EEN VERHEVENER WEG. P. J. JANSSEN, OE CÖRU2G FEUILLETON Dinsdag 24 October Tweede Blad EJSGELSCJHE VRIJENDSCHAP. Be Belgen weten er nog van mee te pra len, hoe de onoprechtheid. der Engelsche vriendschap er oorzaak van was, Üat de hulp tfer Engelschen tot behoud van Antwerpen, h den aanvang van den oorlog. -veel te i&at kwam om het voor oogen gestelde doel ie bereiken. Bo üerviërs, op hun beurt, hebben even eens ervaren, dat waar. het op de hulp der Engaisehe vrienden aankwam aan i'Un loc werden overgelaten, met het gevolg, dat het vaderland vo'br hen verloren ging. Ook de Grieken, wien werd voorgehouden dat de bezetting van baioniki door de En gelsche en Eransche troepen nu ongeveer een jaar geleden een vriendschappelijke daan was en die men thans nog tracht wijs te maken nat de geallieerden het land slechts •fcuuenarongen om het tegen Griekenland's aartsvijanden, de Bulgaren, te „bescher men", ondervinden maar al te gevoelig de Ünge lsche vriendschap. Al aar zelfs in Frankrijk toont de vriend schap der Engelschen van een kwaadaardig en bedenkelijk karakter te zijn. Reeds vroeger hebben wij eens, aan de hand der daartoe verstrekte gegevens, de aandacht gevestigd op de heerschappij van het Engcl- Scho militair isme in de aiwi van Jeanne d'Arc, in Rouaan en nu vertelt de Italiaan Gino Calza Bedo.o in bet „Giomo d'Italia" een en ander over de vyijze, waarop de En gelschen zich ook te Calais hebben inge richt. Het volgende is daaraan ontleend Wie op dit oogenblik te Calais aan wal «tapt, méént nog in Engeland te zijn. De Btad maakt volkomen den indruk steeds Engelsch geweest te zijn, een steunpunt van het Vereenigde Koninkrijk aan de Frah- sche kust. De Engelschen hebben door een langzame maar stelselmatige werkzaamheid de havenplaats volledig veranderd en de stad zelve als het ware gehuurd. Het eerst werd met de haven begonnen, daarna heeft men de opslagplaatsen in beheer genomen en reusachtige silo's gebouwd. Endelijk heeft men een volledige soldatenstad buiten het beslaande Calais gesticht, aoodat Calais heden ten dage geheel in Engelsche han den is. Niemand komt in de stad zonder een Engelsche vergunning en geen blad be weegt zich erin zonder toestemming van Engeland. Alles is in goeder minne geschied, maar onder aanwending van ontzettend veel geld en van practischen zin. Dagelijks doorsnij den honderden van stoombooten het kanaal om oorlogsmateriaal aan te Voeren. Rijk dommen ten bedrage van vele milliarden zijn in het groote versterkte kamp bijeenge bracht, zoodat men wel eens siddert bij de gedachte, dat de vijand slechts enkele tien tallen kilometers ervan verwijderd staat. De voorraden zouden, als zij den vijand in han den vielen, zeker voldoende zijn om de oor logskosten voor een half jaar te dekken. Alles wat voor het onderhoud van een leger Van twee millioen man noodig is, vindt men daar bijeen. Het is alsof de Engelschen voornemens zijn nimmer Calais te verlaten en^ het in de toekomst ook „vriendschappelijk te blij - Ven bezetten. Wij vernamen zelfs, dat in verschillende Fransehe plaatsen ten behoe ve der Engelsche bezetting, de opschriften aan de wegen en de namen der straten in bet Engelsch sjaan aangegeven. De Fransehe bevolking daar moet dan ook al met verlangen uitzien naar den dag, waarop zij van hun „vrienden" verlost zul len w'orden. UERS?RODE «ERICHTEM Een uiting van geschokt vertrouwen. Donderdag kwam, ftaar wij reeds eerder hebben medegedeeld in het Engelsche La gerhuis Roemenië ter sprake. Op een vraag antwoordde minister Law, dat Engeland en zijn bondgenooten zorgvuldig den toestand van Roemenië hadden Overwogen en al het mogelijke was gedaan. - Sir E. Oarson vroeg toen, wanneer de re geering een mededeel in g over Roemen zou doen, nu men zich algemeen zoo bezorgd maakt. ANEGANG hk. Warmoessti*. ENORME SORTEERING Loopers en Matten» 101 s Law zei, dat het niet wenschelijk was, te zeggen wat er van militairen aard geschied de, maar zoo spoed;g mogelijk zou de regee ring een' verklaring afleggen. Majoor Hunt: Kan de minister ons ver keren, dat de regeering weer niet te laat zal zijn? Geen antwoord. Is Poincaré niet meer populair? Toen Podnoaré president werd, was iedereen in Frankrijk tevreden, nooit waa een Faaisdh staatshoofd tijdjens de republiek zoo algemeen gediefd geweest. Maar de oorlog heeft aan dieae populariteit een einde gemaakt. Een dieel van de Fransohe bevolking schrijft aan hom het uitbreken van den oorlog toe, diaar zijn reds naar St. Petersburg kort voor de groote oataa- trophe hem in verdenking gebracht heeft. Een feit is het dat die Parjjscke bevolking hem niert vergeeft, dat hij naar Bordeaux gevlucht is of schoon het eigenlijk niet noodig was. Welke kapitein verlaat het eerst zijn schip? En dlan, in den geheelen oorlog heeft hij zijn persoon lijkheid weinig laten gelden. Briand behandelt de buitenland&ohe politiek: Briand. waa de man van Saloniki, en van de unificatie van het front der geallieerden. Ondertusschen deed Poincaré niets, zorgde zelfs niet eens voor de binnenlandsche toestan den. En nu het offensief aan de Sornme ook al zulke poovere resultaten afwerpt, begint men zich in Frankrijk af te vragen: Waartoe dient eigenlijk zoo iemand als Poincaré. Een jaar uitstel. Teleurgesteld over de uitkomsten der vel'e voorspellingen over het ei it (li gen van den oorlog in den herfst van dit jaar, heeft nu weer de eerste minister van Australië, Hughes, een voorspelling gedaan over den duur van den oorlog. In een openbare ver gadering te Bendigo schijnt hij het volgen de te hebben gecegd: „I'k heb gesproken met de leiders in En geland en Frankrijk en het is mijn opinie indien tenminste Roemenië 't in den hul digen slag uifhoudit d«t het Oostemrijkseh- Hcngaarsche rijk waarschijnlijk tegen Apri^ of Mei van het volgend jaar zal vallen. Dan zullen Italië en Roemenië de Duitschers in de flank vallen; Duitschland zal dan of een geweldige linie zoowel in het Oosten als in het Westen moeten houden, of het zal zijn troepen op Duitsoh gebied moeten terug trekken. Vanaf ongeveer Mei van het volgend jaar mogen wjj verwachten Duit-chland op eigen grond te zien vechten. Ik onderschat de macht van Duitschland niet. Indien het ver kiest te blijven vechten tot het volkomen verslagen is, kan niemand den duur van den oorlog voorspellen; maar ik geloof, dat het moreel van Duitschland vernietigd zal zijn wanneer het op eigen gebied zal moeten vechten. Wij mogen de redelijke verwach tingen koesteren, dat de oorlog het volgend jaar om dezen tijd gedaan zal zijn." Weer een voorspelling, welke wij in den „Profetenspiegel" over een jaar door de feiten zullen zien tegengesproken?.... De strijdmiddelen der Entente. In de oorlogvoerende landen, als ook in de neutrale, worden door de pers bergin gen van de Deensche schrijfster Kareu B.am-" son verspreid en wel met medeweten en door toedoen van de Fransehe Regeering, die toch zeker beter ingelicht is. Volgens deze waarhoidslievende damo zouden de Duit schers de krijgsgevangenen opze.tetijjk met tuberculose ini'ecteereu, om ze dan naar hun vaderland of naar het neutrale Zwitserland te laten vertrekken, ten einde zoodoende do gevreesde ziekte te vermijt den II De Duitsche Reg ering heeft reeds meer malen rapporten openbaar gemaakt omtrent den gezondheids toes tand in de Duitsche* ge vangenkampen. Bovendien kunnen deze ton allen tijde bezocht worden door de com missies, welke daartoe gevormd zijn door de neutrale Regeeringen, die de belangen der mei, Duitschland oorlogvoerende landen be hartigen. Nu is wel is waar gebleken,' dat het percentage tuberculoselijders bij do Fran sehe krrijgsgevangenen grooter is dan bij de andere volken, maar d t verschijnsel vit d zijn verklaring in het gebrek aan manschap pen in Frankrijk en evenzeer aan artsen, waardoor de ei.sch.en voor de geschiktheid tot den krijgsdienst daar te lande veel lager gesteld worden dan elders. Zoodra zich bij een krijgsgevange tuber culose openbaart, wordt deze onm ddellijk af gezonderd en met de in Duitschland voor tu berculoselijders gebruikelijke zorg behandeld, om daarna zoo mogelijk naar het voor deze zieken gunstiger Zwitsersche klimaat over-1 gebracht te worden. De Duitsche Regeering wijst derhalve de beschuldigingen, welke .door toedoen en met medeweten van jde Fransehe Regeer mg ver breid warden, met verontwaardiging van de ahnd. De strijd om het dorp Sailly aan het Somme-ïront. H>et Berlijnsehe Wolff-bureau meldt del volgende bijzonderheden over den strijd om het dorp Sailly, waarvan de laatste puin- hoopen den 18den October 1.1. den geallieer den in handen zijn gevallen. Evenals Com- bles en Thiepval, zal de naam van dit kleine dorp en de roem van zijn verdedigers, het 76ste regiment infanterie, in de geschiede nis van den slag aan de Sornme voortleven. Aan den weg van Péronne naar Bapeaume, gelegen tussohen het door granaten gevelde hosoh van St. Pierre Vaast en Gueudecourt, lag Sailly sedert ruim een week in 't brand punt van verwoede aanvallen. Nadat het reeds weken lang onder het zrwaarste vuur had gestaan, woedde van 9 tot 12 dezer om Sailly dag en nacht een hel. Op 11 October sloegen de verdedigers van Sailly zes aan vallen in menigte achter elkaar af. Op den volgenden dag braken zeven buitengewoon hevig» aanvallen op de dapperheid en vol harding van het 76ste regiment. Van 11 Oc tober af werden de puinhoopen van het dorp door een hagel van granaten van het zwaar ste kaliher vermorzeld, terwijl dag en nacht alle toegangen en verbindingen onder stel selmatige gasaanvallen en niet te passeeren ai'slui tings vuur gehouden werden. Bij de po ging om op groote schaal door te breken op 12 October, was het vooral Sailly, dat het doel van den vijand verijdelde. Zelfs de hel van ijzer en vuur, die op 12 October op Sailly nederdaalde, was niet in staat de moed en onverschrokkenheid van het gar nizoen te breken. Tufeschen de puinhoopen van ingestorte huizen, verbrandende binten en smeulende overblijfselen richtten de weg slinkende gelederen van het 76ste regiment bijna zonder dekking in den hagel van ijzer hun geweren en machinegeweren met voor- beeldelooze koelbloedigheid. Pas den 17den slaagde de vijand erin, in een gedeelte van de puinhoop binnen te dringen. Elk brok muur, elke puinhoop moest hij op zichzelf met de bloedigste verliezen vermeesteren. Hoopen van lijken bedekken het puinveld. Pas op 18 October waren de dappere verde digers, die van voedsel- en mun it ie toe voer bijna afgesneden waren, gedwongen, de laat ste overblijfselen van Sailly te ontruimen. In de laatste dagen, die den geallieerden ontzaglijke cijfers kostten, verspeelden de Engelschen weer een gedeelte van hun land- vloot. Vier van do gepantserde auto's wer den door onze artillerie vernield, zoodat nu in geheel negen van die „kruisers" huiten gevecht gesteld zijn. Evenals hij roegere gelegenheden lieten gevangenen zich zeer ongunstig over die ge pantserde auto's uit. Als een groot nadeel maakten zij melding van liet ontzaglijke ge raas, dat zij hij hun nadering maken en dat onmiddellijk het artillerie-vuur naar zich toe trekt. Uitputting van arbeidskrachten in Engeland. In do vergadering van het Engelsolie Lager huis van verleden week Dinsdag moest het mi nisterie van vele zijden kritiek hooren over het gebrek aan levensmiddelen, o.a. aan suiker en arwe. Het lid George Lambert deelde mede, dat in het tweede oorlogsjaar meer dan 200.000 acres land in Engeland minder met tarwe be bouwd zijn geworden dan in liet eerste jaar. De „Daily News" wijdde den volgenden dag een hoofdartikel aan dia zitting en schreef omtrent het medegedeelde „it is little short of a crime", di. i. „het is niets min der dan een misdaad," en ht blad vervolgde dan: „Maar het ia ook een waarschuwing: tegen do misdadige dwaasheid van hen, die zoo roe keloos met de arbeidskrachten van het land speelden. .jZooais Mr. Lambert geestig en zeer terecht epmorkte, is 't tegenwoordig gemakkelijker om een minister dan een vrachtrijder of een melk boer te vervangen. Het onttrekken van arbeids krachten aan het land heeft veel gedaan om ons weerstandsvermogen te verminderen en tenzij onmiddellijk eens geschikte verandering in den poliitieken koers gebracht wördt, zal er een toestand van werkelijk gevaar ontstaan." In een vorig artikel had het blad reeds ge schreven: „Vele industriën zijn reeds ernstig in gevaar gebracht door het gebrek aan werk krachten. „Een inzender deelde daarop in het nummer van 1.1. Woensdag, om daarvan oen voorbeeld te geven, mede, dat in den naasten omtrek van het dorp Cliipperfield in de laatste maand vijf boerderijen door de pachters ver laten zijn bij gebrek aan werkkrachten. En tegelijker tijd Met do Regeering in het Lagerhui©-vernemen, dat het noodzakelijik zal zijn moor manschappen bij het leger in te lijven teneinde de geleden verliezen aan te vullen, daar anders de zekere (0 overwinning den En gelschen toch nog ontgaan zou. Een opschrift op Griekenland's grafsteen. Verschillende dagbladen heibben in het licht gesteld, hoe Griekenland door de Entente- Magemdkeden, dezelfde die zi<>h ten tijd© van Griekenland onder de Turkache heerschappij bij verdrag verbonden hebben om dit land hunne be schenning te verieenen, thans „dood beschermd" ia. De „Kölniache Zeitung" voegt hieraan zeker niet ongepast de volgende opmerking toe „Den doode komt een grafsteep. toe, den grafeteen een opschrift. Hoe zou men eeno moer passende inscriptie kunnen vinden dan eene die ontleend is aan het tussohen Engeland, Frank rijk en Rusland gesloten garantneverürag, waar op zich immers thans nog die Mogendheden bij hunne „bescherming" beroepen?" Het blad atelt dus voor daarvoor artikel 5 daarvan te kiezen „Art. 5. De contracteerendo "Mogendheden zul len in da voorgaande bepalingen geene aanlei ding aoeken tot gebiedsuitbreiding, tot een- zijdigen invloed of tot handelsvoordeelen voor hunne onderdanen die niet elke andere natie even goed zou kunnen verwerven." „Onze kinderen zullen pas tot aan den Rijn komen." „Ce ne sont que nos enfants gui arrive- ront k la frontier© allemande", aldus liet zich een gevangen Franseh soldaat uit, vol gens de Norddeuteche Allgemeine Zeitung. Welk een wereld van moedeloosheid ligt daarin opgesloten. En inderdaad, wat moet een eenvoudig' man wel voor hoop overhou den, na vier maanden offensief, nu Péronne nog niet eens bereikt is? En zelfs al was dat veroverd, en Bapau- me en Rijssel ook? Steeds weer komen nieuwe loopgraven en nieuwe draadversperringen, en nieuwe ver dedigingslinies. En steeds weer kost het op nieuw stroomen bloeds, verlies aan men- sehenlevens, die het Fransehe volk zoo slecht missen kan. Men zegt, dat de Franschen verbeten zijn op de Engelschen, omdat dezen zich buiten schot houden. Maar dit verwijt kan men te genwoordig ook niet meer volhouden, want de officieele Engeleche verlieslijsten bevat ten iedereh dag 5000 namen! Het Lagerhuis juicht hij de mededeeling dat er sedert den Is ten Juli 40,000 Duitschers waren gevangen genomen, maar de geest driftige afgevaardigden vergaten dat in dat- zélfde tijdperk tienmaal zooveel Engelschen gedood of gewond werden! En hoeveel Fran schen? Dat telt men niet meer, zooals de man, die op springen staat, geen boek meer houdt van zijn uitgaven. Als het op is, merkt men het vanzelf. Zou 't wel waar zijn, wat hierboven staat? Zouden de Fransehe en Engelsche kinderen 't wel ooit tet aan den Rijn brengen, waar hun vaders nu nog zoo ver van verwijderd zijn?.... Een gevaar voor het blanke ras. Krasser en duidelijker kan niet gezegd worden, welk gevaar voor het blanke ras de tègenvTOordige oorlog is, als in het rapport van Jean Hennesy ov*r het bevolkings vraagstuk in Frankrijk. Wij ontleenen het volgende aan een brief van den Parijsehen* correspondent van de „Nwe Ct.": Hennesy heeft mot cijfers aangetoond, dat na den oorlog de eentralen zich spoedig hersteld zullen hebben. Duitsehland zal in drie jaren tijds een millioen jonge mannen rijker zijn, en Oostenrijk in. vijf jaren. Maar Frankrijk zal tien jaren noodig hebben om er slechts 200 000 te winnen. Wat te doen met deze on rustbarende cijfers voor oogen? De rappor teur acht twee krasse maatregelen noodig: het afnemen van grondgebied aan den vij and en het bevorderen der immigratie. En dan bepleit hij den invoer van Afrikaansche en Aziatische arbeiders, in het bijzonder van Annamieten en Kabylen. Daar staat het dus officieel: zwart op wit, de vruchtbare bo dem van Frankrijk zal in de toekomst aan negers en Indiërs behooren. Terwijl Austra lië en Amerika met alle krachtsinspanning hunne grenzen sluiten voor de andere ras sen, gaat men hier niet alleen de deuren wijd openzetten, maar zelfs van staatswege de immigratie der kleurlingen bevorderen.* Arm Frankrijk, nog armer Europa! Engeland bedreigt den Amcrilcaanschen handel. Volgens berichten van ^merikaansohe exportfirma's, bestaat er thans in Engeland een commissie, die zich uitsluitend bezig houdt met het bestrijden van den Ameri- kaanschen handel. Er heeft zich een syndi caat gevormd, dat Engelsche faibrikanten ondersteunt, om lagere offerten te doen, dan de Amerikaansche,- die hun door de onbe scheidenheid der censuur bekend zijn. Alle Amerikaansche^ handelsbrieven worden naar deze commissie gezonden, die ze ophoudt, tot de Engelsche firma haar offerte afge zonden heeft. Het verlies, dat de Engelsche firma door do lagere offerten lijdt, wordt door het syndicaat vergoed. Terwijl Engel sche goederen zeer snel naar het vasteland geleverd .worden, houdt men de Amerikaan- sclie warenzendingen met opzet zoo laag mogelijk onderweg. Ofschoon men al deze handelingen ten strengste moet veroordee- len, zoo lijkt het ons toch van Engelsche zij- do juist gezien, dat de Amerikaansche con currentie in den grond veel. gevaarlijker is dan de Duitsche. OORLOGS-ALLERLEI DE VERLOREN LOOPGRAAF. Do oorlogscorrespondent van de „Vossische Zeitung" schrijft Van het Somme front: De bataljons commandant, die sedert uren in een - schuilplaats in ©en boom zit en den verrek ij-1 genaanval doen. Maar aan de tusschcnstel- ker niet van de oogen heeft, spi-ingt me* een wip op den grond. Hij' heeft gemerkt, dat 'de blauw© stalen helmen van do Fran schen bliksemsnel uit een laag gedeelte van het terrein aangestormd komen en dat zij zich meester gemaakt hebban van do voorste - Duitscno stelling, die mg van kruitdamp rookt. Er mag geen minuut getalmd worden, want de afstand tot het bosch, waarin het reserve-bataljon ligt, is niet groot. De alarm roep: „Aan het geweer," schrikt de mo dige slapers rokker. Zij grijpen naar de gewoer- pyrami'ies en hebben onmiddellijk den rand van het boeoh bezet. Hot gordijnvuur komt nader. Het begint langzaam te schemeren. In ck-u nacht moet de stelling heroverd worden. Om elf uur komt het bevel, dat de volko men uitgeputte compagnieën, die in de voor ste loopgraaf in handgemeen tegen den vijand vechten, afgelost moeten worden. Het zijn nog slechts negen afdeedngen, ongeveer hoouerd man, die hiervoor ter beschikking s.aau. Om middernacht begint de opmarsch. De den vij and welbekende verbindingsweg l gt geheel onder zijn vuur. De neg is ten dooie vernield en door-den regen bijna onbegaanbaar. De vuurvlammen slaan luiks en rechts uit c'en grond. Kiompen ijzer en stukken aarde vlie gen .over do hoofden der solda.on. L. dan fak- keldans der granaten bieden in eik geval do wanden van den verbindingsweg nog eenigc beschutting, valt echter een shrapneJ in de geul,"dan kan men van geluk spieken, wan neer men er heelhuids van af komt. De voe ten zuigen tot de enkels in de modder, die ©en zacht bed vormt voor de doodeii en ge wonden. Wie een verlkxrdeu weg in slaat in den pikdonkeren nacht, vind. den goeckn ni t meer terug. Tusschen vier en vijf uur 's mor gens zijn de twee kilomeLers aigo.egd, de voorste, stelling is bereikt. De bez t.ng daar hoeft een gedeelte van de loopgraaf kunnen houden. Het grootste gedeelte eehter is dooi do Frans'chen genomen. Zoodra de dag aanb.eekt. laat de comman dant pooLhoJgu rumen in de verwarring. De patrouilles komen aan wee. akanten van de loopgraaf niet ver. Zij stooten op barr cad- s die van den anderen kant met handgran.te,. verdedigd worden. Het blijkt, dal de linie rechts en links ver in het bezit vau u—. vijand is en dat de bezetting dus van abe kapten omsingeld kan worden. De Fran c .en trach ten de loopgraafvan voren aan te v. ll. n, de stormtroepen wórden no..rgeschot n. Daarna werken zij aan *de flanken zich voorwaarts met handgranaten. Zij weten zich vast te zetten in enkele granaattreohtors, omdat de Duitschers geen handgranaten mur nebben. Maar verder komen ze niet. Er worden man nen nqar achteren gezonden, om" den staf van het bataljon te meiden, dat de toe. ta.:d onhoudbaar* wordt. Het i3 ech.er fwijfe ach- tig of zij er door kunnen komen. Op het front Vermande viller —Chaulno is dit de eenge loo^graiaf van do voorste Duit sche stelling, die nog stand houd.. Do vijand zit reeds rondom in de tweede Duitsche li. ie. Ir^ do sappen liggen Duitsche en Fransehe ge wonden. Zij dee en de ïest van hun voorraad uit hun randsels. Een patrouille van drie man, die zijwaarts gezonden was, brengt twee Fran-che officie ren en drie en tachtig man. Zij hadden deze vijanden voorgelogen, dat de bezetting van onze loopgraven zeer sterk was en dat het hun niets zou baten tegenstand te bieden. Een vijandelijke vlieger, die op twee hon derd meter hoogte boven de loopg aaf snort en deze piot machinegew. er\ uur bestrijken wil, wordt omlaag gescheten. Ook in den volgenden nacht wagen de Franschen het niet op te treden tegen de bezetting van deze vooruitgeschoven ioop- grauf, die elke poging tot naderen verijd lt. Daarom worden de mannon den volgenden morgen om zes uur onder trommelvuur ge nomen. Doch de verliezen zijn niet groot. Nu denkt men stellig, dat -zij onscha lelijk gemaakt zijn. En men liekommert zich niet om hen, niettegenstaande hun stelling zich als een paal vooruitsteekt in hei vleesch. De Duitschesoldaten zijn nog frisch en op gewekt. Zij kijken oplettend, wat er in de4 naburige Fransehe loopgraven gebeurt. Eu merken, dat de stormaanval op Vtrmandovil- iors spoedig zal plaats vinden. Vlug wordt door den toenaderingsweg eeu ordonnans naar, hot regiment gezonden, 's Middags re. den de Franschen uit de loopgraven om het dorp te bestormen. Een deel van de bezetting van de vooruitgeschoven Duitsche stelling maakt rechtsomkeert en schiet de stormtroepen in don rug, die hierdoor ongeveer tweehonderd man verliezen. De stormaanval mislukt. Een tweede aanval schijnt op handen te zijn. Dit vertellen Fransehe soldaten, die in den na middag overloopen. Do Franschen weten nu, dat zij van de flank uit niet verder kunnen komen, indien niet eerst de loopgraaf van Duitschers ge zuiverd is. Nogmaals doen zij een aanval, weer zonder suoces. 's Avonds klinkt hoerageroep. De hoofden kijken boven de loopgraaf uit en men ziet dat uit Vermandovillers der Duitschers een te- FELICIA CURTIS. 13) Wlie stellen deze voor? vroeg Victoria. Mr. St. John aankijkende, bemerkte zij, dat op zijn gelaat walging te lezen stond. De Roomseh-Katholieke bisschoppen, antwoordde hij. Toen werd eensklaps zijn gelaatskleur scharlaken, bij maakte een af keurende beweging. In 's hemelsnaam, dat is meer dan een man verdragen kan. En vóór dat het meisje nog spreken kon, was hij haar voorbij geloopen en stond te midden van den stoet. Vier mannen droe gen op hunne schouders een baar, waarop een groote pop stond, als vrouw gekleed, met stof van schrille kleuren; zij had een hard gekleurde grins, voor, het haar was van touw gemaakt, op het hoofd droeg zij een kroon, die heen en weer danste. Daar achter volgde een man, die een vaandel droeg met de inscriptie: „De ware Protes tant vereert de Maagd Maria niet." Toen deze beleediging tegenover de geze gende Moeder van God voorbijkwam, zag Victoria, dat Mr. St. John uit alle macht, door gebaren, tegen deze godslastering pro testeerde. Deze geheele voorstelling vervul de het meisje m#t afschuw, hare oogen zochten haar oom, en de wijze waarop hij zijn schouders ophaalde en zijnen verachte- lijken lach, lieten haar geen twijfel omtrent zijne gevoelens. Do volksoploop nam toe. De men6chen slo ten de ramen, velen volgden den stoet op een afstand. Kunnen wij niet naar huis gaan, nicht Ada? vroeg Victoria, hare nicht ter zijde nemende. Waarlijk, dit alles walgt mij. Je vader _wenseïit, dat St. Hilarius bij deze demonstratie tegenwoordig is. Het is eene openbare belijdenis van ons geloof, weet je? Van ons geloof? In hoeverre? Maar lieve, hoe kan je een dergelijke vraag stellen? Natuurlijk 't Protestantisme. Wij behoeven niet onder het volk te gaan staan; wij hebben gereserveerde plaatsen. Wat deed Mr. St. John daar te midden van den stoet, vroeg Enid. Ik veronderstel, hernam Ralph Merton, dat hij trachtte de gemoederen tot wat kalmte te brengen. Kom, meisjes, gaan je lui vooruit, wij zullen volgen. De stoet was uit het gezicht verdwenen, maar het gejoel hoorde men nog; dooh toen zij om den hoek van de straat kwamen, za gen zij ze in de verte verder trekken. Zij zijn niet naar de „Linley Fields" ge gaan, weikeu weg zullen zij nu nemen? zei- de nicht Ada verwonderd. Zij gaan naar de paapsche kapel, madame, antwoordde Briggs, die de woorden van nicht Ada gehoord had. Ik heb gehoord dat zij zeiden, dat ze daar een demonstratie wil den houden. Terwijl hij sprak, renderen man hen voor bij en ging in de richting van de volksme nigte. Dat is de jonge Mr. Fitzgerald van „the Solitude", zeido Briggs. Kom, Enid, ga mee, zeide Victoria onge duldig. Laat ons voorloopen, anders vrees ik dat oom Merton met ons naar huis wil gaan, en ik wil zien ^at daar gebeurt. Zij waren een goed eind vooruitgekomen, vóór dat oom Merton hare vlucht bemerkte, hij was due wel genoodzaakt zijne nichten te volgen. Het geraas was ten top gestegen, toen de beide meisjes de kapel naderden. De stoet met de afzichtelijk^ voorstellingen hadden zich voorop gesteld. Men trachtte de kapel binnen te dringen. In de nabijheid der meis jes stond een hooge bank, Victoria klauter de er op. Enid bezwoer haar angstig toch' af te stappen. Vanaf dit punt kon Victoria het geheel overzien. Plotseling hoorde men een geweldig ge kraak. Een steen had de deur van do kapel' geraakt. Op hetaelfde oogenblik verscheen Denis Fitzgerald, op een afstand gevolgd' door zijne moeder, beiden kon men door het licht der fakkels goed onderscheiden. De jongeman wilde het reik toespreken, dooh kreeg geen gehoor. Het tumult nam toe, men overschreeuwde hem, roepende: „Papen" Weg met den Paus. M anneer heb je, je zondën beleden? Weg met den eeredienst der beelden! Een stormachtig gelach beantwoordde de ze kreten. Denis was gedwongen te zwijgen. „Laten wij naar de loods trekken, waai de Mis gelezen wordt en een vreugdevuur' aanrichten en alles verbranden, alles, ook' de Papen, die er in zijn," riep een stem. O, Victoria, toe laat ons toch heengaan en naar huis vluchten, riep Enid, half huilende uit. Wees nu niet zoo'n klein domoortje! ant woordde hare zuster. Dóór is oom Merton ook ik ben nieuwsgierig waar hij nicht Ada gelaten heeft. De stoet kwam het hek uit, er was een kleine opening ontstaan. Mr. Merton maakt© hiervan gebruik om door to dringen, hij keerde zieb om en ging ruggelings tegen bet hek staan. Eenige personen begonnen om stirte te roepen. Eindelijk drong de heldere stem van Mr. Merton tot de menigte door. „Ik geloof mijne vrienden, zeide hij, dat gij weet wie ik ben De broeder van Squire Brent. Het volk, dat in stemming was, om van elk vóórval gebruik te maken rumoeriger' te worden, ving een oordoovend geschreeuw^ aan. „Nu, zoo gij mij dan niet kent, zeker kent gij hem toch hij is een goed landheer en bovendien Protestant. „Dat is hij," en opnieuw begonnen ze in koor te schreeuwen en lawaai te maken, liet was onmogelijk zioh te doen verstaan; hoe kon men deze oproerige menscbenmassa tof bedaren krijgen. Eindelijk werden zij wat kalmer. Nu dan, hernam Mr. Merton, bet zou hem leed doen als gij uw plan ten uitvoer bracht, neem dus mijn raad aan, en gedraag u niet als dwazen. Maar daar mag geen Jdis-buis" in ons land bestaan, bulderde eeu, die halfdronken was en den bissohoppelijken mijter droeg, Ik ben het geheel met u ,eezlf' vriend, was het kalme antwoord. Het zal u echter geen geluk aanbrengen het eigen dom van anderen in brand te steken. Kom, laten wij verder gaan, want wij zijn gekomen om de vreugdevuren te zien, waar zullen die plaats hebben? Wordt vervolgd.) mem Ian cmurr

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5