NIEUWE «Am COURANT BE GOR8.G& WARE ADELDOM Zaterdag 14 April Derde blad Brieven uit Borneo. Kuching, Sarawak 22 Nov. '16. 'n Ander adres! Ja, ik ben op west naar mijn nieuwe standplaats Out-Orja in h-*t hart e ran Sarawak. Einde September kwam ik thuis van 'n-paar- dagen-reis toen me «en brief van den Pre- fectus Apostolicus wacht'e. Nieuws, gauw lezen en 't was 'n order o« mijn hielen te lichten, mijn matten op te rollen te Parar en mijn (enten op (e slaan te Out-Orja, onder de Milanoes. Ik geloof dat mijn baard, trilde en ik vergat voor 'n paar seconden aan mijn pijp te trekken. Mijn paar jaartjes te Parar onder de Doesoens trok nis 'n einematograaf-film 'n paar voet lang mijn geestesoog voorbij. Dat aanlceren van die moeilijke taal Doé- soensch, dan dat beetje Ohineesch en Ma- leuuii, mijn werken en reizen daar in h t Noorden,' 't ging alles voorbij: Ilc voelde dat ik bleek zag, want zien kon ik het zelf niet! Doch daar was het woord van mijn Overste. Gehoorzaamheid beval me mijn za ken te regelen, het meed nood!ge jn te pak ken, vaarwel te zeggen aan de andere Fa thers hier in N.-Borneo, mijn goede Doesoens, nog een paar goede woordjes too to spreken, een paar raadgevingen op 't hart te druk ken enz. Die druk op hun hartjes, goud-bruin, wak- te zoo sterk op de traanklieren, dat die zilte Mtarlen uit de oogen geperst werden 1 Och arme Doesoens; doch nog armer Pastoor I jr. Uur van heengaan sloeg; scholden doet lij den... doch waar ben ik? O j t te Kuching, wachtend op 'n boot! Den 31 sten October rare dag verliet ik Papar en ik ft rekt omstreeks Kerstmis thuis te zijn. Borneo is een reuzen cilandl Van Jo-selton ging ik.iu gezelschap van den Hal wegrenen Missionaris P. Groot op d ui Selaügor" naar Laluan, waar we 2 November aankwamen. Een avoi.i u nacht over de Ghineesche Zee in den Natten Moussoen we gunnen het onzen grootst m vijand niet huizenhoog© gol ven, 8 blanke passagiers, doch hoe vreemd, in den salon kwamen alleen de twee Missio- nariss n met Hollandsche magen; da anderen lagen in kooi: och, och dio zeeziekte 't Was ruw weer. Doch de boot was groot en ruim, en danste op de golven, op en neer, hoog en laag. 't Is. wel dig in stormweer op zee te zitten, doch in de Ohineesche ook? HoeveJe schepen en booten zijn er al vergaan in dat gele-gevaar zeetje. Klaas Vaak kwam en goed geslapen'; Nu en dan opschrikkend als de boot 'n beetje te ver overhelde of te hoog opwipte! !sMorgens half zes al op het dok, het was prachtig weer. 'n Praatje me! den Engelsehen kapitein op den „brug," die erg slaperig zag. Hij zei dat het in 't geheel geen inooie nacht was geweest, 'k Geloofd© het ook. Do «rotsen en eilandjes, juist toppend boven den waterspiegel zijn hier ontelbaar. Gevaarlijk is en blijft het. Dikwijls komt 'een stoomschip op 'n koraalrif, doch tot nu zonder ongelukken. Alleen wachten, wacht n op den vloei om los te komen. We kwamen ö&u 3 middags te I/ibucUi. JSTa allooi onzisu overtochtprijs betaald te hebben en niets an ders. Gaven alléén dat wat'we moesten. --De tiers. Geven alléén dat wat we moesten. De is vreemd, werkt altijd op de maag1 Even informeeren: de boot voor Sarawak was 'n paar dagen geleden al vertrokken' We gingen naai' de Missie hier, waar Fr. Willems (van Dommelen N. B.) Pastoortje spoelt. Labuan is 'n eiland onder Engelsch bestuur. In |846 in bezit genomen en sedert dien dag langzaam aan geciviliseerd. Nu na zooveel het 'n pracht, eiland met natuur, .-,i- Scho;iiogrootste cal diepste in do we reld kunnen komen vlak langszij. Kolenmijnen weiden geopend. Doch kapitaal ontbrak. Zij werden gesloten, weer geopend en Labuan was n kolenstation. Nu zijn de mijnen weer yèsloten. Dc gouvernementsgebouwen zijp meest van -i- i opgetrokken, ook verschil lende Europeanen-wohingen. Goed dnderhou- den wegen- kruisen het eiland. Rond tl oft:- oieeie gebouwen Engelsche tuinen, 't L ek me heel vreemd na 4 jaartjes wille nis. Doch natuurlijk het inheemsceh element is sterk. De rotste hutten, ju:st bamboe en blaren. E: ste llas paleizen van Badjourds Maleiers, Ka- óayans dan vele Indiërs en Singalezen en na tuurlijk de Jood van 't Oosten; de Chinees. Tot den 8sten November zijn we h er samen geweest. Toen moest Fr. Groot w,eer terug naar Jcsseiton' Twee dagen later kwam hot boot je voor Sarawak. Ik ging mee, Dat is van .tot 10 uur' varens. Dè boot is, 100 ton inhoud; dus zoo groot als 'n groot*- visscherssc huit thuis. We gol den lek ker naar Muara. Daar stond ik 10 November 's avonds te half zeven aan land. Dit is een plaats in Bru nei, dat nog geheel door een Sultan bestuurd wordt; doch de Engelsehen hebben er alleen maar 'n paar politieagenten en een Euro- Poaschc resident. In naam ja, in daad neen! Ee m'Itan zit in zijn paleis. 'n Kiek van 'at paleis gaat hierbij in voor do K. I. krijgt zoove»! per jaar; heeft zooveel vrou wen; heeft zooveel onderdanenheeft "n mo torbootje, heeft wan- ales- en- nog-w a Idoch heeft niets be zeggen' Daar stond ik in zön rijk' Hier te Muara zijn kolenmijnen. Een paar Europeanen, veel Ma'eier3 en een hand' vol natuur!ük staeh°raar9 'renI De kolenmijnen zijn privre Kezl van den Rajah ran SarawakMr. C. Brooke.. Deze plaats wordt tegenwoordig genoemd Biwke- town (stad van Brooke). Van h'e' g'ng een stoomboot naar Kuching. h e' erg ongeregeld en niemand weet wanneer. Tele~hoon, tele graaf is hier niet' Die boot was den avond niet daar, dus zou zij wel een andere avond daar zijn. Schrale troost. Ik nam mijn in trek in het hotel. Denkt, niet to veel, vren- delijke lezer. Een houten huisje met twre kamers, nog 'n kamer en *n waranda! Een rieten dak, dat regen meer doorlaat dan af laat stroom en. Een tafel met 4 stoelen, twee ledikanten, en twee stel waachtafelfcer.oodigd- heden. Niets ontbreekt dan de wafichtrfel zelf. Dat is het eenige, dus eerste k'as hotel h er. Daar er geen andore plaats is om te verblij ven neemt de hotelhouder - 'n Chinees wat hij krijgen.kan, doch geeft n'et veel. Men betaalt 3 dollar per dag! Vrijdagavond kwam ik daar en Dinsdag morgen kwam de boot voor Kuching. Och, acht Een biljet koopen, 10 dollar, mijn bagage aan boord laten brengen door „witkielen" natuurlijk Cliinrezen in fact: kielen dragen zij niet; 'n groote handdoek om het middel i§ hun heclo dracht I Elf uur 's mor gens. Prachtig weer. "We stoomen weg. De boot is 180 ton groot; juist honderdmaal kleiner dan 'n flink stoomschip van de Trans atlantische-lijn; of 'n oude Duitsche dread- nought van de NaGsautypol 't Is geen schrc of- boot doch een raderboot. Zooveel te beter. Raderbooten rollen niet zoo erg als se-hro f booten. Die majestueuze Limbang rivier op: een koloss: al waterv'ak, een mijl breed. 4 uur komen we aan, diep in het binnenland van van Noord-Sarawak. De Engelsche Resident met zijn assistente slaan op de werf Ie wach ten. De boot brengt mail, brieven en kranten van het moederland. Gauw' kennis gemaakt en de invitatie met hem mee te gaan en den nacht door te brengen in z'jn „bungalow." wordt met graagte aangenomen De boot laadt den ganschenmacht Sago and buffels cn bos h- producten: gummi, rotten enz. Te slapen op een vastliggend schip dat lading opsiorkt is niet mogelijk, daar de groote scheepskraan met hijseben en wenden een leven maakt gemengd met hol geschreeuw van Oos- terscho sjouwerlieden oorverdoo-vend. Een gezellige avond mét 4 Europeanen. 's Morgens weer aan dek en spoedig gaan we de geweldige rivier weer at. Varen, varen, varen naar Kuching over zee. 's Middags slak een flinke bries op. Golven rijzen en da en ons bootje. De eerste aanlegplaats zal Ku ching zijn, doch slopp.n zullen we te Bintulu and Muka. Donderdag te Bintulu zoo wat twee mijl van de kust liggen we geankerd. De braa ding levert een magnifiek gezicht op. Daar komt een stoombootje om de post to nemen en te zenden. Vlug zijn we weer op weg naar het dichtbije Muka. Te Muka is een §üss'e- statie, bediend door twee Holland rs, g b or ders Mulder van Oldenzaal. 's Nachts fee twee uur valt het anker, dat klemt. 's Morgens te acht uur nog géaCLsein van 'het bootje. We kunnen niet binnen', dcor do hevige branding deze 4, 5 maanden. Jaarlijks ver gaan hier vele schepen. Gemiddeld wordt hun aantal op 10 geschat. Blijde kennis voor den matroos. I)e Maleische kapitein vertelt ons dat hij verleden jaar er binaen gegaan is in het natte seizoen en toen heeft hij 8 weken binnen gelegen, geen gelegénhêid o n er uit te gaan, daar de scheépspa sage ov r den bank te nauw is, en één of twee me ers te veel aan een kant beteekent uiteéns'.aan van het schip. Ik houd mijn hart met beide handen vast! Negen uur ziet de zwarte kapitein beangst uit naar het Noorden. Ziet u die wolkjes daar, we krijgen ruw weer over een uurtje. Bevelen worden gé- geven, naar de machinekamer wordt go eind, het anker wordt gelicht on we gaan een, twee, drie van de kust den storm te go- moet. Och, och, donder en bliksem. Regen komt neer bij bakken en golven huizenhoog. Ons scheepshutje van 180 ion duikt en dobbert eu rolt verschrikkelijk. De dek-passag ers schreeuwen en rollen over het dek. Mm re genjassen aan zitten wij, 2 Europeanen, op de brug, ons stevig vasthoudend. Be stuurman staat aan het roer. kapitein kijkt naar het water, de lucht en liet kompas. De nacht van Vrijdag op. Zaterdag was als ik nog nooit meegemaakt had. Aan Neptu- nus,. den Zeegod, werd geofferd, doch niet door mij l Zaterdagmorgen heel vroeg, uit kooi, op hef dek. Zittend in een hoekstee. De stuur man staat vastgebonden achter het stuurrad. De kapitein met zeemansbeenen staat er naast, zich met »terkc hand vasthoudend aan een paal. De Zaterdagscho zee was hoog, hoog. Verschrikkelijke golven slaan en beu ken ons scheepje, pan neemt de kapitein zelf het roer om de golven een beetje té snijden, doch telkens en telkens ieiug. Na tuurkracht versus machinerie I Tegen den avond werd het kalmer! En we hadden een goeden nacht. Zondagmorgen was. Sarawak goed zichtbaar. Om zeven uur kwamen we aan de Sarawak-rivier die ongeveer 3C0 meter breed is. Begrensd door d« prachtig», tro pisch» „Mangrove" de ideale moerasboom; wortels van 3 voet lengte, alten boven den grond, of beken. Do takken 'swruiten uit en zoeken hét moeras; zoodoende wet men niets anders dan kal», bladferlóoae takken, wortels geliik. Hier in Borneo treft men bunders en bunders begroeid met Mangrov»"'t HieeGt zijn nut om de moerasdampen on te' nemen en onschadelijk te maken. De takken wontan gekant en een rooda stof onttrokken. Deze wordt gebruikt om katoen te verven, 't Is waschechtl. Het hout is brandhout eerste klas. Geeft een graojp Kitte en verbrandt langzaam. De (r ivier nauwt zich zelf hooger op, zoodat we bijna van de boot springen kunnen aan land. Kleine huisjes aan dan ri vierkant vermenigvuldigen zich. Kleine boot jes gaan op cn neer; over en over; jongens in kleine bootjes komen snel; den ernigstcn keer dat zij iets gauw doen om in hun notedopje te dobberen over dgolven de de boot maakt. Kleine durf-allsndiepe rivier met vele krokodillen! Half elf Kuching' Het fort staat, hoog op en bestrijkt do riv er ver af. Het paleis van den Engelsehen Rajah er vlak naast. Spo- dig liggen we aan. Druk- gedoe op de werf. Twee groote stoomschepen één van Singapore ea één van Sibu liggen daar al en broederlijk legt ook onze „Adeh" (Broertje) aan. Heel vlug zijn we aan wal. Vele Cliineezen staan klaar met rickhawds de kleine lichte .wagentjes die tot de Ja- pansche (Chineesdecurio's belmoren, Een wenk en vijf, zes geeltjes met scheevé oogen, bespringen het schip. Eén wordt ge kozen, een met een staart nog, ean stoere vent, breed, plomp gebauwd.' Mijn 'handkof fer op schouder staat ie weer op den wal, „hierheen mijnheer," naar de rick'haw. Daar ik nog nooit hier geweest was, and Kuehii g een plaats is van over de 30.000 jnwonors dacht ik 'n mensehen wagentje 't beste. „In stappen, naar dc Priesters!" Weet jè dat? „Ja zeker 1" .Goed, je hoeft je n'et te haasten. Hij rijdt me 5 minuten en'we slaan voor het huis der Prefectuur. Een groot sleenen ge bouw met zes roede pilaren en 5 bogen, 't Is moeilijk den stijl te geven: Gostersch, Borneooch, (Lastl Alles stil, zoo stil dat de schrik me om het lijf slaat. Wat tegenstelling met gisüenetrv, dat hondenweer op zeel Even mijn" mondje openen, „hallo niemand hier, loop ik de waranda rond." Een groot» hou ten trap, boven ook een groote 8 voet wa randa rondom. „Niemand." Daar het Zondag morgen is elf uur, d icht, ik misschel in da kerk. Een minuut verder staat de kerk; groot ruim, van steen, twee imposante torens. De ■voorgevel heeft veel wem en do h él bouw van de kerk in het Kiener ark, do midden toren uitgezonderd. Binntai gewit, groote wit ten steen pilaren, 't Is de eenigste in Bor neo. Even neerknielen én dan even rond kijken. Een,fijne kerk; ijzerhouten bruin al taar: St. Joseph, Patroon, Twee'geschilder, e ra men, met twee heiligen en vele tireleteint- jes nog nooit gezien in Borneo. Even tater stond ik op den stoep der ie enk ni'n pijp aan te luciferren en meteen hef Missiehuis te he rijken. Een groote school met 'n 10J jongens. Ik jioorde juist mijn goeden vriend Fr. Mor ris, „o Catechismus." Ik draaide terug naar den Praelecluur. Daar kwam een Father aan, een bekende. Fr. Smeele van Den Haag, dio juist 2 weken geledon aangekomen was eu nu op den Pre fect wacht, om te weten waarheen te gaan. Ik hoord© gauw met groote ooren nieuws van Holland: groeten van familie en thuis gaf hij mü de Hollandsche sigaren. Gauw ging er eon in den brand tusschen de droge lippen! Hij had precies 2 maanden en 1 dag gedaan van Amsterdam naar Kuching. Be ter dan zoo lang. 4 jaar geleden deed ik het (verder nog) in 36 dagen. O, die tegenwoor dige tijd!* Toen met Fr. Keyzer (van Denekamp) ken nis gemaakt, bij leeft hier nu ©én jaar; heeft 35 jaar onder de Da'jiks gezeten eu is hu op. Daar hij graag iu Borneo begraven zou wor den, blijft bij hier eu weigert naar Europa te gaan! De échte missionaris! Buitenmen- soheu kunnen 't niet begrijpen, is 't niet? doch de missionaris zeide o! 'tZelfed dat ik voel van de Doesoens wer te moeten. Doch niet zaniken. Overloopeu naar de missie en Fr. Haidegger en Morris gedag- gezegd. En dan praten! praten! Cath. Mission, Kuehing, Sera wak. November 27 19] 6. J. STAAL. Een ander kras staaltje van het lange reizen is deze brief zelf. Gedagteekend 27 November 1916, ontvingen wij hem eerst de zer dagen. Inderdaad een lange reis. Bed. AMERIKA EN 1)E ENTENTE. EEN REDE VAN LLOYD GEORGE. Naar wij gisteren hebben medegedeeld, heeft Lloyd George Donderdag voor de „American Limeheou Club" een rede gehou den. Do Amerikaausche gezant z,at voor cn zijn toast op den koning en den president, werd met luid gejuich en t zingen der volks liederen begroet. Ouder de gasten waren generaal Smuts, sir Hubert Borden, de Ita- liaanscbe gezant, de Russische, Franschc? en Cuhaansc-be zaakgelagtigden, ver»ehftid»no leden van 't. kabinet en verdere autoriteiten. In zijn welkomstgroet zeide de Amerikaan- sehe gezant: Wij hebben besloten u te belpen by de ouderneming om te zorgen dat de wereld een plaat» blüft waar men vrij kan leven. Ik beboef n de befeekenis van deze onderneming niet uiteen te zetten, ieder aanwezene kent ze. Voor ons Amerikanen is het nieuwe, dat z« nu ook onze taak is. De duidelijke, plechtige oproep van den pre sident en de stem van het Congres, die de stem des volks is, roepen ons tot die taak. Verder is nieuw voor ons, dat wij voor 't eerst zullen deelnemen aan een oorlog in de oude wereld. Vele gevolgen zullen daaruit voortvloeien. Wij komen naar Europa om de democratie, die in gevaar is, te bescher men; Hindenburg gaat nit van twee ver onderstellingen: 1. dat de duikbootoorlog de internationale tonneinaat in zoo grooten om vang zal vernietigen, dat Engeland buiten gevecht zal zijn gesteld, voor Amerika ge reed is. Naar zijn meening zal Amerika eerst over een jaar gereed zijn, maar als hij dat gelooft, kent hij Amerika niet; 2e. dat als Amerika over een jaar gereed is, het geen schepen zal hebben om zijn leger naar het slagveld over te brengen. Volgens Hindenburg legt Amerika dus geen gewicht in de schaal. Al zal dat een misrekening blijken, zoo zou het toch on verstandig zijn, aan te nemen, dat de Duit sche generale stat' geen redenen heeft voor zijn misrekening en daarom moeten alle ge allieerden en in de eerste plaats Engeland eu Amerika zorgen, dat de rekening van Hindenburg oven verkeerd uitkomt als die over zijn vermaarde linie, die wij al hebben gCbroken. Daarop verkreeg Lloyd George het woord, die, toen hij opstond, met groot gejuich werd begroet. Ik ben, zeide hij in de geluk kige positie de eerste Engelsche minister te zijn, die sprekend uit naam van het Engel sche volk, het Amerikaansche volk kan be groeten als wapenbroeders. Dat doet mij njet alleen genoegen omdat de toetreding van Amerika 'ons bondgenootschap sterkt, maar ook als demokraat verheugt het mij. De intrede van Amerika in dezen oorlog stempelt het conflict voorgoed als een strijd van de demokratie tegen de militaire auto- kratie. Dat was de groot© beteekenis van Wilson's boodschap. Do Ver. Staten hebben hun edele traditie, dat zij nooit ten strijde zijn getrokken dan voor de vrijheid, nooit verloochend. In Amerika wist men natuurlijk aanvan kelijk niet wat wij in Europa hebben ver duurd van do militaire kasté in Pruisen. Tot dusver hadden de Ver. Staten daar geen last van gekend. Pruisen is geen demokratie. De keizer belooft dat het na den oorlog 'n demo kratie zal zijn en ik geloof dat hij gelijk heeft. Maar Pruisen is niet alleen geen demokra tie, het Is niet eens een staat, Pruisen is een leger. Het heeft een groote. zeer ontwikkeld» nijverheid, liet heeft con groot opvoedings stelsel, liet" heeft zijn universiteiten, het ont wikkelt zijn wetenschap, maar dit alles is ondergeschikt aan het ééne o verkeersellende doel van ecu almachtig leger, dat de wereld vrees moest aanjagen. liét leger is de speer punt van Pruisen, de rest is maar het hand vat. Dat leger heeft in onze tijden drie ver overingsoorlogen gevoerd eu de onophoude lijke stap van zijn legioenen door de straten van Pruisen, op de paradevelden van Prui sen, steeg do Pruisen naar het hoofd. Van alle Pruisische instellingen is de „Hindenburg-linie''-het opmerkelijkst. Wat is.de Hindenburg-linie? De Ilindenburg- linie is een lijn, getrokken door bet gebied van een ander volk, met do waarschuwing, dat de bewoners die niet mogen overschrijden dan met gevaar voor hun leven en dat de linie in Europa voor 50 jaar in vijandelijke landen is getrpkken. De Amerikanen hebben ten slotte dezelfde ervaringen opgedaan als Europa. Duitseh- land beduidde hen, dat zij den Atlantisch en Oceaan slechts op eigen risico konden over steken. Amerikaansche schepen worden zon der waarschuwing in den grond gehoord, Ainerikaansphe burgers 1 - on om. Eerst kon Amerika liet dooven, het duldde het eenmaal en tweemaal, totdat het eindelijk besefte, wat Duischland's eigenlijk doel was. Toen kwam Amerika in actie eu hot handelde snel. Twee feiten bevestigen dat dit een strijd voor de vrijheid is. Ie. de deelneming van do Ver. Staten, 2e. de Russische revolutie. Toen Frankrijk in de ]8e eeuw soldaten naar Amerika zond om voor de vrijheid en do onafhankelijkheid van dat land te vech ten, was Frankrijk zelf een aütokratie, maar zoodra de Franschen in Amerika kwamen was hun deel de vrijheid; zij werden er door geïnspireerd, zij namen die inspiratie mee terug naar hun land en zoo werd Frankrijk vrij. Hetze!fde»is in Rusland gebeurd. Rus land werd iu dezen oorlog betrokken voor de vrijheid van Servië, Montenegro en Bul- garije(l) De Russen, die voor de vrijheid van Europa vechten, moesten ook hun eigen land vrij maken en zii bobben liet gedaan. Ik heb mijzelf afgevraagd, waarom Duitscli- land Amerika heeft uitgetart tot zijn oorlogs verklaring en nu heeft Hindenburg zelf op- de vraag antwoord gegeven in een opmev- 47 „Wat is ex gedurende deze wöini„e nren voorgevallen, Sabme, dat ik u aldujj /oQ .zenuwachtig terugvind 1 lk ben er zeker van (de vrouw is een zoo veranderlijk Wo_ zen), dat ge, na geweigerd te hebben ona ta vergezellen, u in de eenzaamheid hebt Verveeld."' „Niet verveeld, neen, maai"- ik heb mis* •tehion te veel gedacht: ik gevoel eeu© géést- ktaeht, cene toewijding, eene grena&looz© téé- «erheid voor u; ik gevoel ook, dat ik loei ijk, mksch, wild, een kleine piattelandache ben, j,vrees, dat(o! ik heb het u reeds fijki da* £ij in m'ju nadeel eene verge- '/If^ult maken tusschen mij en... en... tend "Vu P&rijsche dames, die gij hebt ge- Nahuuf1 kinderachtig," sprak hij schouderop- T0lll'slaaf' Seu van mij door dit men u hoort, zou men meenen, dat ik nog maar twaalf jaar b n; toch heb ik den r ijpen leeftijd, den oen-en-twin.ig ja rigen reeds bereikt en ben ik reeds sinds eenige maanden uwe vrouw: twee redenen om mij niet meer als een schoolmeisje te be handelen. Doch laat ons aannemen, dat mijn droefheid, mijne ongerustheden kinderachtig heden zTjn: er zijn ook kindertjes, die een ruim hart hebben. Men omhelst keu en spie kt zoete woordjes tot hen... Welnu, geef mij een flinken kus, een enkele en zeg a-ls gij het denkt: „Ik bemin u, Sabine!" Ik zal mij bevredigend verklaren en de sombere dank beelden zullen wegvluchten evenals die klöi- ne vljnder, die daar voor ons uitfladdert." te n oogenblik snel a's de bliksem, rustten do oogen van mijn echtgenoot op mijne door tranen gezwollen oogieden en mijns purper rood© wangen; daarna boog hij zijn hoogs gestalte, raakte mijn voorhoofd mat zijne lippen aan en fluisterde: ik bemin u, Sabine." In de onvermetel ij ke vreugde, de toen mij o hart overstroomde, wilde ik verlengen, wat ik mijne „overwinning" noemde en vroeg: „Is het wel waar?' Zonder te antwoorden, keek hij mij aan... Een vreemde blik, samengesteld uit fierheid, minachting, misschien zeTs droefheid en ver ward stamelde ik „O! Herbert, vergeef mij, dat ik aan u getwijfeld heb!...." Sinds dezen dag verzorg ik Colette eiken morgen en avond. Over-het algemeen buwuart zij een woest stilzwijgen; somtijds word zij' ongeduldig, verwijt mij. dat zij riu meer meet lijden dan vroeger of maakt van mijn gedwon gen tegenwoordigheid gébruik om mijn trouwe en goede Ursula belachelijk te maken! 'Gisteren werd ik onthaald op een nieuwe levensgeschiedenis van miss EideL Maar dc doorborende oogen van Colette rustten te vergeefs op mii. Ik voelde mijn gelaat evn kalm als mijn hart. Herbert heeft gezegd: „Ik bemin u, Sa bine 1" En de blik, dte deze woorden verge zelde, beteekende: „Een Bavsanres kan niet liegen." Dc geloof dan ook. Algeheele omwenteling.... Omwenteling, wel ke diegene overtreft, die veroorzaakt werd door de goheele baronnen familie. De werklieden, op B.ir annos aangekomen met hot aanbreken der mooie dagen, zijn letterlijk overstelpt met werk, onder do on middellijke bewaking $er markiezin, groote vuren, in iedere kamer ontsteken, moéten het drogen van kalk en verf verhaastten. Her- bert bevindt zich te Parijs, waar hij zich bezighoudt met de keuzio van het ameuble ment, waarvan vader, naar ik voorzie, oen zeer groot gedeelte zal moeten lel alen. Dé bedienden vegen, wrijven en stof.cn zonder ophouden; de' stralende Colette vergeet haar smarten, om spijskaarten samen te stellen, een prins waardig en de muizen, uit hare ver blijven verjaagd, klimmen in groote troepen naar de vliering, waar zijnaar het schijnt, zeer luidruchtig© samenkomsten houden. Graaf de Savigné, reeds sinds lang met do markiezin op gespannen voet staande, geeft eindelijk aan de dringende verzoeken van Herbert gehoor en kondigt zijn aanstaande komst ara. Hij komt alleen, tot groot genoe gen van mevrouw de Barsannes, die niet veel sympathie voor haar schoonzuster schijnt te hebben, maar daarentegen meer van graaf Fabien houdt dan ik dacht. Ondanks haar zelfbeheersching is haar gelaat van gedaan te veranderd; met de grootst mogelijke zorg waakt zij over het in orde brengen der ver trekken, die voor den te verwachten gast be stemd zijin; de kfiipsl van den brievenbesteller kelijk interview, dat in d» bladen is. vtr- selienen. De weg naaf d» overwinning, d» waarborg voor de overwinning, ia in de eerste plaats: schepen!, in de tweed» pTaats: schepen!, in de derde plaats: schepen! Amerika beseft dat ten volle, want thans reeds heeft het maatregelen getroffen om duizend schepen van 3000 ton elk, te houwen voor de vaart over den Atlautischen Oceaan. Tk denk dat do Duitsche militair© raadslieden nu al zul len gaan inzien, dat dit weer 'u misrekening aan hun zijde is, die hen tot rampspoed en ondergang zal brengen. Amerika heeft kanonnen en munitie voor ons gemaakt en de machines geleverd om heide te fahriceeren. Het heeft ons aan staal geholpen en die verwonderlijke lenig heid, dat gemak van zich aan te passen en dien rijkdom aau hulpbronnen verworven van het groote volk, hetwelk dat groote vasteland bewoont. Het was een kwade dag voor de militaire aütokratie Ln Pruisen, toen ze de groote re publiek in het westen uitdaagde. Wij zul len een doeltreffende en overwinnenden oor log voeren. Maar er is nog iets van meer belang: daar. uit zal een weldadige vrede voortkomen. Ik hecht hier meer waarde aan. Ik. die nu drie jaar lang heb gevoeld, wat onze moeilijk heden, onze angst en onze vrees is geweest, ben de laatste ter wereld om te zeggen, dat de hulp, (lie Amerika ons heeft betoond, niet op zichzelf iets is, om heel blij mee te zün. maar dat beduidt niet, dat ik me niet te meer verheug, wijl ik weet, dat Amerika nu het recht zal verkrijgen om aan de tafel plaats te nemen, wanneer over de vredes voorwaarden onderhandeld wordt. Die con ferentie zal het lot der naties richten zoo- medo den loop van het menschdom, God weet voor hoe tang. We voeren tegenwoordig den meest ver woestenden oorlog, dien de wereld ooit heeft aanschouwd. In de toekomst en misschien in een toekomst, die niet ver meer is, kan de oorlog voor goed uit de lijst der men- schelijko misdaden zijn geschrapt. Dit kan iets zijn als de plotselinge ingetreden na- winter als waarvan men nu getuige is al vorens de zomer ten volle aan de bovenhand komt. Daarna sprak Lloyd George over het fnui ken van Turkije'» sombere macht.die eeuwen aan één stuk het zonnigste land ter wereld heeft overschaduwd, en de bevrijding van Rusland, van de onderdrukking, die het als een lijkwa overdekte. Weldra, zoo besluit de minister-president ijzu rede, zullen de Franschen, Amerikanen, Britten, Italianen, Russen, Serviërs, Belgen, Montenegrijnen en Roemeniërs de hoofden heffen in het on/1 «n den stra ta- ■-»•. De rede werd lulde en langdurig toegejuicht. VERSPREIDE BERICHTE» Oostenrijk en de H. Stoel. Men kan gerust zeggen, zoo eohrijft de „MbT-correspondent te Weenen o.m. aan zijm blad, dat de sympathie, die men hier (ia Oostenrijk) voor den Vader koestert, met den dag toeneemt. Niettegenstaande er cou ranten waren, die opzettelijk vergaten te be richten, dat aan duizenden Duitsche en Oos- tenrijksohe invalide gevangenen den terug keer naar 't vaderland door de bemiddeling van den H.Vader werd mogelijk gemaakt, i» toch deze wetenschap op 't oogeublik doorge drongen in alle rangen en standen, wijl bijna iedere familie deel heeft aan de groote lief dedaad des Pausen. En dat velen dankbaar opzien naar den eerbiedwaardigen opperpries ter op St. Petrus' Stoel, door wiens bemidde ling zij thans weer in den kring hunner fa milie en bij hun huisgezin zijn, ligt voor do hand. Behalvo do zorg voor de invaliden, draagt Paus Ilenedictus ook een grenzenlooze liefüo tot allo verdrukte Katholieken van geheel de wereld in zün vaderhart. Dat de Paus geld- collectes over de geheele wereld liet houden voor Polen en Ukraine, heeft men hier ook niet vergeten. Ook al zyn het andere volksstauimcu dan de Duitsche, tot welke zich de liefde van don H. Vader uitstrekt, toch belmoren zü voor een deel tot.Oostenrük. En al heeft dan ook de oorlog in vele opzichten ontgoocheling eu teleurstelling gebracht, in dit opzicht heeft hij verrassingen gebracht, dat nL de eenheid tusschen de verschillende volkeren van bet grooto keizerrijk aan den Douau sterk is toegenomen. Zoo beschouwt men ook de Polen op het oogeublik als Oosteurükei's en verheugt, men zich met hen over de weldaad, die hun door des Pausen vaderlüke goedheid was bewezen. Meer indruk heeft het nog gemaakt, dat de Paus zü'n eigen beeltenis met onderschrift en handteckening aan het Oostenrüksehe Roodo Kruis ter beschikking stelde. De ansichtkaarten met 's Pausen portret hebben duizenden opgebracht,die weer aan duizenden gewonden en zieken .soldaten ten goede kwa men. - Ook de vele gaven in geld, die Benc- dietue XV door tussehenkomst van den nun tius te Weenen den Oostenrijkschen soldaten deed toevloeien, blüven in dankbare herin nering. maakt haar zenuwachtig. Bij Let ratelen van een rijtuig zie ik'haar verblonken en wan neer zij over mijnheer De Savigné spreekt, wordt haar bevelende toon zachter, even zeer als er sprake is van Hei'bert. Ik tracht mij het algemeen gevoelen eigen te maken,' vooral ten opzichte van het geluk mijner schoonmoeder en van mijn echtgenoot, maar in den grond der zaak voel ik mij z or ongerust,... Mijnheer de Savigné, juist op den morgen van Mijn huwelijk aangekomen, om als ge tuigen voor Herbert op te treden; heeft mij twee prachtige parures van diamanten en robijnen geschonken, terwijl hij eenige woor den van welkom tot mij richtte, doch onmih deltijk na de kerkelijke plechtigheid is nij weer vertrokken. Met liet oo£ ox> do talrijke indrukken van dien dag zijn mijne herinne ringen aangaande hem »cöi e wa) 1 cn dot nietszeggende brieven, dat hij mij g sckr eu heeft in antwoord op mijne wenschen b j gelegenheid van zijn verjaardag ei Nieuw jaar, geven mij geen enkele inlichting om trent zijn karakter. Met vrees vraag ik mij- zei ven dan ook af: (Wordt vervolardj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 9