HilllWE HAUL COMMIT Dl Will VIN DOME. P. J. JANSSEN, DE OORLOG spotkoopjes FEUILLETON Donderdag 17 Aug. Tweede blad Karpetten, Vloerzeilen en Tafelkleeden bij anegahg zie de pamzeh. GROOTE 0PRUINÜN6 VAN 4010 VERSPREIDE GERICHTER DE AMERIKAAN SCHE NOTA. De Amerikaansdie protestnota door den ge zant der Vereenigde Staten te Londen aan Lord Grey overhandigd en welke zich richt tegen de bekende zwarte lijst, luidt, naar de „Times" be richt, in hoofdzaak als volgt: „De aankondiging, dat de Britsche regeering de namen van bepaalde personen, firma's en corporaties in de Vereenigde Staten op een zwar te voorsehriftenlijst heeft geplaatst en alle finan- cièele- en handelsbetrekkingen tusschen hen en Britsche onderdanen verboden heeft, is door het volk en de regeering der Vereenigde Staten met de pijnlijkste verrassing vernomen. •Zij komt de regeering der Vereenigde Staten vcor te zijn een politiek van willekeurige inmen- in den neutralen handel, waartegen, naar de Vereenigde Staten gewenscht schijnt, in de meest besliste termen geprotesteerd moet wor den." De nota gaat vervolgens na welke het doel en de werking zijn van deze politiek en wijst er o. m. op, dat Engelsche stoomvaartmaatschap- Pijen weigeren waren van de verbannen firma's aan te nemen of te vervoeren, terwijl stoomboot maatschappijen van neutrale bezitters de zaak zoo opvatten, dat zij, wanneer zij vrachten van bedoelde firma's aannemen, er op moeten reke nen, in Britsche havens geen kolen enz. te kun nen verkrijgen. Neutrale bankiers en kooplieden durven geen betrekkingen aanknoopen met de in de lijst op genomen ondernemingen, terwijl het duidelijk is, dat de Britsche beambten het verbod ook in néutrale landen als van kracht zijnde be schouwen. „De hardvochtigheid en heillooze invloed van zulk een politiek op den handel der Vereenigde Staten en op de rechten der neutralen, waarvoor de Amerikaansche regeering zonder ophouden zal opkomen, is duidelijk," De nota merkt voorts op, dat op de lijst voor komen Amerikaansche handelshuizen, die in ruime mate bij den in- en uitvoer van Amerika betrokken zijn en dus voor den Amerikaanschen handel belangrijke kanalen vormen. Het herstel len van verbroken verbindingen zal met groote moeilijkheden gepaard gaan, terwijl voorzoover bekend is, ook nieuwe bijlagen der lijst gemaakt kunnen worden. De moeilijkheden van onverdiende benadeeling van .meakaansche burgers, die voortkomen uit zulke willèkeurige maatregelen, zoowel als de ernstige en c .uerekênbare onderbreking van den Amerikaanschen handel, zijn grenzeloos. Welis waar is verklaard, dat bij de toepassing streng gelet zou worden op de rechten der neutralen, maar het is duidelijk, dat bedoelde maatregelen onvereenigbaar zijn met de rechten van onder danen van alle naties, die niet in den oorlog zijn betrokken. De nota herinnert er aan, dat de burgers der Vereenigde Staten volkomen in hun recht zijn, wanneer zij moeite doen met de volkeren of regecringen van welke natie ook, die thans in oorlog is, handel te drijven en dat zij daarbij slechts onderworpen zijn aan de nauwkeurig bepaalde internationale gebruiken en overeen komsten, in verband waarmede de regeering der Vereenigde Staten gelooft, dat de regeering van Groot-Brittannië haar maar al te dikwijls en te lichtvaardig heeft miskend. Er bestaan welbekende weermiddelen en straf fen voor blokkadebreuk, voor zoover er sprake is van een werkelijke jen inderdaad doeltreffende blokkade, voor handel in contrabande en voor elke niet-neutrale handeling, van welke zijde deze ook moge uitgaan. De regeering der Vereenigde Staten kan echter haar toestemming niet geven, dat deze weer middelen en straffen ten nadeele van haar eigen burgers of in miskenning van haar eigen rech ten, naar willekeur van één mogendheid of een groep van mogendheden worden veranderd of uitgebreid. De nota wijst op het beginsel, volgens hetwelk neutralen niet veroordeeld, noch hun waren w beslag genomen kunnen worden, dan op grond van een onpartijdige gerechtelijke beslissing en nadat zij door een prijzengerechtshof zijn ge hoord. Deze zekerheidsstelling zet de zwarte lijst een voudig ter zijde, zij veroordeelt zonder verhoor, baat r voora*Kaande aankondiging en bij voor heven 50V?n iederen twijfel ver- dc Vereenigde Staten hiermede ceen genoegen kunnen nemen, terwijl de American SChe regeering zich gedwongen ziet zulk een op- treden als onvereenigbaar ie beschouwen mei ware gerechtigheid, oprechte vriendschap en onpartijdige eerlijkheid. De goede handelsbetrekkingen 'tusschen Groot- Brittannië en de Vereenigde Staten zijn ernstig in gevaar gebracht. De Amerikaansche regeering wenscht geen Amerikaansche burgers of han delshuizen in bescherming te nemen tegen de rechtmatige gevolgen van niet-neutrale hande lingen en gaat er mede accoord, dat dezulken de straffen ondergaan, welke het volkenrecht en de traditie der volkeren daaromtrent toelaten. „De regeering van Groot-Brittannië kan echter niet verwachten aldus besluit de nota dat de regeering der Vereenigde Staten haar toe stemming er toe zal geven, dat haar burgers op een eenzijdig opgemaakte zwarte lijst geplaatst worden, zonder de aandacht der Britsche regee- rjng op de meest ernstige wijze op de vele ern stige gevolgen voor de neutrale betrekkingen te vestigen, welke zulk een handelwijze noodzake lijkerwijze met zich moet brengen. De Ameri kaansche regeering hoopt en neemt aan, dat de Britsche regiering, in verband met de verklaar bare uitslu..ingspolitiek alleen met een enkel dringend politiek oogmerk gehandeld heeft, zon der ten volle in te zien, hoeveel ongewenschte en onverkwikkelijke toestanden hieruit kunnen voortkomen." SHAW OVER GREY. In de „New-York Times" schrijft Bernard Shaw over Grey, naar aanleiding van diens interview, dat den 14en Mei 1.1. in dat blad en in de „Chicago Daily Netws" was verschenen. Shaw noemt dat interview onrustbarend, want. zegt hij, „het schijnt te dagteekenen uit Augustus 1914. Immers, als Sir E. Grey geen stap is gevorderd na die jammerlijke maand, toen alle menschen een hoop onzin uitkraam den en Sir Edward daartoe zijn volle aandeel bijdroeg, is het vooruitzicht zorgelijk. Want men moet niet vergeten, dat, in weerwil van al wat er in Engeland wordt gesproken over de voorwaarden, waarop Engeland, naar de heer Asquith het uitdrukt, het zwaard zal opsteken, en in weerwil van al do betuigingen van Lon- densche journalisten, dat zij zullen staan op dit en liever zullen sterven dan dat dulden, dat zij zullen vechten tot den laatsten man, den laat- sten stuiver en de laatsten druppel van ons bloed, niettemin zal dit gebeuren, nJ. dat op een goeden dag Sir E. Grey het Lagerhuis komt mededeelen, dat hij een verdrag heeft ge tee kend en dat Engeland, al is het er niet van ge diend, het maar kan slikken. Dat was de ma nier, toen Brittanje ten oorlog ging. Dat was de manier', toen het zich verbond niet met vechten op te houden voor zijn bondgenooten er genoeg van hebben. En aangezien dat ook de manier zal zijn, wanneer al de oorlogvoeren den er genoeg van hebben, lijkt het vrij mal van men&ehen, die niet aan het departement van buitenlandsohe zaken zitten, om opgewonden te schrijven en te oreeren, alsof zij een duit in Sir E. Grey's zakje zullen kunnen doen. Men kan niet duidelijk genoeg inzien, dat voor het einde zoowel als voor het begin van den oorlog, Enge land geheel in handen van het ministerie van buitenlandsohe zaken is, en dat, zoolang Sir E. Grey minister van buitlandsclie zaken blijft, Engeland's belangen en eer en, inderdaad, Europa's toekomst, zoover diplomatiek bedrijf ditai" invloed op heeft, volkomen zijn overge leverd aan Sir Edward's bekwaamheid en ka rakter. „Dat is een ernstige verantwoordelijkheid en zelfs bij de gunstigste waardeering van Sir Ed ward's gaven zet het Britsche rijk zooveel op het spel als slechts een vevslnafde dobbelaar of een dweepziek aanhanger tan Engelsche jon- kerregeering van harte kan genieten. Daarom staat men verbaasd, wanneer men, in een uit lating van Sir E, Grey, waarin men moet on derstellen, dat zjj zoozeer op de hoogte van den tijd is als eenige uitspraak in oorlogstijd wezen kan, onderstellingen en beweringen leest, die, sedert tegen het midden van 1915 de openbare meening tot bedaren begon te komen, onder ernstige onderzoeker® van den oorlog buiten gebruik zijn geraakt. „Sir Edward schijnt nog altijd te willen on derhandelen op de onderstelling dat hij is uit getogen op een kru'stoclit tegen zekere dingen die Trcitschke heeft geschreven, maar de Duit- sche regeering en het Duitsche volk zijn even min verantwoordelijk voor die dingen (aange zien zjj z« voor het meer endeels niet gelezen hebben) als het Engelsche volk en de Engelsche regeering vertanwoordelijk zijn voor precies dezelfde dingen, die generaal Butler en andere h.ngelscho militaristische schrijvers hebben ge schreven „Sir Edward is nog altijd onder den indruk, dat toen België Duitsohland, Frankrijk en En geland de belofte vroeg om zfjn onzijdigheid te eerbiedigen, Duitsohland het weigerde en En.' geland en Frankrijk die belofte gaven De waarheid is, gelijk Sir Edward gemakkelijk in Satyriek verhaal van Mark Twain. (Uit het Amerikaanech). 26 D't tooneel maakte een onaangenamen indruk P Mte. Marsh. Zij zag er uit als iemand, die '°PP1 tegen hope, dat het onmogelijke nog zal fieoeuren. Maar daar het onmogelijke niet ge buide, waagde zij het eindelijk te spreken en ïj baar echtgenoot aan te herinneren, dat Nat a"Y nog niet van het gestoofde eten bediend vas. Marsh richtte het hoofd op en vroeg met spot- 'de hoffelijkheid: „O, heeft hij nog niet gehad? spijt mij. Ik weet niet, hoe ik zoo dom niest ben om hem over 't hoofd té zien. Hij ge het mij maar niet kwalijk nemen. Dat moet het ?r niet, Mr. Baxter Barker ge moet Juist maar vergeven. Ik mijne aandacht was was. \iets anders gevestigd, ik weet niet meer gebeurt bet nicest spijt, is dat dit telkens ;,ief te;Maar ge moet die kleinigheden maar va« ftMr. Bunker, die kleine onattenties 'ril, e„' r uit. Dat schijnt mij telkens te gebeu- ofe w 'chijnt juist te gebeuren met iemand, met iemand die al drie weken met de betaling van zijn geld ten achteren is. Maar hier is uw gestoofd eten het doet mij veel pleizier, dat er nog over is, en ik hoop, dat gij u in het aannemen der liefdegave evenzeer zult verheugen als ik mij verheug in het schenken daarvan." Een blos vertoonde zich op de bleeke wangen van Brady en verspreidde zich naar zijne ooien en zijn voorhoofd, maar hij zeide niets en begon zijne portie op te eten, te midden van het onaan gename van een algemeen stilzwijgen en het «re- voel, dat aller oogen op hem gevestigd waren. Barrow fluisterde Tracy toe: „De oude man heeft het met opzet gedaan Hij zou zich dat kansje niet graag hebben laten ontloopen." „Ik vind het eene schandalige behandeling," zeide Tracy. Toen zeide hij bij zichzelf, met het plan deze gedachten later in zijn dagboek op te schrijven: „Kijk, hier in dit zelfde huis is eene republiek, waar allen vrij en gelijk zijn, indien de menschen ergens op den aardbodem vrij en gelijk zijn; rijn eigen Witboeken kan nagaan, dat alle drie mogendheden et in toestemden de onzijdigheid van België te waarborgen, eohtei op voorwaar de, dat de andere twee het ook dioden, hetgeen neerkwam op de voorwaarde, dat er geen oorlog zou zijn. Wij moeten deze Belgi&ohe kwestie recht in de oogen zien. Van de onafhankelijk heid van België is evenimin sprake als van de onarhankelijkheid van Ierland; en zoo i3 het altijd geweest sedert België is ingesteld) als een bufferstaat tusschen de groote mogendheden van West-E europa. Zoolang België niet ia geplaatst ón der bescherming van een supornationale orga nisatie, die sterker is dan nationale mogend heden of hun, strijdbare verbonden, rnöet België zijn tegenwoordig lot ondergaan van een bol werk voor Engeland en Frankrijk tegen Duitsohland te zijn, gelijk zoowel Sir Edward als de rijkskanselier het zoo juist hebben ge noemd. Engoland is onze buroht, maar België is zijn buitenwerk, en wij kunnen België niet toestaan het buitenwerk over te geven, zoo min als wij kunnen aarzelen, wanneer het dat niet tegen Duitachland kan houden, om onze troe pen in het land te werpen en het te verdedigen als ware het Portsmouth, onverschillig hoe krachtig België ^daartegen mocht protesteeren. ?oo staan wij er voor en zoo ook Frankrijk. Iedereen in Europa weet dat, behalve de intee- kenaars op Londensche geillustreerde halve- stuiver-dagbladen. Sir Edward en zijn collega's verkregen bij het begin van den oorlog den steun van het publiek door de onzijdigheid van België als iets zoo heiligs hoog te houden, dat alleen de allerlaagste Hunnen er een wapen tegen bonden opheffen of een regiment door een Belgisch veld laten trekken. Ik was het met Sir Edward zoozeer oneens, dat ik zei, dat, in dien on* eigen militair succes op het spel stond, wij eerder de onzijdigheid van den hemel zelf zouden schenden dan een Duitsoh soldaat den schijn van een kans te geven den voet op een Kentschen weg te zetten. Wat er in Grie kenland is gebeurd heeft bewezen, dat ik vol komen gelijk had, zelfs met het voorbeeld, dat ik gaf van het afgezonderde land (Servië), dat ons op de proef zou kunnen stellen. Shaw denkt aan de mogelijkheid, dat de onzijdige staten een einde aan den strijd maken dcor gezamenlijk voor België's onafhankelijk heid in te staan. Amerika moet daarbij het voortouw nemen. Een maand geleden - in ni„ bad Engeland veel hoop, dat Amerika zun zijde zou Mezen. „Maar gene raal Maxwell heeft voorioopig die hoop in Ierland weggeschoten.» Sl,aw denkt dat Ame rika, nu het „Lusitania"-gï0ival geregeld is en zelf geene twist meer heeft, alsnog tussehen- beide zou kunnen komen. Hij spot dan nog eens met de zwaarwichtige en toch zoo holle woorden van Grey, die daarbij ten onrechte steeds van „wij" spreekt terwijl hij „ik moest zeggen, en vervolgt: „We weten allen, dat. hij niet voor den oor log gereed was, aangezien hij nooit gereed is vcor iets, dat in deze grove, concrete wereld gebeurt, al komt het ook «vp hem oandonderen als een dol geworden motorbus. Maar, wanneer Sir Edward, vlak tegen do verzekeringen in van de Engelsche admiraLt en het Engelsche ministerie van oorlog, verklarende, bij monde van zijn eigen ministerioole collega's dat hot opperbevel in Vinanderen vijf jaar voor den oorlog begon was geregeld en dat do Engelsche opperbevelhebber in dien tijd het terrein bestu deerd heeft, en dat de vloot ten volle gereed was met een opeenstapeling van munitie voor vijf jaren nog gezwegen, dat het grovelijk oneervol en een misdadig verzuim van Engeland zou zijn,' indien het, na zijn afspraak met Frankrijk, die voorzorgsmaatregelen had ver waarloosd wanneer Sir Edward niettemin verzekert, dat „wij" niet voor den oorlog ge reed waren, dan is da indruk dien hij op Europa maakt, dat do Machiavellistische Grey van Duitsche verbeelding aan de werkelijkheid be antwoordt. En wanneer njj zegt, dat „wij" ver giftige gassen hebben verworpen als voor be schaafde volken te vreeseljjk om te gebruiken, vraagt de verbaasde buitenlander of de Engel sche min. van buitenlandsohe zaken werkelijk niet heeft opgemerkt, «at Engeland zich heeft gehaast ze te gebruiken, zoodra Duitsohland er de uitvoerbaarheid yan1 had aangetoond. „Wat aangaat Sir Edward fraaie oude Whig-droomen van nationalisme en politieke vrijheid, en zijn „Mij en een vrij Europa", „Frankrijk, Rusland en Itahe voeren oorlog om te behoeden al wat de nationaliteiten dierbaar is," welke uitwerking iflott at a-llee op de on- rijd i go wereld hebben, om niet te spreken van onze hoog kritische Jal' n, wanneer zij zien, dat- nationale onaf' 'n heid nu een on bruikbaar bijgeloof a at I rankrijk in Ma rokko, Italië in Dalmanen Rusland in Polen MBUMMaMAVMNl evenmin naar vrijheid en nationale onafhan kelijkheid streven als Oostenrijk in Boheinen, Duitsohland in Posen en Sleeewijk-Holstein, Engeland in Egypte, Indië of Ierland, of de Vereenigde Staten (als ze verstandig rijn) in MexikoJ Waar dient het toe, die dingen nu te zéggen tot een wereld, die er ii anders in kan zien dun de vermaarde Engelsche huiche larjj, die de Londensoho „Times" erkent en met aanatellerigen trots verdedigt als do hulde, die de Engelsehen aan de deugd brengen. „En o! zal Sir Edward nimmer vergeven en vergeten, dat de centrale rijken niet kalm met hem over de zaak wilden komen praten, toen hot vet al in het vuur was en elk oogenblik van dralen, indien bet tot oorlog kwam, een ons gewicht aan den dreigenden Russisohen stoomroller toevoegde? De Balkan-moeilijkhedd heeft bewezen, hoe bedarend een geeprek met Sir Edward kan zijn voor menschen, die niet willen vechten; maar toen zij van gedachten waren veranderd en onder zekere omstandige heid wel bereid waren te vechten, schreeuwde do heele wereld Sir Edward Grey de ronde vraag toe of hij onder die omstandigheden al dan niet zou vechten." Maar Sir Jïdward gaf geen rond antwoord. Shaw haalt vervolgens Grey over den hekel ovor zijn voortdurend herkauwen van oude be weringen en de grove wijze, waarep hij over de vijanden van Engeland spreekt. „Misschien moeten wij een maand langer oorlog voeren," zegt Shaw, ..ornaat Sir Ed-ward driftig is ge worden." En hij besluit: „Reeds in J.9O0, sprekende van een afschuwe lijke episode in de geschiedenis van onze bezet ting van Egypte, gaf ik als mijn meening te kennen, dat Sir Edward door zijn karakter en do beperktheid vn zijn bekwaamheden, onge schikt was voor het hoogelijk gespecialiseerde werk van een minister van huitenlandeche za ken. Er is sedert niets gebeurd, dat die m - ring van mij een oogenblik aan het wankelen hoeft gebracht. Ik vraag af, of ik de eenige ben die geloof, dat zijn vrijwillige overplaatsing naar een geschikter departement do grootste dienst zou zijn dien hij zijn zwaar beroerd vader land kon brengen." Zweden en de ü- en mijnoorlog. „Borlingske Tidende" verneemt uit Stock holm dat volgens het verslag van de Zweedsohe oorlogscommissio voor het tijdperk van 17 Aug. 1914 tot 31 Juli 1916 in het geheel 91 Zweed - sehe schepen gedurende den oorlog vernietigd zijn of verloren gegaan; 6 zijn getorpedeerd en 28 op mijnen gdoopen; 212 personen ver loren het loven en 0 zijn gewond geworden. Het materieele verlies aan Zweedsehe schepen en verbeurd verklaardo ladingen door Enge land bedraagt 45000.000 kronen (30 mill, gul den) en dat aan ^Zweedsehe schepen en ver beurd verklaarde ladingen aan Duiteekland 1.000.000 kronen. Achter de ïaonzo. Uit het Ooetenrijksche oorlogspersk w artier wordt gemeld: Het nieuwe front is korter dan het oude en terwijl de vorige Doberrfontellir.gvu voor uitstaken en dus van 8 kanten konden worden beschoten, bezetten de Ooatenrijkseh- IJongaarsoho troepen thans nagenoeg een rechte lijn. Evenals vroeger ligt de stad Görz binnen het bereik van het geschutsvuur. Ook Zaterdagavond, deden de Italianen de uiterste pogingen om de hoogten van Görz te veroveren. Zevenmaal drongen uit de vernielde straten van Görz Italiaanscho afdeelingen tot den stormaanval vooruit maar even dikwijle moes ten zjj terugkeeren. Verder in het Zuiden verloopt de nieuwe ver dedigingslinie zoo, dat de aanvallers de diepe steenachtige kloof Valonne moeten oversteken, die slechts 60 a 60 M. boven den zeespiegel ligt, terwijl de vlakten en hoogten van den Harst dio boven den Oostelijken rand der kloof uit steken en thans door de Oostenrijksche troepen verdedigd worden tot 300 M. hoog zijn. Het hoogteverschil tuseohen de Isonzovlakte en het hoogste punt van het plateau van Doberdo, der historisch geworden Monte San Michel bedroeg evenveel. In het Karstgebied is een verheffing van 200 M. reeds van groote krijgskundige be- teekenis. De vlueht van Marchal boven Berlijn. Naar aanleiding van de vlucht van den Franschen vliegerluftenant Mardhad, die, volgens de berichten van Nancy over Ber lijn naar Cholm moet zyu gevlogen, consta- teerdt de „NorddeuLce Allgerneine Zei- tung", dat noch in Berlijn, noch in den om trek daarvan, een exemplaar van de procla maties is gevonden, die die vlieger over de stad moet bobben geworpei dat voor het overige die ^groolaroatie, waarvan de ?VN oixi- deutsehe" den tekst aan het „Journal" ont leent, met een onwaarheid begint; daar een bombardement van Li ar lijn niet uitvoerbaar io, omdat men over zoo rooten afstand vliegend niet andere dan benzine en geen bommen mee kan nemen en daar de Fran schen reeds la ng hebben getoond er geen heen in te zien, aar zij het wel kunnen, open Dniteebe sti-'en te bombardeeren, en zij het dus niet op rekening van hun edel moedigheid hoeven te schrijven, als zij geen hommen naar Berlijn kunnen brengen. Als sportieve prestatie blijft de vlucht van den Fraiioehen vlieger te prijzen, ofschoon men reeds vóór den oorlog over veel lan gere afstanden heeft gevlogen. Voor brandbommen om den oogst te ver melen behoeft men ook niet bang -te zijn, zegt de ^Norddeutsehe" nog, want het is voor de vliegers der entente niet mogelijk daarvan een voldoende hoeveelheid in hun toestellen mee te voeren om daarmee in die richting iets van belang uit te voeren. Het lot van Péronne. Aan do „Deutsche Tageszeatung" wordt door zijn oorlogscorrespondent in het Duitsche hoofdkwartier, d.d. 11 Aug. geseind: Midden in het hevige vuur van de Fransehe batterijen is het Duitschen soldaten gelukt eenigen wijken van de reeds aan alh hoeken en. kanten brandende stad Péronne te redden. £ij lieten de in vlammen staande blokken huizen met dynamiet in de lucht springen en verhin derden met dit eenig mogelijke middel, dat de gloed van den brand nog ongerepte wijken aan stak. Het is bijzonder heuglijk, dat het zoo ge lukt is de sehoone St. Janskathedraal voor ioopig te redden. Alleen de kroon van den toren i®, blijkbaar door een zware Fransehe granaat getroffen, verbrijzeld. Yoor het schilderijenmu- aeum kwam de hulp helaas te laat, daar reeds de eerste granaat allo schilderijen vernietigd moet hebben en verdere ontploffingen deze ver woesting nog verder hebben voltooid. Een tragisch avontuur. De „Daily Express" verneemt uit Milaan dat aan den Oostenrijkschen luitenant Louis Gcntill eeiL.?>'JZOli>;ier. tragisch avontuur is overkomen. Bij het uitbreken van den oorlog vluchtte Gentille's vader uit Trentino en liet zich als vrij williger in het Italiaansche leger inschrijven. De zoon moest als Oostenrijker in het Oostenrijksdie leger dienst nemen en onderscheidde zidi zoo danig dat hij tot officier werd bevorderd. Tijdens een der laatste gevechten nam Louis Gentill een twaalftal Italiaansche Alpini gevan gen en daaronder bevond zich zijn eigen vader, liet wederzien was treffend. Vader en zoon om armden elkaar en daarop gaf de luitenant be vel de gevangenen achter het front te brengen. Den volgenden morgen echter werd de vader als overlooper naar den vijand gefusilleerd. Kardinaal Hartmann over de wegvoering van burgers uit het bezette Fransehe gebied. Men weet, dat Z. H. de Paus bij de Duitsdba regeering tuoschenbeide gekomen is ten gunste van die bewoners van het bezette gedeelte van Noord-Frankrijk, die door de Duitschers uit hun woonplaatsen Rijsel, Roubaix, Tour- ooing zijn w eggevoerd, om in Duiitschiand arbeid te verrichten. Een te Milaan verschij nend kerkelijk blad meldt en de „Corriere d'ItaJia" bevostigj het dat de H. Yader dat gedaan heeft, vóór hem dat door de Fransehe bisschoppen verzocht was. liet Milaueesche blad meldt nog verder, dat het antwoord van de Duitsche regeering den Paus i9 toegekomen door bemiddeling van karidinaal Hartmann, die, om de tevredenheid te bewijzen van de weggevoerde bewoner» van Noord-Frankrijk, over de behandeling, die zjj in DiPUehland ondervonden hebben, brieven van hen aanhaalt, die door de „Gazette des Ar dennes" zijn gepubliceerd Volgens de „Corriere d'Italia" heeft het ant woord van Z.Em. kardinaal Hartmann aan Z. H. den Paus geluid als volgt: In de laatste maanden zijn er niet vele Fran sehe burgers uit het bezette gedeelte van Frank rijk naar Duitsohland uitgevoerd. Ik meen veeleer, dat de reden van de bij den Heiligen Steel ingekomen berichten op het volgende feit berust In de bevolkte steden van het industriegebied van Noord-Frankrijk: Rijsel, Roubaix, Tour- ooing, ontmoet de voeding der bevolking, on danks de zorgen van het Spaamsch-Amerikaan sche steuncomité, steeds ernstiger moeilijkhe den. Ten einde in dien toestand verbetering te brengen, is er bevel gegeven, dat een gedeel te van de bevolking der ateden n.l. dat gedeelte, dat voor het werk geschikt leek, verdeeld werd over het land, 't zij met de bedoeling, daardoor, de gemeente en de steden te ontlasten, 't zij ook met de bedoeling aan de burger» de ge legenheid te schenken tot hun levensonderhoud mede te werken door veldarbeid te verrichten. Tegen het einde van April rijn er inderdaad daarom ben ik gekomen op de plaats,' die' ïk trachtte te vinden, en ik oen nu een mensch onder de menschen, op den strengsten voet van gelijkheid met andere menschen. Toch vind ik hier op den drempel eene zekere ongelijkheid. Er zijn menschen aan deze tafel, die men om de een of andere reden naar de oogen ziet, en hier zit een arme drommel, op wien met minachting wordt neergezien, die met onverschilligheid wordt behandeld en ^"nr"€derjnScn w0[dei? aangedaan, terwijl andere m.sdaad ik gKtad"' dii het geval was." stelde- Barrow aan Tracy eeneaw5?deaiïng voor. Barrow had daarmede een bepaalde bedoeling. H'i *e^cllte Tracy zich van dien zonderlinge"i hoed zou ontdoen. Hij zag er geen kans op, .w^*™°r iemand te krij gen die zulk een hoed o oeg Barrow vroeg: op te zetten? Waar hein ge dien vandaan?" Tracy wist eigeuh.N fli welk antwoord hij op die vraag zou ge'ïCf';. ^.r zeide eenvoudig: „Welnu, zonder 'r^.frl' -en te treden, ik wisselde van kleercnruleen vreemdeling, en ik zou hem graag terugvinden en mijne eigene kleeren weer terugkrijèe „Wel waarom gaat ge dan niet naar hem toe? Waar is hij „Dat weet ik met. Ik oacn, dat de beste manier om hmi te vinden, zou wezen, zijne kleeren te blijven dragen, die opzichtig genoeg zijn om zijne aandacht ie trekken, ais ik hem op straat mocht tegenkomen „Welnu," zeide Barrow, „uvv kleeren zijd goed genoeg, en daar zij met al te opzichtig zijn, ver schillen zij met zooveel van die welke ieder ander draagt. Maar dien hoed moet ge niet meer dra gen. Als ge den bewusten man ontmoet, za' hii u wel aan uwe kleeren herkennen, 't Is een allerdwaaste hoed, ziet ge in een middelpunt van beschaving zooals hier. Ik geloof niet, dat een engel te Washington, als hij zulk een hoed op had, eene betrekking zou krijgen." Tracy stemde er in toe, den hoed door een anderen te vervangen, die een meer gewonen vorm had, en zij stapten in een trani, die reeds vol was, en bleven met anderen op het achter balkon staan. Juist toen de tram voortreed, kre gen twee mannen, die de straat overstaken Bar row en Tracy van achteren in het oog, riepen terstond uit: „Daar is hijl" t Waien Sellers en Hawkins. Beiden waren zoozeer ver bijsterd door vreugde, dat, voordat zij tot zich zelf konden komen en eene poging doen om de train te doen siilstaan, deze reeds te ver was, zoodat zij besloten, de eerstvolgende af ie wach ten. Zij wachtten eene poos; toen maakte Washington de opmerking, !at het niet veel zou baten, de eene tram met de andere te volgen, en dat zij liever een rijtuig moesten nemen Maar de kolonel zeide: „Nu ik er over nadenk, is 't eigenlijk niet noo- dig, hem' te achtervolgen. Nu ik hem belichaamd heb, kan ik hem zijne bewegingen voorschrijven. Tegen den tijd dat wij thuis komen, zal hij daar zijn Toen begaven zij zich in een toestand van hevige opgewondenheid naar huis. Zoodra de hoed voor een anderen verwisseld was. keerden de beide vrienden langzaam naar hun kosthuis terug. Barrow was van nieuws gierigheid vervuld omtrent dezen jonkman. Hij zeide: „Zijt ge nooit ia het Rotsgebergte geweest?." „Neen." „Zijt ge nooit in de prairieën geweest "Hoelang zijt g elii dit land geweest?" „Nog maar weinige dagen." „Zijt ge vroeger nooit in Amerika geweest?" „Neen." Toen dacht Barrow bij zichzelf na. „Wat kun nen romantische menschen toch rare dingen uit halen! Daar hebben we nu een jonkman, die in Engeland over avonturen in de prairieën gele zen heeft. Hij komt hier en koopt een pak kleeren dat beter in de prairieën thuis hoort dan hier< Hij denkt, dat hij daardoor de menschen om den tuin kan leiden. Maar nu hij in zijn eigen net gevangen wordt, schaamt hij zich daarvoor en is bereid, zich daarvan te ontdoen. Welnu, hij is jong, is nooit ergens geweest, weet niets van de wereld af, is zonder twijfel sentimenteel, 't Was toch een zonderlinge keus van hem." De beide mannen hielden zich eenigen tijd met hunne gedachten bezig; toen slaakte Tracy een zucht en zeide: Mr. Barrow, de zaak van dien jonkman aan tafel gaat mij toch aan 't hart" „Bedoelt ge Nat Brady?" Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5