Hum Hum cis muit
BERG-AF.
P. J. JANSSEN
nmuEULHUD
DE OORLOG
Loopersen Maften
BUiTEHLAHD
FEUILLETON
Dinsdag id DecemberTweede blad
VERSPREIDE /BERICHTE*
ANEGANG hk. Warmoesslr.
ENORME SORTEÉRING
4008
Berichten in drie regels.
hoofdstuk i.
DE STEMMING IN FRANK
RIJK.
In Frankrijk lieerscht sedert lang ernstige
ontevredenheid over de Fransche regeering
en men mag er verbaasd over staan, dat het
ïuinisterie-Briand zich nog heeft kunnen
handhaven. Algemeen verwachtte men reeds,
dat na den val van het Engelscke ministerie
die van het Fransche aan de beurt was. De
Fransche pers had reeds sinds geruimen tijd
op ingrijpende veranderingen van het kabi
net aangedrongen.
De afgevaardigde Raynaud zeide m
wL'Heure" van 30 November: „Het land is de
Metsers moede. Het wil mannen van de
daad, mannen, die alleen spreken om te zeg
gen, dat zij hebben gehandeld of dat zij
handelen
De „Radical" van den vorigen dag schreef:
„Verschillende lieden spreken van „revolu
tie"Maar wat wij willen is 'n vreedzame
revolutie. Laat de mannen, die zich hun
plaats waardig hebben getoond, op hun posr
blijven en de anderen vervangen worden!...
Wij willen hopen, dat de geheime zittingen
zonder veel rumoer een dergelijke revolutie
zullen veroorzaken."
En Clémenceau betoogde deneelfden dag
in „L'Homme Enchaïne": „Minder woorden
en méér daden; dat verlangt Frankrijk en
het is de plicht zijner regeering, daaraan te
V°Trouwens het grootc aantal stemmen te
gen de vertrouwensmotie, Donderdag 1.1. met
814 tegen 165 stemmen in de Fransche Kamer
aangenomen, bewijst ook dat de regeenng,
zelfs na de reconstructie nog zeer zwalk
Overigens geven de Fransche bladen ook
in andere beschouwingen ons wel het bewijs,
dat de stemming in Frankrijk toch waarlijk
niet zoo optimistisch is ah Havas en Reuter
ons maar steeds willen doen gekoven.
Herve klaagt in de „Victoire van 2 De
cember naar aanleiding van de vijfde gehei
me zitting der Kamer over de ontzagwek
kende woordenrijkdom der afgevaardigden.
„Wij sterven aan deze spraakzaamheid, zegt
hij, „terwijl er daden noodig zijn, niets dan
daden en altijd weer daden!.Als regee-
ring en parlement niet hegrijpen, dat de tijd
der groote besluiten, der geweldige maatre
gelen is gekomen, kan men hun voorspellen,
Wat ons te wachten staat."
Senator Humbert geeft in de „Journal
van 3 December toe, „dat het huidig oogen-
blik aanleiding geeft tot melancholie. Maar
wij hébben ernstiger dagen beleefd, toen de
Duitsche horden naar Parijs oprukten....
Wij moeten de moedeloosheid afschudden.Wij
moeten onze plicht zoeken en.... doen! Wij
moeten den blik verder slaan dan de ^roe
rige resultaten van heden. Wü moeten den
ken aan de geweldige middelen, die ons ten
dienste staan. Laten wij niet vergeten, dat
het niet mogelijk, niet toelaatbaar- is, dat
hferuit niet -^roegér of later de overwinning
uit zal voortvloeien.
Senator Piohon zegt in de „fttit Journal
van a December: „Wij hebben geen minuut
te verliezenHoe is het mogelijk, dat er
hii ons fabrieken worden gesloten wegens
ger.rpb aan kolen, dat andere fabrieken bn
SS gan grondstoffen slechts op halve
kracht werken, dat weer andere door den
arbeidersnood het werk moeten stopzetten
en tenslotte eenigen fabrieken niet wordt
veroorloofd, om voor het leger te werkent
Waar blijft de uitvoering van het met zoo
veel ophef aangekondigde plan om te bezui
nigen op de voeding, die ons den uitvoer
van ons goud naar het buitenland ver
warmt? Waar blijven de maatregelen ter
beperking der staatsuitgaven, ter beteie ex-
ploitatie van de rijkdom van onzen bodem
en van onze industrie? Waar blijft de sys
tematische organisatie van den tak van
dienst, die eenheid in de legerleiding- zou
brengen? Waar blijft de practische uitvoe
ring van de beroemde eenheid van actie op
het gemeenschappelijk fron .7
Zoo ergens de toestand onzeker en de stem
ming gemengd is, is dit wel in Frankrijk het
geval.
De toestand in Griekenland.
Naar het Reuter-bureau te Lenden meldt,
wordt uit Athene aan de „Times" geseind, dat
nu na de aanneming van het ultimatum der
geallieerden door de Grieksche regeering, door
de geallieerden een nota zal worden aangeboden
betreffende de gebeurtenissen op 1 en 2 Decem
ber.
Hoewel het ultimatum is aanvaard, blijven
de gezanten van Frankrijk en Engeland in af-
waohting van inatructiën in Pireaus. Men ver
wacht dat de verplaatsing der Griekache troe
pen en artillerie binnen ongeveer drie weken
zal zijn afgeloopen. Officieren dor geallieerden
houden onder leiding der militaire attachés
toezicht.
In Athene heeracht rust. In den morgen van
16 Dec. heeft de Franaohe admiraal een procla
matie uitgevaardigd, waarin hij den inwoners
van Piraeus last geeft de winkels te vier uur te
sluiten en binnenshuis te blijven. Nu het ulti
matum is aangenomen zal deze maatregel waar
schijnlijk worden opgeheven.
Omtrent de gebeurtenissen in het begin van
December, waarvan hierboven wordt melding
gemaakt, verneemt de „Daily Mail" nog uit
Syra, dat de betichten uit de provincies daar
over ernstig zijn. Vluchtelingen uit Volo dealen
mede, dat Grieksclie officieren op 1 Deo. op alle
kanonnen en ammunitie onder contröle van de
geallieerden beslag legden; te Volo, Larissa,
Trikale weiden de controleerende officieren
buiten de stad gezet. De Fransche oonsrd werd
gevangen genomen en door de Grieksche offi
cieren Ondervraagd. Den volgenden dag lieip
het volk in de straat te Volo te hoop en be-
leedigde de officieren der geallieerden. Een.
troep kerels kwamen in het Engelsclie mili
taire contröle-bureau, beleeddgden de officieren
en wierpen de meubels in zee. Twee oontro-
leerendo officieren werden meegenomen. De
Britsche commandant wist later hun loslating
te bewerken bij den Griekache kolonel.
In den morgen van 8 December namen de
reservisten twee Fransche soldaten gevangen,
die tot de post-contröle behoorden. Zij werden
eerst gewond en toen gedood, evenals een
Grieksche tolk, die hen vergezelde.
Aanhangers van Venizelo® werden in de dor
pen straffeloos vermoord.
De Fransche overwinning bij Verdun.
De correspondent van de „Liberté" in N.-
Frankrijk, schrijvende over de jongste ge
vechten bij Verdun, zegt naar Reuter aan
eenige bladen seint dat de ovenvining
van den Peperheuvel de beslissende gebeur-
(tenia is geweest, die tot de overwinning
heeft gevoerd. De Duitschers hadden zich
Iwanhopig aan den heuvel vastgeklampt en
(vechten met verwoede inspanning, toen er
(pctseling op hun flank levendig geweervuur
len een hagel van vuur uit machinegeweren
losbarstte. Een regiment was langs het ka-
inaal naar het Oosten gekropen en slaagde
ter in, langs een nauw ravijin van achteren
Iden Peperheuvel te bereken waar zij de
Duitschene in den rug aanvielen. Er volgde
een debacle: JDe Duitaohers lieten hun wa-
Ipens, munitie en uitrusting in den steek en
(vluchtten. Onze troepen stormden naar de
linkerzijde van het dorp Louvemwt en sne
lden den terugtocht van den vijand af. De
Duitse here gaven zich bij honderden over.
(Verder naar het Oosten werd de öhambret-
ites-hoeve, hoewel zij machtig versterkt was,
Ibinnen het kwartier bestormd. Meer dan
tees tig machinegeweren werden in de bouw-
tval'len vernietigd of buit gemaakt. Aan den
Irnnd van bet Hermitage-bosch werd een
batterij van 21 c.M. kanonnen intact aange
troffen. De kanonniers lagen dood bij bun
Istukken. Zouaven waren dien. kant uit ge
weest. Op geen enkel punt van het front
Was de vijand in staat, tegenstand' van
teenigen duur te bieden. De kazematten van
Dezonvaux werden vol munitie gevonden,
Idie de Duitschers niet meer in veiligheid
(hadden kunnen brengen. Er lis een Duitsch
bevelvoerend offioier met zijn geebelen staf
Igewangen genomen. De krijgsgevangenen
(maakten een uiterst gedemoraliseerden in-
Idruk en de officieren waren zeer temeerge-
blagen."
Gedemoraliseerd?.
In de „Revïeuw of Reviews" komt een be
schrijving voor, hoe de Engelechen aan het
(Westelijk front de hoeve Mouquet verover
den. Als tegenstelling der bewering van den
Correspondent van de „Liberte," die in het
bovenstaande bericht aan het woord is, treft
Idaarin vooral het volgende:
„De aanval hamerde voort tot 's avonds
izes uur. Van al wie bet overleven zal nie-
Imand de Duitschers een laatste woord van
lof misgunnen. Hoe wanhopig bun toestand
Iwas want ze moesten hebben geweten, dat
be waren omsingeld hielden ze stand en
(vochten als.... Britten, tot ze ten slotte met
Irookbommen werden uitgedreven. Den vol-
Igenden morgen vonden wij hen daar liggen,
Idcod op bun post of te zwaar gewond olm
teich te bewegen, maar dapper tot het uiter-
1ste. Sommigen hunner waren nauwelijks
tmeer als kinderen. De laatste brieven van
Ihris nog ongeopend, bundels volksliederen
len portretten van de verre geliefden lagen in
Ide hofwoningen en loopgraven om hen heen
(verspreid. Dappere, dappere vijanden!"
Ziedaar, door een Engelechman juist hul
de gebracht aan het moreel van de Duitsolie
(troepen aan het Westelijk front een hulde,
Iwelke ook den Engelsehen schrijver eert.
Bismarck had gelijk.
In een vergadering van dju Rijksdag van
14 Juni 1882 sprak Bismarck over de be
lasting op granen, en verdedigde de theorie,
dat men moest verhoeden, dat de binnenland-
sche graanbouw verminderde. „Want, zeide
hij, gesteld, dat er een oorlog met Rusland
komt, en wij misschien gelijktijdig op zee
geblokkeerd worden, waarmede moet de be
volking zich dan voeden?"
De afgevaardigde Bamberger antwoordde
hem toen, dat 'Bismarck's theorie verouderd
was. In de laatste vijftig jaar had nooit een
oorlog eenig land verhinderd graan in te
voeren. De mogelijkheid, dat er door inter
nationale verwikkelingen in Duitschland ge
brek aan brood zou komen, was zoo oneindig
klein, dat men ze gerust eene onmogelijk
heid kon noemen.
De geschiedenis heeft bewezen, dat de ijze
ren kanselier gelijk had, en menig Duitscher
zou nu wenschen dat men naar hem geluis
terd had.
Duitschland en België.
Een heel bezadigd artikel in het „Berli
ner Tageblatt" van den afgevaardigde in den
■Rijksdag Georg Gothein komt tot da conclu
sie, dat het volstrekt niet onmogelijk is, wat
België betreft, de belangen van Duitschland
en zijne tegenstanders te verzoenen. De men
sehen, die erop aandringen, door eene tolunie
België economisch in te lijven, weten niet
wat ze vragen. Dat zou juist groote concur
rentie met de Duitsche industrie in Duitsch
land veroorzaken. Andere willen België op
politiek gebied in de macht van Duitschland
houden. Hoe denken ze dit» denkbeeld uit
te voeren? Door aan België te verbieden
er gezantschappen in vreemde landen op na
te houden? Maar dan zouden geheime agen
ten hunne plaats innemen en nog veel scha
delijker werken. De Belgische kust heeft als
steunpunt voor de Duitsche vloot geen waar
de, en Antwerpen zal door de macht der
omstandigheden altijd een uitvoerhaven voor
den Duitschen handel blijven, ook wanneer
België onafhankelijk is. Dc eenige eis h, w a>
aan men vast moet houden is eene Duitsche
bezetting in de Maas vestingen. Dat is eene
oude idee, maar eene goede idee, en stra
tegisch noodzakelijk voor het Duitsche rijk.
DUITSCHLAND.
Zfiu „gebit" ingeslikt.
Een Duitsoh soldaat aan het Russische front
had in een koortsaanval na ingeënt te zijn, zijn
kunst-gebit ingeslikt. Het Duitsche medizim-
aohe Wochensohrift verhaalt, dat hij dadelijk
naar een veldlazaret en vandaar naar Berlijn
werd vervoerd. Bij zjjn aankomst was hij erg
vermagerd, daar hij alleen vloeibaar voedsel
mocht hebben. Een onderzoek, waarbij van
Röntgenstralen werd gebruik gemaakt, wees
uit, dat het ding in den slokdarm was blijven
«teken. Men bracht toen een bronohoekoop, dat
is een lange, eleotrMch bestraalde metalen buis
daarin. Daardoor stak men een lange tang met
haak en trok het gebit tegelijk met de buis
uit den slokdarm.
De soldaat, die 22 dagen met het gebit op die
verkeerde plaats had rondgeloopen, kon na
t. w oo dagen alweer alles eten.
"Aifl protest tegen het duurder worden
der levensmiddelen was tegen gisteren over
geheel Spanje een aig. staking afgekondigd.
Uit Rome wordt aan de „Westm. Gaz,"
gemeld, dat 't volgend jaar de lichting 1918
in Italië onder de wapenen wordt geroepen.
Een Britsche luitenant, genaamd Arnold,
is gedecoreerd als tank-held. Dat is weer wat
nieuws onder de oorlogszon.
Volgens bladen te Lissabon zou er in
Portugal al eenige dagen spnake van zijn,
een nationaal j-egeerings-kabinet te vormen.
De Fransohe wijnoogst wordt volgens de
Moniteur Vimieole geschat op 8i7,800,000 H.L. in.
Frankrijk alleen, tegen 20.400,893 H.L. in 1916.
In Hongarije h» 0611 beweging gaande, om
naar Duitach model, ook in Hongarije den na-
tionalen burgerlijken dienstplicht in te voeren.
De „Ma,tin" meldt, dat de Fransche regee
ring. dezer dagen heeft besloten, de politieke
censuur op te heffen.
Te Parijs is, 71 jaar oud, overleden de
beeldhouwer Antoine Mercié, lid der Oc. des
Beaux-Arts en prof. der Ac. voor Beeld. K.
De H..Vader heeft mgr. Giovanni, Bat-
tista Nasali Roe ca, bisschop van "?3ubbio, "be
noemd tot Geheim Aalmoezenier.
84-jarigen leeftijd is te Osimo in Ita
lië 6 Deo, j.l. mgr. Giovanni Battista Scotti,
bisschop van ösimo en Cingoli, overleden.
'N COMITé-GENERAAL.
De Haagsche redacteur van „De Tijd" schrijft:
In tegenstelling met het bericht van verleden
week, alsof de aandrang, om een Comité-generaal
te houden over de militaire aangelegenheden,
maar half als serieus kan worden aangemerkt,
kan ik u het volgende meedeelen
Er bestaat hij leden van meerdere partijen
een steeds krachtiger wordend verlangen, om,
blijft de vredeswind eenigszins gunstig waaien,
de mogelijkheid te bespreken van geheele of ge
deeltelijke demobilisatie. Dit stttven gaat ge
paard met een toenemende ontevredenheid over
het beleid van den heer Bosboom, minister van
Oorlog. Diens prestige is gaandeweg geslon
ken, hetgeen reeds enkele keeren openlijk in de
Tweede Kamer is tot uiting gekomen. Naar alge
meen gevoelen is zijn politieke positie zeer ver
zwakt.
Om een en ander eens rustig en zonder terug
houding te kunnen hespreken, acht men een ge
heime vergadering gewenscht.
Verwacht wordt, dat het initiatiéf tot een
Comité-generaal zal worden genomen van anti
revolutionaire zijde. Volgens art. 119 Reglement
van Orde worden de deuren gesloten, wanneer
een tiende gedeelte der aanwezige leden het vor
dert. Daarna beslist de Kamer bij gewone meer
derheid of met gesloten deuren zal worden be
raadslaagd. Het staat momenteel nog niet vast,
dat de meerderheid der Kamer tot een Comité-
generaal bereid is.
DE KEDIRI.
Kapitein Smit, de gezagvoerder van de Ke-
diri, is Zaterdagavond met zijn geheele be
manning, 48 personen thuisge varen aan boord
van het van Java gekomen stoomsc ip Eind
jani, van Rotterdamschen Lloyd. Halfnegen
lag de Rindjani te Rotterdam voor don wal.
|Wat opvarenden verteld hebben, komt, naar
wij aan de „N. Rott. Ort." éntleenen, op het
volgende neer.
Den 80s ten November 's morgens omstreeks
8 uur was het stoomschip Kediri van den
Rotterdamschen Lloyd, nog ongeveer 15 of
20 mijlen van Las Palmas af. Zoowat een
maand te voren had het schip, afgeladen
met coprah, arak, peper, tin, kruidnagelen,
enz. Padang verlaten; de deklast bestónd on
der meer uit kisten met 'gasoline. Dat er
ook suiker onder de lading was, daarvan
was onzen zegslieden niets bekend.
Op bovengemeld uur kreeg het schip een
schot voor langs den boog van een groote
Duitsche duikboot. De „Kediri" draaide bij.
Aan boord van de „Kediri" werden de papie
ren onderzocht; en na een korte bespreking
kregen allen bevel in de booten te gaan. Er
werd een kwartier tijd gegeven, om do klee
ding bijeen te zoeken.
In vier reddingbooten verliet de bemanning
het schip. De duikboot sleepte deze booten
tot op een afstand van ongeveer drie mijlen
van den vuurtoren van Punta de Las Palmas,
van daar roeide de bemanning naar den wal.
De zee was kalm; 'snamiddags ongeveer 3
uur had men land önder de voeten. Heel de
bemanning kreeg op den vuurtoren onder
dak.
Inmiddels was de „Rlndj'oni" In het zicht
van de „Kediri" g-ekomen. Ook dit stoom
schip werd door een Duitsche duikboot aan-
gëhouden.
De „Kediri" is door de Duitschers in den
grond geschoten. Da „Rindjam" sloomde daar
op naar Las Palmas, van waar een Spaan-
scüe sleepboot, met een van de officieren
van de „Rindjani" aan boord, op zoek is
gegaan naar de schepelingen van de „Kediri."
Den volgenden dag in den namiddag "trof
men dezen aan op <fon vuurtoren.
Dienzelfden dag vervolgde de „Rmdjani" de
thuisreis.
geweren.
In verband met tal van klachten over de af
werking der thans gemaakte geweren heeft de
inspecteur der infanterie bepaald bij alle depots
een nauwkeurige inspectie over de wapenen te
houden en hem daaromtrent rapport uit te
brengen.
PAARDEN.
De Minister van Landbouw heeft bepaald',
dat aan de Paardeiivereeniging, onder toezicht
van een Rijkscommissie, welke den naam Rijks
commissie van Toezicht op de Paardenvereem-
ging draagt, de uitvoering opgedragen wordt
van alle maatregelen; welke in verband met het
uitvoerverbod voor paarden zijn of zullen wor
den genomen.
Een ieder die, wanneer er gelegenheid is tot
uitvoer van paarden, daarvan gebruik wil maken,
zal zich daartoe bij gezegeld verzoekschrift moe
ten wenden tot de Rijkscommissie, Buitenhof
42 's-Gravenhage.
Consenten voor den uitvoer van paarden wor
den afgegeven door de Rijkscommissie, op door
dik commissie, behoudens goedkeuring van den
Minister van Landbouw, vast te stellen voor
waarden en tegen betaling der kosten voor af
gifte van het consent, zijnde f 5 per uit te voe
ren paard.
De consenten worden slechts uitgereikt aan
personen en vereenigingen die voldoen aan de
eischen, door de Rijkscommissie, onder goedkeu
ring van den Minister van Landbouw, te stellen.
SPOORWEGPERSON EEL.
Op een schriftelijke vraag van het Kamerlid
Kleerekooper betreffende voorkoming van ont
slag van personeel tengevolge van de nauwere
samenwerking tusschen de Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen er. de Koll.
IJz. Spoorweg-Mij. heeft de Minister van Water
staat, de heer Lely, het volgende geantwoord:
Voor zooverre tengevolge van de totstandko
ming der belangengemeenschap tusschen de
beide maatschappijen eenig van het in vasten
dienst zijnde personeel beschikbaar mocht
komen, ligt het niet in de bedoeling aan dit
personeel de dienstbetrekking op te zeggen.
Wat betreft hulppersoneel op arbeidsovereen
komst, dat ter voorziening in een tijdelijke be
hoefte werd aangenomen, voor sommigen dezer
zal de arbeidsovereenkomst niet worden ver
nieuwd, doch getracht zal worden hen in andere
takken van dienst werkzaam te stellen of bij
eerstvoorkomende gelegenheid weder aan te
nemen.
DE VREDESPRIJS DER NOBELSTICH-
TING.
Blijkens mededeeling van het Nobel-Comité,
door de Noorsche Storting gekozen om de prijzen
uit te deelen aan dengene die het meest zal heb
ben bijgedragen tot de verbroedering der volken,
de opheffing of vermindering der staande legers,
zoowel als voor het bijeenroepen en propageeren
van vredescongressen, dient het voorstellen van
eventueele candidaten voor den vredesprijs der
Nobelsfichting te geschieden vóór 1 Februari
1917.
FABRIEKSNIJVERHEID IN INDIë.
Volgens telegraphist he nud dee.ing vai
den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-
Indië is het lid van de Commissie voor de
Fabrieksnijverheid daar te lande jhr. J. C.
van Reigersberg Versiuys aangewezen als
bezoldigd vortegenwoord.ger van die Comms
sie ten einde leiding te geven aan de door
haar in te stellen onderzoekingen.
DE NIEUWE AMERK. GEZANT.
Omtrent den levensloop van den als op
volger van den Amerika ns hen gezant, dr.
Van Dyke, aangewezen diplomaat John Work
Garrett, wordt medegedeeld dat dr nieuwe
gezant de lilden Mei 1872 te Baltimore werd
geboren en is dus 44 jaar oud. In 1893 pro
moveerde hij aan de universiteit te Princeton
als bachelor of science; hij huwde op 24
December 1908 met Aiice Warder uit Was
hington.
Een haarafknipper. Zondag is door een
15-jarig meisje te Amsterdam aangifte ge
daan, dat Zaterdagavond j.l. een man van
circa 35-jarigen leeftijd, op de Marnixstraat
(ter hoogte van het St. Bernardus-gesticht,
onverhoeds een stuk van haar haarvlecb'
iheeft afgeknipt.
Uit vervlogen tijden. Bij het graven van
een kelder hij de boerderij Hofstede te Dene-
ikamp zijn .op een diepte van 1.80 meter in
[wit zand de schedels en ribben gevonden
ivan wolf, van een wild varken en van een
mog onbekend dier. Ze lagen onder een 30
c.M. dikke laag blauwe leem, die zeer waar
schijnlijk door den Dinkel, die er thans 40
(M. van verwijderd is, werd aangespoeld. De
ouderdom dezer fossielen, die zich nu in
Netura Docet bevinden, kan gerust op twee
duizend jaar worden geschat.
Staking geëindigd. De staking aan de
(Hengelosohe Bontweverij is verloopen. Be
(meeste jongens en meisjes hebben het werk
Ihervat; eenigen werden door de firma afge-
(wezen.
Een grensincident. Uit Koewacht (Z.)
Iwordt gemeld:
Betreffende het hier voorgevallen grens
incident kunnen wij nog mededeelen dat de
Duitschers, die over de grens kwamen, toen
Bij een in November ontvluchten Belg zagen
(aanbellen in de buurt van de grens, met hun
(vijven waren, namelijk een officier en vier
soldaten. Zij grepen den Belg aan en wilden
(hem met geweld over de grens trekken, on
geveer 20 meter van de plaats waar de man
Eii&h bevond. De Belg verzette zich tegen
deze overbrenging, waarbij hem de kleeren
wan het lijf getrokken werden. Gelukkig
ik wam en de wachtmeester van de meréeliaus-
Bee en een hoofdkommies der belastingen
itussohen heiden. Zij ontzetten den Belg en
(maakten het den Duitschers in krachtige be-
twoordingen duidelijk dat zij op ons gebied
(geen arrestaties mogen verrichten.
Smokkelen. In de nabijheid van Groes-
(beek mocht een rijtuig, dat zich in de rich
ting van de grens voortbewoog en hespan
nen was met twee paarden, zich verheugen
dn de bijzondere belangstelling van een paar
(militaire kommiezen, die den koetsier ver
zochten even stil te honden om uit te blazen,
(terwijl zij dan gelegenheid hadden even met
Ihet inwendige van het rijtuig kennis te ma
ken.
De aandacht der kommiezen werd toen al
Naar het Fransch van
PIERRE GOUIDON,
Geautoriseerde vertaling door N. J. Kt
1)
Zij zat in de weide des Ruettes, aan den
%ever van de Sèvre. Een yerBch-omgehou-
»en acaciaboom verschafte haar een gemak
kelijke zitplaats. In een oneffenheid van den
fcekronkelden stam had zij haar pompadouren
.Werkzakje en haar necessaire van Russisch
.leer, neergelegd. Traag borduurde zij. .Vaak
Meed haar blik van haar werk, vestigde zich
|f>p het W idhte groen van de weide, op de
nvier dia weerspiegelde achter de eiken en
olmen, op de puinen en ruïnen, grijze .vlek
ten op de heuvelglooiïngt
i „Dag juffrouw Suzanne."
Ejj draaide zich om. Den nieuwgekomene
81e zonder gedruisoh de helling afgedaald
Was, scheen rij een lichtend silhouet op den
donkeren achtergrond van het ravijn. De
■Hwoie ligging omlijstte schilderachtig de fi-
'ipJur van het jonge meisje. Haar leest toe
kende zich Jenig en slank tegen de rotsen af
haai" gelaat met ''bijna kinderlijke uitdruk
king, hare haren die in blonde speelsclie
lokken van onder haar strooienhoed u tspron-
gen brachten een lente-bekoorlijkheid in hel
melancolieke van den herfsttooi. Om haar
heen kringt een krans van gelend groen.
De grijs-blauwe lucht, overdekt met voort
jagende wolken, versterkte nog de somber
heid van het wegkwijnend loover.
Suzanne begreep dat Jacques haar bewon
derde; zij was er gelukkig door. Met den
vrijen gang van een kind, waa zij stoutmoe
dig op hem toegeloopen.
„Dag, mijnheer Jacques."
Ook hij waa jong, maar van ernstiger, j nk-
heid.
Bijna hinderde hem deze zoo vertrouwe
lijke ontvangst.
„Hebt gij een goede jacht gehad?"
Zij keek in de opgevulde weitasch, waaruit
de roodgekleurde poot van een haas en de
kop van een patrijs bengelden.
„Zooals u ziet," antwoordde hij, terwijl zijn
bruine oogen, waarin de glans van den onbe-
weeglijken oogappel verzacht werd door net
fluweelachtige van een 'iris, vast in de hare
blikten.
Hoog en forsch yan bouw, de beenen in
roodieeren slobkousen gestoken, het geribde
jagersbuis nauwsluitend om het bovenlijf, zag
hii er schilderachtig uit, een beetje verweerd
door het land'even. Den geheelen dag had
hij geloopeu in wouden en bossehen, in kool
velden ea wijngaarden. Een gem bracht hij
mede van het iand, dat hij doorkruist had,
van struikgewas, waardoor hij mc e t heen-
worstelen, van hagen en slooten waar hij moe
dig overgesprongen was. De gezonde kracht
van hen, die steeds door de zon gebruind
worden, toonde zich in zijn breede sterke
borst, op zijn gebruind gelaat, dat afgeslo
ten werd door een ruwe knevelbaard.
Zij hadden elkaar altijd 'gekend. Op de
glooiing van de weide van Ruettes, bij de
eerste bocht van het cNq kronkelde de zwarie
rook omhoog van de fabriek waarvan Suz.;n-
na's vader liet hoofd was. Den heuvel be
klimmend kwam men weldra bij het groote
witte huis, waar Jacque3' moeder leefde.
Zij hadden steeds van elkander gehouden.
Zij waren buren. Als kleine kinderen speel
den zij al in deze weiden. Hoe dikwijls hadden
zij samen, gekeken maar dat rustige stroom
pje, gerimpeld als het gezicht van een orde
vrouwhoe menigmaal hadden zij geblikt
naar die eiken aan de oeverboorden, die ol
men, welke zich voorovernegen als om, in
die Octoberdagen, het bruinzilver hunner bla
deren te mengen met het smaragdgroen.
Maar het kinderspel was uit. Heden schoen
Suzanne te wachten op een ernstig ^eu zacht
woord; Jacques echter spralc hef. niet. Zwij
gend wande'clen zij voort en volgden den loop
van de Sèvre. In de stille vallei hoorden
zij bij tusschenpoo:e:i een wasohvrouw haar
goed hits laan, het doffe geluid van een neer
vallenden kastanje, het getjilp van de mus-
schen, dat vreesachtiger klinkt naarmate de
winter nadert.
Hij was bedeesd, onze Jacques. Soms kon
hij heel zacht, soms hard zijn; naar het na ve
en landelijke geloof der streek, meende ook
hij dat zwijgen beter was dan spreken.
Snel verdreef Suzanne de schaduw van
teleurstelling die deze tb groote terughou
dendheid over zijn gelaat had geworpen. Zij
was zonder gemaaktheid zooalB hij zonder
vermetelheid was. Zij ergerde zich met en
wilde zelfs haar verdriet niet laten zien.
Óm haar lippen lag weer een blijde uitdruk
king, haar blauwe oogen glimlachte tegen
al wat haar omringde, haar siern klonk hel
der en juichend op, in de plotseling broeder
geworden vallei.
W ij hebben do weide van Ruettes al ach
ter' ons," zeide zij, en ze wuifde met de hand
als ten afscheid naar den begroenden hoek,
dien zij achter zich lieten.
Vóór hen strekte zich 'n groot grasveld uit,
dat beschermd werd door 'n doorzichtig schi d
van ritselende populierbladeren. Een paard
liep er te grazen, verwonderd in het malsche
gras doodo bladeren te vinden, die op goud
gele knoppen geleken.
Zij sloegen een voetpad in, dat bedekt was
met boomwortelen, om den weg te bereiken
die langs den sfroom voerde.
Zonder verlegenheid steunde Suzanne op
de hand, die Jacques haar bood. Zoo wandel
den zij een eindje door. Een oude vrouw
die vlak in de nabijheid, breiende haar geit
hoedde, keek nieuwsgierig over haar bril heen
en dacht: „Ik zeide het al wel dat zij voor
elkaar geknipt zijn."
In kinderlijke vreugde over hun teeder-
heid, die zij geen van beiden bekenden, ver
volgden zij naast elkaar hun weg. Zij bab
belden heel gezellig met elkaar. Aan hem
die haar beminde, en het haar niet wist te
zeggen, vertelde Suzanne, als aan een ge
wone kennis, de gTOOte en kleine gebeurte
nissen in haar dagelijksch leven.
Jacques luisterde, gelukkig» dat hij juist
de vertrouweling was, een weinig verstoord
dat zij zoo vrijuit tot hem sprak. Vroeger,
spraken ze elkaar met „jij" en „j'ou" aan.
Maar hij was het die daarmee opgehouden
had, die haar „Juffrouw Suzanne" was be
gonnen te noemen. Lang had zij zich afge
vraagd waarom. De deftig-beleefde binnen,
van dien makker uit haar kindsheid verwon
derden haar evenzeer als zijn schuchterheid
in het schenken van z'n vertrouwen.
Zij begrepen hun liefde niet op dezelfde
W1JZ0' (Wordt vervolgd.)