NIEUWE MUIL uimr
Be Missiën in liet verre Oosten.
He steiiisifg van
Professor» Wonk.
S1ADSN1ËÜWS
Zaterdag 23 December Vierde blad
Buitenlandsche briefkaarten: J. Omes, Nijork.
Mile Sacré, Brussel.
UET DE PfifeifffNCJE
HOOFDDORP.
Rijk svoor jaarskeuringen. Op 16
Zijn huiselijk geluk ®oo .vroegtijdig ver-
fNG£10HO£il.
a o. j. m.
Beminde landgenooten,
Verscheidene berichten, die mij uit het vader
land bereiken, melden mij, dat er onder de Ne-
herlandsche katholieken een groote belangstel
ling begint op te leven voor het werk der mis
siën onder de heidenen. Gij zult het begrijpen,
dat deze berichten mij en mijne arme missiona
rissen met vreugde vervullen, en ik bid den goe
den God, dat hij die belangstelling onderhoude,
zoo mogelijk nog vermeerüere en tot edelmoe
dige, oiiervaardige, geestdriftige medewerking
voor het missiewerk opvoere.
Want het is inderdaad noodig, hoognoodig,
dat het besef meer en meer doordnnge bij al onze
gelooisgenooien, dat het werk van de bekeering
der heidenen ook hun werk is, en dat wij, mis
sionarissen, hulp, krachtige - hulp en steun
krijgen.
noe de toestand in de andere missielanden is,
kan ik niet juist beoordcelen. Uit hetgeen ik
eenter uit kranten en tijdschriften en uit par
ticuliere berichten verneem, is die toestand bijna
overal verre van rooskleurig. In alle geval, wat
mijn missieland betreft, het vicariaat Zuid-
Chansi (China), kan ik uit eigen ondervinding
zeggen, dat thans medewerking van alle katho
lieken een dringende eisch is, willen wij het
-et zooveel arbeid, ontberingen en strijd ver
overde terrein behouden, laat staan nog nieuw
gebied voor onzen goddelijken Meester verove
ren
Vooreerst is daar de oorlog, die ons van ver
scheidene hulpbronnen berooft en de zoo nood
zakelijke inkomsten heeft doen dalen. Daarbij
komt nog een groot gevaar voor hongersnood.
Sinds maanden heeft het niet meer geregend,
zoodat de oogst voor e'en groot deel mislukt is.
Er wordt thans reeds veel armoede en honger
geleden, en ik vrees, dat wij dezen winter en
het volgende jaar nog meer ellende zullen te
lenigen hebben, want de arme, uitgehongerde
christenen nemen natuurlijk hun eerste toevlucht
tot de missionarissen. Voeg hierbij nog, dat de
Protestantsclie zendelingen, die over onuitputte
lijke inkomsten kunnen beschikken en daardoor
vanzelf grooten invloed kunnen uitoefenen, rus
teloos waken, om ons vóór te zijn en zelfs ons
gebied binnen te dringen en gij zult begrijpen,
dat wij, missionarissen, de toekomst met een be
zorgd hart tegemoet gaan, zoo wij niet krachtig
worden gesteund, zoo mogelijk door een degelijk-
georganiseerde missie-actie. Gij zult het begrij
pen, hoe hard het voor een ouden bisschop is
zijn levenswerk bedreigd te zien door gebrek
aan stoffelijken steun en aan offervaardige me
dewerking.
Daarom meen ik met allen aandrang een
beroep te mogen doen op de medewerking mijner
dierbare geloofsgenooten in het lieve vaderland.
Zeker, veel wordt er reeds gedaan. Met innige
dankbaarheid erken ik gaarne het goede, dat
door verschillende missie-vereenigingen reeds
geschiedt. Met name noem ik hier de Postzegel-
vereeniging China1' in het Minderbroeders
klooster te Weert met hare verschillende onder-
afdeelingen en den Zuid-Chansibonddie reeds
Zooveel, ook dit laatste jaar, voor mijn arme
missie hebben bijeengegaard. Moge de goede
God al die goede vrienden, ijveraars en zelatri-
cen en weldoeners overvloedig beloonen! Al die
kleinigheden, die anders werden weggeworpen,
(KERSTVERHAAL.)
Een Tbleeke Decemberzon verlichtte blauw
het studeervertrek van professor Vonk, dat
verre van de straat gelegen, zijn licht ont
ving van een groote binnenplaats. Karei
Vonk had bij de bestudeering 3er ingewik
kelde vraagstukken, die zich aan zijn geest
opdrongen, behoefte aan stite. 't Was een
grcot geleerde, wiens kortzuohtige weten
schap zich niet uitstrekte tot het bovenna
tuurlijke. Hij was ongeloovig; hij ontkende
het bestaan van God en kantte zich heftig
tegen den godsdienst en de bovennatuurlij
ke zede! eer. Alles wilde hü verklaren
d-oor de moderne .wetenschap; de Schepper
bestond niet, de wereld was uit zichzelve in
den loop der eenwen ontstaan. Die stelling
was wel moeilijk te bewijzen doch de ge
leerde hoopte haar zoo klaar en helder door
herwijzen te staven, dat zij ten laatste zelfs
door de meest ongeletterden werd aangeno
men. Een vrijmetselaarsclub had hem opge
dragen in bevattelijken stijl dagbladartike
len over dit onderwerp te schrijven en hij
trachtte den lezers diets te maken, dat voor
het ontstaan der wereld geen Schepper noo
dig was: de wereld was haar eigen schepper.
Het artikel vlotte niet hijzonder. Slechts
een veertiental regels had hij met moeite
op het papier gezet. „In het begin," zei de
Bijbel, „schiep God hemel en aarde."
Dat was klaar en duidelü-k en begreep
iecereen. Begreep men ook zoo gemakkelijk,
wat de geleerde met moeite geschreven had:
„Ju het begin waren er slechts kleine, on
eindig kleine deeltjes, atomen genoemd;
deze atomen vereenigden zieh en vormden
ten laatste een vaste massa, die...."
„Oef!" De geleerde werd in zijn arbeid ge
stoord. Een lief meisje met blonde lokken
huppelde het heiligdom binnen en wierp zich
in de arm en haars vaders, die zijn pen had
nodergelegd en de kleine wilde wegzenden,
doch daarvan weerhouden werd door den
uitroep: „Papa, ik mag bij den Kerstboom
het gedicht opzeggen."
De vader duwde de kleine met een liefkoo-
zemd gebaar terug.
„Ja, ja, dat is goed, maar moet gij daarom
«ls een dolle hier komen binnen vallen en
mijn manuscript met uw sneeuwvlokken be
smeren. Ik zal dit blad opnieuw moeten
schrijven."
't Zij dat de kleine dit zoo erg niet vond,
of wist dat baar vader baar niet zou straf
fen, zij antwoordde niet op dit verwijt maar
zei: „Ik ken de eerste regels reeds van hui
ten."
„In de kribbe, zwak en klein
Slaapt een teeder kindelijn."
Verbaasd staarde zij haar vader aan.
„O, vader, heb ik u boos gemaakt? En rij
streelde hem langs bet bewolkt gelaat.
I fcNeen, lieve, maar Ik moet yrerken. Ga
maar nu met zooveel liefde bewaard en ver
zameld, al die kleine geldelijke bijdragen hebben
mij in staat gesteld veel goeds tot stand te bren
gen, talrijke heidensche kindertjes vrij te koopen
en hun met de genade des Doopsels een christe
lijke opvoeding te bezorgen. Maar, zooals ik
reeds zeide, de nood is grooter dan ooit; nog
meer medewerking en huip is noodig in dezen
treurigen tijd, medewerking van uwe liefde en
toewijding, medewerking van uw vurig gebed,
medewerking door stoffelijken steun der bestaan
de Missie-vereenigingen en door geldelijke offers
van hen, die door den goeden God met tijdelijke
goederen gezegend zijn.
Waar thans van verschillende gezaghebbende
zijde de sympathie der Nederlanasche katholie
ken op zoo welsprekende wijze wordt gewekt,
daar hoop ik, dat het eenvoudige woord van
een armen Nederlandschen bisschop in het verre
China ook iets moge bijdragen om die sym
pathie nog te vermeerderen. Wij kunnen inder
daad niet te veel doen. Mochten toch alle katho
lieken het meer en meer inzien wat er op het
spel staat: de uitbreiding van Gods Rijk op
aarde en de redding der arme zielen, voor wie
Christus Zijn Bloed heeft vergoten
Daar deze brief U allerwaarschijnlijkst we!
tegen het Kerstfeest zal bereiken, maak ik van
deze gelegenheid gebruik, om U allen een Zalig
Kerstfeest toe te wenschen. De genade van het
Kerstkindje kome over U allen, verslerke uw
geloof, vermeerdere uwe liefde en vervulle U met
een apostolischen ijver voor het schoone missie
werk.
Fr. O. TIMMER, O. F. M.
Vicarius-apostolicus van Zuid-Chansi,
KALENDERS.
Van de firma J. H. Bouwer, zadel- en
k<f ferm aker ij, Zijlstraat 2b, ontvingen wij
een fraaien wandkaiender voor 1917.
HINDERWET,
B. en W. dieolen mede dat op het verzoek van
P. A. Kruijer, om vergunning tot oprichting
van eene inrichting tot het vervaardigen van
ij/orconstructiën in een gedeelte van den uit
bouw, staande achter het perceel aan de
Spaarnwouderstraat, pi. get. nra. SS en 40,
kad. sectie D nr. 7606, en op de daarbij behoo-
rende open ruimte, toegankelijk van da Beek-
steeg af, waarbij als beweegkracht zal worden
aangewend een electromotor van 4 P.v. tot het
aandrijven van werktuigen, is verdaagd.
Aan W. Jansensmit, is vergunning ver
leend tot oprichting van eene smederij in het
perceel aan de Witte Heerenstraat No. 5.
Aan H. Kreijger, is vergunning verleend tot
uitbreiding van de brood- en beechuitbakkerij
in het peroeel aan de Lange Margarethastraat
no. 48, door het daarin plaatsen van werktui
gen;
en aan de Coöperatieve Broodbakkerij „Ar
beid Adelt", onderafdeeling van dien Ned. R.-K.
Volksbond, afd. Haarlem, tot uitbreiding van
de broodbakkerij in het perceel aan de Groen-
diaaletaeg na. 2, door het daarin plaatsen van
werktuigen.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te hekomen hij: C. Andrie&sen, Ba-
keiiessergracht 26, knot katoen; J. Dijkman,
ponton afd. Ie difisie, veldleger, Pretoria-
plein, Schoten, foxhond; M. v. Calcar, Vel-
seorfetraat 8, servetring-. 23. Driesflbergren, 2e
Vooruitgangstraat 11, broche; J. Kooij, le
Hoogewocrddwarsstraat 16, Schoten, dames-
portemonnaie met inhoud; Th. v. Wordt, Gr.
maar schaatsenrijden. Geertruida zal u ver
gezellen."
Verheugd over dit vooruitzicht verliet
Rosa het vertrek, de professor hervatte zijn
arbeid, doch was spoedig in diepe gedachten
verzonken. Het gezicht van zijn dochtertje,
de regelen, die zij had opgezegd, hadden her
inneringen opgewekt uit zijn gelukkige
kindsheid, toen hij geloovig was en met on
geduld de komst van den kleinen Jesus ver
beidde, dien hij op de knieien zijner moeder
had leeren beminnen. Ook hij had de genoe
gens van een rein hart gesmaakt en toen
hij moest het bekennen was hij gelukkiger
dan thans. Tusschen hem en zijn kind was
een scheidsmuur verrezen. Hij wilde bewij
zen, dat er geen God was. Door alle middelen
wilde hij aan het volk het geloof van den
Schepper en de onsterfelijkheid ontnemen
en zijn dochter zond hij naar de Zusterschool
waar men haar leerde God te aanbidden en
waar men haar inprentte, dat de mensch
voor de eeuwigheid was.
Aan een onbekenden lezer wilde hij God
en het geloof ontnemen, doch van deze
kostbare goederen durfde hij zijn kind niet
hercoven.
Plechtig had hij dit aan zijn stervende
vrouw beloofd, den dag na de geboorte van
Rosa. Haar dochter zon christelijk worden
opgevoed. Hij was de man niet om de belofte,
aan een stervende gedaan, te breken. Maar,
vanwaar dan die tegenstrijdigheid? Was het
niet heter te zwijgen en aan dit arme volk,
aan den noodlijdende en ongelukkige de
troostende gedachte aan een God te laten,
die op aarde is nedergedaald om de mensch-
heid te redden en een eeuwig geluk hgloofd
heeft aan hen, die lijden hier heneden
Intusscben richtte Rosa, naast Geertruida
voorthuppelend, haar schreden naar den
stadsvijver om zieh met schaatsenrijden te
verpoozen. De vijver hood een vroolijken
aanblik aan.
De zonnöstralen deden het ijs glinsteren.
'tWas een kristallen vloer, waarop jonge
lingen en meisjes, vrouwen en kinderen,
dooreen dwarrelden. Rosa schepte groot be
hagen in het ijsvermaak en had zich onge
merkt van haar geleidster verwijderd. Bui
ten het gewoel der bonte menigte gekomen,
wilde zjj haar hart eens goed ophalen, toen
een man haar toeriep: „Is er daar ginds geen
plaats genoeg? 't Is hier gevaarlijk! Moet
gij een ongeluk krijgen?"
Nauwelijks had hij deae waarschuwing ge
uit of een ij&elijke kreet weerklonk over de
ijsvlakte. Rosa was verdwenen in een gat,
dat aan haar aandacht ontgaan was.
't Was een oogenblik van onbeschrijflijke
verwarring. De meisjes schreeuwden ang
stig, werklieden riepen elkander toe, terwijl
een hunner in het koude water sprong om
Rosa van een wissen dood te redden.
Terwijl het ijs onder haar voeten wegzonk,
lispelde de kleine: „Kleine Jeaus, red mijl"
'Zij dacht aan den Kerstboom, waarvan zij'
haar vader gesproken had. Bijna levenloop
legde de kloeke redder haar op den oever!
Heiligland 24 rood, kleedje; N. Zijlstra, J.
Nieuwenhuiizenstraat 19, portemonnaie met
inhoud; P. M. Stijlbis, Amsterdamseh evaart
30, maneltje.
LIJST VAN ONBESTELBARE BRIEVEN EN
BRIEFKAARTEN, WAARVAN DE
AFZENDERS ONBEKEND ZIJN.
Terugontvangen in de le helft der maand De
cember 1916:
Binnenlandsche brieven: P. Baauw, Haarlem.
J. v. Beem, Haag. J. y. d. Berg, Moergestel. D.
Bijlsma, Amsterdam. J. A. v. d. Boom, Haarlem.
Burgemeester Weth. Schoten Burgemeester
Spaarndam, 3 stuks. L. Breemen, Haarlem.
Gaaymans, Arnhem. M. Gerlings, Wijk aan Zee.
Anton Gitsels, Haarlem. Haari. Dagbl., Haar
lem. P. de Haas, Amsterdam. Jac. Haeseler,
Helder, 2 stuks. J. Heek, Hilversum. J. v. d.
Heide,e Amsterdam. Ph. L. Heil, Bloemendaal.
G. Heistek, Alkmaar. H. Jansen, Haarlem. Henl
ning, Haarlem. A. C. Kam, Bloemendaal. T. A.
J. de Klerck, Haarlem. A. Koning, Alkmaar. M.
Krebs, Amsterdam. M. Kreuk, Eiilligersberg. J.
A. Kuijer, Haarlem. Tine Lammers, Haarlem. P.
Langeveld, Haag. Löben Seis, Arnhem. A.
Luuisenna, Haariem. Fr. Marinissen, Amster
dam. HL Milius, Amsterdam. J. Moejes, Haar
lem. T. Moes, Haarlem. J. I. de Muynh, Utrecht.
Ned. Overzeetrust, Haag. A. Noeyen, Haarlem.
T. Offermga, Amsterdam. A. Otte, Haarlem.
E. Polak, Amsterdam. Wed. Rahair. Bloemen
daal. A. Baas Reijer, Schoten de Roos, Zand-
voort. T. J. Schuurman, Bloemdaal. B. Smit,
Amsterdam. Smit, Haarlem. Stads Editie,
Haarlem. Straus, Amsterdam, N. Suiker,
Haarlem. Sijpesteyn, Leiden. A. C. v. d. Veen,
Haarlem. D Veis, Haarlem. Verdonk, geb. v.
Lennep, Haag. Verdel Rzn., Amsterdam. M. J.
van Vliet, Velseroord. J J. Vogel. Haarlem. H.
Vredenhm'g, Haarlem. De Vries, Amsterdam.
A. A. de Vries, Hilversum. A. J. de Wiel, Haag.
Wijtema Breemer, Loosduinen, W. F, Woutman,
Haarlem N. J. C. Wijsmuller, Bloemendaal.
G. A. Zeeman, Bloemendaal. 2 zonder adres.
Binnenlandsche briefkaarten: G. v. Baaien,
veldleger. A. Bakker, IJmuiden. J. C. F. Bakker,
Amsterdam. Blazer, Amsterdam. L. de Boer,
Vlaardingen. Sj. de Boer, Elaarlem. R. Boogens,
Amsterdam. A. Broers, Nijmegen. W. Corne-
lisse, Amsterdam, j. Drost, Arnhem. H. van
Gelder, Haarlem, A. Gandel p/a. Dros, Haar
lem. Groenendijk, Rotterdam. M. Hart, Amster
dam. P. v. Heiningen, v. Kokere, H. P.
Koster, Haarlem. W. Krijne, veldleger. A. Kui
per, Groningen. J. Leemput, Amsterdam. J. v.
Leuven, Schoten. J. Matter, Haarlem. N. Mul
der, Haag. Peereboom, Haag. R. Renkers, Rot
terdam. A. v Reijsen, Rietman, Amsterdam.
H. Robbers Amsterdam. M. Vahlkamp, Haar
lem. F. G. Vuijk, Delft. R. Wagenaar, Amster
dam. D Wessing, Schoten. T. Wilmink, Zand-
voort. A. Winkel, 's-Bosch. S. C. Wint, Am
sterdam. D. v. d. Woude, K. v. Zon, Amster
dam. B. Zwaanswijk, Amersfoort. H. L. van
Zurk, veldleger. Negen briefkaarten zonder
adres.
Buitenlandsche brieven; A. Goddar, Antwer
pen. Kleinhans, Neusalz Oder. A. R. Kuiper,
Falmouth. A. J. Paun, Kaapstad. A. Stein-
brticker. Hamburg. C. P. Vlieland, Rangoon. J.
Vreeken, Cadiz. J. M. Wusfenburg, Detroit
Mich.
1 i
neder. Geertruida had de droeve tijding ver
nemen en kwam juist op tijd om het schijn
baar levenloos lichaam van het meisje in
haar armen te nemen. Zij wikkelde haar in
haar mantel en zond om een rijtuig. Eenige
oogeiiblikken later kwam zij met haar kost-
haren last in de woning van professor Vonk
terug.
Op het gezicht van zijn kind scheen het,
dat de geleerde krankzinnig van verdriet
zou worden; hij meende, dat zijn eenig kind
zou sterven, daar de geneesheer verklaar
de, dat het hart zwak klopte. Door toepas
sing van de voorgeschreven maatregelen,
herstelde hij haar bloedsomloop en allengs
week het marmerbleek van haar gelaat.
Nochtans scheen 3e geneesheer niet genist.
„Ik vrees voor 'n longontsteking, zei hij'. Een
onderdompeling in Lis koud water, als men
bezweet is, moet noodlottige gevolgen héb
ben."
„Veertig graden 1 voegde hij er bij, den
thermometer raadplegend.
„Dan is mijn dochter verloren!" riep de
vader wanhopig nLt.
»Dat heb ik niet gezegd, maar %aar toe
stand maakt de grootste voorzichtigheid
noodzakelijkheid. Ik zal even naar het
klooster gaan. De zusters rijn engelen van
naastenliefde."
„Ik zal zelf xnijn kind verplegen; 't is mijn
recht en mijn plicht," antwoordde professor."
„Gij moet die taak aan een zuster opdra
gen. Mannen verstaan de kunst niet en ik
wil dit kind niet laten eterven om bet ge
noegen uw vaderlijke toewijding te vleien.
Als 't geldt een artikel tegen de kloosters te
schrijven1, gij zoudt dit heter doen dan menig
ander, doch ziekenverpleging vertrouw ik n
liever niet toe. Wanhoop niet! Morgen kom
ik terug."
Professor Vonk briacht een vxeeselijken
nadht door.
Bij het ziekbed gezeten, wendde hij den
blik van het lijdend gelaat niet af. Met de
koortsachtige hand van zijn kind in de zijne,
veroorloofde hij óch geen enkele beweging.
De uren vlogen voorby.
_De zonderlingste gedachten doorkruisten
rijn brein.
«Er is geen God. Dus niemand straft de on
deugd en beloont de deugd. Waarom zou ik
verdiend hebben, gestraft te werden? Ik ben
altijd een rechtschapen man geweest en heb
mij niets te verwijten; Niets?
Hm! Hm! dat is zoo zeker niet!" En het
geweten, dat nog "niet geheel was ingeslui
merd, toonde hem een jong meisje, dat zijn
verloofde was geweest. Zij heette Maria en
hü beminde haar. Hü had haar trouw ge
zworen, maar brak rijn woord, omdat rij geen
bruidsschat had. Hü wist niet, wat er van
haar geworden was. Aan het ziekbed züner
dochter, dacht hü voor de eerste maal aan
haar.
„Misschien ie er een goddelijke gerechtig
heid en treft rij den zondaar hier op aarde
reeds.
Februarl, zullen alhier de Rijks voorjaarskeu
ringen gehouden worden voor de Prov. Noord-
Holland. Die voor de Prov. Zuid-Holland zul
len te Rotterdam plaats hebben op 15 Febr.
SASSENHEIM.
K.K. Kiesvereeniging. In de laatste ver-
adering herdacht de voorzitter het overle-
en bestuurslid, den heer W. Oostveen, die
meer dan 25 jaar met vollen ijver het se
cretariaat had waargenomen en altijd zijn
beste krachten aan de Kiesvereeniging ge
geven had. De voorzitter sprak hierna den
heer B. P. Roest toe, die dezen zomer het
feit herdacht ha'd, dat hij vóór 25 jaar door
de kiezers van Sassenheim tot raadslid werd
gekozen. De voorzitter prees den heer Roest
als een flink en degelijk tnan die altijd ge
toond heeft, de R.K. beginselen hoog te hou
den en in den raad steeds voor de belangen
van Sassenheim gestreden heeft. De voor
zitter sprak den wensch uit, dat de heer
Roest nog vele jaren als raadslid en wet
houder voor de belangen van Sassenheim
moge strijden.
De penningmeester deed rekening en ver
antwoording, waaruit bleek, dat de inkomsten
hadden bedragen f 119.52, de uitg. f 96.35y.j
alzoo een batig saldo van f 23.15y8.
Vervolgens bracht de heer J. van Diest,
2e secretaris, een keurig jaarverslag uit.
De aftredende bestuursleden, de heeren L.
B. Roozen en A. J. Verkleij werden bij ac
clamatie herkozen, terwijl in de vacature
W. Oostveen met groote meerderheid werd
gekozen, de heer A. Weijers.
Bij de rondvraag bracht de heer J. van
Diest hulde aan den heer iB. P. Roest en
dankte de heer Roest den voorzitter en den
heer van Dienst voor de waardeerende woor
den. Na eenige opmerking over de slechte
vertegenwoordiging van katholieken in ge-
-meentelijke ambten, volgde sluiting.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
DB CONGREGATIE VAN MARIA-
BOODSOHAP EN DEN H. FRAN-
CISCUS BORGIAS AAN ALLE
OVER DE WERELD VERSPEELDE
MEBE-OONGREGANISTEN HEIL
IN DEN HEER.
Dank aan de gezegende Voorzienigheid der
Goddelijke Majesteit en het zorgzaam be
leid onzer geëerbiedigde Koningin Wilhel-
mina, bleef ons Vaderland tot heden gespaard
voor de verschrikkingen van dezen ontzet-
tenden oorlog. Medelijden met de ellende van
anderen afgrijzen van de rondom ons ge-
aangerichte verwoestingen, en daarbij de her
innering aan de vredescongressen dringen
onze jegens God dankbaar gestemde harten
met onweerstaanbaren drang om al het mo
gelijke, misschien meer dan het ons moge
lijke, te beproeven, opdat aan het geteisterde
Europa de zoo gewenschte vrede eindelijk
worde teruggeschonken.
O, met welk een uitbundige vreugde zou
den wij de vertegenwoordigers der strijdende
volkeren "in deze vreedzame étafl. ontvangen,
ontvangen in dat paleis, welks naam, helaas,
in den volksmond reeds een voorwerp van
spot begint te wordonl Intusschen, terwijl
de poorten van dit gebouw nog hopeloos ge
sloten blijven, is er een ander Vredespaleis,
dat altijd open staat, het verblijf van de Ko-
woest door den deed züner vrouw, de doode-
lijke ziekte van zijn eenig kind, waren mis
schien de straffen voor zijn trouweloosheid,
't Was een zijner misdaden, die de wet niet
straft, maar die God moet wreken.als er
een God bestaat."
Als er één is? Welk een geluk, als hü met
vertrouwen aan dien alimachtigen God, de
genezing van zijn kind kon vragen!
Na middernacht begon de zieke te ülen.
Met schrik luisterde hij naar haar onsa
menhangende woorden. Alles mengde zij
in haar wartaal dooreen: de school, haar
vader, 't schaatsenrijden. „Ach," zei zü „wat
is het water koud!.... Papa.... Red mü,
Josns!"
De geneesheer kwam den volgenden mor
gen. De professor dacht er niet aan heden-
kingen te maken toen hy nogmaals op een
verpleegster terugkwam.
„Welnu, kies er zelf een," zei hik gü kent
er meer dan een, en dan zal ik zeker zijn,
dat ik er een krijg, in wie ik vertrouwen
kan stellen."
Tegen tien uur kwam de verpleegster.
Met den groet: „Geloofd zü Jesns Chris
tus!" trad rij de ziekenkamer binnen.
Op het heoren van haar stem stond de
professor aan den grond genageld. Hü zei:
„Hoe Maria? Komt gü mün kind verplegen?"
„De Maria, die gü kent en die gü uw
bruid noemdet, bestaat niet meer. Hier is
slechts zuster Anasthasia."
„Ik rie u dus onder dezen sluier terug. O,
Maria, kunt gü mij het ongelük vergeven,
dat...."
De zuster viel hem met een minzumen
glimlach in de rede.
„Sinds lang heb ik alles vergeven en ver
geten."
„En voelt gij n gelukkig?"
„Ik heb den vrede in het hart van onzen
goddelüken Verlosser gevonden. Geloof mü,
dat ik mü uit vrijen wil nooit aan n zon ver
toond hehhen, doch ik moest mün overste
gehoorzamen. Overal, waar men haar zendt,
gevoelt de Bruid van Christus zich op haar
plaats."
„Maar nüjn plicht roept mij," zei zij, toen
rij het kind hoorde hoesten.
Zy bood de kleine te drinken, legde haar
kussen goed en wierp zich op de knieën.
„Maria! Zuster! Wat is er! Wat vreest
gü?" vroeg de beangste vader.
„Niete. bid voor uw arme kleine. Dat
God haar «pare en geneze!"
De professor geveelde een zonderlinge ont
roering. Die by verlaten had, bad voor zijn
kind! Hü, de vader, die rijn Rosa zoo toeder
beminde, bad nog geen woord van gebed
kunnen vinden! De trooet der geleovige har
ten was hem ontzegd. Hü ontkende het be
staan van een God en de atomen, waaruit
de wereld zich zelf gevormd had, zou hij
daartoe in zijn nood zün toevlucht kunnen
nemen? Wien zou hy kunnen aanroepen?
Na vier dagen van inspanning en ver
moeienis was bjj geheel uitgeput De genees
heer verwachtte de crisis. De koorts wilde
ningin des Vredes, voor ons, kinderen van
Maria, een echt Moederhuis; de kerk, do
kapel, waarin wij Oongrega ie hnuden en w n
onze Koningin, Voorspreekster en Moeder ons
wacht met open armen. Zu''en wij aarzelen
dóar binnen to gaan? ons allen, we! op ver
schillende plaatsen, maar tojfc in don geest
vereenigd, tegelijk voor TIaro voeten tc wer
pen en door Haar bemiddeling smeekend te
vragen, wat de geheele wereld reeds twee
jaren lang vergeefs heeft afgebeden?
Meer dan eens hebben vroeger de Marirt-
Oongregaiies, nmchtiv door de bij andere be
gunstiging van Gods H. Moeder, bij open
bare rampen door gebed en vas:on 's Heo
ren wrekende hand teruggehouden. Lat.cn ook
wij derhalve, geliefde mede-Congre-g nrncn,
gedachtig aan dien ouden roem. of l ever a n
dat roemrijk vertrouwen, te midden der so i r
vertwijfelende volkeren, ho- ende toven alle
hoop in, door Maria tot Jezus gaan, laten wij
het stoutmoe.di dernemen om d or de Moe
der den Zoon e verzoenen. Al ware Zijn
uur nog niet gekomen, aan Zijne Moeder zul
Hij zeker nier. kunnen weigeren, dat de da
gen der beproeving, terwf'e van Hiiar uit
verkoren kinderen, worden verkort. Door een
nieuw wonder van Zijne bu-mh rtigheid ge-
beure, wat, nauwelijks mogelijk shijnt, dit
de rechtvaardigheid den vrede omhe st. d t
de door haat verbitterde gemoederen vei t e-
derd worden en de volkeren, die a;ch voor
den geesel Gods niet buigen, door Z n goed
heid en goedertierenheid tot hez'nn'" ■•>-
men.
Teneinde door vereende krachten den He
mel een waar gewe'd aan te doen, no digen
wij allen die strijden onder de vaan van
Maria voorwaar een machtig heuleger 1
alleen de bij de Triina Prim aria aan s o en
Congregaties zyn bijna 42.00J in getal
broederlijk en beschcideniijk u,t, om op den
fceSidag van Maria Boodschap, (d.t j ..ar den
26scen Maart), of olj den du.ra .n v„, r fga -
den dag (Zondag,) des morgens onuer een
gemeenschappelijke H. Mis tot de H. T fel
te naderen en des namiddags in plecht,ge ver
gadering, behaive de gewone o feti n_en, een
Rozenhoedje en liet geueü Vuor den reüe
van onzen H. Vader Bened.ctus dén Xid n
te bidden. En moge overai ons s.x.eesgobed
door een dag van vasten en onthoud.ng wor
den voorafgegaan en door een r m aal
moes worden vergezeld
Ten s,otte vragen w,j ootmoedig ve.s tmo
ning, dat een onoekende congregatie van een
klein land het waagt zu ke stoute voetstel en
te doen; maar juist in deze moeielijK.e t^deu
mogen de kleinen wellicht wat den grooten
niet vrijstaat. Een heerlijk bew.jS nu, dat
de gevraagde vergeving ons is ges honken,
zal het voorzeker z.jn indien al e c ,.g eg t es
met ons instemmen en medewerken tot dat
gene, wat wij ons veroorloofden voor testel
len.
Uw aller dienaren en broeders in Christus
en Zijne H. Moeder,
P. ALPH. M. C. L. VERMEIT UL
J.J., Directeur;
Mr. R. B. LEDEBOER, Advocaat-Gene
■■aal bij den Hoogen Raad der NcderL.n
den, Prefect;
J. H. F. Graaf DU MOaCEAi Luneu^. t
Kolonel, Adjudant van H.M. de Koningin,
Commandant van het Regiment Jagers,
lste Assistent;
Prof Dr. AliPH. M. A. A. STAwEn, Hoog
leeraar in de Chemie aan de Technische
Hoogeschool, 2de Assistent.
haar niet verlaten. Een tweede verpleegster
was gekomen, want op den negenden dag
moest men tot een ingrijpenden maatregel
overgaan. De ontsteking breidde zich uit;
als laatste middel moest hü ondanks de
zwakte van het kind een aderlating beproe
ven.
Tijdens de operatie moest hü den vader
met geweld verwijderen. De beide verpleeg
sters stonden hem by. Toen de laatste sporen
van de operatie verwyderd waren, naderde
de professor het bed en wierp een blik op
zijn kind, dat op het punt scheen, den laat-
sten adem uit -te blazen.
„Zij slaapt," fluisterde de kloosterlingen
die aan den voet van het bed met gedempte
stem den rozenkrans baden.
Dien naoht begaf de wanhopige vader zich
niet ter ruste. Elk uur zag hy de zuster de
zieke eenige druppels cognac in suikerwater
toedienen. De koorts was gedaald, doch die
onbeweeglijkheid geleek op den dood.
Den volgenden morgen kwam de genees
heer vroegtydig terug. Alles was gesloten in
de kamer der zieke. Hy naderde het ven
ster, haalde de gordynen op en beschouwde
het kind lang en aandachtig. HÜ zag op zyn
horloge, voelde den pols en telde de pols
slagen.
Zyn gelaat helderde op. Hy legde den arm
van het meisje voorzichtig neder en sprak
slechts één enkel woord: „Gered!"
De beide verpleegsters knielden godvruch
tig neder en gehoorzamend aan een onweer
staanbare aandrang, wierp de dankbare va
der zich naast hen op de knieën neder.
Hoe zeer rij zieh ook bedwongen hadden,
die bewegingen deden het kind uit haar slui
mering ontwaken. Zy, die negen dagen be
wusteloos was geweest, zag haar vader ge
knield en als in een droom fluisterde zy:
„Vader, bierbare vader."
Daarna vielen haar oogen dicht. De zwakte
liet haar niet toe, meer te zeggen.
De vreugde, een matelooze vreugde, over-
6tolpte het hart van den ongeloovige. Hü
leunde op de kussens, bevochtigde ze met
zijn tranen en uit den grond züns harten
ontsnapte hem de kreet: „Myn God, ik dank
U. Gy hebt my myn kind wedergege%'en."
Kerstmis is aangebroken. De blyde klok-
ketonen noodden tot de middernachtmis.
Rosa, geheel hersteld, doch nog zwak be
wonderd in haar bed liggende, den schoonen
den, die baar vader öigenhandig versierd
heeft
Aan den voet van den boom staat een
kribbe onder de groen twygen.
Het kindje Jesus sohynt haar te wenken
en toe te laohen en bet gelnkkige meisje
dankt haar vader voor de sohoone geschen
ken. 't Sohynt haar alles zoo wonderbaar toet
doch bet grootste wonder, dat haar kinder-
oogen niet zien, is, dat professor Vonk, den
schoorsteen met het vlammende hout nadert
en met zyn goddeloos manuscript de kaars--
jes van den Kerstboom ontsteekt.