1 A. H. VAK DER STEUR Ir. li r SCUOÏSCHE EN ENGELSCHE STOFFEN Mooit verlegen. GRAPJES RAADSELS Eerste klas afwerking. Een held. kunstjes ^raadseloplossingen* DAMES- EN HEERENKLEERMAKFRU J BARTELJORISSTRAAT 22 TELEF. 303 VOOR DAMES- EN HEERENKLEEDINO. KÊSSELS &VAUHUSSEU eindhOVEN ^SPROKKELINGEN X e X X e a ti X WIE WIL RUILEN? van deze groote ramp. Brand liet veen eenmaal, dan is er geen blusechen of stuiten aan. Want dat is juist het eigenaardige hij een dergelijken brand, op een oogenblik ziet men het branden op een bepaalde plaats en dan plotseling vliegt het vuur op vijf, zes plaatsen tegelijk den grond uit. De middag is daarbij de hachelijkste tijd, dan is de grond door de zon zoo droog gestoofd als *t maar kan en 's middags is het dan ook aangekomen. Als bü prairiebrand vloog het vuur voort, 't moet wel geschenen hebben of het zich door den grond voortplantte. De bovenste losse laag werkt als schietkatoen en zoo kan het gebeuren. dat men zich vei lig waant op een onaangetaste plek en zich toch plotseling aan alle zijden ingesloten ziet door den zich schrikbarend snel ver spreidenden brand. Zoo is 't dan ook te ver klaren, dat er bii deze ramp zooveel slacht offers gevallen ziin. Vluchten haatte niets, want het vuur is sneller dan de snelste looper loopen kan. De wind neemt de bran dende klonten mee op en eer men goed weet, wat er gebeurt, staat een kwartier uurs in den omtrek van waar de brand begon alles in vlam en rook. Rook vooral, vuur ziet men over het geheel niet veel, de veenlaag smeult en gloeit maar voort, het vuur vreet in den grond in en nestelt er soms wel een meter diep onder de oppervlakte. Trapt men op de terreinen, waar nu van rook of vlam geen spoor meer te zien is, den grond even los, dan komt er als in den krater van een vulkaan dadelijk een rookkolommetje naar boven en aan de omgewoelde stukjes veen ziet men de vonken glimmen. Daaraan kan alleen regen een einde ma ken met zoo'n plasbni van een dag lang, die den grond heelemaal doorsiepert van vocht. De regen van vannacht heeft wel uitkomst gebracht en vooral ook is het gelukkig, dat de wind heelemaal gedraaid is, maar of dat voldoende zal zijn, is de vraag, 't Gevaar blijft dreigen, dat het vocht, dat ver in den grond zit hij den eersten zonneschijn gauw weer verdampt is en het vuur dan toch voort zal blijven smeulen. De regeering heeft dat ook wel ingezien en daarom veldpioniers en een infanterie-detaehement gezonden, die de bevolking helpen bij het omwoelen van de bovenste laag, waar het vuur nog onopge merkt in voort woekert. Bij het Valtherveen tusschen Valthermond en Valthe is het tegen de zandgronden, die daar de veenlaag begrenzen, doodgeloopen. Begon bij den veranderden wind de brand opnieuw, dan was er groot gevaar, dat het gedeelte tusschen Valthermond en Valthe, dat de eerste keer gespaard bleef, bij de tweede in vlammen op zou gaan en dan zou het wel een wonder heeten, als er van Val thermond niet nog meer huizen ten offer vielen dan nu reeds geschied is. Oppassen is daarom voor alles het wachtwoord. Daar om ook is het zeker lang geen verwerpe lijke maatregel om uit de groote gteden van het westen brandbluschmateriaal van groote capaciteit te laten komen en daartoe een massa water op de nog rookende en smeu lende terreinen te brengen. Hoewel het daar bij allicht een moeilijke kwestie zijn zal, hoe men op sommige plaatsen aan voldoenden watervoorraad»komen moet. De wind, wij zeiden 't reeds, speelt bij dgze branden de hoofdrol. Aan de grilligheid, waarmee de verwoesting is aangericht, ziet men, dat zoo duidelijk als 't maar kan. Op een' plaats, bijvoorbeeld, zijn twee steenen huizen tot den grond toe afgebrand, een strooien hut vlak daarbij is volkomen on gedeerd gebleven. De wind heeft het vuur er juist ornheen geleid. Zoo is 't ook elders gegaan, waar bijv. een nieuw gebouwd en daardoor zeker wel wat vochtig en minder gemakkelijk brandbaar huisje den tocht voor twee andere steenen huisjes heeft opge vangen en deze zoo heeft gered. Voor het vuur Is overigens niets veilig Men moet niet wanen, dat een zelfs tamelijk breede gracht of vaart het tegenhoudt. Het springt van punt tol punt en hier is 't op tal van punten over het kanaal gesprongen en heeft aan de andere zijde ook alles aan gestoken. Bijna onverklaarbaar is het daarbij ook weer, hoe het juist aan den zoom van het dorp is beperkt gebleven. De dorpen in de veenstreek zijn, gelijk men weet, meest in langgerekten vorm langs een vaart ge bouwd: juist de verste uitloopers van Val thermond nu zijn door het vuur gegrepen en verslonden. Vlak bij de plaats, waar het wel het allerfelst gewoed heeft, lag een groote uitgestrektheid turf, waar ook sta pels turf stonden. Was het daar aan het branden geraakt, dan was de ramp nog heel wat vreeselijker geweest clan zij nu reeds is, maar wonder boven wonder is juist deze „kruitkamer" gespaard gebleven. Dc paniek, die de Valthermondcrs aangegrepen hebben moet, lijkt onbeschrijfelijk. Zij vluchtten maar weg zonder zich om hun boeltje te bekommeren. Het eenige, waar men aan dacht, was zich zelf in veiligheid te brengen Toch zijn er, gelijk men reeds weet, nog verscheidene slachtoffers gevallen. Als defi nitief aantal hoorden wij nu zestien noemen, onder wie de schipper, die, eigenzinnig met zijn vrouw en kinderen zijn schip niet heeft willen verlaten en die in het gloeiend-gebla- kerde vaartuig wei een afgrijselijken dood moet hébben gevonden. Ook zijn er heel wat licht en zwaar gewonden. Wij zagen een man met totaal verbrand gelaat, verschroeid haar en deerlijk geblakerde handen, nu door de zorg van het Roode Kruis (waar voor 't Haagsche dames-comité aanstonds in een auto met hulpmiddelen, ondergoed enz. ge zonden heeft) verbonden en verpleegd. De door den brand dakloos geworden, zijn, voor zoover zij niet bij verwanten terecht komen, tijdelijk in de openbare school onderge bracht. Het zal nog een heele toer, wezen, al deze stumpers weer op het paard te helpen. Reeds is er een steuncomité gevormd en wij hoor den onder meer van een gift van 8000 van een Rotterdamsche firma. Dat is dns alvast een sympathiek voorbeeld, dat allicht na volging vinden zal in den lande. Niet alleen tot het veen heeft zich de brand beperkt, ook rogge en haver is wel afgebrand en op enkele plaateen. waar de aardappels in het veen groeiden, zitten ze nu. gepiept in den grond. Tegelijk met dezen brand is het in het Weerdinger veen onder Emmen aan het branden gegaan en in de z.g. Boer- mnnstreek onder Odoorn. waar ook vier hul zen zijn afgebrand. De omvang van de scha de is enorm. Behalve de woonhuizen is er, naar schatting op zijnminst 8000 (anderen zeggen, 5 ja 6000) dagwerk turf verbrand en wanneer men nu een dagewrk turf op ge middeld tienduizend stuks telt. kan men zich een denkbeeld vormen van deze ramp, die in verhand met den brandstoffennood (een groot deel van het verbrande was re- geeringsturf) niet minder dan een nationale ramp mag heeten. Gedurende de lange oorlogsperiode is het ge brek aan brandstof in ons land al nijpender ge worden. Dit heeft er toe bronnen de steeds meer aandacht te schenken. De capa citeit der mijnen is zoo hoog mogelijk opgevoerd, en ook in de veenderijen wordt op zoo groot mogelijke productie aangestuurd, waarbij intus- schen de veelvuldige stakingen remmend werken. De prijs van de turf is voortdurend hooger ge worden, zoodat de regeering voor den haardbrand maximum-prijzen moest stellen en voor de fa- brieksturf een partiëele distributieregeling trof, wat intusschen niet verhinderde, dat de turf- zwendel steeds grooter werd, waarom de regee ring gedwongen was, telkess verder in te grijpen, met het gevolg, dat het op het oogenblik met den vrijen handel zoo goed als gedaan is. De groote brand trekt thans de belangstelling van geheel Nederland naar Noordoosi-Drente, in de eerste plaats om het lijden der slachtoffers, doch ook om het verlies van de zoo noodige brandstof. Op dit laatste zij hier de aandacht gevestigd. Van de bij de distributie-commissie voor de levering van turf aan de steen- en eenige andere industrieën in administratie zijnde fa- brieksturf is 700 dagwerk verbrandvan de nog korten tijd geleden „vrije" turf ongeveer 800 dag werk; samen ongeveer 1500 dagwerk of ruim 60,000 kub. M. Met dit kwantum zouden 250 turfschepen met opperlast kunnen geladen wor den. Deze schepen, voor elkaar liggende, zooals dat thans met 150 leege schepen m het Stadskanaal het geval is, zouden een lengte van ongeveer 6y2 K.M. of 5 kwartier gaans vormen. Dit geeft wel eenig denkbeeld van het verlies aan brand stof. Wat de verhouding betreft, ongeveer 1/30 of ruim 3 pCt. der gegraven fabriexshirf pro duct 1916 is in asch omgezet. Op verzoek van de burgemeesters van Odoorn en Emmen zijn groote troepenafdeelingen naar de veenstreken gedirigeerd, die thans nog door den brand worden bedreigd. Gistermiddag te half een is te Valthe aange komen een extra trein uit Millingen met 80 pioniers, 7 onderofficieren 2 luitenants onder bevel van den kapitein der infanterie Van der Lely, van het 1ste reg. inf., met keukenwagens, fouragewagens en vier paarden. Aan het detache ment is toegevoegd de lste luitenant der genie Kiers van het Algemeen Hoofdkwartier te 's-0ra ven h age. Met den trein van 2.40 is te Weerdinge aan gekomen een gedeelte van de lste comp. van het regiment genietroepen onder bevel van kapitein Tierens. Deze troepen zullen naar behoeft# verdeeld worden over de bedreigde punten in de Exloftr- en Weerdingervenen. De Koningin heeft f 10,000 doen toekomen aan het provinciaal comité in Drente tot leniging van de rampen, die de veenstreken getroffen neb ben. Bij het vernemen van d« ramp dit Drent# heeft getroffen, heeft de Koningin-Moeder haar diepgevoelde deelneming betuigd aan den Com missaris der Koningin in dit gewest Inbraak in een Raadhuis. TeWib diene» ia gisteren ingebroken Ln het Raadhuis. Een^ bedrag: aan «eüd wordt vermist. Woningnood. Te Soheerrud&rmeer (G».j zit een gezin van 10 personen ondtar dien blootan hemel. De menachén kunnen «e©n wtmln.o krijgen. Weer zeppelin». Andermaal werd jus teren een aantal zeppelins van Ameland en Ter schelling af waargenomen. Ook hoordé men zwaar kanongebulder. Veenbrand. Te Hebrecht (Groningen) is do veenbrand gebluscht. De moord te Patemwol 1 e. Van dien dader van den moord- op mei. Jansen op 22 September 1910 te Pators wolde. bii Groningr- gepleegd, is nog geen spoor te ontdokken. Naar men weet zou zij dien diag een bezoek brengen j heeft voorradig een groote so steering aan den heer en mevrouw M. Ritaema aldaar. De heer lïitzema looft thans tien duizend gul den uit aan déngene, die een aanwijzing ver- sjtrelcfc, weJce leidt tot die "veroordeelïr»er van den ata<ïei'. j^f7 D# inbraak te Middel b u ra. In verband' met die iia April te Middelburg gepleeg de inbraak, in 'tl kantoor dar .Zeeuwsche Kolen- Maatechappü. waarvoor reed» het echtpaar M. en drie zoons in voorarrest zitten ia thans ook die vierde zoon van M. aangehouden Hij wa« met een trawler uit IJmuiden uitgevaren. Toen hij terugkeerde, na door do Dmtschsr» te ziin opgebracht en weer vrijgelaten, werd hii aange houden en naar Middelburg overgebracht Een redde r. De heer Duiker, d.i zijn sleepboot. te Smalle E« (Fr.) lag. werd ge waarschuwd, dat ar iemand to water lag. Zen der te aarzelen sprong hii overboord en redde. ziin eigen zoontje. Deze 89-jarige kapitein heeft reeds 69 dren kelingen sored. Sn olie rechtspraak. De Spanjaard Anton ia Vera Dorado, die gisterochtend v*x>r dl» kamer dar Amsterd amsohe rechtbank te recht stond wegens diefstal «n waarvoor do ver dediger mr. VettewinkaL invrijheidstelling had gevnaagd om dé volgende week te kunnen prof i- teoreu van een bijzondere reisgelegenheid naar Simnja. word gistermiddag veroordeeld tot 5 weken gevangenisstraf met aftrek van preven tief waardoor 11 ij a.s. Zaterdag vrij komt en t'"1 vertrekken. Onder krui pers we rit als sport. Als bijzonderheid dliene, dat bij een staking van vrouwelijk personeel ter bleekerii van Geb Diebers te Leiden, de firma hulp zocht en ver kreeg van de damesgymnasliekvcreeiiaging „Brunhilde", waarvan dé vrouw van een der firmanten voorzitster is. Gisteren waren zi.i aan het mangelen enz. De inspecteur van de arbeids wet maakte procesverbaal op tégen de firma, ornd'ait^ deze verzuimd had de dames op do ar beidslijst te plaatsen. De gymnasten hebben nu van hun onderkruaperswerk afgezien. Overreden. De zoon van den heer Ber- kelder te Silvolde, die per tram de school te Doetinohem bezoekt, had halenmorgen hii het op den tram springen het ongeluk te vallen, waardoor hem Iieide boenen biv de kric wc afgereden. DE KINDERCOURANT (Slot.) Brutus had zijn dij gebroken. Op den grond liggende, zag hü de oolonne niet meer, hii dacht dat hii ging sterven, ziin oogen draaiden in hun kassen. Maar zijn trompet hield hij nog in de rechterhand geklemd; de adjudant had gezegd: „Blaas zoolang tot zij stilhouden." Getrouw aan dat bevel, deed de trompetter een bovemnen- eoheliike poging en zette het instrument weder aan zün mond. Een officier in de achterhoede zeide: ,,'t ls zonderling 1 Welke stommerik zou daar onophoudelijk al blazende galoppe-eren Zend een man uit om te zien wat er is?" Toen Brutus dien man zag aankomen, bega ven hem zijn krachtenhii kon alleen nog zeggen „Brandin het kwardaarop verloor hii het bewustzijn. De ziekenwagen bracht den trompetter naar het hospitaal. Zijn kapitein en de kolonel kwa men er hem bezoeken. Brntua rilde, hii schreeuw de brand en riep om ziin trompet. Den volgen den dag bij het appel te drie uur lazen die kwartiermeesters voor de in een kring ge schaarde eskadrons de volgende dagorder: „De kolonel brengt ter kennis van het regi ment die lofwaardige handeling van den leer ling-trompetter Brutus, die door zdjm moed het kwartier der cavalerie bewaard heeft voor ge heels vernieling, daar niettegenstaande eene anstigo verwonding, onophoudelijk op de trom pet te blazen om den marseh van het voortruik- kende regiment te doen staken. De leerling- trompetter Brutus is aan de order van den dag gesteld en tot trompetter benoemd." In het hospitaal ging het Brutus, niettegen staande de zorgvuldigste verpleging, zeer slecht. De koorts week niet en de gekwetste verminderde snel in krachten. Het gebroken been had het vleesch vaneen gereten en de wond was gevaarlijk ontstoken. De officier van ge zondheid maakte er zich zeer ongerust over. De kolonel vroeg voor Brutus die eeremedaille aan. De dagbladen hadden melding gemaakt van het ongeval en ieder sprak er met geestdrift en be wondering over. De kolonel zelf bracht den gekwetste de eeremedaille. Toen Brutus haar op zijn laken zag liggen Meurde een levendige blos ziine vermagerde wangen en stilzwijgend drukte hii den kolonel de hand. „Zijt ge tevreden, ferme jongen? Neem 3e nu in acht, doe stipt wat de zusters je zeggen en binnen een paar maanden.... .,0, kolonel! zoolang zal het niet duren. Toch zou ik. als u zoo goed wiildet ziin, heel graan mijn trompet hebben: neen, niet om er op te blazen, maar om ze daar te zien. De kolonel beloofde het hem en bii ziin ver trek zag de chirurgijn-majoor een paar tranen op zjjn knevel vallen. Den volgenden dag stierf Brutus. Zijn eskadron en all© trompetters van het regiment woonden ziine begrafenis bil. Vier manschappen en een brigadier bewezen hem de laatste eer. Op die kist lagen dé jas van Brutus met de medaille er op gehecht, benevens ziine trompet, ziine arme trompet, half plat gedrukt bii den vel. Daar brutus geene bloedverwanten had, begeleidde do kolonel den rouwstoet aan het hoofd van ziin eekadkon. Voor den geopenden grafkuil -preienteerden de vier mannen het geweer en wierp de kolonel zeer aangedaan de -.eerste sohop aarde op de kist. De onbruikbaar geworden trompet is met de medaille van Brutus in de eerezaal van het regiment geplaatst. EINDE. Een schatrijk, heer. die zich beroemde steeds tot eiken prüa slechts snuggere beddenden in dienst te willen hebben, moest in eene vacature voorzien en informeerde dus bii ziine kennis sen of iemand een goed exemplaar voor hem wist. Op zekeren dag meldde er zich een aan, met een aanbevelingsbriefje van den volgenden inhoud„Amice! als gii dezen niet huurt, zii.t ge een ezel, want leeper vent bestaat er niot." Het domme en onbeholpen uiterlijk van den sollicitant, was echter zoozeer met deze aanbe veling in tegenspraak, dat hij werd afgewezen, daar de meseter dacht, dat ziin vriend hem eene poets wilde spelen. Een paar dagen later kreeg hii echter den man terug met het volgende bericht: „Amice! Ala gij Janus niet neemt, bliiven wii geen goed vrienden hoor! 't Is een prachtexemplaar, dat zijne weerga niet heeft." Nu gaf de heer hem verlof te blijven, op voorwaarde, dat hii hem op de proef zou Stellen, waarvan ziine vaste be trekking afhankelijk zou ziin. Janus nam heel leuk de voorwaarde aan. De3 anderen daags, liet was winter en de sneeuw lag over het ijs. zond de heer tal van invitaties rond voor een diner, dat hii ziine vrienden wilde aanbieden, en waarbij Janus dan ziin proefstuk in het tafeldienen moest, afleg gen. Toen Janus het gevogel te-gerecht, een prachtoend, zou binnenbrengen had hij het ongeluk, dat hii de eend van de schaal liet afglijden juist met één poot in de asohlade van het fornuis. Natuurlijk kon hij de eend zóó niet opdienen en wijl er al werd gescheld omdat hii zoo lang wegbleef, had hii ook geen tiid dien eendenpoot te reinigen. Goede raad was duur en met één ruk, trok hii zoo hard, dat hii den gansohen poet in de hand hield. Eerst verlegen, bedacht hij zich echter fluka, stak den poot in ziin zak en legde dén eendvogel met den ge schonden kant op den schotel, zoodot de gave kant boven en in het gezicht kwam, en bracht hem vervolgens op tafel. Toen nu tot de ont leding zon worden overgegaan, kwam natuurlijk d© zaak aan het licht. De heer ontstak in toorn, trok hevig aan de scliel en snauwde Janus, die binnentrad, woedend toe: „kerel! hoe d'urf jij een eendvogel zóó op te brengen?" „Dat is mijn schuld niet, mijnheerantwoordde de snaak dood bedaard, want het is ©en „winter-eend 1" „Wat. winter-eend?" schreeuwde zijn meester, „die ken ik niet, lummel 1" „Ik wel, zei Janus, die hebben altijd maar een poot, mijnheer „Zoo? nu het is goed, scheer je weg. ik zal jou dl© leugen wel waar laten maken hoor! Nog trillende van drift sprak de gastheer: „miine- heeren! die ezel heeft den poot weggenomen en dénkt mii nu zoo voor den gek te honden, ik zal hem dat echter wel afloeren. Ik verzoek u mor gén allen een rijtoer met mij te maken, dan zal ik den knaap wel eena netjes ontmaskeren." Dit voorstel aangenomen riindte. kreeg Janus dee anderen daags bevel om bij den koetsier op den bok te gaan zlrtéft^b dó Tieeï'eïï te waar schuwen, als hii weder een winter-eend zag. Niet lang duurde het, of men reed een bevroren kolk voorbij, waar tal van eenden, aan den kant zaten in elkaar gedoken en rustend© op één poot. Janus tikte nu aan het glas en zeide triumfee rend „Ziet heeren, daar zitten ze, ze hebben maar één poot," „Ho! koetsier!" riep de heer nu en met de armen uit het portier zwaaiende, schreeuwde hij: „poeh! pahl" zóó luid, diat alle eenden den in de veeren gedoken tweeden poot óók uitsta ken en wegvlogen," waarop de heer zijn knecht op barsohen toon toevoegde: „Zie je nu wel. dat je een aartsleugenaar bent. ik wil j© niet hebben, je rukt morgen weer op, hoor je? "Heel best meneer," antwoordde de snaak, maar het is nog niet uitgemaakt, wie onzer gelijk heeft, want als u gisteren ook eena zóó „poeh! pahgeschreeuwd had, wie weet wat er dan was gebeurd." „Goed geantwoord," riepen eenparig de vrien den van den lieer en Janus werd weder in ge nade aangenomen. De eerste christen en zii communiceerden da gelijks. „Zij waren volhardend in de leer dér Apostelen en in het breken dos broods." Een dief te zijn! Zeg. zou 't niet vnees'liik wezen Zoo gij. met recht dlien naam verdienen zoudt? O! waakt daarom toch steeds x ~11- met alle krachten, Dat gii nw hart en handen eerlijk houdt. En wilt daarbij bedenken, kind'ren-lief Een snoeper wordt vaako, zoo gauw een dSef! Vriendelijkheid is muziek des harten. Ov deze hai'p kunnen de kleinste vingertjes de lief ste melodieën tokkelen. EVENWICHT VAN EEN BORD. Met den pollepel, den nedterigen sehepter dér keukenmeid, hébben wii weer eens een merk waardige proeve verricht, welke in tegenspraak Bobijnt mot de wetten der zwaartekracht. W ii zullen ouzo vriendjes en vriendinnetjes in sitaat stellen, hetzelfde kunstje te verióonen. Als wij dé aohuimspaan er bij nemen, zullen wij iu staat rijn, den rand van een omgekeerd bord op den rand van een «das of dén hals eener karaf te leggen, waarop het in den toestand van standvastig evenwicht zal blijven Mgg.en. Haak den lepel aan den rand van het bord en Mem door middel van een schijf kurk dén haak van dén lepel tegen het bord, zoodat de lepel rechts nog links kan schuiven. Leg het bord roet de linkerhand op de karaf, terwijl ge met de rechter de eohuLmspaan aan dén pollepel haakt; dan zn.lt ge gelijk in bovenstaande teekenimg is afgebeeld het evenwicht heibben gevonden. Natuurlijk moeit men er zeer voorzicht! g mee tewerk ga anandéra lukt het niet enbe loopt men bovendien de kans bord of karaf of beide. te breken. Dan heeft de proefneming misschien nog een ougename uitwerking. En dlait weneohen wii niemand toe MOEILIJK IEDERS ZIN TE DOEN. Jantje: „Pa en ma plagen me voortdurend." Pietje: „Wat doen ze dlain?" Jantje: „Mama wiil niet. dat ik op mijao hoofd sta, en papa gaat te keer, dat ik miin schoenen zoo gauw verslijt," EEN KNAPPE BOL. In een oafé zat een troepje vrienden druk op te scheppen over iedere geheugen. „Geheugen! Praat mii geheugen zeide Theo ik wed om een rondde, diait ik alle namen op een bladzijde van hei adresbroak achter elkander opzeg, ale ik ze miaar één keer gelezen heb." „Dat neem ik aanl" riep Eons en dies» «af Theo het adresboek om dadelijk zitn kunst maar to ven'toonen. Theo nam het boek aan, zocht een oogenblik en deed een poosde alsof hij de bladzijde las- Daarop begon hij „Jansen. Jansen, JansenWII honderd- twintigmaal toe. Hij had de weddenschap gewonnen. ZIJN OPVATTING. OnderwijzerWeet jé, wanneer het dé beste tijd is voor het plukken dér appelen? atntjeAJ» "dc "boar mèf zïïn famJiie naar kerk is en dé hond aan den ketting ligt. de Leste vriendjes en vriendinnetjes. Hier volgen wederom eenige raadsels waar van wij in de volgende .Kinderkrant" de op lossingen zullen bekend maken. Men doe ieder maar weer z'n beet om zo zelf op te lossen. L Welk spreekwoord kun je uit het onder-, staande lezen n h e t m e e v a e k I h t e n I o e 8 i 1 k n t 2. Ik ben een vrucht, maar vervang e miin derde lektor déor twee andere lot,tére dan krijg je een eoont. van aap. 8. Neem een deel van een tamarinde en een deel van een bajonet, en voeg de verkregen stukken bijeen tot een pop uit een nopen «nel. Vul die hierbovenstaande figuur zóó in. dat op lederen regel te lezen komt de naam yan een stof, waarvan Meedlingsitukken vervaardigd worden. De rij kruisje» moot dan van boven naar beneden dén naam van een verscheurend dier vormen. Al© afgesproken: hier volgen d* oplossingen der raadsel» die wü dé vorige week opgaven i 1. Hengel - hond, Engeland. 2. Lava - Alva. 8. Kaffe r K o zak Es kim o In d laan 4. Miotlen - Polen. Ons ruüL- en verzamelhoekje is bestemd voor hen onder onze vriendjes en vriendinnetjee, dia door ruilhandel hun verzamelingen van plaatjes, poet zegel», briefkaarten, munten en*, wenschen aan te vullen. De rubriek beperkt zich du» niet alleen tot Ver- kade's-plaat jee, Van HUleVplaatje» enz., zooal» men wellicht zou denken. Een jongen of meisje, die b.v. postzegel», aan zichtbaar tan of munten van Peru wil inruilen tegen postzegel», aam- ziohtkaarten of munten van Australië, kan ook terecht. Om van ons ruil- en verzamelhoekje gebruak te maken, zendt men ons dan maar een briefje, waarin duidelijk staat geschreven wat men wensoht. met vermelding van volledigen naar- en adres. Dan zetten wij dat in de krant eD dc verzamelaartjea of verzamela a rat ortj ee weten dan waar ril elkander kunnen vinden. De briefjes moeten in enveloppe^ gezonden worden: Aan de redactie van de Kinderktan van de „Nieuwe Haarlemsebe Courant.' N«s saulaan 49, Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 10