t mm humt Over Romans en Bioscopen. BUITEN LA ND KERK EN SCHOOL FEUILLEton WARE ADELDOM dinsdag 15 MeiTweede Blad KUNST EN KENN' reu willen vergasten. Dat is hun plicht tegenover de ziel en de opvoeding van hun kind. Zij toch weien wat hun kinderen verdragen kunnen. Naast het papieren gevaar staat, zeker e^en dreigend, zoo niet dreigender, het filmgevaar; naast slechte en lichtzinnige lectuur, de' verderfelijke voorstelling va® "1 wat onrein en bedorven is. En 't gif is juist: dat al dat verderf *ordt opgediend in verfijnd aanlokkelijken vorm: met deftige bescheidenheid of vol J'omp'ens-gedoe; in Echtelijken eenvoud of tiet schitterende militairen-muziek en we- >eldse.hen luister, al naar de kinderen der 'Eisternis hun slachtoffers willen van- toii. Want nog immer is het waar. als in 0(i tyden van Christus: de kinderen der fll):,s(ernis zijn behendiger in het spannen strikken, dan de kinderen des lichts 0,1i ze te ontwijken. De ongeoorloofde lectuur en daaronder ïekeiien wij niet op de laatste plaats ^antenlectuur is een gevaar voor onzen tijd, ovenals de aanschouwelijke voorstcl- van *t filmkwaad. O, wjj weten wel, dat geen Katholiek Ouder welbewust zijn kind een slechten ro- 'nan in de hand zal duwen, geen bioscoop voorstelling laat bijwonen, waarvan hij Vreet, dat zij den toets een er eerlijke critiek "iet kan doorstaan. 15 aar, zoo mogen wij vragen, doet ieder Ouder hier wel gewetenstrouw zijn plicht. Is het zielebeil van zijn kind hem wel im mer meer waard dan het zich Terzetten tegen kleine willetjes Hoe menigeen zal hier een „mea culpa'' moeten prevelen! Niet 't bijbrengen toch van wat Room- sehe bagage op de levensreis, moet bet doel la de opvoeding zijnmiaar Roomsche levens vorming, zoo volledig mogelijk. Een indruk wekkende opdracht van God Zelf afkomstig, ^'p hen, die ze wèl doordenkt, doet buive- *en van verantwoordelijkheid. T u a res a g i t u r het is uw eigen fcoak, die gij bevordert, wanneer gij terdege lot op de opvoeding uwer kinderen; uw eigen zaak, want God hoeft de ouders in de kinderen talenten gegeven, waarover Bij rekenschap zal vragen en wee hen die za begraven hebben of zelfs verloren.... Een stortvloed van verdachte romans en eervergeten filmopnamen hebben ons de laatste tientallen jaren gebracht. En niets is voor de uitbuiting door romanfabrikers en operateurs meer heilig: bet allerdwaaste en gemeens to moet de stof leveren voor 6teeds meer prikkeling. Lu waar schuilt nu het gevaar In die romans en films, waarvoor van "He zijden wordt gewaarschuwd 1 Waarvan de gemeenheid u van de affiches tegen- Srjjnst in al haar fel gekleurde leeüjkbeid? Neen: de gevaarlijkste romans en bioscoop- ^ertooningen zijn die, welke opgediend wor den onder onsehuldigen vorm, zacht al6 finweel. Daar leert het kind bet kwiiód kennen, de zucht naar méér prikkeling. Baar wordt de fantasie stilaan gevoed en leert het de handeling, het leven in een Verkeerd licht beschouwen. Het verlangen fnaar mecr wordt steeds heviger en dat is de weg, die leidt tot het verderf. Het leven is ni©t zooals het in 'n rpman of op het doek wordt voorgesteld. I» wor" kelükbeid is het voorgestelde een onding. Maar nu is het rvoote gevaar dat de on ervaren lezer of toeschouwer het denkbeeld in ruwe werkelijkheid wil omzetten. En de tragische gevolgen zijn bijna dagelijks in de korte, doch zoo welsprekende kranten berichten te vinden. Bij de jeugd is niet alleen de vraag wat Zij leest en w a t zij ziet, maar ook en vooral, hoe zij leest en ziet. Zich daarvan te ver gewissen en zich w>o noodig daartegen te Gapenen, is de plicht van ieder. Natuurlijk kunnen en mogen wij niet ^dere lectuur en iedere vertooning afkeu ren. Maar eisch is dat de keuze met zorg ^ordt godaan. Er bestaat hier in Haar leem, zooals op Iele andere plaatsen een zekere censuur op de bioscoop» die weldadig kan werken. Maar de oudere zullen goed doen, zich vooraf *Gf nog eens te overtuigen van de lectuur ril de vertoonim?en' waarop zij hun kind©- VERSPREIDE BERICHTEN TUSSOHEN TWEE STEMMEN. Een Duiiteeh officier, diie de zwaarsto ge vechten mee maakte bü Vordun, aan de Somma en nu aan de Aiane, en die door een wm&mp- ecshot gewond werd aan den arm, vertelde een medewerker van het „Berliner Tageblatt ie volgende: T. „Luiiater een» naar het trommelvuur. Dat w de richting YauxaAllon. Van hier uit heeft men eigenlijk een barometer voor de plannen van den vijand, doordat, men elk oogenblik met den verrokijker kan vaststellen hoeveed kabelbal lons de Franeoken laten opstijgen. Men hoort en riot dag en nacht de colonnes voorbij ratelen. De toeter van een automobiel haalt een menaoh onmiddellijk uit den zwaks ten droom. Allee ie er plotseling weer: de granaten, het sterven, het stormen van de infanterie, waarin mijn mitrailleurs kogels spuiten, de stem in mij en de Btem onder mij." „Wat voor stemmen „Eigenlijk is het niet te vertellen.. Omdat het meest innerlijke niet onder woordten s®- txraoht kan worden. Het verschrikkelijke. Ik wist er tot eergisteren ook niet van. Vroe ger, ale men van een groot mijnongeluk in dte krantien las. van het onder puin en steen be dolven van een paar honderd man, die stikten, dacht, men even aan de gruwelijke laatste oogenblikken van deze menseken, die de zon nooit meer zouden terug zien. Trommelvuur dat is waanzin. Dagenlang en nachtenlang. Maar dan komt een nog veel grootere waanzin: zoodra de vijandelijke golven onze zoogenaamd stormrijp gemaakte loopgraven naderen. „Te voren, dagenlang en nachtenlang, slechts de ééne stem: ziin al je mitrailleurs in orde. voor de enkele beslissend© oogenblikken. dat ze tot geen priis dienst mogen weigeren. Deze stem in het levende hart zweept all© zenuwen op, al staat men op liet punt van moeheid om te vallen, niettegenstaande het sterven en het trommelvuur rondom. Het behoeft geen stuk ijzer te zijn, een zandkorrel is. reeds in staat het zoo onschuldig lijkende machinegeweer on bruikbaar t© maken. Is alles in orde? Steeds weer moet men van giranaatkuil tot granaatkuü ziin patrouille afkruipen. Is alles in orde 1 Vandaag stellig zal de dans beginnen. Mis schien morgen ai. misschien onmiddellijk. Op den uitereten rechtervleugel de mitrailleur. De mannen hier hebben van den eersten dag van den alag af verschrikkelijk© verliezen gr il ad. Men is reeds ietwat bijgelooviLg geworden. Juist deze nmtarilleur. Ik ben er nog niet dicht bij gekropen. Suizen, kraken, ijzer en steen vliegen door dte luoht. Eén doodie» twee zwaar gewondten. alle anderen licht gewond. Hospi taalsoldaten 1 Redden wat nog in loven is. Wie bedient de mitrailleur? Onmiddellijk ordon nansen naar achteren. Reserve moet komen. Onmiddellijk I D© gewonden achter in d© schuiliholen. Dan moet ik alleen hier Wijven. Wat? Waar! Komt de vijand nu al? Ik alleen moet de mitrailleur bedienen. Tot de reserve er is. Mijn hart is plotseling volkomen rustig. De stem in mij zegt: Do© je plicht. Natuurlijk. „Op diit oogenblik is er voor mii niets na- tuurlijkers. Nog een suizen en kraken, een gra naat ontploft achter mij. Precies op den onder stand die bedolven wordt. Schreeuwen en roe pen. Uit de aarde, uit de diepte. Steen en aarde hebben vroeger reeds bloedend leven bedekt. Drukken het steeds meer tezamen. Een tweedie stem laat zich hooien naast, die eene ruetige in mij, een tweede, die ik eigenlijk in het geheel niet moest, hooren maar die zich opdringt, om dat daar in dte diepte dood en leven worstelen net zoo als hier boven, maar verschrikkelijker. Intueaohen lieteft mijn goede mitrailleur de oorata rood© streep getrokken in de teerste aan rollende godtf. De golf wordt uitéén aoscbeurd. is reeds verdeeld in kleine golven, die torug- vloeien. Goed, goed I zegt do stom in mij. Hulp! Hulpsteunt de ander© stem uit de aarde, gruwelijk benauwd,. Dat verscheurt mijn hart in twee trillende helften. Dat doet meer piin dan de verschrikkelijkste wond. Het i» werkelijk waar, ik moeet mijn lichaam met- alle energie dwingen op deze plaats te blijven. Dwaasheid zou hel zijn naar de gewonden te kruipen. Schieten, schieten. Na de eerste golf moet de tweede die reed» door stofwolken zdeb teekent. terug gejaagd worden. Deze tweed© golf komt al voed onzekerder, «kalender dan de eerste, omdat rij weet. dat haar hetzelfde lot wacht. Kalmte, kalmte. Kalmte. Myn hart mag al leen naar de eene riem luisteren, met naar de tweede. Die ach al zooveel zachter gewor den is, niet meer zooveel kracht heeft, omdat de aardt© en de steenen zoo zwaai nin. beme ten, schieten, schieten. Tak-tak-tak-tak-tak. Dat ie het rhytme van het oogenblik. En mets anders. Tak-tak-tak-tak. Hoe lang duurt dat al f Ho© lang moet dat nog duren Steeds nieuwe golven spuwt de hel uit Steeds weer nieuwe menachen dood-dood-dood. Kleine heuvels doode mensoh en ontstaan overal. Zij groeten voor mii. worden barricades, beschermend© wallen voor de later komende colonnes. Gruwelijk en steeds gruwelijker. Slecht -de een© stem beveelt. De andtera ie diat mogelijk, kan men haar werke lijk e©n paar Moeuden ndet hoorsni de au dtere riem ia rerriomd, zwijgt, gaat op in het rumoer hier boven. Beneden in den grond ia een strijd uitgestreden, de strijd hier boven duurt voort. Zal voortduren tot die vijand uit geput ia. Tot-tot maar daar is voorloopög niet aan te denken. Niet denken, schieten, schieten. De luitenant zweeg. Hij trilde op zijn voeten. Tranen vloeien uit ziin oogen, groot© tranen, steeds sneller. „Wat kan ik nog meer vertellen? Dte aanval werd afgeslagen. Dat ik zalf Uoht gewond werd merkte ik later pas. Zoo'n kleine schram is niet van beteek en is. Maar de stem, de andere stem diep onder den grond, die is er nog steeds en die zal weken lang steeds terugkomen, wanneer al het andere reeds lang genezen en vergeten' is. Hoort ge dan die stem onder ons niet! Uit de aarde wordt geroepen, geschreeuwd en gesteund!" Ik staar naar de vergeetmijnietjes, die voor me staan en zoo heerlijk donkerblauw bloeien. En die nu plotseling heel donkerrood worden, piurper, bood. En ik hoor roepen, schreeuwen en steunen tril zelf en ween als een kind. ENGELSCHE KOELBLOEDIGHEID. De „Daily Ohronicle" bevat een aantal ver halen omtrent de voorvallen aan boord van het transportschip „BaiUnrat," dat Australische troepen naar Engeland overbracht en door een Duitaohen onderzeeër op ongeveer 40 Eng. mijlen van land in den grond werd geboerd. De verha len zijn uit den mond van opvarenden onav- teekend. Een der laateten die van boord ging was zeker© Michael Joeeph Kearns, van Sydney, dii, op het salondek aan do piano was bliiven zit ten. Hij had daar ragtimes gespoeld terwijl andere soldaten vroolük in paren donaten. Hier was hü bijna achter gelaten, maar juist bijtijds dacht men nog aan hem en werd er een groepje uitgestuurd om hem te verlossen. „De mannen schaarden rich in het gelid aleof het voor een parad© was", zeide een kor poraal nit 1 asmanië, „behalve dat het bii een parade niet zoo vroolijk zou toegaan. Wii ston den daar ongeveer ©en' half uur. terwijl de booten werden neergelaten en uit het gedrag der mannen zooidt g© niet opgemaakt hebben, dat het schip in zinkenden toestand verkeerde. Zij schenen het allen als een prachtig© mop te beschouwen. Een van hen begon „Australia will be there" te ringen en alen zongen modo. Hier op volgde „Long Trail" en „So long". Letty," een liedje uit een operette die op het oogen blik met veel auccea in Australië gespeeld wordt» Intuseohen wordt geregeld voortgang ge maakt met het uitzetten der booten. Dit ge schiedde vlug en zonder drukte- Ho© kalm allee gi.nffl blijkt uit het felit. dat er maar één man een nat pak heeft gehaald en die was van de ladder gegleden bij het in de boot gaan. Ook e©n Australisch eekhorentje, dat een van de soldaten had meegebracht, viel in het water, doch werd ook gered. Terwijl wij daar zoo stonden te w achten om in de booten te kunnen gaan, riep plotseling een der mannen: „Wat beteaken t 't nou eigen lijk? Die ouw© schuit hoort toch niet van ons". Schaterend gelach volgde op deze mop. „Maar jullie kunt eigenaars worden." riep een ander. „Wjj zullen de RaJlarat in veiling brengen". Allen schaterden hot uit. Wii verdrongen ons om den laateten spreker, die als veilinghouder optrad. „Komt, heeren, wii zullen de schuit inzetten op 8 stuiver. Wi© biedt eir op het hechte stoomschip BaJlaratï" Van alle kanten werd or geboden. Onbeschrijfelijk© vnoabjkheid heerschte er onder d© groep soldaten. Er werd bij farthings en halve stuivers en stuivers tege lijk opgeboden, cn eindelijk werd hot schip voor 2sb. 9d. toegewezen aan den soldaat Ro bert Lee. Twee shilling en- 9 stuivers en dat was de schuit ndet eens waard. „Ja." riep de afslager, .„en Lee krijgt haar niet eens. Ik denk dat vader Neptomua er ander© rechten op heeft." De kolonel bleef tot hot laatst aan boord met den gezagvoerder, kapitein Woodcock, en al dien tijd hoorden wii slecht® opwekkende woorden van hem. Hii riep maar steeds. ..'t Is in orde, jongens. Ik heb twee jaar paleden zelf ook al in 't water gelegen." Hii h<ad de landing op Gallipot) m-eegomaaJtt en w«t aan boord van de „Southlands" toen dat schip ge torpedeerd werd. Dit was dus de tweede keer dat hii zulk een voorval medemaakte. Ik ontmoette ook nog een anderen veteraan, de soldaat Evans, van Queensland. Hii nam ook deel aan de eerste landing op Gatlipoli. werd aan het hoofd en aan den voet gewond verloor ©en vinger, werd naar het boewxtsnl te Alexandra# gebracht, vervolgens weor naar Australië gezonden en uit den dienst ontslagen, maar had twee maanden daarna weder dienst genomen. Hij wae de minst spraakzame van allen. Toen ik hem vroeg, waarom hij voor de tweede maal dienst genomen had. antwoordde hii: „Och, ik wilde dat nu eenmaal." Et zijn tal van kleine heldendaden verricht, waarvan da mannen met bewondering ver tellen. Zoo atond luitenant Kernan bijv. op het punt om in een boot te «taan, toen er ©en soldaat aankwam: „Ga in de boot, jongen," zeide hii. „Mc kom dan later wel." Ook luitenant Matthews wdigorde van boord te traan voor alle soldaten in de booten waren «©gaan. Ook vele soldaten verrichtten dergelijke daden van zelfopoffering, en toch wiet iedereen dtatt hot schip ieder oog-in- Hak in de diepte sou kunnen zinken. Ear bad ook een grappig, maar treffend voor val plaats. Een van de booten zou neergelaten worden, teen een der aoldaten met een.,'n Oogenblikkie!" weer op dek sprong, en zonder op d© bevelen te latten n*ar beneden gin». D© officier waa juist op het punt bevel te geven om de boot te laten strijken, toen de soldaat weer scheen met een groot portret in de hand. „Wat ia dat?" vroeg de offiaiw. „Ik had warempel het portret van ma meisje vergoten" antwoordde hii, onder sohaberend ge lach der omstanders. VAN EEN SPREEUW. DIE NIET BANG TE MAKEN WAS. De Duitse]ie uiohter Eaahelbaoh vertelt ineen bnief van af liet Westelijk front: „Bii een wan deling langs de vuurlinie hoorde ik in de hoo rnen achter d« loopgraven d© spreeuwen zingen. De luitenant, dien ik begeleidde, maakte er mij opmerkzaam op, dat z© hier heel andere zingen dan thuis. „Dat zal Franach ziin", veronder stelde ik. „N-een, neen, de spreeuw la een spot vogel, hij doet. hier het aissën van do geweer kogels na." Inderdaad! Aan bet beetje geknal heeft dte vogel zich spoedig gewend, daar trekt hij rich verder niets van aan. Hü zit op ziin tók en luistert verwonderd toe. hoe de geweerko gels, die hem niet verschrikkenomdat hii r© niet riet. sstasnoat! sssnoetl doen. Dan kanonz© spreeuw natuurlijk net zoo goed. En nu zit hii zielsvergenoegd in den dichtsten kogelregen en imiteert dte doodamelodie: ast: ssnost! ssnoet! DE ST. SERVATIUS-PROCESSIE TE MAASTRICHT. Zondag heeft te Maastricht, op den dag van den patroonheilig© der stad, de groote St. Servatius-processie plaats gehad. Begunstigd door fraai, maar warm weder, verliet de stoet te 11H uur de groote statige kerk op het Vrythof en trok omhet Vryt- hof heen, waar duizenden toeschouwers geschaard stonden. Ruim een half uur duurde het voorbijtrekken deT broeder schappen, congregatiën, leerlingen der bij zondere scbolen, groepen van in 't wit ge- kleede meisjes, het beeld van St. Servatius de noodkist, die, zoolang de oorlog duurt, in de St. Servatinskerk uit de krocht is gehaald; dit alles afgewisseld door ver schillende zangkoren en harmonie-gezel schappen, terwijl do fraaie met gond en zilver versierde vaandels en banieren en de vaak kunstrijke (gewaden der geestelijken het geheel vol kleur maakten Voorafgegaan door wierookzwaejiende koorknapen werd de vergulde troonhemel gedragen, waaronder de pastoor-deken^ der St. Servatinskerk met het Allerheiligste De commissaris der Koningin, de burge meester In ambtsgewaad en de leden van den gemeenteraad slot enden stoet. EEN PROTESTANTSOH BETRA1TENHUIS. Herhaaldelijk schreven wij reeds over den hang tot zelfinkeer, en de behoefte aan een zaamheid met God, welke in sommige Pro- testantsehe kringen is waar te nemen. Dc „N. R. öt. doet thans een en ander verluiden over het besluit der Hollandsche Woodbrokers, om te Barchem een retraiten- huis te stichten. „Gelijk men weet, is dr. van Senden van lieverlede zoodanig door de retraite-gedachte in beslag genomen, dat hij ten slotte ge meend heeft zijn ambt te moeten neerleg gen ter wille van zijn nieuwe ideaal, voor welks verwezenlijking hij reeds terrein had aangekocht. Noch de zelfverloochening, waarmee dr. van Senden zich zelf op den achtergrond stelde, noch de voorzichtigheid, waarmee de vergadering de leiding van het huis heeft verplaatst naar een raad van leden, waar van het echtpaar van Senden slechts als rinwonend© leden" deel uitmaakt, noen het tijdelijk karakter van dit „inwonend lid maatschap, welks bestendiging om de drie jaar aan het oordeel der ledenvergadering zal worden onderworpen, heeft volledige ge ruststelling kunnen verschaffen. „Daardoor is de ascetische voorkeur van het echtpaar van Senden te bekend en het verband tusechen ascese en retraite tot nog toe te eng. Het kloosterwezen der Roomsch- Katholieken is ascetisch van aard, en hier om veronderstelt men allicht, dat ook een Protestanteche retraite noodwendig ascetisch moet zijn. En juist dezen ascetischen schijn willen de Barchemieten tot allen prijs ver mijden, nu het de oprichting van liet eerste Protestantsohe retraite-huis m Nederland be treft. Want terecht oordeelen zij, dat van Protestantsoh standpunt retraite en ascese allerminst vereenzelvigd mogen worden. „Wat is het doel van een dergelijke stich ting? Dit doel ligt geheel in de lijn van den Woodbrokers-arbeid, die gewijd is aan de „versterking en verrijking van het gods dienstig leven." In onze drukke maatschap pij met haar sterk doorgedreven arbeids verdeling, haar versnippering en verbrok keling, staan de meeste menschen in geeste lijk opzicht eenzaam. De huwelijks-adver tenties van menschen, die „wegens drukke werkzaamheden" geen gelegenheid hebben met het andere geslacht in aanraking te komen, hebben een tragischen achtergrond. Ook om geestelijke gemeenschap en ziels- gemeensohap te zoeken bestaat In onze sa menleving voor de meeste mensohen even weinig gelegenheid als tot het zoeken van van een levensgezel of -gezellin. „De Barchemsche bijeenkomsten trachten aan de behoefte naar zielsgemeenschap, die in 't bijzonder godsdienstige menschen ken merkt, tegemoet te komen, nu de kerkelijke gemeenten geen gemeensohap meer ia, zoo zij dit ooK Ls geweest. Maar naast het ver keer met geestverwante zielen is de een zaamheid op haar beurt een even noodza kelijke factor voor de „versterking en ver rijking van het godsdienstig leven." Derha! ve is net retraitehuls een noodwendige aan vulling van de gemeenschappelijke bijeen komsten. Het Protestantsclie Retraitehuis bo oogt geen wereldvlucht, integendeel! Het tracht den mensch door tijdelijken zelfinkeer en zelfverdieping- toe te bereiden tot den arbeid temidden der wereld. Het is geen doel, doch middel. Het eerste Protestantse he retraitehuis in Nederland mag niet als een verlengstuk van het Roomsch-Katholieke kloosterwezen worden beschouwd, veeleer als een Prote stanteche navolging van de Katholieke re traite. Het heeft een doel op zichzelf. Het is in alle geval een belangwekkend teeken des tijds." Inderdaad een belangwekkend teeken des tijde. En indien het „een Protestant sohe navolging van de Katholieke retraite" wil zijn, merkt „De Tijd" hierbij op, zou het nóg belangwekkender kunnen worden, indien de ondernemers eens een ernstige stu die maakten van het wezen der Katholieke retraite. KENNIS OVER NEDERLAND IN DEN VREEMDE. Het verslag van de vereeniging tot ver breiding van kennis over Nederland in den vreemde, herinnert aan de oprichting Sn Juni 1914, maar door de kort daarna inge treden oorlogstoestanden kon er in den eer sten tijd nog niet aan gedacht worden de werkzaamheden, in de statuten omschreven, in vollen omvang aan t© vangen. Toen het echter bleek, dat ons land, te midden van de strijdende natiën gelegen, aan veel en dikwijls onwelwillende eritiek bloot stond, heeft het bestuur gemeend pogingen te moe ten doen om onware en onbillijke beschou wingen over ons in de buitenlandsche pers recht te zetten. De pers-inlichtingen kwamen daardoor in Mei 1915 in werking, onder de leiding van mr. H. W. J. M. Keuls. Intusschen echter was reeds opgetreden tegen een schandelijk artikel in de „Gior- nale dltalia" over de behandeling der Bel gische vluchtelingen in ons land. terwijl ook in de Fransche en Duitsche pers verschil lende onjuiste inlichtingen over Nederland werden tegengesproken. In het werkprogramma der Vereeniging maakt het doen vervaardigen van duide lijke en aantrekkelijke films van ons land op economisch, sociaal, wetenschappelijk en kunstgebied, een voornaam punt uit. Het bestuur is er in geslaagd, niettegen staande de moeilijke tijdsomstandi ghedei een propagandatoebt naar Denemarken te organiseeren. Niet lang daarna viel het oog op Zweden en werd verbinding met dit land gezocht. Wegens moeilijkheden, welke zieh van Duit sche zijde, voor de reis voordeden, moest de tocht worden uitgesteld totdat de om standigheden zulks zullen toelaten. Intusschen werden de foto s over Neocr- landsche bouwkunst, die indertijd in Kopen hagen werden tentoongesteld en daarna aan dó Deeusehe Academie voor Beeldende Kun-. sten werden geschonken, aan de Vereengiing tijdelijk afgestaan, om ze ook in Stockholm te kunnen tentoonstellen. Uit Zwitserland ontving het bestuur een schrijven van daar vertoevende Nederlan ders, waarin de wensch wordt uitgedrukt ook in dat land Nederland meer bekend te maken en volle steun voor mogelijke plan nen in die richting toegezegd. Ook een propagandatoebt naar Amerika ligt in bet verschiet. Onderhandelingen daarvoor zijn reeds met veel kans van sla gen aangeknoopt. Van zeer gewaardeerde züde werd de aan dacht op Spanje gevestigd, zoodat ook met dat land verbinding werd gezocht. En ook met den Italiaanschen „Bond tot Bevorde ring van intellectueel verkeer met verbon den en bevriende Landen" werd aanknoo ping gezocht, om de propaganda voor Ne derland in Italië te bevordereu. De uitgave van een periodiek in de ver schillende talen, ter verspreiding in de na burige landen, als ook het plan tot oprich ten van een pers-bureau, heeft men voor- loojrig moeten laten rusten; dit laatste plan echter eischt thans weer de volle aandacht. Ter perse ie thans een boekje, waarin, in de verschillende talen, zeer in t kort, op geografisch, wetenschappelijk, artistiek en eoonomisch gebied het belangrijkste over 89 Ondanks mijn o»we^bo.d, Win ik eehter zen lijk bel in# te E beid v& Vu Lnscffike» 'fTw?/ 611 ik bc» Ss stout genoeg ^^nkbee.d aan de hand f doen *n ben trotsoh °P> «-18 Broeder ^RtiaJis de juistheid ©r van erkent. Zooals Op bijgaand plan zal zien, was eerst bijvoor- «e©id bot huisje voor de Broeders aan den van den weg geplaatst; op mijn raad, *üllen wij het overbrengen naar het andere i ^iteinde van de heide, bij den weg, waarlangs dn karren rijden; vijf minuten ongeveer ver- maar het vergezicht is ©r echooner en t*" bron ter zijde. Daarentegen wilde hij er volstrekt niet van "oor«n, toen ik idle hoeve wilde optrekken "ftder één dak. En de besmettelijke ziekten? het vuur? Hebt u aan die beide nioodiot- bge dingen gedacht, mijnheer Herbert? vroeg «"Wder M&rtialis mij met een ondeugend glimlachje. Helaas, neen: „mijnheer Herbert" had aan iets grootsch gedacht, ziedaar allee. Hij is dus ook gezwicht voor zulke wijze redenaeringeu. Aldus vormen stallen, varkens kot, koestal, hoenderhof, roomkelder, paar denstal en koetshuis even zoo veel afzonder lijke gebouwen op een reusachtig vierkant. Broeder MartiaUs beweert, dat do aanblik van het geheel uitstekend zal zijn op voor waarde dat de hoeve Dee Prés wordt afge broken, want doze, reg't bij, maakt denzelf den indruk als een wrat op een aardig ge- richt en daar uw brief hem de volstrekte volmaoht geeft, is de afbraak eene uitgemaak te zaak. U kan zioh wel voorstellen, met welke kre- deae tijding ontvangen heb- i 1 moeder, zee kindertjes en vier knechts schreeuwden om het hardst en een tienmaal (herhaalde verzekering van eene be tere woning js noodig geweest, om een emde te maken aan het ontplooien van rekken, voorschoten, kielen, niet eens de zakdoeken medegerekend, die noodig waren om de in fonteinen veranderde oogen af te vegen. Denzelfden dag hebben wij „mijn© bezitting" bezocht, Een juweeltje, heeft Broeder Martialis ver klaard. Ja, een juweeltje door haai' ligging en haar vruchtbaarheid. Met het park was hot vooral de hoeve Des Prés, waarover mijne moeder treurde. Nu behoort zij opnieuw aan Barsan- nos.Oom, hoe zal ik u danken? Op deze vraag hoor lk u antwoorden: Dc beste manier om mij te bedanken is mijn raadgevingen op te volgen. Het is waar, vooral aaar zij goed en juist ziin maar alvorens haar als dusdanig te er kennen, wat oen strijd, oom Fabi ml De hoogmoed sprak: „Gij, eon Baisannes, vroeger de koning der salons, gaat u in boer veranderenWeiko verlaging)" De luiheid zei op haar beurt: „Hoe, gij offert uw zoef, lui leventje opl De heerlijke watertochtjes, de aangename wandelingen door di bosschen. Do vischpartijtjes in den omtrek van don ouden molen. De jacht met Loti, om u bezig te houden met koeien, schapen en vetwei- dorij. Wat een dwaasheid!" Door deze „ver- laging" te aanvaarden en die „dwaasheid" te begaan, deed ik niet alleen mijn verleden te niet, maar bond ik ook den strijd aan roet mijne moeder.,.. Do hoogmoed rilde! Dc zwakheid klaagde. Eindelijk na twee dagen aarzelons om Babine te verdienen en mijn geweten te hooren neggen: ,,'t Is goed!" Heb ik in mij zul ven het: „Ik wil" uitgesproken, dat het begin is van gewichtige besluiten. En, u weet het, oom, als een der onzen zegt: „Ik wil" js geen maoht tor wereld in staat ons onze plannen te doen opgeven. Maar de beslissing neemt het lijden niet weg. Ik heb geleden, ik lijd nog.Mijne moe der is woedend, minder woedend misschien omdat zij mij (zooals ze zogt) „boer" zet worden, dan wel omdat zij mij „boer ziet worden tor wille van Sabine. Die kleine #lwaas heeft je gv hypnotiseera, heeft zij mij tijdone eene onvergetelijke woor- denwissoling gezegd. Helaas, moeder, heb ik geantwoord, het sujet bood tegenstand, want de hypnotische proef beeft lang geduurd, geloof mij. Had zij maar altijd geduuid! Deze uitdrukking heeft mij tal van zaken duidelijk gemaakt, oom, zaken, die u, zoo doorziend, ongetwijfeld reeds lang) zal fejeraden hebben. Dat mijne moeder mtet tot oog op bum opeenvolgende ongelukken ziöh niet v*n jnij heeft willen scheiden, begin ik te begrijpeoj maai' dat mijn tegenzin in mijne vrouw haar gelukkig heeft gemaakt, schokt mij diep, ont- goochelt mii. schokt mijne kinderlijke liefde, die, zooals ik op dit oogenblik erken, te voLstrekt, te blind was. U kan zioh voorstellen, hoe het leven op Bors&nnes is, met dc jaloerschheid ter een- i en de onttoovering ter anderer zijde?.... Verpletterend stilzwijgen of onophoudelijke wrijving. Mijn© moeder en ik zonderen zioh don ook af on deze afzondering ie voor mij des te zwaarder naarmate mijn hart begint to herleven en te hopen en dus behoefte heeft zioh uit to storten. Pastoor Falhès toont zioh zeer goed. Hij schijnt mij zoo heilig toe ea bijgevolg zoo zeer boven mij verneven, dat ik paij «ea weinig sohuohter gevoel, aito ik in ztfn© na bijheid ben. Do Gueklry'a komen dikwijls to CtsomeUa sinds de werkzaamheden begonnen zijn (U»v* Hemel, w»t tobben zij versteld gestaan over mijn besluit), maar han evenmin als fcdet ander laat ik In mijn hart tenen. (Woidt vervolgd.) Uep- - V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 5