MIEMIE lllil COURANT EEN 1E1IE1EIEI «EG. Aan de Katholieken van Nederland. F. J. JANSSEN, Karpetten en Tafelkleeden DE GORLOQ FEOlLLËTON HOm DE LSTÜHÖIE Zaterdag 21 October Derde Blad Daar de ongelukkige oorlog blijft voortduren, doen-zich zijne noodlotige gevolgen ook in de Katholieke Missiën meer en meer gevoelen. Juist de oorlogvoerende landen verstrekten de grootste bijdragen voor de Genootschappen tot Voortplan ting des Geloofs en der H. Kindsheid, waardoor de Missiën grootendeels in stand gehouden wor den. Deze twee Genootschappen hebben hunne toelagen tot een derde of de helft moe.en terug brengen en zoo zijn de Missiën van hun voor- naamsten steun beroofd. De Missiën van Mongolië, door de Missiona rissen van Scheui (Sparrendaal) bediend, lijden in het bijzonder onder dezen toestand van zaken. Niet alleen zagen zij, evenals de andere Missiën, de gewone toelagen der bovengenoemde genoot schappen zeer verminderen, maar bovendien ont breken geheel en al de particuliere bijdragen en gif,en uit België, waar deze Missiën zeer bekend zijn, wijl de Congregatie daar gesticht werd en er haren hoofdzetel heeft. Zoo komen die Mis siën in hachelijken toestand. Voordat ik op het einde van het vorig jaar mijne reis naar Europa aanvaardde, was juist het jaailijksch bulget opgemaakt, en vastgespeld, welke toelage de Apostolische Vicaris aan de verschillende missieposten en werken kon toe kennen. Op dat budget moeten verschillen de posten geschrapt worden, daar de mid delen ontoereikend waren: verscheidene ca- thechumenaten moesten gesloten, de opname der kinderen in de gestichten der Kindsheid be perkt, en het budget der normaalschool ingekort worden. Toch konden we nog voor één jaar in de eerste behoeften van de meest noodzakelijke wer ken der Missie voorzien, maar daarmee was zelfs de vroeger bespaarde reserve uitgeput. Men "was dus nog voor één jaar geholpen-; intusschen, zoo hoopte men, zou de oorlog wel geëindigd zijn en met den vrede uitkomst op dagen. t- Het jaar gaat voorbij, maar van den oorlog is het einde nog niet te voorzien en zoo ben ik genoodzaakt een beroep te doen op de liefdadig heid van Neerlands Katholieken. Toen ik den 6den Mei in particuliere audiëntie Z. H. den Paus over den toestand sprak, toonde de H. Vader innige deelneming en moedigde mij aan met de woorden, dat de Katholieken der reutrale landen en bijzonder van Nederland, ze ker zouden opkomen, om in den huidigen toestand meer dan oo-t voor de Missiën te zorgen. En toen ik den zegen aan Zijne Heiligheid vroeg voor a! de weldoeners mijner Missie, was de Pa-T, in zijne vaderlijke goedheid, zoo welwil lend, mij het volgend eigenhandig schrijven te overhandigen: Wij verkenen van ganscher harte den ge- vraagden Zegen en Wij wenschen, dat de ijver va«". onzen Hoogwaardigen Broeder, den Bis schop-Coadjutor van den Apostolischen Vicaris van Midden-Mongolië, met goed gevolg moge bekroond worden. Op deze wijze kunnen de Geloovigen, zonder hun vaderlijk huis te ver laten, deel krijgen aan de verdiensten van de missionarissen in Mongolië. Van het Vaticaan den 6den Mei 1916. BENEDICTUS P. P. XV. Waar Zijne Heiligheid aldus mijn verzoek on dersteunt, hoop ik bij de Nederlandsche Katho lieken voldoende hulp te vinden om de Missie van Midden-Mongolië in stand te houden. Het zou te ver leiden, over alle werken en be hoeften eener Misie, die bijna veertig duizend Christenen en 73. priesters telt, en zich telken jare uitbreidt, uit te weiden; toch zij het mij geoor loofd, een paar werken bijzonder in Uwe liefda digheid aan te bevelen. In onze gestichten worden ongeveer 2000 meisjes, door hare heidensche ouders verlaten en zonder onze hulp ten honger dood gedoemd, liefderijk door Európeesche en in- landsche Zusters opgevoed. Verleden jaar kon den geen nieuwe kleederen worden verstrekt, en werd het dagelijksch rantsoen tot het noodzake lijke bejierkt. Voor deze arme kleinen vraag ik een aalmoes, om in hare behoeften te voorzien. Niet minder zorg wekken het Seminarie voor Inlandsche priesters met zijn 40 studenten en de 6cholen voor de opleiding van gëloofsleeraren en onderwijzers, waarin 115 jongelui worden opge leid. Op deze werken rust de toekomst der Missie, en daarom zijn hiervoor.de grootste offers ge bracht. Welk een ramp zou het dus wezen, indien deze huizen moesten gesloten worden. Zeker, in dezen tijd wordt er veel voor allerlei goede werken gevraagd. Maar waar wij door Gods goedheid het voorrecht genieten, van de oorlogsrampen gespaard te blijven, zijn wij er als natuurlijk op aangewezen om vele ellende te helpen lenigen, indien God ons de middelen daartoe verleent; dat is ongetwijfeld de beste wijze, om onze dankbaarheid te toonen,_ Het werk der Missiën heeft steeds in hooge waardeering gestaan bij Neerland's Katholieken daarom doe ik met vertrouwen een beroep op Uwe liefdadigheid. Het dankbaar gebed der door U behouden kinderen zal niet onverhoord blijven. t EV. J. TH. TER LAAK, Tit.-Bissch'op van Parecópolis, Coadjutor van Midden-Mongolië. Vucht, Missiehuis Sparrendaal, October 1916, Giften kunnen gezonden worden aan het adres van Z. D. H. Mgr. E. ter Laak, Missiehuis Sparrendaal te Vught (N.-B.) en Munsterstraat 6, Roermond. AfóEGANG hkm Warmoessip. ENORME SORTEERING - - 1010 ONDER DUITSCHE GEWONDEN. Van all» zijden stroomden soldaten naar den avondtrein die naar Keulen ging. Ver der dan Keulen, naar Metz of naar Luie, naar een der stukken van het lange weste lijk front. Zoo gewoon is het zien van deze krioelende mierenhoop grijze mannen, vol- bepakt als zij zijn, geworden, dat men er pas weer goed op let als men zelf met zoo een trein vertrekt. Ook wij gingen naar het Westen, een groepje journalisten, onder geleide van een kapitein en een officier van gezondheid. Wij gingen gewonden zien. Gewpnden versoh uit den slag, in de veldlazaretten van het operatiegebied, in de zoogenaamde oor- logshotpitalen der etappen, in de speciale lazaretten voor geamputeerden aan beenen en armen, in de inrichtingen waar zij zich oefenen in cursussen voor kunstnijverheid, in de ambulances voor besmettelijke ziekte, in de volle ambulance treinen komende van de gruwelijke velden der Somme, in de la zaretten voor hen van wier aangezicht zoo weinig overbleef dat het aanhooren van na dere details bespaard moge blijven, en die toch door de vereenigde kunst van chirur gen, dentisten en plastici weer gezond wor den en voor het aanschijn der inensolien ver schijnen kunnen zonder een gruwel voor de oogen te zijn. Veel menschelijke ellénde trok aan onze blikken voorhij op dezen tocht, die soms iets had van een griezelige nachtmer rie, doch de eindimpressie is toch die van een zelfoverwinning zoo groot en zoo volle- djig, zoo bewonderenswaardig aills men ze slechts in dit moderne Sparta vinden kan, Zelfoverwinning der geneesheeren die voor het onmogelijke nog nieuwe mogelijkheden zoeken, die .tegenover de aanvankelijke diepe depressie der gewonden steeds weer het vurig en hoopvol volharden stellen van hun behandeling die het hechtetefundament juist dan vinden in de militaire tucht, waar onder ook de gewonde in.het hospitaal staat, verbonden met psychische behandeling die echter geen hypnose is. Een steeds wellende bron van meedeelenden, zich verspreidende energie is het leven dezer geneesheren in de lazaretten voor geamputeerden, waar het. kleinste greintje 'van sentimentaliteit ge weerd en zelfbeklag niet gedoogd is. Trou wens, hoe ware dit laatste mogelijk bij zulk lotsgeineenscha/p van honderden door ge lijksoortig ongeluk getroffenen bü elikaarl Hier werkt niet de aanstekelijkheid van het negatief medelijden dat in passiviteit ont aardt, hier spoort het voorbeeld van een moedige de andere aan en deze „belhamels zooals een dokter ze achter hun rug beti telde, vormen den zuurdeesem die uit bet mengsel van eerst wahopig ongelukkige weer volwaardige, heroic ch him nieuwe le ven opnemende mensehen maakt. Hetzelfde beginsel geldt voor alle gewon den ootk voor de geestelijk gekwetsten, die, zooals excellentie Von Schjerning, de chef van het geheele gezondheidswezen te velde, mij zeide, niet naar huis gestuurd worden wanneer hun zenuwen het trommelvuur of andere invloeden op den duur eens niet meer uithouden. „Neen, dan zijn ze verloren, dan zouden wij ze spoedig in een gesticht moe ten opsluiten, zeide de ehef mij. „Neen, zij laten ze kalm achter het front, in spe ciaal voor hen ingerichte werkplaatsen waar zij onder doelmatig toezicht het een of ander handwerk uitoefenen en dan zijn ze in weinige maanden tijd® genezen en héb ben weer een nieuwe dosis weerstands kracht." Ik deuk ook met diepe bewondering aan de zelfoverwinning van jonge bloeiende pleegzusters, die de afgrijselijkst gewonden, de aangezichtsverm inkten, waarvan iik reeds sprak, verplegen. Zij zeiden mij wel: „O ja het heeft moeite gekost te wennen aan den aanblik, niets te toonen van het gevoel dat daarbij opkomt, maar het medelijden en de behoefte te helpen, dat hielp ons erover heen." Maar de grootste, de bewonderenswaardig ste zelfoverwinning, dat is die der gewon den zelf. En de prestaties die dan bomen na den'eeralen hopeloozen tijd, de dingen die zij afdwingen van hun eene heen bijvoor beeld zijn zoo enorm, dat niet alleen wij, doch ook de beginnelingen, de andere ver minkten zelf, er met een mengeling van ge dachten als „dat kan ik nooit!" en „als ik het toch eens zoo ver bracht" naar zitten kijken. En dan dwaalde zoo een blik vaak naar ons, toeschouwers van den arbeid dezer. Met één heen over hindernissen van anderhalve meter springende, zweetende mannen, en de verbluffing op ons gezicht ontstak dan wel licht nog een ander gevoel in hun borst: niet geschrapt to zijn Uit de rij dergenen die hun medemenschen achting, ja eerbied inboeze men kunnen. t?ERS&»REBDE «EüiCHTEH De toestand van den H. Stoel. Welko die toestand van dien Paus na den oor log zal zijn, moet de tijd nog leoren. Het staat echter vast, dat de krijgskansen er een beslisten invloed op zullen uitoefenen. Oostenrijk-Hon- garije schijnt vast besloten te zijn de kwestie op de vredesconferentie te berde te brengen, althans indien liet niet als overwonneling daar heen gaat, want het spreekt vanzelf, dat de Italiaansehe regeering nooit Rome zal terug schenken, indien zij daartoe niet gedwongen wordt, en dat van Jiare bondgenooten, Frank- rijk zoo min als Rusland eenig weerstreven van Italië's eisch tot behoud van Rome te verwach- ten. is* Intusschen, de oorlog zal stellig niet meer zoolang duren, als hij leeds aan den gang is; de vredesconferentie is derhalve zoo ver niet moer verwijdord. Al de vragen, die wij thans omtrent het let van den Heiligen Stoel kunnen opwerpen, verwach de „Limb. K." zullen daar fun beantwoording vinden. Verlangen naar den vrede In Frankrijk. 'Een Zwitsersche professor heeft kort ge leden een gesprek gehad met den Fransehen schrijver Anatole France, die o.in. zeide, dat wij eerst na vele jaren en dan slechts door vlijtige en onbevooroordeelde studie, in staat zullen zijn, de aanleiding van den oorlog te kennen. Het onweer stond reeds tientallen van jaren aan den hemel en wij hébben hot allen zien opkomen. Wij wisten dat een uitbarsting komen moest, welke een verstandige diplomatie misschien kon uit stellen, maar nooit verhinderen. Wat ver standige diplomaten thans eehter kunnen voorbereiden en doorzetten, is een compro mis voor den vrede. Het ware dwaas om te ontkennen, dat de wenseh naar vrede hij heide partijen steiik ontwikkeld is.- Indien men ook moet toegeven, dat de haat tegen Duitsohland hij het Fransclie volk zeer groot is. het verlangen naar vrede is nog sterker. In Frankrijk twijfelen wij er niet aan, dat ■wij de beslissende zege zullen behalen, een zege, die ons moreel prestige bevestigt. Maar het schijnt haast dat de geheele man nelijke kracht aan deze overwinning geof ferd moet worden. Ik weet niet of een ver standig diplomaat dit laatste bloedoffer aan ons gemarteld land kan besparen dooi* een diplomatieke overwinning, welke de.strate- gen te hulp komt. De vrede zou misschien niet meer zoover verwijderd zijn, indien men slechts van één zijde te kennen gaf, dat men van zins is den. ander rustig aa.n te hoeren. MaaT tot nu toe klinkt overal slechts haat en woed!e uit iedere officieele uiting en er -wordt verder geslacht. Bergen van lijken stapelen zich op en een hagel van ijizer woelt de schoone Fransche aarde stuk. Iedere uiting maakt dén ijzer- regen sterker, elk hatelijk woord van de lei ders der regeering (niet steeds de vertolkers der openbare meening!) vermoordt honderd duizenden. Het zou juister zijn voorloopig slechts achter gesloten deuren te spreken, in minis teries en parlementen. Het mensehdom wil geen woorden van haat en woede meer hoo- ren, zijn ooren zijn het smadend geschreeuw moede geworden. Een ieder reikhalst naar de hemelsehe muziek van den vrede. Het verlangen der moeders, vrouwen en kinderen, dat de man, de vader weer zal thuiskomen, aan hun tafel, zal zitten, de spade weer in de hand zal neimen om den vader] andscben bodem te behouwen, is zoo groot! Wanneer de mannen weer zijn terug gekeerd in de werkplaatsen, in de fabrie ken, in de kantoren, zullen niet meer de na men govierd worden van degenen, die den oorlog leidden, doch de naam van dengene die zo weer terugbracht uit de hel van vuur en ijzer, van moord en bloed, de naam van den man, die den vrede bracht. Wie zal deze man zijnf Vlaamsche en Belgische belangen. Do „Vla-am-ohe Gedachte", het blad, dat door Leo Pieard wordt uitgegeven, bevat een artikel: „Eenheid" van Vlaamsche en Belgische belangen," waaraan het volgende is ontleend: Hetris een waarheid dat iedereen weten mag, dat velo flaminganten ik heb mij daarin nooit alleen gevoeld te midden van al de oorlogsverschrikkingen het lijden van het volk hebben wij zoo goed als wie ook meegeleefd en leven het nog mee zich na den val van Antwerpen, toch ver heugden in het vooruitzicht van een ver minderde Belgische staatsmacht. Door die vermindering der Belgische staatsmacht vermindertimmers ook de kracht der verfranaching; komt er dus he ter vooruitzicht omtrent het resultaat van den strijd om onze geestelijke vrijheid. Andere flaminganten eehter even goe de flaminganten hebben het nooit zoo gevoeld en de toestanden steeds heel anders gezien. Zij redeneerden als volgt: „De Belgische staat is er noodig om Vlaanderen tegen het gevaar van verduit- sching te beschermen; in dien Belgischen staat zullen wij Vlamingen een grooter aan deel krijgen naarmate wij de zaak van Bel gië met meer ijver zullen gediend hebben." Lijnrecht daartegenover staat het insicht der Jong-Vlamingen (type R. Kimpe, voor eiken echten Vlaming even achtbaar als Mr. van Cauwelaert zelf). Voor hen is Bel gië steeds de vijand van Vlaanderen geweest en moeten de Vlamingen zich met de vijan den van den Belgisehen staat verbinden om hun eigen staat te kunnen vormen. Beide redeneeringen zijn m.i. elk voor een gedeelte juist. Waar is het en hoven allen twijfel ver heven dat de Belgische staat in zijn heele actie steeds tegen heit Vlaamsoh-Neder- landsche element heeft geijverd een énkele hnaal door bevoordeeling van het Waalsche land hoven 't Vlaamsche in Zijn geheel doch moer en meer aanhoudend door steun aan het anti-Vlaamsche element in Vlaanderen zolf. Docih ©ven wanr is liet dat de fiamingan- ten nog niet genoeg sociale macht gegaard hebben oin de staatsmacht te kunnen dra gen. Een Vlaamsche staat aan zichzelf over gelaten, zou een staat zijn door de franskil jons geleid en in geval de nieuwe staat half onder Duitsch bestuur mocht komen, dan zou weldra de Duitsohe macht met Vlaan deren handelen zooals België zelf ©r mee gehandeld heeft en ditmaal zonden wij nog tegenover een veel sterkeren vijand staan. Wij kunnen dus aannemen en moeten zelfs wenschen dat de Belgische staat hersteld worde. Wij zullen echter, niet door alles heen de Belgische politiek zelfs niét in zoover ze zelf nationaal-Belgisch blijft steunen zoo als sommige Vlaamscli-gezinden doen (type Mr. Frans van Cauwelaert, door alle goede en verstandige flaminganten even geacht als Dr. Aug. Borms zelf). De Belgische regeerende kringen immers zullen trachten hij den vrede hun gezag te vergrooten. Voor de diensten die zij aan de Entente tegen Duitsohland bewezen hébben, zullen zij belooning vragen: ©en sterkere strategische grens, een zeker gezag in zoo niet de annexatie van Luxemburg, een nietig verklaren van Hollands militaire rechten op de Schelde,, een afronding wel licht of althans een bevestiging van kolo niaal gebied en makkelijker afzetgebied voor de Belgische massaproducten de productie van dergelijke artikelen vormde immers den zeer precairen grondslag van België's economisch levenT Mocht de regeering met zulke nieuwe maeht naar buiten bekleed in het land te rug komen, zij zou zeker niet aarzelen om al het mogelijke te doen waardoor zij ook naar binnen haar macht op hechtere basis vestigen kan. Van de vage gevoelens der va derlandsliefde geen gevoel is complexer en dus minder duidelijk zou zü> gebruik maken om „de eenheid voor alles" te pre diken. Vooral aan de eensgezindheid onder de burgerij in politiek en cultureel opzicht zou haar veel gelegen liggen. Kleine toege vingen op het gebied van het taalrecht der Vlamingen zou zij zich kunnen permittee- ren, maar de opleving van een algemeene en alles omvattende Vlaamseh-Nederland- sche cultuur zou word en gesmoord.... zoo mogelijk. Maar juist de winst in macht naar huiten zou de-piaclit naar binnen vergrooten. Daarom mogen de flaminganten geen sterker België willen dan vroeger en zich eerder verheugen in een voorloopig ver zwakten staat. Bij het afwegen der vredes voorwaarden moeten zij daartoe al het ge wicht dat zij hebben of nog winnen kunnen, in de'schaal leggen. Met klare woorden: Voor de Vlamingen is het winst, wanneer aan den Belgischen staat het Kongogebied Biet vergooding aan do belanghebbenden en afkoop van het door den staat tot stand ge brachte, wordt ontnomen. Voor de Vlamingen is het winst, wanneer zekerö beperkingen aan het Belgische mili tarisme worden opgelegd. Een herziening van het statuut der mili taire rechten op de Schelde in Belgischen zin zou voor de Vlamingen een groote ramp zijn. Nog afgezien van de vervreemding tus- schen Nederland en België die zulke her ziening tot gevolg zou hebben, is het ook zeker dat daardoor de macht der Belgische leidende en verfransehende kringen zou ver- FELICIA CURTIS. 12) - Om l-ioo laat zal de ketterverbranding plaats hebboa! - Om vijf uur. Ik hoop dat u op tijd zult tijn, oom Merton? Er lag een klein® bespotting m haar toon, waar zelfs nicht Ada in opging- —Er is slechts één persoon in dit huis, zeide zij, die systematisch nooit op rijd w, Sn dat is Victoria, zeide nicht Ada. „Nu, daar ben ik blij om, dat Ük toch in *®ts Systematisch ben." Wij zullen ons eigen vuurwerk maken, als van het vreugdevuur terugikomem zeide FtJ vi Enid. Ik denk, dat het verschrikkelijk kinder achtig zal zijn, merkte hare zuster op. Ik vrees, dat het erger dan kinderachtig tel zijn, want het roept oude vooroord eden en oude veeten wakker, merkte Ralph Mer- ton op, hij was ernstiger gestemd dan an ders het geval was. Maar, mijn beste neef, riep nicht Ada, Wanneer je een echt Protestant bent.... Dat ben ik niet, lachte hij haar in 't ge zicht, en zij zag hem verschrikt aan. Wat hen u dan, Oom Mertont vroeg Enid op hare echt kinderlijke wijze. Mijn kind, om Protestant te zijn, moet je protesteeren. Lk protesteer niet, dus ben ik het niet. Nicht Ada was geheel onthutst. Wat kan je dwaas doen, Ralph 1 Ik dacht waarlijk dat je het meende. Op den vijfden November van dat jaar had een waar oproer plaats, de vensters van de kapel werden verbrijzeld. Denis, die een noodzakelijk bezoek hij een der pachters moest brengen, had dan ook beloofd vroegtijdig thuis te komen. Het be gon reeds te scheme reu en nog was hij niet teruggekomen. Tabby kwam geheel! ontdaan hij hare meesteres binnenkropenHier is de jonge Oorrigian, Mrs, hij zegt, dat Rose Kelly heel ziek is, en dat Jim hem gevraagd heeft u te verzoeken, bij haar te willen komen. 'Maar u moogt niet gaan, het gaat dezen nacht veel te ruw toe op straat met die vreugde vuren ën andere zaken. De processie zal zeker later dan vijf uur uittrekken, het is niu ruim drie uur; al het volk zal reeds naar de „Linley Fields" ver trokken zijn, als ik daar koon. Er is geen ge vaar Tabby. Als Rose zoo ziek is, dan moet ik naaf hem toegaan. Zij heeft zich reeds op den dood voorbe reid, ze zijn naar de kapel gegaan om den Eerwaarde te roepen, bromde de oude meid. Ik hoop maar, dat alles uit de kapel is mee genomen, ook het H. Sacrament. Dat is al geschied; zuchtte Mrs. Fitzgerald. Wee® niet beangstigd voor mij, Tabby, alles zal terecht komen. De dienstbode zag met angstige oogen hare meesteres na. Zoodra Mr. Denis thuis komt, zal ik hem haar achterna sturen, mompelde 'zij, terwijl zij naar de keuken ÜeP> om daar vóór een beeldje van O. L. Vr. neerknielende, het ro zenhoedje te bidden. Het gezelschap van St. Hilarius vertrok op tijd, op een afstand gevolgd door heide knechten. Aan beide zijden der Highstreet stonden de menscben opgepakt. Van de ven sters der huizen uit wapperden de vlaggen van verschillende landen, hier en daar met opschriften. Een groot transparant was voor het front van het stadhuis geplaatst, met de inscrip tie; „Een protestantsehe kerk voor een pro- testantseh volk". Van bov en tot onder was het stadhuis door gekleurde olielampjes ver licht De schoolkinderen met hun meesters had men op de treden van 't stadhuis opgesteld. Victoria zag hoe Mr. St. John hen een an- stigen blik toewierp. Het rumoer nam toe gelijk een woeste zee. „Meisjes, sluit u dichter hij mij aan, zeide Ralph Morton, clie Ada reeds onder dën arm genomen had wij staan hier midden on der het volk!" Zij trachtten het stadhuis te naderen, hier drongen zij binnen en vonden Mr. Morton en zijne dames nog een plaatsje. Waar blijft nu de processie! vroeg Victo ria ongeduldig. Zij gevoelde een grooten af keer voor bet heele schouwspel. Zij zullen onmiddellijk komen, eerst zullen zij rondom de stad trekken. "Wij zullen haar voorhij laten gaan en dan naar de Rib e Ids" volgen. O, dóór zijn ze eindelijk. By het hooren der muziek, die de „The Rogues March" speelde, liep de menigte in groote wanorde dooreen. Achteraan kwam een troep ruwe mannen met hoeden op, die met rood papier over trokken waren en banieren droegen met het opschrift „The Devil's Livery". (De liverei van den duivel) Victoria rondkijkende, zag Mr. Si John achter haar staan, zij maakte plaats voor hem. „Wat denkt gü van dit tooneelt vroeg zij zachtjes. Een walgeHjke voorstelling, antwoord de hij, toen juist een troep voorbükwam, Paus Pius IX voorstellende met de tiaar, opgetuigd met een paar hoorns; hij werd onder den hemel gedragen. OOOXXXI. KONINGSKRONING. ALGEMEEN' OVER- ZIOHT DER PLECHTIG HEID. Do kroning van een Katholieken, vorst ge- schiedt door den eersten Bisschop (Patr arch, Primaat of Aartsbisschop) z!,!nèr monarchie en wel in het bijzijn van alle Bisschoppen det Rijks, van wie er twee als as8iitee.en.io Bis schoppen des Konings optreden. Da pieeht.g- heid heeft vóór en onder een Pont!tea.a II. Mis, door den eersien B sschop op te dragen, plaats, in de tegen woord ghsid en het bijzijn derhalve van den Koning der, Koningen, Jezus Chria us. De kroning wordt op een Zondag gehouden, terwijl op Woensdag Vr ij dag en Zaterdag van de week te voren ue monarch de vasten- on onthoudingswet to onderhouden heeft. Na een kort examen van deu te kronen vorst richt de kronende Bisschop tot hem een ernstig woord van vermaan en houdt hom zijn plichten voor oogen. Hierna legt de Ko ning een verklaring af, welke hij met een eed pp het Evangelie beregen. vervolgens heeft de zegening p arts, welk© p.a. van da Litanie van Alie Heiligen vergezeld gaat, onder welke Litanie de vorst plat ter aarde nederligt. Deze Litan.e d.ent tevens als inleiding tos zijn zalviug mat da olie der Gatechumeenen op den rechterarm op da plaats, waar de verbinding is tusschen hand en elleboog, alsook tusschen de schouders. Onmiddellijk nu de zalving neemt de Pontfi- caie Mis een aanvang, was rónder drie voor deze plechtigheid specaiai vervaardigde ge beden aan de kroning herinneren. Op hot einde van hex Graduale overhandigt de celebrant den monarch Le: aw .a. d. wa.r- medo hij hem omgordt; pnatst hém ue kroon op het hooid; biedt hem aan schep- ter aan. Dan mthronizeert hij deu vorst cn heft het „Te Deum" aan. Hierna heeft,op verzoek des Konings de kroning der Koningin plaats. Door tweè Bis schoppen voor den krohenden Bisschop ge leid, werpt zij zich op den g.ond, waarna da Litauie van Alie Heiligen 'gezongen wordt. Onder een p.echtige Prefa.ie gerehledt de zegening, daarna de zaiving gelijk bij den Koning. Nu volgt de kroning en de aanbie ding van den schepter, waarna de H. Mis wordt voortgezet. Bij de Ofierande bieden Koning en Ko ningin den celebrant goud aan; ten slot.a, bij de Communie naderen zij tot de H. T rel. sterken; aanwas van macht die wellicht zou gekristalliseerd worden in een Belgische oorlogsmarine (die stellig overwegend Fransch zou zijn in taal). Ook moeten wü het aandurven te betraoh- ten en te bewerken dat de afzet der massa productie uit ons land niet makkelijker ge maakt wordt, zelfs eerder nog ingekrompen» zoodat wü wel genoodzaakt zullen zün over te gaan tot een economie op breedere basis landbouwbedrüf en fünere industrie wat stellig aan Vlaanderen en vooral aan de intellectueel® ontwikkeling van Vlaan deren zou ten goede komen. Een aanhechting van Luxemburg waar de Franschgezinden wel niet de meerder heid maar toch de meesters zün ware voor Vlaandoren zeer schadeEjk. Elke annexatie van ander (Duitsch of Hollandseh) grondgebied ook natuurlylk van Fransch-Vlaanderen ware dit even eens omdat het de macht der regeerende klasse zon versterken. En eindelük moeten wü ons schrap zetten tegen eiken maatregel, waardoor de transi tohandel langs Antwerpen zou worden ge schaad. Immers juist die transitohandel is een van de zeer weinige groote bedrijven uit ons land die het Vlaamsche element ten goede komt. GGRLQGS-ALLERLEI EEN EPISODE UIT DEN GROO TEN STRIJD IN HET WESTEN. Do oorlogscorrespondent in het Westen van de „Kreuzztg." schrijft van het groote hoofdkwartier: De Engelsohen hadden het dorp G. bezet. Dit mocht zoo niet blijven, want de druk van deze flank uit was op den duur niet uit te houden. Dus moest op den laten avond nog een compagnie, die den geheelen dag in hot vuur gelegen had, onmiddellyk een te genaanval doen. Met artillerie kon niet ge werkt worden, omdat dicht om het dorp onze eigen linie lag en omdat er op gere kend moest worden, dat in het plaatsje nog Duitsche troepen waren. Dus móesten de soldaten het stuk ondernemen met handgra naten en de bajonet; en in plaats van te genieten van de welverdiende aflosring, ging het met een hoera op het dorp los. Tot den rand van het dorp ging het ho ven verwachting goed. De vüand had niet gerekend op een zoo snellen en krachtigen tegenaanval. Doch in de, puinhoopen van 't Zeker is liet zeide nicht Ada, tot zich zelf sprekend. Dit alles is heel aardig en heel goed voor de volksklasse het is goed haar te doen zien, wat het protestan tisme is, en zeker is het onzen plicht, dit aan te moedigen door onze tegenwoordig heid, maar volgens myn oordeel is deze heele uitstalling wel een beetje gemeen op gesteld. Meent gü, vroeg Ralph Merton, zich met een cynisch lachje tot den predikant wen dende, dat er onder al die mënsehen tien mannen gevonden worden, die iets begrü- pen van hetgeen zü daar meemaken! Neen, dat geloof ik niet, was het ant woord. Toen verscheen er onder stormach tig gelach een wagen, voortgetrokken door een ezel, getooid met don kardinaalshoed, een man die do teugels hield droeg een ba nier, waarop geschreven stond: „Cardinal Wiseman". Het gelach steeg ten top bü het aanschou wen van dit tafereel. Een oogenblik hieven allen staan. De ezel legde de groofete on verschilligheid aan den dag en liet zich kalm bewonderen. Eindelijk trok de stoet verder, gevolgd door twaalf mannen, die den bisschoppelyken mijter op hadden. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 9