IIEIIl HUIL COURANT
DE (MED III KM.
BUITENLAND
DE OORLOG
FEUILLETON
Vrijdag 29 Sept. Tweede blad
4000 bij levens!, ongeschiktheid lot werkes
- SOO bij overlijden
- 000 bij veriies van een hand oJ voel
100 bij verlies van een duim
7S bij breuk van een arm-of been
60 bij verlies van een wijsvinger
25 bij verlies van een anderen vinger
VERSPRODE &ER8CHTEH
DOKLOGS-ALL&RLEI
REDACTIE: GEBOUW „ST. BAVO"
Wordt vervolgd.)
betalende ebennés op dit Blad, dia
In het bezit zijn van eene Verzekeringspolis,
£ijn, volgens de bepalingen op de polissen
vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
150 bij verlies van een oog
De uitkeering dezer bedragen wordt gega
randeerd door de „Holiandsche Algemeen*
Verzekeringsbank" ie Schiedam.
De vóór l October 1911 uitgegeven polio***
tfin niet geldia.
NEDERLAND WAAK TEGEN
DE BELGISCHE ANNEXIO-
NISTEN.
Na de geheime krentjes err pamfletten is
nu ook te Brussel een geheim boek versche
nen: „La Belgique au tournant do son his-
toire," 18 c.M. hoog op 10 breed en 410 blad
zijden dik. Op het bruine omslag leest men
benevens den titel het woord van koning
Albert: „J'ai foi dans nos destinées; un pays
qui se défend s'impose au respect de tous;
ce pays ne périt pas". (Ik geloof in onze
toekomst: een land dat zich verdedigt dw.ngt
aller eerbied af; dat land gaat niet ten onder)
m vérder het jaartal 1916 met er onder:
„Imprimerie nationale."
Het werk wórdt ingeleid aldus schrijft
men aan (de „N. R. Ct." door een voorrede,
geteekend E. P., waarin het bestaan der „Bel
gische y-iel" nog eens bevestigd wordt, en
als ideaal wordt beschreven een hersteld Bel
gië, op zulke wijze vergroot en ver
sterkt, dat het voortaan zich zelf zou kun
nen verdedigen.
Van rechten der nputralen bij het
vredesherstel mag er volgens de schij-
ver3 van „La Belgique au tournant do son
histoire" geen sprake zijn. Alleen de
volkeren die in den oorlog groote offers ge
bracht hebben, zullen rechten kunnen la
ten gelden en over de neutralen wordt zelfs
met zekere"minachting gesproken ;„La crainte
semble être leur plus cher. mobile" de
terêt pécuniaire leur plus cher mobile" de
vrees schijnt hun veiligste gids en het gelde
lijk belang hun dierbaarste drijfveer (blz.
136).
Herstel der Belgische neutraliteit wordt ab
soluut verworpen: België moet op zichzelf
een mogendhheid worden, doch daartoe
dienen zijn grenzen verlengd.
Daarom wordt geëischt de annexatie -van
het Jtjjnland en van Luxemburg, uitbreiding
van het gebied naar het zuiden, waar Frank
rijk moet toestaan dat een natuurlijke grens
wordt bezet, en veranderingen aan de Hol-
landsch-Belgische grens.
Over het Hollandsch-Belgische vraagstuk
Wordt in het heele boek telkens opnieuw
gehandeld, t»a een lang hoofdstuk van 80
blz. (262—342) is er in het bizonder aan ge-
"iwijd. Da auteurs hebben Holland (lo Pays-
Bas, zooals zij het heeten) allerlei te verwij
ten: gemis-aan moed en durf in zijn oordeel
over Duitschland, ondermijning der open
bare meening in België, uitvoer naar Duitsch
land, sympathie voor René de Clerpq en
vooral de machtspositie op de Maas en op
de Schelde. Hier wordt het geheime rapport
van Banning aangehaald:
„België's lot is ten nauwste verbonden aan
het bezit en de vrije beschikking over de
twee stroomen, die door het land loopen. De
Schelde is een handelsstroom; onze- economi
sche toekomst is slechts verzekerd, wanneer
Wij mede-souveriniteit over den stroom krij
gen tot aan de zee, t. w. wanneer wij
Zeeuwsch-Vlaanderen bezitten. De Maas is
een politieke en. militaire linie, waarvan de
bezetting van Dinant tot benedenstrooms
■Maastricht de wezenlijke voorwaarde van
onze onafhankelijkheid is. Het is het histo
rische vraagstuk va% Limburg en 2elfs van
Luxemburg, Want wanneer Luxemburg in
handen van Frankrijk of Duitschland mocht
komen, dan zou ons weldra de rechter-Maas-
09ver ontvallen."
Da tegenstelling tusschen de huidige Bel
gische t«n Holiandsche belangen wordt dus
sterk naar voren gebracht. .Toch blijft het
tevens leen Belgisch belang wordt dan ver
der geredeneerd dat de Noor-der grens van
het rijk niet door een al te zwakken staat ge
dekt blijve en daarom zal aan Holland ze
kere vergoeding in Oost-Friesland moe.cn
worden toegekend. Wat België daarentegen
van Holland verkrijgen moet, volgens de au
teurs van het besproken boek, wordt als volgt
aangegeven:
1. Ze.euw.sch-Vlaanderen.
2. Walcheren, Zuid-Beveland en hét oude
markgraafschap Bergen op Zoom.
3. Een strook lands tusschen Baerle-Hertog
ön de huidige Belgische grens, zoodat de ge
noemde gemeente niet langer een enclave
iir Hollandsch grondgebied zou vormen.
Limburg („het zoogenaamd Holiandsche
Limburg") met Maastricht en Roermond en
al het grondgebied, dit ligt tusschen de te
genwoordige grens en den spoorweg Roer
mond—Antwerpen, „aangezien deze lijn Bel
gisch is."
Het hoofdstuk over Holland eind'gt dan met
het volgende liefelijke beeld:
„De tijd schijnt niet voorbij te zijn, waarop
België kan zeggen: Hollandsch zusje, neem
mijn hand, en Holland, met zachtheid aan
ziende wie het zoo aanspreekt, van zijn kant
een eerlijke hand uitsteekt, België naar zich
toetrekten liet verleden vergeet."
Plannen als de hierboven aangehaa de schij
nen stellig ©rg fantastisch. Doch men bedenke,
dat, er op het Wester front dingen houden
kunnen gebeuren, die hun grooie waarschijn
lijkheid verleenen. Daarom is he. goed, dat
Holland op de hoogte biijft van wat het Bel
gisch nationalisme voortbrengt.
Nieuwe Duitsche zeppelins.
Uit betrouwbare berichten, volgens het Hbld.
te St. Petersburg ontvangen, blijkt, dat de
Duitschers nog steeds bezig zijn op drachtige
wijze hun luchtvloot uit te breiden, namelijk
door den bouw van een aantal Zeppelins van
nieuwe constructie; deze luchtschepen moeten
in staat zijn 5000 kilo springstoffen mee te voe
ren; hun inhoud is twee millioen kubieke voeten
met een lengte van 780 voetde snelheid is on
geveer honderd kilometer per uur, terwijl zij
zich over afstanden van 5000 kilometer van hun
basia kunnen verwijderen. Na het uitwerpen
hunner bommen kunnen deze schepen stijgen
tot eene hoogte va,n 17.000 voet. Bovendien zjjn
deze schepen gewapend met snelvuurkanonnen,
benevens de gewone mitrailleurs; de beman
ning bestaat nit 30 tot 35 koppen. Reeds met
October moet een drietal dezer nieuwe zeppe
lins gereed zijn.
Hoe er om Combles gevochten werd.
Hoe er om het bezit van het versterkte dorp
Combles gevochten werd, blijkt uit een verslag
van de vermeestering van Combles in de „Li-
berté" van Woensdagavond. In de eerste
ochtenduren rukten de Franschen en Engel-
sclxen op, de En gelachen nit Morval, de Fran
schen uit Frégiicourt, Bijna tegelijkertijd ruk
ten de Engelschen Combles uit het Westen en
de Franschen de stad uit het Zuiden en Oosten
over het kerkhof binnen. Volgens den oorree-
pondent van genoemd blad, werden er binnen
de plaats venwoede gevechten gelevérd. Elke
kleine groep puinhoopen werd op haar beurt een
slagveld. De stuk gebeukte kerk ging drie keer
van de eene band in de andere over. Ten slótte
werd 's oohtends om half elf, toen de Fran&che
en de Engelaehe patrouilles ziich vereenigd had
den, een algemeene aanval ondernomen. Een
kwartier later brachten de Fransche en Engel-
sche troepen in het noordwestelijke gedeelte
van het dorp hun verbinding tot stand. Om 11
uur 5 meldde een luid gejuich de vermeestering
van Tiet lftatate baotion dor Duitacber» "ten
noorden van de Somme.
De redders van het Britsche wereldrijk.
Wedgwood dringt er in „Sunday Pictorial"
op aan voor de verdediging van Oud-Engeland
meer zwarten te gebruiken. Het is hoog tijd,
zoo zegt hij, voor den krijgsdienst een leger van
negers te vormen. Tot nu toe hebben wij in
dezen oorlog van dit materiaal nog bijna geen
gebruik gemaakt. De weinige ervaringen ech
ter, welke wij in Kameroen en Oost-Afrika met
hen hebben opgedaan zijn voldoende om te be
wijzen, dat de kleurlingen ook tegenover de
groote edaohen van den modernen oorlog uit
stekende vechtmachines zijn. De zwarte bevol
king van onze Afrikaamscke koloniën bedraagt
18 miillioen mensohen. Wel is waar werd in den
laatsten tijd al ten beseheiden poging gedaan om
kleurlingen in Kaapstad en Hongkong voor de
werkzaamheden in de verdedigingslinies aan te
werven. In tegenstelling met de Engelschen
hebben de Franschen uit Tahiti, Coehinchina,
Madagaskar, Senegal, Marokko, Algiers en
Tunis gehaald wat er aan menschenmateriaal
lo halen was. Op de bemerking, dat de zwarte
troepen uit de Tropen voor Frankrijk niet ge
schikt waren, kan worden geantwoord, dat
deze dan de blanke troepen in Egypte zouden
kunnen vervangen. Ook de vrees, dat het pres
tige van het blanke ras zou hebben te lijden, is
voor Wedgwood- geen argument. Hij meent, dat
het niet noodig is, dat de zwarten ook na den
oorlog als gelijken van de blanken zullen wor
den beschouwd. Hij zegt, dat met al die vooroor-
deelen moet worden gebroken. Zoo kunnen uit
Zoeloes, Basoetoe, Gringua, Matab, Yao, An-
goui, Wanyamwesi, Naudi, Haussa, Asdhant'i,
Maori, Malayen en kleurlingen uit de Kaap zeer
goede soldaten worden gevormd. Deze zullen
dan voor het blanke Engeland kunnen strijden
Gebrek aan'menschenmateriaal ook jn liet
Fransche leger.
Niet alleen in Engeland klaagt men over on
voldoende reserves voor versterking van het
leger; ook in Frankrijk schijnt het tekort ern
stig merkbaar te worden: Mortimer-Mégret
klaagt er althans in „Oeuvre" over, dat Frank
rijk gedurende twee jaren het tegen de troepen
der Centrale Mogendheden moest volhouden,
terwijl de Verbonden Mogendheden dien tijd
moesten besteden- om voorbereidende maatrege
len te treffen.
Wij, franschen, zoo zegt het blad, moesten
alle mannen van 1950 jaar mobilisecren.
Eerst .werden do goedgokeurden onder de wape
nen geroepen; later echter werden de afgekeur-
den eerst in 1914, vervolgens in April 1915 en
ten slotte in Augustus 1916 aan een herkeuring
onderworpen. En ook het overschot moest nog
maals worden gezeefd, Deze menschen, aldus
het blad, hebben immers geen militaire waarde,
maar vormen wol het geraamte van ons maat
schappelijk leven, dat met behulp van buiten
landse he arbeidskrachten slechts met moeite in
gang kan worden gehouden.
Het blad vraagt of deze politiek der uitput
ting, niet levendig in strijd is met de levensbe-
Jangen van iankrijk. Met bitterheid wordt er
dan aan beriunerd, dat Rusland en Italië prat
gaan op bun groote reserves aan menschen
materiaal.
De Katholieke Kerk in Roemenië.
Het jongste nummer der „Historisch-politi-
sche Blatter .bevat een artikel over de Katho
lieke kerk m Roemenië, waaraan wii bet vol
gende ontleenen
De- grondwet van Roemenië waarborgt aan
eiken godsdienst volkomen vrijheid. Het lieeft
dus, den schijn, alsof het Katholisicree nimmer
belemmering ondervond. Doch dit was niet het
gevaj. Eerst aan den invloed van koning Carol
1, di zeif tot aan zijn dood geloovig Katholiek
was, is het te danken, dat de verdraagzaamheid
op godsdienstig gebied meer onder het Roe-
moensche volk weid geëerbiedigd.
Do ontwikkeling van de geschiedenis der Ka
tholiek kerk in Roemenië dateert va de 11de
eeuw. In den loop der tijden ontstonden vijf
bisdommen.
Onder de regeering van vorst Carol I werd de
inrichting der Katholieke Kerk grondig gereor
ganiseerd en bij breve-van 27 April 1883 richtte
Faus Leo XIII de tegenwoordige hiërachie op,
n.i. liet aartsbisdom Boekarest en het bisdom
Jassy.
In 1899 bedroeg het getal der Katholieke
kerken en kapellen in het diocees Boekarest
89 met 40 priesters en iu het diocees Jassy
135 met- 47 priesters. Behalve deze kerken be
staan er in Roemenië nog acht Katholieke zus
terkloosters in grootere steden, voornamelijk
met het bestuur van meisjesscholen belast. In
genoemd jaar bedroeg volgens offioiëele cijfers
het aantal Katholieken in Roemenië 169.667.
Wat de Katholieke scholen betreft, zij meege
deeld, dat het aartsdiocees alleen in Boekarest
17 scholen onderhoudt, die 3531 leerlingen tei
len. In de provincie ressorteeren onder het
diocees Boekarest niet minder dan 40 scholen
met 5670 leerlingen.
Bovendien zijn er talrijke parochiale scholen,
weeshuizen en volksscholen.
ooral aan den aartsbisschop van Boekarest,
Mgr. Raymond Netzhammer, is het te danken,
dat er z-coveele nuttige stichtingen zijn ontstaan
en dat de kerk in Roemenië tot grooteren bloei
gekomen ia.
Mgr. Netzhammer werd den 19den Januari
1802 te Erzingen in Baden geboren, trad in de
Benedictijnerorde en werd den 16den Septem
ber 1905 tot aartsbisschop gekozen.
Koning Cxi rol stelde m den prelaat groot ver
trouwen en raadpleegde hem dikwijls.
DE TAXI-AUTO'S DER*
MARNE-0 VERWINNING.
De „Matin" schrijft o.a. naar aanleiding van
de herdenking van den slag aan de Marne dat
Parijzenaars, die geen tijd hadden om te Meaux
deel te nemen aan de herinneringsplechtig
heid, te Parijs talrijke taxi-auto's met vlaggen
zagen défileeren.
Dank zij die auto's zijn. indertijd in één avond
en één nacht een gedeelte van 't giarnizoen van
Parijs en bijna do velt al Li ge Afrikaanscli© troe
pen, die den vorigen dag gedébarkeerd waren,
öp «taanden voet overgebracht naar de oevers
van do Marne, waar zij de belangrijke Fran
sche overwinning hielpen, bevochten. De „requi-
ai tie-order," ge teekend door generaal Gallic ui,
don 6en September 's morgens werd denzelfden
dag iii 't begin van den middag in werking ge
steld. Te tweo uur hielden de agenten in alle
kwartieren van Parijs de statiouneerende auto
mobielen, die rondreden, of zij bezet waren of
niet, aan, lieten de inzittenden uitstappen en
noodigden do chauffeurs uit om onmiddellijk
naar hun depóts terug te gaan, waar nauwkeu
riger instructies hen v ac-ntten. En bij het val
len van den nacht rolden de meer dan duizend
taxi-auto's, die aldus opgeëiseht waren, ieder
met 5, 6 en somtijds 8 man er in, met gep,akten
ransel en volle patroontasch, in vliegende vaart
langs verschillende wegen, naar Sevran, Livry,
Aubervilliers, Laguy, om maar enkele punten
op to noemen.
Sedert dezen rit, roemrijker herinnering, doen
de duizend rijtuigen, die er aan medededen,
nog hun werk, maar met de chauffeurs die ze
toen bestuurden is dit niet het geval. Versehei-
denen van hen zijn sedert twee jaar naar het
leger getrokken, waar hun behendigheid voor
vliegende legertochten geregeld gelegenheid
hoeft om zich te oefenen. Wq' hebben ten
minste hier en daar in de depóts eenigen dier
chauffeurs kunnen terugvinden mannen op
leeftijd voor 't grootste deel die met genoe
gen van die historische ritten vertelden.
„Ah, mijnheer;" zeide een hunner, „toen wij
wisten waar diet om ging, wat 'n vaart hebben
we er toen achter gezet Wat mij aangaat, toen
de agent me opgeëiseht heeft, zou ik juist rust
hebben genomen; ik had sedert den vroegen
morgen geen sikkepit gegeten. Ik beu ander-
halven dag zonder iets om tusschen mijn tan
den te zetten gebleven, behalve een glaasje
lichten wijn en een stuk hard brood, die een
goeie oude vrouw van Laguy mij bij de gratie
Lcds gegeven heeft. Mijn vrouw, die sedert
den vorigen dag op mij wachtte, dacht dat ik
ood was. Het ergste is,dat ik haar pas langen
tijd daarna de ware reden van mijn afwezigheid
heb kunnen vertellen, want men had ons een
eed laten afleggen om niets te zeggen
„Wat de soldaten betreft die ik transpor
teerde, zei hij, „op een keer (want ik heb ver-
seoedene dagen gereden, evenals mijn kame
raden) waren het er tien; drie naast mij en
zeven in de coupé. De geheele lengte van den
weg over hebben zij geen woord gekikt, geen
«edje gezongen, geen mop gewaagd. Zjj waren
ernstig en vastbesloten, als mannen, die allqi
op t sped gaan zetten, die dat weten, en di*
vooraf vant alles afstand hebben gedaan. Al zou
ik honderd jaar leven, die uren zal ik nooit
vergeten
BELGIE
Het Jttbité van Mgr. Stillemans.
,Men *neldt van ide fgneös aan de „Mb.": Ver
leden week Woensdag om half twaalf had
in de hoofdkerk van Sint Bavo te Gent de
plechtige v iering plaats van den zestigsten
verjaardig der Priesterwijd.ng van Z. D. H
Mgr. Stiilemans, bisschop van Gent.
Z. D. H. had te kennen gegeven, dat in de
kerk geen versieringen mochten worden aan
gebracht. Een stoet van lioogwaardigheids-
bekleeders woonde de piechtigneid bij.
Op een bidbank, links van het hoog altaar,
zat mgr. Christiaens, rechts de gewezen rec
tor van de Hóogeschool te Leuven. In het
kapittel gestoei te hadden plaats genomen de
kanunniken ën Se kerkmeesters der katho-
draal.
De plechtige H. Mis werd opgedragen door
Z. D. H. Mgr. van Reckhem, geassis.ee: d door
kanunnik De Bock, vicaris-generaal, kanun
nik Standaert en Lejour.
EERSTE JAAR VRIJDAG 29 SEPTEMBER N gl
Ide damiaatjes!
TELEFOON 49
ONS CENTRALE GEBOUW.
De belangstelling in ons centrale vereen?
giLgsgebouw neemt op verrassende wijze toe.
Nu men ziet, wat te bereiken valt, als op
'-vachtige manier de zaak wordt aangevat
nu komen de kat-uit-deu-boom-kijkers tot
bezinning en roepen uit; „Hé, ja, wij kun
nen, als we willen, tot wel in de richting
sturen van een ferm, doelmatig gebouw. Een
gebouw-, waarin-we ons allen thuis gevoelen,
waar we elkaar allen ontmoeten en zoodoen
de ons solidariteitsgevoel niet weinig wordt
versterkt.
Er zijn natuurlijk nog enkele vooroordee-
len te overwinnen, zooals bijv. de bij som
migen nog bestaande meening, dat „St.. Ba
vo" niet „deftig" genoeg is. Lat.en we dan
vandaag eens beginnen met de historische
„deftigheid".
Voor zoover we konden naspeuren, be-
hoordde „St. Bavo" vóór 1726 aan Johan
de Neijn, Raad en Burgemeester van Rotter
dam. Hij verkocht het gebouw aan den Heere
Mr. Gerard Pauw, geboren Hoeufft van
Heemstede, .Heere van Rietwijk en Rietwij-
keroord, Raad en Schepen van Haarlem.
Mij dnnkt, dat klinkt jtoeh' voornaam ge-
noeg*. In ~174S is „St. Havo" e-i^endom va*n
den Heere Jan Diderik Pauw, geboren
Hoeufft van Heemstede, JFTèere van llittin-
gon. Heere van Santvoort.
In 1749 kregen we weer een nieuwen eige
naar. Nu is het Meester Jan Frederik Par-
vé, burgemeester van Haarlem (een zeer
deftig man), Secretaris der Weeskamer, die
het Kocht voer 16200 gulden, te betalen in
drie termijnen. Dat was voor dien tij T een
hoog bedrag, maar er boorden bü St. Bavo
toen ook nog de" huizen tot aan de Wi'n-
gaardstraat en iu die straat. Dat waren na
melijk koetshuizen en portierswoningen, be
boerende bij „St. Bavo."
Klik eens, wat een „hooge" of er nu komt,
We vinden als eigenaar zonder vermelding
van jaartal: Albrecht, Nico Baron v. Aersen
Beyeren, Vrijheer van Hogeheide enz. enz,
Luytenant-Collonel der Infanterie, Capiteyn
in het Regiment Guardes te voet, etc. etc.
Omstreeks de groote Fransche Revolutie
boort „St. Bavo" wederom aan de doorlnehte
familie Parvé, én we vinden gesprohen over
de „aanzienlijke, dubbele heerenhuizinge".
oen kwam het rampjaar 1812, jaar van
log en ellende. In Haarlem werden hon
derden huizen voor afbraak verkocht.Voor
name lui, die anders „paard en rijtuig hiel
den, gingen nu te voet, dienstboden konden
Tijna niet meer gehouden worden.
„St. Bavo" deelde in de algemeene misère
en werd voor 4000 gld. van de hand gedaan,
waarvan 2000 gulden contant en de andere
later in termijnen. Het teekent het algemee
ne verval "van den welvaart in die dagen.
Langzaam steg weer de waarde en in 1835
komt ,St. Bavo' aan de aanzienlijke familie
van Docter Daniël de Haan voor 9000 gul
den. We vonden daarna, als eigenaresse
Crouwe Elise Charlotte Adolphine Jeanette
Goyen, die het gebouw verkoopt aan Mr.
Corneli- Fock, Burgemeester van Haarlem
voor 14000 gulden.
Deze wordt in 1866 Burgemeester van Am
sterdam en verkoopt het aan zijn opvolger
Ernst, Anthoon Jordens, burgemeester van
Haarlem met 1000 gulden winst. In 1894
wordt de Amsterdamsche faüiilie Kilsdonk
eigenaar voor 31500 gulden. Tien jaar later
ontwaken de Haarlemsche Katholieken,
voelen de dringende behoefte aan een eigen
gtbouw. Alle katholieke vereenigingen ko-
mqen bij ^elkaar, verplichten zich zedelijk
„St. Bavo" bij voortduring te zullen blijven
steunen.... en de Kath. Volksbond neemt
daarop den zwaren last op den hals en koopt
„St. Bavo" voor 35000 gulden en laat er 15000
gulden aan verbouwen.
In 1916 biedt een Haagsche Combinatie 80
duizend gulden; het tegenwoordige bestuur
van „St. Bavowil er niet aan, doch ver
bouwt wederom voor duizenden, en hoopt
er mee door te gaan.
Summa Summarum: Wie durft nu nog
ooit van zijn leven beweren, dat „St. Ba
vo" niet „deftig" genoeg is.
VRO VWENKIESRECHT.
Heeft u het al verder verteld? Komt
Zaterdagavond of Zondagmiddag na de late
kerk nog bij uw familie? Dames van den
rouwenbond, Heeren van den Middenst ind,
Vrienden van den Katholieken Kring, Leden
van de Vakvereeniging en al.e anderen, weet
U het al: -Aanstaanden Woensdag om half 9
spreekt de WelEerw. Heer Buurwinkel over
„Vrouwenkiesrecht." Laat u niet afschrik
ken, het wordt volstrekt niet onmensehelijk
laat. Het begint precies half negen en ein
digt klokslag tien uur, volgens de loffelijke
gewoonte in den laatsten tijd bij onze lezingen
gevolgd. Gratis toegang op voorwaarde, dat
U 't ook aan anderen meedeelt. We beginnen
half negen, dus niet kwart vóór negen, en
eindigen (Uien uur, dus niet kwart er over.
AGENDA GEBOUW ST. BAVO.
Zaterdag 3J September. WRte Bios-,
coop 8 uur Gewone, zittingen 8 A uur.
Zondag 1 October. Witte uioscoop 8
48 uur. Bakkers 12Vs uur.
Maandag 2 October. Witte Bioscoop
8 uur. Esperanto 8?/s uur. Ondersteu
ningsfonds 8V2 uur. Leden Tabaksbewer
kers 8V2 uur.
Dinsdag 3 October. Böstuur-Timmer-
lieden 8 uur.
Woensdag 4 October. Maria Vereeni-
ging 8 uur. Algemeene Vergadering Volks»
bond. Spreker Kap. Burwinkel over Vrouwen
kiesrecht.
Donderdag 5 October. Leden Bouw-
vereeniging St. Jozef, 8i/g uur. Volkszang
8 uur.
Vrijdag 6 October. Rederijkers 9 uur.
Jeugd 8 uur. Vertrouwensmannen. Me
taalbewerkers 81/2 uur.
Satyrick verhaal van Mark Twain.
(Uit het Amerikaansch).
56
„Ik heb noodt zulk een naam gehoord.
Het klinkt ajs een ziekte. Is het een ziekte?"
„Neen, ik denk niet, dat het een ziekte is.
Die naam iis of schriftuurlijk, óf...."
„Och kom, hij is niet schriftuurlijk."
„Dan is hij anatomisch. Ik wist wel, dat
het een van beide was. Ja.^ nu herinner ik
liet mij, hij is anatomisch, 't Is een zenuw
knoop dat is het, wat zylobalsamnm ge
noemd wordt."
„Welnu, ga voort; en als er meer zulke na
men in uw verhaal voorkomen, laat zé dan
maar achterwege; zij maken dat iemand
zich niet op zijn gemak gevoelt."
„Welnu dan, zooals ik zeide, was1 deze niet
de lieveling van de familie, en Zbo werd hij
op allerlei wijzen veronachtzaamd en niet
naar school gezonden; zoo liet men toe, dat
hij omging met de ruwste en onbeschaafdste
menschen, en op die manier is hij natuur
lijk een gemeene, onkundige losbandige
•churk geworden, enf.
„Hij? Dat is niet waar! Ge moest edel
moediger zijn en zoo iets niet zeggen van een
armen, jongen vreomdelipg, die_— wel,juist
het tegenovergestelde daarvan is! Hij is be
seheiden, hoffelijk, welwillend, zedig, voor
komend, beschaafd, ontwikkeld -o foei,
hoe kunt ge zulke dingen van hem zeggen?"
,Jk zal je niet hard vallen, Sally in
derdaad, ik heb geen woord van bewijs voor
je, omdat je verblind bent door je .toegene
genheid verblind voor die kleinere ge
breken, welke voor anderen zoo blijkbaar
zijn, die
„Kleinere gebreken? Noemt ge dat klei
nere gehrejeen? Wat zijn moord en brand
stichting dan?"
„Dat is een moeilijke vraag om te beant
woorden, en natuurlijk verandert de be
schouwing van zulke dingen naar gelang
van de omgeving. Bij ons zonden zij nood
wendig niet zoozeer de aandacht trekken
als bij jou; toch worden zij dikwijle met af
keuring beschouwd
„Worden moord en brandstichting met af
keuring beschouwd?" x
„O ja, dikwijls."
„Met afkeuring! Wie zijn dan die puritei
nen, waarvan ge epreekt? Maar waeht eens
hoe weet ge zooveel van deze familie af?
Waar hebt ge dat alles gehoord?"
„Sally, ik heb het niet van hoor en zeggen.
Dat is de ernstige zijde van de zaak. Ik hen
persoonlijk met die familie bekend."
Dat was reden tot verwondering.
„Gij? Kent gij werkelijk?"
„Ik ken Zylo> z<,otFs we hem plachten te
noemen, en ik ken zijn vader, Dr. Snodgrass.
Jouw Snoddg-rass kende ik niet zoo goed,
maar ik heb hem toch nu en dan wel eens
gezien en ik heb alles omtrent hem gehoord.
Hij was het algemeen praatje, zie je, uit
hoof do van...-"
„Uit hoofde daarvan, dat hij geen brand
stichter en geen moordenaar is, denk ik.
Maar waar hebt ge die menschen leeren
kennen?"
„In Cherokee StnP-
„O, hoe ongerijmd. Er zijn niet genoeg
menschen in Cherokee Strip om iemand een
reputatie te geven, goed of kwaad. Daar
voor zijn er niet genoeg inwoners. Wel, de
heele bevolking bestaat uit een paar wag-
gonladingen paardendieven.
Hawkins antwoordde kalm: „Onze vriend
behoorde tot een van die wagg-0n 1 adingen
De oogen van het meisje brandden én
hare ademhaling was snel en hoorbaar,
maar zij bedwong haar toorn. De staatsman
zat stil en wachtte op haar antwoord. Hij
was tevreden met zijn werk. Het was zulk
een kunststukje van diplomatie, als hij ooit
bedacht had, meende hij; en laat nu 't meisje
haar eigen keuze volgen. Hij meende, dat zij
haar belichaamde nu wel zou laten loopen;
hij koesterde daaromtrent geen twijfel;- doch
in allen gevalle moest zij zelf maar kiezen
en zou hij geen verderen tegenstand bieden.
Inmiddels had Sally nagedacht en een be
sluit genomen. Tot niet geringe teleurstel
ling van den" majoor was de uitslag harer
overwegingen in zijn nadeel. Sally zeide:
l'00/' seen anderen vriend dan mij,
en ik wil hem nu nooit verlaten. Ik zal niet
met hem trouwen, als zijn karakter slecht
is; maar als hij kan bewijzen, dat dit niet
het geval is, dan zullen wij het maar met
elkander wagen. Mij schijnt hij goed-en lief
toe, ik heb nooit iets in hem opgemerkt, dat
liet tegendeeL verried belidlve natuurlijk
dat hij zich de zoon van een graaf heeft
genoemd. M isschien is dit slechts ijdelheid,
en geen werkelijke verkeerdheid, als men de
zaak goed bekijkt. Ik geloof niet, dat hij zoo
iemand is, alsge hem hebt afgeschilderd.
Ik zou wel willen dat. ge hem opzocht en
naar mij toezondt. Ik zal liem smeeken, op
recht tegenover mij te zijn en mij de volle
waarheid te zeggen."
„Heel goed; als dat je besluit is dan zal
ik het doen. Maar, Sally, je weet dat bij
arm is en...."
„O, daar bekommer ik mij niet over. Dat
doet er niet toe. Zult ge hem hij mij bren
gen?"
„Dat zal ik doen. Wanneer?"
„Och, het loopt nu al tegen den avond, en
dus moet ge het maar uitstellen. Maar zult
ge hem morgenochtend opzoeken? Beloof je
mij dat?"
„Ik zal hem hier hij het aanbreken van
den dag brengen."
„O, nu zijt ge weer dezelfde van vroeger
en beminnelijker dan ooit."
„Ik zou geen beter getuigenis dan dit kun
nen verlangen. Goeden avond, Sally."
Sally bleef nog een oogenblik zitten te
peinzen; toen zeide zij ernstig; ,Jk heb hem
lief ondanks zijn naam," en ging heen om
hare bezigheden met een verlicht hart te
verrichten.
XXV.
Hawkins ging regelrecht naar het telA
graafkantoor en ontlastte zijn geweten. Hij
zeide hij zichzelf: „Zij wil dat herleefde lijk
niet laten loopeu, dat is duidelijk. Geen
macht ter wereld kon haar van hem afhou
den. Ik heb het mijue er aan gedaan, het
staat aan Sellers, de zaak tot een goed ein
de te brengen. Zoo verzond bü een telegram
naar New-York:
„Kom terug. Neem extra-trein. Z5 wil
met den belichaamde trouwen."