IIEIIIfE I1IIL tHIir DE GRAVEN MRQSS10IE. P. J. JftüSSEüj De Amerikaansche Politiek der „Menschelijkheid." spotkoopjes FEUILLETON BE OORLOG ROND DE LITURGIE Zaterdag II Aug. Derde Blad. f 4009 bij levertsl. ©ngesckiktheid Jol werker bij overlijden 73 bij breuk van een arm of been 60 bij verlies van een wijsvinger 23 bij verlies van een anderen vinger 6R00T£ OPRÜIHiüQ VAH Karpetten, Vloerzeilen en Tafelkleeden bij ANEGANG ZfE BE PSIJZEH VERSPREBDE GERICHTER OORLOGS.&LLERLEI - het werk. 'k wfeS 8««d- da',Se *i'? Mie betalende sbonnês op dit Blad, die In het bezit zijn van eena VarzekermgspoHa, dijn, volgens de bepalingen op da polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: bij veriies van een hand of voet ts® bij verlies van een oog m 10® bij verlies van een duim Oe uitkeering dezer bedragen wordt gega randeerd door de „Hollandsche Algemeens Verzekeringsbank" te Schiedam. De vóór l October 1911 uitgegeven polisMff tijn niet geldig. In de diplomatieke nota's door president Woo- drow Wilson aan de Centrale Mogendheden ge richt in verband met den duikbootoorlog, wordt in alle toonaarden naar voren geschoven, dat voor de Amerikaansche regeering de wetten der „menschelijkheid" als het hoogste gelden. Terecht mag worden gevraagd hoe de leveran ties aan munitie en oorlogstuig met deze wetten tijn in overeenstemming te brengen! Het heeft er immers allen schijn van, dat de Amerikaan- ache zakenmenschen op niets anders benacht zijn dan om het lijden van Europa om te zetten in bloedige dollars en verhoogde dividenden. Wel wordt dit van Amerikaansche zijde met Amerikaansche energie ontkend, maar dit woord van Amerika kan nu eenmaal niet veel veran deren aan de bedreven daad. In een paar maan den toch waren duizenden van fabrieken, welke vroeger enkel naaimachines, schrijfmachines, locomotieven, enz. vervaardigden, veranderd in munitiefabrieken. En van den anderen kant ontstond een wild beursspel met de aandeelen dezer ondernemingen, waaraan werd deelgeno men door alle kringen der maatschappij: al naar gelang bekend werd, dat de geallieerden xnunitiebestellingen hadden gedaan, stegen deze aandeelen van 20 tot 500 dollar, om dan weer honderden te dalen. Dat dit alles met den Moe digen dollar niets zou hebben te maken is te onwaarschijnlijk om ernstig te kunnen worden ^*De politiek van Amerika heeft echter niet anders kunnen doen veronderstellen. De Ameri kaansche politiek heeft steeds menschlievende be weegredenen voorgewend, wanneer ten koste van een zwakker volk voordeel moest worden verkre gen De voorbeelden liggen als het ware voor Eet grijpen. De oorlog met Spanje had tot aan leiding, dat Amerika zich opwierp als verdedi ger der verdrukte onschuld. Spanje moest een emde maken aan de revolutie op Cuba en ophou den de Cubanen te onderdrukken. De Amerikanen beloofden dm Cubanen de vrij heid, welke zij in beperkte mate kregen en na men voor zich Porto Rico als kolonie en oun. de Philippijnen. Dat de Phillippijnen een weinig benijdenswaard bezit zijn gebleken, zegt natuur lijks niets, of het moest zijn, dat het politiek in zicht verkeerd is geweest. Dezelfde politiek is door Amerika gevolgd in de kwestie van het Panama-kanaal en de wijze waarop het is opgetreden tegen de republiek Co lombia, toen deze door haar liooge eischen in geld, moeilijkheden in den weg dreigde te leg gen. Bet Panama-kanaal moest echter zegen aan de menschheid brengenen daarom deed het er niet toe, of rechten van Colombia met voe ten werden getreden. Amerika had feitelijk ten slotte naar de wapenen moeten grijpen, maar een volk kan immers ook te trotsch zijn voor den strijd, gelijk president Wilson heeft ver klaard De bewoners van de omgeving van Pa nama werden tot een opstand tegen Colombia opgezet en de nieuwe republiek Panama bracht alzoo gemakkelijker het gewenschte resultaat. Het beginsel der „menschelijkheid" had ook hier weer een zwakkere geschaad. Het Panamakanaal moest er komen.aus.Dat het met het Pana makanaal zelf is mis geloopen, zegt ook hier na tuurlijk wederom niet, of het moest wellicht een bewijs zijn voor gebrek aan inzicht in deze zaak. l6r}°0P« mag worden herinnerd aan wat zich yonu Iici Panamakanaal nog afspeelde met de 4001 Amerikaansche politiek der „menschelijkeihd" tot ondergrond. In de dagen, dat alles van de Pa namakanaal-plannen vol was, bestond het „ge vaar," dat ook een Nicaraguakanaal en wel met Europeesch geld (het heette toen in de Ameri kaansche pers Engelsch geld te zijn) zou worden gegraven. Dit zou natuurlijk, hoewel ook in het belang der menschheid, ten nadeele zijn van het Amerikaansche Panamakanaal. Dus, mocht dat tweede kanaal er niet komen Hierom wilden de Ver. Staten den president van Nicaragua, Zelaya, tot een verdrag overna- len, waaitij bepaald werd, dat alleen de Ver. Staten een kanaal door Nicaragua zouden mo gen graven. Dit werd geweigerd, omdat men wist, dat daardoor het kanaal er nooit komen zou. Gevolg: optreden van Amerika zijdelings tegen Zelaya, en, waar de Panama-opstand goed resultaat had gegeven, werd tenopzichte van Ni caragua nu hetzelfde beproefd. In 1909 begon „generaal" Juan Estrada, met volop geld ter zijner beschikking, den opstand tegen Zelaya. Wijl. Estrada ziin zaken niet goed behartigde, was de opstand bijna onderdrukt, toen Zelaya, die eigenlijk heel goed wist, wie eigenlijk zijn te genstander was, de domheid beging, twee Ame rikaansche avonturiers te laten doodschieten, die aan de zijde van Estrada streden en beproefd hadden een schip met soldaten en burgers in de lucht te laten vliegen. De beleedigde „mensche lijkheid" eischte genoegdoening: Oe Amerikaan sche regeering ondersteunde nu openlijk den op stand, Zelaya moest tenslotte aftreden en werd door den ouden Porfirio Diaz op een Mexi- kaansch schip in veiligheid gebracht. Na tal van wederwaardigheden en opstandelijke avonturen, in naam der menschelijkheid ondervonden, werd met Nicaragua het beoogde verdrag afgesloten, tegen een betrekkelijk veel te kleine som. Dit vond ook de Amerikaansche senaat destijds te schaamteloos, zoodat de goedkeuring geweigerd werd. Maar juist nu ligt hetzelfde yerdrag zoo goed als ongewijzigd ter behandeling gereed en het zal zeer waarschijnlijk wel worden aangeno men. Maar wie herinnert zich nog hoe het eigen lijk tot stand kwam? In dezen tijd, waarin Amerika de ellende van Europa in bloedige dollars omzet, terwille van de „menschelijkheid" mag er aan worden herin nerd, hoe in Amerika, zoodra de „Belgische gru welen", in Engelsche voorstelling verder geka- beld, bekend werden, een roerende propaganda voor de „arme Belgen" werd gemaakt. Het scheen, dat niet genoeg er op kon worden ge wezen, welke Barbaren die Duitschers waren. Toen de noodlijdende Belgen wat op den achter grond waren gekomen, en deze propaganda vol doende was uitgebuit, kwamen de noodlijdende Serviërs en Montenegrijnen aan de beurt. Zij im mers hadden te lijden onder den ontzettenden druk en de onmenschelijkheid der Oostenrijkers. Toen dat weer uit was kwamen de Armeniërs, die door de Turken waren onderdrukt en mis handeld. De „menschelijkheid" van Amerika vierde hoog tij, maar merkwaardig is, dat in officieele krin gen nooit tijd gevonden werd te denken aan de gruwelen door de Russen in Oost-Pruisen bedre ven. De menschelijkheid moest dienst doen om de Centrale Mogendheden in de oogen van het Amerikaansche publiek naar beneden te halen en stemming te maken voor Wilsons duikboot nota's. Systematisch werden de schoonste gevoe lens der menschheid gebruikt en misbruikt voor politieke doeleinden. Hoe met de „menschelijkheid" geschermd wordt moge nog hieruit blijken. Wooarow Wil son wenscht in het najaar als president te wor den herkozen. Hij zag echter, dat hij de Duit schers en hun vrienden tegen zich had. Wat te doen? Er werd nu met opzet op den geboortedag van den Duitschen keizer een inzameling gehou den ten bate van de noodlijdende Joden in Polen, Galicië, Palestina, enz. Dat president Wilson aan dit doel eigenlijk niet veel gelegen lag, moge hieruit blijken, dat zoo goed als niets gedaan werd om de juiste strekking van dien dag onder het Amerikaansche voik bekend te maken. Dit wist dan ook niet beter of het was andermaal een inzameling voor de Belgen en op tal van plakkaten kon men dan ook lezen„Bel gian Day". Was hier niet de bedoeling om de Duitschers in het gevlei te komen, en tevens om het Amerikr sclie volk een rad voor de oogen te draaien? De Joden zijn er niet door op Wil sons hand gekomen. Deze jammerlijke regeeringspolitiek der „men schelijkheid" mag echter niet worden beschouwd als een maatstaf waarnaar het Amerikaansche volk kan worden beoordeeld, of veroordeeld. Er moet veeleer uit geconcludeerd worden, dat het spoedig tot medelijden kan worden bewogen, en dat de regeering, dit wetende, daarvan een han dig gebruik of misbruik maakt. En voorts ligt de schuld van dit optreden der regeering bij de klasse, die de financiën en de groot-industrie in handen heeft en deze is het ook, die de ellende van Europa in bloedige dollars omzet. De in vloed van deze klasse op de regeering is groot, omdat zij voor de verkiezingscampagne het geld levert. En geen regeering is het nog gelukt zich tegen die geldmannen te verzetten, daar zij zeker niet herkozen wordt als zij in andere richting gaan wil. Het ergste is echter dat Europa er den weerslag van moet ondervinden en Enge land in Amerika in velerlei opzicht een mate- riëele bondgenoot heeft gevonden Satyriek verhaal van Mark Twain. (Uit het Amerikaanecli). 23 tsai „Volstrekt niet. Ga voortl Ik mag zoo iets wel eens hoorenl" „Welnu dan, hij is hier al over de tien jaren geweest; hij is nu acht en twintig jaren oud, maar hij gevoelt zich toch niet gelukkig, omdat hij zich niet kan verzoenen met de gedachte, dat hij een werkman is en met werklieden omgaat, da»r hij, zooals hij tegen mij zegt, een gentleman i?, maar natuurlijk ben ik verstandig genoeg om tegenover de anderen niets te laten zjj'n'p.y» 20 u daarin dan zooveel kwaad gelegen Of een pakriiwaaid 'n gelegen is? Ze zouden hem doe«? NatmfJ •,8even- 2oudf gij dat ook niet °P dit ooge&lKÓat 4- omstreeks achttien een aart''o meisje van der de minste verleSXw rkTf mT' Zw~ was eenvoudig n,aJ«iJ- te laten Wjjken. Zij tige blik aey«8 gekleed, en de vluch- tttefindel'inn aidff ï^er. 0p het £elaat van den g sloeg, toen deze opstond, scheen te vragen welken indruk zij gemaakt had, en daar op een aanwijzing van verwondering en bewon dering te zoeken. „Dit is mijne dochter Hattie wij noemen haar PoesDat is de nieuwe kostganger, Poes." De jonge Engelschman maakte de linksche buiging, gewoon aan zijne nationaliteit en zijn ouderdom in lastige omstandigheden, en deze waren lastig; want door verwondering aange grepen kwam zijn aangeboren ik weer boven, en dat i k wist natuurlijk niet precies, hoe hij te handelen had, nu hij voorgesteld werd aan eene dienstmeid of aan de arfgename van een kosthuis voor werklui. Zijn ander ik het ik, dat de gelijkheid van alle menschen erkende zou zeker beter geslaagd zijn, als het niet zoo onverhoeds voor die moeilijkheid geplaatst was geweest. Het meisje lette niet op die buiging, maar stak hare hand aan den vreemdeling toe en zeide: „Hoe vaart u?" Toen ging zij naar de eenige waschtafel in de kamer, draaide haar hoofd heen en weer vóór een gebroken, goedkoopen spiegel die daarboven hing, bevochtigde hare vingers met hare tong, bracht op die wijze het haar, dat over haar voor hoofd hing, wat in orde en ging toen de bedden opmaken. „Komaan, nu moet ik heen! Ik moet toebe reidselen voor het avondmaal maken. Ik hoop, dat ge u hier goed thuis zult voelen, Mr. Tracy! Herinneringen aan Casement. In de „Tag." geeft Paul. R. Krause eenige persoonlijke herinneringen aan Casement. Hoewel in zijn geheel uiterlijke op en top een Engelschman was Casement in zijn we zen er in het geheel geen. Nooit, zegt schrij ver, heb ik hem zien glimlachen, laat staan lachen-. Het was alsof hij een voorgevoel had van zijn tragisch noodlot. Op het eerste gezicht zag men, dat hij een „idee fixe" had, waarover hij dag en nacht peinsde. Dat was Ierland. Casement was een eerlijke maar eenzijdige monomaan. Schrijver heeft hem tijdens den Boerenoorlog als Britech consul- generaal te Lorenco-Marques gekend en hem ook herhaaldelijk te Johannesburg ontmoet. Vijftien jaar later trof hij hem weer in Duitschland. Hoezeer de dienjsten, welke hij aan Engeland met haast fanatië'ken ijver en onkreukbare nauwgezetheid heeft bewezen in Brazilië, in den Congo en in Zuid-Afri'ka, erkend wei-den, heeft het mij toöh altijd toe geschenen, alsof de Engelschen met een soort wantrouwen dezen Asceet behandelden die zooveel van hen verschilde. Hoewel hij vijf tien jaar geleden evenveel voelde voor Ier land als later, meent schrijver te kunnen verzekeren, dat hij toenmaals nog in het geheel geen vijand/schap koesterde je gens Engeland. Hij bewonderde Engeland'e macht en staatkunde. Hij droomde van een verzoening en van een rechtvaardige behan deling van Ierland. Eerst het feit, dat de Ulstermannen zich gewapenderhand kon den verzetten tegen de invoering van de Ho me-Rule, terwijl de geringste vrijheidsbewe ging der werkelijke Ieren altijd streng werd verhinderd, schijnt hem tot de overtuiging te hebben gebracht, dat men goedschiks van Engeland niets gedaan zou kunnen krijgen. Niettegenstaande dit, meent Krause, ben ik overtuigd, cat hij nog geen vast plan had, en dat eerst de poging tot moord van den Britsehen gezant in Noorwegen, waarover hjj overigens weinig 0f jn het geheel niet sprak, hem zijn gewetensbezwaren deed overwinnen. Toch schijnt hij nooit precies geweten te heoben wat hij eigenlijk wilde. Hij spra-L'. vaak over de bevrijding van Ier land, zonder echter de deelneming van Ieren aan een wereldoorlog tegen Engëland te prediken. EEN ONDERZEEëR AAN In de ^Daily Ëxpi*ess" beschrijft een En- gelsch olfieier van den onderzeeër.rdienst den dienst aan boord van zulk een vaartuig: „De onderzeeër Egt, den geheelen dag, zoolang liet daglicht duurt, onder de opper vlakte op den loer; alleen zijn oog steekt hij door dat naar hovengestoken kijkgaatje, dat als periscope bekend is, nu en dan ho ven het water uit om de oppervlakte te be spieden en te zoeken naar lieden, die zioh, ongelukkig voor hen, aan boord van een vijandelijk schip bevinden. Zoodra een onderzeeër een vijandelijk schip ziet naderen, begint hij onmiddellijk zoodanig te manoeuvreeren, dat hij in den meest geschikt en stand komt te liggen om een torpedo af te vuren. Als die goed gericht is, legt hij stil en geheimzinnig zijn weg af en ontploft dan met een oorverdoovectLen knal, terwijl hij de zijde en de verschansingen van het Kiliip aan stukken scheurt, alsof het een pakkist ware. Het geheel e vaartuig trilt en schudt en het door de gapend© scheur instroomen- de water brengt het spoedig tot zinken. AJs er op dat oogenhlik geen ander© vij andelijke schepen in de buurt zijn, veran dert do onderzeeër plotseling van een vijand in een werkelijk welwillend wezen en komt hij aan de .oppervlakte om de schipbreuke lingen, die op de plaats tegen den dood strij den, op te pikken. Gedurende deze korte ©ogenblikken, die verloopen van het in zicht komen van den vijand tot de torpedo afgevuurd wordt, zijn d© zenuwen van iedereen aan boord tot het uiterste gespan11611- He opnwinding ech ter wordt het grootst jn de weinige tellen, die er verloopen timschen het lanceeren van het vernieluigs-werktuig en de ontploffing aan de zwie van het schip en welker aantal natuurlijk afhankelijk is van den afstand, die aanvaller en prooi van el kander scheidt. De overlevenden worden aan boord van den onderzeeër geaaid en door den stuurto- ren heen in het binnenste van het vaartuig gebracht, terwijl ket water uit hunne Idee- deren stroomt. he,pt hun, de natte spullen en. voorziet hen van allerlei bueeöffezochte kleederen, die toevallig gemist kunne:n w >r,den; iedere zee man geeft dan gaf111®, ^at llJJ zelf niet on middellijk noodig ne Int usee hen worden de natte Ideederen doorzocht om te zien o* er ook wapens in verborgen zijn en »ls er s°ms een souvenir in den vorm van een revolver gevonden wordt, dan hebben wij tenminste een© her innering aan de gebeurtenis. _De gevangenen staan zulke kleine souve- nirtjes altijd gaarne af als belooning voor de hun bewezen vriendelijkheid. Als zij een warm kop koffie of iets anders warms gedronken hebben, vragen diegenen onder lien, die onze wereldtaal kunnen spre ken in den regel onmiddèllijk, hoe zij hunne bezorgde hlmilie bericht kunnen zenden dat zij zich gezond en wel bevinden, geheel en al "vergetend, dat zij zich op dat oogenhlik ergens tusscken stalen wanden onder de oppervlakte van de zee bevinden." HET GEBRUIK VAN ST7K- GASSEN IN DEN OORLOG. Over stikgassen schrijft prof. dr. Damsté o.a. in „De Navorscher": „Livius verhaalt in het 38e boek (hoofd stuk 7) het beleg van de Ambracia door de Romeinen, in het jaar 187 vóór Ctor. Ik ver taal daaruit het volgende: Do Romeinenhadden voor Ambracia" dcor de muren op verscheidene plaatsen met deti stormram te beuken reeds een heel stuk van de ctad blootgelegd, maar ver mochten daarin toch niet door te dringen, want even schielijk werd een nieuw stuk muur voor het verwoeste gedeelte opge trokken en als een rots stonden de beleger den met de wapenen op de bressen. Toen dus de consul zag, dat hij met openlijk ge weld weinig vorderde, begon hij een ver borgen loopgraaf naar de stad aan te leg gen op een plaats, die hij eerst door schut daken aan de blikken der belegerden ont- tiokken had. En een tijdlang bleef hun werk dat zij dag en nacht voortzetten, zoowel het graven onder den grond als het naar boven brengen der uitgegraven aarde, voor den vijand verborgen. Maar de aardheuvel, die daardoor plotseling verrees, bracht de ste delingen op het spoor van hetgeen geschied de en bevreesd, dat hunne muren" reeds wa ren ondermijnd en er een weg naar d© stad was gebaand, begonnen zij binnen de' mu ren een gracht te graven evenwijdig aan de plaats, die met schotten aan hun oog onttrokken wa.s. Toen zij hiermede zulk een diépte hadden bereikt als de bodem der Ro- meinische loopgraaf waarschijnlijk zou heb ben, gelastten zij stille, legden op verschei dene plaatsen het oor tegen den grond en konden weldra het geluid der gravende Ro meinen vernemen. Toen zetten zij recht toe recht aan met hunne spaden koers naar de loopgraaf. En zij hadden niet veel meer te doen, want al spoedig kwamen zij in de mijngang, waar d© vijanden den muur met stutten hadden p-^schraagd. Toen dus heider gangen ineenliepen, en zij zieih met ©en gracht een weg in de loopgraaf hadden ge opend, outspon zich een gevecht, eerst met de werktuigen, die zij juist hanteerden, maar vervolgens snelden van weerszijden gewapenden te hulp, die daar een onder- aardschen slag leverden. Di© strijd eindig de, toen de Romeinen naar willekeur hun loo-pgTaaf afsloten, met dekkleeden of met deuren, di© zij in allerijl vóór zioh plaats ten. Ook werd toen 'n nieuw middel, dat niet veel omslag vereischte, tegen de vijanden, zich in de loopgraaf havonden, in praktijk gebracht. Zij namen een wijnvat, doorboor den den bodem daarvan, zoodat een tame lijk groote buis in het gat kon worden ge stoken; di© huis was van ijzer, ©venals het deksel van het vat, dat op verscheidene plaatsen doorboord was. Dit vat nu, dat zij met dons gevuld hadden, legden zij zóó, dat het deksel in de loopgraaf was gericht. Uit eenige van de gaten staken lange lanspun ten om den vijand op een behoorlijken af stand te houden. Nu staken zij den brand in de veeren en wakkerden dien aan met een blaasbalg, die in het uiteind© van de bnis werd gestoken. Toen daarop niet slechte een dichte rook massa, maar meer nog de scher pe walm met zijn ondragelijken stank van het smeulende dons de geheele loopgraaf gevuld had, kon ternauwernood iemand het daarin meer uithouden." Tot zoover Livius, d.w.z. Polybius, waar aan hij het relaas bijna woordelijk heeft ontleend. Uit deze plaats blijkt dns, dat reeds 21 eeuwen geleden verstikkende dampen in den oorlog zijn gebezigd, echter slechts om den vijand op een afstand te ho-uden; gif tige gassen aan te wenden om een smarte- lijken dood te berokkenen dat was eerst weggelegd voor de dragers der hedemdaag- solie cultuur. Ten slotte nog wil ik er op wüzen, dat de Duitschers in het toepassen van dit strijd middel niet oorspronkelijk zijn. In een Enge.lsck maandschrift (The Strand Magazine van .Tuni 1916, hladz. 620) las ik onlangs een beschrijving van een insect „gasser". Een soort van kever.?', in Enge land hekend onder den naam van bombar diers, heeft het verdedigingsmiddel van de natuur ontvangen; de brackinns crepitans, die daar veel voorkomt, gewoonlijk ver scholen onder platte steenen aan de oevers, CCOSSI. HET AARTSBISSCHOPPELIJK PALLIUM. In den geheelen kerkelijken jaarkring kon er wel geen feestdag gekozen worden, beter go- schikt voor de plechtig© zegening der lamme ren, dan juist de 21© Januari, do sterfdag van de H. Agnes. Immers, schijnt die jeugdig® l'.omeinsehe maagd, die in do reinste .onschuld harer ziel als kind van veertien jaren zich als offerlam liet slachten voor den goddelijken Bruidegom, niet bij uitstek aanspraak te mogen maken op dit huldeblijk? Schijnt haar naam, die in het Latijn „lam" beteekent- en dien zij zoo waardig heeft gedragen, er haar niet het recht toe te geven Nadat dan de zegening is volbracht, worden do lammeren neergelegd aan de voeten van den I aus, opdat ook deze zijn zegen er over uit- spreke en tevens het klooster aanwijze, waar zij aan de zorgen van Zusters zullen worden toevertrouwd. Daar worden zij dan opge kweekt en op Woensdag in de Goede Week den dag, waarop Christus Zijn leerlingen be val het lam voor zijn Jaatsten paaschmaaltijd te bereiden geschoren. Op het Paaschfeest wordt een dier lammeren opgediend aan 's Pausen tafel, want in Rome heerscht bij schier alle families de gewoonte om op dien dag een lam te eten ter gedachtenis van het Lam, dat geslacht werd voor het heil der gansche wereld. Zoodra uit de blanke wol der op St. Agnes gewijde lammeren, vermengd met die van an dere, een Pallium is vervaardigd ,wordt het overhandigd aan den Kannunik, die den titel voert van Sacrista van het Vaticaan. Hem is de taak opgelegd deze eeretekenen te bewaren tot den dag der zegening en tevens te zorgen, dat er vóór dien dag een voldoend aantal ver vaardigd is. In den moigen vatr de Vigilie der H.H. Apos telen Petrus en Paulus worden zij- overgebracht naai het graf van den H. Petrus. Zq -liggen daar tusschen geurige roode anjelieren in een allerrijkst, uit verguld zilver gedreven en met edelsteenen versierd kistje, dat Paus Ben-riic- tus XIV uitsluitend voor dit doel liet vervaar digen. Dit wordt bij den^ingang van het graf van St. Petrus, tussclien brandende kaarsen neergezet op een tafel, gedekt met een kostbaar kleed van roode kleur. Aldus blijven de Pallia den geheelen dag uitgesteld, totdat de eerste Vespers van het Apostelenfeest door het Col lege der Kardinalen en een breede schare van mindere Prelaten, voorgezeten door den Paus zelf of diens plaatsvervanger, zijn gezongen. Hierna heeft de luisterrijke plechtigheid der zegening plaats. en d© meer zeldzame explodens. "Wanneer dat insect beangst wordt, heeft het 't ver mogen om. een eigenaardig vocht af t© scheiden, dat, zoodra het met- de lucht in aanraking komt, met een hleoke blauwach tig groene vlam ontploft, gevolgd door een rocikwalm. Som© worden tamelijk groot© steenen daardoor opgeheven en dan volgen die zachte explosies elkaar op allermerk waardigste wijze op. In de tropen worden grooter© exemplaren van die keversoort aangetroffen en de ontlading van het gif tig gas te krachtig genoeg om de huid der hand te ontkleuren. Zij gebruiken het met succes tegen vele^ soorten van do carabidae of grondtorren, di© hunne verbitterd© vijan den zijn. W anneer zulk een grondtor door zijn grootere snelheid een brachinus heeft ingehaald en op het punt staat om hem te grijpen, ontlaadt deze zijn gas en de uit werking is wonderlijk: het dier Bchijnt ge heel machteloos te zijn geworden door dien onverwachten aanval, verblind en gevoel loos, en er verloopt een geruime tijd voor dat het zijn bewustzijn heeft verkregen, maar dan is de hombardier inmiddels een heel eind weg." GEBREK AANOIGARET- TEN IN BULGARIJE. Sinds een week ongeveer heerscht te So fia groot gebrek aan... cigaretten. Van den koogsten regeeringsambtenaar tot den armsten drommel draaft allee en iedereen in wanhoop langs 'sheeren straten, in de hoop ten minste nog één enkele cigaret te kunnen opscharrelen. Geen sprake van; alles is uitverkocht- En dit feit, aldus de „Frank furter Ztg.", is voor een Bulgaar véél en véél erger dan wij het ons voorstellen. Hoe dat komt, Ls moeilijk te zeggen; Vast staat echter, dat de Bulgaarsche tabak uitstekend en... dientengevolge verleidelijk is. Ieder een, die daar te lande vertoeft, wordt op den duur een hartstochtelijk rooter. Elk jaar gaan dan ook ongeveer Zy2 milj lioen K.G. tabak in rook op; of zoo men het anders uitgedrukt wenscht te zien 51/4 mil liard cigaretten. Als ge de bel hoort gfaa> is het klaar." Dit zegende verliet de hospita het vertrek zonder een'der beide jongelieden te bevelen, haar 5 f5 ",'p-eii. De jonkman verwonderde voorbeeld te volg' ovei. dat cef e moef!er die er zich een^s vrouw scheen te zijn, zoo zulk eene fatsoes e;sje van zjjne tegenwoor- hoed, (nar hij 1 ..den; maar zij zeide: dig-heid W1®, w naar toe?" "ortfi- nergoïs naar toe eigenlijk, maar daar „Vai u h jÊI1 weg ben Ga zitten ik za u °Plag«a als ge in d£'zif maakte de b* nu op. Hij ging zitten en sloeo- haar daarbij onafgebroken gade. „Waarom dacht g'l c'a^°o A vervolgde zij. Denkt ge dat ik een lieele kamer noodig heb SifS Sir bedden »Pte staken?- i\u dat juist niet- ZlJQ hier boven alleen mét elkaar, en daar uw ®°®der heengegaan is..." Het meisje viel hem lachende in de rede en zei de „Niemand om mij te beschermenOch hemel 1 daar heb ik geen behoeite aan. Ik ben niet bang. Ik zou juist bang zijn, als ik alleen \va9, oxndat ik het niet op spotten voorzien heb: dat wil ik niet ontkennen. Niet, dat ik er aan geloof. Ik ben er maar bang voor." „Hoe kunt ge er bang voor zijn, als ge er niet aan gelooft?" „Och, ik weet niet hoe dat komt dat is mij te hoog; ik weet alleen, dat het zoo is. 't Is hetzelfde geval met Maggie Lee." „Wie is dat?" „Een van de kostgangsierseene jonge dame, die op een fabriek werkt." „Werkt zij op eene fabriek?" „Ja. Op een schoenenfabriek." „Gp eene Schoenenfabriek? En noemt gij haar dan eene jonge dame?" „Wel, zij is maar twee en twintig jaren oud,' hoe zoudt gij haar dan noemen?" „Ik dacht niet aan haar leeftijd, ik dacht aan den titel. Ge moet weten, dat ik Engeland verla ten heb om met alle gekunstelde vonuen te breken want geknutselde vormen passen bij geknut- stelde menschen en toch bedient ge ei u hier nog van. Dat spijt mij. Ik hoopte, dat ge hier alleen mannen en vrouwen haat; allen aan el kaar gelijk; geen onderscheid in rang en stand." Het meisje bleef staan met een kussen onder hare kin, om er een sloop omheen te doen en keek hem eenigzins verwonderd aan. Zij légde het kussen neer en zeide: „Wel ze zijn ook allen aan elkaar gelijk. Waar bestaat eenig verschil in rang?" „Als ge een fabrieksmeisje eene jonge dome noemt, hoe noemt ge de vrouw van den Presi dent dan?" „Die noem ik een oude." „Maakt dan de leeftijd het eenige verschil?" „Er is geen ander verschil te maken, zoover als ik kan zien." „Zijn dan alle vrouwen dames?" „Zeker, zijn ze dat. Alle fatsoenlijke ten min ste." „Nu, dan kan het wel. Er steekt geen kwaad in een titel, als deze aan iedereen gegeven wordt 't Is alleen eene verkeerdheid en onbillijkheid, ate hij tot eenige bevoorrechten beperkt wordt. Maar miss „Hattie." „Miss Hattie, wees openhartig, beken, dat deze titel niet door iedereen aan iedereen gegeven wordt. De rijke Amerikaansche noemt hare keu-> kenmeid toch geen dame is 't niet zoo?" „ja, zoo is het wel. Wat zou dat?" Hij was verwonderd en een weinig teleurge steld, toen hij zag, dat zijne opmerking in het water gevallen was. „Wat zou dat?" zeide hij. „Wel, dit: gelijk-, heid bestaat hier dan toch eigenlijk niet, en ós'- Amerikanen zijn er niet beter aan toe dan dc Engelschen. Eigenlijk bestaat er geen onder-', scheid." „Wat een idee 1 Er is niets in een titel behalve hetgeen er in gelegd wordt, dat hebt ge zei! gezegd. Maar spreken de deftige lui in Enge land dan niet van den werkenden stand als vaa' heeren en dames?" „Wel neen." „En noemen de werklieden zich zelf niet hee ren en dames?" „Zeker niet." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 9