MESNE mill CltlUT DE OOHLOO ROND DE LITURGIE Zaterdag il Nov. - Derde Blad ÉgUïEMEÜ' UIT HONOLULU Een Bedelbrief. Neen, mevrouw, u behoeft zich niet achter het gordijn te verschuilen en de dienstmaagd te Ver wittigen, indringerige bezoekers kond te doen, dat u niet thuis bent en dat nog wel zonder jokkerijtje, wamt hoe kun je je nu toch in vredes naam thuis voelen in je eigen huis als je je niet vrij bewegen kunt, maar achter een vodje kant moet wegkruipen? Pardon, mijnheer, uwe handen behoeven zich niet in koortsachtige gejaagdheid naar uwe broekzakken te begeven om die goed te bewaken, uiit vrees dat het slijk der aarde, met zilver of goud afgezet, er uit zal moeten rollen. Dezen keer kom ik eens bedelen voor een beetje geld, dat iedereen kan geven, maar wat gewoon lijk slechts beloofd wordt en verder in den slof laakt: een gebedje. AM» het waar dat we zonder dat slijk der «arde toch mqgr niets kunnen uitrichten, hetIs niet minder waar dat we zonder bidden nog veel meer naar achteren raken; met al 't geld der wereld kunnen we den Hemel niet koopen, met het gebed wel. Sinds fk hier in dat heerlijke „Paradijs der Sacifiek" rondflaneer, ga ik steeds meer en meer katholiciteit der Hollanders hooger schatten, dan toen ik nog daar was; de degelijke Holland- schs katholiek zou hier voor een heilige kunnen doorgaan als hij tenminste doorgaat te leven ïooala hij in Holland deed. Vandaar dat mijn ideaal van heiligheid ook al veel verlaagd is en ons voornaamste streven wordt: de katholieken (want met hen moeten we beginnen) katholiek te maken, en telkens als je ze een beetje dichter bij Wb verlieten Metz niet zonder ook daar een lazaret to zien. Op het terrein eener gesloopte vesting die in den tijd van Frederik den Groote gebouwd was, -verheft zich ht>t nieuwe garni- zoensiasaret, dat juist voor den oorlog klaar kwam, met bedden voor 600 man, waar letter lijk allea wat de nieuwste eiscüen dor hygiëne omvat, vereenigd is. ij; die reed» in alle gxoo- co steden van Duitschland gewonde soldaten in de modernste ziekenhuizen, dat ware palei zen zijn, zagen, kunnen ons in dit opzicht over niets meer verbazen. Wij eonstateoren slechts alles is er wat wij ook elders zagen. het katholicisme ziet komen, gaat er een dank- gebedje ten Hemel op. Maar hoe dikwijls is dat? Ik vind dus da Hollanders en vooral de Haar lemmers heel aardige menschen. maar met een beétje meer naastenliefde zou ik ze nog veel hoo ger schatten. Bc heb zoo'n idee dat de gebeden te veel tot Holland beperkt blijven en dat zou beter kunnen worden. Want het geld moet „in omloop zijn" zegt 'men en de dubbeltjes moeten „rollen" zoo ook met onze gebeden, die moeten ae heele wereld over gaan, naar behoefte. Want overal is Christus? Kerk, is onze Kerk en het is niet mooi, om alles in onze Hollandsche zak te steken en bedelaars van vreemde landen te laten gebrek lijden Het is geenszins mijne bedoeling' de gebeden voor de bekeering van Holland's geloovigen te verminderen, dat zou niet rechtvaardig zijn, want ook detér is helt broodnoodig en op die manier zou ik het met Holland's geestelijkheid aan den stok krijgen en daar heb ik het niet op. Oe kunt heel goed voor de Missies bidden zonder uwe gebeden voor Holland te verminde ren. Is er iemand die niet eiken dag een paar minuten verliest door te soezen, suffen of gewel dig na te denken wat hij nu wel eens zal gaan doen Besteed die paar minuten eiken dag er aan om voor de Missie te bidden en ze zijn niet ver loren. Kunt ge niet een keertje meer te Communie gaan dan nu en die H. Communie aan God opdragen voor de katholieke bédelaars In de Missie die er veel treuriger aan toe zijn dan gij? Kunt ge niet een sigaartje minder in rook en asdfcdoen opgaan, een brokje gespoten choeo- laad, een kletskopje minder eten,-in één woord eene kleine versterving doen op Vrijdag, Zater dag of eiken dag, voor uwe geloofsgenooten, die daarvan nog geen benul hebben?lEn als ze een maal de kies van verstand gekregen.hebben, zal iet» van éten stijf vïn gfeWonSen, Sep opéen- hoeping van menschen, die al naar gelang van hun lichamelijken toestand en de soort hunnen talenten, weer verdeeld en geschift zfjn. L'ERSPRESUE &ER3CHTEI9 'het eene aangename plicht voor me zijn ze u met •gejijke munt te doen betalen. Kunt ge 's Zondags niet een Misje meer bijwonen of naar het Lof gaan. Zoo niet kunt ge niet wat meer aandacht schenken aan God en wat minder aan de men schen? Kunt ge niet wat meer moeite doen niet in slaap te vallen onder de preek? In één woord kan uw Mishooren niet met wat meer devotie en ijver geschieden dan nu, zoo nidt ter uwer wille, dan tenminste als offertje voor die arme schapen hier?- We zeggen hier: „waar een wil is is een weg," en in Holland: „een man een man, een woord een woord." Als we iemand niet willen schrijven of geen zin hebben, is het altijd: „ik heb geen tijd," of schoon we-heel goed weten en voelen dat dat maar een uitvluchtje alias leugentje is. Zoo ook met onze gebeden en verstervingen. Het is niet de tijd, die ons ontbreekt, noch de gelegenheid maar dewil. Die wil zal kolossaal sterk en scherp moeten zijn als we in 't vagevuur vertoe ven, maar dan is het te laat en moeten we ode maar onzen tijd afwachten, zooals we hier ande ren lieten wachten, pm u dus werk in overvloed te geven voor de Missie zonder een cent uit uwe zak te halen en u in de gelegenheid te stellen uw vagevuur te verkorten door goede werken, zal ik a nog eens een ideetje geven van de innig- treurige onwetendheid, zelfs in geloofszaken, der katholieke Portugeezen mijner parochie. Dat de dames en heeren Portugeezen die hier rondflaneeren, bijgeloovig zijn aangelegd, had ik al meer dan eens gehoord. Zoo zeggen ze b.v. dat je 's avonds na zessen niet meer 't huis moet vegen of de kamer uitbezemen want dan veeg je God uit de kamer: op Vrijdag moet je geen nagels knippen, want Christus stierf op dien dag: als een van je familieleden sterft, mag je je plet GORLOGS-ALLERLEI schrfren gedurende eene week. Ook mag zoolang het lijk hoven aarde staat, yolstrekt niet geveegd of gekookt worden in huis, dat moet buiten ge schieden en nog meer dergelijken onzin, waar aan zij meer geloof, hechten dan'aan hunne Cate chismus, die zij gewoonlijk niet kennen. Dat zij echter zóó ver zouden gaan 20, 40, jai 60 dollars te geven om van zielen hunner familie leden bevrijd te worden, die hun 't leven onaan genaam maken of de oorzaak zijn hunner ziekten, is het toppunt van malligheid, die i'k ooit géhoord heb en toch heeft dat ongehoorde feit hier eenige weken geleden plaats gehad. Op een goeden Saterdag kwam er hier een man naar de kerk, die uit Honolulu beweerde te komen. Hij "ging te biechten en te Communie en kwam eiken dag de H. Mis bijwonen, wat ik heel aardig vond. Hij vertelde mij dat hij alle luidjes aanspoorde eiken morgen naar de kerk te gaan en praatte nog veel meer over mooie dingen, maar daar hij nu eenmaal Portugees was, ge loofde ik er maar de helft van en het kwam me zelfs verdacht voor zóóveel geloof hier te ont moeten. Den 15en Augustus had ik voor mijn doen nog een aardig getal parochianen bij elkaar getrommeld voor de Mis en eenigen kwamen zelfs om wijwater, wat mij zeer aangenaam aandeed Ik beschouwde dat als eene groote vooruit gang van het geloof mijner schapen. Ook onze beste vriend was onder dat getal, ofschoon ik wel dacht: wat moet die man niet een flesch wij water voor die paar dagen dat hij hier Is. Maar daar de pastorie geen politiebureau is, vertrou wen we iedereen, totdat wij andere reden hebben. Het werd hem dus gegeven. Een paar dagen later wilde hij naar eene andere plaats van mijn district gaan waar ik ook juist heen moest om Mis te doen. ik presen teerde hem in miijje auto te stappen (een paard is te duur in oorlogstijd en te langzaan;) en met mij mee le gaan, waaraan natuurlijk met graagte werd voldaan, 's Zondags kwam hij weer in de kerk en vroeg aan me, hoe laat de Mis kon zijn den volgenden dag.*,,Half zeven," zei ik, o dat is 'bijna middernacht en te vroeg (in Ki- lomea was hij altijd present op denzelfden tijd). Mijnheer kwam dus niet. Tien.dagen na zijn vertrek kwam een Poriu- géesch vrouwke bij mij binnenstormen en zeida me dat ze kwaad was op die en die vrouw, die de ziel harer moeder beschuldigde de oorzaak ia zijn van den dood des 'echtgënoots van vrouw no. 2. Ik begon eens hartelijk te lachen en zei haar, maar kalmpjes naar huis te gaan, want dat de ziel harer moeder, die al zoovele jaren dood was, wel wat anders te doen had dan menschen te komen doodmaken. Maar madammeke was nog niet tevreden, en om zich te wreken op onzen ge- liefden en vromen Portugees, zei ze mij dat iiij: 't verteld had, mij tevens een boekje van hem opendoende. En nu kwam ik er achter dat onza vriend niets anders dan een waarzegger en zie- lenverdrijver was. Bijna al mijne geliefde paro chianen, die ik juist wat meer begon te bemin nen om het harde leven, dat zij hebben en dat zij toch tamelijk goed dragen, bijna allen waren z« naar dien mijnheer geloopen om raad en gena zing en dat niet voor een grapje, maar uit hocw gen ernst, waarvan het bewijs is dat ze ondank» hunne armoede, daar tot 20, 40 of 60 dol lars betaalden. Zij verbeeldden zich door eene afgestorven ziel hunner familie of kennis te worden lastig geval len. Daaraan werden toegeschreven slapelooze nachten, ziekten enz. en daar een priester hen daarvan niet kan genezen omdat hij niet gecon sulteerd wordt of omdat hij er mee lacht, moesj van zulk een gelegenheid worden gebruik ge-. EEN ÉNGELSCH OOR DEEL OVER DUITSCH- LAND'S ONVERNIETIG BARE KRACHT. De „Nation" verbaast rich over de onuitput- telyklieid van Duitschland. U»t nummer van 21 October bevat een artikel, waaraan, wij al een en ander hebben ontleend, inaar dat wij belangrijk genoeg vniden om er nog meer uit te ver tal an, omdat dit artkiel van Engelsohe rijde zuik een nuohteren kijk geeft op den mili tairen toestand van de oorlogvoerende partijen. „Toen de Kussen den eersten slag van hun. groot offena ef leverden en een bres in de vij andelijke linies in het Oosten sloegen, terwijl zij het ingewikkelde loopgraivensysteem en zijn ver dedigers wegveegden, opende, de verbeeldings kracht ons een schoon verschiet. En toen tijdens^ dén springvloed van het Russische offensief do Engeisch-Era0selle aanval losbrak en. kort daar na de Italiaansolie opmarseh aan de Isonzo be gon en het leger in Saloniki ontwaakte en.R06" menië aanvuurde, scheen de eindelijke neder laag van Duitschland met snelle schreden te naderen. Reeds waande men het oogenblik na bij, waarop men den vijand grootmoedige, maa^ niet te grootmoedige vredesvoorwaarden zon stellen. 1 Het optimisme was een goede steun, zoolang de vijand nog overwegend in demeerderheid was. Nu eehtör kunnen wij de feiten reeds m de oogen zien. Wij staan in de z7st© oonogfo- maand en voeren het vierde Entente-offensief (het vijfde zelfs, wanneer men het Russische Juli-offensief mederekent). Bijna twee maan den geleden is het, sinds de Entente een verster king van bijna een millioen man kreeg. Vene tië toonde zich even ongastvrij als Verdun. Nog geen twee maanden geleden werd een uiring van Hindenburg gepubliceerd, volgens w,..;0 het een „wanhopig plan zou zijn, de linie ten zuiden van Pripet te herstellen. Het Westelijk offensief sprong ryfilmisch, vooruit, ondanks d» tegenaanvallen, die zeldzamer en zwakker werden. En toch ia thans de toestand geheel veranderd. Het Oostelijk front is niet alleen weder geheel hersteld; het is aelfs zoo sterk, dat het onophoudelijke en heldhaftige gebeuk van onze Russische bondgonooten het doet wankelen noch wijken. De tegenaanvallen in het Westen zijn weer talrijker en heviger geworden. Het leger te Saloniki rukt slechts met zooveel kracht op, dat daardoor het zenden van versterkingen naar de Dobroedsja verhin derd wordt, echter niet voldoende om den vij and daar te verzwakken. Tenslotte ia thans een plan opgevat, welks uitvoering aan twee dei* meest bekende Duitsche generaals is toever trouwd, namelijk het land van onza jongs ten bondgenoot binnen te rukken en te veroveren. Op twee plaatsen is de inval reeds geslaagd. Ons daal was, de strategischs bewegingsvrijheid der Cent ral en te vernietigen. Hebben wij dat gedaan Uit alles blijkt, dat de vijand nog den wil, nog de energie heeft om een zoo gewaagde onderneming als den inval in Roemenië te be- binnen. Terwijl wij den grootst mogelijken druk op alle fronten uitoefenen, kan hij nog een nieuw offensief ontwikkelen! Voor Roemenië aan den oorlog deelnam scheen hij niet'in staat tot zulk een braveur-stukje. Maar, nu de nieuwe bondgenooten ons versterkt hebben, zien wij den vijand het onmogelijke volbrengen. Hef gewapend ingrijpen van Roemenië heeft Duitschland de mogelijkheid geopend, een groot deel van de werking onzer blokkade wat koren en petroleum betreft, op te heffen. Een goed geslaagds inval en het neerslaan van Roemenië zou bovendien een nieuwen weg naar het. hart van Rusland openen. Het zou de linie die de vijand thans te verdedigen heeft, dermate ver korten, dat ieder verlies daartegen volkomen zou opwegen. In de geestdriftige stemming der laatste maanden is men maar al te graag geneigd ge weest, te vergeten, dat de vijand meer gebied bezet houdt, dan ooit tevoren. Hij beheerscht den weg naar het Oosten, die Berlijn verbindt, met Begdad, en heeft Koerland, Polen, groote stukken van Rusland, België op eene kleine kuststrook na, en de belangrijkste deelen van het Fransche industrie-gebied veroverd. Daartegenover staat, dat wij bezit hebben ge nomen vhn al zijn koloniën en hem handel en levensmiddelen aanvoer hebben afgesneden. Ala hij erin slaagt, aan al zijn fronten de'krijgsope raties weer tot eten „stellingsoorlog'' terug te brengen, zal de kracht die het ons kost om hem terug te drijven, in een dergelijke wanver houding komen te staan tot de snelheid van onzen opmarseh, dat hij in de gelegenheid zou zijn, een vrede af t® dwingen, waarbij Bepaalt wordt, dat da veroverde streken tegen elkander worden ingeruild." ONDER DUITSCHE GE WONDEN. Aan het station zagen wij voor ons vertrek ook nog het een en ander wat op de nabijheid van het front wijst. Hier zijn wij nog op een afstand van slechts 1 kilometer van het laatste kanon en het oorlogsland drukt zijn stempel, op menschen en dingen. Hier leeft men onder den constanten druk van het gevaar van boven, dat levens van burgers vernietigt en puin over de straten strooit, onder den druk van het ka nongebulder welk3 klanken de wind hierheen draagt, soms sterker, soms zwakker; doch hoor baar bijna steeds. Het station zelve vertoont allerlei bijzonder heden in verband met de legermassa's* in de buurt. Ilier staat eeu' ontluizingstrein waar 600 man dagelijks gereinigd kunnen worden en die, al naar de behoefte, Kier aaneengekop- peld en naar liet front gezonden wordt. Daar staan do treinen met R geteekend (Ruhr), I (Typhus) en met K. G. (KUegsgefungene), al les streng van elkaar gescheiden. Een met zand zakken dikgewatteerde ruimte onder het per ron is zooveel als de bomvrije kelder, het toe vluchtsoord bij vliegeraanvallen. Wij zetten onze reis voert en kwamen t® Frankfurt am Main. In den restauratiewagen van den D-trein troffen wij toevallig Excellen tie von Sclijerning, den chef van den gezond heidsdienst voor het leger, met zijn adjudant, die van de Somme komend voor zijn reis naar den Balkan neg allerlei bezichtigingen onder nam en naar een congres in Heidelberg ging waar over maatregelen tegen de .zoogenaamde oorlogsnephritis, een nierenaandoening van bijzondere soort, verhandeld zou worden. Dien avond gebruikten wij een gezamenlijk souper in Franfurt's Kaisorkeller en bij deze gelegen heid vernam ik ©enige details over den ge zondheidstoestand der troepen die ik hier weer geven wil. De tetanus, dia gedurende den strijd in Champagne vooral in hek beginvele of fers vergde wijl men, de kennis omtrent dit geïnfecteerde terrein missend, dat reeds in vredestijd de Fransche dokte ra door aarum- behandeling bij het geringst© letsel der huid noodzaakte, niet genoeg voorzorgsmaatregelen getroffen had is men nri zoo goed ala te boven daar tijdige inspuiting hier meestal helpt. Cholera heerscht eveneens haast niet on der het leger." Daarentegen is aan het westelijk front een nieuwe onaangename infectieziekte opgetreden, de zoogenaamde gasbrand, die ook door een in de aarde levende bacil ontstaat, slechts door krachtig chirurgisch ingrijpen te behandelen is en veelal doodelijk afloopt. Ais een kleine afwisseling was ons voor den Zondag een tochtje naar het sanatorium voor reeonvalsoente officieren te Königstein in den Taunus beschoren. Op rotsen, met bosschen. be groeid die vlamden in de heerlijkste herfst kleuren ligt dit complex van villa's met het prachtige u/itzioht in de blinkende vlakte tot over de stad Frankfurt heen. Het is particu lier bezit van den Keizer, die het voor dit doel afstond.'Als een toeken des tijds en tevens als oen bewijs van de volledigheid der Inrich ting zjj nog vermeld dat alleen het koperen keukengerei, dat men ook hier op het altaar das vaderlands offerde, 4000, mark opgebracht heeft. Offenbach gold vervolgens nu ons bezoek. De naam dezer fabrieksstad, waar ©en middenstad zoo goed als ontbreekt, is vrijwel beleend door de fijne en zeer gezochte lederwaren die hier in vredestijd vervaardigd worden. Nu zijn deze fabrieken grootendeels gesloten terwijl het de gewonden zijn die uit het toegewezen leder in deze werkplaatsen, die reedis een bijzonderen naam gekregen bebben in Duitsohland, de prak tische dingen van dagelijksèh gebruik maken zooals portefeuilles, tasohjes en' portemonnaies, ook in oorlogstijd onontbeerlijk. Een gnnschen cursus voor kunstnijverheid heeft de chirurg professor Rebentlsch, wiens vader officier van gezondheid in het Ned'er- landscha leger was en die oen gedeelte zijner jeugd in ons vaderland doorbracht, hier met behulp van den Kunstgewerbler professor Eber- hard ingericht. De 16 afdeelingen met 165O0 bodden in het geheel, wier middelpunt het stedelijk ziekenhui» vormt, hebben tezamen Op de akker» werken de mannen met kunet- beenen en armen en hanteeren spade en zei». Gewonde officieren vormen den leerarenataf. Reed» op het ziekbed' beginnen bezigheden en oefeningen en de gewonden werken met heit verband aan nog voor de wonden genezen zijn. Zo spoedig mogelijk wordt werk verschaft. In de lazaretten van Offenbach hadden reeds 320 verschillende werkgevers voor werk gezorgd en aan loon wérd reeds moor dan 200.000 mark betaald. Dit alles is niet slechts oorlogsindu strie, doch het heeft d© dubbele werking dat een aantal bedrijven in het vaderland niet zwaar lijden door het gebrek aan arbeidskracht. En niets bevordert het herstel dér gewonden zoozeer als'deze arbeidstherapie. Raad bij de beroepskeuze wordt hier gegeven en een arbeidsbeurs zorgt voor geschikte posi ties in het vroeger door gewonden uitgeoefend of wel in een nevenberoep. Men deed daarbij de ervaring op dat de leeftijd van 35 jaren de gemiddelde grens is waarop het aanleeren va,n een ander vak nog goed gaat. Het overbrengen van do hanteeringen der verloren rechterhand op de linker gaat steeds snel en betrekkelijk gemakkelijk. Wij zagen hiervan verschillende voorbeelden in allerlei vakken. Tarief voor leugentaal. Men schrijft ons De te Genève verschijnend© „Independanc© Heivetique" gééft heti volgende tarief vloer leugenachtige berichten in de dagbladen van Fransch-Zwitserland, vastgesteld door de Fran sche propaganda-commissie: Voor een artikel over hongersnood in Duitschland, 30 franc». Voor een soldatenbrief, die laagstaand moreel bij de Duitsohe troepen bewijst 20 francs. Voor een beschrijving van de beschieting van de- kahedraal van Reims 30 franoa. Voor een herinnering aan den alag bij de Marne 8 francs.Voor een verhaaal van oproer in Berlijn 50 francs. Voor een verhaal van op; roer in een andere Duitsohe stad 26 francs. Verhaaltje over een afgesneden hand of voet 8 francs. Berichten ovor den dood van den kroonprins of van den Oostenrijksclien keizer 80 franos. Nieuwe uitvindingen van gruwelen en Da.iv baarsclikeden worden bijzonder hoog gehono reerd. Zou de „Telegraaf" niet eens een derge lijk tarief voor Nederland willen opzetten? De Duitsche loopgraven. In da „Giornal© dTtalia" vertelt Galza Be- dolo yan de schitterende techniek der Duit- sohers in het aanlèggen van loopgraven. „De Dnitschers verstaan uitnemend de kunst, zicli te verschansen, ja, zij zijn daarin zelfs nu nog de meesters, van wie da Entent© Mogend heden leerem. Hun overleg op dit meest belang rijke onderdeel der moderne tactiek is gegrondt- vost op een uitstekende theorie, gepaard aan een niet minder volnftaakte pratcijk. De Duit- sehers hebben hun loopgraven weten op te voe ren tot die hoogte dér vestingen van vroeger. „In den loop van den oorlog zijn zij van tijd tot tijd in deze kunst vooruitgegaan, zoodat thans een hunner loopgraven niet ia te ver overen, alvorens haar met geschutvuur van den aardbodem te hebben weggevaagd. Daartoe echter zijn veldslagen noodig, die dagelijks mil- lioenen gelds en duizenden menschen! evens kos ten. De Duitschers hebben het eerst de buiten gewone waaidle de>r loopgraven begrepen; on der hun handen rijn rij geworden tot een oniin- neembaar verdedigingswerk. „Dat de Duitsche loopgraven aan do Somme, deze meesterwerken van krijgsbouwkunde, na een wekenlang bombardement todh veroverd konden worden, ligt slechts hieraan, d:at tegen over hun tactische sterkte oen strategische zwakte stond (de gesteldheid van het terrein) want de Somme was voor de verdediger» het zwakste punt van het gehoole westelijke front." Modder in de loopgraven. Een kapelaan aan het front zegt het Volgende in een brief aan de „Tablet" „In het eind van Augustus heb ik vior dagien lang leta gezien dat ik nooit te voren had ge zien en dat aan den slag aan den IJzer herin nerde. Op zekeren dog was er een geweldige regen- storm over de streek losgebroken. In een half uur tijds waren de loopgraven en verbindings loopgraven in kanalen veranderd, wiaar het water en de modder drie voet hoog stonden. Mijn taak hnaoht mede, dat ik hoe dé omstan digheden ook waren da ronde deed, zoodat ik gewoonweg modderbaden nam en mijn broek zakken bjj eiken stap, dien ik deed, vol liepen. Als men zoo door die dunne modderbrei liep stuwde men een soort deining of golf voor zich Hjj de hoeken_der^verbindingsloopgraven brak1 en wéér terugliep, waarbij men tot het midden doornat werd." EEN INKWARTIERING IN EEN NONNENKLOOSTER. In de „Month" geeft John Ayscough in zijn rubriek „Franach en Engelsoh" het volgend ver slag van ©en inkwartiering in oorlogstijd. De botten van „den Oude" waren zoo stijf als de staak van een vogelverschrikker in een bevroren veld, toen. hij ©n rijn afdeeling St. J. binnen marcheerden, een gerekt, tochtig dorp, mot een lange, uitgestreken kerk, zonder kapel, transept of schoot, om de eentonigheid van de Mode baksteenen muren te breken. Aanvanke lijk werden wij in de school ingekwartierd en hier zetten wii ons aan het avondmaal, opge diend op de schoolbanken en lessenaars van de kinderen. Wanneer het maal voornamelijk be staat uit soep, is een schuin afloopend© lesse naar nu niet juist een ideaal etens-tafel en bestaat er gevaar, dat er van het bord meer in je schoot valt dan in je mond. Maar 't ge luk wilde, dat er in het dorp een nonnenkloos ter was en de vogels brachten het bericht van onza komst uit. Prelaten zijn zeldzamer vogels^ in Noord-Frankrijk en in Vlaanderen dan de bekende overbrengers van nieuwtjes. De non nen -voelden zich pijnlijk geschokt toen rij hoorden, dat er in het schoollokaal een prelaat' zat, berig soep te lepelen uit een scliuin staand bord en er verscheen een deputatie ter plaatse on^te zien, wat er van liet geval waar was. „Ma Soeur", zag dat het gerucht gegrond was en voelde zich meer dan ooit geschokt. „Hieraan," zei ze, „moet een einde komen l" „Ik kan moei lijk in mijn ééntje naar 't klooster vejhuizen," pleitte de aanleiding tot de rustverstoring. „De officieren moeten bij plkaar blij ven." „Dan moet gij allemaal naar 't klooster komen?' besliste „Ma Soeur". En zoo geschiedde het. Het klooster heette „M ai son St. Joseph" en bleek zeer uitgestrekt te zijn. Wij allen vonden er huisvesting, de soldaen zoowel als de offi cieren. Wij officieren kregen als gezelschaps kamer een groot, luchtig veitrek, waar wij, volmaakt op ons gemak, ona vrij konden bewe gen, lezen, brieven schrijven en eten. „Chut ney" kreeg «een kleur, toen een non, in hagel witte ^kornet-, een vlekkeloos tafellaken uit spreidde en wij allen voelden ons sterk onder den indruk, toen zij, zonder zelve de minste aandoening te verraden voor eiken officier detke. Inmiddels keken Leo XIH en Pius X van den wand op ons neer met een glimlach van volkomen verdraagzaamheid. „Ma Soeur," merkt© de nou met de servetten óp, „hoopt dat de~beeren -offioieren rich niet zullen goneeren om te rooken, als zij hiertoe lust gevoelen." .„Vraag haar," fluisterde Chutney den Oude in „of wij Bridge mogen spelen!" De bevelhebber) de officier fronste de wenk brauwen en begon reeds op ijskouden toon op het ongepaste van zulle een verlangen te zin spelen, toen het nonneke te kennen gaf, dat er tegen kaartspelen hoegenaamd geen bezwaar zou zijn. Een oogenblik later vertoonde si ah „Ma Soeur" zelve om dit alles nog eens te be vestigen en te zien, of het ons verder ajui niets ontbrak. „Ik heb maar één verzoek," zei ze, „d© heeren offioieren zouden mij verplichten, met tegen negen uur hun kamers op te zoeken." „Mijne heeren," zeide d© bevelvoerende offi cier, „gij zult deze zaal lederen avond om 8.45 ontruimen." „Pardon," bracht de over 't paard getilde „Oude" hier dadelijk tegen in: „Ma Soeur" 3prak van 8.00." Later in den avond hield de bevelvoerende officier een klein toespraakje. (Hier rij aange stipt, dat de man hij 't begin der oampagne een neiging vertoonde om, bij wijze van kritiek, den neus in den wind te steken, zoo gauw er vau de Katholieke kerk gesproken werd.) „Mijn© heeren," zei hij nu, „vergeet nimmer dat gij door de groote goedheid dezer heilige vrouwen, hare gasten zijt- Er zijn er genoeg onder ons, die voor een huis als dit als vrij vreemde gasten mogen gelden"bedenk hoe licht wij haar meer overlast zouden kunnen aandoen dan onze aanwezigheid hier al op zichzelf doet. Verlies dus geen oogenblik uit het oog, bij wa,t gij ook zegt of doet, waar gij rijt." Ik ben er zeker van dat deze kleine verma ning goed gemeend was en uit een innig-en eerbied ontsprong ©n toch geloof ik, dat geen van hen, tot wie ze gericht was en die er eer biedig naar luisterden, die in 't minst noodig had. Overal in Frankrijk hoorde ik de Fransche geestelijkheid en de Fransche nennen hetzelf de "van de Engelsche^troepen en hunne officie ren zeggen: „Ces bons Anglais". „Sir," merkt© „de Oude" later tot den bovel- hebbenden officier op, „ik ben er zeker van, dat er in Frankrijk niet één non te vinden is, die de Engelschen niet zou welkom heeten, als de mannen die kwamen om in dezen oorlog rij- ÖCCXXXIV. KONINGSKRONING EEDSAFLEGGING DES KJONINGS ZEGENING DES AARTSBISSCHOP. Na de vermaning des Aarlsbisschop3 legt do Koning blootshoofds voor hem neer geknield deze verklaring af: „Ik N., met Gods hulp toekomstig Koning N., ver klaar en beloof voor 'God en Zijne En gelen, dat ik altijd naar best vermogen voor de wetten, de r eehtvaardigheii en den vrede van de Kerk Gods en liet mij toe vertrouwd^ volk zal zorgen, gelijk de raad mijner getrouwen mij overeenkomstig Gods barmhartigheid zal aanraden. Aan de Bis schoppen van Gods Kerk zal ik den ver- sciiuldigden en canouieken eerbied betui gen en ongerept de goederen bewaren, die door Keizer en Koningen aan de Kerken geschonken en verleend zijn.. Gok de -Ab ten, de Graven en mijne Vazallen zal ik behoorlijk eeren volgens den raad mijner getrouwen." Nu raakt hij hét Evangelieboek, dat de Aartsbisschop geopend voor zich houdt, met beide handen aan, zeggende: „Zoo kelpo mij God en deze heilige Evangeliën Gods!'' waarna hij voi eerbied -de hand des A arts- bisschops kust. Vervolgens staat de Aartsbisschop op, zet den mijter af en zich keerend tot den ko ning, die nog steeds geknield ligt, zegt'hij het vo,lgend gebed, dat al de andere bis schoppen, eveneens ongemijterd staande, zacht met hem meebidden: „Laten wij bidden, Almachtige, eeuwige God, schepper van alle dingen, Heerscher over do Engelen, Koning der Koningen en Lieer der heerschers, Gij, die Abraham, uwen getrouwen dienaar, deed zegevieren over zijne vijanden, Gij, die aan Moz.-s en Josuë, de leiders van uw volk, menig vuldige* overwinningen hebt geschonken, Gij, die den nederigen. David, uwen dienst knecht, op den Koningstroon hebt geplaatst en Salomon begiftigd hebt met do .onwaar deerbare gaven van wijsheid en vredelie vendheid, zie neder, zoo smeeken wij, o Heer, op ons nederig gebed, stort den over- ivloedshoorn uwer zege f ningeu uit over dezen uwen dienaar N.,d ien Wij oiuler godvruchtige smeeking tot Koning ver heffen. Omring hem altijd en overal met de kracht van uwe rechterhand, opdat hij trouw ais voorzegde Abraham, zacht moedig als Moz»s, sterk als Jozuë, nede rig als David en wij3 als Salomon 11) in alles behage en ten allen tijde onge hinderd het pad der rechtvaardigheid be- wandele. Moge hij ook, bepantserd met den helm uwer bescherming, steeds gedekt door uw onoverwinnelijk schild en omgord met hemelsche -wapenen, over de vijanden van Christus' heilig Kruis de gewenschte over winning behalen, moge hij de vree3 voor zijn macht onder hen verspreiden en in blijdschap vrede brengen aan hen, die voor U strijden. Door Ohristus onzen Heer, die door de kracht des heiligen Kruizes de helsche macht vernietigde en die na den duivel overwonnen te hebben zegevie rend! opsteeg ten hemel, in Wien is alle macht, in ,Wien. da instandhouding van alle rijk berust, door Jlem, die is de roem der nederigen, het leven en het heil der vol keren,, die met U leeft en regeert in de 'één heid des H. Geestes God, door alle eeu wen der eeuwen. Amenl" aan-zjj met hun eisen soldaten te vechten." In den loop der dogen, dat wü daar verbleven; was het duidelijk genoeg, dat de liefdezuster! van Sint Joseph niet minder ingenomen wa ren met heur militaire gasten, dan die gas ten reden iiadden tot orkenelijkheid voor hel 'warme welkom dat d© d© nonnen hun boden. SCHETSEN UIT HET OOSTEN Een Duitsch soldaat, Ivurt Reber, zendt ui< het Oosten kleine schetsen aan de „Vosa. Zeit." die soms heal aardig de volken die daar vech ten karakteriseeren. Hij vertelt: In cfën avond zal een bestorming plaats vin den. Reahts de lionveds, links de Duitsche ini fanterie. Om drie uur 's middags begint de ar. tillerie met de voorbereiding.- Een Oosten^ rijksch-Hongaarsehe motorbatterij built er af erf toe tusechendoor. Zij schiet echter te ver. LU sta op den waarnemingspost bij den batterij- commandant van een -Duiteehe veldbatterij. „Richtpunten, tien minder, vuur", wordt er ia de telefoon gecommandeerd. Het schot viel midden in de vijandelijke loopgraaf. Belangstel lend ziet do Oostenrijksch© waarnemer toe., Ein delijk, als de motorbatterij weer te ver gescho ten heeft, roept hij in de telefoon: „Bitts 11LLll-'--lLIJ»;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 9