NIEUWE HAAM. COURANT
EEN VERHEVENER WEG.
IDE DAMIAATJESi
Öe Grondwetsherziening in de
Tweede Kamer.
FEtJILLEYOÜ'
BE OORLOG
Vrijdag 10 Nov.
Tweede blad
XIV.
(Zitting1 van 9 November).
De debatten over art 89 be
gonnen. Historische herin
neringen. Art 89, volgens
de redactie der Regeering en
zooals 't nu luidt. Behan
deling der ingediende amen
dementen. De heer Van
Nispen dient in een amende
ment om het vrouwenleiest»
recht te doen vervallen en
de heer Mondeis een om den
stemplicht te schrappen.
Nadat de algemcene beschouwingen den
vorig en dag waren geëindigd, is de Kamer
gisteren begonnen met de behandeling der
artikelen. Daarbij kwam allereerst ter
sprake de voorgestelde regeling ten aan
zien van het kiesrecht. Naar beleend is heeft
de Regeering teneinde te kunnen komen tot
een algemeen kiesrecht voor mannen, een
wijziging van het in de parlementaire ge
schiedenis zoo vermaarde art. 80 ingediend.
Een artikel, dat in den loop der jaren aan-
l"idinges geweest tot vele moeilijkheden en
dat herhaaldelijk als een caoutohonc-artikel
is gequalifieeerd.
Het huidige art. 80 wil dat de Kieswet de
„leenteekenen van geschiktheid en maat-
schappelijken welstand" zal bepalen, welker
bezit voorwaarde voor kiesbevoegdheid zal
zijn. Een fonnuleering van Heemskerk, den
oudere, den vader van den a.-r. Staatsman
van dezen naam, door hem bij de Grond-
Yv ètskerzieniiig van 1887 voorgesteld, bij wijze
van compromis; een vondst om de
Grondwetsherziening van die dagen geen
schipbreuk te doen lijden.
Reeds toenmaals waren er die 't artikel
anders bad willen zien gelezen. Wij her
inneren eraan, dat door de hoeren Van Hoft-
ton en De Ruiter Zijlker was voorgesteld
om alleen te bepalen: „De leden der Tweede
Kamer worden gekozen door de kiezers, die
de wet aanwijst en op de wijze bij de wet te
bepalen." Dit voorstel werd in de Kamer
zitting van 23 Maart 1887 verworpen met
21 stemmen van leden van verschillen
de partijen voor. Na de mislukte poging om
in de G.W. een blanco-artikel neer te leggen,
is daarna 't Regeeringsvoorstel met 68—15
stemmen aangenomen.
Daarmede was uitgemaakt, dat het kies
recht niet langer is verbonden aan een cen
sus, naar in de G.W. van 1848 was bepaald.
Een feitelijke uitbreiding van het kiesrecht
werd erdoor bewerkt.
In de additioneele artikelen werd bij deze
Grondwetsherziening, in afwachting eencr
nieuwe kieswet, een voorloopig kiesregle
ment vastgesteld. Eenige jaren uater, tij
dens 't ministerie-Van Tienhoven—Tak van
Poortvliet, werd in de Troonrede door H.M.
de Koningin Regentes op 15 Sept. 1891 uit-
fesproken, gezegd: „De indiening van een
/.O. tot regeling van het kiesrecht; deze
noodzakelijke voorwaarde van blijvende ver
betering, wordt voorbereid."
Een jaar later, in 1892, werden ingediend
eenige W.O. tot kiesrc.ihthervorming, die,
naar men weet, tot veel strijd aanleiding
gaven, omdat er een gr<x>t meeningsver-
schil was of ze al dan niet in strijd met art.
80 deT G.W. waren. Vooral toen 'werd uit
eengezet en liet men er nadruk op vallen,
dat art. 80 als het ware van caoutchouc was,
omdat hef zoo lenig was en men er als het
ware alles van kan maken. Alleen was m
confesso dat de wetgever van 1S87 op
één punt nooit gewankeld of geweifeld heeft,
nl. dat het algemeen stemrecht moet wor
den uitgesloten.
Wij herinneren eraan, dat de heer Iver-
dijk zei de in de Kamerzitting van 28 Juli
1893, dat in 1887 bij de Grondwetsherziening
niet art. 80 een volkomen vrijheid werd be
oogd, met uitsluiting alleen van het alge
meen kiesrecht. En verder, dat de heer Ker-
dijk in herinnering bracht, dit ten bewijze
van 't elastieke der formule van art. 80
dat in 1887 even vóór 't sluiten van de dis
cussie over art. 80 de heer Lokman zeide:
„Ik wensch te protesteeren tegen een voor
stel, dat, volgens de verklaringen der Re
geering, den eenen dag 't omgekeerde zegt,
van wat het den vorigen dag inhield". Be
wijs ook, dat de Regeering een compromis
beoogde!
Maar, behalve dan dit eene, dat in con
fesso was, waren ten tijde van de kieswet-
Tak de gevoelens over den geest, de bedoe
ling en de strekking van art. 80 in verband
met de ingediende W.O. zeer verdeeld. Man
nen als prof. J. de Louter, prof. W. L.P. A.
Molengraaff en prof. G. A. van Hamel,
iri^enaen ffaïTTëzo klesrechUicrvormlhg. niet
in strijd met art. 80 was. Anderen weer dach
ten er anders over.
Het was een belangwekkend disbuut. Tot
een stemming over deze kiesrechtregeling
kwam het niet, daar, na aanneming van het
bekende amendementen-de Meyier in de zit
ting van 9 Maart 1894, mr. Tak van Poort
vliet het W.O. in geding introk. Eerst in
1896 kwam onder *t ininisteri c-EöellVan
Houten een nieuwe kieswet tot stand, die
een aanmerkelijke kiesrechtuithreiding
bracht. Het W.O. werd in de Tweede Kamer
met 56—43 en in de Eerste Kamer niet 3 12
stemmen aangenomen.
Na dien werd telkenmale aangedrongen
op eene nadere regeling van het kiesrecht.
Men achtte dat daartoe art. 80 anders dien
de te worden geformuleerd. Het ministerie-
De Meester zocht eene oplossing van het
kiesrecht-vraagstuk te vinden door eenvou
dig in de G.W. een blanco-artikel te plaat
sen. In zijne voorstellen tot wijziging der
G.W. stélde het voor art. 80 aldus te doen
luiden: ..De leden der Tweede Kamer wor
den rechtsreeks herkozen door de kiezers,
die de wet aanwijst." Meer niet.
Feitelijk verschilde dat niet veel van het
geen reeds in 1887 de heer Van Houten had
voorgesteld en wat wij hierboven releveer
den, In geheel anderen zin poogt het huidig
Kabinet deze zaak van 't kiesreohtvraagistuk
op te lossen. Het beeft voorgesteld om art.
80 te doen luïdc-n:
„Het recht om de leden der Tweede
Kamer te kiezen, wordt toegekend aan
de mannelijke ingezetenen, tevens Ne
derlanders of door de wet als Neder
land sclie onderdanen erkend, die den
door de wet te bepalen leeftijd, wélke
niet beneden drie-en-twintig jaren mag
ziin, hebben bereikt en aan de vrouwe
lijke ingezetenen, die aan gelijke voor
waarden voldoen, indien er voor zoover
de wet haar daartoe uit hoofde van niet
aan het bezit van maatschappelijk en
welstand ontleende redenen, bevoegd
verklaart.
De wet bepaalt, in hoeverre de uitoefe
ning van het kiesrecht wordt geschorst-
voor de militairen heneden den rang van
officier hij de zee- en de landmacht voor
den tijd gedurende welken zij zidh onder
de wapenen bevinden.
Van de uitoefening van het kiesrecht
z;in uitgesloten zij, wien dit recht bij
onherroepelijke rechterlijke uitspraak is
ontzegd; zij, die rechtens van hun vrij
heid zijn beroofd en zij, die krachtens
rechterlijke uitspraak wegens krankzin-,
nigheid of zwakheid van vermogens, de
beschikking of het. beheer over hnn goe
deren hébben verloren of uit de ouder
lijke macht ontzet zijn.'
Aan onherroepelijke veroordeeling tot
een vrijheidsstraf van meer dan één
jaar of wegens bedelarij of landlooperij,
zoomede aan meer dan twee, binnen een
door de wet te bepalen tijdperk vallen
de, onberroeplijke rechterlijke uitspra
ken, openbare dronkenschap vaststellen
de, verbindt de wet tijdelijk of blijvend
verlies van kiesrecht.
De uitoefening van het kiesrecht is
verplicht volgens regels door de wet te
stellen."
Ter vergelijking drukken wij hier ook af
de nu geldende redactie van art. 80. Deze
is van den volgenden inhoud:
„De leden der Tweede Kamer worden
rechtstreeks gekozen door de mannelijke
ingezetenen tevens Nederlanders die de
door de Kieswet te bepalen kenteekenen
van geschiktheid en maatschappelijken
welstand bezitten en den door de wet te
bepalen leeftijd, welke niet beneden drie-
en-tv/intig jaren mag zijn, hébben be
reikt.
De wet bepaalt in hoeverre de uitoe
fening van het kiesregt wordt geschorst
voor de militairen heneden den rang van
officier bij de zee- en de IVjdmagt voor
den tijd, gedurende welken zij zich onder
de wapenen bevinden.
Van de uitoefening van het kiesregt.
zijn uitgesloten zij, wien dat regt Lij
regterlijke uitspraak is ontzegd; zij, die
in gevongenschap of hechtenis zijn; zij,
die bij regterlijke uitspraak de beschik
king of het beheer over hunne goederen
hebben verloren; zij, die in'liet burger
lijk jaar, voorafgaande aan de vaststel
ling der kiezrslijsten van eene instel
ling van weldadigheid of van een ge
meentebestuur onderstand hébben geno
ten, en, voor zoover de Kieswet, hetzij
zeker bedi van den aanslag in een of
meer Rijks directe belastingen, betzij het
bezit van een of meer grondslagen van
zoodanigen aanslag als vereiscihte van
kiesbevoegdheid stelt, zij, die hnn aan
slag in die belasting of belastingen niet
hébben voldaan."
Gisteren, den eersten dag, dat over het
kiesrechtartikel werd gehandeld, werden
achtereenvolgens toegelicht eenige ingedien
de amendementen, die v j reeds in de ru
briek Staten-Generaal Ik',ben vermeld, door
FELICIA CURTIS.
23)
Victoria draaide haar hoofd om en liet
hare oogen over de baai gaan. Haar oom
nam baar hoofd in zijne hand en zag haar
in het aangezicht, tot zijn spijt ontdekte hij
groote tranen in hare oogen.
Maar lieve, kleine Vic, wat beteekent
dat nu?
Victoria was woedend op haar zei,, zij be
gon luid te weeren.
Och, oom Ralph, u drijft met alias den
spot. Het is waarlijk heel ernstig wat ik u
nog te vertellen heb, onder ieder opzicht,
dat verzeker ik u, en u lacht er mee!
Mijn lieve, kleine meid, ik vraag je om
vergeving! De toon waarop hij dit zeide, was
ernstig en stelde haar tevreden.
Vertel nu verder, mijn kind, ik wist niet
dat er nog iets ernstigs komen moest.
U deukt zeker, dat het alleen over ma
neschijn handelt, zeide Victoria. Maar ik
bad behoefte het aan iemand mede te deer
■en en heb toen aan gedacht, u zult er geen
(nisbruik van maken, of mij verdenken van
mij aan zinsbegooehflingen over te gerven,
om mij dan een dag in bed te stoppen met
kamillethee om mijn zenuwen tot bedaren
te brengen.
Haar oom lachte.
-■Nu, ik luister.
Zij droogde hare tranen af en vertelde
hem het einde der geschiedenis. V/at ook de
meening van Mr. Merton hieromtrent mocht
zijn, hij uitte haar 'niet. Ilij gaf geen enkel
teeken van te twijfelen aan de juistheid van
haar verhaal en luisterde aandachtig.
En wat denk je nu te doen? vroeg haar
oom, toen zij zweeg.
Het is juist om dit van u te vernemen,
oom Ralph, dat ik n het verhaal deed. Denkt
u niet dat het goed ware, Mrs. Fitzgerald
van dit alles op de hoogte te stellen? Er
konden zich wel voorwerpen van waarde in
die kisten bevinden.
Denis Fitzgerald is op een leeftijd ge
komen, dat hij dit zelf kan beoordeelen, bo
vendien, de bezitting is zün eigendom."
Victoria zweeg.
De Fitzgerakls leefden in een ruwen
tijd, toen do anti-paapeche rustverstoorder^
verschrikkelijk te werk gingen, merkte Mr.
Merton nadenkend op; het is best. mogelijk,
dat een of ander familielid den keldor als
schuilplaats gekozen heeft.
Zij werden schandelijk behandeld ten
tijde van Jacobus I, koning van Engeland
in 1603", zeide Victoria, zich een «ogenblik
DE STRATEGIE DER
ENTENTE OP DEN
BALKAN.
In de „Journal de Génèvo" bekritiseert de,
als anti-Duitscher bekende, Zwitsersche overste
Feyler do strategie der Entente op den Balkan.
Hjj schrijft het mislukken van alle onderne
mingen op dat gedeelte van het front toe aan
tweo oorzakendo wanverhouding tusschen het
krijgsplan en de beschikbare krijgsmiddelen
en het gebrek aan eenheid in de legerleiding.
„Zoo was het idee yan den aanval op de Dar-
danellen op zichzelf zeer gelukkig. De belang
rijke daaraan verbonden voordeelen: bezetting
van do zeestraten en afsnijding van dien ver
bindingsweg tusschen. Oosten en Turkije, recht-
vergetende.
Hoe weet gij dat, dat ze vervolgd wer
den?
Ik lae er over m een boek, dat ik in de
bibliotheek vond - „Old Torrébrigge Fa
milies" antwoordde Victoria, alles werd
daarin duidelijk uitgelegd.
Er was een oogenblik stilte, terwijl Mr.
Merton peinzend zijn sigaar bleef rook en.
Eindelijk zeide hij: „Het is eene onjuiste
opvatting, dat allo leden van een gezin de
zelfde mecning moeten zijn toegedaan; ho
pelijk zeilen deze denkbeelden verdwijnen,
wanneer het volk heter onderwezen is.
Victoria zag haar oom vragend aan.
Indien dit zoo blijft, dan is er geen
vrijheid van opinie geen vrijheid van
handelen, in den algemeeuen en in den oor
spronkelijk en zin dan is er niet de min
ste notie van plicht, van hetgeen mag en
niet mag.
Dat lijkt op een sermoen.
Je bent een oneerbiedige poes; dat is
een inleidende opmerking, leidende tot een
beteren toestand: b.v. je geëerbiedigde va
der is in een toestand die hem er toe brengt
iederen papist te beschouwen als een hond,
die hom elk oogenblik naar de keel kan grij
pen; hij meent, dat het niet mogelijk is met
eqn paapselien buurman beleefdheden te
wisselen. Je woot dit even goed als ik, is
't nieiï
3e hoeren TKOÉLSTEA, SCHAPER, HEE-
RES, SNOECK JHEKKKM'ANS. HUGEN-
HOLTZ en VAN DER VOORT VAN ZIJP,
de laatste namens de commissie van rap
porteurs.
Verder word over deze amendementen
door eenige leden gediscussieerd en werd
door de heeren VAN NISPEN TOT SEVE-
NAER en BETJMER een amendement inge
diend, strekkende om de deur voor 't vrou
wenkiesrecht weer geheel te sluiten, door te
schrappen uit de eerste alinea de woorden*
beginnende met „en aan de vrouwen."
De hoer VAN NISPEN lichtte dat amen
dement in een mooie princ.ipieele rede toe.
Spr. zeide to meer reden te vinden om het
vrouwenkiesrecht niot hij de Grondwet toe
tc laten, nu do heeren Heeres c.s. daaraan
een imperatief karakter willen verloonen.
In do eerste plaats bestrijdt hij het actieve
vrouwenkiesrecht, omdat het niet noodb. is.
Spreker beroept zich daarbij op de brochure
van mevronw SterckProot. De vrouwen
hébben reeds voldoende burgerlijke rechten.
Teil tweede verlangen do vrouwen niet het
kiesrecht, althans niet in groote mate. Spr.
waardeert de standvastigheid der hier be-
toogende vrouwen, maar die betcogdngen zijn
voor hem geen aanbeveling. 99.1/3 procent
der vrouwen gevoelt niets voor vrouwen
kiesrecht.
Bovendien hébben wij hier een oontra-
adres van 43,312 vrouwen op 1178 verzamel-
staten bijeengebracht. Maar al verlangden
de vrouwén het, dan was er nog geen reden
om de vrouwen het kiesrecht te verleeneb.
Als natuurrecht wordt het kieeredht in de
Kamer niet aanvaard. Het kiesrecht wordt
opgedragen als een functie in het belang van
den Staat. Maar de Minister geeft niet aan,
v/elke redenen, er in het belang van den
Staat zijn, die voor vrouwenkiesrecht plei
ten. De Minister beroept zich op het instinct
van de vrouw, en verstaat daaronder baar
intuïtief vermogen.
Dat noemt spreker een phrase. De vrouwen
moeten ton slotte zeiven bepalen welke
plaats zjj in de maatschappij zullen innemen,
zegt de Minister. Dat moet spreker beslist
tegenspreken. Als icdver dit zelf bepaalde,
viel de gene cl e maatschappij door elkaar.
Man en vrouw zijp niet gelijkwaardig, wat
niet wil zeggen, dat de vrouw minderwaar
dig is.
Sprekers voornaamste bezwaar was ge
grond op de positie der vrouw in de maat
schappij. Hij vreest, als gevolg van het vrou
wenkiesrecht, dat de vrouw nog meer het
overwicht zal zoeken te vork rij gen tot scha
de der maatschappij.
Ook tegen passief vrouwenkiesrecht heeft
de afgev. van Rh eden bedenkingen. Hij
meent dat medewerking der vrouw in Raad,
Staten en Kamer niet in het belang der
maatschappij zal zijn en is vooral bevreesd,
dat invoering van het passieve vrouwenkies
recht noodwendig zon moeten leiden tot het
actieve vrouwenkiesrecht.
Daarom zal hjj met zijn stem tegen heide
vormen van vrouwenkiesrecht getuigen,
doch ten slotte wellicht toch, om wille van
compromis, vóór het wetsontwerp stemmen.
De heer LOHMAN, de laatste spr. van den
middag, die om 4.45 zijne rede afbrak, be
streed de ingediende amendementen ter zake
van het vrouwenkiesrecht en zeide te moe
nen, dat aan het regeeringsvcorstel de -voor
keur moet worden gegeven. Dan kan de zaak
behoorlijk worden voorbereid. Wanneer spr.
ziet hoe de toestand der vrouw in do laatste
30, 40 jaar is veranderd, hoe zij belang stelt
in zooveel zaken van zedelijken aard, waar
voor wij mannen niet zooveel belangstelling
hebben, dan is bet te begrijpen, dat men haar
gc-legenheid wil geven invloed te hébben op
de samenstelling van het parlement.
Vermelden wij eindelijk, dat de heer MEN-
DELS een amendement heeft ingediend om
de geheele alinea aangaande den stemplicht
te schrappen en dat, vóórdat de beraadsla
gingen over artikel 80 begonnen, zonder dis
cussie werden oedgakeurd de wijziging van
art. 21, waarbij de termijn, waarbinnen de
Staten-Gen. bij overlijden des Konings. moe
ten worden bijeengeroepen, van een op twee
maanden wordt gébracht en van art. 73,
waarbij de termijn waarbinnen de Staten-
Generaajfi na ontbinding bijeenkomen van
twee op drie maanden wordar gébracht.
vaardigen "deze onderneming. Zij is echter niet
gehikt. Na maandenlange vergeefsehe pogin
gen zag men in, dat de middelen die ter uit
voering van deze onderneming noodig waren
tekort echoten.
Niet voel beter ging het den gelijktijdigen
opmarach der Russen in Armenië en der Engel-
soben in Meaopotamië. Of de beide expedities
op een en hetzelfde bevel plaats hadden, dan wel
of ieder der legers zelfstandig heeft gehan
deld. het doet er niet toe! Zij hebben geen
van beide hun doel bereikt. De oorzaak hier
van is hot verkeerd aanwenden der beschikbare
middelen. Men heeft den tegenstander onder
schat. Men heeft een koloniale veldtocht tegen
hom gevoerd, inplaats van een oorlog naar
Enropeeschen trant.
De landing in Salonika had hetzelfde doel
als do aanval op de Dardanellen, slechts met
dit ^ersehil, dat nu getracht werd de verbinding
tusschen Azië en Europa in Bulgraqe af te
snijden. Deze onderneming had in zooverre
succes, dat zij sterke vïjanoenyke troepenmaeh,
ten vasthield. Maar de offensieve opmarsoj
heeft niet aan de verwachting voldaan. On
welke redenen of door welke oorzaken dan ooi
is het Salonikileger ruim een jaar defensie
opgetreden en heeft tenslotte vrijwillig of nie
moeten afzien van een verrassenden aanval o]
een tegenstander die zich nog niet eens vel
doende verschanst had.
Het deelnemen van Roemenië aan den oorlof
is de vijfde les in het hoofdstuk van den Bal
kanoorlog. Het valt niet te ontkennen, dat he
strategische plan en in ieder geval de midde
len om liet uit te voeren niet tot het gewensoh
te resultaat geleid hebben en dat de Cenralc
Mogendheden hier het initiatief hebben geno
men. De Entente heeft de voordeelen van eox
vtorrassenden aanval en van het initiatief ver
loren. De fouten der geallieerden moeten goed
gemaakt, worden. Misschien is het nóg moge
lijk. Men mag het hopen! Hot oogenblik dei
verrassing echter is voorbij."
2DE JAARGANG
VRIJDAG 10 NOVEMBER 1916
NUMMER 5
S REDACTIE: GEBOUW „ST. BAVO"
TELEFOON 49
DAG VAN DEN VOLKSBOND.
Aanstaanden Zondag is het voor onzen
Volksbond, een vierdag. Des morgens om
zeven uur is het in de kerk van het. Heilig)
Hart aan het Kleverpark een plechtige ge
dachtenis-Mis voor de overleden Donateurs
en Leden. De ZeerEerw. Heer Borsboom
zal een woord van Roomsehe bemoediging
spreken en alle Leden zullen ter Heilige
Tafel naderen. Het Hoofdbestuur is er van
overtuigd, dat men in groote getale zal
opkomen om daardoor te laten zien, dat
wij leven in de'gemeenschap der Heiligen.
En des avonds is er óók om zeven uur
in dezelfde kerk een plechtig Lof ter eere
van den H. Willibrordus. Dit Lof zal loor
drie Priesters gecelebreerd worden, terwijl
do 'WelEerw. Heer Mets de feestpredikatie
zal houden. Natuurlijk zal des avonds ieder
een weer present zijn en daardoor duidelijk
blij kén, dat wij niet alleen streven naar stof-'
felijke verheffing, maar eveneens naar zede
lijken vooruitgang.
In beide plechtigheden is de Kerk ge
heel en al gereserveerdvoor den Volks
bond. Mén wordt daarom beleefd verzocht
van voor af de rijen te vullen en niet'ver
spreid te gaan zitten. Bij het Communicee-
ren gaat het rij voor rij, door het midden
pad naar de Communiebank en terug-
koerende langs de zijpaden. Er is nóch des
morgens, nóch des avonds plaatsgeld, met
andere woorden, de plaatsen zijn in de
heele kerk vrij. Helpt het vanavond en
morgenavond nog eens aan elkaar herin
neren. Hoe meer volk, hoe beter de plech
tigheid slagen zal.
K1DG EENS: DE SPAARKAS.
Wij ontvingen van het Bestuur der Spaar
kas een gewaardeerd sohrijven, waarin te
kennen gegeven wordt, welke pogingen
reeds zijn aangewend, oin den bloei der
vereenigïng te bevorderen. Uit dat schrij
ven blijkt voldoende, -dat het tegenwoor
dige bestuur steeds vol ijver was om naar
middelen te zoeken, die den vooruitgang
konden doen toenemen, hetzij door het ver
schaffen van goedkoop schoeisel, hetzij door
het instellen van een spaarzegel-systeem.
Hoezeer het bestuur voor deze pogingen
oolc allen lof verdient, toch zien w-> niet
in, dat er bezwaren zouden zijn om nog wat
jonge krachten aan het bestuur toe te voe
gen, al was het maar alleen om deze reden,
dat we niet eeuwig kunnen blijven leven
cn we, ieder op zijn tijd, plaats inoete'n ma
ken voor het nieuw geslacht, dpi na ons
aan de beurt komt.
Ook de Kerkhofstraat wordt in het schrij
ven der Spaarkas nog even genoemd. Wij
willen nog eens openlijk herhalen, d.at we
niets dan lof hebben voor het Bestuurslid,
die geheel belangeloos een deel van zijn
woning beschikbaar stelde tot opslagplaats
van de levensmiddelen-voorraad der Spaar
kas. En dat niet alleen. Maar hoe hij daar
enboven zeer dienstvaardig was gedurende
meerdere dagen om elk lid zijn aandeel
uit te wegen, wat natuurlijk heel wat ge
loop en last aan de deur veroorzaakt. Valt
dit alles (het zij nog eens herhaald) zeer
te prijzen in een der oudste bestuursleden
der Spaarkas, en zijn er maar weinig men
sehen te vinden, die zelfs hun woning in'
dienst der vereeniging stellen.toch bljjft
het onze bescheiden meening, dat do mo
derne tijd andere eischen stelt en dat men
tegenwoordig de coöperatieve instellingen
wat grootscher voor den dag wil laten ko
men. Men wil in onzen tijd, dat de bestelde
voorraden afgewogen en verpakt thuis bij
de Leden worden bezorgd. Zoo gaat het
ook in alle ferme coöperaties. En waarom
zou dan de Spaarkas ook dien weg niet)
kunnen opgaan?
Het derde punt in genoemd schrijven aan
gevoerd is de publiciteit. Hierin moeten
we tot onze spijt van meeuing verschil
len met het bestuur der Spaarkas. Want)
het komt ons voor, dat de coöperatieve
instellingen van den Bond een algemeen
Bondsbelang raken en dat dus allen le
den van den Bond recht hebben om te we
ten, wat er in die instellingen omgaat.
„De Damiaatjes" zijn onzes iuzins de aan-
gewezèn plaats om de léden op de hoogte
to brengen van de gewichtige aangelegen
heden in onzen Bond. Zoo alleen kun
nen wij de algemeene belangstelling be
vorderen, zoo alleen kunnen wij gedaan
krijgen, dat allen gaan meeleven met de
Spaarkas en met andere instellingen. Ta
meer daar we de personen steeds buiten spel
laten en aileen de zaak zólf ter snralcö
gebracht wordt.
BESTUURSRAAD,
Op den Bestuurraad van den Volks Lono*
die aanstaande Woensdagavond bijeenkomt,
is weer heel wat aan de orde. Punt 1. Ver
slag der distributie-commissie. Punt 2. In
stellen van een Studie-commissie tot het
voorbereiden en ontwerpen van adressen,
verzoekschriften en dergelijke. Punt 3. Op
richting van een Retraitefonds. Punt 4. Be
spreking van den 3-daagschen socialen cur
sus in de komende Adventdagen te hou
den. Punt 6. Voorstel Hoofdbestuur de re-
öglementsherzieniiig voor eenige maanden
stop te zetten en het zittende Hoofdbestuur
nog een halfjaar te laten zitten. Men ziet
stof genoeg voor eeli vruchtbare vergade
ring. Laat dan ook dezen keer geen enkele
onder-afdeeLing op het appèl ontbreken.
AGENDA GEBOUW) ST. BAVO.
Zaterdag 11 November. Witte Bisoscoop.
8 uur.
Zondag 12 November. /Witte Bioscoop 2
48 uur. Zouaven 6 uur DAG VAN
DEN YGLKSBOND.
Maan dag 13 November. Cursu3 Boekhou
den 8 uur Prop. Club-Kiesvereeniging
8i/a uur Esperanto 8 uur Ondersteu
ningsfonds 8Va uur Leden kleermakers
8Va uur. Leden Stucadoors 8 uur.
Dinsdag 14 November. Vrouwenbond 8
uurPatrimonium 8 uur Leden Timmer
lieden 8 uur Leden Haven en Trans
port 9 uur Bestuur Metaalbewerkers 81/»
uur Bestuur Bloemisten 8 uur.
Woonst lag 15 November. Commissie Stem
plicht 8 uur. Zangkoor Maria-vereenigiug
8l/a uur Bestuursraad Volksbond 8V* uur.
Dtonderdpg 10 November. Particulier lO'/a
uur Volkszang, 8 uur Coöperatie-Com
missie 8i/s uur.
Vrijdag 17 November. \Waschindustrie 8
uur. Leden Meubelmakers 81/» uur Lo
den Metaalbewerkers 8»/» uur.
NOTA. Om in deze Agenda vermeld te
worden, moet men uiterlijk Donderdagavond
9 uur zijn zaal besproken hebben. Onder
afdelingen van den Volksbond kunnen des
Zaterdags nè 8 uur geen zaal meer be
spreken.
I
Victoria knikte.
Ik voor mij houd daar geen rekening
mee, want de man is een gentleman, even
goed als ik, daarom héb ik enkele belecld-
heden bewezen, hij mijn eerste verblijf al
hier, aan den cmgelukkigen jongeman, die
de eigenaar is van de „Solitude.
Waarom oom
Omdat zijn godsdienst hem buiten alle
kringen sluit en buiten iedere staatébetrek
king waarop hij volgens zijn géboorte zeker
recht zou hebben en door menigeen wordt
hij schuins aangekeken. Geen protestant
zoude hem zijn dochter tot vrouw willen
geven en indien een me ie je dwaas genoeg
ware een clandestine huwelijk aan te gaan,
de deuren der gegoede families zouden voor
haar gesloten Wijven.
Ralph Merton zweeg, om zijne gedachten
des tc heter ingang te doen vinden bij zijne
nicht; hij wist dat zij hun doel niet zouden
missen.
Je moet- je niot kwellen, kindlief, wat
die ontdekking aangaat, ging hij voort. Mor
gen ga ik zelf naar ,den jongen FitngeraM
en zal hem alles verhalen. Het feit, dat je
een stom gehoord hébt, meen 'lik, laat ik aan
je zelf over om te onderzoeken.
Aan het elot van deze woorden gevoelde
Victoria tot hare voldoening, dat zij tocih
niet behandeld werd als iemand, die- niet
'verantwoordelijk is voor ziine daden en ih
staat geacht wordt zelf alles na te voreohen.
Een aangename verrassing wachtte Denis,
toen hij den volgenden avond, terugkomende
van zijn werk, een oogenblik voor een der
ramen van „the Bower" stilstond om zijne
moeder te begroeten. Het licht brandde op
de theetafel, waarop de zilveren trekpot en
het Chineesche service stonden; bij den
haard zaten tegenover elkaar Mrs. Fitzge
rald en Ralph Merton. Zij zaten met den rug
naar Denis gekeerd, maar hij kon duidelijk
zien, dat zij in een druk gesprek waren, meer
dan eens hoorde hij den helderen lach zijner
moeder. De jongeman vond Tabby met ha
ren besten zwarten zijden boezelaar aan; zij
stuurde hem weg om zijne banden te was-
schen, er bijvoegende: Master Denis, u moet
nw andere jas aantrekken, zij behandelde
'hem nog altijd als een schooljongen; hij be
greep niet, wat dit alles te beduiden had.
Toen Denis naar Ralph Merton ging, om
hem te verwelkomen, herinnerde deze zidh
eensklaps bet eigenlijks doel van zijn bezoek.
Het visioen, waarvan Victoria hem ver
haald had, bad zeker indi-nk op hem go-
maakt. Het herinnerde hem aan do priester
lijke figuur, die hij zelf bij da Albdij gezien
had en die er zoo onstoffelijk uitzag, en
hijgeloovig als hij was in alles wat boven
natuurlijke zaken betrof, betrapte bij er zich
zélf op, dat hij daar dikwijls mee beeig was.
OVordt veryoludJ-