HEME HAARL. EOURUNT 11 GRAVEN VU KW IP. J. JANSSEN, feuilleton f mm Si) levensl. ongeschiktheid tot werker ROND DE L1TURQIE SPOTKOOPJES DE OORLÓG Zaterdag 23 Sept. Derde Blad - fcSO bij overlijden - 839 Mj verlies van een 009 109 bi] verlies van een duim 75 bij breuk van een arm of been 69 bij verlies van een wijsvinger Iceii kikia*"aad nuiusiiep toiti tós fit^^enjfanii. GBDOTE OPRUIMING VflH Spetten, Vloerzeilen en Tafelkleeden bij iKEGatSG ZIE DE PAUZEN. VERSFIIEIDE BERICHTEN 00RL99S-ALLERLEI de schipbreukelingen cocxxvn. ketolende rtennês op dit Blad, die het beait zijn ran «ene Verzekeringspolis, "in, volgens de bepalingen op de polissen •«rmeld, tegen ongelukken verzekerd voor! bi) verrfes vsu een hand of voet bii verlies van een anderen vin set De uitkeering dezer bedragen wordt gega randeerd door de „Hollandsche Algemeens Verzekeringsbank" te Schiedam. De vóór t October lSll uitgegeven poli-sss» ciin niet geldia. In de dezer dagen verschenen Memorie van Amwoora op net v.V. der 'ivvceue Kamer.inzase de orondwcisnerziening sciiieel Minister cort van uer Ltnueii, na voorai gezegu te neboen, nat eerst moest vaststaan, wat onder organised kiesrecht is te versman, teneinde te kunnen ue- oorueelen, 01 net organisch kiesrecht de voorkeur vera 1 ent ooveu het individualistische: „BeüoeR men, dat bij ae regeling van het kiesrecht rekening worde gehouaen met duur zame gcnieenscnapsvonnen, zooais b.v. vóór de hransciie revolutie de gilden, waren, dan zou de Munter die voorkeur kunnen deeien. Locii zuike gemeensciiapsvormen bestaan in onze maat- scaappij niet." Vreemde uitspraak in den mond van een Mi- bister, die de vertegenwoordiger en openlijke de cider is van het liberalisme in ons lieve vader land aidus schrijft naar aanleiding hiervan de neer J. van Beurden in de „K. K. Midden stander". wat toch is het geval? L>e gilden, waai van de Minister" spreekt, Waren inderdaad „duurzame gemeenschapsvor men die men 111 onzen tijd zou aanduiden met hen naam van „publiekrechtelijke bedrijfsorga nisaties". Deze pumiekrechtelijke bedrijfsorganisaties hadden de oevoegüheid de aangelegenaeden van het bedrijf eigenmachtig en zensiandig te rege len. Weliswaar geschiedde dit onder het hoogere toezicht der politieke stadsregeering en later onder dat van het absolute vorstendom, doch dit beenit met weg, dat genoemde gil^te-organisaties 'n beginsel het reent en de bevoegdheid hadden, om aoor bindende voorschriften den gang van het betrokken bedrijf te regelen in overeenstem ming zoowel met de belangen der leden als met die der gansche gemeenschap. Welnu, het zijn deze zelfde publiekrechtelijke kilden-organisaties, die juist in naam van het 'Derate oeginsel der bedrijfsvrijheid in koelen h'Oede zijn vermoord. Vermoord, niet om de ziekelijke uitwassen, die zij bij het uitbreken der Fransche revolutie daarvóór vertoonden. fn dat geval toch ware het taak eiyi licht ge feest der liberale corypheeën, die uitwassen weg 'e snijden en ie trachten aan bedoelde publiek rechtelijke bedrijfsorganisatie's weer nieuw .en ifisch bloed in te pompen. Doch vermoord, om wille van het beginsel jm;f, dat in die bedrijfsorganisaties leefde en was belichaamd en dat luide opvloekte tegen het liberale beginsel der onbeperkte vrijheid, zooals de verlichte vrijdenkers dat begrepen, voorston den en propageerden. En thans komt een liberale Minister in een °fficiëel Staatsstuk de verbijsterende verklaring jjüeggen, dat zoo in onze maatschappij nog pu bliekrechtelijke bedrijfsorganisaties bestonden, hij V de voorkeur aan zou geven bij de grondwet telijke regeling van het kiesrecht daarmee reke- hing te houden. De liberale Minister Cort van der Linden *>u dus thans niet meer, zooals vóór ruim hon- jterd jaar geschiedde, op .gewelddadige vernie- J'Sing van eventueel bestaande publiekrechtelijke eÓrijfsorganisaties aansturen. Neen, hij zou ze laten voortbestaan, ja zelfs bestendigen, door er „de voorkeur" aan te geven 6100 ze op te nemen in den grondwettelijken uitbouw der kiesrechtregeling. Quantum mutatus ab illo! mogen we wel zeggen. Hoezeer is het liberalisme van zijn oorspron kelijk wezen ontaard! Ja, haast „omgeslagen in zijn tegendeel", zou Marx, de profeet van het socialisme, den wijs geer Hegel nazeggen. Wij voor ons kunnen niet anders dan toejui chen deze „volte face" van zoo gezaghebbenden liberalen voorman, als Minister Cort van der Linden is. Ook al vermoeden wij, dat hij niet wenscht te onderschrijven de gevolgtrekkingen die wij naar ik meen logisch uit zijn officiëele verkla ring hebben afgeleid. Èn mede zien wij in deze zwenking van den liberalen Minister, een stille en ongewilde hulde aan de Middeleeuwsche economie, zooa'is die is ontslaan en zich heeft ontwikkeld onder den machtigen en vruchtdragenden invloed der ka tholieke beginselen op het bedrijfsleven der toen malige maatschappij. EEN REIS DOOR ZUID- DU ITSCHL AND. Karlsruhe, Baden-Baden, Heidelberg, klinkt hol met ais oen chmax van sonognheid en po$- zie? Ik dacht bet omdat ik Baden-Baden nog niet kende en Heidelberg mij van eenige vroe gere malen een zoo lievo herinnering was. Doch i>ad en-baden spant cie kroon. En toch zagen wij 't op net hoogtepunt van een seizoen dat er geeft, was, zonder harddraverijen, zonder het in ternationale cachet dat het vroeger in zoo hooge mate droeg. Van de 80.UUÜ vreemdelingen die P> aden-vadeus heilzame water en "of zijn ge nietingen opzochten waren meer dan 20.1)00 uit het buitenland: Franachen, Bussen, Amerika nen, Nederlanders,.weinig Engelsehen. Zooveel Fra.nsohen, zooveel Bussen, dat de uitgever van een groot plaatselijk blad mij vertelde hoe zijn courant nog niet zoo heel lang geleden uitkwam in het'Franscli, in het Russisch.... Eerst on der zijn vader kwam liet Duitsch erbij. Thans zijn van de 36.000 gasten een groot deel militair, dat hier herstel van ingewands- en andere kwalen zoekt, in het vocht en door slechten kost en voerwerken opgedaan. Een kennis vond ik er terug, medicus, als vrijwil liger; sedert het najaar van 1014 werkzaam als oogarts, een half uur van Verdun gestation- neerd en zoo overkropt met werk.door al de kersversch van 't slagveld aangevoerde gewon den dat liij, reus van gezondheid, Alpinist, 't bijltje er nu bij neerleggen m-oost, met gesloopte krachten en ziek.Gansche hotels zijn als la zaretten ingericht. Waarom heeft Baden-Baden 'n dubbelen naam! Ik ben niet zeker dat vele Nederlanders 't weten Ik zelf heb het pas gehoord. Vroeger had men de beide kleine staatjes Baden-Durlaeh en Baden-Baden,waarvan Napoleon er een opruim de, zoodat er één overbleef en daar er in Duitseh- land méér steden Baden heeten, behield men voor deze plaats den naam van het staatje. Ook dit oord heeft den oorlogstijd besteed voor nieuwe werken. De Drahtseil op den Mer- euriusberg werd al voor 4 jaar begonnen, het fraaie stedelijk hotel op den top van den 700 M. hoogen berg, vanwaar men een heerlijk verge zicht heeft op den krans van bergen rondom, op de groote bal voor zepj>elinschepen in Oos en over Rynvlakte en waar men den dom van Straatsburg: ziet, ia oen oorJogskind. Doch het groote werk -is de bouw van .het nieuwo Kurhaus aan het oude en in denzelfden stijl van buiten doch van binnen met een pracht en praal die niet minder dan 2'A millioen ver slond. Daar vindt men een zaal die opeens in twee helften gedeeld wordt door een wand die geruischloos en langzaam uit Je hoogte neer daalt, en de sferenmuziek van het orgel klinkt uit den hooge zonder dat men orgelpijpen ziet: een electrisehe kabel voert de klanken van den als aan een piano op liet podium zittenden organist omhoog. Heidelberg 1 De naam alleen heeft klank. Men denkt aan dichters en geleerden,vroolijk studen tenleven en dit alles innig vermengd met de liefelijkheid der Neckarboorden en de grootsche ruine van het beroemde slet. Men moet Hei delberg zien bij stralende zon. Op donkere da gen en in den winter verliest het zijn bekoring. Het was ditmaal regenachtig. Maar wij kwa men dezen keer ook om andere dingen. Heidelberg en de oorlog! Het is een combinatie die er niet goed bij ons in wil al heeft de plaats, getuige het slot dat,door de Fransehen onder Lodewijk XIV vernield werd, genoog eronder geleden in dien tijd evenals de geheele Pfalz. Heidelberg bezit nu een gevangenkamp voor officieren, het is het gemoedelijks te wat men zich op dit toch weinig gemoedelijk gebied voorstellen kan. Het heeft verder een zeer mo derne gasfabriek met wier bouw nien bij het uitbreken van den oorlog begonnen was, die klaar kwam niet alleen doch nog aan zeven an dore gemeenten gas levert, uit ammoniac-pro- ducten, kunstmest voor den landbouw maakt en tèVeus ontploffingsmiddelen uit een bij-product wint. Bunsen, Czerny, Kuno Fischer, het zijn de namen van de grootste geleerden der Heidel- berger Universiteit' wier beeltenissen wy zagen aan de wanden der biblitheek met haar kost bare oude handschriften. Het waarlijk moderne Auer-gaagloeilicht werd aan deze hoogeschool in het laboratorium van een assistent van prof. Bunsen uitgevonden. In Heidelberg hebben wij, in het zomer-rgs- taurant van Molkenbur op een hoogte gelegen al evenmin als bij het dejeuner in den beroem den „Schwarzen Ri.tter" welks gevel een parel der Duitsche Renaissance is, iets van oorlogs stemming gemerkt. Op enkele uitzonderingen na in Mannheim ook niet. De toon was hier en daar van een, wel vanzelfsprekende, Zuid- Duitsche gemoedelijkheid, die haast luehthar tig klonk. Er werd meer gelachen en geschertst als men dit in dezen tijd te doen pleegt. Fas daar waar de industrie ons haar Werkplaatsen toonde, in Stuttgart, in Feüerbach, word het anders. Hier echter scheen het vaak of de men- schen een welkome gelegenheid aangrepen tot iets, dat naar vroeger feéstgedoe zweemde. Het is begrijpelijk, doch niet dat, wat men nu zoekt. De Skandinaviselie ministerconferentie. „Afton-Tidningen"' zegt naar aanleiding der Skandinaviselie ministers-conferentie te Kris- tiania: „De onderwerpen, die de Skandina- viseiie ministers te behandelen hebben, zijn in drie groepen te verdoelen: lo. de handhaving der neutraliteit2o. do mogelijkheid van vre desbemiddeling en 3o. stappen tot een gemeen schappelijk invloedrijk optreden bij het slui ten van den vrede. Er moet iets beproefd worden om het sluiten van den vrede te bevorderen en wie andiors dan de neutralen kunnen dit doen! Zulk een ge meenschappelijk optreden moet zoo spoedig mo gelijk voorbereid worden, opdat de neutralen niet genoodzaakt zullen zijn een grooter of kleiner deel der oorlogskosten te betalen. Een catastrophe op het een of ander punt kan den vrede even plotseling te voorschijn roepen, ais de oorlog ontstond. Het komt er voor ons op aan, steeds gereed te zijn. Men mag verwach ten, dat deze derde bijeenkomst een gunstiger resultaat zal hebben dan do beide voorafgaande. Dezen keer moet er vooral naar positieven arbeid gestreefd worden." De 1' ransehe veestapel. Volgens de „Matin" is in Frankrijk een vleesch-crisis te verwachten. Van 1 Januari tot 1 Juli verminderde de veestapel met 300.000 stuks vee en het aantal -varkens verminderde in dienzelfden tijd niet 500.000 stuks. Dit is natuurlijk in de eerste plaats te wijten aan de geweldige hoeveelheden, die voor het leger noodig zijn. In goed ingelichte kringen is men bevreesd, dat de crisis in het begin van 1917 haar hoogtepunt zal bereiken en de „Matiri"' eischt dan ook, dat onmiddellijk- een groote vloot transportschepen zal worden uitgezonden om bevroren vleesch voor het Fransche leger aan te voeren. Engelsche spionnage in Zweden. Het „Berliner Tageblatt" verneemt uit Stockholm, dat hot te Goetheborg in Zweden groot opzien heeft gebaard, dat voor de tweede maal een Engelsche consul-generaal is aange troffen op verboden terrein, namelijk in de zone van het versterkt gebied by Goetheborg. Deze consul-generaal, Gusslin geheeten, was vroeger Engelach gezant in Zuid-Amerika en ontving later de bizondere opdracht de Engel sche zwarte lijst te Goetheborg samen te stellen. 'Toaix hij do eerste xu«.tvi ontcïoïcfc werd, ter wij] hij zich in de verboden zone bevond, veront schuldigde hij zich door te zeggen, dat hij ver dwaald was. Het Go-etheborger „Aftonbladet" meldt,dat hij thans op een naohtel ijken zeil tocht in de onmiddellijke nabijheid van de ves ting Alfsborg op een tot het vestinggebied be- hooremd eiland werd ontdekt. Weer verdwaald?.... Een voetbal offensief. De Engelsche blad-en hebben vol gestaan van de volgende „Heldendaad". Een majoor was op den (Engelschen) inval gekomen om bij den aanval een voetbal te doen aftrappen, welke door de manschappen moest worden voortge- schopt tot aan de vijandelijke linies. Deze voet bal is natuurlijk beroemd geworden, en vindt wellicht een plaats in een oorlogssportmuseum, nadat hij op diverse liefdadigheidsverkoopingen geld voor de Tommy's heeft opgebracht. De bladen konden niet verzwijgen, dat deze" voet balaardigheid heel wat manschappen kostte. Zelfs werd gemeld, dat de officier, die aftrapte den heldendood stierf. Aan deze idylle ontbrak nog maar, dat uit de vijandelijke linie sportieve liefhebbers waren gestormd om met de lommys een voetbalwed strijd aan te g&an. Zoo dwaas is het echter niet geworden. van HE „FOURCHE". De ,Echo de Paris" bevat men fantastische beschrijving van de gebeurtenissen ter zeé, toen de Fransche-torpedojager „Fourche" in de Italiaansebe watpren werd getorpedeerd. Niettegenstaande bot al lang is geleden, n.l. 20 Juni jl., willen wjj het verhaal er van, zooals de „Echo de Paris" het thans nog opdiseht, onzen lezers niet onthouden. De „Fourche" werd getorpedeerd juist na dat zü de bemanning van de Italpaansche paketboot „Citta di Messina", die door een duikboot in den grond was geboord, gered had. Wat gebeurde er, toen de „Fourche" midscheeps getroffen, in enkele seconden veruween in de golven der Adriatische zeel vraagt het Fransche blad. Dan komt het verhaal. De equipage, behalve de machinist en 18 man, die op de plaats dood waren, wierp zich op bevel van den commandant in zee. Toen de brug onder hem in de golven ver dween, sprong ook de commandant te wa ter. Hij wist, dat het wel vier uren kon du ren, vo-ordat men hem te hulp kon komen. Men moest dus den- moed er in houden; en de vrij talrijke gewonden van de-„Citta di Messinahelpen. Deze armé stump-erg, wa ren nu voor de tweede maal schipbreuke lingen. Het eerste, wat de commandant en zijn officieren deden was, hun manschappen bij een te verzamelen. Bijna allen hadden zich vastgeklemd aan ronddrijvende planken of andere dingen, afkomstig van de getorpe deerde schepen. Er vormden zich drie groe pen en zoo goed was de discipline, en ook de aanhankelijkheid der manschappen aan hun officieren, dat al deze martozen zich oogenblikkelijk onder hun bevelen stelden. Men schreeuwde: „Yive la France!" Men zong de Marseillaise en men schertste. De gekwetsten werden ondersteund en zoo goed mogelijk geïnstalleerd. Geen klacht" wordt gehoord! Men wacht op de hulp die komen zal, daaraan valt niet te twijfelen, want de commandant heeft het gezegd. De kok heeft drie visscben gevonden, die door de torpedo gedood zijn. Hij heeft ze in zijn zak gesto ken om ze straks, als hij gered zal zijn, voor zijn kapitein te braden! Een adelborst bemerkt, dat zijn officier naar een drijvenden balk toezwemt. Hij beeft geen zwemgordel, want hij heeft den zijnen afgestaan aan een Italiaan, die op het punt was van te verdrinken. Dadelijk komt hij hem te hulp en plaatst zich onder zijn be velen, alsof hij nog aan boord van de „Four che" was. En dit alles speelt zich af in een zee, met ontzettend hooge golven, opgezweept door een noordwestenwind. Het is een kleine storm. Na twee uren komt er redding: een torpedojager. Maar hij bemerkt slechts de booten van de Citta di Messina" en niet de matrozen van de „Fourche", die zich op vijf honderd meter van daar bevinden en door de golven verborgen zijn. Nog twee uur brachten zij zoo door; de bemanning van den torpedojager heeft de handen vol aan het redden dier andere schipbreukelingen en ziet niet om naar de officieren en de matrozen der „Fourche", die echter den moed niet verliezen. „De tijd is ons niet lang gevallen", zei een der stokers, die met drie matrozen zich in de machinekamer bevonden had, toen het or.geluk plaats vond. Hij ha/d nog net den tijd gehad om op de brug te springen met de drie anderen; eerst echter had hij den toevoer van de petroleum afgesloten, en denk eens aan: de „Fourche" zonk in der tig seconden!" Toen een ander schip toeval lig op de plaats van het ongeluk kwam en tie schipbreukelingen ontdekte, hoorde hij geen angstige kreten om hulp, maar slechts: „Vive la France!" Zulke dappere kerels! Én toen het schip 6topte om de boo ten uit te zetten, schreeuwden zij hem toe: „Niet stoppen; er zijn duikbootenl" Wij willen graag geloof hechten aan de dappere houding der Fransche matrozen, maar dat schertsen in het water, zooals van die in het water spartelende kok, die vis schen in zijn zak steekt om ze voor zijn commandant te braden, terwijl er een storm woedt, maakt het verhaal ongeloofwaardig. Het is echter om zijn scherts wel lezens waardig!. LUCHTGEVECHTEN. In de „Pali Mall Gazette" komt eene be schrijving voor van een luchtgevecht tusschen den beroemden Franschen vlieger Guy nemer en een Duitsch luchteskader. De. Duitsckers hebben tegenwoordig eene nieuwe methode uitgedacht om de knapste I ransehe vliegers onschadelijk te maken. Zij zendien niet meer één enkele vlieger, maar een bijzonder eskader uit, dat hem tegelijkertijd moet aanvallen. ■- Deze eskaders liggen voortdurend op den lo®r om hun buit te vangen en wachten een gun stige gelegenheid af om hem den terugtocht af te snijden en hein tot dalen te dwingen. Bij Guynemer is dezo metbode echter niet gelukt, ofschoon de strijd dien hij te voeren had vóór hy zijne aanvallers verjaagd had, zeer zwaar was. Zij overvielen hem tamelijk onver hoeds, zooals hunne taktiek dat medebrengt. Ilij had hun natuurlijk kunnen ontvluchten. Maar dat doet een Fransche „trumu", zooals ze genoemd worden, niet; die ontwijkt geen strijd, want daarop gaat'hjj juist uit. KONINGSKRONING. Wjj zeiden de vorige week, dat de kerkelijk^, kroning van een vorst in vervlogen eeuwe* in tal van landen bestaan heeft en in aommigt rijken nog heden ten dage aangetroffen wordt. Clovis, de Koning der Franken,"was de eerste christenvorst, die in 498 de H. Zalving ont ving. Dit geschiedde door den H. Bisschop Remigius, te Reims, welke stad sedert 1179 d« plaats was, waar de Koningen van Frankrijk gezalfd en gekroond werden. De laatste zalving en kroning was die van Koning Karei IX ia 1825. Bijzonder merkwaardig om de aanwezig heid van de Zalige Jeanne d'Arc was d& zalving en kroning van Karei VII op 17 Juli 1429. Keizer Napoleon 1 werd niet te Reims, doch te Parijs in de „Notre-Dame" op 2 Dec. 1894 dooi Paus Pius VII gezalfd, waarna hij tegen het Ceremonieel zich zelf kroonde. Met Kersmis 800 plaatste Paus Leo II onder luide toejuiching des volks in de St. Pieters kerk te Rome Karei den Groote de keizerskroon cp het hoofd en gaf hem daarna de keizerlijke zalving. Bij het eindigen van het „H. Roomseh6 Rijk" op den 6 Aug. 1806 verviel ook deze plech tige kroning der Duitsohe keizers. In Portugal bestond onder het kort ge leden afgeschafte koningschap de kroning niet. „Zijne Allergeloovigste Majesteit" legde in een vergadering der Cortes den eed af op het H Evangelie en het kruisbeeld, w aarna iu de kerk van San-Domingo een plechtig „Te Deum" ge celebreerd werd door den Patriarch van Lissa- b°h. In Spanje legt „Zijne Katholiekt Majesteit eenvoudig in een vergadering van Sennaat en Congres den eed af op de Grondwet, waarna een „ie Deum" volgt in de kerk van San-Francisco-el-Grande. In België heeft men eveneens de eedsaflegging in een vereenig- de zitting vaij Senaat én Kamer en den vol genden dag een „Te Deum in de kerk van de H. Gudula. In Italië bestaat de beele plechtigheid in de eedsaflegging op de Grond wet in een vereenigde vergadering van Senaat en Kamer. Een Katholieke kroning heeft heder ten dage slechts plaats: lo.) in Rome met den nieuwgekozen Paus als koning van den Kerkelijken Staat. Dit geschiedt 's Zondags of op een feestdag na de Paukeuze; 2o) In Hongarije met den keizer van Oostenrijk. In het jaar 1000 schonk Paus Silvester II aan den heiligen vorst van Hongarije, Stephanus I, den titel van „Apostolische Majesteit" als een erkenning van 's vorsten vruchtbaar apostolaat onder de Hongarentevens ver leende hij hem het hooge voorrecht b« plech tige gelegenheden een kruis vóór zich te laten uitdragen. In 1758 werden eeretitel en voor recht voor keizerin Maria-Theresia en hare opvolgers opnieuw toegestaan, zoodat de Oos- tenrijksche keizers als Koningen van Hon garije zich nog steeds in het, bezit van bei de verheugen. De kroning van keizer Frans Joseph geschiedde te Buda-Pest op 8 Juni 1867. Een schismatiek e kroning treft men aan 1.) in Rusland, 2.) in Roemenië, 3.) in Ser vië, 4.) in Montenegro, 5.) in Abessynië. Eéti protestantsehe kroning heeft nog plaats; 1) in Groot-Brittanië en Ierland; 2) in Zweden; als zuinigheidsmaatregel evenwel liet Koning Gustaaf V in 1908 deze eerbiedwaar dige plechtigheid achterwege. Ten slotte, een heidensche Kroning vieren Japan en Britech-Indië. Al duikend en zwenkend zooals alleen een Guynemer dat kan, schoot hij twee zijner tegen-, standers na elkander neer, nog voor zjj gelegen heid hadden gehad om hem te ovewaneu. De overigen vonden het toen wijzer ooi Leen te gaan, en vlogen weg, terwijl zij hem uit hun achter-kanonnen een kogelregen toezonden. Guynemer viel hen zoo heftig aan als hij kon en bracht hun ook wel nadeel toe, maar slaagde er niet in, een van hen neer te schie ten. Zijn machine was herhaaldelijk getroffen en eindelijk dwong "een dozijn lekken in zijn ben- zinereservoir hem, zoo spoedig mogeiy'-i tt dalen. Hij kwam midden in „Niemandsland" te recht, waar hem onmiddellijk de Duitschc gra- na ten om de coren vlogen. Zijne aanvallers hadden geen lust meer gehad om den strijd voort te Zetten en trachtten dus niet te daiea om hem den genadeslag toe te brengen. Zij zorgden zoo spoedig mogelijk naar hun basi! terug te hinken. Guynemer verborg zich zoo goed mogelij1» ir. een granaattrechter en ofschoon er zes en tachtig zware projectielen in zijne richting ge vuurd werden, bleef hy ongedeerd. Omstreeks vier uur 's ochtends werkten een reddingspa- trouillo uit do Fransche loopgraven zich naar hem toe en bracht^ hem veilig terug, na de machine geheel vernield te hebben. Een ander verhaal vinden wy in „Lloyd's Weekly News," waarin een gewonde Engelsche vlieger zelf een beschrijving geeft van het luchtgevecht, waarin hij zyn wond opliep: „Nadat ik bommen had geworpen op het ver- k l .v «o sa m Satyrick verhaal van Mark Twain. (Uit het Axnerikaantch). b- 'et meisje staarde hem een geruimen tijd toftTl ontslofp.n 7,if,h liflTfl lir^TYPn '■.toen ontsloten zich hare lippen O!" riep zij uit en deinsde van hem te- Vejf' terwijl zij hem nog in onuitsprekelijke Sondering aanstaarde. jR'.-'Oker hen ik dat. Waarom deins je van \terngï Wat heb ik je nu weer gedaan?" klL 3® gedaan kebtï Je hebt zeker een blo ^^derlingste beweging gedaan. Dat je zelf tooh inzien." \V 1 "uen inzien, iet ,lu'" antwoordde hij glimlachende, donl ""e wat vreemd in de ooren ge- *1r I »1 hebben; maar wat doet dat er toe, net waar is?" waar is! Je begint je al terug te Z lau t'aar' Dat moet je niet zeg- >arblfa b ik niet verdiend. Ik heb de atuan?" gC8prokei1: waarom twijfel je h had terstond een antwooi'd gereed. „Eenvoudig, omdat je er niet eerder over gesproken hebt." „Zool" Daarin lag wel is waar geen zucht, maar het was toch de duidelijke uitdruk king van het feit, dat hij erkende, dat daar in wel eenige waarheid opgesloten lag. „Je hebt je den schijn gegeven, alsof je niets voor mij verborgt, dat ik omtrent je diende te weten, en je hadt het recht niet, zoo iets voor mij geheim te houden, zoodra je mij je liefde had verklaard." „Dat is waar, dat is waar, dat weet ik! Maar er waren ömstandigheden in in den weg omstandigheden, die Zij maakte een gebaar, waaruit bleek, dat, naar zij meende, zulke omstandigheden zich niet hadden kunyen voordoen. „Och, zie je," zei de hij vergoedelij kend, „je scheen zoo ingenomen met de gedachte, dat wij samen het pad van eerlijken arbeid en eerlijke armoede zouden bewandelen, dat ik er voor terugdeinsde dat ik er voor vreesde om Nu, je weet zelf, hoe je er over gesproken hebt." „Ja, ik weet, hoe ik er over gesproken heb. Efi ik weet- ook, dat je onderzocht, hoe ik over aristocratie dacht, en dat mijn ant woord er op berekend was, je van alle vrees te ontheffen." Hij zweeg een poos. Toen zeide hij mismoe dig: „Ik weet er mij niet uit te redden. Het ie eene verkeerdheid van my geweest. Anders «iet dan eene verkeerdheid. Geen kwaad was er mee bedoeld, geen kwaad hoege- hatund. Ik wist niet, boe je liet zoudt opne men. Ik heb zoover "iet gedacht." Het meisje was voor een oogenblik biiua ontwapend. Toen riep zij uit: „De zoon van een graaf! Gaan de zonen van graven dan in nederige huizen uit wer ken om hun brood te verdienen? „O neen! Ik wenschte wel, dat zij het de den!" „Dalen de zonen van graven in een land als liet onze dan zoozeer ar, dat zij naar de hand van een kind der armoede dingen, ter wijl zij seclita te kiezen nebbeu tusselien de dochters van millionnairs in Amerika? Je bent de zoon van een graaft Bewijs mij dat!" „Ik kan je dat niet bewijzen. Maar tocli hen ik de zoon en erfgenaam van een graaf. Dat is alles, wat ik kan zeggen. Ik wensch te wel, dat je mij wildet gelopven, maar je wilt dat niet. Ik weet geen middel om je te overtuigen." Zij werd weder zachter gestemd, maar de laatste woorden maakten, haar toorn weder gaande, en zdj riep uit: „O, je verbant alle geduld uit mijl Zou je dan willen, dat ik geloofde, dat je geen mid del hebt om mij te overtuigen, en dat je tooh bent, wat je beweert te zijn? Je maakt aanspraak on den grafelijken titel en waagt het toch, op reis te gaan zonder geloofsbrie ven. Dat is eenvoudig ongeloofelyk. Zie je dat zelf niet in?" Hij overwoog, hoe hij zich zou verdedigen, aarzelde eenigszins en zeide toe: „lk zal je de volle waarheid zeggen, hoe ongeloofelijk deze je ook moge voorkomen en aan ieder ander, denk ik, maar toch is het de waarheid. Ik had een ideaal noem het een droombeeld, een dwaasheid, als je wilt maar ik wilde afstand doen van de voorrechten, waarin de adel zich verheugt en die door overmacht en bedrog aan de natie ■zijn afgeperst, ik wilde mij zuiveren van het aandeel aan deze misdaden tegen recht en rede door voortaan met de armen Cu nederigen op een gelijken voet om te gaan, met eigen handen mijn brood te vei dienen en mij door eigen verdienste er bovenop te werken. Het meisje eloeg zyn gelaat nitvorsehend gade terwijl hij sprak; er was iets in de een voudigheid zijner verklaring dat haar trof; maar zii bedwong zich; liet was niet ver standig, zich aan medelijden over te geven; toch moest zij hem nog een paar vragen doen. Tracy las op haar gelaat; en wat hij daarop las, deed de hoop eenigszins hij .hem herleven. „Als een gravenzoon dat deed, dan zou hij zich als man gedragen! Dan zou hij een man zijn, dien men zou moeten aanbidden!" „Welnu, ik ,,Maar zoo iemand heeft er nooit be.-taanj Hij is niet geboren en zal nimmer geboren worden. De zelfverloochening die daartoe zou kunnen aandrijven, zou iets verhevens zijn. Maar een oogenblik waelit! laat mij uitspreken. Ik heb nog een vraag te doeu. Waavan is je vader graaf?" „Van Rossmore en ik ben burggraal Berkeley." Dat wa« te veel. Het meisje gevoelde zich zóó geërgerd dat zij ternauwernood ksou' praten. „Hoe durf je het wagen, zoo onbeschaamd te liegen? Je weet dat Berkeley dood is, en je weet dat ik 't weet. O, de levenden van hun naam en hunne eer te berooven voor een zelf zuchtig en tijdelijk doel is al eene misdaad, maar de dooden daarvan te berooven, is meer dan eene misdaad!!" luister naar mij een enkele oogen blik wendt je niet van mij af. Ga niet heen verlaat mij zóó niet blijf nog een oogenblik. Öp mijn woord van eer „Zoo, op je woord van eer!' „Op mijn woord van eer hen ik, wat ik zeg! En ik zal dat bewijzen, en je zult mij gelcoven, ik weet, dat je dat doen zult. Ik zal je eene tijding brengen een kabeltele gram Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 9