t mm humt
Over Romans en Bioscopen. BUITEN LA ND
KERK EN SCHOOL
FEUILLEton
WARE ADELDOM
dinsdag 15 MeiTweede Blad
KUNST EN KENN'
reu willen vergasten. Dat is hun plicht
tegenover de ziel en de opvoeding van hun
kind. Zij toch weien wat hun kinderen
verdragen kunnen.
Naast het papieren gevaar staat, zeker
e^en dreigend, zoo niet dreigender, het
filmgevaar; naast slechte en lichtzinnige
lectuur, de' verderfelijke voorstelling va®
"1 wat onrein en bedorven is.
En 't gif is juist: dat al dat verderf
*ordt opgediend in verfijnd aanlokkelijken
vorm: met deftige bescheidenheid of vol
J'omp'ens-gedoe; in Echtelijken eenvoud of
tiet schitterende militairen-muziek en we-
>eldse.hen luister, al naar de kinderen der
'Eisternis hun slachtoffers willen van-
toii. Want nog immer is het waar. als in
0(i tyden van Christus: de kinderen der
fll):,s(ernis zijn behendiger in het spannen
strikken, dan de kinderen des lichts
0,1i ze te ontwijken.
De ongeoorloofde lectuur en daaronder
ïekeiien wij niet op de laatste plaats
^antenlectuur is een gevaar voor onzen
tijd, ovenals de aanschouwelijke voorstcl-
van *t filmkwaad.
O, wjj weten wel, dat geen Katholiek
Ouder welbewust zijn kind een slechten ro-
'nan in de hand zal duwen, geen bioscoop
voorstelling laat bijwonen, waarvan hij
Vreet, dat zij den toets een er eerlijke critiek
"iet kan doorstaan.
15 aar, zoo mogen wij vragen, doet ieder
Ouder hier wel gewetenstrouw zijn plicht.
Is het zielebeil van zijn kind hem wel im
mer meer waard dan het zich Terzetten
tegen kleine willetjes Hoe menigeen zal
hier een „mea culpa'' moeten prevelen!
Niet 't bijbrengen toch van wat Room-
sehe bagage op de levensreis, moet bet doel
la de opvoeding zijnmiaar Roomsche levens
vorming, zoo volledig mogelijk. Een indruk
wekkende opdracht van God Zelf afkomstig,
^'p hen, die ze wèl doordenkt, doet buive-
*en van verantwoordelijkheid.
T u a res a g i t u r het is uw eigen
fcoak, die gij bevordert, wanneer gij terdege
lot op de opvoeding uwer kinderen; uw
eigen zaak, want God hoeft de ouders in
de kinderen talenten gegeven, waarover
Bij rekenschap zal vragen en wee hen die za
begraven hebben of zelfs verloren....
Een stortvloed van verdachte romans en
eervergeten filmopnamen hebben ons de
laatste tientallen jaren gebracht. En niets
is voor de uitbuiting door romanfabrikers en
operateurs meer heilig: bet allerdwaaste en
gemeens to moet de stof leveren voor 6teeds
meer prikkeling.
Lu waar schuilt nu het gevaar
In die romans en films, waarvoor van
"He zijden wordt gewaarschuwd 1 Waarvan
de gemeenheid u van de affiches tegen-
Srjjnst in al haar fel gekleurde leeüjkbeid?
Neen: de gevaarlijkste romans en bioscoop-
^ertooningen zijn die, welke opgediend wor
den onder onsehuldigen vorm, zacht al6
finweel. Daar leert het kind bet kwiiód
kennen, de zucht naar méér prikkeling.
Baar wordt de fantasie stilaan gevoed en
leert het de handeling, het leven in een
Verkeerd licht beschouwen. Het verlangen
fnaar mecr wordt steeds heviger en dat is
de weg, die leidt tot het verderf.
Het leven is ni©t zooals het in 'n rpman
of op het doek wordt voorgesteld. I» wor"
kelükbeid is het voorgestelde een onding.
Maar nu is het rvoote gevaar dat de on
ervaren lezer of toeschouwer het denkbeeld
in ruwe werkelijkheid wil omzetten. En de
tragische gevolgen zijn bijna dagelijks in
de korte, doch zoo welsprekende kranten
berichten te vinden.
Bij de jeugd is niet alleen de vraag wat
Zij leest en w a t zij ziet, maar ook en vooral,
hoe zij leest en ziet. Zich daarvan te ver
gewissen en zich w>o noodig daartegen te
Gapenen, is de plicht van ieder.
Natuurlijk kunnen en mogen wij niet
^dere lectuur en iedere vertooning afkeu
ren. Maar eisch is dat de keuze met zorg
^ordt godaan.
Er bestaat hier in Haar leem, zooals op
Iele andere plaatsen een zekere censuur op
de bioscoop» die weldadig kan werken. Maar
de oudere zullen goed doen, zich vooraf
*Gf nog eens te overtuigen van de lectuur
ril de vertoonim?en' waarop zij hun kind©-
VERSPREIDE BERICHTEN
TUSSOHEN TWEE STEMMEN.
Een Duiiteeh officier, diie de zwaarsto ge
vechten mee maakte bü Vordun, aan de Somma
en nu aan de Aiane, en die door een wm&mp-
ecshot gewond werd aan den arm, vertelde een
medewerker van het „Berliner Tageblatt ie
volgende: T.
„Luiiater een» naar het trommelvuur. Dat w
de richting YauxaAllon. Van hier uit heeft men
eigenlijk een barometer voor de plannen van
den vijand, doordat, men elk oogenblik met den
verrokijker kan vaststellen hoeveed kabelbal
lons de Franeoken laten opstijgen. Men hoort
en riot dag en nacht de colonnes voorbij ratelen.
De toeter van een automobiel haalt een menaoh
onmiddellijk uit den zwaks ten droom. Allee ie
er plotseling weer: de granaten, het sterven,
het stormen van de infanterie, waarin mijn
mitrailleurs kogels spuiten, de stem in mij en
de Btem onder mij."
„Wat voor stemmen
„Eigenlijk is het niet te vertellen.. Omdat
het meest innerlijke niet onder woordten s®-
txraoht kan worden. Het verschrikkelijke.
Ik wist er tot eergisteren ook niet van. Vroe
ger, ale men van een groot mijnongeluk in dte
krantien las. van het onder puin en steen be
dolven van een paar honderd man, die stikten,
dacht, men even aan de gruwelijke laatste
oogenblikken van deze menseken, die de zon
nooit meer zouden terug zien. Trommelvuur
dat is waanzin. Dagenlang en nachtenlang.
Maar dan komt een nog veel grootere waanzin:
zoodra de vijandelijke golven onze zoogenaamd
stormrijp gemaakte loopgraven naderen.
„Te voren, dagenlang en nachtenlang, slechts
de ééne stem: ziin al je mitrailleurs in orde.
voor de enkele beslissend© oogenblikken. dat
ze tot geen priis dienst mogen weigeren. Deze
stem in het levende hart zweept all© zenuwen
op, al staat men op liet punt van moeheid om
te vallen, niettegenstaande het sterven en het
trommelvuur rondom. Het behoeft geen stuk
ijzer te zijn, een zandkorrel is. reeds in staat
het zoo onschuldig lijkende machinegeweer on
bruikbaar t© maken. Is alles in orde? Steeds
weer moet men van giranaatkuil tot granaatkuü
ziin patrouille afkruipen. Is alles in orde 1
Vandaag stellig zal de dans beginnen. Mis
schien morgen ai. misschien onmiddellijk. Op
den uitereten rechtervleugel de mitrailleur.
De mannen hier hebben van den eersten dag
van den alag af verschrikkelijk© verliezen gr
il ad. Men is reeds ietwat bijgelooviLg geworden.
Juist deze nmtarilleur. Ik ben er nog niet dicht
bij gekropen. Suizen, kraken, ijzer en steen
vliegen door dte luoht. Eén doodie» twee zwaar
gewondten. alle anderen licht gewond. Hospi
taalsoldaten 1 Redden wat nog in loven is. Wie
bedient de mitrailleur? Onmiddellijk ordon
nansen naar achteren. Reserve moet komen.
Onmiddellijk I D© gewonden achter in d©
schuiliholen. Dan moet ik alleen hier Wijven.
Wat? Waar! Komt de vijand nu al? Ik alleen
moet de mitrailleur bedienen. Tot de reserve er
is. Mijn hart is plotseling volkomen rustig. De
stem in mij zegt: Do© je plicht. Natuurlijk.
„Op diit oogenblik is er voor mii niets na-
tuurlijkers. Nog een suizen en kraken, een gra
naat ontploft achter mij. Precies op den onder
stand die bedolven wordt. Schreeuwen en roe
pen. Uit de aarde, uit de diepte. Steen en aarde
hebben vroeger reeds bloedend leven bedekt.
Drukken het steeds meer tezamen. Een tweedie
stem laat zich hooien naast, die eene ruetige in
mij, een tweede, die ik eigenlijk in het geheel
niet moest, hooren maar die zich opdringt, om
dat daar in dte diepte dood en leven worstelen
net zoo als hier boven, maar verschrikkelijker.
Intueaohen lieteft mijn goede mitrailleur de
oorata rood© streep getrokken in de teerste aan
rollende godtf. De golf wordt uitéén aoscbeurd.
is reeds verdeeld in kleine golven, die torug-
vloeien. Goed, goed I zegt do stom in mij. Hulp!
Hulpsteunt de ander© stem uit de aarde,
gruwelijk benauwd,. Dat verscheurt mijn hart in
twee trillende helften. Dat doet meer piin dan
de verschrikkelijkste wond. Het i» werkelijk
waar, ik moeet mijn lichaam met- alle energie
dwingen op deze plaats te blijven. Dwaasheid
zou hel zijn naar de gewonden te kruipen.
Schieten, schieten. Na de eerste golf moet de
tweede die reed» door stofwolken zdeb teekent.
terug gejaagd worden. Deze tweed© golf komt
al voed onzekerder, «kalender dan de eerste,
omdat rij weet. dat haar hetzelfde lot wacht.
Kalmte, kalmte. Kalmte. Myn hart mag al
leen naar de eene riem luisteren, met naar de
tweede. Die ach al zooveel zachter gewor
den is, niet meer zooveel kracht heeft, omdat
de aardt© en de steenen zoo zwaai nin. beme
ten, schieten, schieten. Tak-tak-tak-tak-tak.
Dat ie het rhytme van het oogenblik. En mets
anders. Tak-tak-tak-tak. Hoe lang duurt dat al f
Ho© lang moet dat nog duren Steeds nieuwe
golven spuwt de hel uit Steeds weer nieuwe
menachen dood-dood-dood. Kleine heuvels doode
mensoh en ontstaan overal. Zij groeten voor mii.
worden barricades, beschermend© wallen voor
de later komende colonnes. Gruwelijk en steeds
gruwelijker. Slecht -de een© stem beveelt. De
andtera ie diat mogelijk, kan men haar werke
lijk e©n paar Moeuden ndet hoorsni de au
dtere riem ia rerriomd, zwijgt, gaat op in het
rumoer hier boven. Beneden in den grond ia
een strijd uitgestreden, de strijd hier boven
duurt voort. Zal voortduren tot die vijand uit
geput ia. Tot-tot maar daar is voorloopög
niet aan te denken. Niet denken, schieten,
schieten.
De luitenant zweeg. Hij trilde op zijn voeten.
Tranen vloeien uit ziin oogen, groot© tranen,
steeds sneller.
„Wat kan ik nog meer vertellen? Dte aanval
werd afgeslagen. Dat ik zalf Uoht gewond werd
merkte ik later pas. Zoo'n kleine schram is
niet van beteek en is. Maar de stem, de andere
stem diep onder den grond, die is er nog steeds
en die zal weken lang steeds terugkomen,
wanneer al het andere reeds lang genezen en
vergeten' is. Hoort ge dan die stem onder ons
niet! Uit de aarde wordt geroepen, geschreeuwd
en gesteund!"
Ik staar naar de vergeetmijnietjes, die voor
me staan en zoo heerlijk donkerblauw bloeien.
En die nu plotseling heel donkerrood worden,
piurper, bood. En ik hoor roepen, schreeuwen en
steunen tril zelf en ween als een kind.
ENGELSCHE KOELBLOEDIGHEID.
De „Daily Ohronicle" bevat een aantal ver
halen omtrent de voorvallen aan boord van het
transportschip „BaiUnrat," dat Australische
troepen naar Engeland overbracht en door een
Duitaohen onderzeeër op ongeveer 40 Eng. mijlen
van land in den grond werd geboerd. De verha
len zijn uit den mond van opvarenden onav-
teekend.
Een der laateten die van boord ging was
zeker© Michael Joeeph Kearns, van Sydney, dii,
op het salondek aan do piano was bliiven zit
ten. Hij had daar ragtimes gespoeld terwijl
andere soldaten vroolük in paren donaten.
Hier was hü bijna achter gelaten, maar juist
bijtijds dacht men nog aan hem en werd er een
groepje uitgestuurd om hem te verlossen.
„De mannen schaarden rich in het gelid
aleof het voor een parad© was", zeide een kor
poraal nit 1 asmanië, „behalve dat het bii een
parade niet zoo vroolijk zou toegaan. Wii ston
den daar ongeveer ©en' half uur. terwijl de
booten werden neergelaten en uit het gedrag
der mannen zooidt g© niet opgemaakt hebben,
dat het schip in zinkenden toestand verkeerde.
Zij schenen het allen als een prachtig© mop te
beschouwen. Een van hen begon „Australia will
be there" te ringen en alen zongen modo. Hier
op volgde „Long Trail" en „So long". Letty,"
een liedje uit een operette die op het oogen
blik met veel auccea in Australië gespeeld
wordt»
Intuseohen wordt geregeld voortgang ge
maakt met het uitzetten der booten. Dit ge
schiedde vlug en zonder drukte- Ho© kalm allee
gi.nffl blijkt uit het felit. dat er maar één man
een nat pak heeft gehaald en die was van de
ladder gegleden bij het in de boot gaan. Ook
e©n Australisch eekhorentje, dat een van de
soldaten had meegebracht, viel in het water,
doch werd ook gered.
Terwijl wij daar zoo stonden te w achten om
in de booten te kunnen gaan, riep plotseling
een der mannen: „Wat beteaken t 't nou eigen
lijk? Die ouw© schuit hoort toch niet van ons".
Schaterend gelach volgde op deze mop. „Maar
jullie kunt eigenaars worden." riep een ander.
„Wjj zullen de RaJlarat in veiling brengen".
Allen schaterden hot uit. Wii verdrongen ons
om den laateten spreker, die als veilinghouder
optrad. „Komt, heeren, wii zullen de schuit
inzetten op 8 stuiver. Wi© biedt eir op het
hechte stoomschip BaJlaratï" Van alle kanten
werd or geboden. Onbeschrijfelijk© vnoabjkheid
heerschte er onder d© groep soldaten. Er werd
bij farthings en halve stuivers en stuivers tege
lijk opgeboden, cn eindelijk werd hot schip
voor 2sb. 9d. toegewezen aan den soldaat Ro
bert Lee. Twee shilling en- 9 stuivers en dat
was de schuit ndet eens waard. „Ja." riep de
afslager, .„en Lee krijgt haar niet eens. Ik
denk dat vader Neptomua er ander© rechten
op heeft."
De kolonel bleef tot hot laatst aan boord
met den gezagvoerder, kapitein Woodcock, en
al dien tijd hoorden wii slecht® opwekkende
woorden van hem. Hii riep maar steeds. ..'t Is
in orde, jongens. Ik heb twee jaar paleden
zelf ook al in 't water gelegen." Hii h<ad de
landing op Gallipot) m-eegomaaJtt en w«t aan
boord van de „Southlands" toen dat schip ge
torpedeerd werd. Dit was dus de tweede keer
dat hii zulk een voorval medemaakte.
Ik ontmoette ook nog een anderen veteraan,
de soldaat Evans, van Queensland. Hii nam
ook deel aan de eerste landing op Gatlipoli.
werd aan het hoofd en aan den voet gewond
verloor ©en vinger, werd naar het boewxtsnl te
Alexandra# gebracht, vervolgens weor naar
Australië gezonden en uit den dienst ontslagen,
maar had twee maanden daarna weder dienst
genomen. Hij wae de minst spraakzame van
allen. Toen ik hem vroeg, waarom hij voor de
tweede maal dienst genomen had. antwoordde
hii: „Och, ik wilde dat nu eenmaal."
Et zijn tal van kleine heldendaden verricht,
waarvan da mannen met bewondering ver
tellen.
Zoo atond luitenant Kernan bijv. op het punt
om in een boot te «taan, toen er ©en soldaat
aankwam: „Ga in de boot, jongen," zeide hii.
„Mc kom dan later wel." Ook luitenant Matthews
wdigorde van boord te traan voor alle soldaten
in de booten waren «©gaan. Ook vele soldaten
verrichtten dergelijke daden van zelfopoffering,
en toch wiet iedereen dtatt hot schip ieder oog-in-
Hak in de diepte sou kunnen zinken.
Ear bad ook een grappig, maar treffend voor
val plaats. Een van de booten zou neergelaten
worden, teen een der aoldaten met een.,'n
Oogenblikkie!" weer op dek sprong, en zonder
op d© bevelen te latten n*ar beneden gin». D©
officier waa juist op het punt bevel te geven
om de boot te laten strijken, toen de soldaat
weer scheen met een groot portret in de hand.
„Wat ia dat?" vroeg de offiaiw.
„Ik had warempel het portret van ma meisje
vergoten" antwoordde hii, onder sohaberend ge
lach der omstanders.
VAN EEN SPREEUW. DIE NIET BANG TE
MAKEN WAS.
De Duitse]ie uiohter Eaahelbaoh vertelt ineen
bnief van af liet Westelijk front: „Bii een wan
deling langs de vuurlinie hoorde ik in de hoo
rnen achter d« loopgraven d© spreeuwen zingen.
De luitenant, dien ik begeleidde, maakte er mij
opmerkzaam op, dat z© hier heel andere zingen
dan thuis. „Dat zal Franach ziin", veronder
stelde ik. „N-een, neen, de spreeuw la een spot
vogel, hij doet. hier het aissën van do geweer
kogels na." Inderdaad! Aan bet beetje geknal
heeft dte vogel zich spoedig gewend, daar trekt
hij rich verder niets van aan. Hü zit op ziin tók
en luistert verwonderd toe. hoe de geweerko
gels, die hem niet verschrikkenomdat hii r©
niet riet. sstasnoat! sssnoetl doen. Dan kanonz©
spreeuw natuurlijk net zoo goed. En nu zit hii
zielsvergenoegd in den dichtsten kogelregen en
imiteert dte doodamelodie: ast: ssnost! ssnoet!
DE ST. SERVATIUS-PROCESSIE
TE MAASTRICHT.
Zondag heeft te Maastricht, op den dag
van den patroonheilig© der stad, de groote
St. Servatius-processie plaats gehad.
Begunstigd door fraai, maar warm weder,
verliet de stoet te 11H uur de groote statige
kerk op het Vrythof en trok omhet Vryt-
hof heen, waar duizenden toeschouwers
geschaard stonden. Ruim een half uur
duurde het voorbijtrekken deT broeder
schappen, congregatiën, leerlingen der bij
zondere scbolen, groepen van in 't wit ge-
kleede meisjes, het beeld van St. Servatius
de noodkist, die, zoolang de oorlog duurt,
in de St. Servatinskerk uit de krocht is
gehaald; dit alles afgewisseld door ver
schillende zangkoren en harmonie-gezel
schappen, terwijl do fraaie met gond en
zilver versierde vaandels en banieren en de
vaak kunstrijke (gewaden der geestelijken
het geheel vol kleur maakten
Voorafgegaan door wierookzwaejiende
koorknapen werd de vergulde troonhemel
gedragen, waaronder de pastoor-deken^ der
St. Servatinskerk met het Allerheiligste
De commissaris der Koningin, de burge
meester In ambtsgewaad en de leden van
den gemeenteraad slot enden stoet.
EEN PROTESTANTSOH BETRA1TENHUIS.
Herhaaldelijk schreven wij reeds over den
hang tot zelfinkeer, en de behoefte aan een
zaamheid met God, welke in sommige Pro-
testantsehe kringen is waar te nemen.
Dc „N. R. öt. doet thans een en ander
verluiden over het besluit der Hollandsche
Woodbrokers, om te Barchem een retraiten-
huis te stichten.
„Gelijk men weet, is dr. van Senden van
lieverlede zoodanig door de retraite-gedachte
in beslag genomen, dat hij ten slotte ge
meend heeft zijn ambt te moeten neerleg
gen ter wille van zijn nieuwe ideaal, voor
welks verwezenlijking hij reeds terrein had
aangekocht.
Noch de zelfverloochening, waarmee dr.
van Senden zich zelf op den achtergrond
stelde, noch de voorzichtigheid, waarmee de
vergadering de leiding van het huis heeft
verplaatst naar een raad van leden, waar
van het echtpaar van Senden slechts als
rinwonend© leden" deel uitmaakt, noen het
tijdelijk karakter van dit „inwonend lid
maatschap, welks bestendiging om de drie
jaar aan het oordeel der ledenvergadering
zal worden onderworpen, heeft volledige ge
ruststelling kunnen verschaffen.
„Daardoor is de ascetische voorkeur van
het echtpaar van Senden te bekend en het
verband tusechen ascese en retraite tot nog
toe te eng. Het kloosterwezen der Roomsch-
Katholieken is ascetisch van aard, en hier
om veronderstelt men allicht, dat ook een
Protestanteche retraite noodwendig ascetisch
moet zijn. En juist dezen ascetischen schijn
willen de Barchemieten tot allen prijs ver
mijden, nu het de oprichting van liet eerste
Protestantsohe retraite-huis m Nederland be
treft. Want terecht oordeelen zij, dat van
Protestantsoh standpunt retraite en ascese
allerminst vereenzelvigd mogen worden.
„Wat is het doel van een dergelijke stich
ting? Dit doel ligt geheel in de lijn van den
Woodbrokers-arbeid, die gewijd is aan de
„versterking en verrijking van het gods
dienstig leven." In onze drukke maatschap
pij met haar sterk doorgedreven arbeids
verdeling, haar versnippering en verbrok
keling, staan de meeste menschen in geeste
lijk opzicht eenzaam. De huwelijks-adver
tenties van menschen, die „wegens drukke
werkzaamheden" geen gelegenheid hebben
met het andere geslacht in aanraking te
komen, hebben een tragischen achtergrond.
Ook om geestelijke gemeenschap en ziels-
gemeensohap te zoeken bestaat In onze sa
menleving voor de meeste mensohen even
weinig gelegenheid als tot het zoeken van
van een levensgezel of -gezellin.
„De Barchemsche bijeenkomsten trachten
aan de behoefte naar zielsgemeenschap, die
in 't bijzonder godsdienstige menschen ken
merkt, tegemoet te komen, nu de kerkelijke
gemeenten geen gemeensohap meer ia, zoo
zij dit ooK Ls geweest. Maar naast het ver
keer met geestverwante zielen is de een
zaamheid op haar beurt een even noodza
kelijke factor voor de „versterking en ver
rijking van het godsdienstig leven." Derha!
ve is net retraitehuls een noodwendige aan
vulling van de gemeenschappelijke bijeen
komsten. Het Protestantsclie Retraitehuis bo
oogt geen wereldvlucht, integendeel! Het
tracht den mensch door tijdelijken zelfinkeer
en zelfverdieping- toe te bereiden tot den
arbeid temidden der wereld. Het is geen
doel, doch middel.
Het eerste Protestantse he retraitehuis in
Nederland mag niet als een verlengstuk
van het Roomsch-Katholieke kloosterwezen
worden beschouwd, veeleer als een Prote
stanteche navolging van de Katholieke re
traite. Het heeft een doel op zichzelf. Het
is in alle geval een belangwekkend teeken
des tijds."
Inderdaad een belangwekkend teeken
des tijde. En indien het „een Protestant
sohe navolging van de Katholieke retraite"
wil zijn, merkt „De Tijd" hierbij op, zou
het nóg belangwekkender kunnen worden,
indien de ondernemers eens een ernstige stu
die maakten van het wezen der Katholieke
retraite.
KENNIS OVER NEDERLAND IN
DEN VREEMDE.
Het verslag van de vereeniging tot ver
breiding van kennis over Nederland in den
vreemde, herinnert aan de oprichting Sn
Juni 1914, maar door de kort daarna inge
treden oorlogstoestanden kon er in den eer
sten tijd nog niet aan gedacht worden de
werkzaamheden, in de statuten omschreven,
in vollen omvang aan t© vangen. Toen het
echter bleek, dat ons land, te midden van
de strijdende natiën gelegen, aan veel en
dikwijls onwelwillende eritiek bloot stond,
heeft het bestuur gemeend pogingen te moe
ten doen om onware en onbillijke beschou
wingen over ons in de buitenlandsche pers
recht te zetten.
De pers-inlichtingen kwamen daardoor in
Mei 1915 in werking, onder de leiding van
mr. H. W. J. M. Keuls.
Intusschen echter was reeds opgetreden
tegen een schandelijk artikel in de „Gior-
nale dltalia" over de behandeling der Bel
gische vluchtelingen in ons land. terwijl ook
in de Fransche en Duitsche pers verschil
lende onjuiste inlichtingen over Nederland
werden tegengesproken.
In het werkprogramma der Vereeniging
maakt het doen vervaardigen van duide
lijke en aantrekkelijke films van ons land
op economisch, sociaal, wetenschappelijk en
kunstgebied, een voornaam punt uit.
Het bestuur is er in geslaagd, niettegen
staande de moeilijke tijdsomstandi ghedei
een propagandatoebt naar Denemarken te
organiseeren.
Niet lang daarna viel het oog op Zweden
en werd verbinding met dit land gezocht.
Wegens moeilijkheden, welke zieh van Duit
sche zijde, voor de reis voordeden, moest
de tocht worden uitgesteld totdat de om
standigheden zulks zullen toelaten.
Intusschen werden de foto s over Neocr-
landsche bouwkunst, die indertijd in Kopen
hagen werden tentoongesteld en daarna aan
dó Deeusehe Academie voor Beeldende Kun-.
sten werden geschonken, aan de Vereengiing
tijdelijk afgestaan, om ze ook in Stockholm
te kunnen tentoonstellen.
Uit Zwitserland ontving het bestuur een
schrijven van daar vertoevende Nederlan
ders, waarin de wensch wordt uitgedrukt
ook in dat land Nederland meer bekend te
maken en volle steun voor mogelijke plan
nen in die richting toegezegd.
Ook een propagandatoebt naar Amerika
ligt in bet verschiet. Onderhandelingen
daarvoor zijn reeds met veel kans van sla
gen aangeknoopt.
Van zeer gewaardeerde züde werd de aan
dacht op Spanje gevestigd, zoodat ook met
dat land verbinding werd gezocht. En ook
met den Italiaanschen „Bond tot Bevorde
ring van intellectueel verkeer met verbon
den en bevriende Landen" werd aanknoo
ping gezocht, om de propaganda voor Ne
derland in Italië te bevordereu.
De uitgave van een periodiek in de ver
schillende talen, ter verspreiding in de na
burige landen, als ook het plan tot oprich
ten van een pers-bureau, heeft men voor-
loojrig moeten laten rusten; dit laatste plan
echter eischt thans weer de volle aandacht.
Ter perse ie thans een boekje, waarin, in
de verschillende talen, zeer in t kort, op
geografisch, wetenschappelijk, artistiek en
eoonomisch gebied het belangrijkste over
89
Ondanks mijn o»we^bo.d, Win ik eehter
zen lijk bel in# te E beid v&
Vu Lnscffike» 'fTw?/ 611 ik bc»
Ss stout genoeg ^^nkbee.d aan de hand
f doen *n ben trotsoh °P> «-18 Broeder
^RtiaJis de juistheid ©r van erkent. Zooals
Op bijgaand plan zal zien, was eerst bijvoor-
«e©id bot huisje voor de Broeders aan den
van den weg geplaatst; op mijn raad,
*üllen wij het overbrengen naar het andere
i ^iteinde van de heide, bij den weg, waarlangs
dn karren rijden; vijf minuten ongeveer ver-
maar het vergezicht is ©r echooner en
t*" bron ter zijde.
Daarentegen wilde hij er volstrekt niet van
"oor«n, toen ik idle hoeve wilde optrekken
"ftder één dak. En de besmettelijke ziekten?
het vuur? Hebt u aan die beide nioodiot-
bge dingen gedacht, mijnheer Herbert? vroeg
«"Wder M&rtialis mij met een ondeugend
glimlachje. Helaas, neen: „mijnheer Herbert"
had aan iets grootsch gedacht, ziedaar allee.
Hij is dus ook gezwicht voor zulke wijze
redenaeringeu. Aldus vormen stallen, varkens
kot, koestal, hoenderhof, roomkelder, paar
denstal en koetshuis even zoo veel afzonder
lijke gebouwen op een reusachtig vierkant.
Broeder MartiaUs beweert, dat do aanblik
van het geheel uitstekend zal zijn op voor
waarde dat de hoeve Dee Prés wordt afge
broken, want doze, reg't bij, maakt denzelf
den indruk als een wrat op een aardig ge-
richt en daar uw brief hem de volstrekte
volmaoht geeft, is de afbraak eene uitgemaak
te zaak.
U kan zioh wel voorstellen, met welke kre-
deae tijding ontvangen heb-
i 1 moeder, zee kindertjes en vier
knechts schreeuwden om het hardst en een
tienmaal (herhaalde verzekering van eene be
tere woning js noodig geweest, om een emde
te maken aan het ontplooien van rekken,
voorschoten, kielen, niet eens de zakdoeken
medegerekend, die noodig waren om de in
fonteinen veranderde oogen af te vegen.
Denzelfden dag hebben wij „mijn© bezitting"
bezocht,
Een juweeltje, heeft Broeder Martialis ver
klaard.
Ja, een juweeltje door haai' ligging en haar
vruchtbaarheid. Met het park was hot vooral
de hoeve Des Prés, waarover mijne moeder
treurde. Nu behoort zij opnieuw aan Barsan-
nos.Oom, hoe zal ik u danken?
Op deze vraag hoor lk u antwoorden:
Dc beste manier om mij te bedanken is
mijn raadgevingen op te volgen.
Het is waar, vooral aaar zij goed en juist
ziin maar alvorens haar als dusdanig te er
kennen, wat oen strijd, oom Fabi ml
De hoogmoed sprak: „Gij, eon Baisannes,
vroeger de koning der salons, gaat u in boer
veranderenWeiko verlaging)" De luiheid
zei op haar beurt: „Hoe, gij offert uw zoef,
lui leventje opl De heerlijke watertochtjes,
de aangename wandelingen door di bosschen.
Do vischpartijtjes in den omtrek van don
ouden molen. De jacht met Loti, om u bezig
te houden met koeien, schapen en vetwei-
dorij. Wat een dwaasheid!" Door deze „ver-
laging" te aanvaarden en die „dwaasheid" te
begaan, deed ik niet alleen mijn verleden te
niet, maar bond ik ook den strijd aan roet
mijne moeder.,.. Do hoogmoed rilde! Dc
zwakheid klaagde. Eindelijk na twee dagen
aarzelons om Babine te verdienen en mijn
geweten te hooren neggen: ,,'t Is goed!" Heb
ik in mij zul ven het: „Ik wil" uitgesproken,
dat het begin is van gewichtige besluiten.
En, u weet het, oom, als een der onzen zegt:
„Ik wil" js geen maoht tor wereld in staat
ons onze plannen te doen opgeven.
Maar de beslissing neemt het lijden niet
weg. Ik heb geleden, ik lijd nog.Mijne moe
der is woedend, minder woedend misschien
omdat zij mij (zooals ze zogt) „boer" zet
worden, dan wel omdat zij mij „boer ziet
worden tor wille van Sabine.
Die kleine #lwaas heeft je gv hypnotiseera,
heeft zij mij tijdone eene onvergetelijke woor-
denwissoling gezegd.
Helaas, moeder, heb ik geantwoord, het
sujet bood tegenstand, want de hypnotische
proef beeft lang geduurd, geloof mij. Had zij
maar altijd geduuid! Deze uitdrukking heeft
mij tal van zaken duidelijk gemaakt, oom,
zaken, die u, zoo doorziend, ongetwijfeld reeds
lang) zal fejeraden hebben.
Dat mijne moeder mtet tot oog op bum
opeenvolgende ongelukken ziöh niet v*n jnij
heeft willen scheiden, begin ik te begrijpeoj
maai' dat mijn tegenzin in mijne vrouw haar
gelukkig heeft gemaakt, schokt mij diep, ont-
goochelt mii. schokt mijne kinderlijke
liefde, die, zooals ik op dit oogenblik erken,
te voLstrekt, te blind was.
U kan zioh voorstellen, hoe het leven op
Bors&nnes is, met dc jaloerschheid ter een- i
en de onttoovering ter anderer zijde?....
Verpletterend stilzwijgen of onophoudelijke
wrijving. Mijn© moeder en ik zonderen zioh
don ook af on deze afzondering ie voor mij
des te zwaarder naarmate mijn hart begint
to herleven en te hopen en dus behoefte heeft
zioh uit to storten.
Pastoor Falhès toont zioh zeer goed. Hij
schijnt mij zoo heilig toe ea bijgevolg zoo
zeer boven mij verneven, dat ik paij «ea
weinig sohuohter gevoel, aito ik in ztfn© na
bijheid ben.
Do Gueklry'a komen dikwijls to CtsomeUa
sinds de werkzaamheden begonnen zijn (U»v*
Hemel, w»t tobben zij versteld gestaan over
mijn besluit), maar han evenmin als fcdet
ander laat ik In mijn hart tenen.
(Woidt vervolgd.)
Uep- - V