dIEIWE IIIIL ESIMIT
IDE DAMIAATJES
bihrenlahd
Öe Grondwetsherziening in de
Tweede Kamer.
Vrijdag 20 October - Tweede blad
m.~
(Zitting van 19 October).
Regeling van Arbeidsvoor-
waarden der mijnwerkers
Soc. dem. overdrijving Een
soc. dem. oordeel over vrou
wenkiesrecht De opportu
niteit wint het Tydeman
ter verantwoording geroepen
De actie der Kiesrecht
vrouwen veroordeeld. Ty
deman gaat rich verklaren.
De Kamer had bij manier van intermezzo
vóórdat met de beschouwingen aangaande
de Grondwetsherziening kon worden voort
gegaan, gisteren eerst een ander ontwerp
van wet af te doen. Dat intermezzo was
maar van korten duur, waaromtrent de Ka
merleden niet rouwig waren. Want:, waar
boofd en hart van Grondwetsherziening vol
zijn, hoe kan men daar lang aan andere
dingen aandacht schenken?.
Dat is wel bijna zoo iets als een volstrekte
onmogelijkheid! Het wa.- een W.O. van vrij
eenvoudigen aard dat de Kamer te behan
delen had. Een, met slechte één artikel,
dat de strekking had om te bepalen, dat
vóór 1 November 1921 een W.O. moet wor
den ingediend tot nadere regeling van de
arbeidsvoorwaarden der mijnwerkers. De
beer ALBARDA was daarmede niet tevre
den en bad een amendement ingediend om
te lezen in plaats van 1921: 1918.
Dit Kamerlid wilde er wat spoed bijzet
ten. Hij herinnerde er aan, dat de termijn
voor eene wettelijke regeling reeds eenmaal
met 5 jaar was verlengd en had er groot
bezwaar tegen, dat hij dat andermaal met
5 jaar zal worden. Met groote verbazing
had spr. kennis genomen van des ministers
argument, dat men rekening moet houden
met de mogelijkheid, dat de toestanden in
het buitenland zich wijzigen.
Denkt de minister misschien aldus spr.
dat de arbeidsduur na den oorlog zal
worden verlengd, en dat zij dan zullen ver
liezen wat zij met zooveel moeite verkre
gen hebben? De arbeiders zouden een hard
nekkig verzet tegen zulk een reactie voor
bereiden. Na den oorlog zal een groote
vraag haar mijnwerkers ontstaan, omdat
velen op het slagveld gebleven zijn- Maar al
zou men in bet buitenland tot verlenging
van den arbeidstijd overgaan, dan behoeft
men hier dat slechte voorbeeld nog niet te
velgen. Ook is de toestand in de Nederland-
sche mijngebieden zooveel slechter dan in
bet buitenland.
Dientengevolge heeft men nu reeds in
Zuid-Limburg gebrek aan arbeidskrachten.
Door verslapping van de arbeidsbescher
ming zon de minister dus onze mijnindus
trie te gronde richten. Vóór 1 November
1918 kunnen de noodige maatregelen niet
tot stand komen. Maar de uiterste termijn,
waarin spr. kan treden, is 1918.
De beer NOLENS hield den soc.-dem. af
gevaardigde voor, dat hjj overdreef dat
doen soc.-dem. meer want de arbeidsbe
scherming is reeds geregeld, zij het niet in
de wet; in het Mijnreglement is dit einde
1904 bij algemeenen maatregel van bestuur
tot stand gekomen. Had dat door de Kamer
moeten zijn gebeurd, dan was dit niet op»
zoo'n uitmuntende manier getehied. Ellen
lange discussies zouden zijn gevoerd en van
wege de mijndirecties zon verzet zün opge
komen. waarvan nu niemand iets gemerkt
heeft. Wordt de zaak nu bij de wet geregeld,
dau is het mogelijk, dat die regeling slap
per uitvalt dan de strenge bepalingen van
het Mijnreglement.
Spr. vreest, dat als 1918 daar is, men weer
met een uitstelwet zal moeten komen. Bo->
vendien bedenke men, dat een herziening
van het arbeidsreglement in de maak ie.
Minister POSTÏÏUMA deed opmerken, dat
een herziening van het mijnreglement niet
zoo'n eenvoudige zaak is als de heer Al-
bard a denkt Spr. is zich heel wed bewust
van het groote belang, dat de mijn-industrie
heeft bij een beste regeling: Die regeling
moet zoa vlug mogelijk geschieden. Het
amendement verdient echter geen aanbeve
ling, omdat dan een nieuw uitstel noodig
zou zijn. Spr. heeft een ruimen termijn ge
kozen, om rekening te kunnen houden met
den best&anden verwarden internationalen
-toestand. Komt aan dien toestand spoedig
een einde, dan kan de regeling nog binnen
den termijn in dit ontwerp genoemd tot
stand komen.
Na replieken kwam het amendement in
stemming. Het werd met 4920 stemmen
verworpen. Daarna werd het W.O. z. h. s.
aangenomen.
En nu de verdere beschouwingen aan
gaande de voorstellen tot Grondwetsherzie
ning. De heer TROELSTRA zette zijn rede
^an den vorigen dag voort met een aanvul
ling van zijn reeds gegeven retrospectieve»
beschouwingen aangaande het kiesrecht-
vraagstuk. Hij deed daarbij opmerken, dat
Voor dc 8oc.-dem. het historisch materialise.
me den grondslag voor het algemeen kies
recht is en dat zij aan dat materialisme ook
do tpvatting ontleenen, dat het vrouwen»
kiesrecht in de eerste plaats een arbeiders»
'.aak is en op de tweede plaats een vronwen»
kwestie.
Geheel en al voldaan' was spr. niet er
over, dat de minister nalaat het vrouwen
kiesrecht definitief in de Grondwet te re
gelen. Maar de heer Troelstra is een tac
ticus en een man van opportuniteit, dat is
meermalen op de S.D.A.P.-congressen ge
bleken en daarom ter wille van het groot
belang, dat thans met deze Grondwetsher
ziening wordt beoogd, is spr. bereid mede
te gaan.
Hij roept de vrouwen die gelijk hij meer
wilden, toe dat zij toch niet te gering ach
ten wat de Minister voorstelt. De Minister
is een inschikkelijk en gemoedelijk man, die
bereid Ls een of ander woord in te voegen*
i mi re^act'e*wüzigingen is geble
ken. Thans wordt aan de vrouwen de gele
genheid gegeven telkens weer aan 'te drin
gen op de invoering van het vrouweukies-
leoht Daardoor zal de actie daarvoor ster
ker en sterker worden en het zal daarvan
afhangen of morgen of later het kiesrecht
er komt. De deur in de Grondwet is nu open-
getrapt: nu Ls het de vraag of de wetgever
deu toegang zal toestaan.
Is dus het voorstel van den Minister voor
spr. niet voldoende, hij wordt tot voorzich
tigheid gestemd nu een deel der rechterzij
de het niet wil en er een groot belang mee
gemoeid is dat de gebeele herziening tot
stand komt. Spr. wil afwachten hoe sterk'
de tegenstand ter rechterzijde is en daarom
heeft spr.'s fractie een amendement inge
diend om het vrouwenkiesrecht in de Grond
wet va, t te leggen.
Meer belangstelling dan dit al zal allicht
in onze kringen wekken wat de leider der»
soc.-dem. zeide aangaande art. 192 en het
gedoe der heeren Tydeman en Eerdmans.
Wij citeerden reeds een paar dagen gele
den een artikel uit „Het Volk" ten betooge,
dat de beweging dier heeren bij de soc.-dem.
eene niet-gewilde is. Dat werd in de rede
van den heer Troélstra bevestigd. Aan een»
naar. den kelder gaan van de openbare neu».
trale school geloofde spr. heelemaal niet en
hij daagde Tydeman en Eerdmans uit om
waar te maken hunne beweringen waarvan
hij hun het ongerijmde voorhield. Hun gees
telijke onbekrompenheid werd door hem pp
vernietigende wijze gegeeseld.
Indien het mogelijk is in den geest van
liet amendement-Van Kaalte iets te doen
bepalen, dan zal »pr., naar hij uiteenzette*
dit gaarne doen. Al is spr. met zoo'n vurig
voorstander van openbaar neutraal onder
wijs, bij wil toch deze school behouden al»
standaard-school. Spr. is verwonderd over
het alarm dat over deze zaak is geslagen*
alsof de gebeele openbare school inéén dreig-
di te storten. Hij acht dit een kort relletje
en is wel zeer benieuwd naar de zware ar-
menten van den beer Tydeman, die t'e be
wijzen heeft dat met de voorgestelde redac
tie het artikel een gevaar wordt vOor de
openbare school.
Er was geen financieele gelijkstelling, zegt
men; welnu, als er gevaar is dan ligt die in
de gelijkstelling. Maar dat gevaar neemt
men op den koop toe. Det wet geeft waar
borgen dat voor bet openbaar onderwijs zal
worden gezorgd. Spr. protesteert er tegen
dat de heeren Otto, Eerdmans en Tydeman
als de ware vrienden van de openbare school
zjjn te beschouwen en alle andere vrijzinni
gen als verraders.
Spr. gelooft dat met bet thans bestaan
de art. 192 alles mogelijk is wat de heeren
vreezen van bet herzieue. Voortdurend ging
men verdere stappen doen bij de subsidiee-
ring en feitelijk is de zaak op één oor na
gevild. De uitzonderingen die de heer Tyde
man wil. maken alle gevaren even groot,
Het gaat juist om het niet-toelaten van de
uitzonderingen. Niet door de wet zal wor
den uitgemaakt welk onderwijs iregel en
welk uitzondering zal zijn.
Durft men het aan om te bepalen dat in
iedere gemeente minstens één openbare
school moet bestaan? En daarom gaat het
eigenlijk. Het gaat nu om de beroemde ver
lichting, n aar spr. heeft vaak achter dat
geroep om verlichting dompery gezien van
de akeligste soort.
Het is spr.'s verlangen dat do zaak komt
tot bevrediging, in den geest van de Gro
ninger motie van 1902, die een gelijke tech
nische inrichting van de scholen eischt,
waarvoor do noodige waarborgen noodzake
lijk zijn. Spr. kan zich niet voorstellen dat
op dit punt geen eenstemmigheid zou zijn
te krijgen. Techniseh-gelijke ekehen van
deugdelijkheid wil men bij de wet regelen,
gelijk „De Tijd" het uitdrukte. Dit geeft spr.'s
denkbeeld weer. Hij hoopt hartelijk dat het
moge gelukken ook dit artikel met algomee-
ne instemming tot iedere bevrediging te re
gelen, gewijzigd zoo noodig in den geest van
Bpr.'s woorden.
Met het laatste deel van zijn rede kwam
de soc.-dem afgevaardigde aan gTieven van
anderen tegemoet in een richting, die voor
rechte niet wel aannemelijk lijkt.
Na den soc.-dem. afgevaardigde was de
heer DE MEESTER aan- het woord. Deze
stelde in het licht een bewijs, dat de vrij
zinnigheid zich meer en meer door de soc.-
dem. laten leiden dat hij gaarne zijn stem
zou geven aan een definitieve regeling van
het vrouv enkietrecht in do Grondwet, maar
dat op dit ©ogenblik dadelijke invoering
van het vrouwenkiesrecht niet mogelijk is
zonder de Grondwetsherziening in gevaar
te brengen en daarom zouden spr. en zijne
vrienden medegaan met het voorstel der
Regeering, dat ten volle aan het concentra
tieprogram voldoet.
Daaraan voegde spr. nog toe, dat hij de
actie var» de kiesrechtvrouwen niet de ge-
wensebte aehtte, al bewonderde hij de dames
die weer en wind trotseeren om op hun post
te staan op het Binnenhof. Het zou spr. spij
ten indien het juist was, dat zü hebben ver
klaar J op minder vreedzame wijze te zullen
optreden ale hup het kiesrecht niet wordt
gegeven.
Ten slotte weidde de leider der U. L. een
enkel woord aan de onderwijskwestie. Hij
deed opmerken dat aangaande de wijziging
van art. 192 de kiezers bij tweede lezing ge
legenheid hebben zioh uit te spreken en dat
er inderdaad een gevaar is, dat het peil van
het onderwijs zal dalen als niet de concur
rentie tureehen openbaar en bijzonder onder
wijs blijft bestaan. Overigens was opmerke
lijk dat deze spr. een rede hield die op de
meeste punten met die van den heer Troel
stra parallel gingl
Derde spreker was de heer TYDEMAN.
Die had eerst pas heden willen beginnen.
Maar de voorzitter, die haast heeft, beduid
de hem dat wy den tijd noodig hebben en
dat het gewensebt ie, dat tot minstens 4K
uur wordt doorgesproken. Alzoo trok dan
maar in vredesnaam de leider der Vrije li
beralen van wal. Hij deed opmerken wat
men reeds lang weet met art. 12 naar
de redactie der Regeeringis, zich niet te
kunnen vereenigen en richtte zich verder
voornamelijk tot den heer Troelstra, die
hem, naar wij hiervoren zagen, had getracht
nit zijne tent te lokken.
De heer Troelstra heeft aldus spr.
gedreigd, dat wie in deze een 6paak in het
wiel zou steken, zijn trekken wel thuis zou
krijgen.
De heer TROELSTRA: Ik heib gezegd, dat
men bij de verkiezingen daarmee geen' po
litieke winst zou behalen.
De heer TYDEMAN gaat voort: Dat is de
grootste bedreiging, die men bier in de Ka
mer iemand doen kan. (Gelach). Spreker
zou de heer Troélstra willen vragen wat zijn
arbeiders zullen zeggen als zü geen open
bare school meer zullen vinden. Spreker wil
bespreken het punt, dat de lieer Troelstra
heeft gezegd, dat door spreker alarm is ge
slagen, terwijl hij sprak van den paradepas,
die door spreker is aangegeven. Spreker
moet daartegen opkomen.
Een nota, als door spreker aangeboden,
aan H. M. de Koningin, mag niet het ka
rakter hebben van alarm, agitatie of parade
pas. De beer Troélstra mag dit niet zeggen.
De agitatie is verwekt door de vrienden
van den hoer Troélstra. Diens rede heeft
overigens op spreker geen ombevredigenden
indruk gemaakt. Nadat by uitgevaren was,
beeft by een zeer bescheiden en bedaard
speechje gehouden over art. 192 en gezegd
dat dit veranderd moest worden.
Het amendement-Van Raai te is geheel in
sprekers lijn. De heer Troelstra beeft een
rede gebonden om agitatie te verwekken,
want voor het overige bad zy niet veel om
het lijf. Spreker meent hier tot een geschikt
punt te zijn gekomen om zijn rede te onder
breken. (Gelach).
Zóó eindigde de zitting van gisteren, mid
den in een rede van een der sprekers. Had
de voorzitter aan den heer Troélstra den vo
rigen dag medegedeeld hem alleen bij uit
zondering, omdat hij pas was hereteld, te
kunnen toestaan zijn rede af te breken, nu
werd 't aan een^ spr. toegestaan zonder eenig
commentaar. Zóó aal *t wel meer gaan. De
lijn valt niet altijd heel strak te houden!
DIT DJAMBI.
(Officieel.) Bij het depaitement van kolo
niën is het vo.gende telegrafische bericht
van den Gouverneur-Generaal van NedjrL-
Indië ontvangen:
Ik» contra eur van Rawas bezocht ace be
nedenstrooms ge egen Raw s "Doosj n waar
bij 8 opstand l.ngen werden gevangen ge
nomen. In de Rawas is hel nu rustig. Dj pa
trouille van den kapitem Fraakamp kwam
via Moeapa Klingi, Moeara B.iti en Tr&was
te Moeara Roepie aan.
(Officieel.) Bij het D epartement v n Kolo
niën is ontvangen het vo'gende leiegraLsch
bericht van den Gouverneur-Generaal van
Nedenandsch-Indië.
„Bij een aana o»p het idopurtement te Paoe-
toea (aan ae Tombe i, bened nstraoms van de
samenvloeiing mee dó M© rang uisneuvelden
zes opstandelingen; aan onze zijde bekwam
niemand letsel."
®en ontrouwe postambtenaar aangehou
den. De centrale recherche heeft gistermorgen
aan bet Centraalstation te Amsterdam aange
houden een commies le klasse der posterijen,
dienstdoende op den trein AmsterdamRoozen-
daal. ELy wordt verdacht van het ontvreemden
van geld uit brieven. Do aangehoudene is
iemand, die reeds bijna vyf en dertig jaar in
dienst der posterijen was. Hij was verbonden
aan bet spoorwegpostkantoor No. 2 te Rotter
dam doch te Amsterdam woonachtig.
zwaar gewond. De mannétroepen schijnen
zich buiben schot te hebben gehouden. Wat
de verliezen der muiters aangaat, het was
niet mogelijk, die precies op te geven, maar
het is duidelijk, dat zij, na de hevige be
schieting en de twee om plof.ingen, a-er aan
zienlijk moeten zijn.
„Do ontroering over het soliandia! is groot.
De gemeenteraad heeft beslot n alle brieven
uit stad fee censuieeren en heeft eeu ver
bod uitgevaardigd de in puin liggende straten,
waar de strijd gestreden is, te photograree-
ren.
„Onze zegsman heeft het bericht gezonden
in een brief, die over Leiden werd gestuurd."
En nu te denken, 'dat als wij zeggen' dat
van dit bericht niet ©én woo.-d waar is, de
Zweden waarschijnlijk zuLen denken, dat wij
dat maar zeggen, om de zaak goh i n te hou
den.
Hoe zou zoo'n bericht in de wereld ko
men?
ALLEÜLEI.
„HEVIGE ONLUSTEN TE ROTTERDAM."
Stel u gerust leror, ze zijn niet werkelijk
voorgevallen, die onlusten, dat oproer, die
muiterij maar in Stockholm ge ooft men
het vast, op gezag van „Svenska ü.gblsmet'
van 12 dezer. Het „Hbld." ontving een uit
knipsel uit'een ander Zweedsch bi d waarin
het bericht overgenomen is. Onder da titel
die hierboven staat, vond 't blad daar onder
hoofdjes, wel geschikt om de aandacht der
lezers te trekken: Artillerie moest gebruikt
worden tegen de oproerige militair n," en
„Verschrikkelijke on p ofungen, groot» ver
liezen aam dooden ea gewonden." Dan vólgt:
„Volgens een her aangekomen pa t.culicre
médedeeiing van goed onde. r.chte zijde, waar
van „Svenska Dagb adetin sta.t gesteld is
kennis te nemen, heeft een hevige ontmoe
ting tusschen mil.tanen en poLtie pUa.s ge
had te Rottendam.
„In een van de stadsscholen, in do zooge
naamde» Kuyperschool (zoo genoemd naar den
minister van staat Kuyyer), lagen twoo com
pagnieën ingekwartierd. Zondag 2 October
hadden sommige van de?© soldaten meer al-
coholischen drank gebruikt dan aij konden
verdragen en gedroegen zich zrar rumoerig
in de straten. Do stedelijke politie was ten
slotte genoodzaakt den troep in het huis van
voorloopigo bewaring te brengen, dat in do
buurt van de geegenhcidska za ne gelegen is.
De kameraden van de gearrer»t eixten waren
zeer verstoord ovor dit optreden van do po
litie en morden hevig.
„Den volgenden morgen was de ontevreden
heid zoo hpog gestegen, dat oen voll dige mui
terij uitbrak. De manschappen joegen hun
officieren weg, trokken naar het huis van
bewaring, waar zij. na- ©en kor .en tegenstand
van de politie, den toegang forceerden en
de gevangenen bevrijden. Duarna trokk. n zij
terug naar de schooi, en daar verschans.en
zij zich.
„Intusschen had bu^geme s er Ziminerm n
getelegrafeerd om verj-ouwbaro troepen uit
Den Haag, die echter eerst aankwam n toen
alles afgeloopeu was. Do heelo pol.t emaoht
was aan het begin van de slra-t bijeenge
bracht en ook de in Botterdam 1 gg nde mari
niers waren omboden.
„Daar het na verscheidene geweervuur-
salvo's onmoge-ijk wv.s gebeden do muiters
op die wijze te doen bukken, be looi m n do
cchhool met lichte artiher.e te h scuittem
Een stuk werd a an gooord en het bombarde
ment begon. Hot eerefee scliot gng hot doel
voorbij en trol een naburige b .er brouwer ij,
midden in den voorraad koolzuur-cylinders.
.Deze on,piotten en richtten en vre.se.ijk©
verwoesting aan. De brour.erij werd gvh el
vernield en ook do omliggende g bouwen le
den zware schade. Maar dit w.s n ets tcgvn
wat gebeurdo na ©en beter ger ch e hot, daar
do ammunitie-voorraad jn midiens o v r-
dieping van do school in (je jm-ht v.o.g. In
do he©ie buurt vlogen do vensterruiten in
stukken, van do school waren s ecc.ts ru n 3
over en de weinige in loven gebl ven ral-
daten vonden nu maar beter to capitu eeren.
„Aan beido zijden waren do verliez n aan
doodon en gewonden zeer aan zion lijk.
„Vier politieagenten waren gedood en tien
J TWEEDE JAARGANG.
VRIJDAG 20 OCTOBER 1916.
No. 2.
REDACTIE: GEBOUW „ST. BAVO"
TELEFOON 49 i
DANK GEBRACHT.
Zoo ongemerkt is boven onze Damiaatjes
komen te siaan: „Tweede jaargang". Wei, wel,
wat is dat eerste jaar viug verstreken, Groote
activiteit is cr geweest in dat atgeioopen tijdvak,
wat ieder zaï toegéven, die „ue Damiaatjes
nog eens naslaat, we helmen wel redenen tot
dahkbaarneid. Vooreerst aank aan de 4ü rond-
brengers, die de eerste 34 nummertjes trouw
etke week stipt en nauwkeurig heoben bezorgd
Den vorigen winter hermen ze regen en sneeuw,
koude en wina getrotseerd om overat ons meme
maadje tiiuis te brengen. We bujvcn aan hen
zeer aangename herinneringen bewaren.
Dank ook aan de veien. aie alienei goede
voornemens haouen om ons te helpen bij tiet
werven van advertenties, bij het opsporen van
aoonnris, bij net benuipzaam zijn oij uc vei-
zending. Al-zijn die voornemens nooit in daad
overgegaan, medemin waardeeren we toen de
vieug van benuipzaamheid, ons in vriendelijke
woorden toegezegd.
Dank ook aan de critiek van alle zijden, die
door onbewimpeld voor den dag te komen, heelt
gewaakt voor.net juiste evenwicht en zorg gedra
gen, dat de dartele pen van den redac.eur niet
over het lijntje heen gleed, en welke critiek
het moet gezegd steeds in kooische termen
werd geuit.
Maar dank vooral aan de Redactie van de
„N. Haarl. C", die in de dure dagen van thans
ons peuterblaadje voor den ondergang wist te
behoeden, door in haar wijde kolommen een
beschermend, plaatsje voor „De Damiaatjes" in
te ruimen.
Dankbaarheid is geen mode meer, maar wij
willen met die mode niet meegaan, en meen en
dat onze Volksbond wel degelijk zijn dankbaar
heid moet toonen. Want niet alleen, dat de
Redactie haar groote welwillendheid toont
tegenover ons vereenigingsblaadje wat vooral
in dezen tijd van papier- en ruimtegebrek wat
zeggen wil, maar bovendien is de „N. Haarl. C."
steeds bereid, ja dag aari dag, om allerlei ver
slagen en mededeelineen ter kennisse harer
lezers te brengen. Wat zou ons katholieke
openbare leven zijn, zonder ons Dagblad; ja de
wording van vele Roomsche zaken, die ons nu
zoo verblijden, zou zonder de „N. Haarl. C." niet
hebben plaats gegrepen. De pers beheerscht de
wereld en de N. Haarl. C. beheerscht den cirkel,
waarbinnen haar lezers vallen.
De volgende week willen we de beste wijze
aangeven, waarop we onze dankbaarheid aan
de „N. Haarl. C." in practische daden kunnen
omzetten
CRITIEK.
Sommigen onzer leden zijn niet te spreken
over de twee of drie regels in de vorige „Da
miaatjes", waarin we schreven, dat het ons
nuttig zou voorkomen, als liet Bestuur der Coöp.
Spaarkas met énkele jongere leden zou worden
aangevuld, vooral met die jongere krachten,
welke eenig inzicht hebben in het wezen der
moderne coöperatie.
In deze enkele regels schuilen volgens enkelen
niet minder dan drie kapitale fouten. Vooreerst
hadden we zoo iets absoluut niet in de krant
mogen zetten, hoogstens hadden we zoo iets in
een heel klein kringetje mogen mompelen, in een
stil verborgen hoekje.
We zijn van andere meening. Waarom zijn
onze Damiaatjes gesticht? Om bij de vele Leden,
die alleen op de Ledenlijst staan, maar verder
nooit eenig blijk van leven geven, belangstelling
te wekken voor den Bond en zijn instellingen.
En hoe zullen we dat nu doen, als alle intieme
aangelegenheden zorgvuldig bedekt moeten
blijven, en in ons krantje niets anders vermeld
mag worden, dan wat algemeenheden, in een
lief poesharig toontje?
Willen we hebben, dat ons Hoofdbestuur niet
fs of wordt een clubje, dat alles alleen opknapt,
dat de Bestuursraad niet is of wordt een
klachtenbufeau, dat dé Algemeene Vergade
ring niet is of wordt een avondstond van wat
afgeleefde mannen, die. zich thuis vervelen
als we dat alles niet willen, dan moeten we In
onze „Damiaatjes" ook de koe bij de horens dur
ven vatten en de Lezers op de hoogte stellen
van alles, wat er leeft en heerscht in „den
Bond".
Ziedaar onze bescheiden meening over de
eerste „fout" in het vorige „Damiaatje".
Ten tweede: In-de bedoelde regeltjes zou een
onvriendelijkheid gelegen zijn tegenover Be
stuursleden die al een of meer dozijn jaren de
„Spaarkas" ijverig hebben gediend. Nu is zoo'n
veronderstelling pure gekkigheid, omdat men
voomit al weet, aat de redactie van „De Da
miaatjes" nooit onvriendelijk is tegenover ver
dienstelijke menschen. Alleen het belang'van de
zaak staat voorop. En wanneer men meent, dat
er in die regeltjes een onaangenaamheid zit,
aan het adres dei- oudsten onder ons, dan vragen
we op onze beurt, of er geen verdrietelijkheid
zit in het uitsluiten van de jongeren. Is het te
verdedigen om allerlei oude menschen jaar in
jaar uit te handhaven en de jongere krachten
geen gelegenheid .te geven zich te ontwikkelen
en zich te wijden met jeugdigen ijver aan een
schoone zaak
Als- we zoo herhaaldelijk klagenWaar blij
ven de jonge mannen," waar is de levensernst
onzer aankomende menschen, is het dan geen
verwijt in ons eigen ooren, dat niet eerder jeug
dige personen onze instellingen kunnen binnen
gaan, dan nadat deze tot knekelhuizen zijn ge
worden van afgeleefde mannen en afgeleefde
denkbeelden? Daarom blijft onze meening,
dat naast oudere bestuursleden ook jongeren
een plaatsje dienen in te nonen. De jeugd "kan
dan van ae grijsheid ieeren.
En de vreeselijkste fout zit hem hierin, dat we
geschreven heboen, dat die jongere krachten
eenig inzicht moeten hebben in hel wezen der
moderne coöperatie. Zoo iemand in de Spaarkas,
hu, wat schrikkelijk! Maar we vragen ons af.
Hoe hebben we het nu? Men wil tegenwoordig
de Coöperatie in den Bond vooruit brengen.
Denkt men nu heusch, dat zcoiets mogelijk is,
zonder menschen. die verstand van Coöperatie
hebben
Laten we een paar punten noemen. Er zijn
meerdere Leden van den Bondr die gaarne lid
van de „Spaarkas" zouden zijn, maar die beslist
niet eiken Zaterdag aan dat beroemde kippen
loopje hun centjes willen komerf brengen. Moch
ten ze in eens of in drie of in vier keeren betaler
en werd het geld opgehaald of per wiss-1 dan
traden ze dadelijk toe
Eu er zijn talloos vele loden, die er fees
telijk voor bedanken, om met een zakje oi
met een paander of een blikken emmer of
een kinderwagen naar de Ker'.bofstraat te
gaan. om de boonen en grutterswaren te
halen, welke daar bij een Bestuurslid (hem
zij hulde a oor zijn toewijding) op zolder lig
gen. Neen, die artikelen moeten netjes ver
pakt thuis worden bezorgd, dat L de eisehl
Ea tot zo-o'n bediening komt een Bestuur,
dat begrip heeft van moderne coöperatie,
dat ook begrip heeft van «le waarde vyu dpu
arbeidersstand als stand.
Ten slotte zijn er nog menschen. cie het
met ons eens zijn, maar wie de toon niet
bevalt. Over de gur.aak en over den toon
valt moeilijk te twisten, maar het komt ons
voor, dat 'n groep uit onze samenleving, die
omhoog wil tot een eervolle roeping, die nil
de vernedering -van het liborali me zich op
wil heffen tot een fiere, solidaire klasse,
nuttig en noodig in de maatschappij, dat
zoo'n groep den moed moet hebben o»m in
alles de dingen te zien, zooals ze zijn. en
niet moet eisehen, dat waarbeden, zoo groot
als regeeringsossen, worden opgediend met
fluweëlen dames-handschoentjes.
KLEIN GOED.
Algemeene vergadering. De eer»te Woens
dag van November valt op den eersten.
Het Hoofdbestuur noodigt alle leden nit op
dien avond de Algemeene Vergaderingen
bij te wonen, welke dien avond in de ver
schillende kerken van onze stad worden.-ge-
heuden. Het zijn de mooiste vergaderingen,
wel'ke wij ons denken kunnen.
Niets te doen. Er is gevraagd waar de
Voorzitter was op de laatste vergadering
van den Bestuursraad. Het antwoord luidt:
Voor zaken va'n den Bond afwezig. 'Als ei
mis-cliien een gedachte mocht bestaan, dat
do Voorzitter van den Bond niet» anders
beeft te doen dan aohter de groene tafel te
glorieeren, clan is die g-odachte onvolledig.
Zijn werktijd in dienst van den Bond is el-
ken dag in de week ruim tien uur en eiken
Zondag Van 12 tot 15 uur.
COÖPERATIE.
Verzonden is de volgende circulaire van
den Bestuursraad aan de leden van .Ar
beid Adelt":
Waarde Bondsbroeders! Zooals u weet, zijn
cr op dit o ogenblik twee stroomingen in
onzen Bond. De eene richting (waartoe het
Bestuur van „Arbeid Adelt" behoort) wil
de Coöperatie afscheiden van den Bond.
De andere richting wil juist de Coöpsratie
1 n den Bond en acht afscheiding zeer ver
keerd.
Beide richtingen zijn met de beste bedoe
lingen bezield en hebben geen enkel ander
streven voor oogen, dan den meerderen
bloei der Coöperatie. In deze omstandig
heden meent do Bestuursraad good to doen
met het benoemen van een commissie, die
het vraagstuk van alle kaïjten zal bezien.
In deze commissie is plaats voor 2 leden
van de Spaarkas, 2 leden van Arbeid Adelt,
2 leden van de Vakvereeniging, terwijl één
lid van het Hoofdbestuur zal optreden ala
voorzitter. De Bestuursraad heeft nu bij
het Pestuur van „Arbeid Adelt" het ver
zoek ingediend om 2 leden voor die commis
sie en tevens om de plannen tot afscheiding
van den Bond nog even te laten rusten.
In verband met bovenstaande mededee-
lingen verzoeken wij uwe welwillende mede
werking op de eerstdaags te houden verga
dering van .Arbeid Adelt", opdat de bedoe
lingen van dén Bestuursraad mogen ver
wezenlijkt worden, tot heil der Coöperatie.
Namens den Bestuursraad,
C. II. GLAS, secretaris.
Haarlem, 18 October 1916.
AGENDA GEDOUW J3T, BAVO".
ZONDAG 22 October: Witte Bioscoop, 1
4 en 8 uur.
MAANDAG 23 October: Esperanto On
dersteuningsfonds Suhoenmakeivpatroous
V uur Typografen Haven en Trans
port Bloemiiollenvsiling.
DINSDAG 24 Oct.: Kalk en Steen 8 uur
Jonge Typografen 8 uur Spoor eu
Train Bloembolleuveiifng.
WOENSDAG 25 October: Kath. Soe. Ac
tie Hoofdbestuur Zangkoor Maria-Yer-
eeniging Bloembollen veiling.
DONDERDAG 26 October; Volkszang
Arbeid Adelt.
VRIJDAG 27 October: Rederijkerskamer
Prop. Club Volksbond Leden Metaal
bewerkers.
ZATERDAG 28 October: Spaarbank
Spaarkas Arbeid Adelt.