HilllWE HAUL COMMIT
Dl Will VIN DOME.
P. J. JANSSEN,
DE OORLOG
spotkoopjes
FEUILLETON
Donderdag 17 Aug.
Tweede blad
Karpetten, Vloerzeilen en Tafelkleeden bij
anegahg zie de pamzeh.
GROOTE 0PRUINÜN6 VAN
4010
VERSPREIDE GERICHTER
DE AMERIKAAN SCHE NOTA.
De Amerikaansdie protestnota door den ge
zant der Vereenigde Staten te Londen aan Lord
Grey overhandigd en welke zich richt tegen de
bekende zwarte lijst, luidt, naar de „Times" be
richt, in hoofdzaak als volgt:
„De aankondiging, dat de Britsche regeering
de namen van bepaalde personen, firma's en
corporaties in de Vereenigde Staten op een zwar
te voorsehriftenlijst heeft geplaatst en alle finan-
cièele- en handelsbetrekkingen tusschen hen en
Britsche onderdanen verboden heeft, is door het
volk en de regeering der Vereenigde Staten met
de pijnlijkste verrassing vernomen.
•Zij komt de regeering der Vereenigde Staten
vcor te zijn een politiek van willekeurige inmen-
in den neutralen handel, waartegen, naar
de Vereenigde Staten gewenscht schijnt, in
de meest besliste termen geprotesteerd moet wor
den."
De nota gaat vervolgens na welke het doel en
de werking zijn van deze politiek en wijst er
o. m. op, dat Engelsche stoomvaartmaatschap-
Pijen weigeren waren van de verbannen firma's
aan te nemen of te vervoeren, terwijl stoomboot
maatschappijen van neutrale bezitters de zaak
zoo opvatten, dat zij, wanneer zij vrachten van
bedoelde firma's aannemen, er op moeten reke
nen, in Britsche havens geen kolen enz. te kun
nen verkrijgen.
Neutrale bankiers en kooplieden durven geen
betrekkingen aanknoopen met de in de lijst op
genomen ondernemingen, terwijl het duidelijk is,
dat de Britsche beambten het verbod ook in
néutrale landen als van kracht zijnde be
schouwen.
„De hardvochtigheid en heillooze invloed van
zulk een politiek op den handel der Vereenigde
Staten en op de rechten der neutralen, waarvoor
de Amerikaansche regeering zonder ophouden
zal opkomen, is duidelijk,"
De nota merkt voorts op, dat op de lijst voor
komen Amerikaansche handelshuizen, die in
ruime mate bij den in- en uitvoer van Amerika
betrokken zijn en dus voor den Amerikaanschen
handel belangrijke kanalen vormen. Het herstel
len van verbroken verbindingen zal met groote
moeilijkheden gepaard gaan, terwijl voorzoover
bekend is, ook nieuwe bijlagen der lijst gemaakt
kunnen worden.
De moeilijkheden van onverdiende benadeeling
van .meakaansche burgers, die voortkomen uit
zulke willèkeurige maatregelen, zoowel als de
ernstige en c .uerekênbare onderbreking van den
Amerikaanschen handel, zijn grenzeloos. Welis
waar is verklaard, dat bij de toepassing streng
gelet zou worden op de rechten der neutralen,
maar het is duidelijk, dat bedoelde maatregelen
onvereenigbaar zijn met de rechten van onder
danen van alle naties, die niet in den oorlog
zijn betrokken.
De nota herinnert er aan, dat de burgers der
Vereenigde Staten volkomen in hun recht zijn,
wanneer zij moeite doen met de volkeren of
regecringen van welke natie ook, die thans in
oorlog is, handel te drijven en dat zij daarbij
slechts onderworpen zijn aan de nauwkeurig
bepaalde internationale gebruiken en overeen
komsten, in verband waarmede de regeering der
Vereenigde Staten gelooft, dat de regeering van
Groot-Brittannië haar maar al te dikwijls en te
lichtvaardig heeft miskend.
Er bestaan welbekende weermiddelen en straf
fen voor blokkadebreuk, voor zoover er sprake is
van een werkelijke jen inderdaad doeltreffende
blokkade, voor handel in contrabande en voor
elke niet-neutrale handeling, van welke zijde deze
ook moge uitgaan.
De regeering der Vereenigde Staten kan echter
haar toestemming niet geven, dat deze weer
middelen en straffen ten nadeele van haar eigen
burgers of in miskenning van haar eigen rech
ten, naar willekeur van één mogendheid of een
groep van mogendheden worden veranderd of
uitgebreid.
De nota wijst op het beginsel, volgens hetwelk
neutralen niet veroordeeld, noch hun waren
w beslag genomen kunnen worden, dan op grond
van een onpartijdige gerechtelijke beslissing en
nadat zij door een prijzengerechtshof zijn ge
hoord.
Deze zekerheidsstelling zet de zwarte lijst een
voudig ter zijde, zij veroordeelt zonder verhoor,
baat r voora*Kaande aankondiging en bij voor
heven 50V?n iederen twijfel ver-
dc Vereenigde Staten hiermede ceen
genoegen kunnen nemen, terwijl de American
SChe regeering zich gedwongen ziet zulk een op-
treden als onvereenigbaar ie beschouwen mei
ware gerechtigheid, oprechte vriendschap en
onpartijdige eerlijkheid.
De goede handelsbetrekkingen 'tusschen Groot-
Brittannië en de Vereenigde Staten zijn ernstig
in gevaar gebracht. De Amerikaansche regeering
wenscht geen Amerikaansche burgers of han
delshuizen in bescherming te nemen tegen de
rechtmatige gevolgen van niet-neutrale hande
lingen en gaat er mede accoord, dat dezulken de
straffen ondergaan, welke het volkenrecht en de
traditie der volkeren daaromtrent toelaten.
„De regeering van Groot-Brittannië kan echter
niet verwachten aldus besluit de nota dat
de regeering der Vereenigde Staten haar toe
stemming er toe zal geven, dat haar burgers op
een eenzijdig opgemaakte zwarte lijst geplaatst
worden, zonder de aandacht der Britsche regee-
rjng op de meest ernstige wijze op de vele ern
stige gevolgen voor de neutrale betrekkingen te
vestigen, welke zulk een handelwijze noodzake
lijkerwijze met zich moet brengen. De Ameri
kaansche regeering hoopt en neemt aan, dat de
Britsche regiering, in verband met de verklaar
bare uitslu..ingspolitiek alleen met een enkel
dringend politiek oogmerk gehandeld heeft, zon
der ten volle in te zien, hoeveel ongewenschte
en onverkwikkelijke toestanden hieruit kunnen
voortkomen."
SHAW OVER GREY.
In de „New-York Times" schrijft Bernard
Shaw over Grey, naar aanleiding van diens
interview, dat den 14en Mei 1.1. in dat blad en
in de „Chicago Daily Netws" was verschenen.
Shaw noemt dat interview onrustbarend,
want. zegt hij, „het schijnt te dagteekenen uit
Augustus 1914. Immers, als Sir E. Grey geen
stap is gevorderd na die jammerlijke maand,
toen alle menschen een hoop onzin uitkraam
den en Sir Edward daartoe zijn volle aandeel
bijdroeg, is het vooruitzicht zorgelijk. Want
men moet niet vergeten, dat, in weerwil van al
wat er in Engeland wordt gesproken over de
voorwaarden, waarop Engeland, naar de heer
Asquith het uitdrukt, het zwaard zal opsteken,
en in weerwil van al do betuigingen van Lon-
densche journalisten, dat zij zullen staan op dit
en liever zullen sterven dan dat dulden, dat zij
zullen vechten tot den laatsten man, den laat-
sten stuiver en de laatsten druppel van ons
bloed, niettemin zal dit gebeuren, nJ. dat op een
goeden dag Sir E. Grey het Lagerhuis komt
mededeelen, dat hij een verdrag heeft ge tee
kend en dat Engeland, al is het er niet van ge
diend, het maar kan slikken. Dat was de ma
nier, toen Brittanje ten oorlog ging. Dat was
de manier', toen het zich verbond niet met
vechten op te houden voor zijn bondgenooten er
genoeg van hebben. En aangezien dat ook de
manier zal zijn, wanneer al de oorlogvoeren
den er genoeg van hebben, lijkt het vrij mal van
men&ehen, die niet aan het departement van
buitenlandsohe zaken zitten, om opgewonden te
schrijven en te oreeren, alsof zij een duit in Sir
E. Grey's zakje zullen kunnen doen. Men kan
niet duidelijk genoeg inzien, dat voor het einde
zoowel als voor het begin van den oorlog, Enge
land geheel in handen van het ministerie van
buitenlandsohe zaken is, en dat, zoolang Sir E.
Grey minister van buitlandsclie zaken blijft,
Engeland's belangen en eer en, inderdaad,
Europa's toekomst, zoover diplomatiek bedrijf
ditai" invloed op heeft, volkomen zijn overge
leverd aan Sir Edward's bekwaamheid en ka
rakter.
„Dat is een ernstige verantwoordelijkheid en
zelfs bij de gunstigste waardeering van Sir Ed
ward's gaven zet het Britsche rijk zooveel op
het spel als slechts een vevslnafde dobbelaar of
een dweepziek aanhanger tan Engelsche jon-
kerregeering van harte kan genieten. Daarom
staat men verbaasd, wanneer men, in een uit
lating van Sir E, Grey, waarin men moet on
derstellen, dat zjj zoozeer op de hoogte van
den tijd is als eenige uitspraak in oorlogstijd
wezen kan, onderstellingen en beweringen
leest, die, sedert tegen het midden van 1915 de
openbare meening tot bedaren begon te komen,
onder ernstige onderzoeker® van den oorlog
buiten gebruik zijn geraakt.
„Sir Edward schijnt nog altijd te willen on
derhandelen op de onderstelling dat hij is uit
getogen op een kru'stoclit tegen zekere dingen
die Trcitschke heeft geschreven, maar de Duit-
sche regeering en het Duitsche volk zijn even
min verantwoordelijk voor die dingen (aange
zien zjj z« voor het meer endeels niet gelezen
hebben) als het Engelsche volk en de Engelsche
regeering vertanwoordelijk zijn voor precies
dezelfde dingen, die generaal Butler en andere
h.ngelscho militaristische schrijvers hebben ge
schreven
„Sir Edward is nog altijd onder den indruk,
dat toen België Duitsohland, Frankrijk en En
geland de belofte vroeg om zfjn onzijdigheid te
eerbiedigen, Duitsohland het weigerde en En.'
geland en Frankrijk die belofte gaven De
waarheid is, gelijk Sir Edward gemakkelijk in
Satyriek verhaal van Mark Twain.
(Uit het Amerikaanech).
26
D't tooneel maakte een onaangenamen indruk
P Mte. Marsh. Zij zag er uit als iemand, die
'°PP1 tegen hope, dat het onmogelijke nog zal
fieoeuren. Maar daar het onmogelijke niet ge
buide, waagde zij het eindelijk te spreken en
ïj baar echtgenoot aan te herinneren, dat Nat
a"Y nog niet van het gestoofde eten bediend
vas.
Marsh richtte het hoofd op en vroeg met spot-
'de hoffelijkheid: „O, heeft hij nog niet gehad?
spijt mij. Ik weet niet, hoe ik zoo dom
niest ben om hem over 't hoofd té zien. Hij
ge het mij maar niet kwalijk nemen. Dat moet
het ?r niet, Mr. Baxter Barker ge moet
Juist maar vergeven. Ik mijne aandacht was
was. \iets anders gevestigd, ik weet niet meer
gebeurt bet nicest spijt, is dat dit telkens
;,ief te;Maar ge moet die kleinigheden maar
va« ftMr. Bunker, die kleine onattenties
'ril, e„' r uit. Dat schijnt mij telkens te gebeu-
ofe w 'chijnt juist te gebeuren met iemand,
met iemand die al drie weken met
de betaling van zijn geld ten achteren is. Maar
hier is uw gestoofd eten het doet mij veel
pleizier, dat er nog over is, en ik hoop, dat gij
u in het aannemen der liefdegave evenzeer zult
verheugen als ik mij verheug in het schenken
daarvan."
Een blos vertoonde zich op de bleeke wangen
van Brady en verspreidde zich naar zijne ooien
en zijn voorhoofd, maar hij zeide niets en begon
zijne portie op te eten, te midden van het onaan
gename van een algemeen stilzwijgen en het «re-
voel, dat aller oogen op hem gevestigd waren.
Barrow fluisterde Tracy toe:
„De oude man heeft het met opzet gedaan
Hij zou zich dat kansje niet graag hebben laten
ontloopen."
„Ik vind het eene schandalige behandeling,"
zeide Tracy. Toen zeide hij bij zichzelf, met het
plan deze gedachten later in zijn dagboek op
te schrijven:
„Kijk, hier in dit zelfde huis is eene republiek,
waar allen vrij en gelijk zijn, indien de menschen
ergens op den aardbodem vrij en gelijk zijn;
rijn eigen Witboeken kan nagaan, dat alle drie
mogendheden et in toestemden de onzijdigheid
van België te waarborgen, eohtei op voorwaar
de, dat de andere twee het ook dioden, hetgeen
neerkwam op de voorwaarde, dat er geen oorlog
zou zijn. Wij moeten deze Belgi&ohe kwestie
recht in de oogen zien. Van de onafhankelijk
heid van België is evenimin sprake als van de
onarhankelijkheid van Ierland; en zoo i3 het
altijd geweest sedert België is ingesteld) als een
bufferstaat tusschen de groote mogendheden
van West-E europa.
Zoolang België niet ia geplaatst ón
der bescherming van een supornationale orga
nisatie, die sterker is dan nationale mogend
heden of hun, strijdbare verbonden, rnöet België
zijn tegenwoordig lot ondergaan van een bol
werk voor Engeland en Frankrijk tegen
Duitsohland te zijn, gelijk zoowel Sir Edward
als de rijkskanselier het zoo juist hebben ge
noemd. Engoland is onze buroht, maar België
is zijn buitenwerk, en wij kunnen België niet
toestaan het buitenwerk over te geven, zoo min
als wij kunnen aarzelen, wanneer het dat niet
tegen Duitachland kan houden, om onze troe
pen in het land te werpen en het te verdedigen
als ware het Portsmouth, onverschillig hoe
krachtig België ^daartegen mocht protesteeren.
?oo staan wij er voor en zoo ook Frankrijk.
Iedereen in Europa weet dat, behalve de intee-
kenaars op Londensche geillustreerde halve-
stuiver-dagbladen. Sir Edward en zijn collega's
verkregen bij het begin van den oorlog den
steun van het publiek door de onzijdigheid van
België als iets zoo heiligs hoog te houden, dat
alleen de allerlaagste Hunnen er een wapen
tegen bonden opheffen of een regiment door
een Belgisch veld laten trekken. Ik was het met
Sir Edward zoozeer oneens, dat ik zei, dat, in
dien on* eigen militair succes op het spel
stond, wij eerder de onzijdigheid van den hemel
zelf zouden schenden dan een Duitsoh soldaat
den schijn van een kans te geven den voet op
een Kentschen weg te zetten. Wat er in Grie
kenland is gebeurd heeft bewezen, dat ik vol
komen gelijk had, zelfs met het voorbeeld, dat
ik gaf van het afgezonderde land (Servië), dat
ons op de proef zou kunnen stellen.
Shaw denkt aan de mogelijkheid, dat de
onzijdige staten een einde aan den strijd maken
dcor gezamenlijk voor België's onafhankelijk
heid in te staan. Amerika moet daarbij het
voortouw nemen. Een maand geleden - in
ni„ bad Engeland veel hoop,
dat Amerika zun zijde zou Mezen. „Maar gene
raal Maxwell heeft voorioopig die hoop in
Ierland weggeschoten.» Sl,aw denkt dat Ame
rika, nu het „Lusitania"-gï0ival geregeld is en
zelf geene twist meer heeft, alsnog tussehen-
beide zou kunnen komen.
Hij spot dan nog eens met de zwaarwichtige
en toch zoo holle woorden van Grey, die daarbij
ten onrechte steeds van „wij" spreekt terwijl
hij „ik moest zeggen, en vervolgt:
„We weten allen, dat. hij niet voor den oor
log gereed was, aangezien hij nooit gereed is
vcor iets, dat in deze grove, concrete wereld
gebeurt, al komt het ook «vp hem oandonderen
als een dol geworden motorbus. Maar, wanneer
Sir Edward, vlak tegen do verzekeringen in van
de Engelsche admiraLt en het Engelsche
ministerie van oorlog, verklarende, bij monde
van zijn eigen ministerioole collega's dat hot
opperbevel in Vinanderen vijf jaar voor den
oorlog begon was geregeld en dat do Engelsche
opperbevelhebber in dien tijd het terrein bestu
deerd heeft, en dat de vloot ten volle gereed
was met een opeenstapeling van munitie voor
vijf jaren nog gezwegen, dat het grovelijk
oneervol en een misdadig verzuim van Engeland
zou zijn,' indien het, na zijn afspraak met
Frankrijk, die voorzorgsmaatregelen had ver
waarloosd wanneer Sir Edward niettemin
verzekert, dat „wij" niet voor den oorlog ge
reed waren, dan is da indruk dien hij op Europa
maakt, dat do Machiavellistische Grey van
Duitsche verbeelding aan de werkelijkheid be
antwoordt. En wanneer njj zegt, dat „wij" ver
giftige gassen hebben verworpen als voor be
schaafde volken te vreeseljjk om te gebruiken,
vraagt de verbaasde buitenlander of de Engel
sche min. van buitenlandsohe zaken werkelijk
niet heeft opgemerkt, «at Engeland zich heeft
gehaast ze te gebruiken, zoodra Duitsohland
er de uitvoerbaarheid yan1 had aangetoond.
„Wat aangaat Sir Edward fraaie oude
Whig-droomen van nationalisme en politieke
vrijheid, en zijn „Mij en een vrij Europa",
„Frankrijk, Rusland en Itahe voeren oorlog om
te behoeden al wat de nationaliteiten dierbaar
is," welke uitwerking iflott at a-llee op de on-
rijd i go wereld hebben, om niet te spreken van
onze hoog kritische Jal' n, wanneer zij zien,
dat- nationale onaf' 'n heid nu een on
bruikbaar bijgeloof a at I rankrijk in Ma
rokko, Italië in Dalmanen Rusland in Polen
MBUMMaMAVMNl
evenmin naar vrijheid en nationale onafhan
kelijkheid streven als Oostenrijk in Boheinen,
Duitsohland in Posen en Sleeewijk-Holstein,
Engeland in Egypte, Indië of Ierland, of de
Vereenigde Staten (als ze verstandig rijn) in
MexikoJ Waar dient het toe, die dingen nu te
zéggen tot een wereld, die er ii anders in
kan zien dun de vermaarde Engelsche huiche
larjj, die de Londensoho „Times" erkent en met
aanatellerigen trots verdedigt als do hulde, die
de Engelsehen aan de deugd brengen.
„En o! zal Sir Edward nimmer vergeven en
vergeten, dat de centrale rijken niet kalm met
hem over de zaak wilden komen praten, toen
hot vet al in het vuur was en elk oogenblik
van dralen, indien bet tot oorlog kwam, een
ons gewicht aan den dreigenden Russisohen
stoomroller toevoegde? De Balkan-moeilijkhedd
heeft bewezen, hoe bedarend een geeprek met
Sir Edward kan zijn voor menschen, die niet
willen vechten; maar toen zij van gedachten
waren veranderd en onder zekere omstandige
heid wel bereid waren te vechten, schreeuwde
do heele wereld Sir Edward Grey de ronde
vraag toe of hij onder die omstandigheden al
dan niet zou vechten." Maar Sir Jïdward gaf
geen rond antwoord.
Shaw haalt vervolgens Grey over den hekel
ovor zijn voortdurend herkauwen van oude be
weringen en de grove wijze, waarep hij over
de vijanden van Engeland spreekt. „Misschien
moeten wij een maand langer oorlog voeren,"
zegt Shaw, ..ornaat Sir Ed-ward driftig is ge
worden." En hij besluit:
„Reeds in J.9O0, sprekende van een afschuwe
lijke episode in de geschiedenis van onze bezet
ting van Egypte, gaf ik als mijn meening te
kennen, dat Sir Edward door zijn karakter en
do beperktheid vn zijn bekwaamheden, onge
schikt was voor het hoogelijk gespecialiseerde
werk van een minister van huitenlandeche za
ken. Er is sedert niets gebeurd, dat die m - ring
van mij een oogenblik aan het wankelen hoeft
gebracht. Ik vraag af, of ik de eenige ben
die geloof, dat zijn vrijwillige overplaatsing
naar een geschikter departement do grootste
dienst zou zijn dien hij zijn zwaar beroerd vader
land kon brengen."
Zweden en de ü- en mijnoorlog.
„Borlingske Tidende" verneemt uit Stock
holm dat volgens het verslag van de Zweedsohe
oorlogscommissio voor het tijdperk van 17 Aug.
1914 tot 31 Juli 1916 in het geheel 91 Zweed -
sehe schepen gedurende den oorlog vernietigd
zijn of verloren gegaan; 6 zijn getorpedeerd
en 28 op mijnen gdoopen; 212 personen ver
loren het loven en 0 zijn gewond geworden.
Het materieele verlies aan Zweedsehe schepen
en verbeurd verklaardo ladingen door Enge
land bedraagt 45000.000 kronen (30 mill, gul
den) en dat aan ^Zweedsehe schepen en ver
beurd verklaarde ladingen aan Duiteekland
1.000.000 kronen.
Achter de ïaonzo.
Uit het Ooetenrijksche oorlogspersk w artier
wordt gemeld: Het nieuwe front is korter dan
het oude en terwijl de vorige Doberrfontellir.gvu
voor uitstaken en dus van 8 kanten konden
worden beschoten, bezetten de Ooatenrijkseh-
IJongaarsoho troepen thans nagenoeg een
rechte lijn. Evenals vroeger ligt de stad Görz
binnen het bereik van het geschutsvuur. Ook
Zaterdagavond, deden de Italianen de uiterste
pogingen om de hoogten van Görz te veroveren.
Zevenmaal drongen uit de vernielde straten
van Görz Italiaanscho afdeelingen tot den
stormaanval vooruit maar even dikwijle moes
ten zjj terugkeeren.
Verder in het Zuiden verloopt de nieuwe ver
dedigingslinie zoo, dat de aanvallers de diepe
steenachtige kloof Valonne moeten oversteken,
die slechts 60 a 60 M. boven den zeespiegel ligt,
terwijl de vlakten en hoogten van den Harst
dio boven den Oostelijken rand der kloof uit
steken en thans door de Oostenrijksche troepen
verdedigd worden tot 300 M. hoog zijn. Het
hoogteverschil tuseohen de Isonzovlakte en het
hoogste punt van het plateau van Doberdo, der
historisch geworden Monte San Michel bedroeg
evenveel. In het Karstgebied is een verheffing
van 200 M. reeds van groote krijgskundige be-
teekenis.
De vlueht van Marchal boven Berlijn.
Naar aanleiding van de vlucht van den
Franschen vliegerluftenant Mardhad, die,
volgens de berichten van Nancy over Ber
lijn naar Cholm moet zyu gevlogen, consta-
teerdt de „NorddeuLce Allgerneine Zei-
tung", dat noch in Berlijn, noch in den om
trek daarvan, een exemplaar van de procla
maties is gevonden, die die vlieger over de
stad moet bobben geworpei dat voor het
overige die ^groolaroatie, waarvan de ?VN oixi-
deutsehe" den tekst aan het „Journal" ont
leent, met een onwaarheid begint; daar een
bombardement van Li ar lijn niet uitvoerbaar
io, omdat men over zoo rooten afstand
vliegend niet andere dan benzine en geen
bommen mee kan nemen en daar de Fran
schen reeds la ng hebben getoond er geen
heen in te zien, aar zij het wel kunnen,
open Dniteebe sti-'en te bombardeeren, en
zij het dus niet op rekening van hun edel
moedigheid hoeven te schrijven, als zij geen
hommen naar Berlijn kunnen brengen.
Als sportieve prestatie blijft de vlucht van
den Fraiioehen vlieger te prijzen, ofschoon
men reeds vóór den oorlog over veel lan
gere afstanden heeft gevlogen.
Voor brandbommen om den oogst te ver
melen behoeft men ook niet bang -te zijn,
zegt de ^Norddeutsehe" nog, want het is
voor de vliegers der entente niet mogelijk
daarvan een voldoende hoeveelheid in hun
toestellen mee te voeren om daarmee in die
richting iets van belang uit te voeren.
Het lot van Péronne.
Aan do „Deutsche Tageszeatung" wordt door
zijn oorlogscorrespondent in het Duitsche
hoofdkwartier, d.d. 11 Aug. geseind:
Midden in het hevige vuur van de Fransehe
batterijen is het Duitschen soldaten gelukt
eenigen wijken van de reeds aan alh hoeken en.
kanten brandende stad Péronne te redden. £ij
lieten de in vlammen staande blokken huizen
met dynamiet in de lucht springen en verhin
derden met dit eenig mogelijke middel, dat de
gloed van den brand nog ongerepte wijken aan
stak. Het is bijzonder heuglijk, dat het zoo ge
lukt is de sehoone St. Janskathedraal voor
ioopig te redden. Alleen de kroon van den toren
i®, blijkbaar door een zware Fransehe granaat
getroffen, verbrijzeld. Yoor het schilderijenmu-
aeum kwam de hulp helaas te laat, daar reeds
de eerste granaat allo schilderijen vernietigd
moet hebben en verdere ontploffingen deze ver
woesting nog verder hebben voltooid.
Een tragisch avontuur.
De „Daily Express" verneemt uit Milaan dat
aan den Oostenrijkschen luitenant Louis Gcntill
eeiL.?>'JZOli>;ier. tragisch avontuur is overkomen.
Bij het uitbreken van den oorlog vluchtte
Gentille's vader uit Trentino en liet zich als vrij
williger in het Italiaansche leger inschrijven. De
zoon moest als Oostenrijker in het Oostenrijksdie
leger dienst nemen en onderscheidde zidi zoo
danig dat hij tot officier werd bevorderd.
Tijdens een der laatste gevechten nam Louis
Gentill een twaalftal Italiaansche Alpini gevan
gen en daaronder bevond zich zijn eigen vader,
liet wederzien was treffend. Vader en zoon om
armden elkaar en daarop gaf de luitenant be
vel de gevangenen achter het front te brengen.
Den volgenden morgen echter werd de vader als
overlooper naar den vijand gefusilleerd.
Kardinaal Hartmann over de wegvoering van
burgers uit het bezette Fransehe gebied.
Men weet, dat Z. H. de Paus bij de Duitsdba
regeering tuoschenbeide gekomen is ten gunste
van die bewoners van het bezette gedeelte van
Noord-Frankrijk, die door de Duitschers uit
hun woonplaatsen Rijsel, Roubaix, Tour-
ooing zijn w eggevoerd, om in Duiitschiand
arbeid te verrichten. Een te Milaan verschij
nend kerkelijk blad meldt en de „Corriere
d'ItaJia" bevostigj het dat de H. Yader dat
gedaan heeft, vóór hem dat door de Fransehe
bisschoppen verzocht was.
liet Milaueesche blad meldt nog verder, dat
het antwoord van de Duitsche regeering den
Paus i9 toegekomen door bemiddeling van
karidinaal Hartmann, die, om de tevredenheid
te bewijzen van de weggevoerde bewoner» van
Noord-Frankrijk, over de behandeling, die zjj
in DiPUehland ondervonden hebben, brieven
van hen aanhaalt, die door de „Gazette des Ar
dennes" zijn gepubliceerd
Volgens de „Corriere d'Italia" heeft het ant
woord van Z.Em. kardinaal Hartmann aan
Z. H. den Paus geluid als volgt:
In de laatste maanden zijn er niet vele Fran
sehe burgers uit het bezette gedeelte van Frank
rijk naar Duitsohland uitgevoerd. Ik meen
veeleer, dat de reden van de bij den Heiligen
Steel ingekomen berichten op het volgende feit
berust
In de bevolkte steden van het industriegebied
van Noord-Frankrijk: Rijsel, Roubaix, Tour-
ooing, ontmoet de voeding der bevolking, on
danks de zorgen van het Spaamsch-Amerikaan
sche steuncomité, steeds ernstiger moeilijkhe
den. Ten einde in dien toestand verbetering
te brengen, is er bevel gegeven, dat een gedeel
te van de bevolking der ateden n.l. dat gedeelte,
dat voor het werk geschikt leek, verdeeld werd
over het land, 't zij met de bedoeling, daardoor,
de gemeente en de steden te ontlasten, 't zij
ook met de bedoeling aan de burger» de ge
legenheid te schenken tot hun levensonderhoud
mede te werken door veldarbeid te verrichten.
Tegen het einde van April rijn er inderdaad
daarom ben ik gekomen op de plaats,' die' ïk
trachtte te vinden, en ik oen nu een mensch
onder de menschen, op den strengsten voet van
gelijkheid met andere menschen. Toch vind ik
hier op den drempel eene zekere ongelijkheid. Er
zijn menschen aan deze tafel, die men om de
een of andere reden naar de oogen ziet, en hier
zit een arme drommel, op wien met minachting
wordt neergezien, die met onverschilligheid
wordt behandeld en ^"nr"€derjnScn w0[dei?
aangedaan, terwijl andere m.sdaad
ik gKtad"' dii het
geval was." stelde- Barrow aan Tracy
eeneaw5?deaiïng voor. Barrow had daarmede een
bepaalde bedoeling. H'i *e^cllte Tracy zich
van dien zonderlinge"i hoed zou ontdoen. Hij
zag er geen kans op, .w^*™°r iemand te krij
gen die zulk een hoed o oeg Barrow vroeg:
op te zetten? Waar hein ge dien vandaan?"
Tracy wist eigeuh.N fli welk antwoord hij
op die vraag zou ge'ïCf';. ^.r zeide eenvoudig:
„Welnu, zonder 'r^.frl' -en te treden,
ik wisselde van kleercnruleen vreemdeling, en
ik zou hem graag terugvinden en mijne eigene
kleeren weer terugkrijèe
„Wel waarom gaat ge dan niet naar hem toe?
Waar is hij
„Dat weet ik met. Ik oacn, dat de beste manier
om hmi te vinden, zou wezen, zijne kleeren te
blijven dragen, die opzichtig genoeg zijn om zijne
aandacht ie trekken, ais ik hem op straat mocht
tegenkomen
„Welnu," zeide Barrow, „uvv kleeren zijd goed
genoeg, en daar zij met al te opzichtig zijn, ver
schillen zij met zooveel van die welke ieder ander
draagt. Maar dien hoed moet ge niet meer dra
gen. Als ge den bewusten man ontmoet, za' hii
u wel aan uwe kleeren herkennen, 't Is een
allerdwaaste hoed, ziet ge in een middelpunt van
beschaving zooals hier. Ik geloof niet, dat een
engel te Washington, als hij zulk een hoed op
had, eene betrekking zou krijgen."
Tracy stemde er in toe, den hoed door een
anderen te vervangen, die een meer gewonen
vorm had, en zij stapten in een trani, die reeds
vol was, en bleven met anderen op het achter
balkon staan. Juist toen de tram voortreed, kre
gen twee mannen, die de straat overstaken Bar
row en Tracy van achteren in het oog,
riepen terstond uit: „Daar is hijl" t Waien
Sellers en Hawkins. Beiden waren zoozeer ver
bijsterd door vreugde, dat, voordat zij tot zich
zelf konden komen en eene poging doen om de
train te doen siilstaan, deze reeds te ver was,
zoodat zij besloten, de eerstvolgende af ie wach
ten. Zij wachtten eene poos; toen maakte
Washington de opmerking, !at het niet veel zou
baten, de eene tram met de andere te volgen, en
dat zij liever een rijtuig moesten nemen Maar
de kolonel zeide:
„Nu ik er over nadenk, is 't eigenlijk niet noo-
dig, hem' te achtervolgen. Nu ik hem belichaamd
heb, kan ik hem zijne bewegingen voorschrijven.
Tegen den tijd dat wij thuis komen, zal hij daar
zijn
Toen begaven zij zich in een toestand van
hevige opgewondenheid naar huis.
Zoodra de hoed voor een anderen verwisseld
was. keerden de beide vrienden langzaam naar
hun kosthuis terug. Barrow was van nieuws
gierigheid vervuld omtrent dezen jonkman. Hij
zeide:
„Zijt ge nooit ia het Rotsgebergte geweest?."
„Neen."
„Zijt ge nooit in de prairieën geweest
"Hoelang zijt g elii dit land geweest?"
„Nog maar weinige dagen."
„Zijt ge vroeger nooit in Amerika geweest?"
„Neen."
Toen dacht Barrow bij zichzelf na. „Wat kun
nen romantische menschen toch rare dingen uit
halen! Daar hebben we nu een jonkman, die
in Engeland over avonturen in de prairieën gele
zen heeft. Hij komt hier en koopt een pak kleeren
dat beter in de prairieën thuis hoort dan hier<
Hij denkt, dat hij daardoor de menschen om den
tuin kan leiden. Maar nu hij in zijn eigen net
gevangen wordt, schaamt hij zich daarvoor en is
bereid, zich daarvan te ontdoen. Welnu, hij is
jong, is nooit ergens geweest, weet niets van de
wereld af, is zonder twijfel sentimenteel, 't Was
toch een zonderlinge keus van hem."
De beide mannen hielden zich eenigen tijd
met hunne gedachten bezig; toen slaakte Tracy
een zucht en zeide:
Mr. Barrow, de zaak van dien jonkman aan
tafel gaat mij toch aan 't hart"
„Bedoelt ge Nat Brady?"
Wordt vervolgd