IIEIIIfE I1IIL tHIir
DE GRAVEN MRQSS10IE.
P. J. JftüSSEüj
De Amerikaansche Politiek
der „Menschelijkheid."
spotkoopjes
FEUILLETON
BE OORLOG
ROND DE LITURGIE
Zaterdag II Aug.
Derde Blad.
f 4009 bij levertsl. ©ngesckiktheid Jol werker
bij overlijden
73 bij breuk van een arm of been
60 bij verlies van een wijsvinger
23 bij verlies van een anderen vinger
6R00T£ OPRÜIHiüQ VAH
Karpetten, Vloerzeilen en Tafelkleeden bij
ANEGANG ZfE BE PSIJZEH
VERSPREBDE GERICHTER
OORLOGS.&LLERLEI
- het werk.
'k wfeS 8««d- da',Se *i'?
Mie betalende sbonnês op dit Blad, die
In het bezit zijn van eena VarzekermgspoHa,
dijn, volgens de bepalingen op da polissen
vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
bij veriies van een hand of voet
ts® bij verlies van een oog
m 10® bij verlies van een duim
Oe uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de „Hollandsche Algemeens
Verzekeringsbank" te Schiedam.
De vóór l October 1911 uitgegeven polisMff
tijn niet geldig.
In de diplomatieke nota's door president Woo-
drow Wilson aan de Centrale Mogendheden ge
richt in verband met den duikbootoorlog, wordt
in alle toonaarden naar voren geschoven, dat
voor de Amerikaansche regeering de wetten der
„menschelijkheid" als het hoogste gelden.
Terecht mag worden gevraagd hoe de leveran
ties aan munitie en oorlogstuig met deze wetten
tijn in overeenstemming te brengen! Het heeft
er immers allen schijn van, dat de Amerikaan-
ache zakenmenschen op niets anders benacht
zijn dan om het lijden van Europa om te zetten
in bloedige dollars en verhoogde dividenden.
Wel wordt dit van Amerikaansche zijde met
Amerikaansche energie ontkend, maar dit woord
van Amerika kan nu eenmaal niet veel veran
deren aan de bedreven daad. In een paar maan
den toch waren duizenden van fabrieken, welke
vroeger enkel naaimachines, schrijfmachines,
locomotieven, enz. vervaardigden, veranderd in
munitiefabrieken. En van den anderen kant
ontstond een wild beursspel met de aandeelen
dezer ondernemingen, waaraan werd deelgeno
men door alle kringen der maatschappij: al
naar gelang bekend werd, dat de geallieerden
xnunitiebestellingen hadden gedaan, stegen deze
aandeelen van 20 tot 500 dollar, om dan weer
honderden te dalen. Dat dit alles met den Moe
digen dollar niets zou hebben te maken is te
onwaarschijnlijk om ernstig te kunnen worden
^*De politiek van Amerika heeft echter niet
anders kunnen doen veronderstellen. De Ameri
kaansche politiek heeft steeds menschlievende be
weegredenen voorgewend, wanneer ten koste van
een zwakker volk voordeel moest worden verkre
gen De voorbeelden liggen als het ware voor
Eet grijpen. De oorlog met Spanje had tot aan
leiding, dat Amerika zich opwierp als verdedi
ger der verdrukte onschuld. Spanje moest een
emde maken aan de revolutie op Cuba en ophou
den de Cubanen te onderdrukken.
De Amerikanen beloofden dm Cubanen de vrij
heid, welke zij in beperkte mate kregen en na
men voor zich Porto Rico als kolonie en oun. de
Philippijnen. Dat de Phillippijnen een weinig
benijdenswaard bezit zijn gebleken, zegt natuur
lijks niets, of het moest zijn, dat het politiek in
zicht verkeerd is geweest.
Dezelfde politiek is door Amerika gevolgd in
de kwestie van het Panama-kanaal en de wijze
waarop het is opgetreden tegen de republiek Co
lombia, toen deze door haar liooge eischen in
geld, moeilijkheden in den weg dreigde te leg
gen. Bet Panama-kanaal moest echter zegen
aan de menschheid brengenen daarom deed
het er niet toe, of rechten van Colombia met voe
ten werden getreden. Amerika had feitelijk ten
slotte naar de wapenen moeten grijpen, maar
een volk kan immers ook te trotsch zijn voor
den strijd, gelijk president Wilson heeft ver
klaard De bewoners van de omgeving van Pa
nama werden tot een opstand tegen Colombia
opgezet en de nieuwe republiek Panama bracht
alzoo gemakkelijker het gewenschte resultaat.
Het beginsel der „menschelijkheid" had ook hier
weer een zwakkere geschaad. Het Panamakanaal
moest er komen.aus.Dat het met het Pana
makanaal zelf is mis geloopen, zegt ook hier na
tuurlijk wederom niet, of het moest wellicht een
bewijs zijn voor gebrek aan inzicht in deze zaak.
l6r}°0P« mag worden herinnerd aan wat zich
yonu Iici Panamakanaal nog afspeelde met de
4001
Amerikaansche politiek der „menschelijkeihd" tot
ondergrond. In de dagen, dat alles van de Pa
namakanaal-plannen vol was, bestond het „ge
vaar," dat ook een Nicaraguakanaal en wel met
Europeesch geld (het heette toen in de Ameri
kaansche pers Engelsch geld te zijn) zou worden
gegraven. Dit zou natuurlijk, hoewel ook in
het belang der menschheid, ten nadeele zijn
van het Amerikaansche Panamakanaal. Dus,
mocht dat tweede kanaal er niet komen
Hierom wilden de Ver. Staten den president
van Nicaragua, Zelaya, tot een verdrag overna-
len, waaitij bepaald werd, dat alleen de Ver.
Staten een kanaal door Nicaragua zouden mo
gen graven. Dit werd geweigerd, omdat men
wist, dat daardoor het kanaal er nooit komen
zou. Gevolg: optreden van Amerika zijdelings
tegen Zelaya, en, waar de Panama-opstand goed
resultaat had gegeven, werd tenopzichte van Ni
caragua nu hetzelfde beproefd. In 1909 begon
„generaal" Juan Estrada, met volop geld ter
zijner beschikking, den opstand tegen Zelaya.
Wijl. Estrada ziin zaken niet goed behartigde,
was de opstand bijna onderdrukt, toen Zelaya,
die eigenlijk heel goed wist, wie eigenlijk zijn te
genstander was, de domheid beging, twee Ame
rikaansche avonturiers te laten doodschieten, die
aan de zijde van Estrada streden en beproefd
hadden een schip met soldaten en burgers in de
lucht te laten vliegen. De beleedigde „mensche
lijkheid" eischte genoegdoening: Oe Amerikaan
sche regeering ondersteunde nu openlijk den op
stand, Zelaya moest tenslotte aftreden en werd
door den ouden Porfirio Diaz op een Mexi-
kaansch schip in veiligheid gebracht. Na tal van
wederwaardigheden en opstandelijke avonturen,
in naam der menschelijkheid ondervonden, werd
met Nicaragua het beoogde verdrag afgesloten,
tegen een betrekkelijk veel te kleine som. Dit
vond ook de Amerikaansche senaat destijds te
schaamteloos, zoodat de goedkeuring geweigerd
werd. Maar juist nu ligt hetzelfde yerdrag zoo
goed als ongewijzigd ter behandeling gereed en
het zal zeer waarschijnlijk wel worden aangeno
men. Maar wie herinnert zich nog hoe het eigen
lijk tot stand kwam?
In dezen tijd, waarin Amerika de ellende van
Europa in bloedige dollars omzet, terwille van
de „menschelijkheid" mag er aan worden herin
nerd, hoe in Amerika, zoodra de „Belgische gru
welen", in Engelsche voorstelling verder geka-
beld, bekend werden, een roerende propaganda
voor de „arme Belgen" werd gemaakt. Het
scheen, dat niet genoeg er op kon worden ge
wezen, welke Barbaren die Duitschers waren.
Toen de noodlijdende Belgen wat op den achter
grond waren gekomen, en deze propaganda vol
doende was uitgebuit, kwamen de noodlijdende
Serviërs en Montenegrijnen aan de beurt. Zij im
mers hadden te lijden onder den ontzettenden
druk en de onmenschelijkheid der Oostenrijkers.
Toen dat weer uit was kwamen de Armeniërs,
die door de Turken waren onderdrukt en mis
handeld.
De „menschelijkheid" van Amerika vierde hoog
tij, maar merkwaardig is, dat in officieele krin
gen nooit tijd gevonden werd te denken aan de
gruwelen door de Russen in Oost-Pruisen bedre
ven. De menschelijkheid moest dienst doen om
de Centrale Mogendheden in de oogen van het
Amerikaansche publiek naar beneden te halen
en stemming te maken voor Wilsons duikboot
nota's. Systematisch werden de schoonste gevoe
lens der menschheid gebruikt en misbruikt voor
politieke doeleinden.
Hoe met de „menschelijkheid" geschermd
wordt moge nog hieruit blijken. Wooarow Wil
son wenscht in het najaar als president te wor
den herkozen. Hij zag echter, dat hij de Duit
schers en hun vrienden tegen zich had. Wat te
doen? Er werd nu met opzet op den geboortedag
van den Duitschen keizer een inzameling gehou
den ten bate van de noodlijdende Joden in
Polen, Galicië, Palestina, enz. Dat president
Wilson aan dit doel eigenlijk niet veel gelegen
lag, moge hieruit blijken, dat zoo goed als niets
gedaan werd om de juiste strekking van dien
dag onder het Amerikaansche voik bekend te
maken. Dit wist dan ook niet beter of het was
andermaal een inzameling voor de Belgen en op
tal van plakkaten kon men dan ook lezen„Bel
gian Day". Was hier niet de bedoeling om de
Duitschers in het gevlei te komen, en tevens om
het Amerikr sclie volk een rad voor de oogen
te draaien? De Joden zijn er niet door op Wil
sons hand gekomen.
Deze jammerlijke regeeringspolitiek der „men
schelijkheid" mag echter niet worden beschouwd
als een maatstaf waarnaar het Amerikaansche
volk kan worden beoordeeld, of veroordeeld. Er
moet veeleer uit geconcludeerd worden, dat het
spoedig tot medelijden kan worden bewogen, en
dat de regeering, dit wetende, daarvan een han
dig gebruik of misbruik maakt. En voorts ligt
de schuld van dit optreden der regeering bij de
klasse, die de financiën en de groot-industrie in
handen heeft en deze is het ook, die de ellende
van Europa in bloedige dollars omzet. De in
vloed van deze klasse op de regeering is groot,
omdat zij voor de verkiezingscampagne het geld
levert. En geen regeering is het nog gelukt zich
tegen die geldmannen te verzetten, daar zij zeker
niet herkozen wordt als zij in andere richting
gaan wil. Het ergste is echter dat Europa er
den weerslag van moet ondervinden en Enge
land in Amerika in velerlei opzicht een mate-
riëele bondgenoot heeft gevonden
Satyriek verhaal van Mark Twain.
(Uit het Amerikaanecli).
23 tsai
„Volstrekt niet. Ga voortl Ik mag zoo iets
wel eens hoorenl"
„Welnu dan, hij is hier al over de tien jaren
geweest; hij is nu acht en twintig jaren oud,
maar hij gevoelt zich toch niet gelukkig, omdat
hij zich niet kan verzoenen met de gedachte, dat
hij een werkman is en met werklieden omgaat,
da»r hij, zooals hij tegen mij zegt, een gentleman
i?, maar natuurlijk ben ik verstandig genoeg om
tegenover de anderen niets te laten
zjj'n'p.y» 20 u daarin dan zooveel kwaad gelegen
Of
een pakriiwaaid 'n gelegen is? Ze zouden hem
doe«? NatmfJ •,8even- 2oudf gij dat ook niet
°P dit ooge&lKÓat 4-
omstreeks achttien een aart''o meisje van
der de minste verleSXw rkTf mT' Zw~
was eenvoudig n,aJ«iJ- te laten Wjjken. Zij
tige blik aey«8 gekleed, en de vluch-
tttefindel'inn aidff ï^er. 0p het £elaat van den
g sloeg, toen deze opstond, scheen te
vragen welken indruk zij gemaakt had, en daar
op een aanwijzing van verwondering en bewon
dering te zoeken.
„Dit is mijne dochter Hattie wij noemen
haar PoesDat is de nieuwe kostganger,
Poes."
De jonge Engelschman maakte de linksche
buiging, gewoon aan zijne nationaliteit en zijn
ouderdom in lastige omstandigheden, en deze
waren lastig; want door verwondering aange
grepen kwam zijn aangeboren ik weer boven,
en dat i k wist natuurlijk niet precies, hoe hij
te handelen had, nu hij voorgesteld werd aan
eene dienstmeid of aan de arfgename van een
kosthuis voor werklui. Zijn ander ik het ik,
dat de gelijkheid van alle menschen erkende
zou zeker beter geslaagd zijn, als het niet zoo
onverhoeds voor die moeilijkheid geplaatst was
geweest. Het meisje lette niet op die buiging,
maar stak hare hand aan den vreemdeling toe
en zeide:
„Hoe vaart u?"
Toen ging zij naar de eenige waschtafel in de
kamer, draaide haar hoofd heen en weer vóór
een gebroken, goedkoopen spiegel die daarboven
hing, bevochtigde hare vingers met hare tong,
bracht op die wijze het haar, dat over haar voor
hoofd hing, wat in orde en ging toen de bedden
opmaken.
„Komaan, nu moet ik heen! Ik moet toebe
reidselen voor het avondmaal maken. Ik hoop,
dat ge u hier goed thuis zult voelen, Mr. Tracy!
Herinneringen aan Casement.
In de „Tag." geeft Paul. R. Krause eenige
persoonlijke herinneringen aan Casement.
Hoewel in zijn geheel uiterlijke op en top
een Engelschman was Casement in zijn we
zen er in het geheel geen. Nooit, zegt schrij
ver, heb ik hem zien glimlachen, laat staan
lachen-. Het was alsof hij een voorgevoel
had van zijn tragisch noodlot. Op het eerste
gezicht zag men, dat hij een „idee fixe" had,
waarover hij dag en nacht peinsde. Dat was
Ierland. Casement was een eerlijke maar
eenzijdige monomaan. Schrijver heeft hem
tijdens den Boerenoorlog als Britech consul-
generaal te Lorenco-Marques gekend en hem
ook herhaaldelijk te Johannesburg ontmoet.
Vijftien jaar later trof hij hem weer in
Duitschland. Hoezeer de dienjsten, welke hij
aan Engeland met haast fanatië'ken ijver en
onkreukbare nauwgezetheid heeft bewezen
in Brazilië, in den Congo en in Zuid-Afri'ka,
erkend wei-den, heeft het mij toöh altijd toe
geschenen, alsof de Engelschen met een soort
wantrouwen dezen Asceet behandelden die
zooveel van hen verschilde. Hoewel hij vijf
tien jaar geleden evenveel voelde voor Ier
land als later, meent schrijver te kunnen
verzekeren, dat hij toenmaals nog in het
geheel geen vijand/schap koesterde je
gens Engeland. Hij bewonderde Engeland'e
macht en staatkunde. Hij droomde van een
verzoening en van een rechtvaardige behan
deling van Ierland. Eerst het feit, dat de
Ulstermannen zich gewapenderhand kon
den verzetten tegen de invoering van de Ho
me-Rule, terwijl de geringste vrijheidsbewe
ging der werkelijke Ieren altijd streng werd
verhinderd, schijnt hem tot de overtuiging
te hebben gebracht, dat men goedschiks van
Engeland niets gedaan zou kunnen krijgen.
Niettegenstaande dit, meent Krause, ben ik
overtuigd, cat hij nog geen vast plan had,
en dat eerst de poging tot moord van den
Britsehen gezant in Noorwegen, waarover
hjj overigens weinig 0f jn het geheel niet
sprak, hem zijn gewetensbezwaren deed
overwinnen. Toch schijnt hij nooit precies
geweten te heoben wat hij eigenlijk wilde.
Hij spra-L'. vaak over de bevrijding van Ier
land, zonder echter de deelneming van Ieren
aan een wereldoorlog tegen Engëland te
prediken.
EEN ONDERZEEëR AAN
In de ^Daily Ëxpi*ess" beschrijft een En-
gelsch olfieier van den onderzeeër.rdienst
den dienst aan boord van zulk een vaartuig:
„De onderzeeër Egt, den geheelen dag,
zoolang liet daglicht duurt, onder de opper
vlakte op den loer; alleen zijn oog steekt
hij door dat naar hovengestoken kijkgaatje,
dat als periscope bekend is, nu en dan ho
ven het water uit om de oppervlakte te be
spieden en te zoeken naar lieden, die zioh,
ongelukkig voor hen, aan boord van een
vijandelijk schip bevinden.
Zoodra een onderzeeër een vijandelijk
schip ziet naderen, begint hij onmiddellijk
zoodanig te manoeuvreeren, dat hij in den
meest geschikt en stand komt te liggen om
een torpedo af te vuren.
Als die goed gericht is, legt hij stil en
geheimzinnig zijn weg af en ontploft dan
met een oorverdoovectLen knal, terwijl hij
de zijde en de verschansingen van het Kiliip
aan stukken scheurt, alsof het een pakkist
ware. Het geheel e vaartuig trilt en schudt
en het door de gapend© scheur instroomen-
de water brengt het spoedig tot zinken.
AJs er op dat oogenhlik geen ander© vij
andelijke schepen in de buurt zijn, veran
dert do onderzeeër plotseling van een vijand
in een werkelijk welwillend wezen en komt
hij aan de .oppervlakte om de schipbreuke
lingen, die op de plaats tegen den dood strij
den, op te pikken.
Gedurende deze korte ©ogenblikken, die
verloopen van het in zicht komen van den
vijand tot de torpedo afgevuurd wordt, zijn
d© zenuwen van iedereen aan boord tot het
uiterste gespan11611- He opnwinding ech
ter wordt het grootst jn de weinige
tellen, die er verloopen timschen het
lanceeren van het vernieluigs-werktuig en de
ontploffing aan de zwie van het schip en
welker aantal natuurlijk afhankelijk is van
den afstand, die aanvaller en prooi van el
kander scheidt.
De overlevenden worden aan boord van
den onderzeeër geaaid en door den stuurto-
ren heen in het binnenste van het vaartuig
gebracht, terwijl ket water uit hunne Idee-
deren stroomt. he,pt hun, de
natte spullen en. voorziet hen
van allerlei bueeöffezochte kleederen, die
toevallig gemist kunne:n w >r,den; iedere zee
man geeft dan gaf111®, ^at llJJ zelf niet on
middellijk noodig ne
Int usee hen worden de natte Ideederen
doorzocht om te zien o* er ook wapens in
verborgen zijn en »ls er s°ms een souvenir
in den vorm van een revolver gevonden
wordt, dan hebben wij tenminste een© her
innering aan de gebeurtenis.
_De gevangenen staan zulke kleine souve-
nirtjes altijd gaarne af als belooning voor
de hun bewezen vriendelijkheid.
Als zij een warm kop koffie of iets anders
warms gedronken hebben, vragen diegenen
onder lien, die onze wereldtaal kunnen spre
ken in den regel onmiddèllijk, hoe zij hunne
bezorgde hlmilie bericht kunnen zenden dat
zij zich gezond en wel bevinden, geheel en
al "vergetend, dat zij zich op dat oogenhlik
ergens tusscken stalen wanden onder de
oppervlakte van de zee bevinden."
HET GEBRUIK VAN ST7K-
GASSEN IN DEN OORLOG.
Over stikgassen schrijft prof. dr. Damsté
o.a. in „De Navorscher":
„Livius verhaalt in het 38e boek (hoofd
stuk 7) het beleg van de Ambracia door de
Romeinen, in het jaar 187 vóór Ctor. Ik ver
taal daaruit het volgende:
Do Romeinenhadden voor Ambracia"
dcor de muren op verscheidene plaatsen
met deti stormram te beuken reeds een heel
stuk van de ctad blootgelegd, maar ver
mochten daarin toch niet door te dringen,
want even schielijk werd een nieuw stuk
muur voor het verwoeste gedeelte opge
trokken en als een rots stonden de beleger
den met de wapenen op de bressen. Toen
dus de consul zag, dat hij met openlijk ge
weld weinig vorderde, begon hij een ver
borgen loopgraaf naar de stad aan te leg
gen op een plaats, die hij eerst door schut
daken aan de blikken der belegerden ont-
tiokken had. En een tijdlang bleef hun werk
dat zij dag en nacht voortzetten, zoowel het
graven onder den grond als het naar boven
brengen der uitgegraven aarde, voor den
vijand verborgen. Maar de aardheuvel, die
daardoor plotseling verrees, bracht de ste
delingen op het spoor van hetgeen geschied
de en bevreesd, dat hunne muren" reeds wa
ren ondermijnd en er een weg naar d© stad
was gebaand, begonnen zij binnen de' mu
ren een gracht te graven evenwijdig aan
de plaats, die met schotten aan hun oog
onttrokken wa.s. Toen zij hiermede zulk een
diépte hadden bereikt als de bodem der Ro-
meinische loopgraaf waarschijnlijk zou heb
ben, gelastten zij stille, legden op verschei
dene plaatsen het oor tegen den grond en
konden weldra het geluid der gravende Ro
meinen vernemen. Toen zetten zij recht toe
recht aan met hunne spaden koers naar de
loopgraaf. En zij hadden niet veel meer te
doen, want al spoedig kwamen zij in de
mijngang, waar d© vijanden den muur met
stutten hadden p-^schraagd. Toen dus heider
gangen ineenliepen, en zij zieih met ©en
gracht een weg in de loopgraaf hadden ge
opend, outspon zich een gevecht, eerst met
de werktuigen, die zij juist hanteerden,
maar vervolgens snelden van weerszijden
gewapenden te hulp, die daar een onder-
aardschen slag leverden. Di© strijd eindig
de, toen de Romeinen naar willekeur hun
loo-pgTaaf afsloten, met dekkleeden of met
deuren, di© zij in allerijl vóór zioh plaats
ten. Ook werd toen 'n nieuw middel, dat niet
veel omslag vereischte, tegen de vijanden,
zich in de loopgraaf havonden, in praktijk
gebracht. Zij namen een wijnvat, doorboor
den den bodem daarvan, zoodat een tame
lijk groote buis in het gat kon worden ge
stoken; di© huis was van ijzer, ©venals het
deksel van het vat, dat op verscheidene
plaatsen doorboord was. Dit vat nu, dat zij
met dons gevuld hadden, legden zij zóó, dat
het deksel in de loopgraaf was gericht. Uit
eenige van de gaten staken lange lanspun
ten om den vijand op een behoorlijken af
stand te houden. Nu staken zij den brand in
de veeren en wakkerden dien aan met een
blaasbalg, die in het uiteind© van de bnis
werd gestoken. Toen daarop niet slechte een
dichte rook massa, maar meer nog de scher
pe walm met zijn ondragelijken stank van
het smeulende dons de geheele loopgraaf
gevuld had, kon ternauwernood iemand het
daarin meer uithouden."
Tot zoover Livius, d.w.z. Polybius, waar
aan hij het relaas bijna woordelijk heeft
ontleend.
Uit deze plaats blijkt dns, dat reeds 21
eeuwen geleden verstikkende dampen in
den oorlog zijn gebezigd, echter slechts om
den vijand op een afstand te ho-uden; gif
tige gassen aan te wenden om een smarte-
lijken dood te berokkenen dat was eerst
weggelegd voor de dragers der hedemdaag-
solie cultuur.
Ten slotte nog wil ik er op wüzen, dat de
Duitschers in het toepassen van dit strijd
middel niet oorspronkelijk zijn.
In een Enge.lsck maandschrift (The Strand
Magazine van .Tuni 1916, hladz. 620) las ik
onlangs een beschrijving van een insect
„gasser". Een soort van kever.?', in Enge
land hekend onder den naam van bombar
diers, heeft het verdedigingsmiddel van de
natuur ontvangen; de brackinns crepitans,
die daar veel voorkomt, gewoonlijk ver
scholen onder platte steenen aan de oevers,
CCOSSI.
HET AARTSBISSCHOPPELIJK PALLIUM.
In den geheelen kerkelijken jaarkring kon er
wel geen feestdag gekozen worden, beter go-
schikt voor de plechtig© zegening der lamme
ren, dan juist de 21© Januari, do sterfdag van
de H. Agnes. Immers, schijnt die jeugdig®
l'.omeinsehe maagd, die in do reinste .onschuld
harer ziel als kind van veertien jaren zich als
offerlam liet slachten voor den goddelijken
Bruidegom, niet bij uitstek aanspraak te mogen
maken op dit huldeblijk? Schijnt haar naam,
die in het Latijn „lam" beteekent- en dien zij
zoo waardig heeft gedragen, er haar niet het
recht toe te geven
Nadat dan de zegening is volbracht, worden
do lammeren neergelegd aan de voeten van den
I aus, opdat ook deze zijn zegen er over uit-
spreke en tevens het klooster aanwijze, waar
zij aan de zorgen van Zusters zullen worden
toevertrouwd. Daar worden zij dan opge
kweekt en op Woensdag in de Goede Week
den dag, waarop Christus Zijn leerlingen be
val het lam voor zijn Jaatsten paaschmaaltijd
te bereiden geschoren. Op het Paaschfeest
wordt een dier lammeren opgediend aan 's
Pausen tafel, want in Rome heerscht bij schier
alle families de gewoonte om op dien dag een
lam te eten ter gedachtenis van het Lam, dat
geslacht werd voor het heil der gansche
wereld.
Zoodra uit de blanke wol der op St. Agnes
gewijde lammeren, vermengd met die van an
dere, een Pallium is vervaardigd ,wordt het
overhandigd aan den Kannunik, die den titel
voert van Sacrista van het Vaticaan. Hem is
de taak opgelegd deze eeretekenen te bewaren
tot den dag der zegening en tevens te zorgen,
dat er vóór dien dag een voldoend aantal ver
vaardigd is.
In den moigen vatr de Vigilie der H.H. Apos
telen Petrus en Paulus worden zij- overgebracht
naai het graf van den H. Petrus. Zq -liggen
daar tusschen geurige roode anjelieren in een
allerrijkst, uit verguld zilver gedreven en met
edelsteenen versierd kistje, dat Paus Ben-riic-
tus XIV uitsluitend voor dit doel liet vervaar
digen. Dit wordt bij den^ingang van het graf
van St. Petrus, tussclien brandende kaarsen
neergezet op een tafel, gedekt met een kostbaar
kleed van roode kleur. Aldus blijven de Pallia
den geheelen dag uitgesteld, totdat de eerste
Vespers van het Apostelenfeest door het Col
lege der Kardinalen en een breede schare van
mindere Prelaten, voorgezeten door den Paus
zelf of diens plaatsvervanger, zijn gezongen.
Hierna heeft de luisterrijke plechtigheid der
zegening plaats.
en d© meer zeldzame explodens. "Wanneer
dat insect beangst wordt, heeft het 't ver
mogen om. een eigenaardig vocht af t©
scheiden, dat, zoodra het met- de lucht in
aanraking komt, met een hleoke blauwach
tig groene vlam ontploft, gevolgd door een
rocikwalm. Som© worden tamelijk groot©
steenen daardoor opgeheven en dan volgen
die zachte explosies elkaar op allermerk
waardigste wijze op. In de tropen worden
grooter© exemplaren van die keversoort
aangetroffen en de ontlading van het gif
tig gas te krachtig genoeg om de huid der
hand te ontkleuren. Zij gebruiken het met
succes tegen vele^ soorten van do carabidae
of grondtorren, di© hunne verbitterd© vijan
den zijn. W anneer zulk een grondtor door
zijn grootere snelheid een brachinus heeft
ingehaald en op het punt staat om hem te
grijpen, ontlaadt deze zijn gas en de uit
werking is wonderlijk: het dier Bchijnt ge
heel machteloos te zijn geworden door dien
onverwachten aanval, verblind en gevoel
loos, en er verloopt een geruime tijd voor
dat het zijn bewustzijn heeft verkregen,
maar dan is de hombardier inmiddels een
heel eind weg."
GEBREK AANOIGARET-
TEN IN BULGARIJE.
Sinds een week ongeveer heerscht te So
fia groot gebrek aan... cigaretten. Van
den koogsten regeeringsambtenaar tot den
armsten drommel draaft allee en iedereen
in wanhoop langs 'sheeren straten, in de
hoop ten minste nog één enkele cigaret te
kunnen opscharrelen. Geen sprake van; alles
is uitverkocht- En dit feit, aldus de „Frank
furter Ztg.", is voor een Bulgaar véél en
véél erger dan wij het ons voorstellen. Hoe
dat komt, Ls moeilijk te zeggen; Vast staat
echter, dat de Bulgaarsche tabak uitstekend
en... dientengevolge verleidelijk is. Ieder
een, die daar te lande vertoeft, wordt op
den duur een hartstochtelijk rooter.
Elk jaar gaan dan ook ongeveer Zy2 milj
lioen K.G. tabak in rook op; of zoo men het
anders uitgedrukt wenscht te zien 51/4 mil
liard cigaretten.
Als ge de bel hoort gfaa> is het klaar."
Dit zegende verliet de hospita het vertrek
zonder een'der beide jongelieden te bevelen, haar
5 f5 ",'p-eii. De jonkman verwonderde
voorbeeld te volg' ovei. dat cef e moef!er die
er zich een^s vrouw scheen te zijn, zoo
zulk eene fatsoes e;sje van zjjne tegenwoor-
hoed, (nar hij 1 ..den; maar zij zeide:
dig-heid W1®, w naar toe?"
"ortfi- nergoïs naar toe eigenlijk, maar daar
„Vai u h jÊI1 weg ben
Ga zitten ik za u °Plag«a als ge in
d£'zif maakte de b* nu op. Hij ging zitten
en sloeo- haar daarbij onafgebroken gade.
„Waarom dacht g'l c'a^°o A vervolgde zij.
Denkt ge dat ik een lieele kamer noodig heb
SifS Sir bedden »Pte staken?-
i\u dat juist niet- ZlJQ hier boven alleen
mét elkaar, en daar uw ®°®der heengegaan is..."
Het meisje viel hem lachende in de rede en
zei de
„Niemand om mij te beschermenOch hemel 1
daar heb ik geen behoeite aan. Ik ben niet bang.
Ik zou juist bang zijn, als ik alleen \va9, oxndat
ik het niet op spotten voorzien heb: dat wil ik
niet ontkennen. Niet, dat ik er aan geloof. Ik
ben er maar bang voor."
„Hoe kunt ge er bang voor zijn, als ge er
niet aan gelooft?"
„Och, ik weet niet hoe dat komt dat is
mij te hoog; ik weet alleen, dat het zoo is. 't Is
hetzelfde geval met Maggie Lee."
„Wie is dat?"
„Een van de kostgangsierseene jonge dame,
die op een fabriek werkt."
„Werkt zij op eene fabriek?"
„Ja. Op een schoenenfabriek."
„Gp eene Schoenenfabriek? En noemt gij haar
dan eene jonge dame?"
„Wel, zij is maar twee en twintig jaren oud,'
hoe zoudt gij haar dan noemen?"
„Ik dacht niet aan haar leeftijd, ik dacht aan
den titel. Ge moet weten, dat ik Engeland verla
ten heb om met alle gekunstelde vonuen te breken
want geknutselde vormen passen bij geknut-
stelde menschen en toch bedient ge ei u hier
nog van. Dat spijt mij. Ik hoopte, dat ge hier
alleen mannen en vrouwen haat; allen aan el
kaar gelijk; geen onderscheid in rang en stand."
Het meisje bleef staan met een kussen onder
hare kin, om er een sloop omheen te doen en
keek hem eenigzins verwonderd aan. Zij légde
het kussen neer en zeide:
„Wel ze zijn ook allen aan elkaar gelijk. Waar
bestaat eenig verschil in rang?"
„Als ge een fabrieksmeisje eene jonge dome
noemt, hoe noemt ge de vrouw van den Presi
dent dan?"
„Die noem ik een oude."
„Maakt dan de leeftijd het eenige verschil?"
„Er is geen ander verschil te maken, zoover
als ik kan zien."
„Zijn dan alle vrouwen dames?"
„Zeker, zijn ze dat. Alle fatsoenlijke ten min
ste."
„Nu, dan kan het wel. Er steekt geen kwaad
in een titel, als deze aan iedereen gegeven wordt
't Is alleen eene verkeerdheid en onbillijkheid, ate
hij tot eenige bevoorrechten beperkt wordt. Maar
miss
„Hattie."
„Miss Hattie, wees openhartig, beken, dat deze
titel niet door iedereen aan iedereen gegeven
wordt. De rijke Amerikaansche noemt hare keu->
kenmeid toch geen dame is 't niet zoo?"
„ja, zoo is het wel. Wat zou dat?"
Hij was verwonderd en een weinig teleurge
steld, toen hij zag, dat zijne opmerking in het
water gevallen was.
„Wat zou dat?" zeide hij. „Wel, dit: gelijk-,
heid bestaat hier dan toch eigenlijk niet, en ós'-
Amerikanen zijn er niet beter aan toe dan dc
Engelschen. Eigenlijk bestaat er geen onder-',
scheid."
„Wat een idee 1 Er is niets in een titel behalve
hetgeen er in gelegd wordt, dat hebt ge zei!
gezegd. Maar spreken de deftige lui in Enge
land dan niet van den werkenden stand als vaa'
heeren en dames?"
„Wel neen."
„En noemen de werklieden zich zelf niet hee
ren en dames?"
„Zeker niet."
Wordt vervolgd