In het Lagerhuis heeft minister Cecil in ant woord op een vraag het aantal door de gealli eerden in beslag genomen Duatsehe schepen, meegedeeld. In Engelsche havens zijn 144 in beslag genomen, in Fransche 12, in Russische 30, in Italiaansche 59. Engeland en Italië ge bruiken de schepen alle; in hoeverre Frankrijk en Rusland dit ook doen wist Cecil niet met zekerheid. Portugal heeft op 71 Duitsche stoom- en 3 zeilschepen beslag gelegd, die alle in de vaart zullen komen, zoodra ze hersteld zijn. Bovendien zoo deelde Cecil mee zijn op zee tal van Duitsche schepen vermeesterd. Een proclamatie aan de bevolking van het bezette België. De Generaal-Gouverneur van België, Frhr ven Bissing, heeft naar wij vernemen een proclamatie gericht totale bevolking in België, waarin er de aandacht op wordt gevestigd, dat ook nu weer, zooals dat reeds herhaaldelijk ia gebeurd, in de aanvallen der Fransehe en En gelsche legerdeelen, daarbij ondersteund door gele, bruine en zwarte troepen, aanleiding wordt gezocht tot het verspreiden van fantas tische geruchten, die allen waarachtigen grond missen over een aanstaande ontruiming van Belgie door de Dmtsche troepen. Het doel van dit streven, zoo heet het ver- 6r' &v( dadelijkheid, niets te wenschen o\er. en tracht onrust te stoken onder de e gisohe bevolking en haar, door de naaste toekomst als onzeker voor te spiegelen, .van aar regelmatige bezigheden af té wenden, waarmede dan ook de grondslag van orde en tevredenheid zou verdwijnen. Onverantwoorde lijke ophitsers hebben het zeïf niet aan pogin gen laten ontbreken om werklieden, die na een vrij langdurige werkloosheid weer een goed loon konden verdienen, over te halen hun werk te verlaten. Evenals by vroegere gelijksoortige gelegen heden, zegt de Gouv. Gen. maan ik ook thans weer de werkzame, wijzere elementen van de bevolking, in bun eigen belang, op de uitdrukkelykste wijze aan, geen geloof te hech ten aan die valsche geruchten en zich niet te laten storen in hun rust en in hun regelmatige broodwinning. Ook thans weer zal de naaste toekomst leeren, met welk recht ik deze aanma- nang uitspreek. De onder myn gezag staand* overheden hebben opdracht bekomen, de ver spreiders van leugenachtige berichten op te sporen en ze streng te bestraffen. Ik verzoek de klaarziende en werkzame elementen der be volking zich er van overtuigd te honden, dat ik en mijn bestuur, rekeninghoudende met andere te vervullen plichten, er voordurend naar stre ven, beter te zorgen voor het welzijn van het mij toevertrouwd gebied dan zjj, die haat zaaien en tot tegenstand aanzetten, dien ik niet dul den wil. >'^at?" vid» De Italiaansche duikbooten. Naar aanleiding; van het buit maken van de Italiaansche duik boot „Giacinto Pallino" door de Oostenrijkers, welke byna geheel onbeschadigd met de geheele bemanning is opgebracht, zegt de „Reiohspost" dat Italië daarmede zijn zevende duikboot in de Adriatische Zee beeft verloren en dat daardoor een vierde gedeelte van do duikbooten, die Ita lië, toen de oorlóg uitbrak bezat, ia verdwenen. Opperbevelhebber v. Hindenburg. De benoe ming van Von Hindenburg verwekt in Duitsch land algemeene voldoening. De „Voss. Ztg." legt den nadruk op de moreele factoren, die in de moderne volkslegers van beslissende betee- kenis zyn. Het kan al3 zeker worden aangeno men, dat Von Hindenburg zijn tegenwoordïgen general en staf behoudt, zoodat ook Von Luden- dorff aanblijft. Economische conferentie der centralcn. De reeds aangekondigde Donau-conferentie zal d<m 5den September te Boedapest beginnen. Vele „Dat zou ik ook denken," bracht Hawkins in het midden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 7