NIEUWE WHIRL COURANT EEU VERHEVENER WEG. he eeuLO© Schagchelstraat 7-9 bij de Anegang. FEUILLETON KAARS-, CARBID, en DLIEIAMPES vanaf (3 cl II. J. v. d. MEER, BUITENLAND BINNENLAND Woensdag 6 December. - Tweede Blad DE MOGELIJKHEID VAN VREDESONDERHANDE LINGEN. De correspondent van het Boedapester blad „Az Est" bericht uit Sofia, dat er tusschen de neutralen onderhandelingen worden gevoerd, ten doel hebbende het houden van een confe rentie tusschen de oorlogvoerende mogendhe- 'den voor te bereiden. Engeland en de centrale mogendheden zouden niet meer zoo scherp (tegenover elkaar staan als vroeger, en vooral ina de redevoeringen van den rijkskanselier en van Grey zou de toestand zijn opgeklaard, die alleen nog maar bemoeilijkt zou worden door de quaeeties omtrent de koloniën. In Duitsche bladen, o.a. de „Deutsche Ta- geszeitung", is beweerd, dat de Amerikaansche gezant Gerard naar Berlijn terugkeert met een voorstel van de Vereenigde Staten tot vredes onderhandelingen op een grondslag, waarom trent vooraf betreffende de hoofdzaken tus schen Washington en Londen overeenstem ming zou zijn verkregen. Het blad voegde daar aan de opmerking toe, dat Scheidemann namens do Duitsche sociaal-democratie heeft ver klaard, dat het Duitsche volk en ook de regee ring bereid waren alles wat Belgisch is geweest Belgisch en alles wat Eransch geweest is Fransch te laten en dat in verband hiermede vredesvoorstellen van neutrale zijde niet op zich zouden laten wachten. De „Deutsche Ta- geszeitung" waarschuwt daartegen, ziet in al die vredespogingen maar een val, die wordt op gesteld om er Duitsohland te laten inloopen en betoogt, dat Engeland aan het eind van zijn krachten is en nu zich door bemiddeling van Washington wil redden. De „Vorwarts" merkt naar aanleiding hier van op dat Duitsche schrijvers, die ijveren voor een onbeperkte voortzetting van den oorlog ook wel niet veel op zullen hebben met hetgeen de rijkskanselier gezegd heeft tot den Berlijn- aehen correspondent van de „New York Ame rican," waarbij hij nogmaals nadrukkelijk heeft verzekerd, dat zijn redevoering verkeerd is uit gelegd, alsof daar een verwerpelijk politiek doel in verscholen lag. Hij herhaaalde dat zijn woorden niets anders beteekenden, dan dat Duitsohland in alle oprechtheid bereid was aan de verzekering van den wereldvrede mede te werken. „Ook de wet op den vaderlandschen hulpdienst, die ten doel heeft den oorlog met alle kracht voort te zetten, beteekent niet, zeide de rijkskanselier dat ik iets van mijn woorden van 9 November zou terugnemen, of dat er iets veranderd is in onze opvatting van de Duitsche regeering en het Duitsche volk, n.l. dat wij steeds bereid ziju vredesonderhan delingen aan te knoopen." De kanselier wees erop, dat men in deze al langer dan een jaar telkens uitgesproken opvatting een bewijs van zwakte van Duitsohland heeft gezien, mar dat de loop der gebeurtenissen toch wel heeft getoond, dat daarvan geen sprake is. Geen vrees maar het gebod van menschelijkheil van het léven, dat ons van hooger macht geschon ken is en dat niet lichtzinnig mag worden ver woest, had geleid tot den wenesh om de vredes onderhandelingen te beginnen zoodra het moge lijk was. Naar aanleiding van deze uitlating van den rijkskanselier zegt de „Vorwarts," dat, wan neer de gezant Gerard inderdaad met vredes voorstellen in den zak naar Berlijn terugkeert, hij er op rekenen kan daar een willig oor te vin- den. Het blad herinnert er echter aan, dat de richting van graaf Keventlow en diens geest verwanten, gelijk die in de „Deutsche Tages- zeitung" tot uiting komt, nog veel sterker is vertegenwoordigd in Engeland en Franknj zooi at men goed zal doen zi ch over de kans op succes van vredesonderhandelingen geen illu sies te maken. VËRSPBEIDE BËRBCHTEH Het wegvoeren van Belgische burgers. Wolff's bureau te Berlijn meldt: In de Nederlandseho volksvertegenwoordiging en in de pers is beweerd, dat door 't wegvoeren van Belgische arbeiders in strijd gehandeld wordt met de officieele Duitsche beloften, dat de Duitsche overheid geen fatsoenlijke jonge lingen zou gevangen nemen en naar Duitsoh land zou voeren. De „Norddeutsche Allg. Ztg." ontkent dat er beloften zouden geschonden zijn. De in- GRÖOTE PARTIJ JASBESCHERMERS 89 ot. 4009 dertijid gegeven belofte had slechte betrek king op de gekoesterde vrees, dat de uit Nederland terugkoerende Belgen bij licha melijke geschiktheid bij het Duitscoo leger zouden worden ingelijfd en dat de lichamelijk ongeschikten naar ÏXiitschland zouden wor den gevoerd. Deze belofte is ten volle nage- gekomen. Er worden thans alleen de sedert 2 jaren wegens werkloosheid van overheids wege ondersteuning genietende personen uit sociale overwegingen naar Duitschland ge bracht. Tengevolge van de Engelsche afsluiting is de aanvoer dor voor de Belgische industrie onmisbare grondstoffen afgesneden, waardoor honderdduizenden tot werkloosheid gedoemd, hulpbehoevende lediggangerss en spelers wer den, degenereerden en geheel of tén deelo hun geschiktheid tot arbeid verloren. Eelfs tot oordeelen bevoegde Belgen heb ben gewezen op dit gevaar hetwelk de toe toekomst van België's nijverheid bedreigt. Alleen degeen die zonder voldoende reden weigert den voor hem geschikten arbeid te verrichten en ten laste komt van Se over- neidszorg, wordt weggevoerd. Alle volken rechtelijke overwegingen worden nauwkeu rig Li acht genomen. Het op transpor- stellen van de Belgische arbeiders geschiedt óp de meest welwillende en omzichtige wijze; in tal van brieven, ook van Belgen wordt dit erkend. Een hulde aan Sarrail. De partijzucht is in Frankiyk nog steeds zóó sterk, dat een man als generaal Sarrail, de bevelhebber der Entente-troepen in Macedonië, om zijn republikeinsehe beginselen door de reactionaire bladen vrijwel wordt doodgezwe gen. De radicale „Rappèl" erkent nu evenwel de verdiensten van den generaal en zegt in het volle licht, „De meesterlijke verovering van Monastir door troepen van verschillende nationaliteit onder zijn vaste leiding doet in het Oosten de hoop weer opleven, die de vorderingen van Falkenhayn in Roemenië niet geheel hadden vermogen te dooden. Zoodra de noodige troe- penafeolingen vereenigd zijn onder het opper bevel van den grooten veldheer, die eens, in de roemrijke dagen van de Mame, aan de élite- troepen van den Kroonprins weerstand bood, zal de tocht van het Saloniki-leger naar het Noorden, de bevrijdings tocht, beginnen. De Germano-bulgaren zullen zien, wat een groot tacticus is! Zij weteu nu reeds, wat hun te wachten staat!...." De Fransche pers over den Duitschen staats secretaris Zimmerman. De Fransche pers schrijft zeer objectief en zelfs waardeerend over den Duitschen staats secretaris Zimmerman. De „Echo de Paris' ender andere uit haar waardeering onomwon den en zegt o.m.: „Zimmerman is een echte, Pruisische ambte naar van ongeveer 60-jarigen leeftijd. Zijn ge zicht zit vol litteekens, die uit zijn studenten tijd stammen- Hij spreekt met kennis van zaken en met overleg en heeft vaak aanvallen van woeiio. „Zimmerman is een uitgesproken voorstan der van de Germaansehe uitbreiding en zal ons zooveel kwaad doen, als hij maar kan. Onder zijn leiding zal de Duitsche diplomatie haar pogingen verdubbelen, om de Entente te inti- mideeren, te verdoelen en in de war te brengen. Ofschoon Zimmerman n echter ook een ver woed tegenstander is, hij heeft toch den naam, een achtenswaardig tegenstander te zijn. Vrij van alle ijdelheid, versmaadt hij het Hof, zoo als eens Kiderlen-Wachter. Hij verafschuwt parlementaire intriges en toen iemand hem vroeg, wat hij zou doen als de Rijksdag meer macht kreeg, antwoordde hu kalm-, dat hij'Aan zijn ambt zou neerleggen. Dank zy zijn karak ter en zü"n kennis van zaken zal hij voor bet Duitsche rijk een kracht van beteekenis wor den." De „Gaulois" noemt Zimmerman .„een hel dere kop, een intelligente en rustige werker, het type van den realistiachen politicus." De economische wanorde in Spanje. Het Weensche Korr. Bur. verneemt draad loos uit Madrid: Het gebrek aan levensmid delen en de toenemende duurte in hedl Span je hebben den laatsten tijd den omvang van een krisis aangenomen. Oorzaken zijn: de uitvoer van levensmiddelen naar oorlogvoe rende landen, de sterke achteruitgang van de kustvaart, de hooge zeevrachten, specula tie in levensmiddelen, enz. De bevolking heeft door haar protesteeren de regeering tot krachtige tegenmaatregelen gedwongen. Itezer dagen zijn er uitvoerverboden uitge vaardigd voor graan, meel, suiker, rijst, peul vruchten, veevoedier, vee, vleesoh, wild', aard appelen, eieren en vet. Voorts zijn maximum prijzen vastgesteld voor graan; weldra zullen andere producten volgen. Troepen werkloozen zijn gisteren door de straten van Madrid getrokken. De regeering heeft maatregelen tegen d'e arbeidskrisis be loofd. De vorstelijke graven in Roemenië. Over de bezetting van Our tea de Ai-ges schrijft de „Berliner Börsen Courier" o.na.: Ourtoa de Argos te voor de Roemenen ook jn nationaal opzicht een belangrijke stad. Daar bevinden tóch de graven van de oude Roemeensche vorsten. Daar ligt ook Koning Garol, die twee jaar geledien geaorven is, be graven. Het klooster is voor iedere n Roemeen een plaats van belang. De kathedraal van Our tea de Argas is het beste bouwwerk der Roemeensche kunst. Ze is ongeveer vier eau- oud, in Byzantijnschein stijl opgetrokken en een van de oudste gebouwen in Roemenië. In den kop dar eeuwen heeft men de kathe draal volkomen laten vervallen. Niemand had oog voor de kunstwaarde van dit meester stuk. Barst Koning Carol, die een kenner wa» van oude bouwkunst, heeft in 1886 de restau ratie door moestens in het vak laten onder nemen. Deze is met veel kenn s van en ii f- de voor die Byzantijnscho kunst ten uitvoer gelogd. Smaadschriften tegen Z. H. den Paus. Het blad „Debate" geeft den inhoud weer van pamfletten, die in Italië onder het gewone volk worden verspreid en waarin de Paus op grove wijze beleedigd en als vijand van Italië en vriend van Oostenrijk afgeschilderd wordt. Het blad meent, dat het hier een campagne geldt, om de opmerkzaamheid des volks af te leiden van de dwalingen der Italiaansohe re geering, en noodigt de Spaanaeke Katholieken uit om met het oog op den moeilijken en kritie ken toestand van den H. Stoel, zich gereed te houden om den Paus naar gelang der omstan- digi-eden ip vollen omvang te helppn. oostenrijk. De sterfdag van Keizer Frans Jozef. Over den laatsten levensdag van wijilen Keizer Frans Jozef worden, volgens het Weensche Korr. Bur., uit gezaghebbende bron nog de volgende bijzonderheden mede gedeeld: Den 21sten November stond de Kei zer na een haast geheel rustigen nacht op het gewone vroege morgenuur op en ontving om 8 uur den opperhofmeester, prins Monten- novo, waarbij de Keizer zeer helder van hoofd was en verscheidene zakelijke aange legenheden besprak. Om half negen ontving de Keizer het ochtendbezoek van aartsher togin Marie Valerie. De Keizer verklaarde zich heter te gevoelen en drukke bezigheden te hebben. Na baar verschenen de beide gene- raal-adjudanten en om kwart vóór tien de hofkapelaan, om den pauselijken zegen over te brengén- De hofkapelaan raadde als beste voorbereiding tot het ontvangen van den ze- «ren aan tot do H.H. Sacramenten te naderen. De Keizer stemde hiermede in, daar de ont vangst der H. Communie na het ontbijt geen moelijkheden opleverde, wijl de Keizer sinds eenigen tijd hiervoor door den Apostolischen Stoel was gedispenseerd. Bij volle bewustzijn sprak de Keizer zijn bieoht en ontving met treffende godsvrucht de H. Communie en den Pauselijken zogen en dankte op de hartelijkste wijze den hofkape laan,- më* verzekering, dat de goedheid van den H. Vader hem onuitsprekelijk ver heugde. Om half twee kwam de troonopvolger met zijn gemalin een kort bezoek brengen. Be Keizer klaagde tegen beiden over zijn slech ten gezondheidstoestand en antwoordde, toen de hooge bezoekers hun hoop uitspraken op zijn herstel, dat hij geen tijd had, om ziek te zijn. De Keizer sprak vervolgens zijn vol doening uit over het succes zijner dappere troepen in Roemenië en gaf uitdrukking aan zijn buitengewone vreugde over de door den Paus betuigde deelneming met zijn toestand en over het 6chenken van den pauselijken zegen. Toen om 6 uur. aartshertogin Valeric den lijder kwam bezoeken en bemerkte, dat de Keizer zeer zwak was en den indruk maakte van een ernstig-zieke, zeide zij: „Ik wil u niet vermoeien, ik ga dadelijk weer weg." De Keizer antwoordde: „Ja, dat is goed; ik maak het slecht," en toen de aartshertogin afscheid nam voegde hij er hij: „Ik licb mijn devotie kunnen verrichten; de H. Vader heeft mij zijn zegen gezonden en de hofkape laan heeft mij de Communie gebracht." Voor zes uur bad de Keizer gedurende ge. ruimen tijd, zittende in zijn ziekest-oel, daar hij niet meer zooals anders bij z'n morgen en avondgebed knielen kon. Toen de kanier- di^xxoax" li ©ui clftt Ihidt was om ter ruste te gaan, zeide Keizer: ^k moet nog zooveel bidden! De Keizer werd alsnu te bed gebracht en er had een consult plaats van de geneesheeren. Op een vraag van den kamerdienaar om verdere bevelen, bepaald© de Keizer met duidelijk verstaan bare stem het"uur van opstaan voor den vol genden dag op vier uur. Nadat de Keizer was ingeslapen, ontwaakte hij weer spoedig en vroeg om te drinken. Nadat dit geschied was en toen do kamerdienaar vroeg of de Keizg? goed lag, antwoordde hij: «Ja, hot is goed! niet lang daarna begon de keizer benauwd te worden. Professor Ortner deod een hartop- wekkende inspuiting» waarvan de Keizer niets meer bemerkte. Na verloop van een half uur diende de hofkapelaan den keizer het H. Olisel toe, waarbij tegenwoordig wa ren: de troonopvolger en zijn gemalin, de aartshertoginnen, aartshertog Frans Salva- tor, de hofdignitarissen en het kamerperso- neel van Z. M. Marie Valerie drukte den Keizer het dood- kruie in de hand. De Keizer ontving nog den vollen aflaat in artioulo mortis (in het sterf uur). Kort daarna hield de ademhaling op Het was toen vijf minuten over negen. De lijfarts Kerzl en professor Ortner constateer den den dood, de hofkapelaan had het Res ponsorium, het Snbvenite Sancti Dei en ver richtte de kerkelijke gebeden voor de overle denen, besprenkelde het lijk met wijwater, waarna de aanwezigen gezamenlijk baden voor het zielenheil van den in den Heer ont slapen monarch. ITALIË. De Rom«insche kwestie. Dr. Lulvès, archivaris te Hannover, van wiens hand reeds eeu brochure over de Komein- «she kwestie verscheen, heeft thans iin de „Deutsche Revue" van December een artikel gepubliceerd waarin hij nog op enkele punten terugkomt. Hij komt na een onderzoek van ver schillende documenten en uitlatingen tot de conclusie dat bij de positie, die de Italiaansche Katholieken in het politiek leven innemen, het uitgesloten is, dat Benedictus XV er aan zou denken, de Romeinsche kwestie zonder Italië of zelfs tegen Italië te willen oplossen. Na een onderzoek van de historische ontwik keling en de jurdisch-economiache beteekenis der zoogenaamde „kleine territoriale kwestie" bespreekt Lulvès de nieuwe „minimum-voorstel len" zooals aan de hand gedaan door pater Ehrle en dr. Karl. Baeliem. Hij schrijft: „Naar de „kleine territoriale kwestie" zullen echter naar onze meening noodgedwongen de eischen van het Pausdom weder terugkeeren, in zoo verre dit aanspraak maakt op een grondgebied als basis zijner souvoreiniteit en daarop moet. het aanspraak maken. De „minimum"-voorstel- len schijnen de Lulvès echter te bescheiden te zijn." Berichten in drie regels. In het Lagerhuis heeft minister Cecil ge zegd, dat de entente de troepen van Venizelos beschouwt als vrijwilligers, in dienst der entente De „Nowoje Wremja" berekent de dage- lijksohe uitgaven van Rusland voor den oorlog op meer dan 40 millioen Roebel per dag. Bij het spoorwegongeluk in Hongarije is het dagboek van den vroegeren Berlijnschen gezant graaf Szugyeny Marich, verlor en geraakt Italië heeft aan Zürdch 20.000 fr. gezon den uit erkentelijkheid voor diensten aan gezin nen der gemobiliseerde Italianen bewezen. De Duiitsche luitenant-generaal Von Ledebur is dezer dagen in den ouderdom van 70 jaren overleden. Tengevolge van de duurte zullen dé sala rissen van alle Oost.enrijkscho staatsambtena ren ran Januari 1917 af worden verhoogd. In Duitschland zal ook de handel in ver- sche eu geconserveerde... mosselen van staats wege worden geregeld. De mijnwerkers in Australië hebben met hun gewonnen staking, den 8-urendag en af schaffing van 't dubbele ploegstelsel verkregen. John Archibald, president van den raad van administratie van de „Standard Oil Com pany" te New-York is overleden. De Italiaansch-Zwitsersche grens blijft streng gesloten. Alleen brieven en kranten komen er over. Geen reiziger wordt doorgelaten. Bij Valencia heerschen overstroomingen. Do schade beloopt millioenen. Do sinaasappel- oogst is verwoest. Do bevolking lijdt gebrek. Do op 't Oostelijk oorlogster rein gesneu velde prins Heinrich van Beieren heeft aau de Kath. persvereendging 40.000 Mrk. nagelaten. DE FUSIE BIJ DB SPOOKWEG-MIJ. Alle ambtenaren der H. IJ. S. M. met meer dan f 1000 salaris por jaar zullen volgens het „N. v. d. D." Januari 1917 in het bezit gesteld worden van een doorloopende vrij kaart 'geldig voor alle lijnen H. IJ. S. M., S. 8., N. C. S. en N. B. D|. S, zulks tenge volge van de fusie tusschen da Nederlandsche spoorwegmaatschappijen. ambulance voor roemenie. De Nederlandsche ambulance, die binnen kort naar Roemenië vertrekt, bestaat uit de heeren dr. J. Dooronboscli als le.dier, H. Dpo- renbosch, radioloog, en de zusters P. Dorst, Blsenbuv'gji, Ajdrie Schipper, Marie Waldhaus, allen gedipiomeefd verpleegster. VOOR DE MILITAIREN. Maandagavond wofd in den Koninklijken Schouwburg te k-Gravenhage de kunstavond gegeven ten voordeel© van de Nederlandsche militairen, die langs onze grenzen en kusten in forten en stellingen, hun zware plichten vervullen. De belangstelling, waarin ons Koninklijk Huis was voorgegaan, was buitengewoon. Er had zich voor dezen avond een eere-eomitó gevormd besta,ande uit de Ministers Bosboom en Ram bonnet, den opperbevelhebber gene raal Snijders, den luitenant-generaal graaf Dumonceau, chef van het Militaire Huis der Koningin, generaal-majoor Keniper, gouver neur der residentie, generaal-majoor JOeyn- hens, hoofd der afdeeling „Ontspanning en Ontwikkeling" van het hoofdkwartier, de da mes Gort van der Linden en Loudon, echtge- nooten van den Minister van Binnenlandse he Zaken en van Buitenlandsche Zaken, baro nesse Swéerts de Landas Wyborgh, echtge noot© van den Commissaris der Koningin, en mevrouw Van Kar nebeek, echtgenoote van den burgemeester. Nagenoeg alle leden van dit comité woonden de voorstelling bij. Ook do Ministers Córt van der Linden, Ort, Pleyte, Van Gijn en Loudon, de Comm'ssaris der Koningin baron Sweerts de Land s Wyborgh, nagenoeg alle gezanten en leden d r legates, een zeer groot aantal opper- hoofd- en ver dere officieren van land- en zeemacht, vele hoofdambtenaren, allen met hun dames, ga ven door hun aanwezigheid van hun belang stelling blijk. Even vóór acht uur, terwijl de zaal nog niet geheel gevuld was, verscheen H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins. Dadelijk be gon de uitvoering van het programma, dat gelegenheid bood de gaven te bewonderen van mevr. Sorga in verschil ende li», deren van Glück, Borodine, Dvorak enz. De echtgenoote van den Minister van Buitenlandsche Zaken, mevrouw LoudonEustis, oogstte met haar mooie alt-stem, welke meerma.en b wond rd was op intiemere soirees, doch de zij dit maal ten bate van onze militairen in het openbaar wilde laten hoonen, luide toejuichin gen. Zeer toegejuicht werden ook Ed a d V r- kade en Enny Vrede. Een niet m.nder groot deel van het succes verwierf Ch. van Ister- dael met zijn violoncelstukken. De Konink lijke Militaire Kapel speelde onder Boum.n's leiding Oud-Hollandsche liederen. Te kwart voor tien verliet het Koninklijk echtpaar den schouwburg, nadat H. M. en Z. K. H. de medewerkende dames en h eren in "den ontvangstsalon hadden gecomplimen teerd, evenals mevrouw Dumonceau, echtge noote van den luitenant-kolonecommandant van het regiment jagers, en mevrouw Van Suchtelen van de Haare, echtgenoote van d n luitenant-kolonel, commandant van het re giment grenadiers. -«Tijdens de voorstelling ontvingen mevrouw Loudon, mevrouw Sorga en mevrouw Ver ka de prachtige bloemstukken. BETALING PENSIOENEN. De Minister van Financiën maakt aan belang hebbenden bekend, dat gedurende de maanden Januari, Februari en Maart aanstaande, dage lijks, Zon- en feestdagen uitgezonderd, ten kan tore van de betaalmeesters de voldoening zal plaats hebben der in de verschillende Grootboe ken ingeschreven pensioenen ten laste van de NcJorDndsche Staaisbegrooting, loopende over de vierde drie maanden vaii feet jaar 1916. HET WEGVOEREN DER BELGEN AAAfi DUITSCHLAND. Op de reeds bekende vragen van den heer Duijs betreffende het wegvoeren van Belgen naar Duifschland (ingezonden 21 Nov. 1910) heelt de Minister van Buitenlandsche Zaken, de heer Loudon, het volgende antwoord (op 4 Decembe» 1916) ingezonden; Het antwoord op de eerste drie vragen kan in algemeenen zin bevestigend luiden. De juiste toedracht der zaak is als volgt: Toen de Duitsche overheid in het bezede deel van België in October'1914 tot de overtuiging was gekomen, dat het tot herstel van het gere gelde dageiijksch leven in het bezette gebied v, en- schelijk was dat de bij vele honderdduizenden naar het buitenland gevluchte bevolking weder naar haar haardsteden terugkeerde, werd door het college van burgemeester en schepenen der stad Antwerpen 13 October 1914 een proclama tie verspreid, waarin was opgenomen eene ver klaring van den Duitschen gouverneur van Ant werpen, generaal baron von Fluene, en den voor zitter der Intercommunale Commissie van Ant werpen, den heer Louis Franck, houdende dat er geen sprake van was, dat Belgische jonge man nen naar Duitschland zouden worden vervoerd of tot legerdienst zouden worden gedwongen. Tevens werd door de Overheid de medewerking van den consul-generaal der Nederlanden te Antwerpen ingeroepen om van de goede bedoe lingen van het Duitsche Bestuur aan de in Nederland vertoevende Belgische vluchtelingen te doen blijken, ten einde hen (ot terugkeer naar hun vaderland te bewegen. In overleg met genoemden gouverneur baron von Huene en den lieer Franck werd daarop door den consul-generaal een bericht opgesteld, geda teerd 17 October 1914, waarvan de tekst gelijk luidend was met den door den heer Duijs aan- gehaalden. Den 20en October 1914 deelde de consul-gene- FELICIA CURTIS. 41) „De arme stakkerd z ;g er erbarm© ijk uit, vervolgd© Mr. Merton, in een gemakkelij- ken stoel zittend© naast ziju© n cht. Hij. nam ©en sigaar ©n vroeg: Mag ik rooken Victoria? Ja-Dank je.'Zijn jas was geheel Aaaf en ru.-st, ai even armoetri'g." „En Mrs. st. John?" „Ik zal haar- ©enige spelen en andere za ken lekkernijen en dergelijken voor do kinderen sturen. Voorloop g heb ik niet moer gedaan. Zij wonen in een der voorste den, geheel buiten den weg. Je naoogt Sun eet Kerstmis een mana staren, Vïc'f' „Oom Ralph, wat is u toch goed. Ik wist niet, dat u Mr. John genegen waart" „Ik mag zijn© Faupsche jdeeën afkeuren en dat do© ik maar ik waardeer een man, die voor zijne gevoelens durft uitko men, vooral zooa'.s bij hem het geval is, ten koste van zijne positie." „Ik zal voor d© kinderen warme kleeding- siukken kcopen, hoeveel mag ik besteden, oüui Ralph?" „Ik zal je een chèque op mijn bankier ge ven. En nu heb je mij; nog mbt gevraagd, Welk dót gelukkig toeval was." „O, ja oom, vertel het mij." „Sir James Harker die goede jongen, Harker, waar j© niet d© minst© notitie van neemt, waarlijk je zal nog een oude vrij ster worden, als je niet verandiert, Vic, mijn lief kind je kent toch fabel van het meisje, die een geheel rechten stok zocht en later niets vond dan ©en krommen?" Victoria bleef stijf zitten luisteren alsof zij zich geweld moest aandoen om kalm te blijven. 'Jk begrijp er niets van. Wat wil U eigen lijk, oom Ralph?" „Nu ik moet je zeggen, dat je hard van begrip bent. Weet je nu welk het gelukkig toeval was? Bir James Harker, die 'zooveel goede eigenschappen bezit, waar jij blind voor bent, heeft een secretaris noodig." „En heeft hij Mr. Sit. John in zijn dienst genomen?" „Ja, hij heeft Mr. St. John niet alleen ge nomen, maar geeft hem ook een goed salaris voldoende om behoorlijk van te lev-ear St. John heeft verschillende politieke pam fletten geschreven, en het schijnt, dat de ze hem den toegang hiertoe geopend hebben. Je ziet dus, dat er eene betere toekomat yoor het echtpaar in 't verschiet is." „En welk WM uw aandeel in dpze zaak, oom Ralph? Ik góioof' ik het weet; gij spraakt mot Mr.. St. James over Mr. St. John, is niet?" „Juist, dat deed ik- Hrj is een rechtscha pen Slab en stelt mepi' belang in zijn oncfer- hoorigen dan de nrenschen. „Gij had mij g©e» beter nieuws kunnen meedeelen oom," zeide het meisje. Het feest van Kerstmis werd in Londen gevierd. Nicht Ada genoot vol op van al de luxe die zij1 to zien kreeg, en verheug de zich uitermate, dat zij in de gelegenheid werd gesteld fijne rilke iakoopen te doen om aan anderen geschenken te ÜXrnnen geven. Victoria deed ook hare inkoopen. Zij kocht voor zichzelve het boekje „The Path." Aan Rose Kelly zond zijmand gevuld met lek- ykernijen en bovendien een warmen Bhawl en een japon, zoodat zij deze vrouw, een echt gelukkigen dag bezorgde. Het boek ech ter, dat zij van haar geleend had, wilde zij! haar zelf terug brengen. Victoria was bezrg .een eohto studie wm het boekje te maken, en zoodoende vorder de zij op den goeden weg. Dan bewoners van het oude huis onder da boorneu, viel d© bijd lang sedert dat .Vic toria vertrokken was. Do moeder ©n de zoon hadden haar vroeger dikwijls gade gosla- gen, wanneer zij in haar bootje een roei- fecm maakte, Of langs de rotsen wandelde, of pret hare jjonnie naar Sbrrebiitrgo reed. Nu en dun spraken zij over haai-, maar liet gebeurde maar zelcfen. Denis zat een groot gedeelte van d- lan ge winteravonden vódriept in zijne Zijne moeder had de gewoonte dan meestal by hom te komen zitten, zij was veel moer met hem, dan vroeger. HAre tegenwoordigheid maakte geene verandering in zijne bozig heden; de liefde die zij elkaar toedroegen mms volmaakt. Mr. Fitzgerald vond het heer lijk nu en dan rustig, met een handwerkje of een boek bij hem te zitten, zij had g|eexi be hoefte om altijd te praten. Dergelijk© vrou wen vond mien in vroegere dagen meer dan tegenwoordig. Zóó zaten zij' op, zekeren avond weer te samen, toon Deinis zijn boek eensklaps sloot en zei do „Herinnert u, u nog dien avond, moeder, dat ik mij zoo dwaas heb aangesteld?" ffitoe moeder zag haastig van haar werk op. ~3e meent „Den nacht teen Ik dat visioen gezien heb ik weet niet hoe ik het anders noe men moei U Vindt het toch niet onaange naam om er over te spreken, is wel moeder?" „Neen, beste jongen, aekor niet." Hare oogen zagen hem onderzoekend aan. „Dikwijls heb ik er over nagedacht, moe dor èn dan is d© vraag bij mijl gerezen waaro\m hij zijne hand juist op die plank logde kan het mogelijk zijn. dat hij mij' op een bizonder boek wilds wijzen? De oogen van Mary Fitzgerald bleven op. de plaats gevestigd, die haar zoon aanwees. „Welke zijn die boeken? „Wellicht bevindt zich in één dier boeken een papier of brief die eenigs ophelde ring zou kunnen geven ik meen zoo iets gelezen te hcbbeii. Heb je al do boeken nagezien?" „Alleen het eerste boek, antwoordde De- nis, dat was al meer dan genoeg." „Ben je van plan dezen avond nog te gaan lezen? Neen, hé? Nu laten wij dan alle boekdoelen eens uithalen on doorbla deren, misschien vinden wij iets." „Dat zal alleen een mooie etofboel geven en verder niets," zeide hij vroolijk. Zn zagen alle boeken na, maar vonden niets, tot dat eindelijk, teen zij het laatste ooek wegnamen, zijne moeder, een wit pa pier ontdekte, diat op de plank lag. Denis kwam naderbij en vond een dik boekdeel In nerchament. „Hé, hier nebben wij het, riep hij; jjube- lend uit, dat is een goede vondst." Hij legde het boek op te tafel, het was, een manuscript, dicht in elkaar geschre\ en, de inkt was ©en weinig gevloeid, de hoofd letters en spreuken waren met roode letters geschreven, op de eerste bladzijde was het jaartal vermeld 1691. j (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5