NIEUWE WHIRL COURANT
EEU VERHEVENER WEG.
he eeuLO©
Schagchelstraat 7-9 bij de Anegang.
FEUILLETON
KAARS-, CARBID, en DLIEIAMPES vanaf (3 cl
II. J. v. d. MEER,
BUITENLAND
BINNENLAND
Woensdag 6 December. - Tweede Blad
DE MOGELIJKHEID VAN
VREDESONDERHANDE
LINGEN.
De correspondent van het Boedapester blad
„Az Est" bericht uit Sofia, dat er tusschen de
neutralen onderhandelingen worden gevoerd,
ten doel hebbende het houden van een confe
rentie tusschen de oorlogvoerende mogendhe-
'den voor te bereiden. Engeland en de centrale
mogendheden zouden niet meer zoo scherp
(tegenover elkaar staan als vroeger, en vooral
ina de redevoeringen van den rijkskanselier en
van Grey zou de toestand zijn opgeklaard, die
alleen nog maar bemoeilijkt zou worden door
de quaeeties omtrent de koloniën.
In Duitsche bladen, o.a. de „Deutsche Ta-
geszeitung", is beweerd, dat de Amerikaansche
gezant Gerard naar Berlijn terugkeert met een
voorstel van de Vereenigde Staten tot vredes
onderhandelingen op een grondslag, waarom
trent vooraf betreffende de hoofdzaken tus
schen Washington en Londen overeenstem
ming zou zijn verkregen. Het blad voegde daar
aan de opmerking toe, dat Scheidemann namens
do Duitsche sociaal-democratie heeft ver
klaard, dat het Duitsche volk en ook de regee
ring bereid waren alles wat Belgisch is geweest
Belgisch en alles wat Eransch geweest is
Fransch te laten en dat in verband hiermede
vredesvoorstellen van neutrale zijde niet op
zich zouden laten wachten. De „Deutsche Ta-
geszeitung" waarschuwt daartegen, ziet in al
die vredespogingen maar een val, die wordt op
gesteld om er Duitsohland te laten inloopen en
betoogt, dat Engeland aan het eind van zijn
krachten is en nu zich door bemiddeling van
Washington wil redden.
De „Vorwarts" merkt naar aanleiding hier
van op dat Duitsche schrijvers, die ijveren voor
een onbeperkte voortzetting van den oorlog
ook wel niet veel op zullen hebben met hetgeen
de rijkskanselier gezegd heeft tot den Berlijn-
aehen correspondent van de „New York Ame
rican," waarbij hij nogmaals nadrukkelijk heeft
verzekerd, dat zijn redevoering verkeerd is uit
gelegd, alsof daar een verwerpelijk politiek
doel in verscholen lag. Hij herhaaalde dat zijn
woorden niets anders beteekenden, dan dat
Duitsohland in alle oprechtheid bereid was aan
de verzekering van den wereldvrede mede te
werken. „Ook de wet op den vaderlandschen
hulpdienst, die ten doel heeft den oorlog met
alle kracht voort te zetten, beteekent niet,
zeide de rijkskanselier dat ik iets van mijn
woorden van 9 November zou terugnemen, of
dat er iets veranderd is in onze opvatting van
de Duitsche regeering en het Duitsche volk,
n.l. dat wij steeds bereid ziju vredesonderhan
delingen aan te knoopen." De kanselier wees
erop, dat men in deze al langer dan een jaar
telkens uitgesproken opvatting een bewijs van
zwakte van Duitsohland heeft gezien, mar
dat de loop der gebeurtenissen toch wel heeft
getoond, dat daarvan geen sprake is. Geen
vrees maar het gebod van menschelijkheil van
het léven, dat ons van hooger macht geschon
ken is en dat niet lichtzinnig mag worden ver
woest, had geleid tot den wenesh om de vredes
onderhandelingen te beginnen zoodra het moge
lijk was.
Naar aanleiding van deze uitlating van den
rijkskanselier zegt de „Vorwarts," dat, wan
neer de gezant Gerard inderdaad met vredes
voorstellen in den zak naar Berlijn terugkeert,
hij er op rekenen kan daar een willig oor te vin-
den.
Het blad herinnert er echter aan, dat de
richting van graaf Keventlow en diens geest
verwanten, gelijk die in de „Deutsche Tages-
zeitung" tot uiting komt, nog veel sterker is
vertegenwoordigd in Engeland en Franknj
zooi at men goed zal doen zi ch over de kans op
succes van vredesonderhandelingen geen illu
sies te maken.
VËRSPBEIDE BËRBCHTEH
Het wegvoeren van Belgische burgers.
Wolff's bureau te Berlijn meldt: In de
Nederlandseho volksvertegenwoordiging en in
de pers is beweerd, dat door 't wegvoeren van
Belgische arbeiders in strijd gehandeld wordt
met de officieele Duitsche beloften, dat de
Duitsche overheid geen fatsoenlijke jonge
lingen zou gevangen nemen en naar Duitsoh
land zou voeren.
De „Norddeutsche Allg. Ztg." ontkent dat
er beloften zouden geschonden zijn. De in-
GRÖOTE PARTIJ
JASBESCHERMERS 89 ot.
4009
dertijid gegeven belofte had slechte betrek
king op de gekoesterde vrees, dat de uit
Nederland terugkoerende Belgen bij licha
melijke geschiktheid bij het Duitscoo leger
zouden worden ingelijfd en dat de lichamelijk
ongeschikten naar ÏXiitschland zouden wor
den gevoerd. Deze belofte is ten volle nage-
gekomen. Er worden thans alleen de sedert
2 jaren wegens werkloosheid van overheids
wege ondersteuning genietende personen uit
sociale overwegingen naar Duitschland ge
bracht.
Tengevolge van de Engelsche afsluiting is
de aanvoer dor voor de Belgische industrie
onmisbare grondstoffen afgesneden, waardoor
honderdduizenden tot werkloosheid gedoemd,
hulpbehoevende lediggangerss en spelers wer
den, degenereerden en geheel of tén
deelo hun geschiktheid tot arbeid verloren.
Eelfs tot oordeelen bevoegde Belgen heb
ben gewezen op dit gevaar hetwelk de toe
toekomst van België's nijverheid bedreigt.
Alleen degeen die zonder voldoende reden
weigert den voor hem geschikten arbeid te
verrichten en ten laste komt van Se over-
neidszorg, wordt weggevoerd. Alle volken
rechtelijke overwegingen worden nauwkeu
rig Li acht genomen. Het op transpor-
stellen van de Belgische arbeiders geschiedt
óp de meest welwillende en omzichtige wijze;
in tal van brieven, ook van Belgen wordt
dit erkend.
Een hulde aan Sarrail.
De partijzucht is in Frankiyk nog steeds
zóó sterk, dat een man als generaal Sarrail, de
bevelhebber der Entente-troepen in Macedonië,
om zijn republikeinsehe beginselen door de
reactionaire bladen vrijwel wordt doodgezwe
gen. De radicale „Rappèl" erkent nu evenwel
de verdiensten van den generaal en zegt in
het volle licht,
„De meesterlijke verovering van Monastir
door troepen van verschillende nationaliteit
onder zijn vaste leiding doet in het Oosten de
hoop weer opleven, die de vorderingen van
Falkenhayn in Roemenië niet geheel hadden
vermogen te dooden. Zoodra de noodige troe-
penafeolingen vereenigd zijn onder het opper
bevel van den grooten veldheer, die eens, in de
roemrijke dagen van de Mame, aan de élite-
troepen van den Kroonprins weerstand bood,
zal de tocht van het Saloniki-leger naar het
Noorden, de bevrijdings tocht, beginnen. De
Germano-bulgaren zullen zien, wat een groot
tacticus is! Zij weteu nu reeds, wat hun te
wachten staat!...."
De Fransche pers over den Duitschen staats
secretaris Zimmerman.
De Fransche pers schrijft zeer objectief en
zelfs waardeerend over den Duitschen staats
secretaris Zimmerman. De „Echo de Paris'
ender andere uit haar waardeering onomwon
den en zegt o.m.:
„Zimmerman is een echte, Pruisische ambte
naar van ongeveer 60-jarigen leeftijd. Zijn ge
zicht zit vol litteekens, die uit zijn studenten
tijd stammen- Hij spreekt met kennis van zaken
en met overleg en heeft vaak aanvallen van
woeiio.
„Zimmerman is een uitgesproken voorstan
der van de Germaansehe uitbreiding en zal ons
zooveel kwaad doen, als hij maar kan. Onder
zijn leiding zal de Duitsche diplomatie haar
pogingen verdubbelen, om de Entente te inti-
mideeren, te verdoelen en in de war te brengen.
Ofschoon Zimmerman n echter ook een ver
woed tegenstander is, hij heeft toch den naam,
een achtenswaardig tegenstander te zijn. Vrij
van alle ijdelheid, versmaadt hij het Hof, zoo
als eens Kiderlen-Wachter. Hij verafschuwt
parlementaire intriges en toen iemand hem
vroeg, wat hij zou doen als de Rijksdag meer
macht kreeg, antwoordde hu kalm-, dat hij'Aan
zijn ambt zou neerleggen. Dank zy zijn karak
ter en zü"n kennis van zaken zal hij voor bet
Duitsche rijk een kracht van beteekenis wor
den."
De „Gaulois" noemt Zimmerman .„een hel
dere kop, een intelligente en rustige werker,
het type van den realistiachen politicus."
De economische wanorde in Spanje.
Het Weensche Korr. Bur. verneemt draad
loos uit Madrid: Het gebrek aan levensmid
delen en de toenemende duurte in hedl Span
je hebben den laatsten tijd den omvang van
een krisis aangenomen. Oorzaken zijn: de
uitvoer van levensmiddelen naar oorlogvoe
rende landen, de sterke achteruitgang van
de kustvaart, de hooge zeevrachten, specula
tie in levensmiddelen, enz. De bevolking
heeft door haar protesteeren de regeering
tot krachtige tegenmaatregelen gedwongen.
Itezer dagen zijn er uitvoerverboden uitge
vaardigd voor graan, meel, suiker, rijst, peul
vruchten, veevoedier, vee, vleesoh, wild', aard
appelen, eieren en vet. Voorts zijn maximum
prijzen vastgesteld voor graan; weldra zullen
andere producten volgen.
Troepen werkloozen zijn gisteren door de
straten van Madrid getrokken. De regeering
heeft maatregelen tegen d'e arbeidskrisis be
loofd.
De vorstelijke graven in Roemenië.
Over de bezetting van Our tea de Ai-ges
schrijft de „Berliner Börsen Courier" o.na.:
Ourtoa de Argos te voor de Roemenen ook
jn nationaal opzicht een belangrijke stad.
Daar bevinden tóch de graven van de oude
Roemeensche vorsten. Daar ligt ook Koning
Garol, die twee jaar geledien geaorven is, be
graven. Het klooster is voor iedere n Roemeen
een plaats van belang. De kathedraal van
Our tea de Argas is het beste bouwwerk der
Roemeensche kunst. Ze is ongeveer vier eau-
oud, in Byzantijnschein stijl opgetrokken en
een van de oudste gebouwen in Roemenië.
In den kop dar eeuwen heeft men de kathe
draal volkomen laten vervallen. Niemand had
oog voor de kunstwaarde van dit meester
stuk. Barst Koning Carol, die een kenner wa»
van oude bouwkunst, heeft in 1886 de restau
ratie door moestens in het vak laten onder
nemen. Deze is met veel kenn s van en ii f-
de voor die Byzantijnscho kunst ten uitvoer
gelogd.
Smaadschriften tegen Z. H. den Paus.
Het blad „Debate" geeft den inhoud weer
van pamfletten, die in Italië onder het gewone
volk worden verspreid en waarin de Paus op
grove wijze beleedigd en als vijand van Italië
en vriend van Oostenrijk afgeschilderd wordt.
Het blad meent, dat het hier een campagne
geldt, om de opmerkzaamheid des volks af te
leiden van de dwalingen der Italiaansohe re
geering, en noodigt de Spaanaeke Katholieken
uit om met het oog op den moeilijken en kritie
ken toestand van den H. Stoel, zich gereed te
houden om den Paus naar gelang der omstan-
digi-eden ip vollen omvang te helppn.
oostenrijk.
De sterfdag van Keizer Frans Jozef.
Over den laatsten levensdag van wijilen
Keizer Frans Jozef worden, volgens het
Weensche Korr. Bur., uit gezaghebbende
bron nog de volgende bijzonderheden mede
gedeeld: Den 21sten November stond de Kei
zer na een haast geheel rustigen nacht op het
gewone vroege morgenuur op en ontving om
8 uur den opperhofmeester, prins Monten-
novo, waarbij de Keizer zeer helder van
hoofd was en verscheidene zakelijke aange
legenheden besprak. Om half negen ontving
de Keizer het ochtendbezoek van aartsher
togin Marie Valerie. De Keizer verklaarde
zich heter te gevoelen en drukke bezigheden
te hebben. Na baar verschenen de beide gene-
raal-adjudanten en om kwart vóór tien de
hofkapelaan, om den pauselijken zegen over
te brengén- De hofkapelaan raadde als beste
voorbereiding tot het ontvangen van den ze-
«ren aan tot do H.H. Sacramenten te naderen.
De Keizer stemde hiermede in, daar de ont
vangst der H. Communie na het ontbijt geen
moelijkheden opleverde, wijl de Keizer sinds
eenigen tijd hiervoor door den Apostolischen
Stoel was gedispenseerd.
Bij volle bewustzijn sprak de Keizer zijn
bieoht en ontving met treffende godsvrucht
de H. Communie en den Pauselijken zogen en
dankte op de hartelijkste wijze den hofkape
laan,- më* verzekering, dat de goedheid
van den H. Vader hem onuitsprekelijk ver
heugde.
Om half twee kwam de troonopvolger met
zijn gemalin een kort bezoek brengen. Be
Keizer klaagde tegen beiden over zijn slech
ten gezondheidstoestand en antwoordde, toen
de hooge bezoekers hun hoop uitspraken op
zijn herstel, dat hij geen tijd had, om ziek
te zijn. De Keizer sprak vervolgens zijn vol
doening uit over het succes zijner dappere
troepen in Roemenië en gaf uitdrukking aan
zijn buitengewone vreugde over de door den
Paus betuigde deelneming met zijn toestand
en over het 6chenken van den pauselijken
zegen.
Toen om 6 uur. aartshertogin Valeric den
lijder kwam bezoeken en bemerkte, dat de
Keizer zeer zwak was en den indruk maakte
van een ernstig-zieke, zeide zij: „Ik wil u niet
vermoeien, ik ga dadelijk weer weg." De
Keizer antwoordde: „Ja, dat is goed; ik
maak het slecht," en toen de aartshertogin
afscheid nam voegde hij er hij: „Ik licb mijn
devotie kunnen verrichten; de H. Vader
heeft mij zijn zegen gezonden en de hofkape
laan heeft mij de Communie gebracht."
Voor zes uur bad de Keizer gedurende ge.
ruimen tijd, zittende in zijn ziekest-oel, daar
hij niet meer zooals anders bij z'n morgen
en avondgebed knielen kon. Toen de kanier-
di^xxoax" li ©ui clftt Ihidt
was om ter ruste te gaan, zeide Keizer: ^k
moet nog zooveel bidden! De Keizer werd
alsnu te bed gebracht en er had een consult
plaats van de geneesheeren. Op een vraag
van den kamerdienaar om verdere bevelen,
bepaald© de Keizer met duidelijk verstaan
bare stem het"uur van opstaan voor den vol
genden dag op vier uur. Nadat de Keizer was
ingeslapen, ontwaakte hij weer spoedig en
vroeg om te drinken. Nadat dit geschied was
en toen do kamerdienaar vroeg of de Keizg?
goed lag, antwoordde hij: «Ja, hot is goed!
niet lang daarna begon de keizer benauwd te
worden. Professor Ortner deod een hartop-
wekkende inspuiting» waarvan de Keizer
niets meer bemerkte. Na verloop van een
half uur diende de hofkapelaan den keizer
het H. Olisel toe, waarbij tegenwoordig wa
ren: de troonopvolger en zijn gemalin, de
aartshertoginnen, aartshertog Frans Salva-
tor, de hofdignitarissen en het kamerperso-
neel van Z. M.
Marie Valerie drukte den Keizer het dood-
kruie in de hand. De Keizer ontving nog den
vollen aflaat in artioulo mortis (in het sterf
uur). Kort daarna hield de ademhaling op
Het was toen vijf minuten over negen. De
lijfarts Kerzl en professor Ortner constateer
den den dood, de hofkapelaan had het Res
ponsorium, het Snbvenite Sancti Dei en ver
richtte de kerkelijke gebeden voor de overle
denen, besprenkelde het lijk met wijwater,
waarna de aanwezigen gezamenlijk baden
voor het zielenheil van den in den Heer ont
slapen monarch.
ITALIË.
De Rom«insche kwestie.
Dr. Lulvès, archivaris te Hannover, van
wiens hand reeds eeu brochure over de Komein-
«she kwestie verscheen, heeft thans iin de
„Deutsche Revue" van December een artikel
gepubliceerd waarin hij nog op enkele punten
terugkomt. Hij komt na een onderzoek van ver
schillende documenten en uitlatingen tot de
conclusie dat bij de positie, die de Italiaansche
Katholieken in het politiek leven innemen, het
uitgesloten is, dat Benedictus XV er aan zou
denken, de Romeinsche kwestie zonder Italië
of zelfs tegen Italië te willen oplossen.
Na een onderzoek van de historische ontwik
keling en de jurdisch-economiache beteekenis
der zoogenaamde „kleine territoriale kwestie"
bespreekt Lulvès de nieuwe „minimum-voorstel
len" zooals aan de hand gedaan door pater
Ehrle en dr. Karl. Baeliem. Hij schrijft: „Naar
de „kleine territoriale kwestie" zullen echter
naar onze meening noodgedwongen de eischen
van het Pausdom weder terugkeeren, in zoo
verre dit aanspraak maakt op een grondgebied
als basis zijner souvoreiniteit en daarop moet.
het aanspraak maken. De „minimum"-voorstel-
len schijnen de Lulvès echter te bescheiden
te zijn."
Berichten in drie regels.
In het Lagerhuis heeft minister Cecil ge
zegd, dat de entente de troepen van Venizelos
beschouwt als vrijwilligers, in dienst der entente
De „Nowoje Wremja" berekent de dage-
lijksohe uitgaven van Rusland voor den oorlog
op meer dan 40 millioen Roebel per dag.
Bij het spoorwegongeluk in Hongarije is
het dagboek van den vroegeren Berlijnschen
gezant graaf Szugyeny Marich, verlor en geraakt
Italië heeft aan Zürdch 20.000 fr. gezon
den uit erkentelijkheid voor diensten aan gezin
nen der gemobiliseerde Italianen bewezen.
De Duiitsche luitenant-generaal Von
Ledebur is dezer dagen in den ouderdom van
70 jaren overleden.
Tengevolge van de duurte zullen dé sala
rissen van alle Oost.enrijkscho staatsambtena
ren ran Januari 1917 af worden verhoogd.
In Duitschland zal ook de handel in ver-
sche eu geconserveerde... mosselen van staats
wege worden geregeld.
De mijnwerkers in Australië hebben met
hun gewonnen staking, den 8-urendag en af
schaffing van 't dubbele ploegstelsel verkregen.
John Archibald, president van den raad
van administratie van de „Standard Oil Com
pany" te New-York is overleden.
De Italiaansch-Zwitsersche grens blijft
streng gesloten. Alleen brieven en kranten
komen er over. Geen reiziger wordt doorgelaten.
Bij Valencia heerschen overstroomingen.
Do schade beloopt millioenen. Do sinaasappel-
oogst is verwoest. Do bevolking lijdt gebrek.
Do op 't Oostelijk oorlogster rein gesneu
velde prins Heinrich van Beieren heeft aau de
Kath. persvereendging 40.000 Mrk. nagelaten.
DE FUSIE BIJ DB SPOOKWEG-MIJ.
Alle ambtenaren der H. IJ. S. M. met meer
dan f 1000 salaris por jaar zullen volgens het
„N. v. d. D." Januari 1917 in het bezit
gesteld worden van een doorloopende vrij
kaart 'geldig voor alle lijnen H. IJ. S. M.,
S. 8., N. C. S. en N. B. D|. S, zulks tenge
volge van de fusie tusschen da Nederlandsche
spoorwegmaatschappijen.
ambulance voor roemenie.
De Nederlandsche ambulance, die binnen
kort naar Roemenië vertrekt, bestaat uit de
heeren dr. J. Dooronboscli als le.dier, H. Dpo-
renbosch, radioloog, en de zusters P. Dorst,
Blsenbuv'gji, Ajdrie Schipper, Marie Waldhaus,
allen gedipiomeefd verpleegster.
VOOR DE MILITAIREN.
Maandagavond wofd in den Koninklijken
Schouwburg te k-Gravenhage de kunstavond
gegeven ten voordeel© van de Nederlandsche
militairen, die langs onze grenzen en kusten
in forten en stellingen, hun zware plichten
vervullen.
De belangstelling, waarin ons Koninklijk
Huis was voorgegaan, was buitengewoon. Er
had zich voor dezen avond een eere-eomitó
gevormd besta,ande uit de Ministers Bosboom
en Ram bonnet, den opperbevelhebber gene
raal Snijders, den luitenant-generaal graaf
Dumonceau, chef van het Militaire Huis der
Koningin, generaal-majoor Keniper, gouver
neur der residentie, generaal-majoor JOeyn-
hens, hoofd der afdeeling „Ontspanning en
Ontwikkeling" van het hoofdkwartier, de da
mes Gort van der Linden en Loudon, echtge-
nooten van den Minister van Binnenlandse he
Zaken en van Buitenlandsche Zaken, baro
nesse Swéerts de Landas Wyborgh, echtge
noot© van den Commissaris der Koningin, en
mevrouw Van Kar nebeek, echtgenoote van
den burgemeester. Nagenoeg alle leden van
dit comité woonden de voorstelling bij. Ook
do Ministers Córt van der Linden, Ort, Pleyte,
Van Gijn en Loudon, de Comm'ssaris der
Koningin baron Sweerts de Land s Wyborgh,
nagenoeg alle gezanten en leden d r legates,
een zeer groot aantal opper- hoofd- en ver
dere officieren van land- en zeemacht, vele
hoofdambtenaren, allen met hun dames, ga
ven door hun aanwezigheid van hun belang
stelling blijk.
Even vóór acht uur, terwijl de zaal nog
niet geheel gevuld was, verscheen H. M. de
Koningin en Z. K. H. de Prins. Dadelijk be
gon de uitvoering van het programma, dat
gelegenheid bood de gaven te bewonderen
van mevr. Sorga in verschil ende li», deren van
Glück, Borodine, Dvorak enz. De echtgenoote
van den Minister van Buitenlandsche Zaken,
mevrouw LoudonEustis, oogstte met haar
mooie alt-stem, welke meerma.en b wond rd
was op intiemere soirees, doch de zij dit
maal ten bate van onze militairen in het
openbaar wilde laten hoonen, luide toejuichin
gen. Zeer toegejuicht werden ook Ed a d V r-
kade en Enny Vrede. Een niet m.nder groot
deel van het succes verwierf Ch. van Ister-
dael met zijn violoncelstukken. De Konink
lijke Militaire Kapel speelde onder Boum.n's
leiding Oud-Hollandsche liederen.
Te kwart voor tien verliet het Koninklijk
echtpaar den schouwburg, nadat H. M. en
Z. K. H. de medewerkende dames en h eren
in "den ontvangstsalon hadden gecomplimen
teerd, evenals mevrouw Dumonceau, echtge
noote van den luitenant-kolonecommandant
van het regiment jagers, en mevrouw Van
Suchtelen van de Haare, echtgenoote van d n
luitenant-kolonel, commandant van het re
giment grenadiers.
-«Tijdens de voorstelling ontvingen mevrouw
Loudon, mevrouw Sorga en mevrouw Ver ka de
prachtige bloemstukken.
BETALING PENSIOENEN.
De Minister van Financiën maakt aan belang
hebbenden bekend, dat gedurende de maanden
Januari, Februari en Maart aanstaande, dage
lijks, Zon- en feestdagen uitgezonderd, ten kan
tore van de betaalmeesters de voldoening zal
plaats hebben der in de verschillende Grootboe
ken ingeschreven pensioenen ten laste van de
NcJorDndsche Staaisbegrooting, loopende over
de vierde drie maanden vaii feet jaar 1916.
HET WEGVOEREN DER BELGEN AAAfi
DUITSCHLAND.
Op de reeds bekende vragen van den heer Duijs
betreffende het wegvoeren van Belgen naar
Duifschland (ingezonden 21 Nov. 1910) heelt de
Minister van Buitenlandsche Zaken, de heer
Loudon, het volgende antwoord (op 4 Decembe»
1916) ingezonden;
Het antwoord op de eerste drie vragen kan
in algemeenen zin bevestigend luiden.
De juiste toedracht der zaak is als volgt:
Toen de Duitsche overheid in het bezede deel
van België in October'1914 tot de overtuiging
was gekomen, dat het tot herstel van het gere
gelde dageiijksch leven in het bezette gebied v, en-
schelijk was dat de bij vele honderdduizenden
naar het buitenland gevluchte bevolking weder
naar haar haardsteden terugkeerde, werd door
het college van burgemeester en schepenen der
stad Antwerpen 13 October 1914 een proclama
tie verspreid, waarin was opgenomen eene ver
klaring van den Duitschen gouverneur van Ant
werpen, generaal baron von Fluene, en den voor
zitter der Intercommunale Commissie van Ant
werpen, den heer Louis Franck, houdende dat er
geen sprake van was, dat Belgische jonge man
nen naar Duitschland zouden worden vervoerd
of tot legerdienst zouden worden gedwongen.
Tevens werd door de Overheid de medewerking
van den consul-generaal der Nederlanden te
Antwerpen ingeroepen om van de goede bedoe
lingen van het Duitsche Bestuur aan de in
Nederland vertoevende Belgische vluchtelingen
te doen blijken, ten einde hen (ot terugkeer naar
hun vaderland te bewegen.
In overleg met genoemden gouverneur baron
von Huene en den lieer Franck werd daarop door
den consul-generaal een bericht opgesteld, geda
teerd 17 October 1914, waarvan de tekst gelijk
luidend was met den door den heer Duijs aan-
gehaalden.
Den 20en October 1914 deelde de consul-gene-
FELICIA CURTIS.
41)
„De arme stakkerd z ;g er erbarm© ijk uit,
vervolgd© Mr. Merton, in een gemakkelij-
ken stoel zittend© naast ziju© n cht. Hij. nam
©en sigaar ©n vroeg: Mag ik rooken Victoria?
Ja-Dank je.'Zijn jas was geheel Aaaf
en ru.-st, ai even armoetri'g."
„En Mrs. st. John?"
„Ik zal haar- ©enige spelen en andere za
ken lekkernijen en dergelijken voor
do kinderen sturen. Voorloop g heb ik niet
moer gedaan. Zij wonen in een der voorste
den, geheel buiten den weg. Je naoogt Sun
eet Kerstmis een mana staren, Vïc'f'
„Oom Ralph, wat is u toch goed. Ik wist
niet, dat u Mr. John genegen waart"
„Ik mag zijn© Faupsche jdeeën afkeuren
en dat do© ik maar ik waardeer een
man, die voor zijne gevoelens durft uitko
men, vooral zooa'.s bij hem het geval is, ten
koste van zijne positie."
„Ik zal voor d© kinderen warme kleeding-
siukken kcopen, hoeveel mag ik besteden,
oüui Ralph?"
„Ik zal je een chèque op mijn bankier ge
ven. En nu heb je mij; nog mbt gevraagd,
Welk dót gelukkig toeval was."
„O, ja oom, vertel het mij."
„Sir James Harker die goede jongen,
Harker, waar j© niet d© minst© notitie van
neemt, waarlijk je zal nog een oude vrij
ster worden, als je niet verandiert, Vic, mijn
lief kind je kent toch fabel van het
meisje, die een geheel rechten stok zocht
en later niets vond dan ©en krommen?"
Victoria bleef stijf zitten luisteren alsof
zij zich geweld moest aandoen om kalm te
blijven.
'Jk begrijp er niets van. Wat wil U eigen
lijk, oom Ralph?"
„Nu ik moet je zeggen, dat je hard van
begrip bent. Weet je nu welk het gelukkig
toeval was? Bir James Harker, die 'zooveel
goede eigenschappen bezit, waar jij blind
voor bent, heeft een secretaris noodig."
„En heeft hij Mr. Sit. John in zijn dienst
genomen?"
„Ja, hij heeft Mr. St. John niet alleen ge
nomen, maar geeft hem ook een goed salaris
voldoende om behoorlijk van te lev-ear
St. John heeft verschillende politieke pam
fletten geschreven, en het schijnt, dat de
ze hem den toegang hiertoe geopend hebben.
Je ziet dus, dat er eene betere toekomat yoor
het echtpaar in 't verschiet is."
„En welk WM uw aandeel in dpze zaak,
oom Ralph? Ik góioof' ik het weet;
gij spraakt mot Mr.. St. James over Mr.
St. John, is niet?"
„Juist, dat deed ik- Hrj is een rechtscha
pen Slab en stelt mepi' belang in zijn oncfer-
hoorigen dan de nrenschen.
„Gij had mij g©e» beter nieuws kunnen
meedeelen oom," zeide het meisje.
Het feest van Kerstmis werd in Londen
gevierd. Nicht Ada genoot vol op van al
de luxe die zij1 to zien kreeg, en verheug
de zich uitermate, dat zij in de gelegenheid
werd gesteld fijne rilke iakoopen te doen
om aan anderen geschenken te ÜXrnnen geven.
Victoria deed ook hare inkoopen. Zij kocht
voor zichzelve het boekje „The Path." Aan
Rose Kelly zond zijmand gevuld met lek-
ykernijen en bovendien een warmen Bhawl
en een japon, zoodat zij deze vrouw, een
echt gelukkigen dag bezorgde. Het boek ech
ter, dat zij van haar geleend had, wilde zij!
haar zelf terug brengen.
Victoria was bezrg .een eohto studie wm
het boekje te maken, en zoodoende vorder
de zij op den goeden weg.
Dan bewoners van het oude huis onder
da boorneu, viel d© bijd lang sedert dat .Vic
toria vertrokken was. Do moeder ©n de zoon
hadden haar vroeger dikwijls gade gosla-
gen, wanneer zij in haar bootje een roei-
fecm maakte, Of langs de rotsen wandelde,
of pret hare jjonnie naar Sbrrebiitrgo reed.
Nu en dun spraken zij over haai-, maar
liet gebeurde maar zelcfen.
Denis zat een groot gedeelte van d- lan
ge winteravonden vódriept in zijne
Zijne moeder had de gewoonte dan meestal by
hom te komen zitten, zij was veel moer met
hem, dan vroeger. HAre tegenwoordigheid
maakte geene verandering in zijne bozig
heden; de liefde die zij elkaar toedroegen
mms volmaakt. Mr. Fitzgerald vond het heer
lijk nu en dan rustig, met een handwerkje
of een boek bij hem te zitten, zij had g|eexi be
hoefte om altijd te praten. Dergelijk© vrou
wen vond mien in vroegere dagen meer dan
tegenwoordig.
Zóó zaten zij' op, zekeren avond weer te
samen, toon Deinis zijn boek eensklaps sloot
en zei do
„Herinnert u, u nog dien avond, moeder,
dat ik mij zoo dwaas heb aangesteld?"
ffitoe moeder zag haastig van haar werk op.
~3e meent
„Den nacht teen Ik dat visioen gezien
heb ik weet niet hoe ik het anders noe
men moei U Vindt het toch niet onaange
naam om er over te spreken, is wel moeder?"
„Neen, beste jongen, aekor niet." Hare
oogen zagen hem onderzoekend aan.
„Dikwijls heb ik er over nagedacht, moe
dor èn dan is d© vraag bij mijl gerezen
waaro\m hij zijne hand juist op die
plank logde kan het mogelijk zijn. dat
hij mij' op een bizonder boek wilds wijzen?
De oogen van Mary Fitzgerald bleven op.
de plaats gevestigd, die haar zoon aanwees.
„Welke zijn die boeken?
„Wellicht bevindt zich in één dier boeken
een papier of brief die eenigs ophelde
ring zou kunnen geven ik meen zoo iets
gelezen te hcbbeii. Heb je al do boeken
nagezien?"
„Alleen het eerste boek, antwoordde De-
nis, dat was al meer dan genoeg."
„Ben je van plan dezen avond nog te
gaan lezen? Neen, hé? Nu laten wij dan
alle boekdoelen eens uithalen on doorbla
deren, misschien vinden wij iets."
„Dat zal alleen een mooie etofboel geven
en verder niets," zeide hij vroolijk.
Zn zagen alle boeken na, maar vonden
niets, tot dat eindelijk, teen zij het laatste
ooek wegnamen, zijne moeder, een wit pa
pier ontdekte, diat op de plank lag.
Denis kwam naderbij en vond een dik
boekdeel In nerchament.
„Hé, hier nebben wij het, riep hij; jjube-
lend uit, dat is een goede vondst."
Hij legde het boek op te tafel, het was,
een manuscript, dicht in elkaar geschre\ en,
de inkt was ©en weinig gevloeid, de hoofd
letters en spreuken waren met roode letters
geschreven, op de eerste bladzijde was het
jaartal vermeld 1691. j
(Wordt vervolgd.)