EEN VERHEVENER WEG.
P. J. JANSSEN,
OE CÖRU2G
FEUILLETON
Dinsdag 24 October Tweede Blad
EJSGELSCJHE VRIJENDSCHAP.
Be Belgen weten er nog van mee te pra
len, hoe de onoprechtheid. der Engelsche
vriendschap er oorzaak van was, Üat de hulp
tfer Engelschen tot behoud van Antwerpen,
h den aanvang van den oorlog. -veel te
i&at kwam om het voor oogen gestelde doel
ie bereiken.
Bo üerviërs, op hun beurt, hebben even
eens ervaren, dat waar. het op de hulp
der Engaisehe vrienden aankwam aan
i'Un loc werden overgelaten, met het gevolg,
dat het vaderland vo'br hen verloren ging.
Ook de Grieken, wien werd voorgehouden
dat de bezetting van baioniki door de En
gelsche en Eransche troepen nu ongeveer
een jaar geleden een vriendschappelijke
daan was en die men thans nog tracht wijs
te maken nat de geallieerden het land slechts
•fcuuenarongen om het tegen Griekenland's
aartsvijanden, de Bulgaren, te „bescher
men", ondervinden maar al te gevoelig de
Ünge lsche vriendschap.
Al aar zelfs in Frankrijk toont de vriend
schap der Engelschen van een kwaadaardig
en bedenkelijk karakter te zijn. Reeds
vroeger hebben wij eens, aan de hand der
daartoe verstrekte gegevens, de aandacht
gevestigd op de heerschappij van het Engcl-
Scho militair isme in de aiwi van Jeanne
d'Arc, in Rouaan en nu vertelt de Italiaan
Gino Calza Bedo.o in bet „Giomo d'Italia"
een en ander over de vyijze, waarop de En
gelschen zich ook te Calais hebben inge
richt.
Het volgende is daaraan ontleend
Wie op dit oogenblik te Calais aan wal
«tapt, méént nog in Engeland te zijn. De
Btad maakt volkomen den indruk steeds
Engelsch geweest te zijn, een steunpunt
van het Vereenigde Koninkrijk aan de Frah-
sche kust. De Engelschen hebben door een
langzame maar stelselmatige werkzaamheid
de havenplaats volledig veranderd en de
stad zelve als het ware gehuurd. Het eerst
werd met de haven begonnen, daarna heeft
men de opslagplaatsen in beheer genomen
en reusachtige silo's gebouwd. Endelijk
heeft men een volledige soldatenstad buiten
het beslaande Calais gesticht, aoodat Calais
heden ten dage geheel in Engelsche han
den is. Niemand komt in de stad zonder
een Engelsche vergunning en geen blad be
weegt zich erin zonder toestemming van
Engeland.
Alles is in goeder minne geschied, maar
onder aanwending van ontzettend veel geld
en van practischen zin. Dagelijks doorsnij
den honderden van stoombooten het kanaal
om oorlogsmateriaal aan te Voeren. Rijk
dommen ten bedrage van vele milliarden zijn
in het groote versterkte kamp bijeenge
bracht, zoodat men wel eens siddert bij de
gedachte, dat de vijand slechts enkele tien
tallen kilometers ervan verwijderd staat. De
voorraden zouden, als zij den vijand in han
den vielen, zeker voldoende zijn om de oor
logskosten voor een half jaar te dekken.
Alles wat voor het onderhoud van een leger
Van twee millioen man noodig is, vindt men
daar bijeen.
Het is alsof de Engelschen voornemens
zijn nimmer Calais te verlaten en^ het in
de toekomst ook „vriendschappelijk te blij -
Ven bezetten. Wij vernamen zelfs, dat in
verschillende Fransehe plaatsen ten behoe
ve der Engelsche bezetting, de opschriften
aan de wegen en de namen der straten in
bet Engelsch sjaan aangegeven.
De Fransehe bevolking daar moet dan
ook al met verlangen uitzien naar den dag,
waarop zij van hun „vrienden" verlost zul
len w'orden.
UERS?RODE «ERICHTEM
Een uiting van geschokt vertrouwen.
Donderdag kwam, ftaar wij reeds eerder
hebben medegedeeld in het Engelsche La
gerhuis Roemenië ter sprake. Op een vraag
antwoordde minister Law, dat Engeland en
zijn bondgenooten zorgvuldig den toestand
van Roemenië hadden Overwogen en al het
mogelijke was gedaan. -
Sir E. Oarson vroeg toen, wanneer de re
geering een mededeel in g over Roemen zou
doen, nu men zich algemeen zoo bezorgd
maakt.
ANEGANG hk. Warmoessti*.
ENORME SORTEERING
Loopers en Matten»
101 s
Law zei, dat het niet wenschelijk was, te
zeggen wat er van militairen aard geschied
de, maar zoo spoed;g mogelijk zou de regee
ring een' verklaring afleggen.
Majoor Hunt: Kan de minister ons ver
keren, dat de regeering weer niet te laat
zal zijn?
Geen antwoord.
Is Poincaré niet meer populair?
Toen Podnoaré president werd, was iedereen
in Frankrijk tevreden, nooit waa een Faaisdh
staatshoofd tijdjens de republiek zoo algemeen
gediefd geweest. Maar de oorlog heeft aan dieae
populariteit een einde gemaakt. Een dieel van
de Fransohe bevolking schrijft aan hom het
uitbreken van den oorlog toe, diaar zijn reds
naar St. Petersburg kort voor de groote oataa-
trophe hem in verdenking gebracht heeft. Een
feit is het dat die Parjjscke bevolking hem niert
vergeeft, dat hij naar Bordeaux gevlucht is of
schoon het eigenlijk niet noodig was. Welke
kapitein verlaat het eerst zijn schip? En dlan,
in den geheelen oorlog heeft hij zijn persoon
lijkheid weinig laten gelden. Briand behandelt
de buitenland&ohe politiek: Briand. waa de man
van Saloniki, en van de unificatie van het front
der geallieerden.
Ondertusschen deed Poincaré niets, zorgde
zelfs niet eens voor de binnenlandsche toestan
den. En nu het offensief aan de Sornme ook al
zulke poovere resultaten afwerpt, begint men
zich in Frankrijk af te vragen: Waartoe dient
eigenlijk zoo iemand als Poincaré.
Een jaar uitstel.
Teleurgesteld over de uitkomsten der vel'e
voorspellingen over het ei it (li gen van den
oorlog in den herfst van dit jaar, heeft nu
weer de eerste minister van Australië,
Hughes, een voorspelling gedaan over den
duur van den oorlog. In een openbare ver
gadering te Bendigo schijnt hij het volgen
de te hebben gecegd:
„I'k heb gesproken met de leiders in En
geland en Frankrijk en het is mijn opinie
indien tenminste Roemenië 't in den hul
digen slag uifhoudit d«t het Oostemrijkseh-
Hcngaarsche rijk waarschijnlijk tegen Apri^
of Mei van het volgend jaar zal vallen. Dan
zullen Italië en Roemenië de Duitschers in
de flank vallen; Duitschland zal dan of een
geweldige linie zoowel in het Oosten als in
het Westen moeten houden, of het zal zijn
troepen op Duitsoh gebied moeten terug
trekken.
Vanaf ongeveer Mei van het volgend jaar
mogen wjj verwachten Duit-chland op eigen
grond te zien vechten. Ik onderschat de
macht van Duitschland niet. Indien het ver
kiest te blijven vechten tot het volkomen
verslagen is, kan niemand den duur van den
oorlog voorspellen; maar ik geloof, dat het
moreel van Duitschland vernietigd zal zijn
wanneer het op eigen gebied zal moeten
vechten. Wij mogen de redelijke verwach
tingen koesteren, dat de oorlog het volgend
jaar om dezen tijd gedaan zal zijn."
Weer een voorspelling, welke wij in den
„Profetenspiegel" over een jaar door de
feiten zullen zien tegengesproken?....
De strijdmiddelen der Entente.
In de oorlogvoerende landen, als ook in
de neutrale, worden door de pers bergin
gen van de Deensche schrijfster Kareu B.am-"
son verspreid en wel met medeweten en
door toedoen van de Fransehe Regeering,
die toch zeker beter ingelicht is. Volgens
deze waarhoidslievende damo zouden de Duit
schers de krijgsgevangenen opze.tetijjk met
tuberculose ini'ecteereu, om ze dan naar hun
vaderland of naar het neutrale Zwitserland
te laten vertrekken, ten einde zoodoende do
gevreesde ziekte te vermijt den II
De Duitsche Reg ering heeft reeds meer
malen rapporten openbaar gemaakt omtrent
den gezondheids toes tand in de Duitsche* ge
vangenkampen. Bovendien kunnen deze ton
allen tijde bezocht worden door de com
missies, welke daartoe gevormd zijn door
de neutrale Regeeringen, die de belangen der
mei, Duitschland oorlogvoerende landen be
hartigen. Nu is wel is waar gebleken,' dat
het percentage tuberculoselijders bij do Fran
sehe krrijgsgevangenen grooter is dan bij
de andere volken, maar d t verschijnsel vit d
zijn verklaring in het gebrek aan manschap
pen in Frankrijk en evenzeer aan artsen,
waardoor de ei.sch.en voor de geschiktheid
tot den krijgsdienst daar te lande veel lager
gesteld worden dan elders.
Zoodra zich bij een krijgsgevange tuber
culose openbaart, wordt deze onm ddellijk af
gezonderd en met de in Duitschland voor tu
berculoselijders gebruikelijke zorg behandeld,
om daarna zoo mogelijk naar het voor deze
zieken gunstiger Zwitsersche klimaat over-1
gebracht te worden.
De Duitsche Regeering wijst derhalve de
beschuldigingen, welke .door toedoen en met
medeweten van jde Fransehe Regeer mg ver
breid warden, met verontwaardiging van de
ahnd.
De strijd om het dorp Sailly aan het
Somme-ïront.
H>et Berlijnsehe Wolff-bureau meldt del
volgende bijzonderheden over den strijd om
het dorp Sailly, waarvan de laatste puin-
hoopen den 18den October 1.1. den geallieer
den in handen zijn gevallen. Evenals Com-
bles en Thiepval, zal de naam van dit kleine
dorp en de roem van zijn verdedigers, het
76ste regiment infanterie, in de geschiede
nis van den slag aan de Sornme voortleven.
Aan den weg van Péronne naar Bapeaume,
gelegen tussohen het door granaten gevelde
hosoh van St. Pierre Vaast en Gueudecourt,
lag Sailly sedert ruim een week in 't brand
punt van verwoede aanvallen. Nadat het
reeds weken lang onder het zrwaarste vuur
had gestaan, woedde van 9 tot 12 dezer om
Sailly dag en nacht een hel. Op 11 October
sloegen de verdedigers van Sailly zes aan
vallen in menigte achter elkaar af. Op den
volgenden dag braken zeven buitengewoon
hevig» aanvallen op de dapperheid en vol
harding van het 76ste regiment. Van 11 Oc
tober af werden de puinhoopen van het dorp
door een hagel van granaten van het zwaar
ste kaliher vermorzeld, terwijl dag en nacht
alle toegangen en verbindingen onder stel
selmatige gasaanvallen en niet te passeeren
ai'slui tings vuur gehouden werden. Bij de po
ging om op groote schaal door te breken
op 12 October, was het vooral Sailly, dat
het doel van den vijand verijdelde. Zelfs de
hel van ijzer en vuur, die op 12 October op
Sailly nederdaalde, was niet in staat de
moed en onverschrokkenheid van het gar
nizoen te breken. Tufeschen de puinhoopen
van ingestorte huizen, verbrandende binten
en smeulende overblijfselen richtten de weg
slinkende gelederen van het 76ste regiment
bijna zonder dekking in den hagel van ijzer
hun geweren en machinegeweren met voor-
beeldelooze koelbloedigheid. Pas den 17den
slaagde de vijand erin, in een gedeelte van
de puinhoop binnen te dringen. Elk brok
muur, elke puinhoop moest hij op zichzelf
met de bloedigste verliezen vermeesteren.
Hoopen van lijken bedekken het puinveld.
Pas op 18 October waren de dappere verde
digers, die van voedsel- en mun it ie toe voer
bijna afgesneden waren, gedwongen, de laat
ste overblijfselen van Sailly te ontruimen.
In de laatste dagen, die den geallieerden
ontzaglijke cijfers kostten, verspeelden de
Engelschen weer een gedeelte van hun land-
vloot. Vier van do gepantserde auto's wer
den door onze artillerie vernield, zoodat nu
in geheel negen van die „kruisers" huiten
gevecht gesteld zijn.
Evenals hij roegere gelegenheden lieten
gevangenen zich zeer ongunstig over die ge
pantserde auto's uit. Als een groot nadeel
maakten zij melding van liet ontzaglijke ge
raas, dat zij hij hun nadering maken en dat
onmiddellijk het artillerie-vuur naar zich
toe trekt.
Uitputting van arbeidskrachten in Engeland.
In do vergadering van het Engelsolie Lager
huis van verleden week Dinsdag moest het mi
nisterie van vele zijden kritiek hooren over het
gebrek aan levensmiddelen, o.a. aan suiker en
arwe. Het lid George Lambert deelde mede, dat
in het tweede oorlogsjaar meer dan 200.000
acres land in Engeland minder met tarwe be
bouwd zijn geworden dan in liet eerste jaar.
De „Daily News" wijdde den volgenden
dag een hoofdartikel aan dia zitting en
schreef omtrent het medegedeelde „it is
little short of a crime", di. i. „het is niets min
der dan een misdaad," en ht blad vervolgde
dan: „Maar het ia ook een waarschuwing: tegen
do misdadige dwaasheid van hen, die zoo roe
keloos met de arbeidskrachten van het land
speelden.
.jZooais Mr. Lambert geestig en zeer terecht
epmorkte, is 't tegenwoordig gemakkelijker om
een minister dan een vrachtrijder of een melk
boer te vervangen. Het onttrekken van arbeids
krachten aan het land heeft veel gedaan om ons
weerstandsvermogen te verminderen en tenzij
onmiddellijk eens geschikte verandering in den
poliitieken koers gebracht wördt, zal er een
toestand van werkelijk gevaar ontstaan."
In een vorig artikel had het blad reeds ge
schreven: „Vele industriën zijn reeds ernstig
in gevaar gebracht door het gebrek aan werk
krachten. „Een inzender deelde daarop in het
nummer van 1.1. Woensdag, om daarvan oen
voorbeeld te geven, mede, dat in den naasten
omtrek van het dorp Cliipperfield in de laatste
maand vijf boerderijen door de pachters ver
laten zijn bij gebrek aan werkkrachten.
En tegelijker tijd Met do Regeering in het
Lagerhui©-vernemen, dat het noodzakelijik zal
zijn moor manschappen bij het leger in te lijven
teneinde de geleden verliezen aan te vullen,
daar anders de zekere (0 overwinning den En
gelschen toch nog ontgaan zou.
Een opschrift op Griekenland's grafsteen.
Verschillende dagbladen heibben in het licht
gesteld, hoe Griekenland door de Entente-
Magemdkeden, dezelfde die zi<>h ten tijd© van
Griekenland onder de Turkache heerschappij bij
verdrag verbonden hebben om dit land hunne be
schenning te verieenen, thans „dood beschermd"
ia. De „Kölniache Zeitung" voegt hieraan zeker
niet ongepast de volgende opmerking toe
„Den doode komt een grafsteep. toe, den
grafeteen een opschrift. Hoe zou men eeno moer
passende inscriptie kunnen vinden dan eene die
ontleend is aan het tussohen Engeland, Frank
rijk en Rusland gesloten garantneverürag, waar
op zich immers thans nog die Mogendheden bij
hunne „bescherming" beroepen?" Het blad
atelt dus voor daarvoor artikel 5 daarvan te
kiezen
„Art. 5. De contracteerendo "Mogendheden zul
len in da voorgaande bepalingen geene aanlei
ding aoeken tot gebiedsuitbreiding, tot een-
zijdigen invloed of tot handelsvoordeelen voor
hunne onderdanen die niet elke andere natie
even goed zou kunnen verwerven."
„Onze kinderen zullen pas tot aan den Rijn
komen."
„Ce ne sont que nos enfants gui arrive-
ront k la frontier© allemande", aldus liet
zich een gevangen Franseh soldaat uit, vol
gens de Norddeuteche Allgemeine Zeitung.
Welk een wereld van moedeloosheid ligt
daarin opgesloten. En inderdaad, wat moet
een eenvoudig' man wel voor hoop overhou
den, na vier maanden offensief, nu Péronne
nog niet eens bereikt is?
En zelfs al was dat veroverd, en Bapau-
me en Rijssel ook?
Steeds weer komen nieuwe loopgraven en
nieuwe draadversperringen, en nieuwe ver
dedigingslinies. En steeds weer kost het op
nieuw stroomen bloeds, verlies aan men-
sehenlevens, die het Fransehe volk zoo
slecht missen kan.
Men zegt, dat de Franschen verbeten zijn
op de Engelschen, omdat dezen zich buiten
schot houden. Maar dit verwijt kan men te
genwoordig ook niet meer volhouden, want
de officieele Engeleche verlieslijsten bevat
ten iedereh dag 5000 namen!
Het Lagerhuis juicht hij de mededeeling
dat er sedert den Is ten Juli 40,000 Duitschers
waren gevangen genomen, maar de geest
driftige afgevaardigden vergaten dat in dat-
zélfde tijdperk tienmaal zooveel Engelschen
gedood of gewond werden! En hoeveel Fran
schen? Dat telt men niet meer, zooals de
man, die op springen staat, geen boek meer
houdt van zijn uitgaven. Als het op is,
merkt men het vanzelf.
Zou 't wel waar zijn, wat hierboven staat?
Zouden de Fransehe en Engelsche kinderen
't wel ooit tet aan den Rijn brengen, waar
hun vaders nu nog zoo ver van verwijderd
zijn?....
Een gevaar voor het blanke ras.
Krasser en duidelijker kan niet gezegd
worden, welk gevaar voor het blanke ras de
tègenvTOordige oorlog is, als in het rapport
van Jean Hennesy ov*r het bevolkings
vraagstuk in Frankrijk. Wij ontleenen het
volgende aan een brief van den Parijsehen*
correspondent van de „Nwe Ct.": Hennesy
heeft mot cijfers aangetoond, dat na den
oorlog de eentralen zich spoedig hersteld
zullen hebben. Duitsehland zal in drie jaren
tijds een millioen jonge mannen rijker zijn,
en Oostenrijk in. vijf jaren. Maar Frankrijk
zal tien jaren noodig hebben om er slechts
200 000 te winnen. Wat te doen met deze on
rustbarende cijfers voor oogen? De rappor
teur acht twee krasse maatregelen noodig:
het afnemen van grondgebied aan den vij
and en het bevorderen der immigratie. En
dan bepleit hij den invoer van Afrikaansche
en Aziatische arbeiders, in het bijzonder van
Annamieten en Kabylen. Daar staat het dus
officieel: zwart op wit, de vruchtbare bo
dem van Frankrijk zal in de toekomst aan
negers en Indiërs behooren. Terwijl Austra
lië en Amerika met alle krachtsinspanning
hunne grenzen sluiten voor de andere ras
sen, gaat men hier niet alleen de deuren
wijd openzetten, maar zelfs van staatswege
de immigratie der kleurlingen bevorderen.*
Arm Frankrijk, nog armer Europa!
Engeland bedreigt den Amcrilcaanschen
handel.
Volgens berichten van ^merikaansohe
exportfirma's, bestaat er thans in Engeland
een commissie, die zich uitsluitend bezig
houdt met het bestrijden van den Ameri-
kaanschen handel. Er heeft zich een syndi
caat gevormd, dat Engelsche faibrikanten
ondersteunt, om lagere offerten te doen, dan
de Amerikaansche,- die hun door de onbe
scheidenheid der censuur bekend zijn. Alle
Amerikaansche^ handelsbrieven worden naar
deze commissie gezonden, die ze ophoudt,
tot de Engelsche firma haar offerte afge
zonden heeft. Het verlies, dat de Engelsche
firma door do lagere offerten lijdt, wordt
door het syndicaat vergoed. Terwijl Engel
sche goederen zeer snel naar het vasteland
geleverd .worden, houdt men de Amerikaan-
sclie warenzendingen met opzet zoo laag
mogelijk onderweg. Ofschoon men al deze
handelingen ten strengste moet veroordee-
len, zoo lijkt het ons toch van Engelsche zij-
do juist gezien, dat de Amerikaansche con
currentie in den grond veel. gevaarlijker is
dan de Duitsche.
OORLOGS-ALLERLEI
DE VERLOREN LOOPGRAAF.
Do oorlogscorrespondent van de „Vossische
Zeitung" schrijft Van het Somme front: De
bataljons commandant, die sedert uren in een -
schuilplaats in ©en boom zit en den verrek ij-1 genaanval doen. Maar aan de tusschcnstel-
ker niet van de oogen heeft, spi-ingt me*
een wip op den grond. Hij' heeft gemerkt,
dat 'de blauw© stalen helmen van do Fran
schen bliksemsnel uit een laag gedeelte van
het terrein aangestormd komen en dat zij
zich meester gemaakt hebban van do voorste -
Duitscno stelling, die mg van kruitdamp
rookt. Er mag geen minuut getalmd worden,
want de afstand tot het bosch, waarin het
reserve-bataljon ligt, is niet groot. De alarm
roep: „Aan het geweer," schrikt de mo dige
slapers rokker. Zij grijpen naar de gewoer-
pyrami'ies en hebben onmiddellijk den rand
van het boeoh bezet. Hot gordijnvuur komt
nader.
Het begint langzaam te schemeren. In ck-u
nacht moet de stelling heroverd worden.
Om elf uur komt het bevel, dat de volko
men uitgeputte compagnieën, die in de voor
ste loopgraaf in handgemeen tegen den vijand
vechten, afgelost moeten worden. Het zijn nog
slechts negen afdeedngen, ongeveer hoouerd
man, die hiervoor ter beschikking s.aau. Om
middernacht begint de opmarsch. De den vij
and welbekende verbindingsweg l gt geheel
onder zijn vuur. De neg is ten dooie vernield
en door-den regen bijna onbegaanbaar. De
vuurvlammen slaan luiks en rechts uit c'en
grond. Kiompen ijzer en stukken aarde vlie
gen .over do hoofden der solda.on. L. dan fak-
keldans der granaten bieden in eik geval do
wanden van den verbindingsweg nog eenigc
beschutting, valt echter een shrapneJ in de
geul,"dan kan men van geluk spieken, wan
neer men er heelhuids van af komt. De voe
ten zuigen tot de enkels in de modder, die
©en zacht bed vormt voor de doodeii en ge
wonden. Wie een verlkxrdeu weg in slaat in
den pikdonkeren nacht, vind. den goeckn ni t
meer terug. Tusschen vier en vijf uur 's mor
gens zijn de twee kilomeLers aigo.egd, de
voorste, stelling is bereikt. De bez t.ng daar
hoeft een gedeelte van de loopgraaf kunnen
houden. Het grootste gedeelte eehter is dooi
do Frans'chen genomen.
Zoodra de dag aanb.eekt. laat de comman
dant pooLhoJgu rumen in de verwarring. De
patrouilles komen aan wee. akanten van de
loopgraaf niet ver. Zij stooten op barr cad- s
die van den anderen kant met handgran.te,.
verdedigd worden. Het blijkt, dal de linie
rechts en links ver in het bezit vau u—. vijand
is en dat de bezetting dus van abe kapten
omsingeld kan worden. De Fran c .en trach
ten de loopgraafvan voren aan te v. ll. n, de
stormtroepen wórden no..rgeschot n. Daarna
werken zij aan *de flanken zich voorwaarts
met handgranaten. Zij weten zich vast te
zetten in enkele granaattreohtors, omdat de
Duitschers geen handgranaten mur nebben.
Maar verder komen ze niet. Er worden man
nen nqar achteren gezonden, om" den staf
van het bataljon te meiden, dat de toe. ta.:d
onhoudbaar* wordt. Het i3 ech.er fwijfe ach-
tig of zij er door kunnen komen.
Op het front Vermande viller —Chaulno is
dit de eenge loo^graiaf van do voorste Duit
sche stelling, die nog stand houd.. Do vijand
zit reeds rondom in de tweede Duitsche li. ie.
Ir^ do sappen liggen Duitsche en Fransehe ge
wonden. Zij dee en de ïest van hun voorraad
uit hun randsels.
Een patrouille van drie man, die zijwaarts
gezonden was, brengt twee Fran-che officie
ren en drie en tachtig man. Zij hadden deze
vijanden voorgelogen, dat de bezetting van
onze loopgraven zeer sterk was en dat het
hun niets zou baten tegenstand te bieden.
Een vijandelijke vlieger, die op twee hon
derd meter hoogte boven de loopg aaf snort
en deze piot machinegew. er\ uur bestrijken
wil, wordt omlaag gescheten.
Ook in den volgenden nacht wagen de
Franschen het niet op te treden tegen de
bezetting van deze vooruitgeschoven ioop-
grauf, die elke poging tot naderen verijd lt.
Daarom worden de mannon den volgenden
morgen om zes uur onder trommelvuur ge
nomen. Doch de verliezen zijn niet groot.
Nu denkt men stellig, dat -zij onscha lelijk
gemaakt zijn. En men liekommert zich niet
om hen, niettegenstaande hun stelling zich
als een paal vooruitsteekt in hei vleesch.
De Duitschesoldaten zijn nog frisch en op
gewekt. Zij kijken oplettend, wat er in de4
naburige Fransehe loopgraven gebeurt. Eu
merken, dat de stormaanval op Vtrmandovil-
iors spoedig zal plaats vinden. Vlug wordt
door den toenaderingsweg eeu ordonnans naar,
hot regiment gezonden, 's Middags re. den de
Franschen uit de loopgraven om het dorp te
bestormen. Een deel van de bezetting van de
vooruitgeschoven Duitsche stelling maakt
rechtsomkeert en schiet de stormtroepen in
don rug, die hierdoor ongeveer tweehonderd
man verliezen. De stormaanval mislukt. Een
tweede aanval schijnt op handen te zijn. Dit
vertellen Fransehe soldaten, die in den na
middag overloopen.
Do Franschen weten nu, dat zij van de
flank uit niet verder kunnen komen, indien
niet eerst de loopgraaf van Duitschers ge
zuiverd is. Nogmaals doen zij een aanval,
weer zonder suoces.
's Avonds klinkt hoerageroep. De hoofden
kijken boven de loopgraaf uit en men ziet
dat uit Vermandovillers der Duitschers een te-
FELICIA CURTIS.
13)
Wlie stellen deze voor? vroeg Victoria.
Mr. St. John aankijkende, bemerkte zij, dat
op zijn gelaat walging te lezen stond.
De Roomseh-Katholieke bisschoppen,
antwoordde hij. Toen werd eensklaps zijn
gelaatskleur scharlaken, bij maakte een af
keurende beweging. In 's hemelsnaam, dat
is meer dan een man verdragen kan.
En vóór dat het meisje nog spreken kon,
was hij haar voorbij geloopen en stond te
midden van den stoet. Vier mannen droe
gen op hunne schouders een baar, waarop
een groote pop stond, als vrouw gekleed,
met stof van schrille kleuren; zij had een
hard gekleurde grins, voor, het haar was
van touw gemaakt, op het hoofd droeg zij
een kroon, die heen en weer danste. Daar
achter volgde een man, die een vaandel
droeg met de inscriptie: „De ware Protes
tant vereert de Maagd Maria niet."
Toen deze beleediging tegenover de geze
gende Moeder van God voorbijkwam, zag
Victoria, dat Mr. St. John uit alle macht,
door gebaren, tegen deze godslastering pro
testeerde. Deze geheele voorstelling vervul
de het meisje m#t afschuw, hare oogen
zochten haar oom, en de wijze waarop hij
zijn schouders ophaalde en zijnen verachte-
lijken lach, lieten haar geen twijfel omtrent
zijne gevoelens.
Do volksoploop nam toe. De men6chen slo
ten de ramen, velen volgden den stoet op
een afstand.
Kunnen wij niet naar huis gaan, nicht
Ada? vroeg Victoria, hare nicht ter zijde
nemende. Waarlijk, dit alles walgt mij.
Je vader _wenseïit, dat St. Hilarius bij deze
demonstratie tegenwoordig is. Het is eene
openbare belijdenis van ons geloof, weet je?
Van ons geloof? In hoeverre?
Maar lieve, hoe kan je een dergelijke
vraag stellen? Natuurlijk 't Protestantisme.
Wij behoeven niet onder het volk te gaan
staan; wij hebben gereserveerde plaatsen.
Wat deed Mr. St. John daar te midden van
den stoet, vroeg Enid.
Ik veronderstel, hernam Ralph Merton,
dat hij trachtte de gemoederen tot wat
kalmte te brengen. Kom, meisjes, gaan je
lui vooruit, wij zullen volgen.
De stoet was uit het gezicht verdwenen,
maar het gejoel hoorde men nog; dooh toen
zij om den hoek van de straat kwamen, za
gen zij ze in de verte verder trekken.
Zij zijn niet naar de „Linley Fields" ge
gaan, weikeu weg zullen zij nu nemen? zei-
de nicht Ada verwonderd.
Zij gaan naar de paapsche kapel, madame,
antwoordde Briggs, die de woorden van
nicht Ada gehoord had. Ik heb gehoord dat
zij zeiden, dat ze daar een demonstratie wil
den houden.
Terwijl hij sprak, renderen man hen voor
bij en ging in de richting van de volksme
nigte. Dat is de jonge Mr. Fitzgerald van
„the Solitude", zeido Briggs.
Kom, Enid, ga mee, zeide Victoria onge
duldig. Laat ons voorloopen, anders vrees
ik dat oom Merton met ons naar huis wil
gaan, en ik wil zien ^at daar gebeurt.
Zij waren een goed eind vooruitgekomen,
vóór dat oom Merton hare vlucht bemerkte,
hij was due wel genoodzaakt zijne nichten
te volgen.
Het geraas was ten top gestegen, toen de
beide meisjes de kapel naderden. De stoet
met de afzichtelijk^ voorstellingen hadden
zich voorop gesteld. Men trachtte de kapel
binnen te dringen. In de nabijheid der meis
jes stond een hooge bank, Victoria klauter
de er op. Enid bezwoer haar angstig toch'
af te stappen.
Vanaf dit punt kon Victoria het geheel
overzien.
Plotseling hoorde men een geweldig ge
kraak. Een steen had de deur van do kapel'
geraakt. Op hetaelfde oogenblik verscheen
Denis Fitzgerald, op een afstand gevolgd'
door zijne moeder, beiden kon men door het
licht der fakkels goed onderscheiden.
De jongeman wilde het reik toespreken,
dooh kreeg geen gehoor. Het tumult nam
toe, men overschreeuwde hem, roepende:
„Papen" Weg met den Paus. M anneer
heb je, je zondën beleden? Weg met den
eeredienst der beelden!
Een stormachtig gelach beantwoordde de
ze kreten. Denis was gedwongen te zwijgen.
„Laten wij naar de loods trekken, waai
de Mis gelezen wordt en een vreugdevuur'
aanrichten en alles verbranden, alles, ook'
de Papen, die er in zijn," riep een stem.
O, Victoria, toe laat ons toch heengaan en
naar huis vluchten, riep Enid, half huilende
uit.
Wees nu niet zoo'n klein domoortje! ant
woordde hare zuster. Dóór is oom Merton
ook ik ben nieuwsgierig waar hij nicht
Ada gelaten heeft.
De stoet kwam het hek uit, er was een
kleine opening ontstaan. Mr. Merton maakt©
hiervan gebruik om door to dringen, hij
keerde zieb om en ging ruggelings tegen
bet hek staan.
Eenige personen begonnen om stirte te
roepen. Eindelijk drong de heldere stem van
Mr. Merton tot de menigte door.
„Ik geloof mijne vrienden, zeide hij, dat
gij weet wie ik ben De broeder van Squire
Brent.
Het volk, dat in stemming was, om van
elk vóórval gebruik te maken rumoeriger'
te worden, ving een oordoovend geschreeuw^
aan.
„Nu, zoo gij mij dan niet kent, zeker kent
gij hem toch hij is een goed landheer en
bovendien Protestant.
„Dat is hij," en opnieuw begonnen ze in
koor te schreeuwen en lawaai te maken, liet
was onmogelijk zioh te doen verstaan; hoe
kon men deze oproerige menscbenmassa tof
bedaren krijgen.
Eindelijk werden zij wat kalmer.
Nu dan, hernam Mr. Merton, bet zou hem
leed doen als gij uw plan ten uitvoer bracht,
neem dus mijn raad aan, en gedraag u niet
als dwazen.
Maar daar mag geen Jdis-buis" in ons
land bestaan, bulderde eeu, die halfdronken
was en den bissohoppelijken mijter droeg,
Ik ben het geheel met u ,eezlf'
vriend, was het kalme antwoord. Het zal
u echter geen geluk aanbrengen het eigen
dom van anderen in brand te steken.
Kom, laten wij verder gaan, want wij
zijn gekomen om de vreugdevuren te zien,
waar zullen die plaats hebben?
Wordt vervolgd.)
mem Ian cmurr