llEimE MARL. COIIRAI]
BERTRAND DU GUESCLIN
BUITENLAND
De nieuwe Zegelwet.
De brand in de Venen.
FEUILLETON
WAT DE PERS ZEGT
Woensdag 30 Mei
Tweede Blad
Met 1 Juni a.s. treden twee belangrijke
wetten in werking: de huurcotmmissiewet en
de nieuwe Zegelwet.
Over beide documenten, waarmede Jan
Publiek heel wat te maken zal hebben, wil
len wij' hier een en ander aan onze lezers1
mededeelen. Voor heden iets over de Zegel
wet.
Het' is echter gemakkelijker, zouden wij
haast zeggen, een nieuwe wet te maken, dan
ze voor belanghebbenden duidelijk uiteen te
zetten.
m De wetgever maakt er zich gemakkelijk
van at. Hij stuurt een serie artikelen de
wereld in, honderd, twee honderd en meer
desnoods, en zegt: daaraan hebt u zich te
onderwerpen, of anders boete subsidiair ge
vangenisstraf. Of de gehoorzame dienaar er
iets°van snapt, bekommert hem niet. Met
schade en straf komt deze er wel achter.
Slaat hij er neven, dan volgt de voldoening
wel op de zonde.
Met de zegelwet nu zal voortaan zoo goed
als iedereen te maken hebben en dus is het
wenschelijk dat ieder zich althans van de
hoofdpunten op de hoogte stelt. Wij zullen
deze hoofdpunten hier weergeven en niet te
veel detailleeren, want dit maakt de zaak
niet duidelijker. De droge opsomming zal dit
voordeel hebben dat zij den aandachtigen
lezer een gemakkelijk overzicht geeft van
verschillende kwesties, waarmede hij te ma
ken kan hebben.
De naleving der wet. De oude ze
gelwet wei-d schromelijk overtreden, naar
beweerd wordt. Daar heeft de nieuwe zegel
wet een stokje voor willen steken. Zij
tracht de burgers te dwingen tot naleving
der wet. Ziehier op welke kunstzinnige ma
nier.
Overtreding van de zegelwet bedreigt zij
met boeten. En niet zuinig ook. Iemand, die
een niet behoorlijk gezegeld huurcontract of
verklaring gehuurd of verhuurd te hebben,
t e e k e n t verbeurt een boete van tenmim
ste f 500, zegge vijfhonderd gulden. Dit, bij
wijze van voorbeeld alleen. Maar het kunst1-
volle zit in het volgende.
Voor verschillende gevallen er zijn uit
zonderingen moet het zegel gebruikt
worden door den een en betaald door den
ander. Men beeft b.v. aan zijn winkelier een
kwitantie te betalen van boven de f 10. Dan
luidt de bepaling dat de winkelier het zegel
gebruiken moet, maar dat degene, voor wien
de kwitantie is, de zegelkosten ad 5 cents
betaalt. Daar komt meer bij. Gebruikt de
winkelier geen zegel dan is hij boetplichtig
en niet degene, voor wie de kwitantie is.
Nog erger. De wet legt u (als de kwitantie
voor u bestemd is) den plicht op om de
ongezegeld© kwitantie bij den ontvanger van
het zegel te brengen, opdat deze naar den
winkelier ga en van ii-em de boete opeisent.
Pat zal wel zoo dikwijls niet voorkomen,
maar men ziet daaruit dat de winkelier er
alle voordeel bij heeft om de kwitantie be
hoorlijk te zegelen, een zegel dat hij niet
betaalt, waardoor hij geen kans heeft in on
gelegenheid te komen en niet aan de wille-
)keur van een klant wordt overgelaten.
De winkelier heeft geen enkel voordeel u
het zegel niet te laten betalen, wel gevaar.
De uitgever van een kwitantie, die gezegeld
behoorde te zijn, wordt beboet met f 100.
De "ene, die zoo'n onbehoorlijk of niet ge
zegelde' kwitantie ontvangt, moet daarvan
binnen een maand aangifte doen, of hij wordt
zeil' aansprakelijk voor de boete.
Hetzelfde geldt niet alleen voor kwitan
ties, maar ook voor polissen, effecten en ma
kelaarsnota's.
Nog een enkele opmerking. De wetgever
had kunnen bepalen dat een ongezegeld stuk
geen bewijswaarde heeft. Dat heeft hij niet
gedaan. Dus al is het stuk (doordat de wet
ontdoken is) niet gezegeld, het behoudt zijn
bewijswaarde. Om zegelplichtig te zijn is het
niet noodig dat het stuk onderteekend is.
Dc bedoeling is elke kwitantie aan de be
lasting tc onderwerpen, al staat er niets
anders onder of op dan een stempelafdruk
of stcmpelindruk van het woord betaald,
verrekend en dergelijke.
Nog enkele algemeene opmerkingen;
Als regel geldt, dat voor één stuk slech.s
één zegelrecht versohuldigd is, hoeveel ver
klaringen of overeenkomsten er ook in
staan.
Voorts dat op één vel papier slechts één
zegelplichtig stuk mag geschreven worden,
tenzij men het volgende stuk met een plak
zegel kan zegelen.
Verschillende exemplaren of afschriften
van een zelfde stuk zijn alle aan hetzelfde
recht onderworpen. Ook hierop bestaan uit
zonderingen b.v. voor huurcontracten. Slechts
één huurcontract behoeft op zegel, mits de
verschillende exemplaren maar binnen drie
maanden na de dagteekening te gelijk wor
den geregistreerd.
De oude zegelwet zou, zooals wij boven
zeiden, op verschillende manier ontdoken
zijn. Er zullen dus nog heel wat stukken
zijn, die niet behoorlijk gezegeld zijn. Daar
voor zou boete moeten worden betaald. Maar
de goede wetgever heeft er wat op gevonden
om de menschen te lokken. De wet heeft
n.l. bepaald, dat al die oude stukken nog
gezegeld kunnen worden zonder boete,
mits dit geschiede vóór den len December
a.s. Hebt gij dus nog ongezegelde stukken
in huis, die nog van kracht zijn, bijv. huur
contracten, maakt dan, dat zij zoo_ gauw
mogelijk door den ontvanger der registratie
gezegeld komen. Voor verzekeringspolissen
behoeft men zich niet ongerust te maken.
Daar zorgt de assurantiemaatsch^ppij wel
Welke stukken moeten gezegeld worden?
Wij zullen ze opsommen.
Kwitantiën. Aan een vast recht van
5 cents zijn onderworpen kwitantiën voor
geldsommen en andere eenzijdig opgemaakte
stukken, waarbij de ontvangst of overneming
van gelden wordt erkend oT ver me la door
of vanwege den schuldeischer. De kwitan
tiën zijn vrij, wanneer zij sommen betreffen
beneden do 10 gulden, mits de sommen niet
strekken in mindering en afdoening van
grootere bedragen. Het recht van 5 ce.nts
is ook verschuldigd voor bijv. de verklaring,
dat niets te vorderen is, of een bericht of
brief, dat het geld ontvangen is, en de schuld
is afgedaan. Nog lette men er op dat het
recht ook geTdt voor oiïderteekende decla
raties en rekeningen, voor diploma's van
lidmaatschap van of toegangsbewijzen voor
sociëteiten en vereenigingen, natuurlijk als
het bedrag 10 gld. of meer is.
Iéder schuldeischer moet een zegel ge
bruiken, tenzij de schuldeischers een ge
meenschappelijk belang hebben. Zoo mogen
dus niet b.v. eenige werklieden een kwitan
tie onderteekenen, dat zij het genoemde be
drag hebben ontvangen. Maar wel mogen
twee firmanten, tezamen één firma vormen
de, een kwitantie teekenen, omdat zij ge
meenschappelijke belangen hebben.
Strekt een tweede, enz. kwitantie om de
ontvangst te verklaren van een bedrag, in
mindering van een schuldvordering, waar
waarvoor reeds bij de eerste kwitantie zegel
recht is betaald, dan zijn de volgende-vrij.
Huishuur en huurc.o.n.t.r.a.c.t.e.n.
Voor iederen termijn van huurbetaling moet
het recht afzonderlijk en telkens weer
betaald worden.
Niet alleen de huur van onroerend goed,
7/00als huizen en landerijen ,is aan dit recht
onderworpen, ook de huur van roerend goed,
zooals meubelen. En niet alleen bepaalde
huur-contracten, maar ook verklaringen
(bijv. in een brief,) gehuurd of verhuurd heb
ben. Een brief waarin gij biedt te huren or
te verhuren, natuurlijk niet, wel de brief
waarin gij de huur oï verhuur aanneemt.
Gij kunt het recht betalen doorvliet stuk'
op een gezegeld papier (hetzij rijkspapier,
hetzij buitengewoon gezegeld papier) te
schrijven of wel door het stuk te ondertee
kenen over een plakzegel heen.
Om te weten welk gezegcid papier of welk
plakzegel ge moet koopen, berekent gij het
bedrag" dat als huursom betajfld moet wor
den over hot geheele tijdvak waarvoor, het
huurcontract geldt. Een huur b.v. vo'or vijf
jaar tegen f 800 per jaar geeft f 1600.
Optiejaren neemt men m de berekening op.
Loopt de huur volgens het contract telkens
voor een jaar door tot wederopaeggings
toe, dan neemt gij tienmaal de jaarlijksche
huursom. En over dat gezamenlijk bedrag
verhoogd tot een veelvoud van 1' 260, tot
een bedrag van f 5000 en tot een veelvoud
van f 50 voor hoogere bedragen dan f 5000
neemt gij een tiende percent.
Ook notarieele huurcontracten zijn aan
het hier besproken zegelrecht onderworpen,
Effecte n, .wissels, ena. Aan eenzelf
de. fc'venredig: zegelrecht zijn omverworpen
jachtakten, jvissels, polissen van schadever
zekering/, effecten, nota's van makelaars enz.
in effecten.
Voor wissels, orderbriefjes, Lasaisa'spapier,
bank- en ander papier aan toonder, assig]na-
tiën enz. is een recht verschuldigd van 6 '«mts
per 100 gld. Het recht wordt Gerekend over
ronde sommen van 100 gld. tot 500 gld. verder
over ronde sommen van 500 gld. tot 10.000
gld., en duarboven over ronde sommen van
1000 gld.
Wanneer men effecten koopt of verkoopt
door tusschenkomst van 'n makelaar of com-
missionnair, moet men van dezen een nota
ontvangen en daarop zal men een nieuw soort
plakzegel vinden .tor .waaide van vijf cent
voor iedere f 100 van het bedrag! van eiken
aankoop, Of .verkoop, berekend over ronde
sommen. Voor elke handeling wordt twee
maal het recht betaald: eens door den ver-
kooper, eens door den kooper.
Verder zijn bij de Zegelwet 1917 beiast de
zoo binnen als buitenlands opgemaakte ef
fecten
a. met een zegelrecht van f 1.per f 100
de bewijzen van aandeel in premieleeniiigen
b. met een zegelrecht van f 0.80 per t 100.
de buitenlandsche effecten.
Voor aandieelen in buitenlandsche maat
schappijen wordt het recht verhoogd tot f 1
van Iedere f 100 met een zegelrecht va11 0.60
per i' 100 voor alle andere stukken, onder
effecten of publieke fondsen gerangschikt
kunnende worden.
Aan een vast recht van dertig cent zijn
nog onderworpen:
a. akten van schuldbekentenis, mits niet
tot de effbeten beboerende en akten van
borgtocht vbor geldsommen;
Alle polissen van verzekering, ver
nieuwing ©n verlenging van polissen of ver
zekeringen zijn onderworpen aan zegelrecht.
Levensverzekering ©n iva-liditeits-
verzekering aan een vast récht van f 0.50.
Z e e v e r z e kering, bij. verzekering voor
eene 'bepaalde reis aan 'n recht van vijf cent en
bij; andere verzekering aan een recht van
f Ó.15 vgn iedere f 1000.
Vrijgesteld worden: a. wettelijk verplichte
of daarmee overeenkomstige verzekeringen,
bijv. ziekte- ©n invaliditeitswet; b. verzeke
ringen tegen gevaren van vervoer van goe-
ren te lande of op rivieren en binnenwateren,
als het vervoer binnen het Rijk plaats heeft;
c. verzendingen van geld of tegen inbraak van
effecten, geld of geldswaardig papier, in
brandkas tan en kluizen; e. verlenging eener
verzekering tot bericht van aankomst van
het vaartuig.
Stukken, die op verzekering betrekking
hebben en die in het buitenalnd zijn opge
maakt, moeten gezegeld worden, voordat er
iets gebeurt, dat op de verzekering betrek
king heeft (ontvangst van den polis, premie
betaling endosseering, uitbetaling).
Allerlei. Voorts js nog recht verschuldigd
voor: buitenlandsche paspoorten, waarvoor
een recht van f 2.50 of f 5 gevorderd wordt,
naarmate zij dienen voor één pers'oon of voor
meerdere; 2. vergunningen tot het aannemen
van een vreemd ordeteeken, titel enz.; 8.
vergunning tot verandering of bijvoeging van
geslachtsnaam, die onderworpen zijn aan f '250
per persoon; 4. verleening! enz. van adeldom,
waarvoor f 1000 per persbon verschuldigd is.
Ziedaar* het (voornaamste wat men van de
Zegelwet behoort te weten. Er zijn een massa
uitzonderingen, bepalingen, die echter niet
alle in een kort bestek zijn op te sommen.
Wie Gr meer van weten moet, schaffe zich
de Wet aan en voor bijzondere gevallen wende
men zich om informatie tot *t- kantoor van
registratie, waarvan de ambtenaren in op,-
dracht hebben het publiek zooveel mogelijk
inlichtingen te verstrekken.
DE OORZAAK? DE VEENBEWONERS.
DE HAAGSCHE BRANDWEER.
„En hoe is het vuur nu eigenlijk aange-
komenfvraagt de belangstellende llezer, als
hij het nieuws over den veenbrand in Dnemte
leest. Met zekerheid i» dienaangaande nog
miets uitgemaakt, en er zal waarschijnlijk
ook wel geen klaarheid kernen.
Zooals men weet, geeft de een de schuld
aan een der locomobielen, die in die venen
bij het baggeren worden gebruikt en welker
vonken bij eenigezjns sterken wind1 meters
ver wegspatten. Anderen weer wijten den
brand aan koffievuurtjes, welke in de nabij
heid van plaats 78 in Valthermond moeten
zijn gestookt. En dan zijn er nog, die aan
kwaadwilligheid denken. „Moar dat mot je
nait. leuvem", zei verweerde, bonkige
veenarbeider aan den „Tel."-correspondent,
„door duur 'k mien kop wel op verwedden,
dat dat nalt zoo is. Wie binnen wel gain
katjes om zunder h'andschounen an te pak
ken en bie'n stocking ken 't 'r wol rauw
tougoan, maar zukke gemaine streiken liet
gain ain van ons op zien kompas. Dei dat
verunderstelt mout zulf Ut hall gemaine ke
itel wezen."
Trouwens, er zijn er maar heel, heel
weinigen in deae streken, die aan ©enig op
zet denken. Vrijwel algemeen; wordt de oor
zaak aan zorgeloosheid toegeschreven, want
zorgeloos, heel zorgeloos is men tot dusver
wel in 't veen geweest. Hoe dikwijle is 's zo
mers achteloos weggeworpen een lucifer in
het kurkdroge veen. Hoe vaak ie een nog
brandende, uitgeklopte pijp niet de oorzaak
van een veenbrand geweest. Hoe dikwijls
hebben de koffievuurtjes die de werklieden
geregeld in 't veen stoken, de dtroge massa
niet in vlam gezet! Eiken zomer welhaast
zijn er veen- en heidebranden in Drente, al
nemen ze gelukkig niet dikwijls die reusach
tige afmetingen aan van thans. -
De correspondent van het Jlbld, stond
verstomd over den aard van de vöenbewo-
ners, zooals die sterk uitkomt hi.i een gebeur
tenis als deze.
Als er tien menschen ploeteren en zich
dood werken om bet Amur dé baas te blij
ven, kunnen er honderd dén gebeden dag
bij 'staan lummden zonder een vin te ver
roeren Eu als hun gezegd wordt: „Vooruit,
steek eens mee een handje uit!" dan ma
ken ze een eékuifbeweging met dhim en vin
ger, en vragen „wat er aan zi 1Als er „niets
aan zit", dan verdraaien zij 't, al staat ook
hun buunnans huis in de brand. Ja, zelfs
als hun eigen huis in brand staat, komen zij
nog niet tot krach,tig doen. Iedereen hier,
die ook maai' een beetje meer energie heeft
dan de gemiddelde veenwerker, is t er over
eens, dat de ramp niet zoo groot© afmetin
gen zou hebben aangenomen alls men wat
meer de handen had uitgestoken.
Trouwens het zajn niet alleen de veenarbei
ders, die zoo, nu laat ons zeggen Jakoniek"
zijn, de geheele bevolking hier is van een
wonderlijk slag. E®- zooals het veenbedrijf
hier in Emmeu culmineert, zoo culmineert
hier ook het wonderlijke van de veenbewo-
Episode uit den Fransch-Engelsehen oorlog
In de XlVe eeuw,
1)
INLEIDING»
Den... van 't jaar 1338, waren alle heir
banen, alle wegen, alle voetpaden, welke naar
Jtennes, in Brefcagne voerden, bedekt met eené
menigte reizigers, vol verlangen naar 1 tiur-
nool, dat dien dog aldaar zou gegeven worden.
Edellieden en edelvrouwen, ridders en pages,
krijgslieden en stalknechten, schoolknapen,
poorters met hunne vrouwen en dochters, dor
pers; genen te paard, anderen in wagens, de
laatsten te voet, allen begaven zich naar
dezelfde plaats en dachten aan een en dezelfde
saak: de schitterende wapenoefeningen, 'die
zouden gehouden, en de schoon© lansstooten
Welk© zouden gewisseld worden, door de ede-
lep uit het hertogdom Bretagne en de heeren
.Uit Normandië.
Ieder verheugd© zich ©r over, reeds te
voren, ieder haastte zich voort.
Een jong edelman, een arme duivel, die
zich als een bezetene uitputte, om de snel
heid van ?ijn ouden hengst te verdubbelen,
trok vooral de aandacht. Het was een arme
kerel, want ellendig was zijn uitrusting: een
harnas, met moeite uit verschillende stukken
samengesteld, waarvan het eene in Spanje,
het andere in Engeland of Frankrijk vervaar
digd, slechte om hunne afmeting, en de ar
moede van den drager waren oijeengebrac'nt;
jong1 nog was de ruiter, want een klein wa
penschild droeg hij aan den zadelknop.
Vergeefs gaf hij zijn ros de sporenhet
arme beest liep niet sneller, trots alle mis
handelingen die het verduren moest. De rui
ter zelf scheen slecht 'gemutst; en geen won
der: de blikken van alle voorbijgangers wa
ren op hem gericht totdat zij niet langer zich
konden bedwingen, zender hem in net ge
zicht uit te lachen.
Allen maakten opmerkingen„wat gek dier,
en wat afschuwelijk gezicht beeft de meester,"
aeide dé ©en: „die twee hooren bij leen,"
sprak de ander, maar men zeido het niet
luidde, want de blik van den ruiter was zoo
donker en vast iegelijk, dat niemand hem
openlijk durfde bespotten De kinderen wa
ren vrijmoediger; zij riepen hem nu en dan
hun uitdagende woorden achterna, en vlucht
ten dan terstond weg, hoewel hij er geen
acht op scheen te slaan.
Ondertusschen kwam, op: eenigo honderde
meters achter dien ongdlukkigen ruiter, spoor
slags een andere jonge edelman aanga! lop-
peerenzijn uitrusting en zijn© wapenen glin
sterden' in de zonnestralen, welke bliksemend
op het metaal terugkaatsten. Ieder ging aan
den kant van den weg staan, om hem vrij
te laten voorbijrennen, deels uit eerbied, deels
uit angst te worden omvergereden. Zijn rïc
was zoo ontetuimlg dat de hoeven van zijn
vurigi paard, telkens een wolk van stof en
keisteentjes, in de lucht wierpen. Deze schit
terende ruiter, vol van den overmoed der
jeugd, had reeds lang zijn zegevierenden rit
voortgezet, teen een misstap van zijn paard
hem in het zand deed tuimelen, juist voor den
armen kerel, waarvan wij reeds spraken, en
welke van deze omstandigheid gebruik maak
te, om adem te scheppen. Een kreet, waar
in meer bespotting lag dan medelijden, ©teeg
uit fte Somstanders op, welken terstond naar
ner®. Er te dan ook een hier in die streek
gebruikelijk© spreekwoord, dat zegt: JBjj
God en in Emmeu te allee mogelijk 1"
Dat er in het Emmensoh© althans heel
veel mogelijk is, bleek Donderdagnacht, toen
de Haagsche motorspuit hier aankwam.
Woensdag had de burgemeester van Em
meu aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken getelegrafeerd om een stoomspuit,
die noodig was om den drelgendén brand in.
het Noorder- en Weerdingerveen tegen te
houden, en de daar Btaande hulzen te be
schermen. En Woensdagavond schelde de
Minister het hotel Postma in Emmen op,
en verzocht den burgemeester even aan den
telefoon te roepen. De hotelhouder repte
zich om den burgemeester te haken, maar
Z. Edelachtbare lag al in bed en had geen
zin om er uit te komen.
Postma, vraag maar aan den Minister,
of-ie jou de boodschap niet kan doen.
Burgemeester, zou dat wel geraden zijn?
Zijn Excellentie scheen u zeer dringend te
willen spreken.
Postma, vraag Jij nu maar of de minister
jou niet de boodschap kan doen.
Intuseohen zat Minister Oort van der Lin
den goedig aan de telefoon te wachten. Tot
dat de hotelhouder terugkwam toen was
er ongeveer dit gesprek aan de telefoon:
Excellentie,hm.burgemeesterhm,
Vraagt of U.hm.mij niet kan zeggen wat.,
ziet u, burgemeester is.hm.al naar bed.
Mijnh» or, weest zoo gbed aan den bur
gemeester te zeggen, dat als ik hier moeite
doe om zijn gemeente te helpen, hij' toch op
zijn minst even uit zijn bek! kan komen om
mij te woord te staan. Ik zal nog| even wach
ten tot burgemeester komt.
En zijn Edelachtbare Was zóó gbed niet
of hij moest uit ziin bed komen en gaan tele-
foneereu wat óók weer moeilijk ging, want.,
burgemeester had nog nooit getelefoneerd.
Enfin, 't resultaat was dat Donderdagmor
gen een Haagsche stoomspuit op den 'trein
werd gfezet naar Emmen, en diat een motor
spuit, voorzien van 1200 meter slang en all©
hulp- en reddingsmiddelen, bemand hoef D
man, brandmeester Otten en hoofdbr.andmees-
ter Spoelstra, uitrukten om Op eigen kracht
naar de venen te g|aan. De mannen waren
vol enthousiasme voor 't zware werk dat
hun te wachten stond', en gretig om hui
zen te beschermen en menschen te redden.
Zij' rekenden er op om zoodra zij in Emmen
kwamen, direct aan den slag' te gaan.
't Was een lange, moeielijke tocht, de we
gen, en vooral ae 'bruggen, zijn niet alle
berekend op zoo'n zware vracht, de motor-
spUit weegt 8000 kilo en er hoorde heel
wat zeemanschap toe om er te komen zonder
al te weel stukken te maken onderweg), al
kxeegi dan ook een brug hier en daar wel
eens een knauw.
Maar in Ooovoiden liep 't spaak. De aan
gewezen weg ging over een brug, die ten*
eenenmale niet bestand zou zijn tegen de
zware vracht. Toen bood zich een goede
Goevordenaar aan om een anderen weg1 te
wijzen naar Emmen, en om half 1 's nachts
raakte dan de epuit eindelijk in Emmen.
Wij kwamen Juist terug van een tocht naar
't iWeerdingerveen, en begroetten de Hage
naars met gejuich. De heer Spoelstra ver
zocht hem bji den burgemeester te bren
gen hij; liadi om 10 uur uit Goevbrdetï
getelegrafeerd, dat hij daar was en doorging
naai- Emmen en n,u .wilde hjj! zich maar
meteen ter beschikking! stollen van aen bur
gemeester.
De zware wagen, waarvan de feil© elek
trische lampen het beolie dorp; in licht zet
ten, iwerd dus tot voor het huis van den
burgemeester gereden, en burgemeester werd
verzocht naar buiten te komen. Maar Z.Edel-
Aohtbare... was (weer tn beÖ en dacht er
niet over om er uit tie komen. Op al 't
lawaai en gédoente was evenwel burgemees
ter'e zoon voor den da« gekomen, en £us
zou hoofdbrandmeester (Jpoelsfcra 't maar met
hem afdoen.
Maar wat doet u eigenlijk hier? vroeg
burgemeester junior, u moet in Weerdingc
zijn.
Ja, maai' dat is tooh gemeente Emmen,
en dus dien ik mij1 bij den burgemeester van
Emmen te presenteeren.
Mijnbeer, u beeft hier niets te maken,
u moet in Weerdingte zijn.
Goed meneer, laat ik 't dan anders zeg
gen: ik kom namens den 'burgemeester -van
Den Haag de Haagsche brandweer aan den
burgemeester van Emmen aanbieden.
- Ik heb met den burgemeester van D©n
Haag niets te maken. Gaat u nu maar naar
Weerding©.
Toen.moeten er veel klompen gebroken
zijn, en de hear Spoelstra zei falter, dat, air
bij rijn eigen baas was geweest, dan was hij
zóó omgekeerd en naar Den Haag terugge
reden.
't Ging dus verder, naar Weerdinge, mee
escort» van den Go©vorder en den verslag
gever die er 't mjöe van wou hébben.
In Weerdinge lag alles in diepe rust, en
wij stonden in beraad wat er gedaan moest
worden. Wij 'klopten aan enkel© deuren, maar
niemand scheen trek te hebben om naar bui
ten te komen. Tloen hebben wij een paarden-
middel verzonnen. Wij reden tot vbor het
Café Koning', richtten de electrische lampen
op. het huis, zoodot het felle lioht door de
muren heen ging, een van de mannen luidde
den gévallen edelman ijlden.
Ook de meester van 't oude dier steeg af,
en verwijderde met zijh ijzeren Vuist de
menigte; daarna nam hij den opgelukkigen
ruiter, die geen spder bewbog, bp en droeg
hem tot aan den voet van een boom langls
den weg. Daar nam hij. hem den helm af,
gespte zijïi harnas los en blies hem |u hét
aangezicht, met de vaardigheid van iemand,
die meer ongevallen heeft bijgewoond.
Hola, vriend, kom don bjj ©n open de
oogen, zeide hij.
Na eenige oogenblikken bewoog de ruiter
een arm, waarna den andere, vervolgens go-
heel zijn lichaam en deed ten slotte de oogen
open, waarin weldra meer beschaming dan
verwonderingi He lezen lag.
Gij hadt uw paard beter in de hand moe
ten houden, zeide hem zijn heipér; maar
dat kan den besten ruiter overkomen.
Ik dank u, mossire; gij wilt me troos
ten; maar daar ben ik voor. hét ©ogenblik
niet mede geholpen.
Ziijt 'ge dan gewond?
Ik ben op mijn helm gevallen; dit heeft
mij bewusteloos gemaakt; overigens gelóóf ik,
dat ik mijU rechterarm nog al heb gekneusd.
de bel, en 'n andere liet de signaalhoor spoicn.
't Was e$n helsoh kabaal in 't stille .dorp.
Maar 't had eerst effect toen wij er i P,
geslaagd waren de deur van t café ope J
te krijgen, en er binnen te komen. Toe
eindelijk kwamen de bewoners naar bent 4
den maar 't kostte de bewoners wa,?
moeite voor wij hen zoover hadden, do r
zij brood schaften en drinken voor de mar
nen.
Daar tooh ten slotte de brandweer ziel1»
bij iemand moest melden, werd de veldwacl.i
ter tot waarnemend burgemeester benoemd
en wij beslóten den nieuwen waarnemen:)
burgemeester uit zijn bed te halen. H:;
kwam, en stond stijf van de schrik toen h:i,
daar die bende struische Haagsche brand
bezig met dikk i».
1'
wachts vond in het café
boterhammen en fleschje: bier. - goed i
raad wist hij ook niet.
„Jongens," zei de heer Spoelstra, ,wij nefï
men eenvoudig hier kwartier, leder haalt zij i
bundeltje meegenomen goed van den wa:j.
gen, dat zijn de kussens, wij schudden d iv
planken van den vloer wat op, en wij gaai:;t
~*epen.
ant door de zonderlinge ontvangst waij;
't nu wel zoover gekomen, dat de lust on'
direct aan den slag te gaan, er uit was.
En kort daarop was de rust hersteld
alleen stond daar in *t stille dorp, middel
op den weg, die wonderlijk groote brandwa 1
gen, als een vreemd gevaarte.
Ik wil maar zeggen, dat Onze Lieve Hee:P.
daar in de venen rare kostgangers heeft....
Den volgenden morgen hebben de Hage
naars zich maar over 't verdriet heengezet
zij zijn aan 't werk gegaan, zij hebben en
gesjouwd als paarden en Vrijdagmiddag gin -1
gen èn de stoomspuit èn de motorspuit der;^
brand te lijf met stevige stralen.
Zij hebben de punten waar zij begonner
zijn, nu in hun macht. Dat staat daar nu, zoo
als wij gegaan zijn van een gemoedelijk;1'
stadsbrandje te zeggen maar 't blusschei;
van een veenbrand is nog wat anders als een
„uitslaand brandje" bedwingen. En toch% d«i|
Haagsche brandweer lapt 't 'm. En hoel Dc
stoomspuit werkt met een slang van 90C!''
meter, bestrijkt dus een cirkel met een mid -1
denlijn van 1800 meter, en dat heele terreiti';
wordt feitelijk gebluscht. De motorspuit doel!"
niet minder, die werkt met twee slangen in i
twee richtingen, en waar de slangen over--',
heen geweest zijn, daar is het vuur van deni1'
grond weg.
De brandwacht® hebben er plezier in, der'
brandmeesters Spoelstra en Otten incluis,,'L
zij! zijn, en waarlijk met reden, trotsch op.;-
hun werk en de Drentsche boeren staan,
paf, dat dót kan, den veenbrand werkelijk
blusschenl
Een toast op de Haagsche brandweer 1
EEN JOODSOHB REPUBLIEK
Het „Hbld." pleit voor Palestina als een
joodsohe républiek onder bescherming van
de Vereeaiigdo Staten.
Ie dit niet een utopie vraagt hot HUIS
GEZIN en een onbillijkheid tevens?
Een Utopie: het lot: en de straf der
Joden is, verstrooid te zijn over heel den
aardbol.
Voelen zij zelf iets in hun algemeenheid
voor het herstel van eeD joodschen staat
Ben onbillijkheid: moeten de heilige plaat
sen der Chris tenen aan de Joden worden over
geleverd?
Moeten sty daarvan de bewakers en beheer
ders .worden?
En is Europa dan zoo diep. gezonken, dat
de Vetreenigd© Staten moeten worden aange
wezen als d® beschermers der te stichteD-
joodsohe republiek 1
Palestina vrij van do Turksche onderdiuk-
king1, het is een ideaal, waarvoor een chris
tenhart in geestdrift kan ontgloeien.
Maar het Heilig» Land' dei- Christenen in
do macht der Joden, voor dit denkbeeld
kunnen de nakomelingen dor kruisvaarders,
tfloh moeilijk sympathie gevoelen.
VERSPREIDE BERICHTEN'
D® VLAMINGEN EN DE BESTUURLIJKE
SCHEIDING.
De Vlaameohe afssevoarddssde en aahriivers m
Beü«iö, hébben een eohriréen «eeonden **n doa
Dudfteehen HÜMoaiaeeilder. waarin hcffinnerd'
wordt aan die i«rordlenifaur van dien «mwernour<
venereal van 81 Maart 1817. waardoor in Bel-
jig twee bestuurlijke «efctoden verdien afin*,
en helt votoeeüde wordt ooaemerkt
Evenmin ais hun cxdLwa'» der VJoa-mscha
jjTomdliasementenzouden die «ekozenen den
Wtaal»c(he en der «eanengd» «-rrwnciriaaemenUa
in h«t Beflwiwii pariWent. een dearee* kumneu
aafniv&aaidtea, <Jkufc xutatff nvilwïor b^oosrt» dan aè
veaHbrokkeüufl van hun vaderland.
A-rttillkel 48 van bet aan d© Haaeodha Convens
tie van 1907 toewwwegd mdetment lesft de be*
«attend® miaxjivt Ibehoudena voÜHrtreflote ommo-
geJUkiuAld, die niemand ten deze «d durven m-
w»ei»en! dte verpffióhitiinB op om de in het Ia nd
bwteand^jratttJenJje^erbte
Doet het u eng) pijn?
Jawel, messire; genoeg om geen aeel
te kunnen nemen aan net steekspel.
Och, die teleurstelling treft u niet alleen,
BÓM© andere, op een toon vol spijt; als ge
wilt Bal ik ia den zadel helpen. d,an kuuf
gé er toch aan deed nemen al» geween toe"
sohouwor, zooals ook ik moet doen.
Het aal me verheugen, mij ook op d«
wüze aan u verplicht te gevoelen, anftwooi*
'de de gewonde, terwijl hij onwiiBekeurig eeg
blik vol verwondering wierp, op dp armoedlgö
uitrusting! van den «Solman, dt© hem zoo be
reidwillig ter hUlp. kwam
Laten we aan voortmaken; Ik »u niet
gaarno een lonsstooi missen.
Te paard dan, zeide de pjawouds, teiw
hij trachtte rijn wapenrusting ïn ome
toeö^'rmoei niet nutteloos;
zal u alc een schildknaap hripen. Zoo, sta m
op, ga naar uw paard en bemoei u verder,
met niets.
(Wordit vervolgd.)