"de dag
BUITENLAND
feuilleton
WAT DE PERS ZEGT
P. W. TWEEHUIJSEH,
WARE ADELDOM
fO HEI S9I7
4ISTE JAARGANG No. 933
WERELDBRAND
DUITSCHLAND.
DE POLEMIEKEN OVER DEN VREDE.
ROSSE.
DE VEEEËRING VAN HET H. HART EN
DE VREDE.
Slechts enkele dagen,
OPRUIMING van DAMESLAARZE
Barteijorisstraat 27. TEL. 177
VERSPREIDE BERICHTEN
HIFIIWF HAARLEMSCHE COUMN
Alle betalende abounds op dit Blad in het bezit van
een Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen op
jjg- ,j „„„„t,,VüAn i/prieWerd voor
auu on overiijaen, uv» uij vc..i«
of voet, 250 bij verlies van een oog, aa di|
verlies van een duim, f 75 bij breuk van een arm
°f been, f 100 bij verlies van een wijsvinger,
bij verlies van een anderen vinger. De uitkeer ng dezer
•edragen wordt gegarandeerd door de „Hol.anascne
Algemeen# Verzekeringsbank" te Schiedam. (De vo
1 October 1911 uitgegeven polissen zijn niet geluigg
De motie-van Leeuwen in de Tweede Kamet,
bedoelende de instelling eener commissie van
advies voor de behandeling der buiten an sc e
zaken, werd door den voorsteller ingetrokken en
vervangen door een andere motie, welke tot
strekking heeft de instelling eener vaste com
missie voor de buitenlandsche aangelegenheden.
In Den Haag zullen de tegenstanders dei-
Grondwetsherziening bij eventueele nieuwe ver
kiezingen eigen candidaten stellen.
In Nederlandsch-Indie werd een machtige
petroleumbron aangeboord die 1500 ton per dag
oplevert
Een ernstig treinongeluk heeft plaats g^ia in
Limburgsche k.lendistrict. Door het on,,or-
zien achteruit rijden vao een tra. werden ver-
schillende arbeiders gedood. De eerste opgaven
loopen uiteen van 3 tot 12 dooden.
Met het oog op de kolenbezuiniging hebben
de spoorwegmaatschappijen tot verschillende
ingrijpende maatregelen inzake 't vervoer van rei
zigers besloten. Een tegenvaller voor vacantie-
reizigers.
De Duitschers hebben verwoede tegenaanval
len ondernomen tegen de Fransche stellingen aan
den Damesweg, die over de kam van 't Craonne-
plateau loopt. Deze aanvallen werden onder
zware verliezen afgeslagen.
Een Fransche aanval ten Noordwesten van
,eims leverde den aanvallers niet meer dan
1200 M. der voorste loopgraven op.
Tea Noorden van Saloniki zijn aanvallen der
geallieerden onder zware verliezen mislukt.
In Rusland heeft de regeering een verklaring
openbaar gemaakt ten gunste van een Kabinet
uit alle partijen. Duitsche bladen beweren, dat de
Raad van Arbeiders en Soldaten een manifest
heeft verspreid, waarin hij zegt de regeering tot
het openen van vredesonderhandelingen te zullen
dwingen. Entente-bladen houden daarentegen
staande, dat de crisis opgelost is en ook de Raad
van Arbeiders en Soldaten voortzetting van den
oorlog wil.
Liberia heeft de betrekkingen met Duitschlaud
verbroken. Als de oorlog nu niet gauw uit is!.
DE MINISTER VAN OORLOG.
In tal van bladen blijft zich de ontevredenheid
over het beieid van minister Bosboom nog steeds
een uitweg banen. De TELEGRAAF schrijft
o. m.;
De minister prikkelt voortdurend door on
billijke maatregelen.
Om maar een enkel voorbeeld van reoenten
datum te noemen: ln de Kamerzitting van
Vrijdag j.l. deelde minister Bosboom mede,
dat hij besloten heeft de Lichting 1909 der be
reden wapens eerlang met klein verlof te
zenden, behalve de onderofficieren.
Do maatregel is ontzettend onbil-
jj k. Over het algemeen worden van eene
lichting do beste elementen vóór kader opge
leid. Deze menschen spannen zich in om het
examen voor sergeant te dioen, zij verrichten
héél wat meer dienst als een soldaat, en ver
dienen in ieder geval wat meer waardeering
dan zij, die op de meest gemakkelijke wijze
door hun diensttijd trachten heen te komen.
Nu worden echter juist die onderofficieren,
de'menschen van wier ijver en toewijding zoo
veel van den geest van het leger afhangt,
achtergesteld bij de lij-ntreikker-a. Dank zij
hunne ambitie zullen zii nog langer uit hun
gezin en hunnen werkkring worden gerukt.
Terwijl de soldaat, lachend en zich de handen
wrijvend, met. klein-verlof vertrekt.
Zoo kweekt men willens en wetens een
geest van ontevredenheid: een geest van
vat-al-ik-me-druk-m aken-was-het-maar-afgie-
loopen.
Met het oproepen van de laudatormja&r-
klaase 1908 wordit die geest van verzet in, niet.
geringe mate vorgroo
Hoe kan men eenige ambitie verwachten
bij deze mannen, die jongelui, die veel en veel
minder te verliezen hebben dan zij. vrij zien'
xondloopen, te meer waar ze nog gehoopt had
den, dat de aanneming van de motie-Mar-
chant het our echt nog keeren zou?
De minister legt de motie naast zioh neer.
Wit zullen afwachten wat de Kamer doet.
Wanneer de Kamer den minister niet aan
hot verstand brengt, dat hii haar heeft uit te
voeren of heen te gaan, staat zij mede schul
dig aan de onnoodige ellende in tal van ge
zinnen staat zij mede sehuldig aan het kunst
matig kweeken van den geest van ontevreden
heid in ons leger.
HÉT VOLK is ook nijdig:
De minister tart de Kamer. Nauwe) u "s
was de motie-Marchant aangenomen, ot u
navraag bleek" aan het Haagsehe Korrespon-
dentie-bureau, dat de minister die motie lapt
aan zijn laars. Hii laat de landstorm op
komen.
Er is dus ©en ko-nflikt tusschen den minis
ter en de Kamer, en dat over een ei sell, waar-
bii de twee onverzoenlijke tegenstanders, mili
tarisme en demokratde, lijnrecht tegenover
elkaar zijn gekomen. De Kamer vertegen
woordigt in dit geval de demokratie, de
minister het militarisme. Het moet buigen of
barsten. Dat zal minister Bosboom ook wel
beseffen. Hier is een konflikt, waarbij het
gaat om het prestige der Kamer, om haar
aanzien bij het volk. Wij hopen, dat ook de
Kamer het beseft.
Misschien ligt liet geval nog wat erger.
Misschien is de heer Bosboom hier niet de
minister, die zelfstandig ziin beslissingen
noemt, maar de uitvoerder van den wil van
het legerbestuur. Misschien bevindt de Kamer
zioh in konflikt met heel den kring van de
hooge militaire gezaghebbers. Dat kan hii een
debat over de kwestie, dat ons onvermiideliik
sohiint, aan den dag komen. Wii hopen, dat
ook dan de Kamer er niet voor zal terug
schrikken, haar aanzien in het volk, haar
beteekenis in onze staatsinstellingen, te hand
haven. Juist dan is het dubbel noodig. En
dan, mocht minister Bosboom heengaan, zal
het wellicht overweging verdienen, ook in
ons land eens een burger aan het hoofd
te stellen Van het departement van Oorlog.
Dat zal niet hot universeele heilmiddel ziin
tegen de bezwaren dlie do demokratie koestert
tegen allerlei toestanden, gebruiken en op
vattingen dlie in het Nederlandsche leger
heerachen, maar er zou toch eten heilzame
schoonmaak van mogen werden verwacht.
Terwijl men van de zijde der Entente
hoopt Duitschland te kunnen bedwingen door
de blokkade en vernietiging zijner legers,
hebben de Duitsche leiders sedert eeiiigen
tijd hunne hoop gesteld op den verschrikke-
lijken duikbootoorlog, die, indien hij succes
heeft, niet alleen de Entente zou dwingen
de wapens neer te leggen, doch tevens een
groot deel der beschaafde wereld met hon
gersnood bedreigt.
Of het doel van dezen duikbootenoorlog:
de vernietiging van zóóveel schepen, dat
met name Engeland niet meer in zijne be
hoefte kan voorzien, bereikbaar is, moet nog
blijken; maar dit is wel zeker, dat deze nieu
we wijze van oorlogvoering de grootste zorg
der Entente uitmaakt.
Een afdoend middel tegen de duikbooten
is - nog niet gevonden; en of er werkelijk
zooveel worden vernietigd ais de Engelsche
pers wil doen gelooven, is hoogst t-wij.el-
achtig.
De Entente en Amerika gaan liet nu zoe
ken in geforceerden aanbouw van nieuwe
schepen, en als de grootsche Amerikaan-
sche plannen in deze richting inderdaad wor
den uitgevoerd, zal het den Duitschen duik
booten wel niet gelukken den vijand tot
overgave te dwingen door vernieling van
schepen alleen. Amerika wil binnen een jaar
tijd.s 5 millioen ton aan de wereldhandels-
vloot toevoegen. Wanneer Japan, Engeland,
Frankrijk en Italië evenzeer al hun krachten
gaan inspannen, zal de aanbouw met de ver
nietiging zeker gelijken tred kunnen hou
den. Te meer omdat steeds meer handels
schepen bewapend worden, wat de onderzee
booten dwingt voortdurend onder water te
varen.Bovendien worden de verweermidde
len natuurlijk óók uitgebreid.
Het gaat er dan ook al meer en meer op
lijken, dat de Duitschers met hun duikboot
oorlog evenmin het einde van den strijd
kunnen afdwingen als de Entente met hare
blokkade en reusachtige krachtsinspanning
op het westelijk l'ront.
De strijd houdt daar nog steeds met groote
verwoedheid aan; de geallieerden leiden tel
kens versche troepen in het vuur.
De Franschen hebben nu weer een nieu
wen aanval gedaan ten Noordwesten van
Relips die ook ditmaal weer tot een verwoed
en bloedig handgemeen heeft geleid.
Het Duitsche legerbericht zegt, dat de vij
and „in hevigen strijd, ten deele in gevech
ten op korten afstand, ten deele door een
tegenaanval werd teruggeworpen."
Men weet nu onder de hand wel wat deze
formule in de legerberichten heeft te betee-
kenen.
De Fransche lezing geeft meer bijzonder
heden en meldt:
,De Franschen deden hunnerzijds tegen het
einde van den dag een aanval op de Duit-
sche loopgraven van de eerste linie op een
front van ongeveer 1200 M. ten N.O, van
Ohevreux. Zij namen de linie en maakten
160 gevangenen."
Maar de Franschen weten ook te vertellen
van zware aanvallen der Duitschers tegen
de stellingen op het Craonne-plateau. Het
Fransche legerbericht zegt dienaai\gaande
Er heeft den geheelen nacht een hevige
strijd gewoed om den Ghemin des Dames,
waar de Duitschers op verschillende punten
pogingen deden om de stellingen te herne
men, die de Franschen onlangs hebben ver
overd. Deze aanvallen, die met groote troe-
penmassa's werden gedaan en voorafgegaan
werden door hevige' bombardementen, wer
den alle afgeslagen.
In de streek van Cerny en Bovelle en
bij Hurtebise leden de Duitschers tweemaal
een bloedige nederlaag.
Meer naar het ousten toe werd een krach
tige aanvat gedaan op het California-plateau.
De stormgolven der Duitschers werden hier
weggemaaid door het spervuur der Fran
sche mitrailleurs. Ondanks de zware verlie
zen herhaalden de Duitschers verschillende
malen hunne aanvallen, met het doel den
Franschen deze belangrijke stelling te ont
rukken. Een oogenblik kregen zij voet in
het saillant ten N.O. van het plateau, de
Fransche troepen verdreven hen echter in
een bajonetaanval. Het groote aantal lijken,
door de Duitschers achtergelaten op het ter
rein, bewijst welke groote opofferingen de
vijand zich vergeefs heeft getroost. De
Fransche stellingen zijn intact gehandhaafd
en de Franschen maakten een aantal gevan
genen.
Aangezien het Duitsche legerbericht over
deze aanvallen te eenenmale zwijgt, mag
men wel aannemen dat de Duitschers hier
een tegenslag leden.
Inmiddels begint de strijd ook op te vlam
men aan het iBalkanfro-nt. Het officieele Duit
sche bericht meldt van daar:
Het Macedonische front was gisteren het
tooneel van verbitterde gevechten. Na sterke
artillerie-voorbereiding- voerde genei-aal Sar-
rail zijn verbonden troepen tusschen hot
Prespa- en Doiran-meer op talrijke punten
tot den aanval. Bijzonder verbitterd werd
in de Tserna-bocht gevochten, waar dag en
nacht herhaalde vijandelijke bestormingen
onder de zwaarte verliezen voor den tegen
stander v'óór onze stellingen volkomen mis
lukten.
Hetzelfde lot trof de aanvallen van den
vijand bij Gradesnica, aan de .Wardar en
en ten Westen van het Doiran-meer. De
Duitsche en Bulgaarsche divisies hebben den
vijand een zware nederlaag toegebracht.
Ten aanzien van deze mislukte aanvallen
der geallieerden geldt dezelfde bemerking,
die we maakten over de Duitsche aanvallen
togen den Damesweg: de Legerberichten der
geallieerden zwijgen over liet gebeurde, dus
hebben zij hier wel een mislukking te boe
ken.
Terwijl de strijd nog maar steeds niet tot
eenig afdoend resultaat wil leiden, neemt in
alle Tanden het vredes verlangen hand o vel
band toe, vooral echter in Oostenrijk-Hbn-
garijo en in Duitschland, die met schrikke
lijke toestanden in het binnenland te kam
pen hebben, ter wij L de geallieerde volkeren
daarentegen Amerika aan hun zijde zagen
treden, doch anderzijds de ontwikkeling dei-
dingen in Rusland ook met angstige span
ning volgen. De voorstanders van een vrede
zonder veroveringen en zonder schadeloos
stelling zien hun aantal in Duitschland ge
stadig aangroeien, vooral sedert Oostenrijk-
Hongarije vrijwel officieel te kennen heeft
gegeven eiken vrede, die het niet van grond
gebied en welvaart beroofde, te willen aan
vaarden.
Een hoogst beteekenis volle steun, hebben
de voorstanders van zulk een vrede gekre
gen door een artikel van de „Beiersche
Staatscourant" het blad van den Beierschen
minister-president baron von Hertling. Be
doeld artikel spreekt zich onomwonden uit
voor een vrede zonder schadeloosstelling en
zonder annexaties.
Dusdoende komt baron von Hertling in
conflict met zijne eigen partij: het Duitsche
Centrum, dat tot dusver met de conserva
tieve fracties een geheel tegenovergestelde
houding heeft aangenomen en nog steeds
„durchhalten", volhouden tot de vijand con
cessies wil doen, als parool doet gelden.
Een onmiskenbare tegenstelling tusschen
den Oostenrijkschen en Zuid-Duitschen geest
eenerzijds, de Pruisische hardheid anderzijds
begint zich in de polemieken der Duitsche
pers af te teekenen. En ook hiervan geldt,
dat nog niet is te overzien, waartoe dit ver
schil van gevoelen ten slotte kan leiden.
Al sterker vestigt zich wel de indruk,
dat ook in internationaal-politiek opzicht de
crisis van den wereldoorlog nadert.
Aan het Russische front neemt de werk
zaamheid van vliegers, artillerie en mijngra
vers zoodanig toe, dat men een offensief
schijnt te moeten verwachten. Gisteren wer
den, volgens het Russische legerbericht, weer
3 Duitsche vliegtuigen neergeschoten.
Ten O. van Zolot3jef liet de vijand twee
krachtige mijnen springen. Door de ontplof
fing werden de Russische loopgraven bescha
digd.
Ten N.O. van Brzezany (Gallicië) veroor
zaakte het vuur van de Russische artillerie
een aantal zware ontploffingen in batterijen
van den vijand. Op de rest van het front
liet gewone geweervuur en verkenningen.
De „Kölnische Volkszeitung" bevat een
artikel, waarin het blad antwoordt op de
in ons Wereldbrand-overzicht vermelde be
schouwing der „Beijersche Staatscourant".
Het. Keulsche blad met krachtige en gezag
hebbende Bei'lijnsche relaties schrijft o.m.:
Het artikel in de „Beijersche Staatscou
rant" zat in alle kringen van Duitschland
pijnlijke bevreemding wekken. Men ver
schrikt, wanneer men in een officieel
Beiersch orgaan woorden leest, die door
Dernburg, het „Berliner Tageblatt", Scheide-
mann, Ballin en de groep der bankdirecteu
ren sinds het ingrijpen van Amerika in om
loop gebracht worden. Juist op Beieren had
men zijne verwachtingen gebouwd.
De uitingen van het „Wiener Fremden-
blatt" hebben het sein gegeven tot deze drij
verijen. Wij ku'nnen niet gelooven dat het
artikel van de „Beiersche Staatscourant"
door den minister-president of een anderen
minister geïnspireerd is geworden. Van ko
ning Lodewijk weten wij dat hij hoopt op
een sterk Duitschland na afloop van den
oorlog.
De bekende Maximiliaan Harden dringt
ook aan op een politiek, die vrede wil zon
der veroveringen. Harden ziet in de deel
neming van Amerika aan de zijde der En
tente een zeer ernstig verschijnsel nu het
een oorlog geldt, „die op zijn lOOOen dag
nog veel verder van een militaire beslissing
af is dan op zijn 30en."
Harden verwacht, dat Wilson's oorlogsver
klaringsrede een plaats zal krijgen naast
de oraties van Demosthenes, Cicero, Pitt,
Mirabeau, Robespierre, Bismarck, Gambetta
en die allen zal overschaduwen.
De blinde domheid, die vroeger het En
gelsche leger bij do reoruten van Falstaff
vergeleek, richt thans zijn praatjes tot Ame
rika, dat zij tot niets in staat acht.
Maar, vervolgt Harden, als de oorlog niet
uit is, voor de Amerikanen gereed zijn, zal
do Ainerikaansche interventie enorme ge
volgen hebben. De legers der Entente, die
Bagdad, Mekka, Valena, Gouzia, Saloniki,
een deel van Trente en alle Duitsche kolo
niën bezetten en die in 12 dagen in April
34.0ÖD krijgsgevangenen maakten, zien de
toekomst niet zoo donker in, dat zij genoopt
worden, tot het neerleggen der wapenen.
Welke, vraagt Harden dan, is onze beste
gedragslijn? Deze is de werkelijkheid onder
?het oog te zien en orde in ons huis te
maken, opdat deze niet langer een ver-
schrikknig voor de oogen der wereld blijve.
Het Duitsche volk kan dien vrede enkel
sluiten, wanneer het zich volledig reken
schap van de feiten zal hebben gegeven.
Het moet het doen en zal het doen.
Uit Rome wordt aan de „Msb." geseind:
De „Ossei'vatoro Romano" publiceert een
schrijven des Pausen aan kardinaal Gaspar -
ri, handelende over de vereering van het
H. Hart.
Het schrijven zegt o.a.Wij wezen den
volkeren den ©enigen weg aan om met en
en voordeel voor ieder hunner hunne ge
schillen te beslechten, en terwijl Wij de
grondslagen aanwezen voor het toekomsti
ge gerechtshof der staten, bezweren wij de
119
volkeren in naam van God en de mensch
heid hunne plannen van wederzij dsche ver
woesting te laten varen en een rechtvaar
dige en billijke overeenkomst te sluiten.
Onze stem, aansporende tot het beüindi
gen van het ontzettende conflict, werd nic
gehoord. De oorlog, andere landen mede-lei
rende, vermenigvuldigde de puinhoop n en d
moorden. Doch ons vertrouwen wanke de n e
Wij willen thans hopen, dat de gewenscii
dag niet verre meer zij, waarin alle menschel
zonen van denzelfden Ilemelschen Vader, ziet
opnieuw als broeders zullen beschouwen.
Het lijden der volkeren, dat bijna ondr
gelijk geworden is, heeft het a'gemeenc ver
langen naar den vrede krachtiger en hevi
ger gemaakt. Dat de Goddelijke Verlosser
bewerke, dat de regeeringen niet langer weer
stand bieden aan de stem der volkeren, die
den vrede aanroepen. Dat tot dit doel ge
durende de maand, toegewijd aan het H.
Hart, het gebed veelvuldiger opstijgc, am; i
kend om het einde der verschrikkelijke ramp.
OVER DEN DUIKBOOTOORLOG.
De „Westminster Gazette" eindigt een arti
kel over den omvang van Amerika's oorlogstoe-
bereidselen op de volgende wijze:
Amerika treft den spijker op den kop met
plannen te ontwerpen voor een langdurigon
oorlog. Zoolang de Duitschers gelooven. dat zt
met de duikbooten de overhand kunnen krijgen
of in zooverre hun doel bereiken, dat ze ontt
militaire kracht verzwakken en Amerika belet
ten, dat diens hulptroepen de vuurlinie berei
ken, zuilen ze geen vrede sluiten op' voorwaar
den die wij kunnen aanvaarden en blijven pra
ten van inlijving en schade! ooastellingen.
Het is verspilde moeite, om met Reventlow ta
spreken, doch als er nog meer Duitschers op dat
standpunt staan, moeten we onze best doenjwa
hun aan het verstand te brengen, dat het ge
bruik, hetwelk hun rsgeering van de duikboot
maakt, naar onze meening niet bloot een c-jf-
logsinoident is, maar een nieuw en onheilspel
lend feit in de wereldgeschiedenis, dat zich aan
elke onderhandeling en diplomatiek «©doe
onttrekt.
Met schipperen kunnen we niets winnen. Be.
zonnen overlas: leert ons immers, dat, als w*
nu «een voet bii stuk zouden houden, bij ean
hernieuwing van dien aanval in de toekomst
«een van. de drijfveeren. die naar we vertrouwen
een opnieuw uitbreken van den oorlo« te land
verhinderen, zou «elden voor den strijd ter zee,
«evoerd door een klein aantal geoefend© zeelie
d-en in duizend duikbooten. Do Amerikanen ziin
even sterk als de Engelschen en Franschen
overtuigd, dat deze methode van sabotage op
algomeenen schaal noodlottig is voor de be
schaafde volken. Wij allen ziin vast besloten,
dat omtrent dit punt, nu het eens is opgewor
pen, do strijd tot de beslissende oplossing moei
worden uitgevochten.
EEN MEENING VAN JELLICOE.
Iemand van de „Associated Press" had een
onderhoud met admiraal Jellicoe.
Wat de levensmiddelen aangaat, zeide Jelli
coe, zijn wij er lang niet zoo wanhopig aan toe^
als de Duitschers beweren, maar de toestand is
ernstiger dan vele menschen willen gelooven.
Er bestaat geen afdoend middel togen de
duikbooten. Hetgeen gedaan is, is het resultaat
van uitvindingen en plannen, die tijd noodig
hebben voor hun toepassing.
De Regeering weet heel besjt dat men geen
onmiddellijke resultaten kan verwachten.
Thans, nu men meer en meer de koopvaardij
schepen wapent, worden de duikbooten voor
zichtiger. Zij zijn verplicht in ondergod-om pel
den toestand aan te vallen, zij moeten dus van
haar torpedo's gebruik maken en daar zii er
niet veel mee kunnen nemen, moeten zij tel
kens naar haar basis terug.
De Duitsche bezetting van do Belgische kust
maakt den waakdienst in het Kanaal moeilijker.
VET EN EIWIT UIT GRAANKIEMEN.
Een Wolfftelegram uit Berlijn maakt mel
ding van een nieuwe vinding om vet en eiwit
uit graan te winnen. De techniek is er in ge
slaagd de kiem van het koren in samenstelling
gelijkend ep die van oen kippenei, vrij te maken.
Alle groote maalderiien hebben nu deze methode
ingevoerd. Do kiemen worden in vijf oliefabrie-
ken verwerkt en een bruikbare tafel olie en grond
stof voor margarine worden verkregen. Het
tevens gewonnen eiwitmeel heeft drie en een
half maal de voedingswaarde van vleeech. Twin-
65
Liefdadigheid heb ik altijd schoon gevon
den. Met belangstelling en bewondering heb
ik het boek van Maxime du Camp gelezen 6n
het mishaagde mij niet, toen ik eene markie-
Do Barsannes de armen van het dorp
hulp zag sneden. Maar dit stilzwijgen, die
g^heele zelfverloochening, die zielskracht
ons dak, om eono „vijandin" te ver-
ktn, die door de vrees el ij ka te kwaal was
dat heeft mij Sabine doen kennen.
T*?o me«r ik mijne lezing voortzette, hoe
el ijker do kennis werd, hoe meer ik be-
achter kinderlijk© vrooiijkheld en
Utel uiterT)k zich een mannelijk
;nijne. v£rborg, meer mannelijk dan het
^boelen .ci©°Tren met alle liefelijke hoeda-
biao zich niet ,-uTuw'-Acl1- waarom heeft Ba-
gedaante! rmi vertoond in hare ware
Ik las het Dagboek geiloei
iet vervolgens en tcen it ri, 01' 011 hsrla-S
K desen keer 6ö- 1
greep, dat ik geleefd had aan da zljda van
het geluk, verborg ik het hoofd in de han
den en begon te weenen als een kind...,.
Tranen van berouw? Tranen van gekwet
sten hoogmoed? Allebei, geloof ik, want nu
hog, op het oogenblik dat ik deze regels
neerschrijf, kan ik nog maar niet onidek-
ken, wat mij het meest kwelt: óf dit arme
kind te hebben miskend óf gedwongen te
worden hare meerderheid tegenover ons ta
moeten erkennen. Wat ik weet, o wat ik
wel weet is, dat ik het denkb e.d niet ver
dragen kan door haar te worden geminacht
en dat ik met vreugde twintig jaren van mijn
leven zou wiilen geven, als zij de vreiseh'jke
beiccdjging- kon terugnemen:
„Herbert de Barsannes, gij zij t een laaghar
tige en een leugenaarI"
Ik heb zelfs geen jhinuut kunnen s.'anen
en zoodra de dageraad aanbrak, ben ik naar
het bosoh gegaan, om de komst van den
brievenbesteller af te wachten. :T«eo uren
wachtens! Twee koortsachtige uien. Einde
lijk is Jean Ma-rie met zijn gewonen tred
komen .aa-nloopen; toen ik hem van verre
in zijne tasoh zag zoeken, =sb ik mij ge-
"X
haast bij hem te komen.
Door deze haast scheen hij ongerust, nog
meer door hot trillen mijner hand en na
korte aarzeling heeft hij mij gevraagd:
„Is mevrouw Sabine niet ziek, mijnheer de
markies?"
i Wat een moed was daartoe noodig!
„Ziek. Z:j 1"
„Wel, dat zegt iedereen, weet u. Maar
heb ik mij noodeloos ongerust gemaakt, d e
te beterI Waarlijk, dat zou verdriet in den
omtrek wekken!"
Hij nam zijne net ai en sloeg' den weg
naai- G'homelis in. terwijl ik met groote stap
pen langs den zoom van het bosch liep, om
des te vlugger Barsannes te bereiken.
„Er is een weinig beterschap, zei ik geheel
buiten adem tegen mijne moeder, zoodra- ik
op den drempel harer kamer stand.
Zij keek mij met een eigenaa-x-digen biik aan.
„Is de brievenbesteller er al geweest?"
„Neen,- ik heb op hem gewacht.
„Ahal"
Er hcerschte een oogenblik stilzwijgen...
zij hernam met spottende vinnigheid:
„Je schijnt op weg te zijn juffrouw Guoldry
te gua-n beminnen, nu zij op sterven ligt."
Een oogenblik van onbeslistheid vóór het
begin der vijandelijkheden, eindeiijk an'.wooid-
de ilc
„Misschien, moeder; maar van eene zaak
ben ik zeker, en wel van deze, dat ik on
rechtvaardig1 geweest ben."
Na deze bekentenis, F. ie een afgrond tps-
schen ons gegraven heeft, gevoel ik mij meer
da-n ooit alleen...
De beterschap houdt aan... Zonder no-geen
bepaald oordeel te vellen, toont dokter Wei-
ter zich evenwel minder ongerust. Mijne
tante is gebroken va-n vermoeienis en angst;
onda-nks energie en kracht schijnt mijn oom
aan diepe neerslachtigheid ten prooii. Hij ver-,
biedt mij zoo beslist mogelijk te Henneque-
ville te ko nen, hoewel ik het hem met aan
drang hob gevraagd, en besluit met dezen
wreeden zin: „Dood haar geen tweemaal."
„Dood haar geen tweemaall" Deze woorden
hebben mij in de eenzaamheid mijner ka
mer den geheelen dag beziggehouden en ik
gevoelde mij zoo ontmoedigd, zoo onge.ukkig,
dat, daar André een uur bij ons was komen
doorbrengen, tijgen den avond m£n hart oj>
het punt s.tond over te loopen, toen ik hem
tot aan het dorp vergezelde. Do naam vau
Sabine, door hem uitgesproken, zou tot ver
trouwelijke mededeeiingen geleid hebben, in-
dien zijn dwaze kwinkslagen over jonge hu s-
houdens, die voor een oogenblik uiteenge
rukt) zijn, mijn lippen niet hadden gesloten.
Uit mijn stilzwijgen heeft hij het besluit ge
trokken, jiat ik mij veranderde in doofpot,
slaapmuts, trappist, ontrooslbare weduwnaar,
en bovendien vertrok hij met een vroolijkcn
schaterlach, die mij deed rillen,... Als hij
geweten had 1
De avond begon te vallen, de dorpelin
gen keerden uit het veld terug; op het plein
bewaakte de zuster van den pastoor hei al
io open van een troep kinderen, de leerlingen
van Sabine, die zooeven het avondgtb d had
den verricht. De kerkdeur stond open, ik:
trad binnen. Waarom? Ik weet het niet. Mis
schien alleen omdat ik eene buitengewone
vermoeidheid gevoelde en een weinig rust
mij aanlokkelijk toescheen.
Donkere schaduwen, diep stilzwijgen, oudo
banken, waartegen ik de voeten stiet, alvo
rens ik mij op een dezer nederzette, ziedaar
mijn binnenkomen...,
(Wordt vervolgd.;