1
A. H. VAK DER STEUR Ir.
li
r
SCUOÏSCHE EN ENGELSCHE STOFFEN
Mooit verlegen.
GRAPJES
RAADSELS
Eerste klas afwerking.
Een held.
kunstjes
^raadseloplossingen*
DAMES- EN HEERENKLEERMAKFRU
J BARTELJORISSTRAAT 22 TELEF. 303
VOOR DAMES- EN HEERENKLEEDINO.
KÊSSELS &VAUHUSSEU
eindhOVEN
^SPROKKELINGEN
X e
X
X e a ti
X
WIE WIL RUILEN?
van deze groote ramp. Brand liet veen
eenmaal, dan is er geen blusechen of stuiten
aan. Want dat is juist het eigenaardige hij
een dergelijken brand, op een oogenblik ziet
men het branden op een bepaalde plaats en
dan plotseling vliegt het vuur op vijf, zes
plaatsen tegelijk den grond uit. De middag
is daarbij de hachelijkste tijd, dan is de
grond door de zon zoo droog gestoofd als
*t maar kan en 's middags is het dan ook
aangekomen. Als bü prairiebrand vloog het
vuur voort, 't moet wel geschenen hebben
of het zich door den grond voortplantte. De
bovenste losse laag werkt als schietkatoen
en zoo kan het gebeuren. dat men zich vei
lig waant op een onaangetaste plek en zich
toch plotseling aan alle zijden ingesloten
ziet door den zich schrikbarend snel ver
spreidenden brand. Zoo is 't dan ook te ver
klaren, dat er bii deze ramp zooveel slacht
offers gevallen ziin. Vluchten haatte niets,
want het vuur is sneller dan de snelste
looper loopen kan. De wind neemt de bran
dende klonten mee op en eer men goed weet,
wat er gebeurt, staat een kwartier uurs in
den omtrek van waar de brand begon alles
in vlam en rook. Rook vooral, vuur ziet men
over het geheel niet veel, de veenlaag
smeult en gloeit maar voort, het vuur vreet
in den grond in en nestelt er soms wel een
meter diep onder de oppervlakte. Trapt
men op de terreinen, waar nu van rook of
vlam geen spoor meer te zien is, den grond
even los, dan komt er als in den krater van
een vulkaan dadelijk een rookkolommetje
naar boven en aan de omgewoelde stukjes
veen ziet men de vonken glimmen.
Daaraan kan alleen regen een einde ma
ken met zoo'n plasbni van een dag lang, die
den grond heelemaal doorsiepert van vocht.
De regen van vannacht heeft wel uitkomst
gebracht en vooral ook is het gelukkig, dat
de wind heelemaal gedraaid is, maar of dat
voldoende zal zijn, is de vraag, 't Gevaar
blijft dreigen, dat het vocht, dat ver in den
grond zit hij den eersten zonneschijn gauw
weer verdampt is en het vuur dan toch voort
zal blijven smeulen. De regeering heeft dat
ook wel ingezien en daarom veldpioniers en
een infanterie-detaehement gezonden, die de
bevolking helpen bij het omwoelen van de
bovenste laag, waar het vuur nog onopge
merkt in voort woekert.
Bij het Valtherveen tusschen Valthermond
en Valthe is het tegen de zandgronden, die
daar de veenlaag begrenzen, doodgeloopen.
Begon bij den veranderden wind de brand
opnieuw, dan was er groot gevaar, dat het
gedeelte tusschen Valthermond en Valthe,
dat de eerste keer gespaard bleef, bij de
tweede in vlammen op zou gaan en dan zou
het wel een wonder heeten, als er van Val
thermond niet nog meer huizen ten offer
vielen dan nu reeds geschied is. Oppassen
is daarom voor alles het wachtwoord. Daar
om ook is het zeker lang geen verwerpe
lijke maatregel om uit de groote gteden van
het westen brandbluschmateriaal van groote
capaciteit te laten komen en daartoe een
massa water op de nog rookende en smeu
lende terreinen te brengen. Hoewel het daar
bij allicht een moeilijke kwestie zijn zal, hoe
men op sommige plaatsen aan voldoenden
watervoorraad»komen moet.
De wind, wij zeiden 't reeds, speelt bij
dgze branden de hoofdrol. Aan de grilligheid,
waarmee de verwoesting is aangericht, ziet
men, dat zoo duidelijk als 't maar kan. Op
een' plaats, bijvoorbeeld, zijn twee steenen
huizen tot den grond toe afgebrand, een
strooien hut vlak daarbij is volkomen on
gedeerd gebleven. De wind heeft het vuur
er juist ornheen geleid. Zoo is 't ook elders
gegaan, waar bijv. een nieuw gebouwd en
daardoor zeker wel wat vochtig en minder
gemakkelijk brandbaar huisje den tocht voor
twee andere steenen huisjes heeft opge
vangen en deze zoo heeft gered.
Voor het vuur Is overigens niets veilig
Men moet niet wanen, dat een zelfs tamelijk
breede gracht of vaart het tegenhoudt. Het
springt van punt tol punt en hier is 't op
tal van punten over het kanaal gesprongen
en heeft aan de andere zijde ook alles aan
gestoken.
Bijna onverklaarbaar is het daarbij ook
weer, hoe het juist aan den zoom van het
dorp is beperkt gebleven. De dorpen in
de veenstreek zijn, gelijk men weet, meest
in langgerekten vorm langs een vaart ge
bouwd: juist de verste uitloopers van Val
thermond nu zijn door het vuur gegrepen
en verslonden. Vlak bij de plaats, waar het
wel het allerfelst gewoed heeft, lag een
groote uitgestrektheid turf, waar ook sta
pels turf stonden. Was het daar aan het
branden geraakt, dan was de ramp nog heel
wat vreeselijker geweest clan zij nu reeds is,
maar wonder boven wonder is juist deze
„kruitkamer" gespaard gebleven. Dc paniek,
die de Valthermondcrs aangegrepen hebben
moet, lijkt onbeschrijfelijk. Zij vluchtten
maar weg zonder zich om hun boeltje te
bekommeren. Het eenige, waar men aan
dacht, was zich zelf in veiligheid te brengen
Toch zijn er, gelijk men reeds weet, nog
verscheidene slachtoffers gevallen. Als defi
nitief aantal hoorden wij nu zestien noemen,
onder wie de schipper, die, eigenzinnig met
zijn vrouw en kinderen zijn schip niet heeft
willen verlaten en die in het gloeiend-gebla-
kerde vaartuig wei een afgrijselijken dood
moet hébben gevonden. Ook zijn er heel wat
licht en zwaar gewonden. Wij zagen een
man met totaal verbrand gelaat, verschroeid
haar en deerlijk geblakerde handen, nu door
de zorg van het Roode Kruis (waar voor 't
Haagsche dames-comité aanstonds in een
auto met hulpmiddelen, ondergoed enz. ge
zonden heeft) verbonden en verpleegd. De
door den brand dakloos geworden, zijn, voor
zoover zij niet bij verwanten terecht komen,
tijdelijk in de openbare school onderge
bracht.
Het zal nog een heele toer, wezen, al deze
stumpers weer op het paard te helpen. Reeds
is er een steuncomité gevormd en wij hoor
den onder meer van een gift van 8000 van
een Rotterdamsche firma. Dat is dns alvast
een sympathiek voorbeeld, dat allicht na
volging vinden zal in den lande.
Niet alleen tot het veen heeft zich de brand
beperkt, ook rogge en haver is wel afgebrand
en op enkele plaateen. waar de aardappels
in het veen groeiden, zitten ze nu. gepiept
in den grond. Tegelijk met dezen brand is
het in het Weerdinger veen onder Emmen
aan het branden gegaan en in de z.g. Boer-
mnnstreek onder Odoorn. waar ook vier hul
zen zijn afgebrand. De omvang van de scha
de is enorm. Behalve de woonhuizen is er,
naar schatting op zijnminst 8000 (anderen
zeggen, 5 ja 6000) dagwerk turf verbrand en
wanneer men nu een dagewrk turf op ge
middeld tienduizend stuks telt. kan men
zich een denkbeeld vormen van deze ramp,
die in verhand met den brandstoffennood
(een groot deel van het verbrande was re-
geeringsturf) niet minder dan een nationale
ramp mag heeten.
Gedurende de lange oorlogsperiode is het ge
brek aan brandstof in ons land al nijpender ge
worden. Dit heeft er toe
bronnen de
steeds meer aandacht te schenken. De capa
citeit der mijnen is zoo hoog mogelijk opgevoerd,
en ook in de veenderijen wordt op zoo groot
mogelijke productie aangestuurd, waarbij intus-
schen de veelvuldige stakingen remmend werken.
De prijs van de turf is voortdurend hooger ge
worden, zoodat de regeering voor den haardbrand
maximum-prijzen moest stellen en voor de fa-
brieksturf een partiëele distributieregeling trof,
wat intusschen niet verhinderde, dat de turf-
zwendel steeds grooter werd, waarom de regee
ring gedwongen was, telkess verder in te grijpen,
met het gevolg, dat het op het oogenblik met
den vrijen handel zoo goed als gedaan is.
De groote brand trekt thans de belangstelling
van geheel Nederland naar Noordoosi-Drente, in
de eerste plaats om het lijden der slachtoffers,
doch ook om het verlies van de zoo noodige
brandstof. Op dit laatste zij hier de aandacht
gevestigd. Van de bij de distributie-commissie
voor de levering van turf aan de steen- en eenige
andere industrieën in administratie zijnde fa-
brieksturf is 700 dagwerk verbrandvan de nog
korten tijd geleden „vrije" turf ongeveer 800 dag
werk; samen ongeveer 1500 dagwerk of ruim
60,000 kub. M. Met dit kwantum zouden 250
turfschepen met opperlast kunnen geladen wor
den.
Deze schepen, voor elkaar liggende, zooals dat
thans met 150 leege schepen m het Stadskanaal
het geval is, zouden een lengte van ongeveer
6y2 K.M. of 5 kwartier gaans vormen. Dit geeft
wel eenig denkbeeld van het verlies aan brand
stof.
Wat de verhouding betreft, ongeveer 1/30 of
ruim 3 pCt. der gegraven fabriexshirf pro
duct 1916 is in asch omgezet.
Op verzoek van de burgemeesters van Odoorn
en Emmen zijn groote troepenafdeelingen naar
de veenstreken gedirigeerd, die thans nog door
den brand worden bedreigd.
Gistermiddag te half een is te Valthe aange
komen een extra trein uit Millingen met 80
pioniers, 7 onderofficieren 2 luitenants onder
bevel van den kapitein der infanterie Van der
Lely, van het 1ste reg. inf., met keukenwagens,
fouragewagens en vier paarden. Aan het detache
ment is toegevoegd de lste luitenant der genie
Kiers van het Algemeen Hoofdkwartier te 's-0ra
ven h age.
Met den trein van 2.40 is te Weerdinge aan
gekomen een gedeelte van de lste comp. van het
regiment genietroepen onder bevel van kapitein
Tierens.
Deze troepen zullen naar behoeft# verdeeld
worden over de bedreigde punten in de Exloftr-
en Weerdingervenen.
De Koningin heeft f 10,000 doen toekomen
aan het provinciaal comité in Drente tot leniging
van de rampen, die de veenstreken getroffen neb
ben.
Bij het vernemen van d« ramp dit Drent#
heeft getroffen, heeft de Koningin-Moeder haar
diepgevoelde deelneming betuigd aan den Com
missaris der Koningin in dit gewest
Inbraak in een Raadhuis. TeWib
diene» ia gisteren ingebroken Ln het Raadhuis.
Een^ bedrag: aan «eüd wordt vermist.
Woningnood. Te Soheerrud&rmeer (G».j
zit een gezin van 10 personen ondtar dien blootan
hemel. De menachén kunnen «e©n wtmln.o
krijgen.
Weer zeppelin». Andermaal werd jus
teren een aantal zeppelins van Ameland en Ter
schelling af waargenomen. Ook hoordé men
zwaar kanongebulder.
Veenbrand. Te Hebrecht (Groningen) is
do veenbrand gebluscht.
De moord te Patemwol 1 e. Van
dien dader van den moord- op mei. Jansen op 22
September 1910 te Pators wolde. bii Groningr-
gepleegd, is nog geen spoor te ontdokken. Naar
men weet zou zij dien diag een bezoek brengen
j heeft voorradig een groote so steering
aan den heer en mevrouw M. Ritaema aldaar.
De heer lïitzema looft thans tien duizend gul
den uit aan déngene, die een aanwijzing ver-
sjtrelcfc, weJce leidt tot die "veroordeelïr»er van den
ata<ïei'. j^f7
D# inbraak te Middel b u ra. In
verband' met die iia April te Middelburg gepleeg
de inbraak, in 'tl kantoor dar .Zeeuwsche Kolen-
Maatechappü. waarvoor reed» het echtpaar M.
en drie zoons in voorarrest zitten ia thans ook
die vierde zoon van M. aangehouden Hij wa«
met een trawler uit IJmuiden uitgevaren. Toen
hij terugkeerde, na door do Dmtschsr» te ziin
opgebracht en weer vrijgelaten, werd hii aange
houden en naar Middelburg overgebracht
Een redde r. De heer Duiker, d.i
zijn sleepboot. te Smalle E« (Fr.) lag. werd ge
waarschuwd, dat ar iemand to water lag. Zen
der te aarzelen sprong hii overboord en redde.
ziin eigen zoontje.
Deze 89-jarige kapitein heeft reeds 69 dren
kelingen sored.
Sn olie rechtspraak. De Spanjaard
Anton ia Vera Dorado, die gisterochtend v*x>r
dl» kamer dar Amsterd amsohe rechtbank te
recht stond wegens diefstal «n waarvoor do ver
dediger mr. VettewinkaL invrijheidstelling had
gevnaagd om dé volgende week te kunnen prof i-
teoreu van een bijzondere reisgelegenheid naar
Simnja. word gistermiddag veroordeeld tot 5
weken gevangenisstraf met aftrek van preven
tief waardoor 11 ij a.s. Zaterdag vrij komt en t'"1
vertrekken.
Onder krui pers we rit als sport.
Als bijzonderheid dliene, dat bij een staking van
vrouwelijk personeel ter bleekerii van Geb
Diebers te Leiden, de firma hulp zocht en ver
kreeg van de damesgymnasliekvcreeiiaging
„Brunhilde", waarvan dé vrouw van een der
firmanten voorzitster is. Gisteren waren zi.i aan
het mangelen enz. De inspecteur van de arbeids
wet maakte procesverbaal op tégen de firma,
ornd'ait^ deze verzuimd had de dames op do ar
beidslijst te plaatsen. De gymnasten hebben nu
van hun onderkruaperswerk afgezien.
Overreden. De zoon van den heer Ber-
kelder te Silvolde, die per tram de school te
Doetinohem bezoekt, had halenmorgen hii het
op den tram springen het ongeluk te vallen,
waardoor hem Iieide boenen biv de kric wc
afgereden.
DE KINDERCOURANT
(Slot.)
Brutus had zijn dij gebroken. Op den grond
liggende, zag hü de oolonne niet meer, hii dacht
dat hii ging sterven, ziin oogen draaiden in hun
kassen. Maar zijn trompet hield hij nog in de
rechterhand geklemd; de adjudant had gezegd:
„Blaas zoolang tot zij stilhouden." Getrouw aan
dat bevel, deed de trompetter een bovemnen-
eoheliike poging en zette het instrument weder
aan zün mond.
Een officier in de achterhoede zeide:
,,'t ls zonderling 1 Welke stommerik zou daar
onophoudelijk al blazende galoppe-eren Zend
een man uit om te zien wat er is?"
Toen Brutus dien man zag aankomen, bega
ven hem zijn krachtenhii kon alleen nog
zeggen
„Brandin het kwardaarop verloor
hii het bewustzijn.
De ziekenwagen bracht den trompetter naar
het hospitaal. Zijn kapitein en de kolonel kwa
men er hem bezoeken. Brntua rilde, hii schreeuw
de brand en riep om ziin trompet. Den volgen
den dag bij het appel te drie uur lazen die
kwartiermeesters voor de in een kring ge
schaarde eskadrons de volgende dagorder:
„De kolonel brengt ter kennis van het regi
ment die lofwaardige handeling van den leer
ling-trompetter Brutus, die door zdjm moed het
kwartier der cavalerie bewaard heeft voor ge
heels vernieling, daar niettegenstaande eene
anstigo verwonding, onophoudelijk op de trom
pet te blazen om den marseh van het voortruik-
kende regiment te doen staken. De leerling-
trompetter Brutus is aan de order van den dag
gesteld en tot trompetter benoemd."
In het hospitaal ging het Brutus, niettegen
staande de zorgvuldigste verpleging, zeer
slecht. De koorts week niet en de gekwetste
verminderde snel in krachten. Het gebroken
been had het vleesch vaneen gereten en de wond
was gevaarlijk ontstoken. De officier van ge
zondheid maakte er zich zeer ongerust over. De
kolonel vroeg voor Brutus die eeremedaille aan.
De dagbladen hadden melding gemaakt van het
ongeval en ieder sprak er met geestdrift en be
wondering over.
De kolonel zelf bracht den gekwetste de
eeremedaille.
Toen Brutus haar op zijn laken zag liggen
Meurde een levendige blos ziine vermagerde
wangen en stilzwijgend drukte hii den kolonel
de hand.
„Zijt ge tevreden, ferme jongen? Neem 3e nu
in acht, doe stipt wat de zusters je zeggen en
binnen een paar maanden....
.,0, kolonel! zoolang zal het niet duren. Toch
zou ik. als u zoo goed wiildet ziin, heel graan
mijn trompet hebben: neen, niet om er op te
blazen, maar om ze daar te zien.
De kolonel beloofde het hem en bii ziin ver
trek zag de chirurgijn-majoor een paar tranen
op zjjn knevel vallen.
Den volgenden dag stierf Brutus.
Zijn eskadron en all© trompetters van het
regiment woonden ziine begrafenis bil. Vier
manschappen en een brigadier bewezen hem de
laatste eer. Op die kist lagen dé jas van Brutus
met de medaille er op gehecht, benevens ziine
trompet, ziine arme trompet, half plat gedrukt
bii den vel. Daar brutus geene bloedverwanten
had, begeleidde do kolonel den rouwstoet aan
het hoofd van ziin eekadkon.
Voor den geopenden grafkuil -preienteerden
de vier mannen het geweer en wierp de kolonel
zeer aangedaan de -.eerste sohop aarde op de
kist. De onbruikbaar geworden trompet is met
de medaille van Brutus in de eerezaal van het
regiment geplaatst.
EINDE.
Een schatrijk, heer. die zich beroemde steeds
tot eiken prüa slechts snuggere beddenden in
dienst te willen hebben, moest in eene vacature
voorzien en informeerde dus bii ziine kennis
sen of iemand een goed exemplaar voor hem
wist. Op zekeren dag meldde er zich een aan,
met een aanbevelingsbriefje van den volgenden
inhoud„Amice! als gii dezen niet huurt, zii.t ge
een ezel, want leeper vent bestaat er niot."
Het domme en onbeholpen uiterlijk van den
sollicitant, was echter zoozeer met deze aanbe
veling in tegenspraak, dat hij werd afgewezen,
daar de meseter dacht, dat ziin vriend hem eene
poets wilde spelen.
Een paar dagen later kreeg hii echter den
man terug met het volgende bericht: „Amice!
Ala gij Janus niet neemt, bliiven wii geen goed
vrienden hoor! 't Is een prachtexemplaar, dat
zijne weerga niet heeft." Nu gaf de heer hem
verlof te blijven, op voorwaarde, dat hii hem op
de proef zou Stellen, waarvan ziine vaste be
trekking afhankelijk zou ziin. Janus nam heel
leuk de voorwaarde aan.
De3 anderen daags, liet was winter en de
sneeuw lag over het ijs. zond de heer tal van
invitaties rond voor een diner, dat hii ziine
vrienden wilde aanbieden, en waarbij Janus dan
ziin proefstuk in het tafeldienen moest, afleg
gen. Toen Janus het gevogel te-gerecht, een
prachtoend, zou binnenbrengen had hij het
ongeluk, dat hii de eend van de schaal liet
afglijden juist met één poot in de asohlade van
het fornuis. Natuurlijk kon hij de eend zóó niet
opdienen en wijl er al werd gescheld omdat hii
zoo lang wegbleef, had hii ook geen tiid dien
eendenpoot te reinigen. Goede raad was duur
en met één ruk, trok hii zoo hard, dat hii den
gansohen poet in de hand hield. Eerst verlegen,
bedacht hij zich echter fluka, stak den poot in
ziin zak en legde dén eendvogel met den ge
schonden kant op den schotel, zoodot de gave
kant boven en in het gezicht kwam, en bracht
hem vervolgens op tafel. Toen nu tot de ont
leding zon worden overgegaan, kwam natuurlijk
d© zaak aan het licht. De heer ontstak in toorn,
trok hevig aan de scliel en snauwde Janus, die
binnentrad, woedend toe: „kerel! hoe d'urf jij
een eendvogel zóó op te brengen?" „Dat is mijn
schuld niet, mijnheerantwoordde de snaak
dood bedaard, want het is ©en „winter-eend 1"
„Wat. winter-eend?" schreeuwde zijn meester,
„die ken ik niet, lummel 1"
„Ik wel, zei Janus, die hebben altijd maar een
poot, mijnheer
„Zoo? nu het is goed, scheer je weg. ik zal jou
dl© leugen wel waar laten maken hoor! Nog
trillende van drift sprak de gastheer: „miine-
heeren! die ezel heeft den poot weggenomen en
dénkt mii nu zoo voor den gek te honden, ik zal
hem dat echter wel afloeren. Ik verzoek u mor
gén allen een rijtoer met mij te maken, dan zal
ik den knaap wel eena netjes ontmaskeren."
Dit voorstel aangenomen riindte. kreeg Janus
dee anderen daags bevel om bij den koetsier op
den bok te gaan zlrtéft^b dó Tieeï'eïï te waar
schuwen, als hii weder een winter-eend zag.
Niet lang duurde het, of men reed een bevroren
kolk voorbij, waar tal van eenden, aan den kant
zaten in elkaar gedoken en rustend© op één poot.
Janus tikte nu aan het glas en zeide triumfee
rend „Ziet heeren, daar zitten ze, ze hebben
maar één poot,"
„Ho! koetsier!" riep de heer nu en met de
armen uit het portier zwaaiende, schreeuwde
hij: „poeh! pahl" zóó luid, diat alle eenden den
in de veeren gedoken tweeden poot óók uitsta
ken en wegvlogen," waarop de heer zijn knecht
op barsohen toon toevoegde: „Zie je nu wel.
dat je een aartsleugenaar bent. ik wil j© niet
hebben, je rukt morgen weer op, hoor je?
"Heel best meneer," antwoordde de snaak, maar
het is nog niet uitgemaakt, wie onzer gelijk
heeft, want als u gisteren ook eena zóó „poeh!
pahgeschreeuwd had, wie weet wat er dan
was gebeurd."
„Goed geantwoord," riepen eenparig de vrien
den van den lieer en Janus werd weder in ge
nade aangenomen.
De eerste christen en zii communiceerden da
gelijks. „Zij waren volhardend in de leer dér
Apostelen en in het breken dos broods."
Een dief te zijn! Zeg. zou 't niet vnees'liik
wezen
Zoo gij. met recht dlien naam verdienen zoudt?
O! waakt daarom toch steeds x ~11-
met alle
krachten,
Dat gii nw hart en handen eerlijk houdt.
En wilt daarbij bedenken, kind'ren-lief
Een snoeper wordt vaako, zoo gauw
een dSef!
Vriendelijkheid is muziek des harten. Ov
deze hai'p kunnen de kleinste vingertjes de lief
ste melodieën tokkelen.
EVENWICHT VAN EEN BORD.
Met den pollepel, den nedterigen sehepter dér
keukenmeid, hébben wii weer eens een merk
waardige proeve verricht, welke in tegenspraak
Bobijnt mot de wetten der zwaartekracht. W ii
zullen ouzo vriendjes en vriendinnetjes in sitaat
stellen, hetzelfde kunstje te verióonen.
Als wij dé aohuimspaan er bij nemen, zullen
wij iu staat rijn, den rand van een omgekeerd
bord op den rand van een «das of dén hals eener
karaf te leggen, waarop het in den toestand van
standvastig evenwicht zal blijven Mgg.en.
Haak den lepel aan den rand van het bord en
Mem door middel van een schijf kurk dén haak
van dén lepel tegen het bord, zoodat de lepel
rechts nog links kan schuiven. Leg het bord roet
de linkerhand op de karaf, terwijl ge met de
rechter de eohuLmspaan aan dén pollepel haakt;
dan zn.lt ge gelijk in bovenstaande teekenimg
is afgebeeld het evenwicht heibben gevonden.
Natuurlijk moeit men er zeer voorzicht! g mee
tewerk ga anandéra lukt het niet enbe
loopt men bovendien de kans bord of karaf of
beide. te breken. Dan heeft de proefneming
misschien nog een ougename uitwerking. En
dlait weneohen wii niemand toe
MOEILIJK IEDERS ZIN TE DOEN.
Jantje: „Pa en ma plagen me voortdurend."
Pietje: „Wat doen ze dlain?"
Jantje: „Mama wiil niet. dat ik op mijao hoofd
sta, en papa gaat te keer, dat ik miin schoenen
zoo gauw verslijt,"
EEN KNAPPE BOL.
In een oafé zat een troepje vrienden druk op
te scheppen over iedere geheugen.
„Geheugen! Praat mii geheugen
zeide Theo ik wed om een rondde, diait ik
alle namen op een bladzijde van hei adresbroak
achter elkander opzeg, ale ik ze miaar één keer
gelezen heb."
„Dat neem ik aanl" riep Eons en dies» «af
Theo het adresboek om dadelijk zitn kunst maar
to ven'toonen.
Theo nam het boek aan, zocht een oogenblik
en deed een poosde alsof hij de bladzijde las-
Daarop begon hij
„Jansen. Jansen, JansenWII honderd-
twintigmaal toe.
Hij had de weddenschap gewonnen.
ZIJN OPVATTING.
OnderwijzerWeet jé, wanneer het dé beste
tijd is voor het plukken dér appelen?
atntjeAJ» "dc "boar
mèf zïïn famJiie naar
kerk is en dé hond aan den ketting ligt.
de
Leste vriendjes en vriendinnetjes.
Hier volgen wederom eenige raadsels waar
van wij in de volgende .Kinderkrant" de op
lossingen zullen bekend maken. Men doe ieder
maar weer z'n beet om zo zelf op te lossen.
L Welk spreekwoord kun je uit het onder-,
staande lezen
n h e t m
e e v a e
k I h t e
n I o e 8
i 1 k n t
2. Ik ben een vrucht, maar vervang e miin
derde lektor déor twee andere lot,tére dan krijg
je een eoont. van aap.
8. Neem een deel van een tamarinde en een
deel van een bajonet, en voeg de verkregen
stukken bijeen tot een pop uit een nopen «nel.
Vul die hierbovenstaande figuur zóó in. dat
op lederen regel te lezen komt de naam yan een
stof, waarvan Meedlingsitukken vervaardigd
worden. De rij kruisje» moot dan van boven
naar beneden dén naam van een verscheurend
dier vormen.
Al© afgesproken: hier volgen d* oplossingen
der raadsel» die wü dé vorige week opgaven i
1. Hengel - hond, Engeland.
2. Lava - Alva.
8. Kaffe r
K o zak
Es kim o
In d laan
4. Miotlen - Polen.
Ons ruüL- en verzamelhoekje is bestemd voor
hen onder onze vriendjes en vriendinnetjee, dia
door ruilhandel hun verzamelingen van
plaatjes, poet zegel», briefkaarten, munten en*,
wenschen aan te vullen.
De rubriek beperkt zich du» niet alleen tot Ver-
kade's-plaat jee, Van HUleVplaatje» enz., zooal»
men wellicht zou denken. Een jongen of meisje,
die b.v. postzegel», aan zichtbaar tan of munten
van Peru wil inruilen tegen postzegel», aam-
ziohtkaarten of munten van Australië, kan ook
terecht.
Om van ons ruil- en verzamelhoekje gebruak
te maken, zendt men ons dan maar een briefje,
waarin duidelijk staat geschreven wat men
wensoht. met vermelding van volledigen naar-
en adres. Dan zetten wij dat in de krant eD dc
verzamelaartjea of verzamela a rat ortj ee weten
dan waar ril elkander kunnen vinden.
De briefjes moeten in enveloppe^ gezonden
worden: Aan de redactie van de Kinderktan
van de „Nieuwe Haarlemsebe Courant.' N«s
saulaan 49, Haarlem.