HEME HAARL. EOURUNT
11 GRAVEN VU KW
IP. J. JANSSEN,
feuilleton
f mm Si) levensl. ongeschiktheid tot werker
ROND DE L1TURQIE
SPOTKOOPJES
DE OORLÓG
Zaterdag 23 Sept. Derde Blad
- fcSO bij overlijden
- 839 Mj verlies van een 009
109 bi] verlies van een duim
75 bij breuk van een arm of been
69 bij verlies van een wijsvinger
Iceii kikia*"aad nuiusiiep
toiti tós fit^^enjfanii.
GBDOTE OPRUIMING VflH
Spetten, Vloerzeilen en Tafelkleeden bij
iKEGatSG ZIE DE PAUZEN.
VERSFIIEIDE BERICHTEN
00RL99S-ALLERLEI
de schipbreukelingen
cocxxvn.
ketolende rtennês op dit Blad, die
het beait zijn ran «ene Verzekeringspolis,
"in, volgens de bepalingen op de polissen
•«rmeld, tegen ongelukken verzekerd voor!
bi) verrfes vsu een hand of voet
bii verlies van een anderen vin set
De uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de „Hollandsche Algemeens
Verzekeringsbank" te Schiedam.
De vóór t October lSll uitgegeven poli-sss»
ciin niet geldia.
In de dezer dagen verschenen Memorie van
Amwoora op net v.V. der 'ivvceue Kamer.inzase
de orondwcisnerziening sciiieel Minister cort
van uer Ltnueii, na voorai gezegu te neboen,
nat eerst moest vaststaan, wat onder organised
kiesrecht is te versman, teneinde te kunnen ue-
oorueelen, 01 net organisch kiesrecht de voorkeur
vera 1 ent ooveu het individualistische:
„BeüoeR men, dat bij ae regeling van het
kiesrecht rekening worde gehouaen met duur
zame gcnieenscnapsvonnen, zooais b.v. vóór de
hransciie revolutie de gilden, waren, dan zou de
Munter die voorkeur kunnen deeien. Locii zuike
gemeensciiapsvormen bestaan in onze maat-
scaappij niet."
Vreemde uitspraak in den mond van een Mi-
bister, die de vertegenwoordiger en openlijke de
cider is van het liberalisme in ons lieve vader
land aidus schrijft naar aanleiding hiervan
de neer J. van Beurden in de „K. K. Midden
stander".
wat toch is het geval?
L>e gilden, waai van de Minister" spreekt,
Waren inderdaad „duurzame gemeenschapsvor
men die men 111 onzen tijd zou aanduiden met
hen naam van „publiekrechtelijke bedrijfsorga
nisaties".
Deze pumiekrechtelijke bedrijfsorganisaties
hadden de oevoegüheid de aangelegenaeden van
het bedrijf eigenmachtig en zensiandig te rege
len.
Weliswaar geschiedde dit onder het hoogere
toezicht der politieke stadsregeering en later
onder dat van het absolute vorstendom, doch dit
beenit met weg, dat genoemde gil^te-organisaties
'n beginsel het reent en de bevoegdheid hadden,
om aoor bindende voorschriften den gang van
het betrokken bedrijf te regelen in overeenstem
ming zoowel met de belangen der leden als met
die der gansche gemeenschap.
Welnu, het zijn deze zelfde publiekrechtelijke
kilden-organisaties, die juist in naam van het
'Derate oeginsel der bedrijfsvrijheid in koelen
h'Oede zijn vermoord.
Vermoord, niet om de ziekelijke uitwassen,
die zij bij het uitbreken der Fransche revolutie
daarvóór vertoonden.
fn dat geval toch ware het taak eiyi licht ge
feest der liberale corypheeën, die uitwassen weg
'e snijden en ie trachten aan bedoelde publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie's weer nieuw .en
ifisch bloed in te pompen.
Doch vermoord, om wille van het beginsel
jm;f, dat in die bedrijfsorganisaties leefde en was
belichaamd en dat luide opvloekte tegen het
liberale beginsel der onbeperkte vrijheid, zooals
de verlichte vrijdenkers dat begrepen, voorston
den en propageerden.
En thans komt een liberale Minister in een
°fficiëel Staatsstuk de verbijsterende verklaring
jjüeggen, dat zoo in onze maatschappij nog pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisaties bestonden, hij
V de voorkeur aan zou geven bij de grondwet
telijke regeling van het kiesrecht daarmee reke-
hing te houden.
De liberale Minister Cort van der Linden
*>u dus thans niet meer, zooals vóór ruim hon-
jterd jaar geschiedde, op .gewelddadige vernie-
J'Sing van eventueel bestaande publiekrechtelijke
eÓrijfsorganisaties aansturen.
Neen, hij zou ze laten voortbestaan, ja zelfs
bestendigen, door er „de voorkeur" aan te geven
6100
ze op te nemen in den grondwettelijken uitbouw
der kiesrechtregeling.
Quantum mutatus ab illo! mogen we wel
zeggen.
Hoezeer is het liberalisme van zijn oorspron
kelijk wezen ontaard!
Ja, haast „omgeslagen in zijn tegendeel", zou
Marx, de profeet van het socialisme, den wijs
geer Hegel nazeggen.
Wij voor ons kunnen niet anders dan toejui
chen deze „volte face" van zoo gezaghebbenden
liberalen voorman, als Minister Cort van der
Linden is.
Ook al vermoeden wij, dat hij niet wenscht
te onderschrijven de gevolgtrekkingen die wij
naar ik meen logisch uit zijn officiëele verkla
ring hebben afgeleid.
Èn mede zien wij in deze zwenking van den
liberalen Minister, een stille en ongewilde hulde
aan de Middeleeuwsche economie, zooa'is die is
ontslaan en zich heeft ontwikkeld onder den
machtigen en vruchtdragenden invloed der ka
tholieke beginselen op het bedrijfsleven der toen
malige maatschappij.
EEN REIS DOOR ZUID-
DU ITSCHL AND.
Karlsruhe, Baden-Baden, Heidelberg, klinkt
hol met ais oen chmax van sonognheid en po$-
zie? Ik dacht bet omdat ik Baden-Baden nog
niet kende en Heidelberg mij van eenige vroe
gere malen een zoo lievo herinnering was. Doch
i>ad en-baden spant cie kroon. En toch zagen
wij 't op net hoogtepunt van een seizoen dat er
geeft, was, zonder harddraverijen, zonder het in
ternationale cachet dat het vroeger in zoo
hooge mate droeg. Van de 80.UUÜ vreemdelingen
die P> aden-vadeus heilzame water en "of zijn ge
nietingen opzochten waren meer dan 20.1)00 uit
het buitenland: Franachen, Bussen, Amerika
nen, Nederlanders,.weinig Engelsehen. Zooveel
Fra.nsohen, zooveel Bussen, dat de uitgever van
een groot plaatselijk blad mij vertelde hoe zijn
courant nog niet zoo heel lang geleden uitkwam
in het'Franscli, in het Russisch.... Eerst on
der zijn vader kwam liet Duitsch erbij.
Thans zijn van de 36.000 gasten een groot
deel militair, dat hier herstel van ingewands-
en andere kwalen zoekt, in het vocht en door
slechten kost en voerwerken opgedaan. Een
kennis vond ik er terug, medicus, als vrijwil
liger; sedert het najaar van 1014 werkzaam als
oogarts, een half uur van Verdun gestation-
neerd en zoo overkropt met werk.door al de
kersversch van 't slagveld aangevoerde gewon
den dat liij, reus van gezondheid, Alpinist, 't
bijltje er nu bij neerleggen m-oost, met gesloopte
krachten en ziek.Gansche hotels zijn als la
zaretten ingericht.
Waarom heeft Baden-Baden 'n dubbelen naam!
Ik ben niet zeker dat vele Nederlanders 't weten
Ik zelf heb het pas gehoord. Vroeger had men
de beide kleine staatjes Baden-Durlaeh en
Baden-Baden,waarvan Napoleon er een opruim
de, zoodat er één overbleef en daar er in Duitseh-
land méér steden Baden heeten, behield men
voor deze plaats den naam van het staatje.
Ook dit oord heeft den oorlogstijd besteed
voor nieuwe werken. De Drahtseil op den Mer-
euriusberg werd al voor 4 jaar begonnen, het
fraaie stedelijk hotel op den top van den 700 M.
hoogen berg, vanwaar men een heerlijk verge
zicht heeft op den krans van bergen rondom,
op de groote bal voor zepj>elinschepen in Oos
en over Rynvlakte en waar men den dom van
Straatsburg: ziet, ia oen oorJogskind.
Doch het groote werk -is de bouw van .het
nieuwo Kurhaus aan het oude en in denzelfden
stijl van buiten doch van binnen met een pracht
en praal die niet minder dan 2'A millioen ver
slond. Daar vindt men een zaal die opeens in
twee helften gedeeld wordt door een wand die
geruischloos en langzaam uit Je hoogte neer
daalt, en de sferenmuziek van het orgel klinkt
uit den hooge zonder dat men orgelpijpen ziet:
een electrisehe kabel voert de klanken van den
als aan een piano op liet podium zittenden
organist omhoog.
Heidelberg 1 De naam alleen heeft klank. Men
denkt aan dichters en geleerden,vroolijk studen
tenleven en dit alles innig vermengd met de
liefelijkheid der Neckarboorden en de grootsche
ruine van het beroemde slet. Men moet Hei
delberg zien bij stralende zon. Op donkere da
gen en in den winter verliest het zijn bekoring.
Het was ditmaal regenachtig. Maar wij kwa
men dezen keer ook om andere dingen.
Heidelberg en de oorlog! Het is een combinatie
die er niet goed bij ons in wil al heeft de plaats,
getuige het slot dat,door de Fransehen onder
Lodewijk XIV vernield werd, genoog eronder
geleden in dien tijd evenals de geheele Pfalz.
Heidelberg bezit nu een gevangenkamp voor
officieren, het is het gemoedelijks te wat men
zich op dit toch weinig gemoedelijk gebied
voorstellen kan. Het heeft verder een zeer mo
derne gasfabriek met wier bouw nien bij het
uitbreken van den oorlog begonnen was, die
klaar kwam niet alleen doch nog aan zeven an
dore gemeenten gas levert, uit ammoniac-pro-
ducten, kunstmest voor den landbouw maakt en
tèVeus ontploffingsmiddelen uit een bij-product
wint.
Bunsen, Czerny, Kuno Fischer, het zijn de
namen van de grootste geleerden der Heidel-
berger Universiteit' wier beeltenissen wy zagen
aan de wanden der biblitheek met haar kost
bare oude handschriften. Het waarlijk moderne
Auer-gaagloeilicht werd aan deze hoogeschool
in het laboratorium van een assistent van prof.
Bunsen uitgevonden.
In Heidelberg hebben wij, in het zomer-rgs-
taurant van Molkenbur op een hoogte gelegen
al evenmin als bij het dejeuner in den beroem
den „Schwarzen Ri.tter" welks gevel een parel
der Duitsche Renaissance is, iets van oorlogs
stemming gemerkt. Op enkele uitzonderingen
na in Mannheim ook niet. De toon was hier en
daar van een, wel vanzelfsprekende, Zuid-
Duitsche gemoedelijkheid, die haast luehthar
tig klonk. Er werd meer gelachen en geschertst
als men dit in dezen tijd te doen pleegt. Fas
daar waar de industrie ons haar Werkplaatsen
toonde, in Stuttgart, in Feüerbach, word het
anders. Hier echter scheen het vaak of de men-
schen een welkome gelegenheid aangrepen tot
iets, dat naar vroeger feéstgedoe zweemde. Het
is begrijpelijk, doch niet dat, wat men nu zoekt.
De Skandinaviselie ministerconferentie.
„Afton-Tidningen"' zegt naar aanleiding der
Skandinaviselie ministers-conferentie te Kris-
tiania: „De onderwerpen, die de Skandina-
viseiie ministers te behandelen hebben, zijn in
drie groepen te verdoelen: lo. de handhaving
der neutraliteit2o. do mogelijkheid van vre
desbemiddeling en 3o. stappen tot een gemeen
schappelijk invloedrijk optreden bij het slui
ten van den vrede.
Er moet iets beproefd worden om het sluiten
van den vrede te bevorderen en wie andiors dan
de neutralen kunnen dit doen! Zulk een ge
meenschappelijk optreden moet zoo spoedig mo
gelijk voorbereid worden, opdat de neutralen
niet genoodzaakt zullen zijn een grooter of
kleiner deel der oorlogskosten te betalen. Een
catastrophe op het een of ander punt kan den
vrede even plotseling te voorschijn roepen, ais
de oorlog ontstond. Het komt er voor ons op
aan, steeds gereed te zijn. Men mag verwach
ten, dat deze derde bijeenkomst een gunstiger
resultaat zal hebben dan do beide voorafgaande.
Dezen keer moet er vooral naar positieven
arbeid gestreefd worden."
De 1' ransehe veestapel.
Volgens de „Matin" is in Frankrijk een
vleesch-crisis te verwachten. Van 1 Januari tot
1 Juli verminderde de veestapel met 300.000
stuks vee en het aantal -varkens verminderde
in dienzelfden tijd niet 500.000 stuks. Dit is
natuurlijk in de eerste plaats te wijten aan de
geweldige hoeveelheden, die voor het leger
noodig zijn. In goed ingelichte kringen is men
bevreesd, dat de crisis in het begin van 1917
haar hoogtepunt zal bereiken en de „Matiri"'
eischt dan ook, dat onmiddellijk- een groote
vloot transportschepen zal worden uitgezonden
om bevroren vleesch voor het Fransche leger
aan te voeren.
Engelsche spionnage in Zweden.
Het „Berliner Tageblatt" verneemt uit
Stockholm, dat hot te Goetheborg in Zweden
groot opzien heeft gebaard, dat voor de tweede
maal een Engelsche consul-generaal is aange
troffen op verboden terrein, namelijk in de
zone van het versterkt gebied by Goetheborg.
Deze consul-generaal, Gusslin geheeten, was
vroeger Engelach gezant in Zuid-Amerika en
ontving later de bizondere opdracht de Engel
sche zwarte lijst te Goetheborg samen te stellen.
'Toaix hij do eerste xu«.tvi ontcïoïcfc werd, ter wij]
hij zich in de verboden zone bevond, veront
schuldigde hij zich door te zeggen, dat hij ver
dwaald was. Het Go-etheborger „Aftonbladet"
meldt,dat hij thans op een naohtel ijken zeil
tocht in de onmiddellijke nabijheid van de ves
ting Alfsborg op een tot het vestinggebied be-
hooremd eiland werd ontdekt.
Weer verdwaald?....
Een voetbal offensief.
De Engelsche blad-en hebben vol gestaan van
de volgende „Heldendaad". Een majoor was op
den (Engelschen) inval gekomen om bij den
aanval een voetbal te doen aftrappen, welke
door de manschappen moest worden voortge-
schopt tot aan de vijandelijke linies. Deze voet
bal is natuurlijk beroemd geworden, en vindt
wellicht een plaats in een oorlogssportmuseum,
nadat hij op diverse liefdadigheidsverkoopingen
geld voor de Tommy's heeft opgebracht. De
bladen konden niet verzwijgen, dat deze" voet
balaardigheid heel wat manschappen kostte.
Zelfs werd gemeld, dat de officier, die aftrapte
den heldendood stierf.
Aan deze idylle ontbrak nog maar, dat uit de
vijandelijke linie sportieve liefhebbers waren
gestormd om met de lommys een voetbalwed
strijd aan te g&an. Zoo dwaas is het echter niet
geworden.
van HE „FOURCHE".
De ,Echo de Paris" bevat men fantastische
beschrijving van de gebeurtenissen ter zeé,
toen de Fransche-torpedojager „Fourche" in
de Italiaansebe watpren werd getorpedeerd.
Niettegenstaande bot al lang is geleden,
n.l. 20 Juni jl., willen wjj het verhaal er
van, zooals de „Echo de Paris" het thans
nog opdiseht, onzen lezers niet onthouden.
De „Fourche" werd getorpedeerd juist na
dat zü de bemanning van de Italpaansche
paketboot „Citta di Messina", die door een
duikboot in den grond was geboord, gered
had. Wat gebeurde er, toen de „Fourche"
midscheeps getroffen, in enkele seconden
veruween in de golven der Adriatische zeel
vraagt het Fransche blad. Dan komt het
verhaal.
De equipage, behalve de machinist en 18
man, die op de plaats dood waren, wierp
zich op bevel van den commandant in zee.
Toen de brug onder hem in de golven ver
dween, sprong ook de commandant te wa
ter. Hij wist, dat het wel vier uren kon du
ren, vo-ordat men hem te hulp kon komen.
Men moest dus den- moed er in houden; en
de vrij talrijke gewonden van de-„Citta di
Messinahelpen. Deze armé stump-erg, wa
ren nu voor de tweede maal schipbreuke
lingen.
Het eerste, wat de commandant en zijn
officieren deden was, hun manschappen bij
een te verzamelen. Bijna allen hadden zich
vastgeklemd aan ronddrijvende planken of
andere dingen, afkomstig van de getorpe
deerde schepen. Er vormden zich drie groe
pen en zoo goed was de discipline, en ook
de aanhankelijkheid der manschappen aan
hun officieren, dat al deze martozen zich
oogenblikkelijk onder hun bevelen stelden.
Men schreeuwde: „Yive la France!" Men
zong de Marseillaise en men schertste. De
gekwetsten werden ondersteund en zoo goed
mogelijk geïnstalleerd.
Geen klacht" wordt gehoord!
Men wacht op de hulp die komen
zal, daaraan valt niet te twijfelen, want de
commandant heeft het gezegd. De kok heeft
drie visscben gevonden, die door de torpedo
gedood zijn. Hij heeft ze in zijn zak gesto
ken om ze straks, als hij gered zal zijn, voor
zijn kapitein te braden!
Een adelborst bemerkt, dat zijn officier
naar een drijvenden balk toezwemt. Hij beeft
geen zwemgordel, want hij heeft den zijnen
afgestaan aan een Italiaan, die op het punt
was van te verdrinken. Dadelijk komt hij
hem te hulp en plaatst zich onder zijn be
velen, alsof hij nog aan boord van de „Four
che" was.
En dit alles speelt zich af in een zee, met
ontzettend hooge golven, opgezweept door
een noordwestenwind. Het is een kleine
storm. Na twee uren komt er redding: een
torpedojager. Maar hij bemerkt slechts de
booten van de Citta di Messina" en niet
de matrozen van de „Fourche", die zich op
vijf honderd meter van daar bevinden en
door de golven verborgen zijn. Nog twee
uur brachten zij zoo door; de bemanning van
den torpedojager heeft de handen vol aan
het redden dier andere schipbreukelingen
en ziet niet om naar de officieren en de
matrozen der „Fourche", die echter den
moed niet verliezen.
„De tijd is ons niet lang gevallen", zei
een der stokers, die met drie matrozen zich
in de machinekamer bevonden had, toen het
or.geluk plaats vond. Hij ha/d nog net den
tijd gehad om op de brug te springen met
de drie anderen; eerst echter had hij den
toevoer van de petroleum afgesloten, en
denk eens aan: de „Fourche" zonk in der
tig seconden!" Toen een ander schip toeval
lig op de plaats van het ongeluk kwam
en tie schipbreukelingen ontdekte, hoorde
hij geen angstige kreten om hulp, maar
slechts: „Vive la France!" Zulke dappere
kerels! Én toen het schip 6topte om de boo
ten uit te zetten, schreeuwden zij hem toe:
„Niet stoppen; er zijn duikbootenl"
Wij willen graag geloof hechten aan de
dappere houding der Fransche matrozen,
maar dat schertsen in het water, zooals van
die in het water spartelende kok, die vis
schen in zijn zak steekt om ze voor zijn
commandant te braden, terwijl er een storm
woedt, maakt het verhaal ongeloofwaardig.
Het is echter om zijn scherts wel lezens
waardig!.
LUCHTGEVECHTEN.
In de „Pali Mall Gazette" komt eene be
schrijving voor van een luchtgevecht tusschen
den beroemden Franschen vlieger Guy nemer en
een Duitsch luchteskader.
De. Duitsckers hebben tegenwoordig eene
nieuwe methode uitgedacht om de knapste
I ransehe vliegers onschadelijk te maken. Zij
zendien niet meer één enkele vlieger, maar een
bijzonder eskader uit, dat hem tegelijkertijd
moet aanvallen.
■- Deze eskaders liggen voortdurend op den lo®r
om hun buit te vangen en wachten een gun
stige gelegenheid af om hem den terugtocht af
te snijden en hein tot dalen te dwingen.
Bij Guynemer is dezo metbode echter niet
gelukt, ofschoon de strijd dien hij te voeren
had vóór hy zijne aanvallers verjaagd had, zeer
zwaar was. Zij overvielen hem tamelijk onver
hoeds, zooals hunne taktiek dat medebrengt.
Ilij had hun natuurlijk kunnen ontvluchten.
Maar dat doet een Fransche „trumu", zooals
ze genoemd worden, niet; die ontwijkt geen
strijd, want daarop gaat'hjj juist uit.
KONINGSKRONING.
Wjj zeiden de vorige week, dat de kerkelijk^,
kroning van een vorst in vervlogen eeuwe*
in tal van landen bestaan heeft en in aommigt
rijken nog heden ten dage aangetroffen wordt.
Clovis, de Koning der Franken,"was de eerste
christenvorst, die in 498 de H. Zalving ont
ving. Dit geschiedde door den H. Bisschop
Remigius, te Reims, welke stad sedert 1179 d«
plaats was, waar de Koningen van Frankrijk
gezalfd en gekroond werden. De laatste zalving
en kroning was die van Koning Karei IX ia
1825. Bijzonder merkwaardig om de aanwezig
heid van de Zalige Jeanne d'Arc was d& zalving
en kroning van Karei VII op 17 Juli 1429.
Keizer Napoleon 1 werd niet te Reims, doch te
Parijs in de „Notre-Dame" op 2 Dec. 1894 dooi
Paus Pius VII gezalfd, waarna hij tegen
het Ceremonieel zich zelf kroonde.
Met Kersmis 800 plaatste Paus Leo II onder
luide toejuiching des volks in de St. Pieters
kerk te Rome Karei den Groote de keizerskroon
cp het hoofd en gaf hem daarna de keizerlijke
zalving. Bij het eindigen van het „H. Roomseh6
Rijk" op den 6 Aug. 1806 verviel ook deze plech
tige kroning der Duitsohe keizers.
In Portugal bestond onder het kort ge
leden afgeschafte koningschap de kroning niet.
„Zijne Allergeloovigste Majesteit" legde in een
vergadering der Cortes den eed af op het H
Evangelie en het kruisbeeld, w aarna iu de kerk
van San-Domingo een plechtig „Te Deum" ge
celebreerd werd door den Patriarch van Lissa-
b°h. In Spanje legt „Zijne Katholiekt
Majesteit eenvoudig in een vergadering van
Sennaat en Congres den eed af op de Grondwet,
waarna een „ie Deum" volgt in de kerk van
San-Francisco-el-Grande. In België heeft
men eveneens de eedsaflegging in een vereenig-
de zitting vaij Senaat én Kamer en den vol
genden dag een „Te Deum in de kerk van de H.
Gudula. In Italië bestaat de beele
plechtigheid in de eedsaflegging op de Grond
wet in een vereenigde vergadering van Senaat
en Kamer.
Een Katholieke kroning heeft heder
ten dage slechts plaats: lo.) in Rome met
den nieuwgekozen Paus als koning van den
Kerkelijken Staat. Dit geschiedt 's Zondags of
op een feestdag na de Paukeuze; 2o) In
Hongarije met den keizer van Oostenrijk.
In het jaar 1000 schonk Paus Silvester II aan
den heiligen vorst van Hongarije, Stephanus
I, den titel van „Apostolische Majesteit" als
een erkenning van 's vorsten vruchtbaar
apostolaat onder de Hongarentevens ver
leende hij hem het hooge voorrecht b« plech
tige gelegenheden een kruis vóór zich te laten
uitdragen. In 1758 werden eeretitel en voor
recht voor keizerin Maria-Theresia en hare
opvolgers opnieuw toegestaan, zoodat de Oos-
tenrijksche keizers als Koningen van Hon
garije zich nog steeds in het, bezit van bei
de verheugen. De kroning van keizer Frans
Joseph geschiedde te Buda-Pest op 8 Juni
1867.
Een schismatiek e kroning treft men
aan 1.) in Rusland, 2.) in Roemenië, 3.) in Ser
vië, 4.) in Montenegro, 5.) in Abessynië.
Eéti protestantsehe kroning heeft nog
plaats; 1) in Groot-Brittanië en Ierland; 2) in
Zweden; als zuinigheidsmaatregel evenwel liet
Koning Gustaaf V in 1908 deze eerbiedwaar
dige plechtigheid achterwege. Ten slotte,
een heidensche Kroning vieren Japan
en Britech-Indië.
Al duikend en zwenkend zooals alleen een
Guynemer dat kan, schoot hij twee zijner tegen-,
standers na elkander neer, nog voor zjj gelegen
heid hadden gehad om hem te ovewaneu. De
overigen vonden het toen wijzer ooi Leen te
gaan, en vlogen weg, terwijl zij hem uit hun
achter-kanonnen een kogelregen toezonden.
Guynemer viel hen zoo heftig aan als hij
kon en bracht hun ook wel nadeel toe, maar
slaagde er niet in, een van hen neer te schie
ten.
Zijn machine was herhaaldelijk getroffen en
eindelijk dwong "een dozijn lekken in zijn ben-
zinereservoir hem, zoo spoedig mogeiy'-i tt
dalen.
Hij kwam midden in „Niemandsland" te
recht, waar hem onmiddellijk de Duitschc gra-
na ten om de coren vlogen. Zijne aanvallers
hadden geen lust meer gehad om den strijd
voort te Zetten en trachtten dus niet te daiea
om hem den genadeslag toe te brengen. Zij
zorgden zoo spoedig mogelijk naar hun basi!
terug te hinken.
Guynemer verborg zich zoo goed mogelij1» ir.
een granaattrechter en ofschoon er zes en
tachtig zware projectielen in zijne richting ge
vuurd werden, bleef hy ongedeerd. Omstreeks
vier uur 's ochtends werkten een reddingspa-
trouillo uit do Fransche loopgraven zich naar
hem toe en bracht^ hem veilig terug, na de
machine geheel vernield te hebben.
Een ander verhaal vinden wy in „Lloyd's
Weekly News," waarin een gewonde Engelsche
vlieger zelf een beschrijving geeft van het
luchtgevecht, waarin hij zyn wond opliep:
„Nadat ik bommen had geworpen op het ver-
k l .v «o sa m
Satyrick verhaal van Mark Twain.
(Uit het Axnerikaantch).
b-
'et meisje staarde hem een geruimen tijd
toftTl ontslofp.n 7,if,h liflTfl lir^TYPn
'■.toen ontsloten zich hare lippen
O!" riep zij uit en deinsde van hem te-
Vejf' terwijl zij hem nog in onuitsprekelijke
Sondering aanstaarde.
jR'.-'Oker hen ik dat. Waarom deins je van
\terngï Wat heb ik je nu weer gedaan?"
klL 3® gedaan kebtï Je hebt zeker een
blo ^^derlingste beweging gedaan. Dat
je zelf tooh inzien."
\V 1 "uen inzien,
iet ,lu'" antwoordde hij glimlachende,
donl ""e wat vreemd in de ooren ge-
*1r I »1 hebben; maar wat doet dat er toe,
net waar is?"
waar is! Je begint je al terug te
Z lau t'aar' Dat moet je niet zeg-
>arblfa b ik niet verdiend. Ik heb de
atuan?" gC8prokei1: waarom twijfel je
h had terstond een antwooi'd gereed.
„Eenvoudig, omdat je er niet eerder over
gesproken hebt."
„Zool" Daarin lag wel is waar geen zucht,
maar het was toch de duidelijke uitdruk
king van het feit, dat hij erkende, dat daar
in wel eenige waarheid opgesloten lag.
„Je hebt je den schijn gegeven, alsof je
niets voor mij verborgt, dat ik omtrent je
diende te weten, en je hadt het recht niet,
zoo iets voor mij geheim te houden, zoodra
je mij je liefde had verklaard."
„Dat is waar, dat is waar, dat weet ik!
Maar er waren ömstandigheden in in den
weg omstandigheden, die
Zij maakte een gebaar, waaruit bleek, dat,
naar zij meende, zulke omstandigheden zich
niet hadden kunyen voordoen.
„Och, zie je," zei de hij vergoedelij kend,
„je scheen zoo ingenomen met de gedachte,
dat wij samen het pad van eerlijken arbeid
en eerlijke armoede zouden bewandelen, dat
ik er voor terugdeinsde dat ik er voor
vreesde om Nu, je weet zelf, hoe je
er over gesproken hebt."
„Ja, ik weet, hoe ik er over gesproken heb.
Efi ik weet- ook, dat je onderzocht, hoe ik
over aristocratie dacht, en dat mijn ant
woord er op berekend was, je van alle vrees
te ontheffen."
Hij zweeg een poos. Toen zeide hij mismoe
dig:
„Ik weet er mij niet uit te redden. Het ie
eene verkeerdheid van my geweest. Anders
«iet dan eene verkeerdheid. Geen kwaad
was er mee bedoeld, geen kwaad hoege-
hatund. Ik wist niet, boe je liet zoudt opne
men. Ik heb zoover "iet gedacht."
Het meisje was voor een oogenblik biiua
ontwapend. Toen riep zij uit:
„De zoon van een graaf! Gaan de zonen
van graven dan in nederige huizen uit wer
ken om hun brood te verdienen?
„O neen! Ik wenschte wel, dat zij het de
den!"
„Dalen de zonen van graven in een land
als liet onze dan zoozeer ar, dat zij naar de
hand van een kind der armoede dingen, ter
wijl zij seclita te kiezen nebbeu tusselien de
dochters van millionnairs in Amerika? Je
bent de zoon van een graaft Bewijs mij dat!"
„Ik kan je dat niet bewijzen. Maar tocli
hen ik de zoon en erfgenaam van een graaf.
Dat is alles, wat ik kan zeggen. Ik wensch
te wel, dat je mij wildet gelopven, maar je
wilt dat niet. Ik weet geen middel om je te
overtuigen."
Zij werd weder zachter gestemd, maar de
laatste woorden maakten, haar toorn weder
gaande, en zdj riep uit:
„O, je verbant alle geduld uit mijl Zou je
dan willen, dat ik geloofde, dat je geen mid
del hebt om mij te overtuigen, en dat je
tooh bent, wat je beweert te zijn? Je maakt
aanspraak on den grafelijken titel en waagt
het toch, op reis te gaan zonder geloofsbrie
ven. Dat is eenvoudig ongeloofelyk. Zie je
dat zelf niet in?"
Hij overwoog, hoe hij zich zou verdedigen,
aarzelde eenigszins en zeide toe:
„lk zal je de volle waarheid zeggen, hoe
ongeloofelijk deze je ook moge voorkomen
en aan ieder ander, denk ik, maar toch
is het de waarheid. Ik had een ideaal
noem het een droombeeld, een dwaasheid,
als je wilt maar ik wilde afstand doen
van de voorrechten, waarin de adel zich
verheugt en die door overmacht en bedrog
aan de natie ■zijn afgeperst, ik wilde mij
zuiveren van het aandeel aan deze misdaden
tegen recht en rede door voortaan met de
armen Cu nederigen op een gelijken voet
om te gaan, met eigen handen mijn brood
te vei dienen en mij door eigen verdienste
er bovenop te werken.
Het meisje eloeg zyn gelaat nitvorsehend
gade terwijl hij sprak; er was iets in de een
voudigheid zijner verklaring dat haar trof;
maar zii bedwong zich; liet was niet ver
standig, zich aan medelijden over te geven;
toch moest zij hem nog een paar vragen
doen. Tracy las op haar gelaat; en wat hij
daarop las, deed de hoop eenigszins hij .hem
herleven.
„Als een gravenzoon dat deed, dan zou
hij zich als man gedragen! Dan zou hij een
man zijn, dien men zou moeten aanbidden!"
„Welnu, ik
,,Maar zoo iemand heeft er nooit be.-taanj
Hij is niet geboren en zal nimmer geboren
worden. De zelfverloochening die daartoe
zou kunnen aandrijven, zou iets verhevens
zijn. Maar een oogenblik waelit! laat
mij uitspreken. Ik heb nog een vraag te
doeu. Waavan is je vader graaf?"
„Van Rossmore en ik ben burggraal
Berkeley."
Dat wa« te veel. Het meisje gevoelde zich
zóó geërgerd dat zij ternauwernood ksou'
praten.
„Hoe durf je het wagen, zoo onbeschaamd
te liegen? Je weet dat Berkeley dood is, en
je weet dat ik 't weet. O, de levenden van hun
naam en hunne eer te berooven voor een zelf
zuchtig en tijdelijk doel is al eene misdaad,
maar de dooden daarvan te berooven, is
meer dan eene misdaad!!"
luister naar mij een enkele oogen
blik wendt je niet van mij af. Ga niet
heen verlaat mij zóó niet blijf nog een
oogenblik. Öp mijn woord van eer
„Zoo, op je woord van eer!'
„Op mijn woord van eer hen ik, wat ik
zeg! En ik zal dat bewijzen, en je zult mij
gelcoven, ik weet, dat je dat doen zult. Ik
zal je eene tijding brengen een kabeltele
gram
Wordt vervolgd.