llEimE MARL. COIIRAI] BERTRAND DU GUESCLIN BUITENLAND De nieuwe Zegelwet. De brand in de Venen. FEUILLETON WAT DE PERS ZEGT Woensdag 30 Mei Tweede Blad Met 1 Juni a.s. treden twee belangrijke wetten in werking: de huurcotmmissiewet en de nieuwe Zegelwet. Over beide documenten, waarmede Jan Publiek heel wat te maken zal hebben, wil len wij' hier een en ander aan onze lezers1 mededeelen. Voor heden iets over de Zegel wet. Het' is echter gemakkelijker, zouden wij haast zeggen, een nieuwe wet te maken, dan ze voor belanghebbenden duidelijk uiteen te zetten. m De wetgever maakt er zich gemakkelijk van at. Hij stuurt een serie artikelen de wereld in, honderd, twee honderd en meer desnoods, en zegt: daaraan hebt u zich te onderwerpen, of anders boete subsidiair ge vangenisstraf. Of de gehoorzame dienaar er iets°van snapt, bekommert hem niet. Met schade en straf komt deze er wel achter. Slaat hij er neven, dan volgt de voldoening wel op de zonde. Met de zegelwet nu zal voortaan zoo goed als iedereen te maken hebben en dus is het wenschelijk dat ieder zich althans van de hoofdpunten op de hoogte stelt. Wij zullen deze hoofdpunten hier weergeven en niet te veel detailleeren, want dit maakt de zaak niet duidelijker. De droge opsomming zal dit voordeel hebben dat zij den aandachtigen lezer een gemakkelijk overzicht geeft van verschillende kwesties, waarmede hij te ma ken kan hebben. De naleving der wet. De oude ze gelwet wei-d schromelijk overtreden, naar beweerd wordt. Daar heeft de nieuwe zegel wet een stokje voor willen steken. Zij tracht de burgers te dwingen tot naleving der wet. Ziehier op welke kunstzinnige ma nier. Overtreding van de zegelwet bedreigt zij met boeten. En niet zuinig ook. Iemand, die een niet behoorlijk gezegeld huurcontract of verklaring gehuurd of verhuurd te hebben, t e e k e n t verbeurt een boete van tenmim ste f 500, zegge vijfhonderd gulden. Dit, bij wijze van voorbeeld alleen. Maar het kunst1- volle zit in het volgende. Voor verschillende gevallen er zijn uit zonderingen moet het zegel gebruikt worden door den een en betaald door den ander. Men beeft b.v. aan zijn winkelier een kwitantie te betalen van boven de f 10. Dan luidt de bepaling dat de winkelier het zegel gebruiken moet, maar dat degene, voor wien de kwitantie is, de zegelkosten ad 5 cents betaalt. Daar komt meer bij. Gebruikt de winkelier geen zegel dan is hij boetplichtig en niet degene, voor wie de kwitantie is. Nog erger. De wet legt u (als de kwitantie voor u bestemd is) den plicht op om de ongezegeld© kwitantie bij den ontvanger van het zegel te brengen, opdat deze naar den winkelier ga en van ii-em de boete opeisent. Pat zal wel zoo dikwijls niet voorkomen, maar men ziet daaruit dat de winkelier er alle voordeel bij heeft om de kwitantie be hoorlijk te zegelen, een zegel dat hij niet betaalt, waardoor hij geen kans heeft in on gelegenheid te komen en niet aan de wille- )keur van een klant wordt overgelaten. De winkelier heeft geen enkel voordeel u het zegel niet te laten betalen, wel gevaar. De uitgever van een kwitantie, die gezegeld behoorde te zijn, wordt beboet met f 100. De "ene, die zoo'n onbehoorlijk of niet ge zegelde' kwitantie ontvangt, moet daarvan binnen een maand aangifte doen, of hij wordt zeil' aansprakelijk voor de boete. Hetzelfde geldt niet alleen voor kwitan ties, maar ook voor polissen, effecten en ma kelaarsnota's. Nog een enkele opmerking. De wetgever had kunnen bepalen dat een ongezegeld stuk geen bewijswaarde heeft. Dat heeft hij niet gedaan. Dus al is het stuk (doordat de wet ontdoken is) niet gezegeld, het behoudt zijn bewijswaarde. Om zegelplichtig te zijn is het niet noodig dat het stuk onderteekend is. Dc bedoeling is elke kwitantie aan de be lasting tc onderwerpen, al staat er niets anders onder of op dan een stempelafdruk of stcmpelindruk van het woord betaald, verrekend en dergelijke. Nog enkele algemeene opmerkingen; Als regel geldt, dat voor één stuk slech.s één zegelrecht versohuldigd is, hoeveel ver klaringen of overeenkomsten er ook in staan. Voorts dat op één vel papier slechts één zegelplichtig stuk mag geschreven worden, tenzij men het volgende stuk met een plak zegel kan zegelen. Verschillende exemplaren of afschriften van een zelfde stuk zijn alle aan hetzelfde recht onderworpen. Ook hierop bestaan uit zonderingen b.v. voor huurcontracten. Slechts één huurcontract behoeft op zegel, mits de verschillende exemplaren maar binnen drie maanden na de dagteekening te gelijk wor den geregistreerd. De oude zegelwet zou, zooals wij boven zeiden, op verschillende manier ontdoken zijn. Er zullen dus nog heel wat stukken zijn, die niet behoorlijk gezegeld zijn. Daar voor zou boete moeten worden betaald. Maar de goede wetgever heeft er wat op gevonden om de menschen te lokken. De wet heeft n.l. bepaald, dat al die oude stukken nog gezegeld kunnen worden zonder boete, mits dit geschiede vóór den len December a.s. Hebt gij dus nog ongezegelde stukken in huis, die nog van kracht zijn, bijv. huur contracten, maakt dan, dat zij zoo_ gauw mogelijk door den ontvanger der registratie gezegeld komen. Voor verzekeringspolissen behoeft men zich niet ongerust te maken. Daar zorgt de assurantiemaatsch^ppij wel Welke stukken moeten gezegeld worden? Wij zullen ze opsommen. Kwitantiën. Aan een vast recht van 5 cents zijn onderworpen kwitantiën voor geldsommen en andere eenzijdig opgemaakte stukken, waarbij de ontvangst of overneming van gelden wordt erkend oT ver me la door of vanwege den schuldeischer. De kwitan tiën zijn vrij, wanneer zij sommen betreffen beneden do 10 gulden, mits de sommen niet strekken in mindering en afdoening van grootere bedragen. Het recht van 5 ce.nts is ook verschuldigd voor bijv. de verklaring, dat niets te vorderen is, of een bericht of brief, dat het geld ontvangen is, en de schuld is afgedaan. Nog lette men er op dat het recht ook geTdt voor oiïderteekende decla raties en rekeningen, voor diploma's van lidmaatschap van of toegangsbewijzen voor sociëteiten en vereenigingen, natuurlijk als het bedrag 10 gld. of meer is. Iéder schuldeischer moet een zegel ge bruiken, tenzij de schuldeischers een ge meenschappelijk belang hebben. Zoo mogen dus niet b.v. eenige werklieden een kwitan tie onderteekenen, dat zij het genoemde be drag hebben ontvangen. Maar wel mogen twee firmanten, tezamen één firma vormen de, een kwitantie teekenen, omdat zij ge meenschappelijke belangen hebben. Strekt een tweede, enz. kwitantie om de ontvangst te verklaren van een bedrag, in mindering van een schuldvordering, waar waarvoor reeds bij de eerste kwitantie zegel recht is betaald, dan zijn de volgende-vrij. Huishuur en huurc.o.n.t.r.a.c.t.e.n. Voor iederen termijn van huurbetaling moet het recht afzonderlijk en telkens weer betaald worden. Niet alleen de huur van onroerend goed, 7/00als huizen en landerijen ,is aan dit recht onderworpen, ook de huur van roerend goed, zooals meubelen. En niet alleen bepaalde huur-contracten, maar ook verklaringen (bijv. in een brief,) gehuurd of verhuurd heb ben. Een brief waarin gij biedt te huren or te verhuren, natuurlijk niet, wel de brief waarin gij de huur oï verhuur aanneemt. Gij kunt het recht betalen doorvliet stuk' op een gezegeld papier (hetzij rijkspapier, hetzij buitengewoon gezegeld papier) te schrijven of wel door het stuk te ondertee kenen over een plakzegel heen. Om te weten welk gezegcid papier of welk plakzegel ge moet koopen, berekent gij het bedrag" dat als huursom betajfld moet wor den over hot geheele tijdvak waarvoor, het huurcontract geldt. Een huur b.v. vo'or vijf jaar tegen f 800 per jaar geeft f 1600. Optiejaren neemt men m de berekening op. Loopt de huur volgens het contract telkens voor een jaar door tot wederopaeggings toe, dan neemt gij tienmaal de jaarlijksche huursom. En over dat gezamenlijk bedrag verhoogd tot een veelvoud van 1' 260, tot een bedrag van f 5000 en tot een veelvoud van f 50 voor hoogere bedragen dan f 5000 neemt gij een tiende percent. Ook notarieele huurcontracten zijn aan het hier besproken zegelrecht onderworpen, Effecte n, .wissels, ena. Aan eenzelf de. fc'venredig: zegelrecht zijn omverworpen jachtakten, jvissels, polissen van schadever zekering/, effecten, nota's van makelaars enz. in effecten. Voor wissels, orderbriefjes, Lasaisa'spapier, bank- en ander papier aan toonder, assig]na- tiën enz. is een recht verschuldigd van 6 '«mts per 100 gld. Het recht wordt Gerekend over ronde sommen van 100 gld. tot 500 gld. verder over ronde sommen van 500 gld. tot 10.000 gld., en duarboven over ronde sommen van 1000 gld. Wanneer men effecten koopt of verkoopt door tusschenkomst van 'n makelaar of com- missionnair, moet men van dezen een nota ontvangen en daarop zal men een nieuw soort plakzegel vinden .tor .waaide van vijf cent voor iedere f 100 van het bedrag! van eiken aankoop, Of .verkoop, berekend over ronde sommen. Voor elke handeling wordt twee maal het recht betaald: eens door den ver- kooper, eens door den kooper. Verder zijn bij de Zegelwet 1917 beiast de zoo binnen als buitenlands opgemaakte ef fecten a. met een zegelrecht van f 1.per f 100 de bewijzen van aandeel in premieleeniiigen b. met een zegelrecht van f 0.80 per t 100. de buitenlandsche effecten. Voor aandieelen in buitenlandsche maat schappijen wordt het recht verhoogd tot f 1 van Iedere f 100 met een zegelrecht va11 0.60 per i' 100 voor alle andere stukken, onder effecten of publieke fondsen gerangschikt kunnende worden. Aan een vast recht van dertig cent zijn nog onderworpen: a. akten van schuldbekentenis, mits niet tot de effbeten beboerende en akten van borgtocht vbor geldsommen; Alle polissen van verzekering, ver nieuwing ©n verlenging van polissen of ver zekeringen zijn onderworpen aan zegelrecht. Levensverzekering ©n iva-liditeits- verzekering aan een vast récht van f 0.50. Z e e v e r z e kering, bij. verzekering voor eene 'bepaalde reis aan 'n recht van vijf cent en bij; andere verzekering aan een recht van f Ó.15 vgn iedere f 1000. Vrijgesteld worden: a. wettelijk verplichte of daarmee overeenkomstige verzekeringen, bijv. ziekte- ©n invaliditeitswet; b. verzeke ringen tegen gevaren van vervoer van goe- ren te lande of op rivieren en binnenwateren, als het vervoer binnen het Rijk plaats heeft; c. verzendingen van geld of tegen inbraak van effecten, geld of geldswaardig papier, in brandkas tan en kluizen; e. verlenging eener verzekering tot bericht van aankomst van het vaartuig. Stukken, die op verzekering betrekking hebben en die in het buitenalnd zijn opge maakt, moeten gezegeld worden, voordat er iets gebeurt, dat op de verzekering betrek king heeft (ontvangst van den polis, premie betaling endosseering, uitbetaling). Allerlei. Voorts js nog recht verschuldigd voor: buitenlandsche paspoorten, waarvoor een recht van f 2.50 of f 5 gevorderd wordt, naarmate zij dienen voor één pers'oon of voor meerdere; 2. vergunningen tot het aannemen van een vreemd ordeteeken, titel enz.; 8. vergunning tot verandering of bijvoeging van geslachtsnaam, die onderworpen zijn aan f '250 per persoon; 4. verleening! enz. van adeldom, waarvoor f 1000 per persbon verschuldigd is. Ziedaar* het (voornaamste wat men van de Zegelwet behoort te weten. Er zijn een massa uitzonderingen, bepalingen, die echter niet alle in een kort bestek zijn op te sommen. Wie Gr meer van weten moet, schaffe zich de Wet aan en voor bijzondere gevallen wende men zich om informatie tot *t- kantoor van registratie, waarvan de ambtenaren in op,- dracht hebben het publiek zooveel mogelijk inlichtingen te verstrekken. DE OORZAAK? DE VEENBEWONERS. DE HAAGSCHE BRANDWEER. „En hoe is het vuur nu eigenlijk aange- komenfvraagt de belangstellende llezer, als hij het nieuws over den veenbrand in Dnemte leest. Met zekerheid i» dienaangaande nog miets uitgemaakt, en er zal waarschijnlijk ook wel geen klaarheid kernen. Zooals men weet, geeft de een de schuld aan een der locomobielen, die in die venen bij het baggeren worden gebruikt en welker vonken bij eenigezjns sterken wind1 meters ver wegspatten. Anderen weer wijten den brand aan koffievuurtjes, welke in de nabij heid van plaats 78 in Valthermond moeten zijn gestookt. En dan zijn er nog, die aan kwaadwilligheid denken. „Moar dat mot je nait. leuvem", zei verweerde, bonkige veenarbeider aan den „Tel."-correspondent, „door duur 'k mien kop wel op verwedden, dat dat nalt zoo is. Wie binnen wel gain katjes om zunder h'andschounen an te pak ken en bie'n stocking ken 't 'r wol rauw tougoan, maar zukke gemaine streiken liet gain ain van ons op zien kompas. Dei dat verunderstelt mout zulf Ut hall gemaine ke itel wezen." Trouwens, er zijn er maar heel, heel weinigen in deae streken, die aan ©enig op zet denken. Vrijwel algemeen; wordt de oor zaak aan zorgeloosheid toegeschreven, want zorgeloos, heel zorgeloos is men tot dusver wel in 't veen geweest. Hoe dikwijle is 's zo mers achteloos weggeworpen een lucifer in het kurkdroge veen. Hoe vaak ie een nog brandende, uitgeklopte pijp niet de oorzaak van een veenbrand geweest. Hoe dikwijls hebben de koffievuurtjes die de werklieden geregeld in 't veen stoken, de dtroge massa niet in vlam gezet! Eiken zomer welhaast zijn er veen- en heidebranden in Drente, al nemen ze gelukkig niet dikwijls die reusach tige afmetingen aan van thans. - De correspondent van het Jlbld, stond verstomd over den aard van de vöenbewo- ners, zooals die sterk uitkomt hi.i een gebeur tenis als deze. Als er tien menschen ploeteren en zich dood werken om bet Amur dé baas te blij ven, kunnen er honderd dén gebeden dag bij 'staan lummden zonder een vin te ver roeren Eu als hun gezegd wordt: „Vooruit, steek eens mee een handje uit!" dan ma ken ze een eékuifbeweging met dhim en vin ger, en vragen „wat er aan zi 1Als er „niets aan zit", dan verdraaien zij 't, al staat ook hun buunnans huis in de brand. Ja, zelfs als hun eigen huis in brand staat, komen zij nog niet tot krach,tig doen. Iedereen hier, die ook maai' een beetje meer energie heeft dan de gemiddelde veenwerker, is t er over eens, dat de ramp niet zoo groot© afmetin gen zou hebben aangenomen alls men wat meer de handen had uitgestoken. Trouwens het zajn niet alleen de veenarbei ders, die zoo, nu laat ons zeggen Jakoniek" zijn, de geheele bevolking hier is van een wonderlijk slag. E®- zooals het veenbedrijf hier in Emmeu culmineert, zoo culmineert hier ook het wonderlijke van de veenbewo- Episode uit den Fransch-Engelsehen oorlog In de XlVe eeuw, 1) INLEIDING» Den... van 't jaar 1338, waren alle heir banen, alle wegen, alle voetpaden, welke naar Jtennes, in Brefcagne voerden, bedekt met eené menigte reizigers, vol verlangen naar 1 tiur- nool, dat dien dog aldaar zou gegeven worden. Edellieden en edelvrouwen, ridders en pages, krijgslieden en stalknechten, schoolknapen, poorters met hunne vrouwen en dochters, dor pers; genen te paard, anderen in wagens, de laatsten te voet, allen begaven zich naar dezelfde plaats en dachten aan een en dezelfde saak: de schitterende wapenoefeningen, 'die zouden gehouden, en de schoon© lansstooten Welk© zouden gewisseld worden, door de ede- lep uit het hertogdom Bretagne en de heeren .Uit Normandië. Ieder verheugd© zich ©r over, reeds te voren, ieder haastte zich voort. Een jong edelman, een arme duivel, die zich als een bezetene uitputte, om de snel heid van ?ijn ouden hengst te verdubbelen, trok vooral de aandacht. Het was een arme kerel, want ellendig was zijn uitrusting: een harnas, met moeite uit verschillende stukken samengesteld, waarvan het eene in Spanje, het andere in Engeland of Frankrijk vervaar digd, slechte om hunne afmeting, en de ar moede van den drager waren oijeengebrac'nt; jong1 nog was de ruiter, want een klein wa penschild droeg hij aan den zadelknop. Vergeefs gaf hij zijn ros de sporenhet arme beest liep niet sneller, trots alle mis handelingen die het verduren moest. De rui ter zelf scheen slecht 'gemutst; en geen won der: de blikken van alle voorbijgangers wa ren op hem gericht totdat zij niet langer zich konden bedwingen, zender hem in net ge zicht uit te lachen. Allen maakten opmerkingen„wat gek dier, en wat afschuwelijk gezicht beeft de meester," aeide dé ©en: „die twee hooren bij leen," sprak de ander, maar men zeido het niet luidde, want de blik van den ruiter was zoo donker en vast iegelijk, dat niemand hem openlijk durfde bespotten De kinderen wa ren vrijmoediger; zij riepen hem nu en dan hun uitdagende woorden achterna, en vlucht ten dan terstond weg, hoewel hij er geen acht op scheen te slaan. Ondertusschen kwam, op: eenigo honderde meters achter dien ongdlukkigen ruiter, spoor slags een andere jonge edelman aanga! lop- peerenzijn uitrusting en zijn© wapenen glin sterden' in de zonnestralen, welke bliksemend op het metaal terugkaatsten. Ieder ging aan den kant van den weg staan, om hem vrij te laten voorbijrennen, deels uit eerbied, deels uit angst te worden omvergereden. Zijn rïc was zoo ontetuimlg dat de hoeven van zijn vurigi paard, telkens een wolk van stof en keisteentjes, in de lucht wierpen. Deze schit terende ruiter, vol van den overmoed der jeugd, had reeds lang zijn zegevierenden rit voortgezet, teen een misstap van zijn paard hem in het zand deed tuimelen, juist voor den armen kerel, waarvan wij reeds spraken, en welke van deze omstandigheid gebruik maak te, om adem te scheppen. Een kreet, waar in meer bespotting lag dan medelijden, ©teeg uit fte Somstanders op, welken terstond naar ner®. Er te dan ook een hier in die streek gebruikelijk© spreekwoord, dat zegt: JBjj God en in Emmeu te allee mogelijk 1" Dat er in het Emmensoh© althans heel veel mogelijk is, bleek Donderdagnacht, toen de Haagsche motorspuit hier aankwam. Woensdag had de burgemeester van Em meu aan den Minister van Binnenlandsche Zaken getelegrafeerd om een stoomspuit, die noodig was om den drelgendén brand in. het Noorder- en Weerdingerveen tegen te houden, en de daar Btaande hulzen te be schermen. En Woensdagavond schelde de Minister het hotel Postma in Emmen op, en verzocht den burgemeester even aan den telefoon te roepen. De hotelhouder repte zich om den burgemeester te haken, maar Z. Edelachtbare lag al in bed en had geen zin om er uit te komen. Postma, vraag maar aan den Minister, of-ie jou de boodschap niet kan doen. Burgemeester, zou dat wel geraden zijn? Zijn Excellentie scheen u zeer dringend te willen spreken. Postma, vraag Jij nu maar of de minister jou niet de boodschap kan doen. Intuseohen zat Minister Oort van der Lin den goedig aan de telefoon te wachten. Tot dat de hotelhouder terugkwam toen was er ongeveer dit gesprek aan de telefoon: Excellentie,hm.burgemeesterhm, Vraagt of U.hm.mij niet kan zeggen wat., ziet u, burgemeester is.hm.al naar bed. Mijnh» or, weest zoo gbed aan den bur gemeester te zeggen, dat als ik hier moeite doe om zijn gemeente te helpen, hij' toch op zijn minst even uit zijn bek! kan komen om mij te woord te staan. Ik zal nog| even wach ten tot burgemeester komt. En zijn Edelachtbare Was zóó gbed niet of hij moest uit ziin bed komen en gaan tele- foneereu wat óók weer moeilijk ging, want., burgemeester had nog nooit getelefoneerd. Enfin, 't resultaat was dat Donderdagmor gen een Haagsche stoomspuit op den 'trein werd gfezet naar Emmen, en diat een motor spuit, voorzien van 1200 meter slang en all© hulp- en reddingsmiddelen, bemand hoef D man, brandmeester Otten en hoofdbr.andmees- ter Spoelstra, uitrukten om Op eigen kracht naar de venen te g|aan. De mannen waren vol enthousiasme voor 't zware werk dat hun te wachten stond', en gretig om hui zen te beschermen en menschen te redden. Zij' rekenden er op om zoodra zij in Emmen kwamen, direct aan den slag' te gaan. 't Was een lange, moeielijke tocht, de we gen, en vooral ae 'bruggen, zijn niet alle berekend op zoo'n zware vracht, de motor- spUit weegt 8000 kilo en er hoorde heel wat zeemanschap toe om er te komen zonder al te weel stukken te maken onderweg), al kxeegi dan ook een brug hier en daar wel eens een knauw. Maar in Ooovoiden liep 't spaak. De aan gewezen weg ging over een brug, die ten* eenenmale niet bestand zou zijn tegen de zware vracht. Toen bood zich een goede Goevordenaar aan om een anderen weg1 te wijzen naar Emmen, en om half 1 's nachts raakte dan de epuit eindelijk in Emmen. Wij kwamen Juist terug van een tocht naar 't iWeerdingerveen, en begroetten de Hage naars met gejuich. De heer Spoelstra ver zocht hem bji den burgemeester te bren gen hij; liadi om 10 uur uit Goevbrdetï getelegrafeerd, dat hij daar was en doorging naai- Emmen en n,u .wilde hjj! zich maar meteen ter beschikking! stollen van aen bur gemeester. De zware wagen, waarvan de feil© elek trische lampen het beolie dorp; in licht zet ten, iwerd dus tot voor het huis van den burgemeester gereden, en burgemeester werd verzocht naar buiten te komen. Maar Z.Edel- Aohtbare... was (weer tn beÖ en dacht er niet over om er uit tie komen. Op al 't lawaai en gédoente was evenwel burgemees ter'e zoon voor den da« gekomen, en £us zou hoofdbrandmeester (Jpoelsfcra 't maar met hem afdoen. Maar wat doet u eigenlijk hier? vroeg burgemeester junior, u moet in Weerdingc zijn. Ja, maai' dat is tooh gemeente Emmen, en dus dien ik mij1 bij den burgemeester van Emmen te presenteeren. Mijnbeer, u beeft hier niets te maken, u moet in Weerdingte zijn. Goed meneer, laat ik 't dan anders zeg gen: ik kom namens den 'burgemeester -van Den Haag de Haagsche brandweer aan den burgemeester van Emmen aanbieden. - Ik heb met den burgemeester van D©n Haag niets te maken. Gaat u nu maar naar Weerding©. Toen.moeten er veel klompen gebroken zijn, en de hear Spoelstra zei falter, dat, air bij rijn eigen baas was geweest, dan was hij zóó omgekeerd en naar Den Haag terugge reden. 't Ging dus verder, naar Weerdinge, mee escort» van den Go©vorder en den verslag gever die er 't mjöe van wou hébben. In Weerdinge lag alles in diepe rust, en wij stonden in beraad wat er gedaan moest worden. Wij 'klopten aan enkel© deuren, maar niemand scheen trek te hebben om naar bui ten te komen. Tloen hebben wij een paarden- middel verzonnen. Wij reden tot vbor het Café Koning', richtten de electrische lampen op. het huis, zoodot het felle lioht door de muren heen ging, een van de mannen luidde den gévallen edelman ijlden. Ook de meester van 't oude dier steeg af, en verwijderde met zijh ijzeren Vuist de menigte; daarna nam hij den opgelukkigen ruiter, die geen spder bewbog, bp en droeg hem tot aan den voet van een boom langls den weg. Daar nam hij. hem den helm af, gespte zijïi harnas los en blies hem |u hét aangezicht, met de vaardigheid van iemand, die meer ongevallen heeft bijgewoond. Hola, vriend, kom don bjj ©n open de oogen, zeide hij. Na eenige oogenblikken bewoog de ruiter een arm, waarna den andere, vervolgens go- heel zijn lichaam en deed ten slotte de oogen open, waarin weldra meer beschaming dan verwonderingi He lezen lag. Gij hadt uw paard beter in de hand moe ten houden, zeide hem zijn heipér; maar dat kan den besten ruiter overkomen. Ik dank u, mossire; gij wilt me troos ten; maar daar ben ik voor. hét ©ogenblik niet mede geholpen. Ziijt 'ge dan gewond? Ik ben op mijn helm gevallen; dit heeft mij bewusteloos gemaakt; overigens gelóóf ik, dat ik mijU rechterarm nog al heb gekneusd. de bel, en 'n andere liet de signaalhoor spoicn. 't Was e$n helsoh kabaal in 't stille .dorp. Maar 't had eerst effect toen wij er i P, geslaagd waren de deur van t café ope J te krijgen, en er binnen te komen. Toe eindelijk kwamen de bewoners naar bent 4 den maar 't kostte de bewoners wa,? moeite voor wij hen zoover hadden, do r zij brood schaften en drinken voor de mar nen. Daar tooh ten slotte de brandweer ziel1» bij iemand moest melden, werd de veldwacl.i ter tot waarnemend burgemeester benoemd en wij beslóten den nieuwen waarnemen:) burgemeester uit zijn bed te halen. H:; kwam, en stond stijf van de schrik toen h:i, daar die bende struische Haagsche brand bezig met dikk i». 1' wachts vond in het café boterhammen en fleschje: bier. - goed i raad wist hij ook niet. „Jongens," zei de heer Spoelstra, ,wij nefï men eenvoudig hier kwartier, leder haalt zij i bundeltje meegenomen goed van den wa:j. gen, dat zijn de kussens, wij schudden d iv planken van den vloer wat op, en wij gaai:;t ~*epen. ant door de zonderlinge ontvangst waij; 't nu wel zoover gekomen, dat de lust on' direct aan den slag te gaan, er uit was. En kort daarop was de rust hersteld alleen stond daar in *t stille dorp, middel op den weg, die wonderlijk groote brandwa 1 gen, als een vreemd gevaarte. Ik wil maar zeggen, dat Onze Lieve Hee:P. daar in de venen rare kostgangers heeft.... Den volgenden morgen hebben de Hage naars zich maar over 't verdriet heengezet zij zijn aan 't werk gegaan, zij hebben en gesjouwd als paarden en Vrijdagmiddag gin -1 gen èn de stoomspuit èn de motorspuit der;^ brand te lijf met stevige stralen. Zij hebben de punten waar zij begonner zijn, nu in hun macht. Dat staat daar nu, zoo als wij gegaan zijn van een gemoedelijk;1' stadsbrandje te zeggen maar 't blusschei; van een veenbrand is nog wat anders als een „uitslaand brandje" bedwingen. En toch% d«i| Haagsche brandweer lapt 't 'm. En hoel Dc stoomspuit werkt met een slang van 90C!'' meter, bestrijkt dus een cirkel met een mid -1 denlijn van 1800 meter, en dat heele terreiti'; wordt feitelijk gebluscht. De motorspuit doel!" niet minder, die werkt met twee slangen in i twee richtingen, en waar de slangen over--', heen geweest zijn, daar is het vuur van deni1' grond weg. De brandwacht® hebben er plezier in, der' brandmeesters Spoelstra en Otten incluis,,'L zij! zijn, en waarlijk met reden, trotsch op.;- hun werk en de Drentsche boeren staan, paf, dat dót kan, den veenbrand werkelijk blusschenl Een toast op de Haagsche brandweer 1 EEN JOODSOHB REPUBLIEK Het „Hbld." pleit voor Palestina als een joodsohe républiek onder bescherming van de Vereeaiigdo Staten. Ie dit niet een utopie vraagt hot HUIS GEZIN en een onbillijkheid tevens? Een Utopie: het lot: en de straf der Joden is, verstrooid te zijn over heel den aardbol. Voelen zij zelf iets in hun algemeenheid voor het herstel van eeD joodschen staat Ben onbillijkheid: moeten de heilige plaat sen der Chris tenen aan de Joden worden over geleverd? Moeten sty daarvan de bewakers en beheer ders .worden? En is Europa dan zoo diep. gezonken, dat de Vetreenigd© Staten moeten worden aange wezen als d® beschermers der te stichteD- joodsohe republiek 1 Palestina vrij van do Turksche onderdiuk- king1, het is een ideaal, waarvoor een chris tenhart in geestdrift kan ontgloeien. Maar het Heilig» Land' dei- Christenen in do macht der Joden, voor dit denkbeeld kunnen de nakomelingen dor kruisvaarders, tfloh moeilijk sympathie gevoelen. VERSPREIDE BERICHTEN' D® VLAMINGEN EN DE BESTUURLIJKE SCHEIDING. De Vlaameohe afssevoarddssde en aahriivers m Beü«iö, hébben een eohriréen «eeonden **n doa Dudfteehen HÜMoaiaeeilder. waarin hcffinnerd' wordt aan die i«rordlenifaur van dien «mwernour< venereal van 81 Maart 1817. waardoor in Bel- jig twee bestuurlijke «efctoden verdien afin*, en helt votoeeüde wordt ooaemerkt Evenmin ais hun cxdLwa'» der VJoa-mscha jjTomdliasementenzouden die «ekozenen den Wtaal»c(he en der «eanengd» «-rrwnciriaaemenUa in h«t Beflwiwii pariWent. een dearee* kumneu aafniv&aaidtea, <Jkufc xutatff nvilwïor b^oosrt» dan aè veaHbrokkeüufl van hun vaderland. A-rttillkel 48 van bet aan d© Haaeodha Convens tie van 1907 toewwwegd mdetment lesft de be* «attend® miaxjivt Ibehoudena voÜHrtreflote ommo- geJUkiuAld, die niemand ten deze «d durven m- w»ei»en! dte verpffióhitiinB op om de in het Ia nd bwteand^jratttJenJje^erbte Doet het u eng) pijn? Jawel, messire; genoeg om geen aeel te kunnen nemen aan net steekspel. Och, die teleurstelling treft u niet alleen, BÓM© andere, op een toon vol spijt; als ge wilt Bal ik ia den zadel helpen. d,an kuuf gé er toch aan deed nemen al» geween toe" sohouwor, zooals ook ik moet doen. Het aal me verheugen, mij ook op d« wüze aan u verplicht te gevoelen, anftwooi* 'de de gewonde, terwijl hij onwiiBekeurig eeg blik vol verwondering wierp, op dp armoedlgö uitrusting! van den «Solman, dt© hem zoo be reidwillig ter hUlp. kwam Laten we aan voortmaken; Ik »u niet gaarno een lonsstooi missen. Te paard dan, zeide de pjawouds, teiw hij trachtte rijn wapenrusting ïn ome toeö^'rmoei niet nutteloos; zal u alc een schildknaap hripen. Zoo, sta m op, ga naar uw paard en bemoei u verder, met niets. (Wordit vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 5