NIEUWE «Am COURANT
BE GOR8.G&
WARE ADELDOM
Zaterdag 14 April
Derde blad
Brieven uit Borneo.
Kuching, Sarawak 22 Nov. '16.
'n Ander adres! Ja, ik ben op west naar
mijn nieuwe standplaats Out-Orja in h-*t hart e
ran Sarawak.
Einde September kwam ik thuis van 'n-paar-
dagen-reis toen me «en brief van den Pre-
fectus Apostolicus wacht'e.
Nieuws, gauw lezen en 't was 'n order
o« mijn hielen te lichten, mijn matten op
te rollen te Parar en mijn (enten op (e slaan
te Out-Orja, onder de Milanoes. Ik geloof
dat mijn baard, trilde en ik vergat voor 'n
paar seconden aan mijn pijp te trekken. Mijn
paar jaartjes te Parar onder de Doesoens trok
nis 'n einematograaf-film 'n paar voet lang
mijn geestesoog voorbij.
Dat aanlceren van die moeilijke taal Doé-
soensch, dan dat beetje Ohineesch en Ma-
leuuii, mijn werken en reizen daar in h t
Noorden,' 't ging alles voorbij: Ilc voelde
dat ik bleek zag, want zien kon ik het zelf
niet! Doch daar was het woord van mijn
Overste. Gehoorzaamheid beval me mijn za
ken te regelen, het meed nood!ge jn te pak
ken, vaarwel te zeggen aan de andere Fa
thers hier in N.-Borneo, mijn goede Doesoens,
nog een paar goede woordjes too to spreken,
een paar raadgevingen op 't hart te druk
ken enz.
Die druk op hun hartjes, goud-bruin, wak-
te zoo sterk op de traanklieren, dat die zilte
Mtarlen uit de oogen geperst werden 1 Och
arme Doesoens; doch nog armer Pastoor I jr.
Uur van heengaan sloeg; scholden doet lij
den... doch waar ben ik? O j t te Kuching,
wachtend op 'n boot!
Den 31 sten October rare dag verliet
ik Papar en ik ft rekt omstreeks Kerstmis
thuis te zijn. Borneo is een reuzen cilandl
Van Jo-selton ging ik.iu gezelschap van
den Hal wegrenen Missionaris P. Groot
op d ui Selaügor" naar Laluan, waar
we 2 November aankwamen. Een
avoi.i u nacht over de Ghineesche Zee in
den Natten Moussoen we gunnen het onzen
grootst m vijand niet huizenhoog© gol
ven, 8 blanke passagiers, doch hoe vreemd,
in den salon kwamen alleen de twee Missio-
nariss n met Hollandsche magen; da anderen
lagen in kooi: och, och dio zeeziekte
't Was ruw weer. Doch de boot was groot
en ruim, en danste op de golven, op en neer,
hoog en laag. 't Is. wel dig in stormweer
op zee te zitten, doch in de Ohineesche ook?
HoeveJe schepen en booten zijn er al vergaan
in dat gele-gevaar zeetje. Klaas Vaak kwam
en goed geslapen'; Nu en dan opschrikkend
als de boot 'n beetje te ver overhelde of te
hoog opwipte! !sMorgens half zes al op het
dok, het was prachtig weer. 'n Praatje me! den
Engelsehen kapitein op den „brug," die erg
slaperig zag. Hij zei dat het in 't geheel geen
inooie nacht was geweest, 'k Geloofd© het
ook. Do «rotsen en eilandjes, juist toppend
boven den waterspiegel zijn hier ontelbaar.
Gevaarlijk is en blijft het. Dikwijls komt
'een stoomschip op 'n koraalrif, doch tot nu
zonder ongelukken. Alleen wachten, wacht n
op den vloei om los te komen. We kwamen
ö&u 3 middags te I/ibucUi. JSTa allooi onzisu
overtochtprijs betaald te hebben en niets an
ders. Gaven alléén dat wat'we moesten. --De
tiers. Geven alléén dat wat we moesten. De
is vreemd, werkt altijd op de maag1
Even informeeren: de boot voor Sarawak
was 'n paar dagen geleden al vertrokken'
We gingen naai' de Missie hier, waar Fr.
Willems (van Dommelen N. B.) Pastoortje
spoelt. Labuan is 'n eiland onder Engelsch
bestuur. In |846 in bezit genomen en sedert
dien dag langzaam aan geciviliseerd. Nu na
zooveel het 'n pracht, eiland met
natuur, .-,i-
Scho;iiogrootste cal diepste in do we
reld kunnen komen vlak langszij. Kolenmijnen
weiden geopend. Doch kapitaal ontbrak. Zij
werden gesloten, weer geopend en Labuan
was n kolenstation. Nu zijn de mijnen weer
yèsloten. Dc gouvernementsgebouwen zijp
meest van -i- i opgetrokken, ook verschil
lende Europeanen-wohingen. Goed dnderhou-
den wegen- kruisen het eiland. Rond tl oft:-
oieeie gebouwen Engelsche tuinen, 't L ek
me heel vreemd na 4 jaartjes wille nis. Doch
natuurlijk het inheemsceh element is sterk. De
rotste hutten, ju:st bamboe en blaren. E: ste
llas paleizen van Badjourds Maleiers, Ka-
óayans dan vele Indiërs en Singalezen en na
tuurlijk de Jood van 't Oosten; de Chinees.
Tot den 8sten November zijn we h er samen
geweest. Toen moest Fr. Groot w,eer terug
naar Jcsseiton' Twee dagen later kwam hot
boot je voor Sarawak. Ik ging mee,
Dat is van .tot 10 uur' varens. Dè boot
is, 100 ton inhoud; dus zoo groot als 'n
groot*- visscherssc huit thuis. We gol den lek
ker naar Muara.
Daar stond ik 10 November 's avonds te
half zeven aan land. Dit is een plaats in Bru
nei, dat nog geheel door een Sultan bestuurd
wordt; doch de Engelsehen hebben er alleen
maar 'n paar politieagenten en een Euro-
Poaschc resident. In naam ja, in daad neen! Ee
m'Itan zit in zijn paleis. 'n Kiek van
'at paleis gaat hierbij in voor do K. I.
krijgt zoove»! per jaar; heeft zooveel vrou
wen; heeft zooveel onderdanenheeft "n mo
torbootje, heeft wan- ales- en- nog-w a Idoch
heeft niets be zeggen' Daar stond ik in zön
rijk' Hier te Muara zijn kolenmijnen. Een
paar Europeanen, veel Ma'eier3 en een hand'
vol natuur!ük staeh°raar9 'renI
De kolenmijnen zijn privre Kezl van den
Rajah ran SarawakMr. C. Brooke.. Deze
plaats wordt tegenwoordig genoemd Biwke-
town (stad van Brooke). Van h'e' g'ng een
stoomboot naar Kuching. h e' erg ongeregeld
en niemand weet wanneer. Tele~hoon, tele
graaf is hier niet' Die boot was den avond
niet daar, dus zou zij wel een andere avond
daar zijn. Schrale troost. Ik nam mijn in
trek in het hotel. Denkt, niet to veel, vren-
delijke lezer. Een houten huisje met twre
kamers, nog 'n kamer en *n waranda! Een
rieten dak, dat regen meer doorlaat dan af
laat stroom en. Een tafel met 4 stoelen, twee
ledikanten, en twee stel waachtafelfcer.oodigd-
heden. Niets ontbreekt dan de wafichtrfel zelf.
Dat is het eenige, dus eerste k'as hotel h er.
Daar er geen andore plaats is om te verblij
ven neemt de hotelhouder - 'n Chinees
wat hij krijgen.kan, doch geeft n'et veel.
Men betaalt 3 dollar per dag!
Vrijdagavond kwam ik daar en Dinsdag
morgen kwam de boot voor Kuching. Och,
acht Een biljet koopen, 10 dollar, mijn bagage
aan boord laten brengen door „witkielen"
natuurlijk Cliinrezen in fact: kielen
dragen zij niet; 'n groote handdoek om het
middel i§ hun heclo dracht I Elf uur 's mor
gens. Prachtig weer. "We stoomen weg. De
boot is 180 ton groot; juist honderdmaal
kleiner dan 'n flink stoomschip van de Trans
atlantische-lijn; of 'n oude Duitsche dread-
nought van de NaGsautypol 't Is geen schrc of-
boot doch een raderboot. Zooveel te beter.
Raderbooten rollen niet zoo erg als se-hro f
booten. Die majestueuze Limbang rivier op:
een koloss: al waterv'ak, een mijl breed. 4 uur
komen we aan, diep in het binnenland van
van Noord-Sarawak. De Engelsche Resident
met zijn assistente slaan op de werf Ie wach
ten. De boot brengt mail, brieven en kranten
van het moederland. Gauw' kennis gemaakt
en de invitatie met hem mee te gaan en
den nacht door te brengen in z'jn „bungalow."
wordt met graagte aangenomen De boot laadt
den ganschenmacht Sago and buffels cn bos h-
producten: gummi, rotten enz. Te slapen op
een vastliggend schip dat lading opsiorkt is
niet mogelijk, daar de groote scheepskraan
met hijseben en wenden een leven maakt
gemengd met hol geschreeuw van Oos-
terscho sjouwerlieden oorverdoo-vend. Een
gezellige avond mét 4 Europeanen.
's Morgens weer aan dek en spoedig gaan
we de geweldige rivier weer at. Varen, varen,
varen naar Kuching over zee. 's Middags slak
een flinke bries op. Golven rijzen en da en
ons bootje. De eerste aanlegplaats zal Ku
ching zijn, doch slopp.n zullen we te Bintulu
and Muka. Donderdag te Bintulu zoo wat twee
mijl van de kust liggen we geankerd. De braa
ding levert een magnifiek gezicht op. Daar
komt een stoombootje om de post to nemen
en te zenden. Vlug zijn we weer op weg naar
het dichtbije Muka. Te Muka is een §üss'e-
statie, bediend door twee Holland rs, g b or
ders Mulder van Oldenzaal. 's Nachts fee twee
uur valt het anker, dat klemt.
's Morgens te acht uur nog géaCLsein van
'het bootje.
We kunnen niet binnen', dcor do hevige
branding deze 4, 5 maanden. Jaarlijks ver
gaan hier vele schepen. Gemiddeld wordt
hun aantal op 10 geschat. Blijde kennis voor
den matroos. I)e Maleische kapitein vertelt
ons dat hij verleden jaar er binaen gegaan
is in het natte seizoen en toen heeft hij 8
weken binnen gelegen, geen gelegénhêid o n
er uit te gaan, daar de scheépspa sage ov r
den bank te nauw is, en één of twee me ers
te veel aan een kant beteekent uiteéns'.aan
van het schip.
Ik houd mijn hart met beide handen vast!
Negen uur ziet de zwarte kapitein beangst
uit naar het Noorden.
Ziet u die wolkjes daar, we krijgen ruw
weer over een uurtje. Bevelen worden gé-
geven, naar de machinekamer wordt go eind,
het anker wordt gelicht on we gaan een,
twee, drie van de kust den storm te go-
moet.
Och, och, donder en bliksem. Regen komt
neer bij bakken en golven huizenhoog. Ons
scheepshutje van 180 ion duikt en dobbert
eu rolt verschrikkelijk. De dek-passag ers
schreeuwen en rollen over het dek. Mm re
genjassen aan zitten wij, 2 Europeanen, op
de brug, ons stevig vasthoudend. Be stuurman
staat aan het roer. kapitein kijkt naar
het water, de lucht en liet kompas.
De nacht van Vrijdag op. Zaterdag was als
ik nog nooit meegemaakt had. Aan Neptu-
nus,. den Zeegod, werd geofferd, doch niet
door mij l Zaterdagmorgen heel vroeg, uit kooi,
op hef dek. Zittend in een hoekstee. De stuur
man staat vastgebonden achter het stuurrad.
De kapitein met zeemansbeenen staat er
naast, zich met »terkc hand vasthoudend aan
een paal. De Zaterdagscho zee was hoog,
hoog. Verschrikkelijke golven slaan en beu
ken ons scheepje, pan neemt de kapitein
zelf het roer om de golven een beetje té
snijden, doch telkens en telkens ieiug. Na
tuurkracht versus machinerie I Tegen den
avond werd het kalmer! En we hadden een
goeden nacht. Zondagmorgen was. Sarawak
goed zichtbaar. Om zeven uur kwamen we aan
de Sarawak-rivier die ongeveer 3C0 meter
breed is. Begrensd door d« prachtig», tro
pisch» „Mangrove" de ideale moerasboom;
wortels van 3 voet lengte, alten boven den
grond, of beken. Do takken 'swruiten uit en
zoeken hét moeras; zoodoende wet men niets
anders dan kal», bladferlóoae takken, wortels
geliik. Hier in Borneo treft men bunders
en bunders begroeid met Mangrov»"'t HieeGt
zijn nut om de moerasdampen on te' nemen
en onschadelijk te maken. De takken wontan
gekant en een rooda stof onttrokken. Deze
wordt gebruikt om katoen te verven, 't
Is waschechtl. Het hout is brandhout eerste
klas. Geeft een graojp Kitte en verbrandt
langzaam. De (r ivier nauwt zich zelf hooger
op, zoodat we bijna van de boot springen
kunnen aan land. Kleine huisjes aan dan ri
vierkant vermenigvuldigen zich. Kleine boot
jes gaan op cn neer; over en over; jongens
in kleine bootjes komen snel; den ernigstcn
keer dat zij iets gauw doen om in hun
notedopje te dobberen over dgolven de de
boot maakt. Kleine durf-allsndiepe rivier
met vele krokodillen! Half elf Kuching' Het
fort staat, hoog op en bestrijkt do riv er ver
af. Het paleis van den Engelsehen Rajah er
vlak naast. Spo- dig liggen we aan. Druk-
gedoe op de werf. Twee groote stoomschepen
één van Singapore ea één van Sibu liggen
daar al en broederlijk legt ook onze „Adeh"
(Broertje) aan. Heel vlug zijn we aan wal.
Vele Cliineezen staan klaar met rickhawds
de kleine lichte .wagentjes die tot de Ja-
pansche (Chineesdecurio's belmoren,
Een wenk en vijf, zes geeltjes met scheevé
oogen, bespringen het schip. Eén wordt ge
kozen, een met een staart nog, ean stoere
vent, breed, plomp gebauwd.' Mijn 'handkof
fer op schouder staat ie weer op den wal,
„hierheen mijnheer," naar de rick'haw. Daar
ik nog nooit hier geweest was, and Kuehii g
een plaats is van over de 30.000 jnwonors
dacht ik 'n mensehen wagentje 't beste. „In
stappen, naar dc Priesters!" Weet jè dat?
„Ja zeker 1" .Goed, je hoeft je n'et te haasten.
Hij rijdt me 5 minuten en'we slaan voor het
huis der Prefectuur. Een groot sleenen ge
bouw met zes roede pilaren en 5 bogen,
't Is moeilijk den stijl te geven: Gostersch,
Borneooch, (Lastl Alles stil, zoo stil dat de
schrik me om het lijf slaat. Wat tegenstelling
met gisüenetrv, dat hondenweer op zeel Even
mijn" mondje openen, „hallo niemand hier,
loop ik de waranda rond." Een groot» hou
ten trap, boven ook een groote 8 voet wa
randa rondom. „Niemand." Daar het Zondag
morgen is elf uur, d icht, ik misschel in da
kerk. Een minuut verder staat de kerk; groot
ruim, van steen, twee imposante torens. De
■voorgevel heeft veel wem en do h él bouw
van de kerk in het Kiener ark, do midden
toren uitgezonderd. Binntai gewit, groote wit
ten steen pilaren, 't Is de eenigste in Bor
neo. Even neerknielen én dan even rond
kijken. Een,fijne kerk; ijzerhouten bruin al
taar: St. Joseph, Patroon, Twee'geschilder, e
ra men, met twee heiligen en vele tireleteint-
jes nog nooit gezien in Borneo. Even tater
stond ik op den stoep der ie enk ni'n pijp aan te
luciferren en meteen hef Missiehuis te he
rijken. Een groote school met 'n 10J jongens.
Ik jioorde juist mijn goeden vriend Fr. Mor
ris, „o Catechismus." Ik draaide terug naar
den Praelecluur.
Daar kwam een Father aan, een bekende.
Fr. Smeele van Den Haag, dio juist 2 weken
geledon aangekomen was eu nu op den Pre
fect wacht, om te weten waarheen te gaan.
Ik hoord© gauw met groote ooren nieuws
van Holland: groeten van familie en thuis
gaf hij mü de Hollandsche sigaren. Gauw
ging er eon in den brand tusschen de droge
lippen! Hij had precies 2 maanden en 1 dag
gedaan van Amsterdam naar Kuching. Be
ter dan zoo lang. 4 jaar geleden deed ik het
(verder nog) in 36 dagen. O, die tegenwoor
dige tijd!*
Toen met Fr. Keyzer (van Denekamp) ken
nis gemaakt, bij leeft hier nu ©én jaar; heeft
35 jaar onder de Da'jiks gezeten eu is hu op.
Daar hij graag iu Borneo begraven zou wor
den, blijft bij hier eu weigert naar Europa
te gaan! De échte missionaris! Buitenmen-
soheu kunnen 't niet begrijpen, is 't niet?
doch de missionaris zeide o! 'tZelfed dat ik
voel van de Doesoens wer te moeten.
Doch niet zaniken. Overloopeu naar de
missie en Fr. Haidegger en Morris gedag-
gezegd. En dan praten! praten!
Cath. Mission, Kuehing, Sera wak.
November 27 19] 6.
J. STAAL.
Een ander kras staaltje van het lange
reizen is deze brief zelf. Gedagteekend 27
November 1916, ontvingen wij hem eerst de
zer dagen. Inderdaad een lange reis. Bed.
AMERIKA EN 1)E ENTENTE.
EEN REDE VAN LLOYD
GEORGE.
Naar wij gisteren hebben medegedeeld,
heeft Lloyd George Donderdag voor de
„American Limeheou Club" een rede gehou
den. Do Amerikaausche gezant z,at voor cn
zijn toast op den koning en den president,
werd met luid gejuich en t zingen der volks
liederen begroet. Ouder de gasten waren
generaal Smuts, sir Hubert Borden, de Ita-
liaanscbe gezant, de Russische, Franschc? en
Cuhaansc-be zaakgelagtigden, ver»ehftid»no
leden van 't. kabinet en verdere autoriteiten.
In zijn welkomstgroet zeide de Amerikaan-
sehe gezant: Wij hebben besloten u te belpen
by de ouderneming om te zorgen dat de
wereld een plaat» blüft waar men vrij kan
leven. Ik beboef n de befeekenis van deze
onderneming niet uiteen te zetten, ieder
aanwezene kent ze. Voor ons Amerikanen
is het nieuwe, dat z« nu ook onze taak is.
De duidelijke, plechtige oproep van den pre
sident en de stem van het Congres, die de
stem des volks is, roepen ons tot die taak.
Verder is nieuw voor ons, dat wij voor 't
eerst zullen deelnemen aan een oorlog in de
oude wereld. Vele gevolgen zullen daaruit
voortvloeien. Wij komen naar Europa om
de democratie, die in gevaar is, te bescher
men; Hindenburg gaat nit van twee ver
onderstellingen: 1. dat de duikbootoorlog de
internationale tonneinaat in zoo grooten om
vang zal vernietigen, dat Engeland buiten
gevecht zal zijn gesteld, voor Amerika ge
reed is. Naar zijn meening zal Amerika
eerst over een jaar gereed zijn, maar als hij
dat gelooft, kent hij Amerika niet; 2e. dat
als Amerika over een jaar gereed is, het
geen schepen zal hebben om zijn leger naar
het slagveld over te brengen.
Volgens Hindenburg legt Amerika dus
geen gewicht in de schaal. Al zal dat een
misrekening blijken, zoo zou het toch on
verstandig zijn, aan te nemen, dat de Duit
sche generale stat' geen redenen heeft voor
zijn misrekening en daarom moeten alle ge
allieerden en in de eerste plaats Engeland
eu Amerika zorgen, dat de rekening van
Hindenburg oven verkeerd uitkomt als die
over zijn vermaarde linie, die wij al hebben
gCbroken.
Daarop verkreeg Lloyd George het woord,
die, toen hij opstond, met groot gejuich werd
begroet. Ik ben, zeide hij in de geluk
kige positie de eerste Engelsche minister te
zijn, die sprekend uit naam van het Engel
sche volk, het Amerikaansche volk kan be
groeten als wapenbroeders. Dat doet mij
njet alleen genoegen omdat de toetreding
van Amerika 'ons bondgenootschap sterkt,
maar ook als demokraat verheugt het mij.
De intrede van Amerika in dezen oorlog
stempelt het conflict voorgoed als een strijd
van de demokratie tegen de militaire auto-
kratie. Dat was de groot© beteekenis van
Wilson's boodschap. Do Ver. Staten hebben
hun edele traditie, dat zij nooit ten strijde
zijn getrokken dan voor de vrijheid, nooit
verloochend.
In Amerika wist men natuurlijk aanvan
kelijk niet wat wij in Europa hebben ver
duurd van do militaire kasté in Pruisen. Tot
dusver hadden de Ver. Staten daar geen last
van gekend. Pruisen is geen demokratie. De
keizer belooft dat het na den oorlog 'n demo
kratie zal zijn en ik geloof dat hij gelijk
heeft.
Maar Pruisen is niet alleen geen demokra
tie, het Is niet eens een staat, Pruisen is een
leger. Het heeft een groote. zeer ontwikkeld»
nijverheid, liet heeft con groot opvoedings
stelsel, liet" heeft zijn universiteiten, het ont
wikkelt zijn wetenschap, maar dit alles is
ondergeschikt aan het ééne o verkeersellende
doel van ecu almachtig leger, dat de wereld
vrees moest aanjagen. liét leger is de speer
punt van Pruisen, de rest is maar het hand
vat. Dat leger heeft in onze tijden drie ver
overingsoorlogen gevoerd eu de onophoude
lijke stap van zijn legioenen door de straten
van Pruisen, op de paradevelden van Prui
sen, steeg do Pruisen naar het hoofd.
Van alle Pruisische instellingen is de
„Hindenburg-linie''-het opmerkelijkst. Wat
is.de Hindenburg-linie? De Ilindenburg-
linie is een lijn, getrokken door bet gebied
van een ander volk, met do waarschuwing,
dat de bewoners die niet mogen overschrijden
dan met gevaar voor hun leven en dat de
linie in Europa voor 50 jaar in vijandelijke
landen is getrpkken.
De Amerikanen hebben ten slotte dezelfde
ervaringen opgedaan als Europa. Duitseh-
land beduidde hen, dat zij den Atlantisch en
Oceaan slechts op eigen risico konden over
steken. Amerikaansche schepen worden zon
der waarschuwing in den grond gehoord,
Ainerikaansphe burgers 1 - on om. Eerst
kon Amerika liet dooven, het
duldde het eenmaal en tweemaal, totdat het
eindelijk besefte, wat Duischland's eigenlijk
doel was. Toen kwam Amerika in actie eu
hot handelde snel.
Twee feiten bevestigen dat dit een strijd
voor de vrijheid is. Ie. de deelneming van
do Ver. Staten, 2e. de Russische revolutie.
Toen Frankrijk in de ]8e eeuw soldaten
naar Amerika zond om voor de vrijheid en
do onafhankelijkheid van dat land te vech
ten, was Frankrijk zelf een aütokratie, maar
zoodra de Franschen in Amerika kwamen
was hun deel de vrijheid; zij werden er door
geïnspireerd, zij namen die inspiratie mee
terug naar hun land en zoo werd Frankrijk
vrij. Hetze!fde»is in Rusland gebeurd. Rus
land werd iu dezen oorlog betrokken voor
de vrijheid van Servië, Montenegro en Bul-
garije(l) De Russen, die voor de vrijheid
van Europa vechten, moesten ook hun eigen
land vrij maken en zii bobben liet gedaan.
Ik heb mijzelf afgevraagd, waarom Duitscli-
land Amerika heeft uitgetart tot zijn oorlogs
verklaring en nu heeft Hindenburg zelf op-
de vraag antwoord gegeven in een opmev-
47
„Wat is ex gedurende deze wöini„e nren
voorgevallen, Sabme, dat ik u aldujj /oQ
.zenuwachtig terugvind 1 lk ben er zeker
van (de vrouw is een zoo veranderlijk Wo_
zen), dat ge, na geweigerd te hebben ona
ta vergezellen, u in de eenzaamheid hebt
Verveeld."'
„Niet verveeld, neen, maai"- ik heb mis*
•tehion te veel gedacht: ik gevoel eeu© géést-
ktaeht, cene toewijding, eene grena&looz© téé-
«erheid voor u; ik gevoel ook, dat ik loei ijk,
mksch, wild, een kleine piattelandache ben,
j,vrees, dat(o! ik heb het u reeds
fijki da* £ij in m'ju nadeel eene verge-
'/If^ult maken tusschen mij en... en...
tend "Vu P&rijsche dames, die gij hebt ge-
Nahuuf1 kinderachtig," sprak hij schouderop-
T0lll'slaaf' Seu van mij door dit
men u hoort, zou men meenen,
dat ik nog maar twaalf jaar b n; toch heb
ik den r ijpen leeftijd, den oen-en-twin.ig ja
rigen reeds bereikt en ben ik reeds sinds
eenige maanden uwe vrouw: twee redenen
om mij niet meer als een schoolmeisje te be
handelen. Doch laat ons aannemen, dat mijn
droefheid, mijne ongerustheden kinderachtig
heden zTjn: er zijn ook kindertjes, die een
ruim hart hebben. Men omhelst keu en spie kt
zoete woordjes tot hen... Welnu, geef mij
een flinken kus, een enkele en zeg a-ls gij
het denkt: „Ik bemin u, Sabine!" Ik zal mij
bevredigend verklaren en de sombere dank
beelden zullen wegvluchten evenals die klöi-
ne vljnder, die daar voor ons uitfladdert."
te n oogenblik snel a's de bliksem, rustten
do oogen van mijn echtgenoot op mijne door
tranen gezwollen oogieden en mijns purper
rood© wangen; daarna boog hij zijn hoogs
gestalte, raakte mijn voorhoofd mat zijne
lippen aan en fluisterde: ik bemin u, Sabine."
In de onvermetel ij ke vreugde, de toen mij o
hart overstroomde, wilde ik verlengen, wat
ik mijne „overwinning" noemde en vroeg:
„Is het wel waar?'
Zonder te antwoorden, keek hij mij aan...
Een vreemde blik, samengesteld uit fierheid,
minachting, misschien zeTs droefheid en ver
ward stamelde ik
„O! Herbert, vergeef mij, dat ik aan u
getwijfeld heb!...."
Sinds dezen dag verzorg ik Colette eiken
morgen en avond. Over-het algemeen buwuart
zij een woest stilzwijgen; somtijds word zij'
ongeduldig, verwijt mij. dat zij riu meer meet
lijden dan vroeger of maakt van mijn gedwon
gen tegenwoordigheid gébruik om mijn trouwe
en goede Ursula belachelijk te maken!
'Gisteren werd ik onthaald op een nieuwe
levensgeschiedenis van miss EideL Maar dc
doorborende oogen van Colette rustten te
vergeefs op mii. Ik voelde mijn gelaat evn
kalm als mijn hart.
Herbert heeft gezegd: „Ik bemin u, Sa
bine 1" En de blik, dte deze woorden verge
zelde, beteekende: „Een Bavsanres kan niet
liegen." Dc geloof dan ook.
Algeheele omwenteling.... Omwenteling, wel
ke diegene overtreft, die veroorzaakt werd
door de goheele baronnen familie.
De werklieden, op B.ir annos aangekomen
met hot aanbreken der mooie dagen, zijn
letterlijk overstelpt met werk, onder do on
middellijke bewaking $er markiezin, groote
vuren, in iedere kamer ontsteken, moéten het
drogen van kalk en verf verhaastten. Her-
bert bevindt zich te Parijs, waar hij zich
bezighoudt met de keuzio van het ameuble
ment, waarvan vader, naar ik voorzie, oen
zeer groot gedeelte zal moeten lel alen. Dé
bedienden vegen, wrijven en stof.cn zonder
ophouden; de' stralende Colette vergeet haar
smarten, om spijskaarten samen te stellen, een
prins waardig en de muizen, uit hare ver
blijven verjaagd, klimmen in groote troepen
naar de vliering, waar zijnaar het schijnt,
zeer luidruchtig© samenkomsten houden.
Graaf de Savigné, reeds sinds lang met do
markiezin op gespannen voet staande, geeft
eindelijk aan de dringende verzoeken van
Herbert gehoor en kondigt zijn aanstaande
komst ara. Hij komt alleen, tot groot genoe
gen van mevrouw de Barsannes, die niet
veel sympathie voor haar schoonzuster schijnt
te hebben, maar daarentegen meer van graaf
Fabien houdt dan ik dacht. Ondanks haar
zelfbeheersching is haar gelaat van gedaan
te veranderd; met de grootst mogelijke zorg
waakt zij over het in orde brengen der ver
trekken, die voor den te verwachten gast be
stemd zijin; de kfiipsl van den brievenbesteller
kelijk interview, dat in d» bladen is. vtr-
selienen.
De weg naaf d» overwinning, d» waarborg
voor de overwinning, ia in de eerste plaats:
schepen!, in de tweed» pTaats: schepen!, in
de derde plaats: schepen! Amerika beseft
dat ten volle, want thans reeds heeft het
maatregelen getroffen om duizend schepen
van 3000 ton elk, te houwen voor de vaart
over den Atlautischen Oceaan. Tk denk dat
do Duitsche militair© raadslieden nu al zul
len gaan inzien, dat dit weer 'u misrekening
aan hun zijde is, die hen tot rampspoed en
ondergang zal brengen.
Amerika heeft kanonnen en munitie voor
ons gemaakt en de machines geleverd om
heide te fahriceeren. Het heeft ons aan
staal geholpen en die verwonderlijke lenig
heid, dat gemak van zich aan te passen en
dien rijkdom aau hulpbronnen verworven
van het groote volk, hetwelk dat groote
vasteland bewoont.
Het was een kwade dag voor de militaire
aütokratie Ln Pruisen, toen ze de groote re
publiek in het westen uitdaagde. Wij zul
len een doeltreffende en overwinnenden oor
log voeren.
Maar er is nog iets van meer belang: daar.
uit zal een weldadige vrede voortkomen. Ik
hecht hier meer waarde aan. Ik. die nu drie
jaar lang heb gevoeld, wat onze moeilijk
heden, onze angst en onze vrees is geweest,
ben de laatste ter wereld om te zeggen, dat
de hulp, (lie Amerika ons heeft betoond, niet
op zichzelf iets is, om heel blij mee te zün.
maar dat beduidt niet, dat ik me niet te
meer verheug, wijl ik weet, dat Amerika nu
het recht zal verkrijgen om aan de tafel
plaats te nemen, wanneer over de vredes
voorwaarden onderhandeld wordt. Die con
ferentie zal het lot der naties richten zoo-
medo den loop van het menschdom, God
weet voor hoe tang.
We voeren tegenwoordig den meest ver
woestenden oorlog, dien de wereld ooit heeft
aanschouwd. In de toekomst en misschien
in een toekomst, die niet ver meer is, kan
de oorlog voor goed uit de lijst der men-
schelijko misdaden zijn geschrapt. Dit kan
iets zijn als de plotselinge ingetreden na-
winter als waarvan men nu getuige is al
vorens de zomer ten volle aan de bovenhand
komt.
Daarna sprak Lloyd George over het fnui
ken van Turkije'» sombere macht.die eeuwen
aan één stuk het zonnigste land ter wereld
heeft overschaduwd, en de bevrijding van
Rusland, van de onderdrukking, die het als
een lijkwa overdekte.
Weldra, zoo besluit de minister-president
ijzu rede, zullen de Franschen, Amerikanen,
Britten, Italianen, Russen, Serviërs, Belgen,
Montenegrijnen en Roemeniërs de hoofden
heffen in het on/1 «n den stra
ta- ■-»•. De rede werd lulde en langdurig
toegejuicht.
VERSPREIDE BERICHTE»
Oostenrijk en de H. Stoel.
Men kan gerust zeggen, zoo eohrijft de
„MbT-correspondent te Weenen o.m. aan zijm
blad, dat de sympathie, die men hier (ia
Oostenrijk) voor den Vader koestert, met
den dag toeneemt. Niettegenstaande er cou
ranten waren, die opzettelijk vergaten te be
richten, dat aan duizenden Duitsche en Oos-
tenrijksohe invalide gevangenen den terug
keer naar 't vaderland door de bemiddeling
van den H.Vader werd mogelijk gemaakt, i»
toch deze wetenschap op 't oogeublik doorge
drongen in alle rangen en standen, wijl bijna
iedere familie deel heeft aan de groote lief
dedaad des Pausen. En dat velen dankbaar
opzien naar den eerbiedwaardigen opperpries
ter op St. Petrus' Stoel, door wiens bemidde
ling zij thans weer in den kring hunner fa
milie en bij hun huisgezin zijn, ligt voor do
hand.
Behalvo do zorg voor de invaliden, draagt
Paus Ilenedictus ook een grenzenlooze liefüo
tot allo verdrukte Katholieken van geheel de
wereld in zün vaderhart. Dat de Paus geld-
collectes over de geheele wereld liet houden
voor Polen en Ukraine, heeft men hier ook
niet vergeten.
Ook al zyn het andere volksstauimcu dan
de Duitsche, tot welke zich de liefde van don
H. Vader uitstrekt, toch belmoren zü voor
een deel tot.Oostenrük. En al heeft dan ook
de oorlog in vele opzichten ontgoocheling eu
teleurstelling gebracht, in dit opzicht heeft
hij verrassingen gebracht, dat nL de eenheid
tusschen de verschillende volkeren van bet
grooto keizerrijk aan den Douau sterk is
toegenomen. Zoo beschouwt men ook de
Polen op het oogeublik als Oosteurükei's en
verheugt, men zich met hen over de weldaad,
die hun door des Pausen vaderlüke goedheid
was bewezen.
Meer indruk heeft het nog gemaakt, dat
de Paus zü'n eigen beeltenis met onderschrift
en handteckening aan het Oostenrüksehe
Roodo Kruis ter beschikking stelde. De
ansichtkaarten met 's Pausen portret hebben
duizenden opgebracht,die weer aan duizenden
gewonden en zieken .soldaten ten goede kwa
men. - Ook de vele gaven in geld, die Benc-
dietue XV door tussehenkomst van den nun
tius te Weenen den Oostenrijkschen soldaten
deed toevloeien, blüven in dankbare herin
nering.
maakt haar zenuwachtig. Bij Let ratelen van
een rijtuig zie ik'haar verblonken en wan
neer zij over mijnheer De Savigné spreekt,
wordt haar bevelende toon zachter, even
zeer als er sprake is van Hei'bert.
Ik tracht mij het algemeen gevoelen eigen
te maken,' vooral ten opzichte van het geluk
mijner schoonmoeder en van mijn echtgenoot,
maar in den grond der zaak voel ik mij z or
ongerust,...
Mijnheer de Savigné, juist op den morgen
van Mijn huwelijk aangekomen, om als ge
tuigen voor Herbert op te treden; heeft mij
twee prachtige parures van diamanten en
robijnen geschonken, terwijl hij eenige woor
den van welkom tot mij richtte, doch onmih
deltijk na de kerkelijke plechtigheid is nij
weer vertrokken. Met liet oo£ ox> do talrijke
indrukken van dien dag zijn mijne herinne
ringen aangaande hem »cöi e wa) 1 cn dot
nietszeggende brieven, dat hij mij g sckr eu
heeft in antwoord op mijne wenschen b j
gelegenheid van zijn verjaardag ei Nieuw
jaar, geven mij geen enkele inlichting om
trent zijn karakter. Met vrees vraag ik mij-
zei ven dan ook af:
(Wordt vervolardj