NIEUWE HUIL EOUItANT
3WARE adeldom
DE KIESKRING HAARLEM.
BE GORLOG -
FESJILLEVOÜ
LACHEDIftGETJES.
Donderdag 15 Kaart - Tweede blad
UERSFREIDE BERECHTEN
IV.
VERWACHTINGEN.
Geheel andere toestanden gaan wij dus
zien. De drie groote steden of „eigenkies
kringen" als ik z©_ noemen mag. gaven tot
heden 17 afgevaardigden naar de lie Ka
mer, zij knnnen of zullen er weldra 22 zen
den. Noord-Holland kan er 19 of 20 naar bet
Binnenhof zenden. En wat het meest onge
wone is: de groote steden zonden nooit een
Katholiek, onze broeders zullen er in 1918
voor minstens vijf, wellicht zes, zorgen.
Noord-Holland had tot heden en in de laat
ste jaren slechte één Katholiek afgevaardig
de, wat zal N.-Holland nn doenAmster
dam kan toch, zelfs met 20 pCt. Katholieke
..rafel" van de tien zetels twee waarom
geen drie? door Katholieken doen bezet
ten. Wij stipten reeds aan dat Helder ook
circa 800.000 menschen in zijn kieskring „A"
telt, wis en zeker toonen onze geloofsgenoo-
ten daar een geweldig overschot hoven hun
enkeling, dien zij er gemakkelijk doorhalen,
en met dat overschot kan, de lijsten verbon
den, de A-Kieskring Haarlem zijn tweeden
Katholiek doen zegevieren en nog op zyn
beurt een overschot toestoppend aan de Am
sterdammers. Nogmaals de wet zegt nauw
keurig hoe de verbinding der lijsten ge
schiedt, maar de- organ,sites zullen beslis
sen moeten met wie zij verbinden en in
welke volgorde. Maar het is geenszins her
senschimmig dat de drie kieskringen van N.
Holland, dus A'dam, Den Helder en Haar
lem, als groep verbonden, minstens vijf Ka
tholieken naar bet Binnenhof afvaardigen.
Een winste van vier zetels alzoo. Zuid-
Holland waar geen enkele Katholiek zitting
heeft, zal er vast zes bijbrengen, drie uit de
twee groote steden, twee uit het katholieke
Ommeland van Leiden het afgescheurde
prachtstuk van het district Haarlemmer
meer zal hier een woordje meespreken
en althans één uit het protestanteehe Dordt
omdat Schiedam en heel het Katholieke
Westland hieronder ressorteert (eindelijk
komt Loosduinen tot zijn recht!).
Mogen wij ons verblijden dat de A-Kies
kring „Haarlem" na hevigen en scherpen
strijd en steun der huren wellicht twee Ka
tholieken afvaardigt, nóg blijder zal ons de
winst van negen zetels in de twee Hollan
den stemmen. Krijgen wij er niet te veel
Neen, nog geen 101.. maar bedenk wel, dat
N.-Brabant van elf op acht en Limburg van
zes op vijf terug kan vallen. En dat die vijf
„C«ntrum''-katholieken (Nijmegen, Eist,
Rheden, Wijk bij Duurstede en Druten) als
streek zeker geen vijf afgevaardigden
meer aan onze partij zullen geven, een to-
*..i -carlies van zes man is dus niet uitge
sloten Daarom moeten Zuid- en Noord-
T-iv.li q nd er per saldo drie toevoegen bóven
de zes die N.-Brabant, Utrecht, Limburg en
Gelderland verliezen. Zeeland zal één zetel
handhaven, van Friesland, Drenthe en Gro
ningen verwachten wij slechts een mooi
overschot, goed voor de verhonden lijsten,
maar geen zetel. Een winst van drie dus?
Wü zijn er nog niet. Overijsel kan meer
doen dan alleenlijk ziin Almeloschen man
behouden, Overijsel zal er heslist één hij-
nemen en zoo komen wij op 29 Katholieken
en zullen wij .moeizaam streven naar 30.
Het kan. Maar dan gewerkt vanaf nu
tot dan. En vooral in den Rijks- of A-kies
kring Haarlem gearbeid zooals nergens in
den lande, want hier kan een Katholieke
zetel kantelen, een of twee, zelfs met alle
overschotten kunnen wij het precies verlie
zen maar wij halen den man, dank zij de
verhonden lijsten, zoo wij streven naar een
overschot dat ons „bijna" den tweeden zetel
brengt.
Negen en twintig Katholieken en dertig
niet onmogelijk!
Wij kwamen tot deze conclusie na een
afzonderlijke beschouwing der deelen, doch
veiliger dan langs dien anderen weg, dien
wij" als proef op de som willen bewandelen:
ziende naar de bevolkingscijfers. Een derde
is Katholiek, zegt men, dus krijgen wij hij
Evenredige Vertegenwoordiging 30 zetels.
Dat dus is al mis. Dus 33 is-zuiverder. En
ruim een derde Katholiek is nog zuiverder.
Maar men voelt dat er iets af moet. Zelfs
de ruwe schatters zijn voorzichtig. In 1918
zal de bevolking circa 6.800.000 knnnen be
dragen. Daarvan, de verhouding van 1912
ten grondslag nemend, zal het z.g. Katho
lieke deel 2.500.000 zijn, en nn komt de
correctie daarvan aftrekkend 20 pCt.
franje-katliolieken, blijft over een stevig on-
gerafeld geheel van rond twee millioen.
Aangenomen dat de kiezers bij Algemeen
Stemrecht in dezelfde verhouding staan als
de bevolkingscijfers, zullen er op elke 84
Kamerleden 10 Katholiek zijn, d.w.z. dat het
lotaal aantal katholieke afgevaardigden
hangt tusschen 29 en 30. Als proef op de
som niet onaardig, maar wij verkiezen als
grondslag de „synthese" hoven de „analyse''.
Doch de verhouding in bet Rijk is ons gun
stiger dan de verhouding in den kieskring
Haarlem. En wellicht ziin er slechte vijf
zetels te bezetten. Hoe moeten wij dan aan
twee daarvan komen
Niet gewanhoopt. Er is een middel om
ons doel toch nog te bereiken. In den A- of
Riikekieskring Haarlem mogen geen rafel
katholieken gevonden worden. Wat katho
liek is moet katholiek stemmen. Dón ziin
wij er. Da ér ligt ons arbeidsveld. De 20
pCt. afschrijving moet in Haarlem's Kies
kring tot twee pocent terugggebraebt. Dat
kan, dat moet, dat eischt overreding en pro
pagandistische nachtarbeid, maar het succes
verzoet den arbeid, en wii zijn in Haarlem
het zoete juk gewend, gewoon aan arbeid,
maar ook gewoon aan succes.
Klein Haarlem heeft de wonderen gezien.
Propagandisten, wij gaan het in groot
Haarlem nog eens dunnetjes overdoen, van
Laren over Weesp, Hoofddorp, Haarlem,
Velzen en IJmuiden tot ons noordhoekje
Wijk aan Zee; leven in de brouwerij, de
groote trom geroerd, van de toren geblazen,
do trombones getrokken, de oempa's aan
het woord, de verrukkelijke tijden naderen,
oude Haarlemsche garde, wij moeten ze
daar in het Gooi laten suizenbollen. Wie
nog slaapt wordt wakker is
gaat hollen.
Voor den Kieskring Fr- -• allen en
Mr. BOMANS.
DE GROOTE STOOT.
Reeds toen de veldtocht der Oentralen in
Roemenië nog gaande was, schreef da Duit-,
sche militaire deskundige, majoor Moraht,
over de voorbereidingen welke werdén ge
maakt voor het groote offensief van 1917.
In het westen en in het oosten, en waar
schijnlijk ook in Italië en in Macedonië
zoo schreef hij is men met de organisatie
bezig voor een toekomstigen algcmeenen aan
val. Men verkeert nergens in twijfel over
het feit, dat in afzienbaren tijd een geweldig
slaagsraken der legers zal plaats hebben.
Thans schijnen wij zoover te zijn gevorderd,
dat de groote slag tot ontwikkeling gaat ko
men; althans wat het Westelijk front be
treft, wijzen de gevechtsacties der laatste
dagen er op, dat de „groote stoot" aanstaande
is.
In verband hiermee achten wij de volgen
de beschouwing van den militairen mede
werker van de „Mb." over het a.s. offensief
niet zonder belang.
Vooraleer het theaterstuk, het groote drama,
dat men offensief noemt, op het Westelijk
front kon worden opgevoerd, schrijft hij, is
er maanden aan gewerkt, om alles in elkan
der te zetten, wat noodig is om den tegen
stand van den vijand te verbreken. Het bij
zonder karakter wordt bij den modernen veld
slag niet zoozeer bepaald door de massa, die
noodig is, maar veel meer nog door de wijze,
waarop men de massa over het vak, waarin
de aanval zal geschieden, verdeelt. Dlit moet
zoodanig zijn, dat de bevelvoerder er op
het juiste tijdstip gebruik van kan maken.
Over deze indeeling valt niet licht te den
ken, hetgeen ten duidelijkste blijkt uit een'go
cijfers van het reeds plaats gehad hebbende
offensief in de verloopen oorlogsmaanden. Bij
Neuve-Chapelle had de aanval over een front
van 6 K.M. plaats met 48.000 man, gBsteund
door 300 vuurmonden. Een der aanvallen
in Champagne tegen een front van 8 K.M.
geschiedde met 6 Franse he legerkorpsen. Het
bekende najaarsoffensief uit 1916 spant de
kroon, voor zoover er cijfers b Iiend zijn
geworden, want over Verdun en de Somme
loopen de schattingen nogal uiteen. Niet min
der dan 13 Engelsche en 63 Fransche divi
sies, gesteund door 2000 zware en 3000 veld-
vuurmonden, deden hiér den aanval op een
front van 25 K.M. Een aanyajssterkte, die
op lt/s millioen mail geraamd Wordt.
Gemiddeld rekent men tegenwoordig bij een
aanval op het met alle hulpmiddelen der
tecliQiek versterkte Westfront, op iedere 3000
M. Ongeveer noodig te hebben 40.000 man,
gesteund door ongeveer 250 vuurmonden.
Ook de hoeveelheid munFe, die in het
aan te vallen vak moet worden opgestapeld
kan men ©enigszins nagaan, als men weet,
dat de Duitschers voor hun aanval bij Ver
dun, dus tijdens het trom-sneivuur 27 schoten
afgeven op iederen mgter lengte van het front
Een aantal, dat bij 'een eventueel offensief
zeker niet minder zal zijn.
Het geheele loopgravenstelsel met schuil
plaatsen, verbindingsgangen, steunlinies,
steunpunten en verbindingslinies moet ge
heel klaar zijn en zich tot tegen de vijande
lijke versterkingen uitstrekken, om die mas
sa-legers onder te brengen. Dit is een besliste
eisch, wil men tenminste geen gevaar loopen,
dat de troepen voor het offensief door vuur
vernietigd worden en bij een aanval eenigo
kans op succes hebben, tegenover een ge
heel afgewerkte stelling.
Aan de Ancre hebben de Duitschers alles,
wat dekking kon geven, vernield en liéten
den Engelschen, zooals dezen het noemden,
ongerept terrein ter bezetting over. Eerst
moet daar dus weer alles worden aangelegd,
willen ze op dit 25 K.M. breede front weder
kunnen aanvallen. Dit vooral, omdat men toch
wel veronderstellen mag, dat de Duitschers,
die zoo systematisch terugtrokken, zich nu
wel weer zullen bevinden- in een bijna afge
werkte veldstelling.
Wordt een van beide partijen bij eeu aan
val teruggedrongen, dan wordt do toss and
eenigszins anders. Niet alles kan zoo grondig
vernield worden, als nu is geschied, omdat
de voeling daar met den vijand steeds be
houden blijft; beiden zich moeten dekken en
dus gelijktijdig ingraven en aan beide zijden
zorg moet worden gedragen, dat alles wordt
aangelegd., om bevelen over te brengen.
Vooral in een modernen veldslag is het
bevel-mechanisme zeer gecompliceerd. Niet»
tegenstaande telefoon en telegraaf duurt de
overbrenging van bevelen van den divisie
staf naar de voorste linie, in de dagen kort
voor Ben aanval, soms uren, o>f zelfs halve
dagen, omdat door het overstelpend artille
rievuur, de verbinding zoo menigmaal ver
broken wordt. In dien tijd stokt alles, omdat
de aanvoerder pas bevelen kan geven yoor
een volgenden stap, als hij weet, dat de voor
gaande gezet is.
Een aanval moet tot in alle bijzonderhe
den zijn vastgesteld en iedere afdeeling moet
zijn taak hebben ingestudeerd door oefening
achter het front op terrein, dat op gelijke
wijze is aangelegd, als de voorste linie. Door
verkenning uit de lucht, door fotografie en
spionnendienst moet aan den bevelhebber de
geheele vijandelijke stelling als het ware
bekend zijn, .opdat alle weerstandspunten
voor den aanval vernietigd kunnen worden.
Behalve topografische kaarten, waarop de
vijandelijke dekkingen, opstelling batterijen
en mitrailleurs geteekend worden, heeft men
in deze oorlog zelfs reliëfkaarten van het
vijandelijk front. Iedere verandering, die door
luchtverkenning gemeld wordt, moet direct
worden aangebracht. Het persoonlijk voor
beeld en de moed van den bevelhebber uit
vroegere oorlogen is verdwenen. Gezeten
voor die kaarten wordt de aanval geleid,
maar daartoe is noodig de moed, om de ver
antwoordelijkheid te dragen tegenover het
land en tegenover hen die achterblijven.
Het bevel tot den aanval beteekent rouw
yoor mogelijk honderdduizenden, daarom
juist deinst iedere bevelhebber terug voor
die verantwoordelijkheid, wanneer hij niet
zeker weet, dat alles gereed is en de vijan
delijke stelling geheel bekend is. 'Hierin vindt
men dan ook een van de factoren, waarom
de voorbereiding van den aanval op het
Westfront zoo lang duurt tengevolge waar
van ze voor den tegenstander niet verbor
gen kan blijven en een verrassend offensief
uitgesloten is.
geheele programma van den
lot ln de kleinste bijzonderheden ge-
reöeia is voorbereid en ingestudeerd kan
aeze plaats hebben. Een Franschman, die in
de jjltevue liebdomadaire" een beschrijving
geeft van den aanval, gaat zelfs zoover, dat
hij het moment, waarop het artillerievuur
eindigt en de aanval aanvangt, door het uit
de loopgraven komen der stormende troepen
vergelijkt met de decoratie-wisseling in een
vü68t6r.
Op een punt van de voorbereiding tot het
offensief willen we nog bijzonder de aan
dacht vestigen en dat is de approviandee-
ringsdienst. In geen oorlog moet deze zoo
moeilijk zijn geweest als in dezen stelling-
krijg. Rekende men in het begin van den
oorlog op 120.000 K.G. per legerkorps en
per dag, thans is dit zeker 200.000 K.G. 'ge
worden. Rekende men vroeger op het be
schikbaar hebben van tal van zaken, hout,
hooi, enz. ter plaatse, op het totaal verwoes
te Westfront is er niets meer, zoodat alles
moet worden aangevoerd.
Voor den aanval moet iedere eenheid voor
2 dagen levensmiddelen hebben, moet er voor
2 dagen in het regimentspark aanwezig zijn
en ook voor 2 dagen in den fouragetrein.
Voor de verzorging van het voor den aanval
gereed staande millioenen-leger rijden dan
ook duizenden wagons van de dichtstbijzijn
de spoorwegstations, naar de plaatsen dicht
achter het front aan en af.
Bij een 5 KAL voorwaarts gaan moeten,
op het. geheel omwoelde terrein, ook over
dien afstand wegen worden aangelegd, bere
kend op dien aaneeïlS®stoten trein van voer
tuigen. Een leger arbeiders is daarvoor noo
dig. Tusschen de voertuigen vindt men op
bepaalde afstanden walsen, die de wegen
weer verbeteren. zteOals de Franschen dan
ook schreven, na het tot staan brengen van
het offensief voor yeraun, is de organisatie
van dezen dienst, m liet aanvalsyak, niet
een van de geringste eischen.
Voortdurend lezen we, dat in het komende
voorjaar op het Westfront de beslissing zal
worden afgedwongen. Op welke wijze dit
offensief echter za' moeten geschieden, kun
nen we ons hoe meer we ons indenken in den
steeds moeilijker w?rcf®ndeu aanval, zooals
we hier beschreven nebben, op dit verstijfde
front niet indenkern Duitschland alles
opgeeft en een 100 K.M. of meer plotseling
teruggaat. Dat het tot dit waagstuk in
staat is, gelooven we vooreerst ook niet,
vooral niet als we denken aan de uitlatingen
van Duitschers na net ^omme-offensief, dat
zij zelfs voor geen K° van Fransch bloed uit
Frankrijk zouden gaan.
„Men brengt zijn leven niet aa,n het venster
door, mijnheer pastoor."
„Neen, neen, men brengt het door -in de
kerk, bij de zieken, ziedaar waarom de pas
torie niet veel zaaks behoeft te zijn, mijn
dochter."
„Spreekt Ursula, evenals u?"
Hij glimlachte fijntjes: „Ursula! Gij' kent
haar? Zij bromt zelfs als ze te bed ligt. Ge
zult haar zeker gaan groeten als ge heen gaat.
Kom mijn park eens zien.
Ik heb het park gezien. Vier groentebed
den, eenige vruchtboomen, wat palm- en roze-
boompjes en wat kamille; dat altles groeit
in het wild te midden van kweekgras.
„Lat is geen park, ljet is een maagdelijk
youd," heb ik uitgeroepen.
„Ja ja, maar dat alles zal uitgetrokken,
gewied worden, mijn voor ginger had weinig
met tuinbouw qp, terwijl het voor mij «ten dei-
meest geliefkoosde bezigheden iB. Binnen
veertien dagen zult ge deze plek niet meer
herkennen.
Ach, als ik alles zoo gemakkelijk van ge
daante kon doen veranderen 1"
Hij hield met spreken op, doch hervatte
weldra op gedempten toon: „Kunt ge g©-
looven, mijn dochter, dat ik bijna gti wesnen,
zoodra ik de kerk binnentreedWat een
ellende! Wat een verlatenheid! En God is het,
die aldus behandeld, veronachtzaamd wordt!
De pastoor en de meesteres van het kasteel
vereenigen zich, nietwaar, om aan dezen staat
van zaken een einde te makenDoor zacht
heid, door liefde, door het voorbeeld zullen
wij deze arme onverschilligen op den goeden
weg terugbrengen. Wat de versiering der
kerk betreft.
Hij ging niet voort, maar ik begreep zijn
gedachte zoo goed, dat ik zonder .gezegeld
papier en zonder notaris mij verpacht neb een
Kruisweg te schilderen; daarna een H. Lau
ren tius, patroon van het dorp; daarna de pen
dant van den BL Laurentius, dat naar mijn
goedvinden een H. Jozef of een H. Antonius
van Padua zal zijn. Ik zal .twee kasuifeils
moeten borduren en een altaardwaal; boven
dien een altaartapijt en een harmonium ten
geschenke geven.
Pastoor Falhès begon zielfg te praten van
een geschilderd raam in het priesterkoor,
toen ik in luid lachen losbarstte.
„Houd op, houd op, mijnheer pastoor, de
belofte, die ik u zoooven gedaan heb, ver-
tegenwoordigeh minmens drie jaren van ar
beidt» n sparen.
Ja Mevrouw de Barsannes heeft het be
heer oer fortuin op zich genomen, omdat zij
mij daartoe waarschijnlijk niot in Bt&afc achtte.
Daar ik or zeer sterk aan twijfel, dat zij aan
mijne godvruchtig® gaven wil deelnemen, zal
het zekerder en ook fierder zijn, haar niets
te vragen. Maak u niet ongerust; met allerlei
vrouwelijke listen, zal ik het hoofdstuk „klee
ding" vereenvoudigen. Zeer goedkoop elegant
te zijn valt niet moeilijk, als men smaak met
naai kunst weet te vereenigen. Dank zij Zus
ter Maria Bernard ben ik goed onderlegd."
Ongerust en opgewonden, luisterde pastoor
Falhès bijna niet meer naar mij.
„Onmogelijk is het, dat notaris Allot en
mijn .oude vriend, ondanks hun verlangen
naar dit huwelijk, niet alle zaken zoodanig
hebben geregeld, dat dit kind het vrije be
heer over haar fortuin behield," mompelde
Een kabinets-crisis 'in Frankrijk aanstaande?
De Fransche Kamer heeft deze week haar be
raadslagingen hervat; zij loopen naar men weet
over de regeeringspolitiek en zullen beslissen
oVer het al of niet aanblijven van het kabinet-
Briand.
De .Matin" meldt dat de oppositie voorne
mens is alle krachten in te spannen om het ka
binet ten val te brengen. Zij zal beginnen met
het betoog, dat do regeering bij de "stommir
van Vrijdagavond IJ., toen 290 leden vóór de
motie van vertrouwen hébben gestemd, feitelijk
al in de minderheid is gebleven, omdat 20 leden,
wier stem. vóór de regeering is uitgebracht, af
wezig waren. Het aantal stemmen voor de re-
goering bedroeg dus eigenlijk maar 276, terwijl
de volstrekte meerderheid 281 is.'
De veroveraar van Bagdad.
Volgens Engelsche bladen is sir Stanley
Monde, de veroveraar van Bagdad, reeds den
len Maart j.l. tot luitenant-generaal bevorderd,
als bolooning voor do wijze, waarop hij de ope
ratie in Mesopotamia leidde.
Sir Stanley Maude is eerst 62 jaar oud. Hij
kwam in 8184 bij het leger en diende in Egyp
te en Zuid-Afrika. Bp het uitbreken van den
oorlog was hij kolonel. Hij werd aan 't hoofd
van een brigade in Frankrijk geplaatst en
werd in Juni 1915 tot generaal-majoor bevor
derd. Het ^>evel in Mesopotamië nam hij op
zich na den val van^Koet-eï-Amara,, dat hij on
langs op zoo bekwame wijze veroverde.
In het begin zijner loopbaan was hij achter
eenvolgens militair secretaris van den gouver
neur-generaal van Canada, particulier secreta
ris van den minister van Oorlog en „assistant-
director" van de territoriale macht.
De levensmiddelennood in Duitschland.
In aansluiting met de berichten over le-
vensmiddelensohaarschte in verschillende
oorlogvoerendp staten,, w.o. Engeland, Roe
menië, Italië, maar vooral ook Rusland,
vermelden wij hier een paar publicaties,
waaruit blijkt hoezeer men in verschillende
steden van Duitschland reeds gebukt gaat
onder het hongerjuk.
Zoo heeft de districtsbestuurder van Augs
burg een circulaire gericht tot de burge
meesters, onderwijzers en geestelijken van
zijn distriet, waarin o.m. voorkomt:
„Het eenige wat den moed onzer tegen
standers in stand houdt, is de honger in
onze groote steden. Ieder bericht over voe-
ding&moeilijkheden in de steden versterkt
den wil onzer vijanden vertraagt den vrede
en vermeerdert het aantal menschenoffers.
Daarom moet iedere boer alles afgeven wat
hij maar eenigszins missen kan."
De leider der boeren, dr, ïïeim, heeft,, vol
gens de „Vorwürts", ieen artikel gepubli
ceerd, waarin h(j o.m. zegt:
„Het is heter het volk onomwonden de
waarheid te zeggen, dan verder te werken
met een systeem, dat onder zware schuld
ineen zou moeten storten. Nog 120 dagen
moeten wij volhouden vóór de nieuwe oogst
komt. Wü moeten het volk zeggen, dat ook
wanneer morgen een hongervrede werd ge
sloten, wü toch, wegens gebrek aan scbeeps-
ruimte, en door het algemeen mislukken
van den vorigen oogst, nog in maanden
geen pond broodkoren zonden ontvangen.*'
Trauiijjkwagens in BrusseL
Hot gebrek aan paarden maakt de taak der
openbare besturen, die belast zijn niet den
dienst der begrafenissen, hpe langer hoe las
tiger. De begraafplaatsen zijn dikwijls buiten
gewoon ver afgelegen en ieder transport eisoht
bet gebruik van twee paarden gedurende een
dikwijls zeer langen tijd.
.Om op alle gebeurtelijkheden voorbereid- te
zijn, zegt de „G. v. B.", heeft het bestuur der
tramwegen eenige rijtuigen la,ten veranderen
in lijkwagens. Van buiten, wel te verstaan, ver
raadt niets al te zeer de nieuwe bestemming
van het rijtuig, dat ingericht ia voor het geza
menlijk transport van vier lijkkisten.. Draag
baren op wielen, voorzien van het uiterlijk
vertoon dor lijkwagens, zijn eveneens in ge
reedheid gébracht, om tot transport te dienen
van het sterfhuis af tot de kerk en van de
trams af tot de begraafplaatsen.
Het staal op de slagvelden van Verdun.
Tijdens den strijd bü Verdun die meer dan
een jaar duurde, zijn duizenden en nog eens
duizenden tonnen staal verschoten, zoodat
het slagveld letterlijk met staal is bezaaid.
Het Zweedsche tijdschrift „Industrititning"
publiceert een interessante berekening over
de hoeveelheid van dat verschoten staal.
Van tijd tot tijd hebben beide partijen te
zamen een millioen schoten per dag verzon
den. Neemt men nu aan, dat gemiddeld het
het zevende deel van deze hoeveelheid, dus
een millioen schoten per week, afgevuurd
is, rekent men het gemiddeld gewicht aan
metaal op 46 K.G. en rekent ten slotte de
vechtstijd op 30 weken, dan komt men tot
een ongelooflijk hoog cijfer: de grond is be
zaaid met 1.850.000 ton staal. Om deze massa
te kunnen vervoeren zouden noodig zijn
185.000 waggons. Men kan zich ongeveer
voorstellen, hoe diclit de staalsplinters in
den grond liggen, wanneer men het strijd
gebied berekent op 200 vierkante K.M. Dan
zijn op iedere HA., grond 160 ton staal ge
strooid1, voor een waarde van ongeveer
HET GELIJKEND PORTRET.
Mijnheer Y. werd erg lastig gevallen door ba;
zoekers. Van de meneohen, die hij niet meer
wenschte te ontvangen, gaf bij zijn dienstboden
portretten, in de keuken. Onlang» kwam een
schrijver zdch aanmelden. De meiden raadpleeg
den de portretten, maar konden geene zekerheid
verkrijgen. Zij gingen daarom naar den bezoe
ker en vroegen „lach eens" en toen dit geschied
was, kreeg hij tot bescheid: „Mijnheer is niet
thuis.
IN DE JAARBEURS-DRUKTE.
Jaaibeurebeooeker. die in een restaurant heel
lang op bediening moot wachten.
'„Nou is me dat een zaak. Die man daar aan
die ronde tafel wordt op z'n eer»te wenken be
diend, en ik zit hier al een uur te wach ton c.p
een bordje soep. Waar is hier de chef?"
Kelner laconiek„De man daar aan die iciide
tafel, mynheer."
EEN LOGISCHE KOP.
hen boertje stapt in de electrieehc tram, gna\
naar binnen met sigaar in 't hoofd.
Conducteur. „Binnen mag niet gerookt wor
den, wil u daaraan denken?"
Boertje gaat kalm zitten en dampt er op los,
alsof hij niet gehoord heeft.
Conducteur wijst verontwaardigd over zoo
veel brutaliteit op bet bekende bordje „verbo
den te rooken" en zegt:
„Zeg, kun je niet lezen wat daar staat? Waar
om doo je het dan?"
Boertje, nu ook verontwaardigd:
„Waaraohies kan ik wel lezen wat daar staai
Maar (en hier wijst hij op andere opschriften
en advertenties in de tram), doe jij dan alles
wat daar staat??"
„Woon jij te Nunepeet?"
„Stook jij altijd bruinkoolbriketten B in een
driehoek?"
„Gebruik jij Molenaar'», kindermeel??"
J 200. Die staalinassa's zijn waarschijnlijk
meer waard dan de heele grond.
De Roiue.nsche kwestie in het Pruisische
Huis van Afgevaardigden.
Bij de beraadslagingen over de begrooting
van het ministerie van Buitenlandsciie Zaken
in' het Pruisische Huis van Afgevaardigden,
verklaarde de oentxumsafgevaardigde ivauf-
mann, dat de Katholieken in fruisen met
groote bezorgdheid den moeilijken toestand
van den H. Vader in ltome zien. Deze bezorgd
heid wordt om algemeene politieke motieven
zonder twijfel ook door andersdenkenuen ge
deeld. Intusaohen is, sinds de verklaringen van
den voorzitter der Uentrumsiractie, dr. rorscb,
in het vorig jaar, de toestand van den H. bloed
nog verergerd.
Ik wil, zeide Kaufruaim, de iiomeinsche kwes
tie niet nader ter sprake brengen om de pers
der vijandelijke landen geen aanienling te geven
de positie van den H. Vader nog te bemoeilij
ken. Ik wil er mü derhalve toé beperken te
verklaren, dat de ivatholieken van Pruisen voor
de vrijheid en onafhankelijkheid van den Paus
steeds in de bros zullen springen,
len slotte grijpen gaarne de gelegenheid
aan, om, nadat dr. Spahn en prins Sckönarck-
Carolath m den rijksdag op de welgeslaagde en
zorgvolle activiteit des Pausen voor het lot der
krijgsgevangenen gewezen hebben, den H.
Vader voor deze activiteit van harte te bedan
ken. (Bravo.)
Da H. Vader. Wiens edelmoedige liefde allo
volkeren omvat, heeft door Zijn activiteit allen
volkeren de wet der christelijke liefde gepre
dikt en tot de verbreiding dezer liefde medege
werkt. Ook van deze plaats moet Hom daarvoor
de dank ik durf het wol zoggen van het
geheele huis uitgesproken worden. (Levendige
toejuichingen.)
De Pooischo afgevaardigde Styezynski aioo.
zioh in naam van zijn politieke vrienden bij
dezen dank aan.
Een kranige operatie.
Een chirurgisch wonder is, naar wij in de
Engeiache pene lezen, het geval van den zoon
van het Engelsoke parlementslid O'Grady, voor
zitter van het algemeen verbond van vakver-
eenigingen, die eenige maanden geleden ernstig
gewond werd. Het bleek noodig een van zijn ar
men af te zetten. De chirurg die de operatie
uitvoerde, verwijderde eeriig (blijkbaar ver
splinterd) been uit den ai'gezetten arm, zette
den arm weer aan den romp en naaide de
peezen en spieren aan elkaar. Thans is de arm
zoo goed dat de jonge man hem kan gebruiken
en in staat is, om een kop thee langzaam naar
zijn mond toe te brengen. Alleen is de geope
reerde arm ongeveer 7 Mi c.M. korter dan de
andere.
Ontploffingen in Canada en Amerika.
Naar de „Kölnischo Zeitung" verneemt,
heeft, vodgena particuliere berichten uit
New-York, de ontploffing, die er den llen
Januari te Kingaland in Canada in een fabriek
van ontplofbare stoffen heeft plaats gehad, een
schade van 80 millioen mark aangericht. AHe
fabrieksgebouwen zijn in de aseli gelegd, alle
arbeiderswoningen vernield. Hoeveel men-
sollen er bij rijn omgekomen wordt geheim ge
houden.
Bjj een latere ontploffing te Haskell ia
Niieuw-Jersey is het geheele gehucht verwoest.
De groote fabrieksgebouwen werden met den
grond gelijk gemaakt. Rudm 150 K.M. in den
omtrek was de ontploffing waarneembaar.
hij ln zich zelven.
„U heeft mij verkeerd begrepen, mijnheer
pastoor: peetoom heeft mij in zijd vreemd
soortige taal van man der ■wiet zaar duidelijk
gezegd, dat ik meesteres Was van mijn bruid
schat en van mijn© inkomsten; maar sinds
mijn huwelijk heeft mevrouw De Barsannes
zoo dikwijls aan haar zoon het gebruik ver
klaard, hetwelk zij van deze dacht te maken,
dat ik er wel voor zal oppassen er pon
stuiver aan te ontnemen."
Er sprak zeker iets bijzonders uit deii toon,
waarop ik sprak, want pastoor Ea'hès wierp
eensklaps een doordringenden blik op mij
en vroeg op levendigon toon: „Do markiezin
is goed voor u, niet waar, Sabine?"
„Goed! Ik kan u daarop nog niet «en af
doend antwoord geven. Het gedruisoh der
herstellingen en Eet afleggen van bezoeken
heeft ons tot nu toe aan een meer intiem leven
onttrokken."
Hij zuchtte; daarna boog hij zijn sneeuw
wit hoofd tot mij en sprak: „Nu dit gedruisoh
voorbij is, moet ge het gebruik van uw tijd
regelen, mijne dochter. Uw schertsende toon
verbergt lijden; Sabine, gij denkt te veel,
gij vergelijkt te veel het verleden toet het
heden; gij Vergelijkt ook te veel het ideaal
metjl je werkelijkheid. Herinner u, wat ik
u gezegd heb: het begin is altijd moeilijk.
Karakterstudie ian de dagelijksche omgang
met onbekenden vragen doorzicht, buigzaam
heid, voorzichtigheid, geduld, zelfverlooche
ning' Moed; moed; hierbij, zal ik het laten;
daar komt Ursula en ik ga lafhartig op de
vluoht om niet de twintigste uitgave te hoo-
ren verschijnen van haar Jeremiaden."
Ik lachte nog over de vlucht van den goe
den, ouden pastoor, toen Ursula bij mij kwam.
„Hij poetste de plaat," schreeuwde rij mef
ten hemel opgeheven handen.... Wat en
man, kleintje, wat een man! [De moeten zeggen
dat hij. op. dit oogenhlik pastoor zou kunnen
zijn van een dor beste parochiën van us
stad of een kanunnik, die vatn zijn pent»
leefde en dat hij dit dorpje aanneemt «n
er tot aan zijn dood in diepe armoede w
blijven. Mijnheer heeft dit stukje uitgebaall
mijn oordeel te vragen? ik beu zijn*
benoeming te weten gekomen op bet oogeQ»
blik der verandering van woonplaat». laevg
Hemel, wat een ellendige boel!"
(Wordt vcrvclffdjj