NIEUWE HAAM. COURANT EEN VERHEVENER WEG. IDE DAMIAATJESi Öe Grondwetsherziening in de Tweede Kamer. FEtJILLEYOÜ' BE OORLOG Vrijdag 10 Nov. Tweede blad XIV. (Zitting1 van 9 November). De debatten over art 89 be gonnen. Historische herin neringen. Art 89, volgens de redactie der Regeering en zooals 't nu luidt. Behan deling der ingediende amen dementen. De heer Van Nispen dient in een amende ment om het vrouwenleiest» recht te doen vervallen en de heer Mondeis een om den stemplicht te schrappen. Nadat de algemcene beschouwingen den vorig en dag waren geëindigd, is de Kamer gisteren begonnen met de behandeling der artikelen. Daarbij kwam allereerst ter sprake de voorgestelde regeling ten aan zien van het kiesrecht. Naar beleend is heeft de Regeering teneinde te kunnen komen tot een algemeen kiesrecht voor mannen, een wijziging van het in de parlementaire ge schiedenis zoo vermaarde art. 80 ingediend. Een artikel, dat in den loop der jaren aan- l"idinges geweest tot vele moeilijkheden en dat herhaaldelijk als een caoutohonc-artikel is gequalifieeerd. Het huidige art. 80 wil dat de Kieswet de „leenteekenen van geschiktheid en maat- schappelijken welstand" zal bepalen, welker bezit voorwaarde voor kiesbevoegdheid zal zijn. Een fonnuleering van Heemskerk, den oudere, den vader van den a.-r. Staatsman van dezen naam, door hem bij de Grond- Yv ètskerzieniiig van 1887 voorgesteld, bij wijze van compromis; een vondst om de Grondwetsherziening van die dagen geen schipbreuk te doen lijden. Reeds toenmaals waren er die 't artikel anders bad willen zien gelezen. Wij her inneren eraan, dat door de hoeren Van Hoft- ton en De Ruiter Zijlker was voorgesteld om alleen te bepalen: „De leden der Tweede Kamer worden gekozen door de kiezers, die de wet aanwijst en op de wijze bij de wet te bepalen." Dit voorstel werd in de Kamer zitting van 23 Maart 1887 verworpen met 21 stemmen van leden van verschillen de partijen voor. Na de mislukte poging om in de G.W. een blanco-artikel neer te leggen, is daarna 't Regeeringsvoorstel met 68—15 stemmen aangenomen. Daarmede was uitgemaakt, dat het kies recht niet langer is verbonden aan een cen sus, naar in de G.W. van 1848 was bepaald. Een feitelijke uitbreiding van het kiesrecht werd erdoor bewerkt. In de additioneele artikelen werd bij deze Grondwetsherziening, in afwachting eencr nieuwe kieswet, een voorloopig kiesregle ment vastgesteld. Eenige jaren uater, tij dens 't ministerie-Van Tienhoven—Tak van Poortvliet, werd in de Troonrede door H.M. de Koningin Regentes op 15 Sept. 1891 uit- fesproken, gezegd: „De indiening van een /.O. tot regeling van het kiesrecht; deze noodzakelijke voorwaarde van blijvende ver betering, wordt voorbereid." Een jaar later, in 1892, werden ingediend eenige W.O. tot kiesrc.ihthervorming, die, naar men weet, tot veel strijd aanleiding gaven, omdat er een gr<x>t meeningsver- schil was of ze al dan niet in strijd met art. 80 deT G.W. waren. Vooral toen 'werd uit eengezet en liet men er nadruk op vallen, dat art. 80 als het ware van caoutchouc was, omdat hef zoo lenig was en men er als het ware alles van kan maken. Alleen was m confesso dat de wetgever van 1S87 op één punt nooit gewankeld of geweifeld heeft, nl. dat het algemeen stemrecht moet wor den uitgesloten. Wij herinneren eraan, dat de heer Iver- dijk zei de in de Kamerzitting van 28 Juli 1893, dat in 1887 bij de Grondwetsherziening niet art. 80 een volkomen vrijheid werd be oogd, met uitsluiting alleen van het alge meen kiesrecht. En verder, dat de heer Ker- dijk in herinnering bracht, dit ten bewijze van 't elastieke der formule van art. 80 dat in 1887 even vóór 't sluiten van de dis cussie over art. 80 de heer Lokman zeide: „Ik wensch te protesteeren tegen een voor stel, dat, volgens de verklaringen der Re geering, den eenen dag 't omgekeerde zegt, van wat het den vorigen dag inhield". Be wijs ook, dat de Regeering een compromis beoogde! Maar, behalve dan dit eene, dat in con fesso was, waren ten tijde van de kieswet- Tak de gevoelens over den geest, de bedoe ling en de strekking van art. 80 in verband met de ingediende W.O. zeer verdeeld. Man nen als prof. J. de Louter, prof. W. L.P. A. Molengraaff en prof. G. A. van Hamel, iri^enaen ffaïTTëzo klesrechUicrvormlhg. niet in strijd met art. 80 was. Anderen weer dach ten er anders over. Het was een belangwekkend disbuut. Tot een stemming over deze kiesrechtregeling kwam het niet, daar, na aanneming van het bekende amendementen-de Meyier in de zit ting van 9 Maart 1894, mr. Tak van Poort vliet het W.O. in geding introk. Eerst in 1896 kwam onder *t ininisteri c-EöellVan Houten een nieuwe kieswet tot stand, die een aanmerkelijke kiesrechtuithreiding bracht. Het W.O. werd in de Tweede Kamer met 56—43 en in de Eerste Kamer niet 3 12 stemmen aangenomen. Na dien werd telkenmale aangedrongen op eene nadere regeling van het kiesrecht. Men achtte dat daartoe art. 80 anders dien de te worden geformuleerd. Het ministerie- De Meester zocht eene oplossing van het kiesrecht-vraagstuk te vinden door eenvou dig in de G.W. een blanco-artikel te plaat sen. In zijne voorstellen tot wijziging der G.W. stélde het voor art. 80 aldus te doen luiden: ..De leden der Tweede Kamer wor den rechtsreeks herkozen door de kiezers, die de wet aanwijst." Meer niet. Feitelijk verschilde dat niet veel van het geen reeds in 1887 de heer Van Houten had voorgesteld en wat wij hierboven releveer den, In geheel anderen zin poogt het huidig Kabinet deze zaak van 't kiesreohtvraagistuk op te lossen. Het beeft voorgesteld om art. 80 te doen luïdc-n: „Het recht om de leden der Tweede Kamer te kiezen, wordt toegekend aan de mannelijke ingezetenen, tevens Ne derlanders of door de wet als Neder land sclie onderdanen erkend, die den door de wet te bepalen leeftijd, wélke niet beneden drie-en-twintig jaren mag ziin, hebben bereikt en aan de vrouwe lijke ingezetenen, die aan gelijke voor waarden voldoen, indien er voor zoover de wet haar daartoe uit hoofde van niet aan het bezit van maatschappelijk en welstand ontleende redenen, bevoegd verklaart. De wet bepaalt, in hoeverre de uitoefe ning van het kiesrecht wordt geschorst- voor de militairen heneden den rang van officier hij de zee- en de landmacht voor den tijd gedurende welken zij zidh onder de wapenen bevinden. Van de uitoefening van het kiesrecht z;in uitgesloten zij, wien dit recht bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is ontzegd; zij, die rechtens van hun vrij heid zijn beroofd en zij, die krachtens rechterlijke uitspraak wegens krankzin-, nigheid of zwakheid van vermogens, de beschikking of het. beheer over hnn goe deren hébben verloren of uit de ouder lijke macht ontzet zijn.' Aan onherroepelijke veroordeeling tot een vrijheidsstraf van meer dan één jaar of wegens bedelarij of landlooperij, zoomede aan meer dan twee, binnen een door de wet te bepalen tijdperk vallen de, onberroeplijke rechterlijke uitspra ken, openbare dronkenschap vaststellen de, verbindt de wet tijdelijk of blijvend verlies van kiesrecht. De uitoefening van het kiesrecht is verplicht volgens regels door de wet te stellen." Ter vergelijking drukken wij hier ook af de nu geldende redactie van art. 80. Deze is van den volgenden inhoud: „De leden der Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de mannelijke ingezetenen tevens Nederlanders die de door de Kieswet te bepalen kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijken welstand bezitten en den door de wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden drie- en-tv/intig jaren mag zijn, hébben be reikt. De wet bepaalt in hoeverre de uitoe fening van het kiesregt wordt geschorst voor de militairen heneden den rang van officier bij de zee- en de IVjdmagt voor den tijd, gedurende welken zij zich onder de wapenen bevinden. Van de uitoefening van het kiesregt. zijn uitgesloten zij, wien dat regt Lij regterlijke uitspraak is ontzegd; zij, die in gevongenschap of hechtenis zijn; zij, die bij regterlijke uitspraak de beschik king of het beheer over hunne goederen hebben verloren; zij, die in'liet burger lijk jaar, voorafgaande aan de vaststel ling der kiezrslijsten van eene instel ling van weldadigheid of van een ge meentebestuur onderstand hébben geno ten, en, voor zoover de Kieswet, hetzij zeker bedi van den aanslag in een of meer Rijks directe belastingen, betzij het bezit van een of meer grondslagen van zoodanigen aanslag als vereiscihte van kiesbevoegdheid stelt, zij, die hnn aan slag in die belasting of belastingen niet hébben voldaan." Gisteren, den eersten dag, dat over het kiesrechtartikel werd gehandeld, werden achtereenvolgens toegelicht eenige ingedien de amendementen, die v j reeds in de ru briek Staten-Generaal Ik',ben vermeld, door FELICIA CURTIS. 23) Victoria draaide haar hoofd om en liet hare oogen over de baai gaan. Haar oom nam baar hoofd in zijne hand en zag haar in het aangezicht, tot zijn spijt ontdekte hij groote tranen in hare oogen. Maar lieve, kleine Vic, wat beteekent dat nu? Victoria was woedend op haar zei,, zij be gon luid te weeren. Och, oom Ralph, u drijft met alias den spot. Het is waarlijk heel ernstig wat ik u nog te vertellen heb, onder ieder opzicht, dat verzeker ik u, en u lacht er mee! Mijn lieve, kleine meid, ik vraag je om vergeving! De toon waarop hij dit zeide, was ernstig en stelde haar tevreden. Vertel nu verder, mijn kind, ik wist niet dat er nog iets ernstigs komen moest. U deukt zeker, dat het alleen over ma neschijn handelt, zeide Victoria. Maar ik bad behoefte het aan iemand mede te deer ■en en heb toen aan gedacht, u zult er geen (nisbruik van maken, of mij verdenken van mij aan zinsbegooehflingen over te gerven, om mij dan een dag in bed te stoppen met kamillethee om mijn zenuwen tot bedaren te brengen. Haar oom lachte. -■Nu, ik luister. Zij droogde hare tranen af en vertelde hem het einde der geschiedenis. V/at ook de meening van Mr. Merton hieromtrent mocht zijn, hij uitte haar 'niet. Ilij gaf geen enkel teeken van te twijfelen aan de juistheid van haar verhaal en luisterde aandachtig. En wat denk je nu te doen? vroeg haar oom, toen zij zweeg. Het is juist om dit van u te vernemen, oom Ralph, dat ik n het verhaal deed. Denkt u niet dat het goed ware, Mrs. Fitzgerald van dit alles op de hoogte te stellen? Er konden zich wel voorwerpen van waarde in die kisten bevinden. Denis Fitzgerald is op een leeftijd ge komen, dat hij dit zelf kan beoordeelen, bo vendien, de bezitting is zün eigendom." Victoria zweeg. De Fitzgerakls leefden in een ruwen tijd, toen do anti-paapeche rustverstoorder^ verschrikkelijk te werk gingen, merkte Mr. Merton nadenkend op; het is best. mogelijk, dat een of ander familielid den keldor als schuilplaats gekozen heeft. Zij werden schandelijk behandeld ten tijde van Jacobus I, koning van Engeland in 1603", zeide Victoria, zich een «ogenblik DE STRATEGIE DER ENTENTE OP DEN BALKAN. In de „Journal de Génèvo" bekritiseert de, als anti-Duitscher bekende, Zwitsersche overste Feyler do strategie der Entente op den Balkan. Hjj schrijft het mislukken van alle onderne mingen op dat gedeelte van het front toe aan tweo oorzakendo wanverhouding tusschen het krijgsplan en de beschikbare krijgsmiddelen en het gebrek aan eenheid in de legerleiding. „Zoo was het idee yan den aanval op de Dar- danellen op zichzelf zeer gelukkig. De belang rijke daaraan verbonden voordeelen: bezetting van do zeestraten en afsnijding van dien ver bindingsweg tusschen. Oosten en Turkije, recht- vergetende. Hoe weet gij dat, dat ze vervolgd wer den? Ik lae er over m een boek, dat ik in de bibliotheek vond - „Old Torrébrigge Fa milies" antwoordde Victoria, alles werd daarin duidelijk uitgelegd. Er was een oogenblik stilte, terwijl Mr. Merton peinzend zijn sigaar bleef rook en. Eindelijk zeide hij: „Het is eene onjuiste opvatting, dat allo leden van een gezin de zelfde mecning moeten zijn toegedaan; ho pelijk zeilen deze denkbeelden verdwijnen, wanneer het volk heter onderwezen is. Victoria zag haar oom vragend aan. Indien dit zoo blijft, dan is er geen vrijheid van opinie geen vrijheid van handelen, in den algemeeuen en in den oor spronkelijk en zin dan is er niet de min ste notie van plicht, van hetgeen mag en niet mag. Dat lijkt op een sermoen. Je bent een oneerbiedige poes; dat is een inleidende opmerking, leidende tot een beteren toestand: b.v. je geëerbiedigde va der is in een toestand die hem er toe brengt iederen papist te beschouwen als een hond, die hom elk oogenblik naar de keel kan grij pen; hij meent, dat het niet mogelijk is met eqn paapselien buurman beleefdheden te wisselen. Je woot dit even goed als ik, is 't nieiï 3e hoeren TKOÉLSTEA, SCHAPER, HEE- RES, SNOECK JHEKKKM'ANS. HUGEN- HOLTZ en VAN DER VOORT VAN ZIJP, de laatste namens de commissie van rap porteurs. Verder word over deze amendementen door eenige leden gediscussieerd en werd door de heeren VAN NISPEN TOT SEVE- NAER en BETJMER een amendement inge diend, strekkende om de deur voor 't vrou wenkiesrecht weer geheel te sluiten, door te schrappen uit de eerste alinea de woorden* beginnende met „en aan de vrouwen." De hoer VAN NISPEN lichtte dat amen dement in een mooie princ.ipieele rede toe. Spr. zeide to meer reden te vinden om het vrouwenkiesrecht niot hij de Grondwet toe tc laten, nu do heeren Heeres c.s. daaraan een imperatief karakter willen verloonen. In do eerste plaats bestrijdt hij het actieve vrouwenkiesrecht, omdat het niet noodb. is. Spreker beroept zich daarbij op de brochure van mevronw SterckProot. De vrouwen hébben reeds voldoende burgerlijke rechten. Teil tweede verlangen do vrouwen niet het kiesrecht, althans niet in groote mate. Spr. waardeert de standvastigheid der hier be- toogende vrouwen, maar die betcogdngen zijn voor hem geen aanbeveling. 99.1/3 procent der vrouwen gevoelt niets voor vrouwen kiesrecht. Bovendien hébben wij hier een oontra- adres van 43,312 vrouwen op 1178 verzamel- staten bijeengebracht. Maar al verlangden de vrouwén het, dan was er nog geen reden om de vrouwen het kiesrecht te verleeneb. Als natuurrecht wordt het kieeredht in de Kamer niet aanvaard. Het kiesrecht wordt opgedragen als een functie in het belang van den Staat. Maar de Minister geeft niet aan, v/elke redenen, er in het belang van den Staat zijn, die voor vrouwenkiesrecht plei ten. De Minister beroept zich op het instinct van de vrouw, en verstaat daaronder baar intuïtief vermogen. Dat noemt spreker een phrase. De vrouwen moeten ton slotte zeiven bepalen welke plaats zjj in de maatschappij zullen innemen, zegt de Minister. Dat moet spreker beslist tegenspreken. Als icdver dit zelf bepaalde, viel de gene cl e maatschappij door elkaar. Man en vrouw zijp niet gelijkwaardig, wat niet wil zeggen, dat de vrouw minderwaar dig is. Sprekers voornaamste bezwaar was ge grond op de positie der vrouw in de maat schappij. Hij vreest, als gevolg van het vrou wenkiesrecht, dat de vrouw nog meer het overwicht zal zoeken te vork rij gen tot scha de der maatschappij. Ook tegen passief vrouwenkiesrecht heeft de afgev. van Rh eden bedenkingen. Hij meent dat medewerking der vrouw in Raad, Staten en Kamer niet in het belang der maatschappij zal zijn en is vooral bevreesd, dat invoering van het passieve vrouwenkies recht noodwendig zon moeten leiden tot het actieve vrouwenkiesrecht. Daarom zal hjj met zijn stem tegen heide vormen van vrouwenkiesrecht getuigen, doch ten slotte wellicht toch, om wille van compromis, vóór het wetsontwerp stemmen. De heer LOHMAN, de laatste spr. van den middag, die om 4.45 zijne rede afbrak, be streed de ingediende amendementen ter zake van het vrouwenkiesrecht en zeide te moe nen, dat aan het regeeringsvcorstel de -voor keur moet worden gegeven. Dan kan de zaak behoorlijk worden voorbereid. Wanneer spr. ziet hoe de toestand der vrouw in do laatste 30, 40 jaar is veranderd, hoe zij belang stelt in zooveel zaken van zedelijken aard, waar voor wij mannen niet zooveel belangstelling hebben, dan is bet te begrijpen, dat men haar gc-legenheid wil geven invloed te hébben op de samenstelling van het parlement. Vermelden wij eindelijk, dat de heer MEN- DELS een amendement heeft ingediend om de geheele alinea aangaande den stemplicht te schrappen en dat, vóórdat de beraadsla gingen over artikel 80 begonnen, zonder dis cussie werden oedgakeurd de wijziging van art. 21, waarbij de termijn, waarbinnen de Staten-Gen. bij overlijden des Konings. moe ten worden bijeengeroepen, van een op twee maanden wordt gébracht en van art. 73, waarbij de termijn waarbinnen de Staten- Generaajfi na ontbinding bijeenkomen van twee op drie maanden wordar gébracht. vaardigen "deze onderneming. Zij is echter niet gehikt. Na maandenlange vergeefsehe pogin gen zag men in, dat de middelen die ter uit voering van deze onderneming noodig waren tekort echoten. Niet voel beter ging het den gelijktijdigen opmarach der Russen in Armenië en der Engel- soben in Meaopotamië. Of de beide expedities op een en hetzelfde bevel plaats hadden, dan wel of ieder der legers zelfstandig heeft gehan deld. het doet er niet toe! Zij hebben geen van beide hun doel bereikt. De oorzaak hier van is hot verkeerd aanwenden der beschikbare middelen. Men heeft den tegenstander onder schat. Men heeft een koloniale veldtocht tegen hom gevoerd, inplaats van een oorlog naar Enropeeschen trant. De landing in Salonika had hetzelfde doel als do aanval op de Dardanellen, slechts met dit ^ersehil, dat nu getracht werd de verbinding tusschen Azië en Europa in Bulgraqe af te snijden. Deze onderneming had in zooverre succes, dat zij sterke vïjanoenyke troepenmaeh, ten vasthield. Maar de offensieve opmarsoj heeft niet aan de verwachting voldaan. On welke redenen of door welke oorzaken dan ooi is het Salonikileger ruim een jaar defensie opgetreden en heeft tenslotte vrijwillig of nie moeten afzien van een verrassenden aanval o] een tegenstander die zich nog niet eens vel doende verschanst had. Het deelnemen van Roemenië aan den oorlof is de vijfde les in het hoofdstuk van den Bal kanoorlog. Het valt niet te ontkennen, dat he strategische plan en in ieder geval de midde len om liet uit te voeren niet tot het gewensoh te resultaat geleid hebben en dat de Cenralc Mogendheden hier het initiatief hebben geno men. De Entente heeft de voordeelen van eox vtorrassenden aanval en van het initiatief ver loren. De fouten der geallieerden moeten goed gemaakt, worden. Misschien is het nóg moge lijk. Men mag het hopen! Hot oogenblik dei verrassing echter is voorbij." 2DE JAARGANG VRIJDAG 10 NOVEMBER 1916 NUMMER 5 S REDACTIE: GEBOUW „ST. BAVO" TELEFOON 49 DAG VAN DEN VOLKSBOND. Aanstaanden Zondag is het voor onzen Volksbond, een vierdag. Des morgens om zeven uur is het in de kerk van het. Heilig) Hart aan het Kleverpark een plechtige ge dachtenis-Mis voor de overleden Donateurs en Leden. De ZeerEerw. Heer Borsboom zal een woord van Roomsehe bemoediging spreken en alle Leden zullen ter Heilige Tafel naderen. Het Hoofdbestuur is er van overtuigd, dat men in groote getale zal opkomen om daardoor te laten zien, dat wij leven in de'gemeenschap der Heiligen. En des avonds is er óók om zeven uur in dezelfde kerk een plechtig Lof ter eere van den H. Willibrordus. Dit Lof zal loor drie Priesters gecelebreerd worden, terwijl do 'WelEerw. Heer Mets de feestpredikatie zal houden. Natuurlijk zal des avonds ieder een weer present zijn en daardoor duidelijk blij kén, dat wij niet alleen streven naar stof-' felijke verheffing, maar eveneens naar zede lijken vooruitgang. In beide plechtigheden is de Kerk ge heel en al gereserveerdvoor den Volks bond. Mén wordt daarom beleefd verzocht van voor af de rijen te vullen en niet'ver spreid te gaan zitten. Bij het Communicee- ren gaat het rij voor rij, door het midden pad naar de Communiebank en terug- koerende langs de zijpaden. Er is nóch des morgens, nóch des avonds plaatsgeld, met andere woorden, de plaatsen zijn in de heele kerk vrij. Helpt het vanavond en morgenavond nog eens aan elkaar herin neren. Hoe meer volk, hoe beter de plech tigheid slagen zal. K1DG EENS: DE SPAARKAS. Wij ontvingen van het Bestuur der Spaar kas een gewaardeerd sohrijven, waarin te kennen gegeven wordt, welke pogingen reeds zijn aangewend, oin den bloei der vereenigïng te bevorderen. Uit dat schrij ven blijkt voldoende, -dat het tegenwoor dige bestuur steeds vol ijver was om naar middelen te zoeken, die den vooruitgang konden doen toenemen, hetzij door het ver schaffen van goedkoop schoeisel, hetzij door het instellen van een spaarzegel-systeem. Hoezeer het bestuur voor deze pogingen oolc allen lof verdient, toch zien w-> niet in, dat er bezwaren zouden zijn om nog wat jonge krachten aan het bestuur toe te voe gen, al was het maar alleen om deze reden, dat we niet eeuwig kunnen blijven leven cn we, ieder op zijn tijd, plaats inoete'n ma ken voor het nieuw geslacht, dpi na ons aan de beurt komt. Ook de Kerkhofstraat wordt in het schrij ven der Spaarkas nog even genoemd. Wij willen nog eens openlijk herhalen, d.at we niets dan lof hebben voor het Bestuurslid, die geheel belangeloos een deel van zijn woning beschikbaar stelde tot opslagplaats van de levensmiddelen-voorraad der Spaar kas. En dat niet alleen. Maar hoe hij daar enboven zeer dienstvaardig was gedurende meerdere dagen om elk lid zijn aandeel uit te wegen, wat natuurlijk heel wat ge loop en last aan de deur veroorzaakt. Valt dit alles (het zij nog eens herhaald) zeer te prijzen in een der oudste bestuursleden der Spaarkas, en zijn er maar weinig men sehen te vinden, die zelfs hun woning in' dienst der vereeniging stellen.toch bljjft het onze bescheiden meening, dat do mo derne tijd andere eischen stelt en dat men tegenwoordig de coöperatieve instellingen wat grootscher voor den dag wil laten ko men. Men wil in onzen tijd, dat de bestelde voorraden afgewogen en verpakt thuis bij de Leden worden bezorgd. Zoo gaat het ook in alle ferme coöperaties. En waarom zou dan de Spaarkas ook dien weg niet) kunnen opgaan? Het derde punt in genoemd schrijven aan gevoerd is de publiciteit. Hierin moeten we tot onze spijt van meeuing verschil len met het bestuur der Spaarkas. Want) het komt ons voor, dat de coöperatieve instellingen van den Bond een algemeen Bondsbelang raken en dat dus allen le den van den Bond recht hebben om te we ten, wat er in die instellingen omgaat. „De Damiaatjes" zijn onzes iuzins de aan- gewezèn plaats om de léden op de hoogte to brengen van de gewichtige aangelegen heden in onzen Bond. Zoo alleen kun nen wij de algemeene belangstelling be vorderen, zoo alleen kunnen wij gedaan krijgen, dat allen gaan meeleven met de Spaarkas en met andere instellingen. Ta meer daar we de personen steeds buiten spel laten en aileen de zaak zólf ter snralcö gebracht wordt. BESTUURSRAAD, Op den Bestuurraad van den Volks Lono* die aanstaande Woensdagavond bijeenkomt, is weer heel wat aan de orde. Punt 1. Ver slag der distributie-commissie. Punt 2. In stellen van een Studie-commissie tot het voorbereiden en ontwerpen van adressen, verzoekschriften en dergelijke. Punt 3. Op richting van een Retraitefonds. Punt 4. Be spreking van den 3-daagschen socialen cur sus in de komende Adventdagen te hou den. Punt 6. Voorstel Hoofdbestuur de re- öglementsherzieniiig voor eenige maanden stop te zetten en het zittende Hoofdbestuur nog een halfjaar te laten zitten. Men ziet stof genoeg voor eeli vruchtbare vergade ring. Laat dan ook dezen keer geen enkele onder-afdeeLing op het appèl ontbreken. AGENDA GEBOUW) ST. BAVO. Zaterdag 11 November. Witte Bisoscoop. 8 uur. Zondag 12 November. /Witte Bioscoop 2 48 uur. Zouaven 6 uur DAG VAN DEN YGLKSBOND. Maan dag 13 November. Cursu3 Boekhou den 8 uur Prop. Club-Kiesvereeniging 8i/a uur Esperanto 8 uur Ondersteu ningsfonds 8Va uur Leden kleermakers 8Va uur. Leden Stucadoors 8 uur. Dinsdag 14 November. Vrouwenbond 8 uurPatrimonium 8 uur Leden Timmer lieden 8 uur Leden Haven en Trans port 9 uur Bestuur Metaalbewerkers 81/» uur Bestuur Bloemisten 8 uur. Woonst lag 15 November. Commissie Stem plicht 8 uur. Zangkoor Maria-vereenigiug 8l/a uur Bestuursraad Volksbond 8V* uur. Dtonderdpg 10 November. Particulier lO'/a uur Volkszang, 8 uur Coöperatie-Com missie 8i/s uur. Vrijdag 17 November. \Waschindustrie 8 uur. Leden Meubelmakers 81/» uur Lo den Metaalbewerkers 8»/» uur. NOTA. Om in deze Agenda vermeld te worden, moet men uiterlijk Donderdagavond 9 uur zijn zaal besproken hebben. Onder afdelingen van den Volksbond kunnen des Zaterdags nè 8 uur geen zaal meer be spreken. I Victoria knikte. Ik voor mij houd daar geen rekening mee, want de man is een gentleman, even goed als ik, daarom héb ik enkele belecld- heden bewezen, hij mijn eerste verblijf al hier, aan den cmgelukkigen jongeman, die de eigenaar is van de „Solitude. Waarom oom Omdat zijn godsdienst hem buiten alle kringen sluit en buiten iedere staatébetrek king waarop hij volgens zijn géboorte zeker recht zou hebben en door menigeen wordt hij schuins aangekeken. Geen protestant zoude hem zijn dochter tot vrouw willen geven en indien een me ie je dwaas genoeg ware een clandestine huwelijk aan te gaan, de deuren der gegoede families zouden voor haar gesloten Wijven. Ralph Merton zweeg, om zijne gedachten des tc heter ingang te doen vinden bij zijne nicht; hij wist dat zij hun doel niet zouden missen. Je moet- je niot kwellen, kindlief, wat die ontdekking aangaat, ging hij voort. Mor gen ga ik zelf naar ,den jongen FitngeraM en zal hem alles verhalen. Het feit, dat je een stom gehoord hébt, meen 'lik, laat ik aan je zelf over om te onderzoeken. Aan het elot van deze woorden gevoelde Victoria tot hare voldoening, dat zij tocih niet behandeld werd als iemand, die- niet 'verantwoordelijk is voor ziine daden en ih staat geacht wordt zelf alles na te voreohen. Een aangename verrassing wachtte Denis, toen hij den volgenden avond, terugkomende van zijn werk, een oogenblik voor een der ramen van „the Bower" stilstond om zijne moeder te begroeten. Het licht brandde op de theetafel, waarop de zilveren trekpot en het Chineesche service stonden; bij den haard zaten tegenover elkaar Mrs. Fitzge rald en Ralph Merton. Zij zaten met den rug naar Denis gekeerd, maar hij kon duidelijk zien, dat zij in een druk gesprek waren, meer dan eens hoorde hij den helderen lach zijner moeder. De jongeman vond Tabby met ha ren besten zwarten zijden boezelaar aan; zij stuurde hem weg om zijne banden te was- schen, er bijvoegende: Master Denis, u moet nw andere jas aantrekken, zij behandelde 'hem nog altijd als een schooljongen; hij be greep niet, wat dit alles te beduiden had. Toen Denis naar Ralph Merton ging, om hem te verwelkomen, herinnerde deze zidh eensklaps bet eigenlijks doel van zijn bezoek. Het visioen, waarvan Victoria hem ver haald had, bad zeker indi-nk op hem go- maakt. Het herinnerde hem aan do priester lijke figuur, die hij zelf bij da Albdij gezien had en die er zoo onstoffelijk uitzag, en hijgeloovig als hij was in alles wat boven natuurlijke zaken betrof, betrapte bij er zich zélf op, dat hij daar dikwijls mee beeig was. OVordt veryoludJ-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5