NIEUWE HUIL EOUItANT 3WARE adeldom DE KIESKRING HAARLEM. BE GORLOG - FESJILLEVOÜ LACHEDIftGETJES. Donderdag 15 Kaart - Tweede blad UERSFREIDE BERECHTEN IV. VERWACHTINGEN. Geheel andere toestanden gaan wij dus zien. De drie groote steden of „eigenkies kringen" als ik z©_ noemen mag. gaven tot heden 17 afgevaardigden naar de lie Ka mer, zij knnnen of zullen er weldra 22 zen den. Noord-Holland kan er 19 of 20 naar bet Binnenhof zenden. En wat het meest onge wone is: de groote steden zonden nooit een Katholiek, onze broeders zullen er in 1918 voor minstens vijf, wellicht zes, zorgen. Noord-Holland had tot heden en in de laat ste jaren slechte één Katholiek afgevaardig de, wat zal N.-Holland nn doenAmster dam kan toch, zelfs met 20 pCt. Katholieke ..rafel" van de tien zetels twee waarom geen drie? door Katholieken doen bezet ten. Wij stipten reeds aan dat Helder ook circa 800.000 menschen in zijn kieskring „A" telt, wis en zeker toonen onze geloofsgenoo- ten daar een geweldig overschot hoven hun enkeling, dien zij er gemakkelijk doorhalen, en met dat overschot kan, de lijsten verbon den, de A-Kieskring Haarlem zijn tweeden Katholiek doen zegevieren en nog op zyn beurt een overschot toestoppend aan de Am sterdammers. Nogmaals de wet zegt nauw keurig hoe de verbinding der lijsten ge schiedt, maar de- organ,sites zullen beslis sen moeten met wie zij verbinden en in welke volgorde. Maar het is geenszins her senschimmig dat de drie kieskringen van N. Holland, dus A'dam, Den Helder en Haar lem, als groep verbonden, minstens vijf Ka tholieken naar bet Binnenhof afvaardigen. Een winste van vier zetels alzoo. Zuid- Holland waar geen enkele Katholiek zitting heeft, zal er vast zes bijbrengen, drie uit de twee groote steden, twee uit het katholieke Ommeland van Leiden het afgescheurde prachtstuk van het district Haarlemmer meer zal hier een woordje meespreken en althans één uit het protestanteehe Dordt omdat Schiedam en heel het Katholieke Westland hieronder ressorteert (eindelijk komt Loosduinen tot zijn recht!). Mogen wij ons verblijden dat de A-Kies kring „Haarlem" na hevigen en scherpen strijd en steun der huren wellicht twee Ka tholieken afvaardigt, nóg blijder zal ons de winst van negen zetels in de twee Hollan den stemmen. Krijgen wij er niet te veel Neen, nog geen 101.. maar bedenk wel, dat N.-Brabant van elf op acht en Limburg van zes op vijf terug kan vallen. En dat die vijf „C«ntrum''-katholieken (Nijmegen, Eist, Rheden, Wijk bij Duurstede en Druten) als streek zeker geen vijf afgevaardigden meer aan onze partij zullen geven, een to- *..i -carlies van zes man is dus niet uitge sloten Daarom moeten Zuid- en Noord- T-iv.li q nd er per saldo drie toevoegen bóven de zes die N.-Brabant, Utrecht, Limburg en Gelderland verliezen. Zeeland zal één zetel handhaven, van Friesland, Drenthe en Gro ningen verwachten wij slechts een mooi overschot, goed voor de verhonden lijsten, maar geen zetel. Een winst van drie dus? Wü zijn er nog niet. Overijsel kan meer doen dan alleenlijk ziin Almeloschen man behouden, Overijsel zal er heslist één hij- nemen en zoo komen wij op 29 Katholieken en zullen wij .moeizaam streven naar 30. Het kan. Maar dan gewerkt vanaf nu tot dan. En vooral in den Rijks- of A-kies kring Haarlem gearbeid zooals nergens in den lande, want hier kan een Katholieke zetel kantelen, een of twee, zelfs met alle overschotten kunnen wij het precies verlie zen maar wij halen den man, dank zij de verhonden lijsten, zoo wij streven naar een overschot dat ons „bijna" den tweeden zetel brengt. Negen en twintig Katholieken en dertig niet onmogelijk! Wij kwamen tot deze conclusie na een afzonderlijke beschouwing der deelen, doch veiliger dan langs dien anderen weg, dien wij" als proef op de som willen bewandelen: ziende naar de bevolkingscijfers. Een derde is Katholiek, zegt men, dus krijgen wij hij Evenredige Vertegenwoordiging 30 zetels. Dat dus is al mis. Dus 33 is-zuiverder. En ruim een derde Katholiek is nog zuiverder. Maar men voelt dat er iets af moet. Zelfs de ruwe schatters zijn voorzichtig. In 1918 zal de bevolking circa 6.800.000 knnnen be dragen. Daarvan, de verhouding van 1912 ten grondslag nemend, zal het z.g. Katho lieke deel 2.500.000 zijn, en nn komt de correctie daarvan aftrekkend 20 pCt. franje-katliolieken, blijft over een stevig on- gerafeld geheel van rond twee millioen. Aangenomen dat de kiezers bij Algemeen Stemrecht in dezelfde verhouding staan als de bevolkingscijfers, zullen er op elke 84 Kamerleden 10 Katholiek zijn, d.w.z. dat het lotaal aantal katholieke afgevaardigden hangt tusschen 29 en 30. Als proef op de som niet onaardig, maar wij verkiezen als grondslag de „synthese" hoven de „analyse''. Doch de verhouding in bet Rijk is ons gun stiger dan de verhouding in den kieskring Haarlem. En wellicht ziin er slechte vijf zetels te bezetten. Hoe moeten wij dan aan twee daarvan komen Niet gewanhoopt. Er is een middel om ons doel toch nog te bereiken. In den A- of Riikekieskring Haarlem mogen geen rafel katholieken gevonden worden. Wat katho liek is moet katholiek stemmen. Dón ziin wij er. Da ér ligt ons arbeidsveld. De 20 pCt. afschrijving moet in Haarlem's Kies kring tot twee pocent terugggebraebt. Dat kan, dat moet, dat eischt overreding en pro pagandistische nachtarbeid, maar het succes verzoet den arbeid, en wii zijn in Haarlem het zoete juk gewend, gewoon aan arbeid, maar ook gewoon aan succes. Klein Haarlem heeft de wonderen gezien. Propagandisten, wij gaan het in groot Haarlem nog eens dunnetjes overdoen, van Laren over Weesp, Hoofddorp, Haarlem, Velzen en IJmuiden tot ons noordhoekje Wijk aan Zee; leven in de brouwerij, de groote trom geroerd, van de toren geblazen, do trombones getrokken, de oempa's aan het woord, de verrukkelijke tijden naderen, oude Haarlemsche garde, wij moeten ze daar in het Gooi laten suizenbollen. Wie nog slaapt wordt wakker is gaat hollen. Voor den Kieskring Fr- -• allen en Mr. BOMANS. DE GROOTE STOOT. Reeds toen de veldtocht der Oentralen in Roemenië nog gaande was, schreef da Duit-, sche militaire deskundige, majoor Moraht, over de voorbereidingen welke werdén ge maakt voor het groote offensief van 1917. In het westen en in het oosten, en waar schijnlijk ook in Italië en in Macedonië zoo schreef hij is men met de organisatie bezig voor een toekomstigen algcmeenen aan val. Men verkeert nergens in twijfel over het feit, dat in afzienbaren tijd een geweldig slaagsraken der legers zal plaats hebben. Thans schijnen wij zoover te zijn gevorderd, dat de groote slag tot ontwikkeling gaat ko men; althans wat het Westelijk front be treft, wijzen de gevechtsacties der laatste dagen er op, dat de „groote stoot" aanstaande is. In verband hiermee achten wij de volgen de beschouwing van den militairen mede werker van de „Mb." over het a.s. offensief niet zonder belang. Vooraleer het theaterstuk, het groote drama, dat men offensief noemt, op het Westelijk front kon worden opgevoerd, schrijft hij, is er maanden aan gewerkt, om alles in elkan der te zetten, wat noodig is om den tegen stand van den vijand te verbreken. Het bij zonder karakter wordt bij den modernen veld slag niet zoozeer bepaald door de massa, die noodig is, maar veel meer nog door de wijze, waarop men de massa over het vak, waarin de aanval zal geschieden, verdeelt. Dlit moet zoodanig zijn, dat de bevelvoerder er op het juiste tijdstip gebruik van kan maken. Over deze indeeling valt niet licht te den ken, hetgeen ten duidelijkste blijkt uit een'go cijfers van het reeds plaats gehad hebbende offensief in de verloopen oorlogsmaanden. Bij Neuve-Chapelle had de aanval over een front van 6 K.M. plaats met 48.000 man, gBsteund door 300 vuurmonden. Een der aanvallen in Champagne tegen een front van 8 K.M. geschiedde met 6 Franse he legerkorpsen. Het bekende najaarsoffensief uit 1916 spant de kroon, voor zoover er cijfers b Iiend zijn geworden, want over Verdun en de Somme loopen de schattingen nogal uiteen. Niet min der dan 13 Engelsche en 63 Fransche divi sies, gesteund door 2000 zware en 3000 veld- vuurmonden, deden hiér den aanval op een front van 25 K.M. Een aanyajssterkte, die op lt/s millioen mail geraamd Wordt. Gemiddeld rekent men tegenwoordig bij een aanval op het met alle hulpmiddelen der tecliQiek versterkte Westfront, op iedere 3000 M. Ongeveer noodig te hebben 40.000 man, gesteund door ongeveer 250 vuurmonden. Ook de hoeveelheid munFe, die in het aan te vallen vak moet worden opgestapeld kan men ©enigszins nagaan, als men weet, dat de Duitschers voor hun aanval bij Ver dun, dus tijdens het trom-sneivuur 27 schoten afgeven op iederen mgter lengte van het front Een aantal, dat bij 'een eventueel offensief zeker niet minder zal zijn. Het geheele loopgravenstelsel met schuil plaatsen, verbindingsgangen, steunlinies, steunpunten en verbindingslinies moet ge heel klaar zijn en zich tot tegen de vijande lijke versterkingen uitstrekken, om die mas sa-legers onder te brengen. Dit is een besliste eisch, wil men tenminste geen gevaar loopen, dat de troepen voor het offensief door vuur vernietigd worden en bij een aanval eenigo kans op succes hebben, tegenover een ge heel afgewerkte stelling. Aan de Ancre hebben de Duitschers alles, wat dekking kon geven, vernield en liéten den Engelschen, zooals dezen het noemden, ongerept terrein ter bezetting over. Eerst moet daar dus weer alles worden aangelegd, willen ze op dit 25 K.M. breede front weder kunnen aanvallen. Dit vooral, omdat men toch wel veronderstellen mag, dat de Duitschers, die zoo systematisch terugtrokken, zich nu wel weer zullen bevinden- in een bijna afge werkte veldstelling. Wordt een van beide partijen bij eeu aan val teruggedrongen, dan wordt do toss and eenigszins anders. Niet alles kan zoo grondig vernield worden, als nu is geschied, omdat de voeling daar met den vijand steeds be houden blijft; beiden zich moeten dekken en dus gelijktijdig ingraven en aan beide zijden zorg moet worden gedragen, dat alles wordt aangelegd., om bevelen over te brengen. Vooral in een modernen veldslag is het bevel-mechanisme zeer gecompliceerd. Niet» tegenstaande telefoon en telegraaf duurt de overbrenging van bevelen van den divisie staf naar de voorste linie, in de dagen kort voor Ben aanval, soms uren, o>f zelfs halve dagen, omdat door het overstelpend artille rievuur, de verbinding zoo menigmaal ver broken wordt. In dien tijd stokt alles, omdat de aanvoerder pas bevelen kan geven yoor een volgenden stap, als hij weet, dat de voor gaande gezet is. Een aanval moet tot in alle bijzonderhe den zijn vastgesteld en iedere afdeeling moet zijn taak hebben ingestudeerd door oefening achter het front op terrein, dat op gelijke wijze is aangelegd, als de voorste linie. Door verkenning uit de lucht, door fotografie en spionnendienst moet aan den bevelhebber de geheele vijandelijke stelling als het ware bekend zijn, .opdat alle weerstandspunten voor den aanval vernietigd kunnen worden. Behalve topografische kaarten, waarop de vijandelijke dekkingen, opstelling batterijen en mitrailleurs geteekend worden, heeft men in deze oorlog zelfs reliëfkaarten van het vijandelijk front. Iedere verandering, die door luchtverkenning gemeld wordt, moet direct worden aangebracht. Het persoonlijk voor beeld en de moed van den bevelhebber uit vroegere oorlogen is verdwenen. Gezeten voor die kaarten wordt de aanval geleid, maar daartoe is noodig de moed, om de ver antwoordelijkheid te dragen tegenover het land en tegenover hen die achterblijven. Het bevel tot den aanval beteekent rouw yoor mogelijk honderdduizenden, daarom juist deinst iedere bevelhebber terug voor die verantwoordelijkheid, wanneer hij niet zeker weet, dat alles gereed is en de vijan delijke stelling geheel bekend is. 'Hierin vindt men dan ook een van de factoren, waarom de voorbereiding van den aanval op het Westfront zoo lang duurt tengevolge waar van ze voor den tegenstander niet verbor gen kan blijven en een verrassend offensief uitgesloten is. geheele programma van den lot ln de kleinste bijzonderheden ge- reöeia is voorbereid en ingestudeerd kan aeze plaats hebben. Een Franschman, die in de jjltevue liebdomadaire" een beschrijving geeft van den aanval, gaat zelfs zoover, dat hij het moment, waarop het artillerievuur eindigt en de aanval aanvangt, door het uit de loopgraven komen der stormende troepen vergelijkt met de decoratie-wisseling in een vü68t6r. Op een punt van de voorbereiding tot het offensief willen we nog bijzonder de aan dacht vestigen en dat is de approviandee- ringsdienst. In geen oorlog moet deze zoo moeilijk zijn geweest als in dezen stelling- krijg. Rekende men in het begin van den oorlog op 120.000 K.G. per legerkorps en per dag, thans is dit zeker 200.000 K.G. 'ge worden. Rekende men vroeger op het be schikbaar hebben van tal van zaken, hout, hooi, enz. ter plaatse, op het totaal verwoes te Westfront is er niets meer, zoodat alles moet worden aangevoerd. Voor den aanval moet iedere eenheid voor 2 dagen levensmiddelen hebben, moet er voor 2 dagen in het regimentspark aanwezig zijn en ook voor 2 dagen in den fouragetrein. Voor de verzorging van het voor den aanval gereed staande millioenen-leger rijden dan ook duizenden wagons van de dichtstbijzijn de spoorwegstations, naar de plaatsen dicht achter het front aan en af. Bij een 5 KAL voorwaarts gaan moeten, op het. geheel omwoelde terrein, ook over dien afstand wegen worden aangelegd, bere kend op dien aaneeïlS®stoten trein van voer tuigen. Een leger arbeiders is daarvoor noo dig. Tusschen de voertuigen vindt men op bepaalde afstanden walsen, die de wegen weer verbeteren. zteOals de Franschen dan ook schreven, na het tot staan brengen van het offensief voor yeraun, is de organisatie van dezen dienst, m liet aanvalsyak, niet een van de geringste eischen. Voortdurend lezen we, dat in het komende voorjaar op het Westfront de beslissing zal worden afgedwongen. Op welke wijze dit offensief echter za' moeten geschieden, kun nen we ons hoe meer we ons indenken in den steeds moeilijker w?rcf®ndeu aanval, zooals we hier beschreven nebben, op dit verstijfde front niet indenkern Duitschland alles opgeeft en een 100 K.M. of meer plotseling teruggaat. Dat het tot dit waagstuk in staat is, gelooven we vooreerst ook niet, vooral niet als we denken aan de uitlatingen van Duitschers na net ^omme-offensief, dat zij zelfs voor geen K° van Fransch bloed uit Frankrijk zouden gaan. „Men brengt zijn leven niet aa,n het venster door, mijnheer pastoor." „Neen, neen, men brengt het door -in de kerk, bij de zieken, ziedaar waarom de pas torie niet veel zaaks behoeft te zijn, mijn dochter." „Spreekt Ursula, evenals u?" Hij glimlachte fijntjes: „Ursula! Gij' kent haar? Zij bromt zelfs als ze te bed ligt. Ge zult haar zeker gaan groeten als ge heen gaat. Kom mijn park eens zien. Ik heb het park gezien. Vier groentebed den, eenige vruchtboomen, wat palm- en roze- boompjes en wat kamille; dat altles groeit in het wild te midden van kweekgras. „Lat is geen park, ljet is een maagdelijk youd," heb ik uitgeroepen. „Ja ja, maar dat alles zal uitgetrokken, gewied worden, mijn voor ginger had weinig met tuinbouw qp, terwijl het voor mij «ten dei- meest geliefkoosde bezigheden iB. Binnen veertien dagen zult ge deze plek niet meer herkennen. Ach, als ik alles zoo gemakkelijk van ge daante kon doen veranderen 1" Hij hield met spreken op, doch hervatte weldra op gedempten toon: „Kunt ge g©- looven, mijn dochter, dat ik bijna gti wesnen, zoodra ik de kerk binnentreedWat een ellende! Wat een verlatenheid! En God is het, die aldus behandeld, veronachtzaamd wordt! De pastoor en de meesteres van het kasteel vereenigen zich, nietwaar, om aan dezen staat van zaken een einde te makenDoor zacht heid, door liefde, door het voorbeeld zullen wij deze arme onverschilligen op den goeden weg terugbrengen. Wat de versiering der kerk betreft. Hij ging niet voort, maar ik begreep zijn gedachte zoo goed, dat ik zonder .gezegeld papier en zonder notaris mij verpacht neb een Kruisweg te schilderen; daarna een H. Lau ren tius, patroon van het dorp; daarna de pen dant van den BL Laurentius, dat naar mijn goedvinden een H. Jozef of een H. Antonius van Padua zal zijn. Ik zal .twee kasuifeils moeten borduren en een altaardwaal; boven dien een altaartapijt en een harmonium ten geschenke geven. Pastoor Falhès begon zielfg te praten van een geschilderd raam in het priesterkoor, toen ik in luid lachen losbarstte. „Houd op, houd op, mijnheer pastoor, de belofte, die ik u zoooven gedaan heb, ver- tegenwoordigeh minmens drie jaren van ar beidt» n sparen. Ja Mevrouw de Barsannes heeft het be heer oer fortuin op zich genomen, omdat zij mij daartoe waarschijnlijk niot in Bt&afc achtte. Daar ik or zeer sterk aan twijfel, dat zij aan mijne godvruchtig® gaven wil deelnemen, zal het zekerder en ook fierder zijn, haar niets te vragen. Maak u niet ongerust; met allerlei vrouwelijke listen, zal ik het hoofdstuk „klee ding" vereenvoudigen. Zeer goedkoop elegant te zijn valt niet moeilijk, als men smaak met naai kunst weet te vereenigen. Dank zij Zus ter Maria Bernard ben ik goed onderlegd." Ongerust en opgewonden, luisterde pastoor Falhès bijna niet meer naar mij. „Onmogelijk is het, dat notaris Allot en mijn .oude vriend, ondanks hun verlangen naar dit huwelijk, niet alle zaken zoodanig hebben geregeld, dat dit kind het vrije be heer over haar fortuin behield," mompelde Een kabinets-crisis 'in Frankrijk aanstaande? De Fransche Kamer heeft deze week haar be raadslagingen hervat; zij loopen naar men weet over de regeeringspolitiek en zullen beslissen oVer het al of niet aanblijven van het kabinet- Briand. De .Matin" meldt dat de oppositie voorne mens is alle krachten in te spannen om het ka binet ten val te brengen. Zij zal beginnen met het betoog, dat do regeering bij de "stommir van Vrijdagavond IJ., toen 290 leden vóór de motie van vertrouwen hébben gestemd, feitelijk al in de minderheid is gebleven, omdat 20 leden, wier stem. vóór de regeering is uitgebracht, af wezig waren. Het aantal stemmen voor de re- goering bedroeg dus eigenlijk maar 276, terwijl de volstrekte meerderheid 281 is.' De veroveraar van Bagdad. Volgens Engelsche bladen is sir Stanley Monde, de veroveraar van Bagdad, reeds den len Maart j.l. tot luitenant-generaal bevorderd, als bolooning voor do wijze, waarop hij de ope ratie in Mesopotamia leidde. Sir Stanley Maude is eerst 62 jaar oud. Hij kwam in 8184 bij het leger en diende in Egyp te en Zuid-Afrika. Bp het uitbreken van den oorlog was hij kolonel. Hij werd aan 't hoofd van een brigade in Frankrijk geplaatst en werd in Juni 1915 tot generaal-majoor bevor derd. Het ^>evel in Mesopotamië nam hij op zich na den val van^Koet-eï-Amara,, dat hij on langs op zoo bekwame wijze veroverde. In het begin zijner loopbaan was hij achter eenvolgens militair secretaris van den gouver neur-generaal van Canada, particulier secreta ris van den minister van Oorlog en „assistant- director" van de territoriale macht. De levensmiddelennood in Duitschland. In aansluiting met de berichten over le- vensmiddelensohaarschte in verschillende oorlogvoerendp staten,, w.o. Engeland, Roe menië, Italië, maar vooral ook Rusland, vermelden wij hier een paar publicaties, waaruit blijkt hoezeer men in verschillende steden van Duitschland reeds gebukt gaat onder het hongerjuk. Zoo heeft de districtsbestuurder van Augs burg een circulaire gericht tot de burge meesters, onderwijzers en geestelijken van zijn distriet, waarin o.m. voorkomt: „Het eenige wat den moed onzer tegen standers in stand houdt, is de honger in onze groote steden. Ieder bericht over voe- ding&moeilijkheden in de steden versterkt den wil onzer vijanden vertraagt den vrede en vermeerdert het aantal menschenoffers. Daarom moet iedere boer alles afgeven wat hij maar eenigszins missen kan." De leider der boeren, dr, ïïeim, heeft,, vol gens de „Vorwürts", ieen artikel gepubli ceerd, waarin h(j o.m. zegt: „Het is heter het volk onomwonden de waarheid te zeggen, dan verder te werken met een systeem, dat onder zware schuld ineen zou moeten storten. Nog 120 dagen moeten wij volhouden vóór de nieuwe oogst komt. Wü moeten het volk zeggen, dat ook wanneer morgen een hongervrede werd ge sloten, wü toch, wegens gebrek aan scbeeps- ruimte, en door het algemeen mislukken van den vorigen oogst, nog in maanden geen pond broodkoren zonden ontvangen.*' Trauiijjkwagens in BrusseL Hot gebrek aan paarden maakt de taak der openbare besturen, die belast zijn niet den dienst der begrafenissen, hpe langer hoe las tiger. De begraafplaatsen zijn dikwijls buiten gewoon ver afgelegen en ieder transport eisoht bet gebruik van twee paarden gedurende een dikwijls zeer langen tijd. .Om op alle gebeurtelijkheden voorbereid- te zijn, zegt de „G. v. B.", heeft het bestuur der tramwegen eenige rijtuigen la,ten veranderen in lijkwagens. Van buiten, wel te verstaan, ver raadt niets al te zeer de nieuwe bestemming van het rijtuig, dat ingericht ia voor het geza menlijk transport van vier lijkkisten.. Draag baren op wielen, voorzien van het uiterlijk vertoon dor lijkwagens, zijn eveneens in ge reedheid gébracht, om tot transport te dienen van het sterfhuis af tot de kerk en van de trams af tot de begraafplaatsen. Het staal op de slagvelden van Verdun. Tijdens den strijd bü Verdun die meer dan een jaar duurde, zijn duizenden en nog eens duizenden tonnen staal verschoten, zoodat het slagveld letterlijk met staal is bezaaid. Het Zweedsche tijdschrift „Industrititning" publiceert een interessante berekening over de hoeveelheid van dat verschoten staal. Van tijd tot tijd hebben beide partijen te zamen een millioen schoten per dag verzon den. Neemt men nu aan, dat gemiddeld het het zevende deel van deze hoeveelheid, dus een millioen schoten per week, afgevuurd is, rekent men het gemiddeld gewicht aan metaal op 46 K.G. en rekent ten slotte de vechtstijd op 30 weken, dan komt men tot een ongelooflijk hoog cijfer: de grond is be zaaid met 1.850.000 ton staal. Om deze massa te kunnen vervoeren zouden noodig zijn 185.000 waggons. Men kan zich ongeveer voorstellen, hoe diclit de staalsplinters in den grond liggen, wanneer men het strijd gebied berekent op 200 vierkante K.M. Dan zijn op iedere HA., grond 160 ton staal ge strooid1, voor een waarde van ongeveer HET GELIJKEND PORTRET. Mijnheer Y. werd erg lastig gevallen door ba; zoekers. Van de meneohen, die hij niet meer wenschte te ontvangen, gaf bij zijn dienstboden portretten, in de keuken. Onlang» kwam een schrijver zdch aanmelden. De meiden raadpleeg den de portretten, maar konden geene zekerheid verkrijgen. Zij gingen daarom naar den bezoe ker en vroegen „lach eens" en toen dit geschied was, kreeg hij tot bescheid: „Mijnheer is niet thuis. IN DE JAARBEURS-DRUKTE. Jaaibeurebeooeker. die in een restaurant heel lang op bediening moot wachten. '„Nou is me dat een zaak. Die man daar aan die ronde tafel wordt op z'n eer»te wenken be diend, en ik zit hier al een uur te wach ton c.p een bordje soep. Waar is hier de chef?" Kelner laconiek„De man daar aan die iciide tafel, mynheer." EEN LOGISCHE KOP. hen boertje stapt in de electrieehc tram, gna\ naar binnen met sigaar in 't hoofd. Conducteur. „Binnen mag niet gerookt wor den, wil u daaraan denken?" Boertje gaat kalm zitten en dampt er op los, alsof hij niet gehoord heeft. Conducteur wijst verontwaardigd over zoo veel brutaliteit op bet bekende bordje „verbo den te rooken" en zegt: „Zeg, kun je niet lezen wat daar staat? Waar om doo je het dan?" Boertje, nu ook verontwaardigd: „Waaraohies kan ik wel lezen wat daar staai Maar (en hier wijst hij op andere opschriften en advertenties in de tram), doe jij dan alles wat daar staat??" „Woon jij te Nunepeet?" „Stook jij altijd bruinkoolbriketten B in een driehoek?" „Gebruik jij Molenaar'», kindermeel??" J 200. Die staalinassa's zijn waarschijnlijk meer waard dan de heele grond. De Roiue.nsche kwestie in het Pruisische Huis van Afgevaardigden. Bij de beraadslagingen over de begrooting van het ministerie van Buitenlandsciie Zaken in' het Pruisische Huis van Afgevaardigden, verklaarde de oentxumsafgevaardigde ivauf- mann, dat de Katholieken in fruisen met groote bezorgdheid den moeilijken toestand van den H. Vader in ltome zien. Deze bezorgd heid wordt om algemeene politieke motieven zonder twijfel ook door andersdenkenuen ge deeld. Intusaohen is, sinds de verklaringen van den voorzitter der Uentrumsiractie, dr. rorscb, in het vorig jaar, de toestand van den H. bloed nog verergerd. Ik wil, zeide Kaufruaim, de iiomeinsche kwes tie niet nader ter sprake brengen om de pers der vijandelijke landen geen aanienling te geven de positie van den H. Vader nog te bemoeilij ken. Ik wil er mü derhalve toé beperken te verklaren, dat de ivatholieken van Pruisen voor de vrijheid en onafhankelijkheid van den Paus steeds in de bros zullen springen, len slotte grijpen gaarne de gelegenheid aan, om, nadat dr. Spahn en prins Sckönarck- Carolath m den rijksdag op de welgeslaagde en zorgvolle activiteit des Pausen voor het lot der krijgsgevangenen gewezen hebben, den H. Vader voor deze activiteit van harte te bedan ken. (Bravo.) Da H. Vader. Wiens edelmoedige liefde allo volkeren omvat, heeft door Zijn activiteit allen volkeren de wet der christelijke liefde gepre dikt en tot de verbreiding dezer liefde medege werkt. Ook van deze plaats moet Hom daarvoor de dank ik durf het wol zoggen van het geheele huis uitgesproken worden. (Levendige toejuichingen.) De Pooischo afgevaardigde Styezynski aioo. zioh in naam van zijn politieke vrienden bij dezen dank aan. Een kranige operatie. Een chirurgisch wonder is, naar wij in de Engeiache pene lezen, het geval van den zoon van het Engelsoke parlementslid O'Grady, voor zitter van het algemeen verbond van vakver- eenigingen, die eenige maanden geleden ernstig gewond werd. Het bleek noodig een van zijn ar men af te zetten. De chirurg die de operatie uitvoerde, verwijderde eeriig (blijkbaar ver splinterd) been uit den ai'gezetten arm, zette den arm weer aan den romp en naaide de peezen en spieren aan elkaar. Thans is de arm zoo goed dat de jonge man hem kan gebruiken en in staat is, om een kop thee langzaam naar zijn mond toe te brengen. Alleen is de geope reerde arm ongeveer 7 Mi c.M. korter dan de andere. Ontploffingen in Canada en Amerika. Naar de „Kölnischo Zeitung" verneemt, heeft, vodgena particuliere berichten uit New-York, de ontploffing, die er den llen Januari te Kingaland in Canada in een fabriek van ontplofbare stoffen heeft plaats gehad, een schade van 80 millioen mark aangericht. AHe fabrieksgebouwen zijn in de aseli gelegd, alle arbeiderswoningen vernield. Hoeveel men- sollen er bij rijn omgekomen wordt geheim ge houden. Bjj een latere ontploffing te Haskell ia Niieuw-Jersey is het geheele gehucht verwoest. De groote fabrieksgebouwen werden met den grond gelijk gemaakt. Rudm 150 K.M. in den omtrek was de ontploffing waarneembaar. hij ln zich zelven. „U heeft mij verkeerd begrepen, mijnheer pastoor: peetoom heeft mij in zijd vreemd soortige taal van man der ■wiet zaar duidelijk gezegd, dat ik meesteres Was van mijn bruid schat en van mijn© inkomsten; maar sinds mijn huwelijk heeft mevrouw De Barsannes zoo dikwijls aan haar zoon het gebruik ver klaard, hetwelk zij van deze dacht te maken, dat ik er wel voor zal oppassen er pon stuiver aan te ontnemen." Er sprak zeker iets bijzonders uit deii toon, waarop ik sprak, want pastoor Ea'hès wierp eensklaps een doordringenden blik op mij en vroeg op levendigon toon: „Do markiezin is goed voor u, niet waar, Sabine?" „Goed! Ik kan u daarop nog niet «en af doend antwoord geven. Het gedruisoh der herstellingen en Eet afleggen van bezoeken heeft ons tot nu toe aan een meer intiem leven onttrokken." Hij zuchtte; daarna boog hij zijn sneeuw wit hoofd tot mij en sprak: „Nu dit gedruisoh voorbij is, moet ge het gebruik van uw tijd regelen, mijne dochter. Uw schertsende toon verbergt lijden; Sabine, gij denkt te veel, gij vergelijkt te veel het verleden toet het heden; gij Vergelijkt ook te veel het ideaal metjl je werkelijkheid. Herinner u, wat ik u gezegd heb: het begin is altijd moeilijk. Karakterstudie ian de dagelijksche omgang met onbekenden vragen doorzicht, buigzaam heid, voorzichtigheid, geduld, zelfverlooche ning' Moed; moed; hierbij, zal ik het laten; daar komt Ursula en ik ga lafhartig op de vluoht om niet de twintigste uitgave te hoo- ren verschijnen van haar Jeremiaden." Ik lachte nog over de vlucht van den goe den, ouden pastoor, toen Ursula bij mij kwam. „Hij poetste de plaat," schreeuwde rij mef ten hemel opgeheven handen.... Wat en man, kleintje, wat een man! [De moeten zeggen dat hij. op. dit oogenhlik pastoor zou kunnen zijn van een dor beste parochiën van us stad of een kanunnik, die vatn zijn pent» leefde en dat hij dit dorpje aanneemt «n er tot aan zijn dood in diepe armoede w blijven. Mijnheer heeft dit stukje uitgebaall mijn oordeel te vragen? ik beu zijn* benoeming te weten gekomen op bet oogeQ» blik der verandering van woonplaat». laevg Hemel, wat een ellendige boel!" (Wordt vcrvclffdjj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 5