MIEMIE lllil COURANT
EEN 1E1IE1EIEI «EG.
Aan de Katholieken van
Nederland.
F. J. JANSSEN,
Karpetten en Tafelkleeden
DE GORLOQ
FEOlLLËTON
HOm DE LSTÜHÖIE
Zaterdag 21 October Derde Blad
Daar de ongelukkige oorlog blijft voortduren,
doen-zich zijne noodlotige gevolgen ook in de
Katholieke Missiën meer en meer gevoelen. Juist
de oorlogvoerende landen verstrekten de grootste
bijdragen voor de Genootschappen tot Voortplan
ting des Geloofs en der H. Kindsheid, waardoor
de Missiën grootendeels in stand gehouden wor
den. Deze twee Genootschappen hebben hunne
toelagen tot een derde of de helft moe.en terug
brengen en zoo zijn de Missiën van hun voor-
naamsten steun beroofd.
De Missiën van Mongolië, door de Missiona
rissen van Scheui (Sparrendaal) bediend, lijden
in het bijzonder onder dezen toestand van zaken.
Niet alleen zagen zij, evenals de andere Missiën,
de gewone toelagen der bovengenoemde genoot
schappen zeer verminderen, maar bovendien ont
breken geheel en al de particuliere bijdragen en
gif,en uit België, waar deze Missiën zeer bekend
zijn, wijl de Congregatie daar gesticht werd en
er haren hoofdzetel heeft. Zoo komen die Mis
siën in hachelijken toestand.
Voordat ik op het einde van het vorig jaar
mijne reis naar Europa aanvaardde, was juist
het jaailijksch bulget opgemaakt, en vastgespeld,
welke toelage de Apostolische Vicaris aan de
verschillende missieposten en werken kon toe
kennen. Op dat budget moeten verschillen
de posten geschrapt worden, daar de mid
delen ontoereikend waren: verscheidene ca-
thechumenaten moesten gesloten, de opname
der kinderen in de gestichten der Kindsheid be
perkt, en het budget der normaalschool ingekort
worden. Toch konden we nog voor één jaar in de
eerste behoeften van de meest noodzakelijke wer
ken der Missie voorzien, maar daarmee was zelfs
de vroeger bespaarde reserve uitgeput.
Men "was dus nog voor één jaar geholpen-;
intusschen, zoo hoopte men, zou de oorlog wel
geëindigd zijn en met den vrede uitkomst op
dagen. t-
Het jaar gaat voorbij, maar van den oorlog
is het einde nog niet te voorzien en zoo ben ik
genoodzaakt een beroep te doen op de liefdadig
heid van Neerlands Katholieken.
Toen ik den 6den Mei in particuliere audiëntie
Z. H. den Paus over den toestand sprak, toonde
de H. Vader innige deelneming en moedigde mij
aan met de woorden, dat de Katholieken der
reutrale landen en bijzonder van Nederland, ze
ker zouden opkomen, om in den huidigen toestand
meer dan oo-t voor de Missiën te zorgen. En
toen ik den zegen aan Zijne Heiligheid vroeg
voor a! de weldoeners mijner Missie, was de
Pa-T, in zijne vaderlijke goedheid, zoo welwil
lend, mij het volgend eigenhandig schrijven te
overhandigen:
Wij verkenen van ganscher harte den ge-
vraagden Zegen en Wij wenschen, dat de ijver
va«". onzen Hoogwaardigen Broeder, den Bis
schop-Coadjutor van den Apostolischen Vicaris
van Midden-Mongolië, met goed gevolg moge
bekroond worden. Op deze wijze kunnen de
Geloovigen, zonder hun vaderlijk huis te ver
laten, deel krijgen aan de verdiensten van de
missionarissen in Mongolië.
Van het Vaticaan den 6den Mei 1916.
BENEDICTUS P. P. XV.
Waar Zijne Heiligheid aldus mijn verzoek on
dersteunt, hoop ik bij de Nederlandsche Katho
lieken voldoende hulp te vinden om de Missie van
Midden-Mongolië in stand te houden.
Het zou te ver leiden, over alle werken en be
hoeften eener Misie, die bijna veertig duizend
Christenen en 73. priesters telt, en zich telken jare
uitbreidt, uit te weiden; toch zij het mij geoor
loofd, een paar werken bijzonder in Uwe liefda
digheid aan te bevelen. In onze gestichten worden
ongeveer 2000 meisjes, door hare heidensche
ouders verlaten en zonder onze hulp ten honger
dood gedoemd, liefderijk door Európeesche en in-
landsche Zusters opgevoed. Verleden jaar kon
den geen nieuwe kleederen worden verstrekt, en
werd het dagelijksch rantsoen tot het noodzake
lijke bejierkt. Voor deze arme kleinen vraag ik
een aalmoes, om in hare behoeften te voorzien.
Niet minder zorg wekken het Seminarie voor
Inlandsche priesters met zijn 40 studenten en de
6cholen voor de opleiding van gëloofsleeraren en
onderwijzers, waarin 115 jongelui worden opge
leid. Op deze werken rust de toekomst der Missie,
en daarom zijn hiervoor.de grootste offers ge
bracht.
Welk een ramp zou het dus wezen, indien deze
huizen moesten gesloten worden.
Zeker, in dezen tijd wordt er veel voor allerlei
goede werken gevraagd. Maar waar wij door
Gods goedheid het voorrecht genieten, van de
oorlogsrampen gespaard te blijven, zijn wij er
als natuurlijk op aangewezen om vele ellende te
helpen lenigen, indien God ons de middelen
daartoe verleent; dat is ongetwijfeld de beste
wijze, om onze dankbaarheid te toonen,_
Het werk der Missiën heeft steeds in hooge
waardeering gestaan bij Neerland's Katholieken
daarom doe ik met vertrouwen een beroep op
Uwe liefdadigheid. Het dankbaar gebed der door
U behouden kinderen zal niet onverhoord blijven.
t EV. J. TH. TER LAAK,
Tit.-Bissch'op van Parecópolis,
Coadjutor van Midden-Mongolië.
Vucht, Missiehuis Sparrendaal, October 1916,
Giften kunnen gezonden worden aan het adres
van Z. D. H. Mgr. E. ter Laak, Missiehuis
Sparrendaal te Vught (N.-B.) en Munsterstraat
6, Roermond.
AfóEGANG hkm Warmoessip.
ENORME SORTEERING
- - 1010
ONDER DUITSCHE GEWONDEN.
Van all» zijden stroomden soldaten naar
den avondtrein die naar Keulen ging. Ver
der dan Keulen, naar Metz of naar Luie,
naar een der stukken van het lange weste
lijk front. Zoo gewoon is het zien van deze
krioelende mierenhoop grijze mannen, vol-
bepakt als zij zijn, geworden, dat men er pas
weer goed op let als men zelf met zoo een
trein vertrekt.
Ook wij gingen naar het Westen, een
groepje journalisten, onder geleide van een
kapitein en een officier van gezondheid.
Wij gingen gewonden zien. Gewpnden
versoh uit den slag, in de veldlazaretten van
het operatiegebied, in de zoogenaamde oor-
logshotpitalen der etappen, in de speciale
lazaretten voor geamputeerden aan beenen
en armen, in de inrichtingen waar zij zich
oefenen in cursussen voor kunstnijverheid,
in de ambulances voor besmettelijke ziekte,
in de volle ambulance treinen komende van
de gruwelijke velden der Somme, in de la
zaretten voor hen van wier aangezicht zoo
weinig overbleef dat het aanhooren van na
dere details bespaard moge blijven, en die
toch door de vereenigde kunst van chirur
gen, dentisten en plastici weer gezond wor
den en voor het aanschijn der inensolien ver
schijnen kunnen zonder een gruwel voor de
oogen te zijn. Veel menschelijke ellénde trok
aan onze blikken voorhij op dezen tocht, die
soms iets had van een griezelige nachtmer
rie, doch de eindimpressie is toch die van
een zelfoverwinning zoo groot en zoo volle-
djig, zoo bewonderenswaardig aills men ze
slechts in dit moderne Sparta vinden kan,
Zelfoverwinning der geneesheeren die voor
het onmogelijke nog nieuwe mogelijkheden
zoeken, die .tegenover de aanvankelijke
diepe depressie der gewonden steeds weer
het vurig en hoopvol volharden stellen van
hun behandeling die het hechtetefundament
juist dan vinden in de militaire tucht, waar
onder ook de gewonde in.het hospitaal staat,
verbonden met psychische behandeling die
echter geen hypnose is. Een steeds wellende
bron van meedeelenden, zich verspreidende
energie is het leven dezer geneesheren in de
lazaretten voor geamputeerden, waar het.
kleinste greintje 'van sentimentaliteit ge
weerd en zelfbeklag niet gedoogd is. Trou
wens, hoe ware dit laatste mogelijk bij zulk
lotsgeineenscha/p van honderden door ge
lijksoortig ongeluk getroffenen bü elikaarl
Hier werkt niet de aanstekelijkheid van het
negatief medelijden dat in passiviteit ont
aardt, hier spoort het voorbeeld van een
moedige de andere aan en deze „belhamels
zooals een dokter ze achter hun rug beti
telde, vormen den zuurdeesem die uit bet
mengsel van eerst wahopig ongelukkige
weer volwaardige, heroic ch him nieuwe le
ven opnemende mensehen maakt.
Hetzelfde beginsel geldt voor alle gewon
den ootk voor de geestelijk gekwetsten, die,
zooals excellentie Von Schjerning, de chef
van het geheele gezondheidswezen te velde,
mij zeide, niet naar huis gestuurd worden
wanneer hun zenuwen het trommelvuur of
andere invloeden op den duur eens niet meer
uithouden. „Neen, dan zijn ze verloren, dan
zouden wij ze spoedig in een gesticht moe
ten opsluiten, zeide de ehef mij. „Neen,
zij laten ze kalm achter het front, in spe
ciaal voor hen ingerichte werkplaatsen
waar zij onder doelmatig toezicht het een
of ander handwerk uitoefenen en dan zijn ze
in weinige maanden tijd® genezen en héb
ben weer een nieuwe dosis weerstands
kracht."
Ik deuk ook met diepe bewondering aan
de zelfoverwinning van jonge bloeiende
pleegzusters, die de afgrijselijkst gewonden,
de aangezichtsverm inkten, waarvan iik reeds
sprak, verplegen. Zij zeiden mij wel: „O ja
het heeft moeite gekost te wennen aan den
aanblik, niets te toonen van het gevoel dat
daarbij opkomt, maar het medelijden en de
behoefte te helpen, dat hielp ons erover
heen."
Maar de grootste, de bewonderenswaardig
ste zelfoverwinning, dat is die der gewon
den zelf. En de prestaties die dan bomen na
den'eeralen hopeloozen tijd, de dingen die
zij afdwingen van hun eene heen bijvoor
beeld zijn zoo enorm, dat niet alleen wij,
doch ook de beginnelingen, de andere ver
minkten zelf, er met een mengeling van ge
dachten als „dat kan ik nooit!" en „als ik
het toch eens zoo ver bracht" naar zitten
kijken.
En dan dwaalde zoo een blik vaak naar
ons, toeschouwers van den arbeid dezer. Met
één heen over hindernissen van anderhalve
meter springende, zweetende mannen, en de
verbluffing op ons gezicht ontstak dan wel
licht nog een ander gevoel in hun borst: niet
geschrapt to zijn Uit de rij dergenen die hun
medemenschen achting, ja eerbied inboeze
men kunnen.
t?ERS&»REBDE «EüiCHTEH
De toestand van den H. Stoel.
Welko die toestand van dien Paus na den oor
log zal zijn, moet de tijd nog leoren. Het staat
echter vast, dat de krijgskansen er een beslisten
invloed op zullen uitoefenen. Oostenrijk-Hon-
garije schijnt vast besloten te zijn de kwestie
op de vredesconferentie te berde te brengen,
althans indien liet niet als overwonneling daar
heen gaat, want het spreekt vanzelf, dat de
Italiaansehe regeering nooit Rome zal terug
schenken, indien zij daartoe niet gedwongen
wordt, en dat van Jiare bondgenooten, Frank-
rijk zoo min als Rusland eenig weerstreven van
Italië's eisch tot behoud van Rome te verwach-
ten. is*
Intusschen, de oorlog zal stellig niet meer
zoolang duren, als hij leeds aan den gang is;
de vredesconferentie is derhalve zoo ver niet
moer verwijdord. Al de vragen, die wij thans
omtrent het let van den Heiligen Stoel kunnen
opwerpen, verwach de „Limb. K." zullen daar
fun beantwoording vinden.
Verlangen naar den vrede In Frankrijk.
'Een Zwitsersche professor heeft kort ge
leden een gesprek gehad met den Fransehen
schrijver Anatole France, die o.in. zeide,
dat wij eerst na vele jaren en dan slechts
door vlijtige en onbevooroordeelde studie,
in staat zullen zijn, de aanleiding van den
oorlog te kennen. Het onweer stond reeds
tientallen van jaren aan den hemel en wij
hébben hot allen zien opkomen. Wij wisten
dat een uitbarsting komen moest, welke een
verstandige diplomatie misschien kon uit
stellen, maar nooit verhinderen. Wat ver
standige diplomaten thans eehter kunnen
voorbereiden en doorzetten, is een compro
mis voor den vrede. Het ware dwaas om te
ontkennen, dat de wenseh naar vrede hij
heide partijen steiik ontwikkeld is.- Indien
men ook moet toegeven, dat de haat tegen
Duitsohland hij het Fransclie volk zeer groot
is. het verlangen naar vrede is nog sterker.
In Frankrijk twijfelen wij er niet aan, dat
■wij de beslissende zege zullen behalen, een
zege, die ons moreel prestige bevestigt.
Maar het schijnt haast dat de geheele man
nelijke kracht aan deze overwinning geof
ferd moet worden. Ik weet niet of een ver
standig diplomaat dit laatste bloedoffer aan
ons gemarteld land kan besparen dooi* een
diplomatieke overwinning, welke de.strate-
gen te hulp komt. De vrede zou misschien
niet meer zoover verwijderd zijn, indien men
slechts van één zijde te kennen gaf, dat men
van zins is den. ander rustig aa.n te hoeren.
MaaT tot nu toe klinkt overal slechts haat
en woed!e uit iedere officieele uiting en er
-wordt verder geslacht.
Bergen van lijken stapelen zich op en een
hagel van ijizer woelt de schoone Fransche
aarde stuk. Iedere uiting maakt dén ijzer-
regen sterker, elk hatelijk woord van de lei
ders der regeering (niet steeds de vertolkers
der openbare meening!) vermoordt honderd
duizenden.
Het zou juister zijn voorloopig slechts
achter gesloten deuren te spreken, in minis
teries en parlementen. Het mensehdom wil
geen woorden van haat en woede meer hoo-
ren, zijn ooren zijn het smadend geschreeuw
moede geworden. Een ieder reikhalst naar
de hemelsehe muziek van den vrede.
Het verlangen der moeders, vrouwen en
kinderen, dat de man, de vader weer zal
thuiskomen, aan hun tafel, zal zitten, de
spade weer in de hand zal neimen om den
vader] andscben bodem te behouwen, is zoo
groot! Wanneer de mannen weer zijn terug
gekeerd in de werkplaatsen, in de fabrie
ken, in de kantoren, zullen niet meer de na
men govierd worden van degenen, die den
oorlog leidden, doch de naam van dengene
die zo weer terugbracht uit de hel van vuur
en ijzer, van moord en bloed, de naam van
den man, die den vrede bracht.
Wie zal deze man zijnf
Vlaamsche en Belgische belangen.
Do „Vla-am-ohe Gedachte", het blad, dat
door Leo Pieard wordt uitgegeven, bevat
een artikel: „Eenheid" van Vlaamsche en
Belgische belangen," waaraan het volgende
is ontleend:
Hetris een waarheid dat iedereen weten
mag, dat velo flaminganten ik heb mij
daarin nooit alleen gevoeld te midden
van al de oorlogsverschrikkingen het
lijden van het volk hebben wij zoo goed als
wie ook meegeleefd en leven het nog mee
zich na den val van Antwerpen, toch ver
heugden in het vooruitzicht van een ver
minderde Belgische staatsmacht.
Door die vermindering der Belgische
staatsmacht vermindertimmers ook de
kracht der verfranaching; komt er dus he
ter vooruitzicht omtrent het resultaat van
den strijd om onze geestelijke vrijheid.
Andere flaminganten eehter even goe
de flaminganten hebben het nooit zoo
gevoeld en de toestanden steeds heel anders
gezien. Zij redeneerden als volgt:
„De Belgische staat is er noodig om
Vlaanderen tegen het gevaar van verduit-
sching te beschermen; in dien Belgischen
staat zullen wij Vlamingen een grooter aan
deel krijgen naarmate wij de zaak van Bel
gië met meer ijver zullen gediend hebben."
Lijnrecht daartegenover staat het insicht
der Jong-Vlamingen (type R. Kimpe, voor
eiken echten Vlaming even achtbaar als
Mr. van Cauwelaert zelf). Voor hen is Bel
gië steeds de vijand van Vlaanderen geweest
en moeten de Vlamingen zich met de vijan
den van den Belgisehen staat verbinden om
hun eigen staat te kunnen vormen.
Beide redeneeringen zijn m.i. elk voor een
gedeelte juist.
Waar is het en hoven allen twijfel ver
heven dat de Belgische staat in zijn heele
actie steeds tegen heit Vlaamsoh-Neder-
landsche element heeft geijverd een énkele
hnaal door bevoordeeling van het Waalsche
land hoven 't Vlaamsche in Zijn geheel doch
moer en meer aanhoudend door steun aan
het anti-Vlaamsche element in Vlaanderen
zolf.
Docih ©ven wanr is liet dat de fiamingan-
ten nog niet genoeg sociale macht gegaard
hebben oin de staatsmacht te kunnen dra
gen. Een Vlaamsche staat aan zichzelf over
gelaten, zou een staat zijn door de franskil
jons geleid en in geval de nieuwe staat half
onder Duitsch bestuur mocht komen, dan
zou weldra de Duitsohe macht met Vlaan
deren handelen zooals België zelf ©r mee
gehandeld heeft en ditmaal zonden wij nog
tegenover een veel sterkeren vijand staan.
Wij kunnen dus aannemen en moeten zelfs
wenschen dat de Belgische staat hersteld
worde.
Wij zullen echter, niet door alles heen de
Belgische politiek zelfs niét in zoover ze
zelf nationaal-Belgisch blijft steunen zoo
als sommige Vlaamscli-gezinden doen (type
Mr. Frans van Cauwelaert, door alle goede
en verstandige flaminganten even geacht
als Dr. Aug. Borms zelf).
De Belgische regeerende kringen immers
zullen trachten hij den vrede hun gezag te
vergrooten. Voor de diensten die zij aan de
Entente tegen Duitsohland bewezen hébben,
zullen zij belooning vragen: ©en sterkere
strategische grens, een zeker gezag in zoo
niet de annexatie van Luxemburg, een
nietig verklaren van Hollands militaire
rechten op de Schelde,, een afronding wel
licht of althans een bevestiging van kolo
niaal gebied en makkelijker afzetgebied
voor de Belgische massaproducten de
productie van dergelijke artikelen vormde
immers den zeer precairen grondslag van
België's economisch levenT
Mocht de regeering met zulke nieuwe
maeht naar buiten bekleed in het land te
rug komen, zij zou zeker niet aarzelen om
al het mogelijke te doen waardoor zij ook
naar binnen haar macht op hechtere basis
vestigen kan. Van de vage gevoelens der va
derlandsliefde geen gevoel is complexer
en dus minder duidelijk zou zü> gebruik
maken om „de eenheid voor alles" te pre
diken. Vooral aan de eensgezindheid onder
de burgerij in politiek en cultureel opzicht
zou haar veel gelegen liggen. Kleine toege
vingen op het gebied van het taalrecht der
Vlamingen zou zij zich kunnen permittee-
ren, maar de opleving van een algemeene
en alles omvattende Vlaamseh-Nederland-
sche cultuur zou word en gesmoord.... zoo
mogelijk.
Maar juist de winst in macht naar huiten
zou de-piaclit naar binnen vergrooten.
Daarom mogen de flaminganten geen
sterker België willen dan vroeger en zich
eerder verheugen in een voorloopig ver
zwakten staat. Bij het afwegen der vredes
voorwaarden moeten zij daartoe al het ge
wicht dat zij hebben of nog winnen kunnen,
in de'schaal leggen. Met klare woorden:
Voor de Vlamingen is het winst, wanneer
aan den Belgischen staat het Kongogebied
Biet vergooding aan do belanghebbenden en
afkoop van het door den staat tot stand ge
brachte, wordt ontnomen.
Voor de Vlamingen is het winst, wanneer
zekerö beperkingen aan het Belgische mili
tarisme worden opgelegd.
Een herziening van het statuut der mili
taire rechten op de Schelde in Belgischen
zin zou voor de Vlamingen een groote ramp
zijn. Nog afgezien van de vervreemding tus-
schen Nederland en België die zulke her
ziening tot gevolg zou hebben, is het ook
zeker dat daardoor de macht der Belgische
leidende en verfransehende kringen zou ver-
FELICIA CURTIS.
12) -
Om l-ioo laat zal de ketterverbranding
plaats hebboa!
- Om vijf uur. Ik hoop dat u op tijd zult
tijn, oom Merton?
Er lag een klein® bespotting m haar toon,
waar zelfs nicht Ada in opging-
—Er is slechts één persoon in dit huis,
zeide zij, die systematisch nooit op rijd w,
Sn dat is Victoria, zeide nicht Ada.
„Nu, daar ben ik blij om, dat Ük toch in *®ts
Systematisch ben."
Wij zullen ons eigen vuurwerk maken, als
van het vreugdevuur terugikomem zeide
FtJ vi
Enid.
Ik denk, dat het verschrikkelijk kinder
achtig zal zijn, merkte hare zuster op.
Ik vrees, dat het erger dan kinderachtig
tel zijn, want het roept oude vooroord eden
en oude veeten wakker, merkte Ralph Mer-
ton op, hij was ernstiger gestemd dan an
ders het geval was.
Maar, mijn beste neef, riep nicht Ada,
Wanneer je een echt Protestant bent....
Dat ben ik niet, lachte hij haar in 't ge
zicht, en zij zag hem verschrikt aan.
Wat hen u dan, Oom Mertont vroeg Enid
op hare echt kinderlijke wijze.
Mijn kind, om Protestant te zijn, moet je
protesteeren. Lk protesteer niet, dus ben ik
het niet.
Nicht Ada was geheel onthutst.
Wat kan je dwaas doen, Ralph 1 Ik dacht
waarlijk dat je het meende.
Op den vijfden November van dat jaar
had een waar oproer plaats, de vensters van
de kapel werden verbrijzeld.
Denis, die een noodzakelijk bezoek hij een
der pachters moest brengen, had dan ook
beloofd vroegtijdig thuis te komen. Het be
gon reeds te scheme reu en nog was hij niet
teruggekomen.
Tabby kwam geheel! ontdaan hij hare
meesteres binnenkropenHier is de jonge
Oorrigian, Mrs, hij zegt, dat Rose Kelly heel
ziek is, en dat Jim hem gevraagd heeft u te
verzoeken, bij haar te willen komen. 'Maar
u moogt niet gaan, het gaat dezen nacht
veel te ruw toe op straat met die vreugde
vuren ën andere zaken.
De processie zal zeker later dan vijf uur
uittrekken, het is niu ruim drie uur; al het
volk zal reeds naar de „Linley Fields" ver
trokken zijn, als ik daar koon. Er is geen ge
vaar Tabby. Als Rose zoo ziek is, dan moet
ik naaf hem toegaan.
Zij heeft zich reeds op den dood voorbe
reid, ze zijn naar de kapel gegaan om den
Eerwaarde te roepen, bromde de oude meid.
Ik hoop maar, dat alles uit de kapel is mee
genomen, ook het H. Sacrament.
Dat is al geschied; zuchtte Mrs. Fitzgerald.
Wee® niet beangstigd voor mij, Tabby, alles
zal terecht komen.
De dienstbode zag met angstige oogen
hare meesteres na.
Zoodra Mr. Denis thuis komt, zal ik hem
haar achterna sturen, mompelde 'zij, terwijl
zij naar de keuken ÜeP> om daar vóór een
beeldje van O. L. Vr. neerknielende, het ro
zenhoedje te bidden.
Het gezelschap van St. Hilarius vertrok
op tijd, op een afstand gevolgd door heide
knechten. Aan beide zijden der Highstreet
stonden de menscben opgepakt. Van de ven
sters der huizen uit wapperden de vlaggen
van verschillende landen, hier en daar met
opschriften.
Een groot transparant was voor het front
van het stadhuis geplaatst, met de inscrip
tie; „Een protestantsehe kerk voor een pro-
testantseh volk". Van bov en tot onder was
het stadhuis door gekleurde olielampjes ver
licht
De schoolkinderen met hun meesters had
men op de treden van 't stadhuis opgesteld.
Victoria zag hoe Mr. St. John hen een an-
stigen blik toewierp. Het rumoer nam toe
gelijk een woeste zee.
„Meisjes, sluit u dichter hij mij aan, zeide
Ralph Morton, clie Ada reeds onder dën
arm genomen had wij staan hier midden on
der het volk!"
Zij trachtten het stadhuis te naderen, hier
drongen zij binnen en vonden Mr. Morton
en zijne dames nog een plaatsje.
Waar blijft nu de processie! vroeg Victo
ria ongeduldig. Zij gevoelde een grooten af
keer voor bet heele schouwspel.
Zij zullen onmiddellijk komen, eerst zullen
zij rondom de stad trekken. "Wij zullen haar
voorhij laten gaan en dan naar de Rib e Ids"
volgen. O, dóór zijn ze eindelijk.
By het hooren der muziek, die de „The
Rogues March" speelde, liep de menigte in
groote wanorde dooreen.
Achteraan kwam een troep ruwe mannen
met hoeden op, die met rood papier over
trokken waren en banieren droegen met het
opschrift „The Devil's Livery". (De liverei
van den duivel)
Victoria rondkijkende, zag Mr. Si John
achter haar staan, zij maakte plaats voor
hem.
„Wat denkt gü van dit tooneelt vroeg zij
zachtjes.
Een walgeHjke voorstelling, antwoord
de hij, toen juist een troep voorbükwam,
Paus Pius IX voorstellende met de tiaar,
opgetuigd met een paar hoorns; hij werd
onder den hemel gedragen.
OOOXXXI.
KONINGSKRONING. ALGEMEEN' OVER-
ZIOHT DER PLECHTIG HEID.
Do kroning van een Katholieken, vorst ge-
schiedt door den eersten Bisschop (Patr arch,
Primaat of Aartsbisschop) z!,!nèr monarchie
en wel in het bijzijn van alle Bisschoppen det
Rijks, van wie er twee als as8iitee.en.io Bis
schoppen des Konings optreden. Da pieeht.g-
heid heeft vóór en onder een Pont!tea.a
II. Mis, door den eersien B sschop op te
dragen, plaats, in de tegen woord ghsid en
het bijzijn derhalve van den Koning der,
Koningen, Jezus Chria us. De kroning wordt
op een Zondag gehouden, terwijl op
Woensdag Vr ij dag en Zaterdag van
de week te voren ue monarch de vasten-
on onthoudingswet to onderhouden
heeft.
Na een kort examen van deu te kronen
vorst richt de kronende Bisschop tot hem
een ernstig woord van vermaan en houdt hom
zijn plichten voor oogen. Hierna legt de Ko
ning een verklaring af, welke hij met een
eed pp het Evangelie beregen. vervolgens
heeft de zegening p arts, welk© p.a. van da
Litanie van Alie Heiligen vergezeld gaat,
onder welke Litanie de vorst plat ter
aarde nederligt. Deze Litan.e d.ent tevens
als inleiding tos zijn zalviug mat da olie der
Gatechumeenen op den rechterarm op da
plaats, waar de verbinding is tusschen hand
en elleboog, alsook tusschen de schouders.
Onmiddellijk nu de zalving neemt de Pontfi-
caie Mis een aanvang, was rónder drie voor
deze plechtigheid specaiai vervaardigde ge
beden aan de kroning herinneren.
Op hot einde van hex Graduale overhandigt
de celebrant den monarch Le: aw .a. d. wa.r-
medo hij hem omgordt; pnatst hém ue
kroon op het hooid; biedt hem aan schep-
ter aan. Dan mthronizeert hij deu vorst cn
heft het „Te Deum" aan.
Hierna heeft,op verzoek des Konings de
kroning der Koningin plaats. Door tweè Bis
schoppen voor den krohenden Bisschop ge
leid, werpt zij zich op den g.ond, waarna da
Litauie van Alie Heiligen 'gezongen wordt.
Onder een p.echtige Prefa.ie gerehledt de
zegening, daarna de zaiving gelijk bij den
Koning. Nu volgt de kroning en de aanbie
ding van den schepter, waarna de H. Mis
wordt voortgezet.
Bij de Ofierande bieden Koning en Ko
ningin den celebrant goud aan; ten slot.a,
bij de Communie naderen zij tot de H. T rel.
sterken; aanwas van macht die wellicht zou
gekristalliseerd worden in een Belgische
oorlogsmarine (die stellig overwegend
Fransch zou zijn in taal).
Ook moeten wü het aandurven te betraoh-
ten en te bewerken dat de afzet der massa
productie uit ons land niet makkelijker ge
maakt wordt, zelfs eerder nog ingekrompen»
zoodat wü wel genoodzaakt zullen zün over
te gaan tot een economie op breedere basis
landbouwbedrüf en fünere industrie
wat stellig aan Vlaanderen en vooral aan
de intellectueel® ontwikkeling van Vlaan
deren zou ten goede komen.
Een aanhechting van Luxemburg waar
de Franschgezinden wel niet de meerder
heid maar toch de meesters zün ware
voor Vlaandoren zeer schadeEjk.
Elke annexatie van ander (Duitsch of
Hollandseh) grondgebied ook natuurlylk
van Fransch-Vlaanderen ware dit even
eens omdat het de macht der regeerende
klasse zon versterken.
En eindelük moeten wü ons schrap zetten
tegen eiken maatregel, waardoor de transi
tohandel langs Antwerpen zou worden ge
schaad. Immers juist die transitohandel is
een van de zeer weinige groote bedrijven
uit ons land die het Vlaamsche element ten
goede komt.
GGRLQGS-ALLERLEI
EEN EPISODE UIT DEN GROO
TEN STRIJD IN HET WESTEN.
Do oorlogscorrespondent in het Westen
van de „Kreuzztg." schrijft van het groote
hoofdkwartier:
De Engelsohen hadden het dorp G. bezet.
Dit mocht zoo niet blijven, want de druk
van deze flank uit was op den duur niet
uit te houden. Dus moest op den laten avond
nog een compagnie, die den geheelen dag in
hot vuur gelegen had, onmiddellyk een te
genaanval doen. Met artillerie kon niet ge
werkt worden, omdat dicht om het dorp
onze eigen linie lag en omdat er op gere
kend moest worden, dat in het plaatsje nog
Duitsche troepen waren. Dus móesten de
soldaten het stuk ondernemen met handgra
naten en de bajonet; en in plaats van te
genieten van de welverdiende aflosring,
ging het met een hoera op het dorp los.
Tot den rand van het dorp ging het ho
ven verwachting goed. De vüand had niet
gerekend op een zoo snellen en krachtigen
tegenaanval. Doch in de, puinhoopen van 't
Zeker is liet zeide nicht Ada, tot zich
zelf sprekend. Dit alles is heel aardig en
heel goed voor de volksklasse het is
goed haar te doen zien, wat het protestan
tisme is, en zeker is het onzen plicht, dit
aan te moedigen door onze tegenwoordig
heid, maar volgens myn oordeel is deze
heele uitstalling wel een beetje gemeen op
gesteld.
Meent gü, vroeg Ralph Merton, zich met
een cynisch lachje tot den predikant wen
dende, dat er onder al die mënsehen tien
mannen gevonden worden, die iets begrü-
pen van hetgeen zü daar meemaken!
Neen, dat geloof ik niet, was het ant
woord. Toen verscheen er onder stormach
tig gelach een wagen, voortgetrokken door
een ezel, getooid met don kardinaalshoed,
een man die do teugels hield droeg een ba
nier, waarop geschreven stond: „Cardinal
Wiseman".
Het gelach steeg ten top bü het aanschou
wen van dit tafereel. Een oogenblik hieven
allen staan. De ezel legde de groofete on
verschilligheid aan den dag en liet zich
kalm bewonderen. Eindelijk trok de stoet
verder, gevolgd door twaalf mannen, die
den bisschoppelyken mijter op hadden.
(Wordt vervolgd.)