NIEUWE HUL tllUf De Raad van Haarlem. BIÜilEilLilüD Een merkwaardig debat KERB£!§£!39CiHTEN Zaterdag 9 December. - Tweede Blad SAMENSTELLING. Dezer dagen kwam mij de Oprechte Haar- lemsche Courant in handen, waarin een artikel «Waar men belang in steit: de Raad". De schrij ver memoreerde: „Terwijl in 1891 bij de gratie der heeren één Katholiek in den Raad zitting had, telt het College thans: 9 Katholieken, 1 Onafhankelijk Katholiek (v. d. Kamp), 5 Anti-revoiutionairen, 3 Christelijk-Historische, 1 wild Chr.-Hist. (Hoog), 2 Vrijzinnig-democraten, 4 Vrij-liberalen, 4 Unie-liberalen, 1 Liberaal (Andreae), 3 Sociaal-democraten" Dit beduidt dus, volgens mij, 17 rechts, 14 links, met 2 rechts-geneigden. De schrijver in „de Oprechte" beziet de zaak niet alleen uit het oog punt van kleur, maar ook van de personen. Hij gelooft het peil van den Raad in 25 jaren gezakt en ook „Haarlem's Welvaart" gelooft in deze legende. Laien Wij eens zien: Lloe was het in 1891 Het College vertoonde nog een deitigen aanblik. Onder de raadsleden waren niet ".minder'dan 15 gestudeerden, waarvan 12 "het mr. of dr. voor hun naam mochten "schrijven, 8 industrieel en, één winkelier, een „oud-Deliplanier, twee renteniers, een oud- zeeofficier, een architect en een gepensio neerd hoofdonderwijzer." Zoo, dat weten wij. Het verstand van Haarlem was er (15 gestudeerden, 8 industriëelen, wat schiet er over?), maar wij vreezen dat het hart van Haarlem en van het Haarlemsche volk niet klopte in dien Raad. Geen arbeiders b.vdat klopt al niet. Men leze nu de constellatie van thans en men zal het verstand evenmin afwezig doch de sociale standen beter vertegenwoordigd zien, te meer Waar onder de „gestudeerden" van thans vele uitgesproken arbeidersvrienden zetelen 11 academici (1 ingenieur-groot-industriëel, 3 doktoren, 7 rechtsgeleerden, waarvan 1 wethouder), i 5 werklieden, (waarvan 1 wethouder); 1 onderwijzer op pensioen, 1 cand.-notaris, 2 aannemers of bouwkun digen, 1 bankdirecteur, 1 vroegere indusiriëel (wethouder), 1 belasting-ambtenaar, 1 vroegere boekdr.- uitgever (wethouder), 6 middenstanders (winkeliers, oud-winke liers, beambten van Haarl. Handelsver- eeniging en van de Hanze). Men leze dit staatje vele malen over en kome tot deze conclusie: Moeiujk zou het Haarl. volk juister kunnen vertegenwoordigd, zijn. Een op merkingkan slechts gemaakt de groepen waaruit de helft der wethouders woiden gereciuteeid, zijn wel wat al te mager, doch de verbetering ligt m i. niet in de vergrooting dier groepen. RAADSLID. HET LEERPLAN L.O. Hfet „Chr. Schoolblad" schrijft: Dr. j. H. Gunning Wz., districtsschoolop ziener te Amsterdam, betuigt zich in een artikeltje in het „Handelsblad" evenzeer ver baasd over de aandrang, w,aarmede van Links de eisch wordt gesteld, dat het leer- Plan der bijzondere scholen aan de keuring Van het Schooltoezicht moet worden onder- Werpen, ars over de ongsneigcffieid van Hechts om dien eisch te billijken. De ervaring van déaen dierkundige heeft hem den papieren waarborg voor de deug delijkheid van het onderwijs op, niet zeer hoogen prijs leeren stellen. fan grootere nuchterheid kan oenige uit spraak kwalijk blijk geven. We houden het beeld terug, da.t ons voor den geest komt, er de denkbeeldige waarde van dien waarborg mede te illustreeien. Men moot voorzichtig zijn in oenen tijd, waarin helkleurige verven uit zwarte teer worden getrokken. Maar hecht de wederpartij der in zijne hartelijke zorg voor liet bijzonder onderwijs waarde aan (de tooverkracht van een gocdge- loerplan, wat nood hem daarin tegemoet te komen, mits die goedkeuring gebonden zij aan wettelijke regelen, evenals bijv. bij al- gemeonen maatregel van inwendig bestuur bepalingen vastgesteld zijn, waaraan do to stichten schoolgebouwen moeten voldoen, om de besturen aanspraak te geven op de Rijks bijdrage ter tegemoetkoming in cte kosten, om te voorzien in de behoefte aan lokalen voor onderwijs? Welke bepalingen kan de Wet stellen, waar aan een leerplan moet voldoen? a. Dat het onderwijs in elk $av vakken de kenmerken drage van behoorlijk voort- schrijdo nel onderwijs. b. Dat, waar lezen, schrijven, rekenen, teekenen en zingen in nagenoeg alle leer jaren onderwezen moeien worden, het onder wijs in olk der eigenlijke zaakvakken al thans niet later dan in oenig aan te geven leerjaar moet aangevangen worden. c. Dat voor die vakken het minimumaan tal leeruren worde vastgesteld. Wat zou er nog meer kunnen gevraagd worden? Men zegge het. Misschien zal het ook niet onaannemelijk voor ons zijn. En dan hoeft de vliegenier zijn poppetje. En misschien is het iets meer dan dat, dus niet geheel waardeloos. WAT MOET IN DEZEN TIJD MET DEN KOLENVOORRAAD WORDEN GEDAAN? De hoor A. C. Kóppcjan, werkt,-ingenieur te Amersfoort schrijft hierover in de „N. E. Ct": Er wordt thans door drongen op zuinigheid kólenschaarschi e. Ik m's echter do raadgeving aan do bur gers op welke wijze men zuinig moet zijn, m.a.w. moet de verwarming der huizen, het koken van spijzen enz. met kolen of met gas geschieden," moet men electrisch licht branden of ges, don gas- of don electromotor prefereeren enz. enz.? In het volgendezal ik trachten aan te toonon voor meer wetenschappelijk aan- golegdou order verwijzing naar een artikel in onn technisch tijdschrift dat het in het algemeen belang geacht moet worden, dat de Rijkskoiendistributie onmiddellijk maat regelen noemt om te konten tot d n idealen toestand, dat alle kolen aan de gasfabrieken ter distillatie worden afgestaan. Het gas dan uitsluitend mogen dienen voor koken en Verwarming ea geen mud kolen zal direct in kachel of fornuis mogen wor den verbrand. Vpor directe verbranding komen alleen in aanmerking do geproduceerde goscokes en brandstoffen, welks bij vergassing geen be langrijke voordeelen boven verbranding kunnen oplevereh. zooals turf, hout, petro leum, enz. Zelfs onder da stoomketels zal men tot het gebruik van cokes moeten overgaan, Waarvoor de meeste inrichtingen zonder groot© kosten geschikt gemaakt kunnen wor den Waar hiertegen in vele gevallen overwe gende bezwaren bestaan, zullen de gasfa brieken er zich op toe moeten leggen voor dit doel do cokes in minder poreuzen vorm (drenken in een kolenstofbrij) of in briket- vorm af te leveren. Den leek zal deze redeneering zonder de regeering a-ange- in verband met de moer duidelijk zijn, indien- hij bedenkt dat bij' verbranding van steenkolen het gas, d© kootteer, de ammoniak, (kunstmestproductie!) benzol en nog vele *Vd we waardevolle bij producten, die- thans grootendeels wel reeds uit het gas worden gewonnen op de gasfa brieken in Nederland, doch ook voor ean deel (bijv. benzol)nog niet, .onherroepelijk verloren gaan, namelijk in de lucht ontwij ken in den vorm van koolzuur ea waterdamp. De bij 'de verbranding "dezer stoffen ontwik- 'kelde warmte slaat in géén verhouding tot de waarde dezer stoffen voor de samenle ving. Smokt men daarentegen cokes, don ver brandt men bijna zuivere koolstof, daar al le zoo belangrijke grondstoffen voor de fa bricage van kleurstoffen, chemicaliën, par fumerieën, geneesmiddelen, kunstmest, zwa velzuur enz. enz. op de gasfabrieken er eerst door vergassen zijn uitgehaald. Voeg ik daarbij, dat een mei: cokes ge stookte kachel of stoomketel, al dan niet door het gebruik van geprepareerde cokes of briketten, een evenhoog warmterendznient kan geven als 'bij het stoken met kolen, dan is in grove trekken de conclusie wel vol doends gemotiveerd. Ean beschouwing, waarin dit onderworp op meer technische wijze worde behandeld is to vinden in mijn artikel: „Do toekomst der Gasindustiie" in „Het Vakblad," Jaar gang 14 Nó. 6 en 7, uitgever II. E. Hei- kens, 's-Gravenhage. Toen was er van kolennood geen sprake. Nu kolcnnood h-eerseht, acht ik het ne men van maatregelen in bovenbedoeld, n zin oen gebiedenden eisch. Slechts a>P deze wijze word: geen rijkdom verkwist en zal ons land uit den kolanvoor-, raad alle schatten to voorschijn halen, wel ke daarin verborgen zijn. Het behoeft geen psloog, dat deze maat regel tot gevolg zou hebben, dat de gasfa brieken eigenlijk meer cobesfabrieken zou den worden, terwijl ook hst gas tot bijpro duct, dat goedkooper zal kunnen worden af geleverd, zal worden gedegradeerd. Hiermede hangt Tevens de vraag samen cl het dan economisch is, dat de verlichting en beweegkracht in hot vervolg uitsluitend electrisch, zal moeten zijn. Ook hierop moot het antwoord bevestigend luiden. Gas en electrlciteit worden in onze lam pen op technisch zeer onvolmaakte wijze in licht omgezet (door „gloeiing"). Economisch maakt, dit dus geen verschil uit en zal hier alleen sprake zijn van het doen ©oner keuze wat do gemakkelijkheid in het gebruik betreft. Mocht het „koude" elecir'.'srhs licht in practisehen vorm uitgevonden worden, dan zal liet electnaeli licht ook economisch de voorkeurgaan verdienen. Voor beweegkracht is de electrlciteit aan gewezen^ daar de omzetting van electrisch© cnerg.o in mechanische juist het omgekeer de is van liet met hoog rendement werken de opwekkingsproces. Echter mag dan voor de opwekking van electrlciteit slechts vergaste brandstof of gas zelf worden gebruikt, hetgeen na het bo venstaande geen nadere verklaring behoeft. Dat de thans geldende prijsregeling zich zelf zal wijzigen bij, invoering, van dit sys teem, zal de toekomst ongetwijfeld leeren. Do brandstof, welke economisch de zuinig ste is, zal dan vanzelf ook practised do goed koopste worjen. In den beginne zal dit niet het geval zijn, doch deze overgangsperiode zal sléchts kort duren. Men zal onder meer tegenwerpen, dat niet alle kolen even goed voor vergassing kun nen dienen: de eene soort zal weinig gas geven, de andere gpen °t' slechte cokes. E© ervaring van de laatst© jaren heeft echter geloerd dat door oordeelkundige men ging van kolciUoorten toch een goed rende ment aan gas, cokes en bijproducten ver- Nogmaals en uit den treure wilde ik mijn Katholieke lezers op liet hart binden in deze artikeltjes toch geen volledige Mariologie te zoeken, 'n Dagblad is geen vaktijdschrift, en waar de Red. mij plaatsruimte biedt ter be antwoording van D's. P. M. 's J'Accuse, daar heb ik, om geen misbruik van iemands goed heid te maken, over veel betwistbare bewe ringen been te stappen naar liet hoogtepunt van zijn beschuldiging: afgoderij. De 5de vraag betrof de uitdrukking Ma ria's „goddelijken troon". De Pater zegt dat zij door de vingers van den censor is heen- Beglipt, Toch verdedigt hij baar grammati caal en taalkundig. Spraakt ook de protes tant niet van het „goddelijk" recht der ko ningen? „Zeker, maar de combinatie van recht met „goddelijk" is 'n heel andere dan die van „goddelijk" en troon. De geloovige zegt: O allerheiligste Maagd, ik werp mij neder Voor „Uwen goddelijken troon". Als dat geen schepsel vergoding is, dan zou ik wel een lief ding willen geven, als iemand bij mij eens wilde zeggen, waar de vereering" eindigt ea de „aanbidding begint." „Goddelijke troon is een van d" twee uit drukkingen, die ik zoo beslist heb afgekeurd. Afgekeurd, omdat ze v aar een Katholiek uiteraard zou denken aan een troon van Godswege Haar gegeven tooli objectief genomen ergernis geeft, met name aan Pro testanten. Betrof liet een boekje uit onze da gen, zeide ik zelfs, zoo wilde ik er wel werk van maken, dat de hyperbolische ergernis alsnog geschrapt en openlijk in do pers werd afgekeurd. Een ruiterlijke concessie, die kwa lijk rijmt met de gefulmineerde beschuldi ging van kerkelijke premie op afgoderij. Wat een woorden rond een ongelukkig lap sus, die geen Katholiek in liet serieuze Zeenat! Het protestantisme beeft toch ge makkelijk spel.. Het bezit geen eigen litur gie, heeft geen mystieken, geeft geen ge schriften uit, waarnaar liet Protestantisme teag beoordeeld worden, (eigen woorden van Ds.) heeft van allen uiterlijiken eeredienst ai els over gehouden dan 't kalotje van den kos Cr. Al den vrijen tijd heeft het beschikbaar °hi over de heining der Roomsehe Kerk te plaren en te onderkennen of in haar reuzen- hgerd geen boompje scheef groeit, geen *Ppel rot is. En boe achponer d ebopnigaard in bloei, lice boozer de blik. Es kann der Frömmste nicht in Friede leben, wenn es den bösen Naehtibar nicht gefallt! „In het 4de citaat kan, zegt de heer v. d. S. geen afgoderij gesignaleerd worden. Hij zegt, als de „heele phrase" maar geci teerd wordt, is er niet het minste kwaad bij. Immers vraagt de geloovige Maria's hemel- sclie heerlijkheid tel in ogen aanschouwen/,» haar weldaden en liefde te loven „en voor eeuwig met haar te verheerlijken haren god delijken Zoon Jesus Christus onzen Verlosser en Zaligmaker." Schijnbaar heeft de Pater gelijk. Maar van het „Gcd alles,in allen" (I Oor. 15: £8) blijft toch zoo n iets over. De Roomsehe wil niet weien van bet „sol i Deo gloria". God© alléén de eer! Hü hoopt in den hemel niet enkel „bij Christus' te zijn (Fi- lipp. I; 23b) maar: bij Hem en bij Maria. Ja, hij bidt niet: mochten wij, o Maria, met U verheerlijken Gods eengoboren Zoon, maar Uwen god-Je Tijken Zoon. Onder den schijn van don Koning' te verheerlijken verheerlijkt hij niet den Koning, maar de Koningin-Moe der. Uw Zoon, o Maria! dat is geraffineerde Maria-aambidderij." Dit gaat toch alle perken te buiten. Niet over meer- of mindere appreciatie van Maria •beweegt Zich het debat, maar over bet stellen van de Moeder in de plants baars Zoons. Die afgoderij leest Ds. in een gebed, dat luidt: mochten wij, Maria, elkander ai.en wedervinden in den liemel om al-aaar uw heerlijkheid te aanschouwen, uw weldaden en liefde te loven ■Wat nu te zeggen van de taktiek van dezen man, die de onmiddellijk vol-ger.de woorden: en voor eeuwig met te verheerlijken Uwen Goddelijken Zoon, onder de oog-en kreeg, maar achterhield om in de strekking van het gebod een valschen zin te mengelen, die Hij zelf las, dat met even zooveel woorden bui tengesloten werd. Op die manier kan men ook zwanendons en bergsneeuw zwart krij gen. Over dat „Gcd alleen" spreken we strams nog, nu enkel deze vraag: waar Elisabeth óók in den Statenbijbel ons voorgaat met te zeggen: gezegend is de vrucht van uwen schoot, mogen wij daar niet meer bid den: mochten wij, Maria, metU verheerlijken Uwen goddelijken Zoon? Is dit zooals zoo fijn wordt opgemerkt, geraffineerde Maria- aanbidderij? Dit is het ook, maar dan in een ar deren zin: Maria aanbidderij van baar eigen Lieven Zo „Volgt het 2de punt, 't door mij gewraakte „Psalterium Marlanum. D'e Pater zegt, dat ik sterkste keiiamin- gen uitgepikt en bij elkaar gehutseld" heb. Dat is niet waar. Natuurlijk hel) ik er een paar „uitgepikt" die mij, bij het lezen, bizon der troffen. Plaateruimte verbood mij de vijf Psalmen van az over te nemen. Het zou mij geen moeite leesten nog tal van citaten daaruit te geven, waarin, wat in de Psalmen uit de Selirift van God gezegd wordt, of lie ver tot God (en dat is nog een grooter onder scheid) op Maria wordt toegepast. Maar ook nu kan ik dit wegers plaatsgebrek niet doen. Misschien is er gelegenheid de Gods lasterlijke Maria-psabnen nog eens volledig af te drukken in den «Zondagsbode." Nu' alleen dit: de Pater verwijst mij voor dei-gelijke staaltjes als het Psalterium Ma- rianum biedt, naar voorbeelden „van gelijk allooi, maar die niet- thuis liooren op ons En om sch erf." Dn dan haalt hij zimien aan uit het „Com mon Prayer Book" het gebedenboek der An- glieaansche Kerk (High Oureh, Bisschoppe lijk of Episcopale Kerk) de Staatskerk in Engeland en Ierland. Nu moge de Dogmatiek der Anglicaansehe Kerk in hoofdzaak Pro- t-estantscli zijn, haar Kerkregeering, Kerkin richting en eeredienst overladen met cero- moni cu, i,s op Roomsehe leest geschoeid. De Pater mag dus niet spreken van het Protes tantsche, maar van bet Anglicaansehe B-ook of Common Prayer. Niet het Protestantisme gebruikt dat, maar -hel is het -officieel© gebe denboek een-er st-erk-Eoomsehe gekleurde fractie daarvan, lingeland's „established Church." Maar bovendien, de in dat boek voorko mende psalm-verzen, toepasselijk gemaakt voor den herinneringsdienst van Koningin Victoria's troonsbestijging zijn allerminst van gelijk allooi als die welke het Psalterium Marianum bevat. Weet de Pater waarlijk -niet, dat de Aardsche Koning van Israël „G-ods Gezalfde" beet? Hoe dooi was het op dat „Uws Gezalfde' zóó den nadruk te leggen, als werd Koningin Victoria zoo aangeduid met den titel van den Hemelsehen Koning! Daarentegen is Rome's liturgie overal de zelfde Van élk harer gebedenboeken in welke taal ook geschreven, mogen we mits het -kerkelijk is goedgekeurd, zeggen, dat is een Roomse li gebedenboek. En voor den iiih-oud daarvan is de Ivevk-zelve aanspra kelijk. Of het „Psalterium Marianum al of met iJcdlandseb© Beemeeh© kerkboeken voor- kregen zal kunnen worden. 'Men is in den laats ten tijd reeds aa-n zul ke Ingrijpende regearingsmaatregelen ge wend geraakt-, dat ik thans het geschikte oogenblik aangebroken acht, met de. boven aangegeven methode van de verwerking van onzen kolen voorraad een ernstige proef te nemen. Het resultaat zal zonder twijfel zóódanig zijn, dat ook in norniale tijden deze metho de zal blijven voortbestaan. Auteurs' v houden. KATHEDRALE KERK ST. BAVO. Lei use he VasrL ZONDAG, 2de Zondag van den Advent, De H. 11. Missen om t> uur, S en 9 uur en om haiï 11 de Hoogmis. Om tuur'Cate chismus in de kerlc. Om 4 uur oefeningen en inschrijving voor de leden van „Eer en Deugd". Half 7 u. Lof met preek. Vóór het Lof hot Rozenhoedje. MAANDAG, 7 uur Zielenlof met Rozenh. veer de geloovige zielen. WOENSDAG cu Vrijdag Vastendag. ZATERDAG, 7 uur RozeunoeUjC iu de Maria-kapel. Parochiekerk vuu den H. Joseph. ZONDAG, de stille II. II. Missen te 7 uur en te half 9. T-c half 11 de Hoogmis, 1 uur leering, half Congregatie; 7 uur Lof met Conferentie. DINSDAG, 7 uur F. Verbern als lid der Br, van Ged. Aanbidding; 7 uur Congrega tie met uitstelling. WOENSDAG, geboden vastendag; half 8 Catharina Lijding als lid der Broederschap van het II. 'Hart. DONDERDAG, 1c half 8 Lof. VRIJDAG, ge Do Jeu vastendag. Van 6 to„ nalf bieuhtnooreu yoor de kinderen. ZATERDAG, half 8 H. Mis voor do be- keeriug der zondaren iu de kapel van het Mirae. Mariabeeld. Half 8 Lol' met gebeden voor den vrede. Deze week de H.ll. Missen en leering naar gewoonte. Parochiekerk van den H. Antonius v. Piulua ZONDAG, 2c Zondag van den Advent, viering van het feest der Onbevl. Ontvan genis v. d. Allcrh. Maagd, Te half 6, 7 uur en half 9 de gelezen H.H. Missen, te half 11 plechtige H. Mis voor de leden dei- Broed. v. d. H. Kruisweg. Te '12 uur Cate chismus, 's avonds te 7 uur plechtig Lof, predikatie en processie met het Allerheilig ste. Te half 4 vergadering voor de leden der 3e Orde. MAANDAG, te 7 uur en half 8 de H.H. Missen voor Mej. wel. Anna Verstraten geb. Oorthuis als Lil her Broederschap van den H. Kruisweg, 's Avonds tc iiaü' 8 Lof ter ecre van de Allerh. Maagd en Rozenh. DINSDAG, te 8 ::r gezongen H. Mis ter ccrc van den IJ. Antónius van Padua, 's avonds liali' 8 Lof en Vergadering der Broederschap en Rozenhoedje. WOENSDAG, geboden vastendag. Te 8 uur en half 9 de H.H. Missen voor Mej. Wed. Anna Verstraten geb. Oorthuis als Lid -der 3a Orde. DONDERDAG, te half 10 de H. Mis met predikatie op het Kerkhof St. Barbara; 's avonds gelegenheid om te biechten van half 7 tot 8 uur. 's Avonds to half 8 Lof tor eere v. d. Allcrh. Maagd en Rozenhoedje. VRUDAG, geboden vastendag. 'Te 8 uur gezongen II. Mis. 's Avonds te half 8 Lof en predikatie cu vergadering der Broeder schap van den H. .Kruisweg. ZATERDAG, te half 8 en *8 uur de Missen voor den heer Joannes Franciscus Rolling's als Lid der Broederschap van den 11. 'Kruisweg. Te 8 uur de H. Mis voor den heer Antonius Huneker, als Lid der Broe derschap van den H. Antonius. iu komt, is iels totaal onverschilligs. Ik citeer de het uit een gebedenboekje, dat het „Im primatur" beeft en heb dus het vólste recht, om ook voor de schandelijke afgoderij, die daarin met Maria bedreven wordt, niet den dichter of den vertaler, maar de Roomsehe Kerk aansprakelijk te stellen. Dezelfde opmerking geldt liet door den Pater geciteerde lied op Luther, een parodie op do Paaseli-hymno „Victimae Pascali" Wie is van die parodie de Auteur? Do heer v. d. S. zegt: een geestdriftig bewonderaar van Martin Luther. Goed, maar dan toch in ieder geval iemand, die zoo kers-versch uit de R-oomeche Kerk lcwam en, voor de Hervor ming gewonnen, natuurlijk niet zoo maar dadelijk was ontgroeid aan het milieu, waar in hij is geboren en opgegroeid. Het is op merkelijk, hoe nóg altijd de Roomsehe zuur- deesem langen tijd blijft nawerken hij hen, die van Rome tot het Protestantisme zijn ■bekeerd. In ieder geval, voor de parodieën afkomstig van een of anderen bewonderaar van Lu ther, is nooli Luther, noch de reformatie aan sprakelijk! Geen proteetantsche kerkelijke overheid heeft door liaar „imprimatur die parodie met haar gezag gedekt. En dat heeft Rome wél gedaan mm dat „Psalterium Marianum." Het was te voorzien,dal Ds. het zooge naamd Psalterium Marianum van Bonaven- tura nood© los zou laten Voor zijn doel was het onbetaalbaar. Bij bet Protestantsch pu- bliek werd daardoor zonder eenige moeite dat doel bereikt. Do overgroot© meerderheid onder hen weet van de Katholieke leer en van de Katholieke praktijken alleen dat, wat protestantsche schrijvers goed vinden daar over te verhalen. Opmerkelijk en om te onthouden, het eigenlijke Officium Marianum, niet d-oor een stom-toevallig imprimatur, maar door dó blijvende autoriteit der Kerk gedekt, in haar brevier en (stuksgewijs) in haar kerkzang opgenomen, laat Hij ongemoeid, als onge- schikt om or munt uit te slaan, maar tlozo onbekende en minderwaardige curiositeit uit de Middeleeuwen is hem gou waard. Goedsmoeds wees ik dio bron van de, hand, onder beding, dat ook de Protestantsche lit teratuur d er gel ijlde, sin alcelooze uitloopera kent, die ik toch niet aanstonds voor Gods lasterlijk zou brandmerken. Ik citeerd© Psalmverzen en onze aandoenlijke „Victimae Pasohali, respectievelijk toegepast op Konin gin Victoria en Martin Luther. Op Victoria niet zoo boud als de knutsel-psalmea vau ZONDAG, 17 Dec. 3e Zondag van den Advent, 's Avonds te 7 uur Plechtig Lof en „Veni Creator" tot opening van de H, Missie. De verdere Missie-oefeningen zul len den Geloovigen per circulaire nader be kend gemaakt worden. Kerk van het Allerheiligste Hart. ZONDAG, 2e Zondag van den Advent to 9 uur de stille H. Mis, tc half 11 de Hoogmis, ouder de H.H. Missen Predikatie to hall' 1 Catechismus, te 4 uur Lof en Ro zenhoedje. DINSDAG, te half 8 gezongen H. Mis ter eero van den H. Auto. ns, hei H. Sacrament blijft ter aanbidding uitgesteld tot na de H. Mis van 9 uur, 's avonds 7 uur het Lof. Van half S— y uur gelegenheid lot het ver krijgen van Katli. Lectuur. WOENSDAG en Vrijdag geboden vasten dagen. VRIJDAG, half 8 gezongen H. Mis Lei cere van het II. Hart; 1 uur Lol'. ZATERDAG, 's avonds v an 5—half 10 ge legenheid om le biechten. In de weck de H. H. Missen te half S en 9 uur. Parochiekerk Spiun.e. ZONDAG do H.H. Missen te half 6, 7 en 9 uur. Hah 1 de Hoogmis, 12 uur Catechismus voor de meisjes, to 1 uur voor do jongens, 's Avonds 7 uur Lof en Ro ze nhoed je. MAANDAG, 's avonds te half 8 Lof ter eere van de H. Maagd. WOENSDAG, vastendag, 's avonds half 8 Lof ter eere van den H. Joseph. VRIJDAG, vas.er.dug. Aartsbroederschap vau de H. Familie, ZONDAG, te verdienen een statie-aflaat van 10 jaar en 10 quadr. Heden na de vergadering ,de profundis" voor A. Hum- kor, lid der 2(isie Sectie. Da led-en, de in 1916 hun opdracht deden in de Aartsbroederschap der H. Fm die wor den verzacht na- da vergadering in de eerst© banken plaats te nemen. De vergadering wordt iederen Zondag te hail o gehouden in de parochiekerk aan het Spaarne. Vóór de vergadering bestaat cr gelegenheid zich op te geven als iid der h. Familie en van „Voor Eer eu Deugd." Parochiekerk ,au de H. H. Elisa' (h en Barbara (Sehoterkwartier ZONDAG, de'H.H. Missen te half 6, kwart, over 7, 9 uur en half 11 de Hoogmis, 12 ten 1 uur Catechismus, half 7 Lpf met preek. DINSDAG kwart na 8 en 9 uur H. Mis' voor de overleden lam. en tot intentie dergeuon, die iu de ous voor do geloovige ze. 0 M ferd hebben. Dl NS Da ei huif 8 uur Lof ter eere vau den L- An.onius. WOENSDAG geboden Vasten- en Onthou dingsdag. DONDERDAG-avond om half 8 uur Lof tor ©ere van het Allerh. Sacrament. v, geboücii vasreu- eu onthou- tluigsdag. ZA'Triu-DAG, geiegmdimd tot b.eciitcn van half S—half Jü voor kinderen eu ouderen, van 4—5 uur voor kinderen en van 5 halt lü voor kinderen en oudereu. SL Jau, Amsterdiuustraat. ZONDAG, 7 upr en lrali 9 de stille H. H, Missen, half 11 de Hoogmis, 2 uur Cate chismus, 7 uur Lof met predikatie en Ro zenhoedje. DINSDAG-avoud te half 8 r.0f ter eere van den H. Antonius. D-ONDERDAGavond half 8 uur Lof ter ecre vau het H. Sacrament. VRIJDAG van half 5 tot half G gelegen heid om ie biechten voor de kiild.-ren. ZATERDAG, 's middags van -i ..al!' 10 gelegenheid om te biechten. Gedurende deze week de Catechismus vol gens gewoonte; de H.H. Missen te 7, half 8 en 9 uur; Woensdag- en Vrijdagmorgen Maria doen er is ook verschil van persoon, zou ik meeneu maar op Martin Luther in een graad als ik nooit van een Heilige iets onder de oogen kreeg. Wat ik allerminst had mogen inbrengen, aangezien de eerste auteur volgens Ds. tot een Protestantseh Genootschap hoort in hoofdzaak op „Roomschen leest" geschoeid, de andere denkelijk kers-versoli de Roomsche Kerk verlaten had, zittende alzoo van 't hoofd tot aan de zolen vol met „Roomsehen znurdeesem." Een retorqueeren, dat aan de eerste school jaren herinnert. Kind, je jokt Jok ik.dan heb ik het v anjou ge leerd. Maar om een particulier motief moet ik hier een nootje inlasschen. Een van die Psalmverzen op Koningin Victoria luidde: Eespiee in faciem Cliristi tui, Aanschouw, o God, het aangezicht van Uw Gezalfde. Dat Gezalfde drukte ik met vette letters, curieus als ik het vond de bedaagde corpu lente Queen, zeer leek, zeer Engelseh en zeer fashionable, de plaats te zien innemen dier hoogst begenadigde, van Gfod verkoren en door Zijn profeet gezalfden: de Koningen Israëls. Om wille van mijn prestige bij mijn cate- chismuskinderen moet ik hier plechtig be tuigen, David niet te hebben laten bidden, dat God zou neerzien op Christus, den Ge zalfde, die duizend jaar later ging geboren werden. Natuurlijk neemt Ds. dat niet van mij aan, wat neemt hij wél aan maar ik heb iets dat voor mijn onschuld pleit. In het naschrift op mijn protestje stelt Ds. me ine Wenigkeit voor onder deze voortge zette metaphora. Met een schaterlach en met een „H ad jememaar" (anno 1916) volg ik het voorbeeld van dien zekeren jongeling (Markus 4: 51) hebbende een lijnwaad omge daan om het naakte l(if, die naakt is heen- gevloden (anno 33) met niets meer dan arm zalige vijgebladeren, die hij zich hechtte om zijn naaktheid te bedekken (anno nul.) Nu vraag ik iedereen, kunnen van een jon geling met zulk een,Aliasverus-natuur, ge dragen door zoo Methusalemsc-he levens krachtenvan een jongeling, die heel de wereldgeschiedenis heeft meegemaakt, chro nologische hokken van plus-minus duizend jaar verwacht worden? PATER VAN DER SANDEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1916 | | pagina 5