MESNE mill CltlUT
DE OOHLOO
ROND DE LITURGIE
Zaterdag il Nov. - Derde Blad
ÉgUïEMEÜ' UIT HONOLULU
Een Bedelbrief.
Neen, mevrouw, u behoeft zich niet achter het
gordijn te verschuilen en de dienstmaagd te Ver
wittigen, indringerige bezoekers kond te doen,
dat u niet thuis bent en dat nog wel zonder
jokkerijtje, wamt hoe kun je je nu toch in vredes
naam thuis voelen in je eigen huis als je je niet
vrij bewegen kunt, maar achter een vodje kant
moet wegkruipen?
Pardon, mijnheer, uwe handen behoeven zich
niet in koortsachtige gejaagdheid naar uwe
broekzakken te begeven om die goed te bewaken,
uiit vrees dat het slijk der aarde, met zilver of
goud afgezet, er uit zal moeten rollen.
Dezen keer kom ik eens bedelen voor een beetje
geld, dat iedereen kan geven, maar wat gewoon
lijk slechts beloofd wordt en verder in den slof
laakt: een gebedje.
AM» het waar dat we zonder dat slijk der
«arde toch mqgr niets kunnen uitrichten, hetIs
niet minder waar dat we zonder bidden nog veel
meer naar achteren raken; met al 't geld der
wereld kunnen we den Hemel niet koopen, met het
gebed wel.
Sinds fk hier in dat heerlijke „Paradijs der
Sacifiek" rondflaneer, ga ik steeds meer en meer
katholiciteit der Hollanders hooger schatten,
dan toen ik nog daar was; de degelijke Holland-
schs katholiek zou hier voor een heilige kunnen
doorgaan als hij tenminste doorgaat te leven
ïooala hij in Holland deed. Vandaar dat mijn
ideaal van heiligheid ook al veel verlaagd is en
ons voornaamste streven wordt: de katholieken
(want met hen moeten we beginnen) katholiek te
maken, en telkens als je ze een beetje dichter bij
Wb verlieten Metz niet zonder ook daar een
lazaret to zien. Op het terrein eener gesloopte
vesting die in den tijd van Frederik den Groote
gebouwd was, -verheft zich ht>t nieuwe garni-
zoensiasaret, dat juist voor den oorlog klaar
kwam, met bedden voor 600 man, waar letter
lijk allea wat de nieuwste eiscüen dor hygiëne
omvat, vereenigd is. ij; die reed» in alle gxoo-
co steden van Duitschland gewonde soldaten in
de modernste ziekenhuizen, dat ware palei
zen zijn, zagen, kunnen ons in dit opzicht over
niets meer verbazen. Wij eonstateoren slechts
alles is er wat wij ook elders zagen.
het katholicisme ziet komen, gaat er een dank-
gebedje ten Hemel op. Maar hoe dikwijls is dat?
Ik vind dus da Hollanders en vooral de Haar
lemmers heel aardige menschen. maar met een
beétje meer naastenliefde zou ik ze nog veel hoo
ger schatten. Bc heb zoo'n idee dat de gebeden
te veel tot Holland beperkt blijven en dat zou
beter kunnen worden. Want het geld moet „in
omloop zijn" zegt 'men en de dubbeltjes moeten
„rollen" zoo ook met onze gebeden, die moeten
ae heele wereld over gaan, naar behoefte. Want
overal is Christus? Kerk, is onze Kerk en het is
niet mooi, om alles in onze Hollandsche zak te
steken en bedelaars van vreemde landen te laten
gebrek lijden
Het is geenszins mijne bedoeling' de gebeden
voor de bekeering van Holland's geloovigen te
verminderen, dat zou niet rechtvaardig zijn, want
ook detér is helt broodnoodig en op die manier
zou ik het met Holland's geestelijkheid aan den
stok krijgen en daar heb ik het niet op.
Oe kunt heel goed voor de Missies bidden
zonder uwe gebeden voor Holland te verminde
ren. Is er iemand die niet eiken dag een paar
minuten verliest door te soezen, suffen of gewel
dig na te denken wat hij nu wel eens zal gaan
doen Besteed die paar minuten eiken dag er aan
om voor de Missie te bidden en ze zijn niet ver
loren. Kunt ge niet een keertje meer te Communie
gaan dan nu en die H. Communie aan God
opdragen voor de katholieke bédelaars In de
Missie die er veel treuriger aan toe zijn dan
gij? Kunt ge niet een sigaartje minder in rook
en asdfcdoen opgaan, een brokje gespoten choeo-
laad, een kletskopje minder eten,-in één woord
eene kleine versterving doen op Vrijdag, Zater
dag of eiken dag, voor uwe geloofsgenooten, die
daarvan nog geen benul hebben?lEn als ze een
maal de kies van verstand gekregen.hebben, zal
iet» van éten stijf vïn gfeWonSen, Sep opéen-
hoeping van menschen, die al naar gelang
van hun lichamelijken toestand en de soort
hunnen talenten, weer verdeeld en geschift
zfjn.
L'ERSPRESUE &ER3CHTEI9
'het eene aangename plicht voor me zijn ze u met
•gejijke munt te doen betalen. Kunt ge 's Zondags
niet een Misje meer bijwonen of naar het Lof
gaan. Zoo niet kunt ge niet wat meer aandacht
schenken aan God en wat minder aan de men
schen? Kunt ge niet wat meer moeite doen niet
in slaap te vallen onder de preek? In één woord
kan uw Mishooren niet met wat meer devotie en
ijver geschieden dan nu, zoo nidt ter uwer wille,
dan tenminste als offertje voor die arme schapen
hier?-
We zeggen hier: „waar een wil is is een weg,"
en in Holland: „een man een man, een woord
een woord."
Als we iemand niet willen schrijven of geen
zin hebben, is het altijd: „ik heb geen tijd," of
schoon we-heel goed weten en voelen dat dat
maar een uitvluchtje alias leugentje is. Zoo ook
met onze gebeden en verstervingen. Het is niet
de tijd, die ons ontbreekt, noch de gelegenheid
maar dewil. Die wil zal kolossaal sterk en
scherp moeten zijn als we in 't vagevuur vertoe
ven, maar dan is het te laat en moeten we ode
maar onzen tijd afwachten, zooals we hier ande
ren lieten wachten, pm u dus werk in overvloed
te geven voor de Missie zonder een cent uit uwe
zak te halen en u in de gelegenheid te stellen
uw vagevuur te verkorten door goede werken, zal
ik a nog eens een ideetje geven van de innig-
treurige onwetendheid, zelfs in geloofszaken, der
katholieke Portugeezen mijner parochie.
Dat de dames en heeren Portugeezen die hier
rondflaneeren, bijgeloovig zijn aangelegd, had ik
al meer dan eens gehoord. Zoo zeggen ze b.v.
dat je 's avonds na zessen niet meer 't huis moet
vegen of de kamer uitbezemen want dan veeg
je God uit de kamer: op Vrijdag moet je geen
nagels knippen, want Christus stierf op dien dag:
als een van je familieleden sterft, mag je je plet
GORLOGS-ALLERLEI
schrfren gedurende eene week. Ook mag zoolang
het lijk hoven aarde staat, yolstrekt niet geveegd
of gekookt worden in huis, dat moet buiten ge
schieden en nog meer dergelijken onzin, waar
aan zij meer geloof, hechten dan'aan hunne Cate
chismus, die zij gewoonlijk niet kennen.
Dat zij echter zóó ver zouden gaan 20, 40, jai
60 dollars te geven om van zielen hunner familie
leden bevrijd te worden, die hun 't leven onaan
genaam maken of de oorzaak zijn hunner ziekten,
is het toppunt van malligheid, die i'k ooit géhoord
heb en toch heeft dat ongehoorde feit hier eenige
weken geleden plaats gehad.
Op een goeden Saterdag kwam er hier een
man naar de kerk, die uit Honolulu beweerde te
komen. Hij "ging te biechten en te Communie en
kwam eiken dag de H. Mis bijwonen, wat ik heel
aardig vond. Hij vertelde mij dat hij alle luidjes
aanspoorde eiken morgen naar de kerk te gaan
en praatte nog veel meer over mooie dingen,
maar daar hij nu eenmaal Portugees was, ge
loofde ik er maar de helft van en het kwam me
zelfs verdacht voor zóóveel geloof hier te ont
moeten. Den 15en Augustus had ik voor mijn
doen nog een aardig getal parochianen bij elkaar
getrommeld voor de Mis en eenigen kwamen zelfs
om wijwater, wat mij zeer aangenaam aandeed
Ik beschouwde dat als eene groote vooruit
gang van het geloof mijner schapen. Ook onze
beste vriend was onder dat getal, ofschoon ik
wel dacht: wat moet die man niet een flesch wij
water voor die paar dagen dat hij hier Is. Maar
daar de pastorie geen politiebureau is, vertrou
wen we iedereen, totdat wij andere reden hebben.
Het werd hem dus gegeven.
Een paar dagen later wilde hij naar eene
andere plaats van mijn district gaan waar ik
ook juist heen moest om Mis te doen. ik presen
teerde hem in miijje auto te stappen (een
paard is te duur in oorlogstijd en te langzaan;)
en met mij mee le gaan, waaraan natuurlijk met
graagte werd voldaan, 's Zondags kwam hij weer
in de kerk en vroeg aan me, hoe laat de Mis kon
zijn den volgenden dag.*,,Half zeven," zei ik,
o dat is 'bijna middernacht en te vroeg (in Ki-
lomea was hij altijd present op denzelfden tijd).
Mijnheer kwam dus niet.
Tien.dagen na zijn vertrek kwam een Poriu-
géesch vrouwke bij mij binnenstormen en zeida
me dat ze kwaad was op die en die vrouw, die
de ziel harer moeder beschuldigde de oorzaak ia
zijn van den dood des 'echtgënoots van vrouw
no. 2. Ik begon eens hartelijk te lachen en zei
haar, maar kalmpjes naar huis te gaan, want dat
de ziel harer moeder, die al zoovele jaren dood
was, wel wat anders te doen had dan menschen
te komen doodmaken. Maar madammeke was nog
niet tevreden, en om zich te wreken op onzen ge-
liefden en vromen Portugees, zei ze mij dat iiij:
't verteld had, mij tevens een boekje van hem
opendoende. En nu kwam ik er achter dat onza
vriend niets anders dan een waarzegger en zie-
lenverdrijver was. Bijna al mijne geliefde paro
chianen, die ik juist wat meer begon te bemin
nen om het harde leven, dat zij hebben en dat zij
toch tamelijk goed dragen, bijna allen waren z«
naar dien mijnheer geloopen om raad en gena
zing en dat niet voor een grapje, maar uit hocw
gen ernst, waarvan het bewijs is dat ze ondank»
hunne armoede, daar tot 20, 40 of 60 dol
lars betaalden.
Zij verbeeldden zich door eene afgestorven ziel
hunner familie of kennis te worden lastig geval
len. Daaraan werden toegeschreven slapelooze
nachten, ziekten enz. en daar een priester hen
daarvan niet kan genezen omdat hij niet gecon
sulteerd wordt of omdat hij er mee lacht, moesj
van zulk een gelegenheid worden gebruik ge-.
EEN ÉNGELSCH OOR
DEEL OVER DUITSCH-
LAND'S ONVERNIETIG
BARE KRACHT.
De „Nation" verbaast rich over de onuitput-
telyklieid van Duitschland. U»t nummer van
21 October bevat een artikel, waaraan, wij al
een en ander hebben ontleend, inaar dat wij
belangrijk genoeg vniden om er nog meer uit
te ver tal an, omdat dit artkiel van Engelsohe
rijde zuik een nuohteren kijk geeft op den mili
tairen toestand van de oorlogvoerende partijen.
„Toen de Kussen den eersten slag van hun.
groot offena ef leverden en een bres in de vij
andelijke linies in het Oosten sloegen, terwijl zij
het ingewikkelde loopgraivensysteem en zijn ver
dedigers wegveegden, opende, de verbeeldings
kracht ons een schoon verschiet. En toen tijdens^
dén springvloed van het Russische offensief do
Engeisch-Era0selle aanval losbrak en. kort daar
na de Italiaansolie opmarseh aan de Isonzo be
gon en het leger in Saloniki ontwaakte en.R06"
menië aanvuurde, scheen de eindelijke neder
laag van Duitschland met snelle schreden te
naderen. Reeds waande men het oogenblik na
bij, waarop men den vijand grootmoedige, maa^
niet te grootmoedige vredesvoorwaarden zon
stellen. 1
Het optimisme was een goede steun, zoolang
de vijand nog overwegend in demeerderheid
was. Nu eehtör kunnen wij de feiten reeds m
de oogen zien. Wij staan in de z7st© oonogfo-
maand en voeren het vierde Entente-offensief
(het vijfde zelfs, wanneer men het Russische
Juli-offensief mederekent). Bijna twee maan
den geleden is het, sinds de Entente een verster
king van bijna een millioen man kreeg. Vene
tië toonde zich even ongastvrij als Verdun.
Nog geen twee maanden geleden werd een
uiring van Hindenburg gepubliceerd, volgens
w,..;0 het een „wanhopig plan zou zijn, de
linie ten zuiden van Pripet te herstellen. Het
Westelijk offensief sprong ryfilmisch, vooruit,
ondanks d» tegenaanvallen, die zeldzamer en
zwakker werden. En toch ia thans de toestand
geheel veranderd. Het Oostelijk front is niet
alleen weder geheel hersteld; het is aelfs zoo
sterk, dat het onophoudelijke en heldhaftige
gebeuk van onze Russische bondgonooten het
doet wankelen noch wijken. De tegenaanvallen
in het Westen zijn weer talrijker en heviger
geworden. Het leger te Saloniki rukt slechts
met zooveel kracht op, dat daardoor het zenden
van versterkingen naar de Dobroedsja verhin
derd wordt, echter niet voldoende om den vij
and daar te verzwakken. Tenslotte ia thans een
plan opgevat, welks uitvoering aan twee dei*
meest bekende Duitsche generaals is toever
trouwd, namelijk het land van onza jongs ten
bondgenoot binnen te rukken en te veroveren.
Op twee plaatsen is de inval reeds geslaagd.
Ons daal was, de strategischs bewegingsvrijheid
der Cent ral en te vernietigen. Hebben wij dat
gedaan
Uit alles blijkt, dat de vijand nog den wil,
nog de energie heeft om een zoo gewaagde
onderneming als den inval in Roemenië te be-
binnen. Terwijl wij den grootst mogelijken druk
op alle fronten uitoefenen, kan hij nog een
nieuw offensief ontwikkelen! Voor Roemenië
aan den oorlog deelnam scheen hij niet'in staat
tot zulk een braveur-stukje. Maar, nu de nieuwe
bondgenooten ons versterkt hebben, zien wij
den vijand het onmogelijke volbrengen.
Hef gewapend ingrijpen van Roemenië heeft
Duitschland de mogelijkheid geopend, een groot
deel van de werking onzer blokkade wat koren
en petroleum betreft, op te heffen. Een goed
geslaagds inval en het neerslaan van Roemenië
zou bovendien een nieuwen weg naar het. hart
van Rusland openen. Het zou de linie die de
vijand thans te verdedigen heeft, dermate ver
korten, dat ieder verlies daartegen volkomen
zou opwegen.
In de geestdriftige stemming der laatste
maanden is men maar al te graag geneigd ge
weest, te vergeten, dat de vijand meer gebied
bezet houdt, dan ooit tevoren. Hij beheerscht
den weg naar het Oosten, die Berlijn verbindt,
met Begdad, en heeft Koerland, Polen, groote
stukken van Rusland, België op eene kleine
kuststrook na, en de belangrijkste deelen van
het Fransche industrie-gebied veroverd.
Daartegenover staat, dat wij bezit hebben ge
nomen vhn al zijn koloniën en hem handel en
levensmiddelen aanvoer hebben afgesneden. Ala
hij erin slaagt, aan al zijn fronten de'krijgsope
raties weer tot eten „stellingsoorlog'' terug te
brengen, zal de kracht die het ons kost om
hem terug te drijven, in een dergelijke wanver
houding komen te staan tot de snelheid van
onzen opmarseh, dat hij in de gelegenheid zou
zijn, een vrede af t® dwingen, waarbij Bepaalt
wordt, dat da veroverde streken tegen elkander
worden ingeruild."
ONDER DUITSCHE GE
WONDEN.
Aan het station zagen wij voor ons vertrek
ook nog het een en ander wat op de nabijheid
van het front wijst. Hier zijn wij nog op een
afstand van slechts 1 kilometer van het laatste
kanon en het oorlogsland drukt zijn stempel,
op menschen en dingen. Hier leeft men onder
den constanten druk van het gevaar van boven,
dat levens van burgers vernietigt en puin over
de straten strooit, onder den druk van het ka
nongebulder welk3 klanken de wind hierheen
draagt, soms sterker, soms zwakker; doch hoor
baar bijna steeds.
Het station zelve vertoont allerlei bijzonder
heden in verband met de legermassa's* in de
buurt. Ilier staat eeu' ontluizingstrein waar
600 man dagelijks gereinigd kunnen worden
en die, al naar de behoefte, Kier aaneengekop-
peld en naar liet front gezonden wordt. Daar
staan do treinen met R geteekend (Ruhr), I
(Typhus) en met K. G. (KUegsgefungene), al
les streng van elkaar gescheiden. Een met zand
zakken dikgewatteerde ruimte onder het per
ron is zooveel als de bomvrije kelder, het toe
vluchtsoord bij vliegeraanvallen.
Wij zetten onze reis voert en kwamen t®
Frankfurt am Main. In den restauratiewagen
van den D-trein troffen wij toevallig Excellen
tie von Sclijerning, den chef van den gezond
heidsdienst voor het leger, met zijn adjudant,
die van de Somme komend voor zijn reis naar
den Balkan neg allerlei bezichtigingen onder
nam en naar een congres in Heidelberg ging
waar over maatregelen tegen de .zoogenaamde
oorlogsnephritis, een nierenaandoening van
bijzondere soort, verhandeld zou worden. Dien
avond gebruikten wij een gezamenlijk souper
in Franfurt's Kaisorkeller en bij deze gelegen
heid vernam ik ©enige details over den ge
zondheidstoestand der troepen die ik hier weer
geven wil.
De tetanus, dia gedurende den strijd in
Champagne vooral in hek beginvele of
fers vergde wijl men, de kennis omtrent dit
geïnfecteerde terrein missend, dat reeds in
vredestijd de Fransche dokte ra door aarum-
behandeling bij het geringst© letsel der huid
noodzaakte, niet genoeg voorzorgsmaatregelen
getroffen had is men nri zoo goed ala te
boven daar tijdige inspuiting hier meestal
helpt. Cholera heerscht eveneens haast niet on
der het leger." Daarentegen is aan het westelijk
front een nieuwe onaangename infectieziekte
opgetreden, de zoogenaamde gasbrand, die ook
door een in de aarde levende bacil ontstaat,
slechts door krachtig chirurgisch ingrijpen te
behandelen is en veelal doodelijk afloopt.
Ais een kleine afwisseling was ons voor den
Zondag een tochtje naar het sanatorium voor
reeonvalsoente officieren te Königstein in den
Taunus beschoren. Op rotsen, met bosschen. be
groeid die vlamden in de heerlijkste herfst
kleuren ligt dit complex van villa's met het
prachtige u/itzioht in de blinkende vlakte tot
over de stad Frankfurt heen. Het is particu
lier bezit van den Keizer, die het voor dit
doel afstond.'Als een toeken des tijds en tevens
als oen bewijs van de volledigheid der Inrich
ting zjj nog vermeld dat alleen het koperen
keukengerei, dat men ook hier op het altaar
das vaderlands offerde, 4000, mark opgebracht
heeft.
Offenbach gold vervolgens nu ons bezoek. De
naam dezer fabrieksstad, waar ©en middenstad
zoo goed als ontbreekt, is vrijwel beleend door
de fijne en zeer gezochte lederwaren die hier
in vredestijd vervaardigd worden. Nu zijn deze
fabrieken grootendeels gesloten terwijl het de
gewonden zijn die uit het toegewezen leder in
deze werkplaatsen, die reedis een bijzonderen
naam gekregen bebben in Duitsohland, de prak
tische dingen van dagelijksèh gebruik maken
zooals portefeuilles, tasohjes en' portemonnaies,
ook in oorlogstijd onontbeerlijk.
Een gnnschen cursus voor kunstnijverheid
heeft de chirurg professor Rebentlsch, wiens
vader officier van gezondheid in het Ned'er-
landscha leger was en die oen gedeelte zijner
jeugd in ons vaderland doorbracht, hier met
behulp van den Kunstgewerbler professor Eber-
hard ingericht. De 16 afdeelingen met 165O0
bodden in het geheel, wier middelpunt het
stedelijk ziekenhui» vormt, hebben tezamen
Op de akker» werken de mannen met kunet-
beenen en armen en hanteeren spade en zei».
Gewonde officieren vormen den leerarenataf.
Reed» op het ziekbed' beginnen bezigheden en
oefeningen en de gewonden werken met heit
verband aan nog voor de wonden genezen zijn.
Zo spoedig mogelijk wordt werk verschaft. In
de lazaretten van Offenbach hadden reeds 320
verschillende werkgevers voor werk gezorgd en
aan loon wérd reeds moor dan 200.000 mark
betaald. Dit alles is niet slechts oorlogsindu
strie, doch het heeft d© dubbele werking dat
een aantal bedrijven in het vaderland niet
zwaar lijden door het gebrek aan arbeidskracht.
En niets bevordert het herstel dér gewonden
zoozeer als'deze arbeidstherapie.
Raad bij de beroepskeuze wordt hier gegeven
en een arbeidsbeurs zorgt voor geschikte posi
ties in het vroeger door gewonden uitgeoefend
of wel in een nevenberoep. Men deed daarbij
de ervaring op dat de leeftijd van 35 jaren de
gemiddelde grens is waarop het aanleeren va,n
een ander vak nog goed gaat. Het overbrengen
van do hanteeringen der verloren rechterhand
op de linker gaat steeds snel en betrekkelijk
gemakkelijk. Wij zagen hiervan verschillende
voorbeelden in allerlei vakken.
Tarief voor leugentaal.
Men schrijft ons
De te Genève verschijnend© „Independanc©
Heivetique" gééft heti volgende tarief vloer
leugenachtige berichten in de dagbladen van
Fransch-Zwitserland, vastgesteld door de Fran
sche propaganda-commissie:
Voor een artikel over hongersnood in
Duitschland, 30 franc». Voor een soldatenbrief,
die laagstaand moreel bij de Duitsohe troepen
bewijst 20 francs. Voor een beschrijving van
de beschieting van de- kahedraal van Reims 30
franoa. Voor een herinnering aan den alag bij
de Marne 8 francs.Voor een verhaaal van oproer
in Berlijn 50 francs. Voor een verhaal van op;
roer in een andere Duitsohe stad 26 francs.
Verhaaltje over een afgesneden hand of voet
8 francs. Berichten ovor den dood van den
kroonprins of van den Oostenrijksclien keizer
80 franos.
Nieuwe uitvindingen van gruwelen en Da.iv
baarsclikeden worden bijzonder hoog gehono
reerd. Zou de „Telegraaf" niet eens een derge
lijk tarief voor Nederland willen opzetten?
De Duitsche loopgraven.
In da „Giornal© dTtalia" vertelt Galza Be-
dolo yan de schitterende techniek der Duit-
sohers in het aanlèggen van loopgraven.
„De Dnitschers verstaan uitnemend de kunst,
zicli te verschansen, ja, zij zijn daarin zelfs nu
nog de meesters, van wie da Entent© Mogend
heden leerem. Hun overleg op dit meest belang
rijke onderdeel der moderne tactiek is gegrondt-
vost op een uitstekende theorie, gepaard aan
een niet minder volnftaakte pratcijk. De Duit-
sehers hebben hun loopgraven weten op te voe
ren tot die hoogte dér vestingen van vroeger.
„In den loop van den oorlog zijn zij van tijd
tot tijd in deze kunst vooruitgegaan, zoodat
thans een hunner loopgraven niet ia te ver
overen, alvorens haar met geschutvuur van
den aardbodem te hebben weggevaagd. Daartoe
echter zijn veldslagen noodig, die dagelijks mil-
lioenen gelds en duizenden menschen! evens kos
ten. De Duitschers hebben het eerst de buiten
gewone waaidle de>r loopgraven begrepen; on
der hun handen rijn rij geworden tot een oniin-
neembaar verdedigingswerk.
„Dat de Duitsche loopgraven aan do Somme,
deze meesterwerken van krijgsbouwkunde, na
een wekenlang bombardement todh veroverd
konden worden, ligt slechts hieraan, d:at tegen
over hun tactische sterkte oen strategische
zwakte stond (de gesteldheid van het terrein)
want de Somme was voor de verdediger» het
zwakste punt van het gehoole westelijke front."
Modder in de loopgraven.
Een kapelaan aan het front zegt het Volgende
in een brief aan de „Tablet"
„In het eind van Augustus heb ik vior dagien
lang leta gezien dat ik nooit te voren had ge
zien en dat aan den slag aan den IJzer herin
nerde.
Op zekeren dog was er een geweldige regen-
storm over de streek losgebroken. In een half
uur tijds waren de loopgraven en verbindings
loopgraven in kanalen veranderd, wiaar het
water en de modder drie voet hoog stonden.
Mijn taak hnaoht mede, dat ik hoe dé omstan
digheden ook waren da ronde deed, zoodat ik
gewoonweg modderbaden nam en mijn broek
zakken bjj eiken stap, dien ik deed, vol liepen.
Als men zoo door die dunne modderbrei liep
stuwde men een soort deining of golf voor zich
Hjj de hoeken_der^verbindingsloopgraven
brak1 en wéér terugliep, waarbij men tot het
midden doornat werd."
EEN INKWARTIERING IN
EEN NONNENKLOOSTER.
In de „Month" geeft John Ayscough in zijn
rubriek „Franach en Engelsoh" het volgend ver
slag van ©en inkwartiering in oorlogstijd.
De botten van „den Oude" waren zoo stijf
als de staak van een vogelverschrikker in een
bevroren veld, toen. hij ©n rijn afdeeling St. J.
binnen marcheerden, een gerekt, tochtig dorp,
mot een lange, uitgestreken kerk, zonder kapel,
transept of schoot, om de eentonigheid van de
Mode baksteenen muren te breken. Aanvanke
lijk werden wij in de school ingekwartierd en
hier zetten wii ons aan het avondmaal, opge
diend op de schoolbanken en lessenaars van de
kinderen. Wanneer het maal voornamelijk be
staat uit soep, is een schuin afloopend© lesse
naar nu niet juist een ideaal etens-tafel en
bestaat er gevaar, dat er van het bord meer
in je schoot valt dan in je mond. Maar 't ge
luk wilde, dat er in het dorp een nonnenkloos
ter was en de vogels brachten het bericht van
onza komst uit. Prelaten zijn zeldzamer vogels^
in Noord-Frankrijk en in Vlaanderen dan de
bekende overbrengers van nieuwtjes. De non
nen -voelden zich pijnlijk geschokt toen rij
hoorden, dat er in het schoollokaal een prelaat'
zat, berig soep te lepelen uit een scliuin staand
bord en er verscheen een deputatie ter plaatse
on^te zien, wat er van liet geval waar was. „Ma
Soeur", zag dat het gerucht gegrond was en
voelde zich meer dan ooit geschokt. „Hieraan,"
zei ze, „moet een einde komen l" „Ik kan moei
lijk in mijn ééntje naar 't klooster vejhuizen,"
pleitte de aanleiding tot de rustverstoring. „De
officieren moeten bij plkaar blij ven." „Dan moet
gij allemaal naar 't klooster komen?' besliste
„Ma Soeur". En zoo geschiedde het.
Het klooster heette „M ai son St. Joseph" en
bleek zeer uitgestrekt te zijn. Wij allen vonden
er huisvesting, de soldaen zoowel als de offi
cieren. Wij officieren kregen als gezelschaps
kamer een groot, luchtig veitrek, waar wij,
volmaakt op ons gemak, ona vrij konden bewe
gen, lezen, brieven schrijven en eten. „Chut
ney" kreeg «een kleur, toen een non, in hagel
witte ^kornet-, een vlekkeloos tafellaken uit
spreidde en wij allen voelden ons sterk onder
den indruk, toen zij, zonder zelve de minste
aandoening te verraden voor eiken officier
detke. Inmiddels keken Leo XIH en Pius X
van den wand op ons neer met een glimlach
van volkomen verdraagzaamheid.
„Ma Soeur," merkt© de nou met de servetten
óp, „hoopt dat de~beeren -offioieren rich niet
zullen goneeren om te rooken, als zij hiertoe
lust gevoelen."
.„Vraag haar," fluisterde Chutney den Oude
in „of wij Bridge mogen spelen!"
De bevelhebber) de officier fronste de wenk
brauwen en begon reeds op ijskouden toon op
het ongepaste van zulle een verlangen te zin
spelen, toen het nonneke te kennen gaf, dat
er tegen kaartspelen hoegenaamd geen bezwaar
zou zijn. Een oogenblik later vertoonde si ah
„Ma Soeur" zelve om dit alles nog eens te be
vestigen en te zien, of het ons verder ajui niets
ontbrak. „Ik heb maar één verzoek," zei ze, „d©
heeren offioieren zouden mij verplichten, met
tegen negen uur hun kamers op te zoeken."
„Mijne heeren," zeide d© bevelvoerende offi
cier, „gij zult deze zaal lederen avond om 8.45
ontruimen."
„Pardon," bracht de over 't paard getilde
„Oude" hier dadelijk tegen in: „Ma Soeur"
3prak van 8.00."
Later in den avond hield de bevelvoerende
officier een klein toespraakje. (Hier rij aange
stipt, dat de man hij 't begin der oampagne
een neiging vertoonde om, bij wijze van kritiek,
den neus in den wind te steken, zoo gauw er
vau de Katholieke kerk gesproken werd.)
„Mijn© heeren," zei hij nu, „vergeet nimmer
dat gij door de groote goedheid dezer heilige
vrouwen, hare gasten zijt- Er zijn er genoeg
onder ons, die voor een huis als dit als vrij
vreemde gasten mogen gelden"bedenk hoe licht
wij haar meer overlast zouden kunnen aandoen
dan onze aanwezigheid hier al op zichzelf doet.
Verlies dus geen oogenblik uit het oog, bij wa,t
gij ook zegt of doet, waar gij rijt."
Ik ben er zeker van dat deze kleine verma
ning goed gemeend was en uit een innig-en
eerbied ontsprong ©n toch geloof ik, dat geen
van hen, tot wie ze gericht was en die er eer
biedig naar luisterden, die in 't minst noodig
had.
Overal in Frankrijk hoorde ik de Fransche
geestelijkheid en de Fransche nennen hetzelf
de "van de Engelsche^troepen en hunne officie
ren zeggen: „Ces bons Anglais".
„Sir," merkt© „de Oude" later tot den bovel-
hebbenden officier op, „ik ben er zeker van,
dat er in Frankrijk niet één non te vinden is,
die de Engelschen niet zou welkom heeten, als
de mannen die kwamen om in dezen oorlog rij-
ÖCCXXXIV.
KONINGSKRONING EEDSAFLEGGING
DES KJONINGS ZEGENING DES
AARTSBISSCHOP.
Na de vermaning des Aarlsbisschop3 legt
do Koning blootshoofds voor hem neer
geknield deze verklaring af: „Ik N.,
met Gods hulp toekomstig Koning N., ver
klaar en beloof voor 'God en Zijne En
gelen, dat ik altijd naar best vermogen
voor de wetten, de r eehtvaardigheii en den
vrede van de Kerk Gods en liet mij toe
vertrouwd^ volk zal zorgen, gelijk de raad
mijner getrouwen mij overeenkomstig Gods
barmhartigheid zal aanraden. Aan de Bis
schoppen van Gods Kerk zal ik den ver-
sciiuldigden en canouieken eerbied betui
gen en ongerept de goederen bewaren, die
door Keizer en Koningen aan de Kerken
geschonken en verleend zijn.. Gok de -Ab
ten, de Graven en mijne Vazallen zal ik
behoorlijk eeren volgens den raad mijner
getrouwen."
Nu raakt hij hét Evangelieboek, dat de
Aartsbisschop geopend voor zich houdt, met
beide handen aan, zeggende: „Zoo kelpo
mij God en deze heilige Evangeliën Gods!''
waarna hij voi eerbied -de hand des A arts-
bisschops kust.
Vervolgens staat de Aartsbisschop op, zet
den mijter af en zich keerend tot den ko
ning, die nog steeds geknield ligt, zegt'hij
het vo,lgend gebed, dat al de andere bis
schoppen, eveneens ongemijterd staande,
zacht met hem meebidden:
„Laten wij bidden, Almachtige, eeuwige
God, schepper van alle dingen, Heerscher
over do Engelen, Koning der Koningen en
Lieer der heerschers, Gij, die Abraham,
uwen getrouwen dienaar, deed zegevieren
over zijne vijanden, Gij, die aan Moz.-s
en Josuë, de leiders van uw volk, menig
vuldige* overwinningen hebt geschonken,
Gij, die den nederigen. David, uwen dienst
knecht, op den Koningstroon hebt geplaatst
en Salomon begiftigd hebt met do .onwaar
deerbare gaven van wijsheid en vredelie
vendheid, zie neder, zoo smeeken wij, o
Heer, op ons nederig gebed, stort den over-
ivloedshoorn uwer zege f ningeu uit over
dezen uwen dienaar N.,d ien Wij oiuler
godvruchtige smeeking tot Koning ver
heffen. Omring hem altijd en overal met
de kracht van uwe rechterhand, opdat hij
trouw ais voorzegde Abraham, zacht
moedig als Moz»s, sterk als Jozuë, nede
rig als David en wij3 als Salomon 11)
in alles behage en ten allen tijde onge
hinderd het pad der rechtvaardigheid be-
wandele. Moge hij ook, bepantserd met den
helm uwer bescherming, steeds gedekt door
uw onoverwinnelijk schild en omgord met
hemelsche -wapenen, over de vijanden van
Christus' heilig Kruis de gewenschte over
winning behalen, moge hij de vree3 voor
zijn macht onder hen verspreiden en in
blijdschap vrede brengen aan hen, die voor
U strijden. Door Ohristus onzen Heer, die
door de kracht des heiligen Kruizes de
helsche macht vernietigde en die na den
duivel overwonnen te hebben zegevie
rend! opsteeg ten hemel, in Wien is alle
macht, in ,Wien. da instandhouding van alle
rijk berust, door Jlem, die is de roem der
nederigen, het leven en het heil der vol
keren,, die met U leeft en regeert in de 'één
heid des H. Geestes God, door alle eeu
wen der eeuwen. Amenl"
aan-zjj met hun eisen soldaten te vechten."
In den loop der dogen, dat wü daar verbleven;
was het duidelijk genoeg, dat de liefdezuster!
van Sint Joseph niet minder ingenomen wa
ren met heur militaire gasten, dan die gas
ten reden iiadden tot orkenelijkheid voor hel
'warme welkom dat d© d© nonnen hun boden.
SCHETSEN UIT HET
OOSTEN
Een Duitsch soldaat, Ivurt Reber, zendt ui<
het Oosten kleine schetsen aan de „Vosa. Zeit."
die soms heal aardig de volken die daar vech
ten karakteriseeren. Hij vertelt:
In cfën avond zal een bestorming plaats vin
den. Reahts de lionveds, links de Duitsche ini
fanterie. Om drie uur 's middags begint de ar.
tillerie met de voorbereiding.- Een Oosten^
rijksch-Hongaarsehe motorbatterij built er af erf
toe tusechendoor. Zij schiet echter te ver. LU
sta op den waarnemingspost bij den batterij-
commandant van een -Duiteehe veldbatterij.
„Richtpunten, tien minder, vuur", wordt er ia
de telefoon gecommandeerd. Het schot viel
midden in de vijandelijke loopgraaf. Belangstel
lend ziet do Oostenrijksch© waarnemer toe., Ein
delijk, als de motorbatterij weer te ver gescho
ten heeft, roept hij in de telefoon: „Bitts
11LLll-'--lLIJ»;