DˮDAG
WITTE SCHOENTJES
^KOLENDISTRIBUTIE.
KERK EN'*SCHOOL
BINNENLAND UIL PLEK EN PLAATS
P. W. TWEEHUIJSEN,
ELCK WAT WILS
rOEHSO 5113 20 JUNI 1917
4ISTE JAARGANG Ne. 0369
Uit nummer bestaat uit twee bladen
EERSTE BLAD
District Haarlem en Omstreken
WERELDBRAND*
DE HOOP DER ENTENTE DE DUIKBOOT
BEDREIGING DE BEHAALDE EN DE
VERHOOPTE RESULTATEN NIEUWE
STRIJDMIDDELEN RUSLAND.
Barteljorissfraat 27. TEL. 1770
HAARL
(Gemeenten Haarlem, Bloemendaal, Ben-
nebroek, Heemstede, Schoten, Spaarndam,
Haarlemmerliede en Spaarnwoude).
Verkrijgbaar op de verstrekte rOOSie
bons:
Noord-Hollandsche turf 3de soort, ook
genaamd steekturf. nri
De prijs van deze turf bedraagt 90 cents
per 100 stuks te huis bezorgd, of 80 cents
per 100 stuks bij den handelaar afgehaald.
Tevens wordt bericht dat weder een kleine
hoeveelheid bruinkoolbriketten bij e an
delaren verkrijgbaar is gesteld (pri]s5U K. U.
f 1.62V2 of per 25 stuks afgehaald 30 cent).
De Directeur van het Brandstoffen-Bureau,
155RE1TSMA.
De regeling betreffende het afleveren der
nieuwe aardappelen is thans bekend geworden.
Men zie de mededeelingen daarover onder de
rubriek STAD EN STREEK.
Te Rotterdam heeft gisterennamiddag een
groote brand gewoed.
Tusschen de Etsch en de Brenta, met name
op de hoogvlakte van Asiago, is een nieuwe slag
begonnen. Op het oogenblik is de artillerie nog
aan het woord; doch blijkbaar staan groote
infanterie-aanvallen voor de deur.
Een lid van den Zwitserschen Bondsraad
Hoffmann, heeft zich ingelaten met vredesbe
middeling tusschen Duitschland en Rusland
Daaruit is een ernstig diplomatiek incident ont
staan. Hoffmann is afgetreden.
Het Oosten rijksche Kabinet is afgetreden.
De Entente hoopt ten slotte te zullen zege
pralen en grondt die hoop op meerdere ge
gevens.
Zij rekent op den machtigen steun van
Amerika èn voor de voedselvoorziening, èn
bij de bestrijding van het duikbootgevaar èn
later ook in manschappen en oorlogsmate
riaal.
Langen tij» heeft de duikbootbedreiging
zéér ernstige bezorgdheid gewekt, vooral in
Engeland en even groote hoop in Duitsch-
Und.
Nog slechts eenige dagen geleden ver
klaarde von Heydebrandt in een lezing, wel
ke hij voor de kiezers van zijn district
hield
Onlangs had ik gelegenheid een admiraal
te spreken en hem te vragen of het wer
kelijk mogelijk zou zijn, dat de oorlog
met onze volledige overwinnir^g zou eindi
gen en of hij werkelijk meende, dat wij
dit met onzen duikbootoorlog zouden klaar
spelen. Toen antwoordde hij mij: „Wij ho
pen, ja, wij zijn er van overtuigd, dat,
binnen ten hoogste 2 maanden de
toestand voor de Engelschen zóó zal zijn,
dat Engeland aan het einde zijner krach
ten is."
Met dit vooruitzicht maakte von Heyde
brandt zijne kiezers lekker om hen dan aan
te sporen tot volhouden.
De Engelsche bladen daarentegen stellen
voortdurend in het licht, dat de resultaten
van den duikbootoorlog geleidelijk kleiner
Worden.
Voor de week eindigend op 3 Juni, ge
ven zij de volgende cijfers in vergelijking
tnet vorige weken:
Scheepvaartbeweging van vaartuigen bo
ven 100 ton.
Aangekomen 2.693 2.719 2.664
.Vertrokken 2.642 2.768 2.759
Tot zinken gebrachte schepen:
•Van 1600 ion of meer 14 18 19
beneden 1600 ton 3 19
Visschersvaartuigen 22 21 31
Terwijl de cijfers der voorlaatste week
reeds een belangrijke vermindering beteeken-
den, zijn die der week, eindigend op 3 Juni
inderdaad aanzienlijk lager.
En op deze geleidelijke vermindering be
nevens den snellen aanbouw met de hulp
van Amerika en de verhooging der land
bouwproductie bouwen de geallieerden hunne
hoop, dat zij de duikbootbedreiging zullen te
boven komen.
In de Duitsche pers klinkt niet meer het
zelfde vertrouwen van voor eenige maan
den ten opzichte van het snelle succes der
duikbooten.
Toch wordt voor Mei de tot zinken ge
brachte scheepsruim te nog gesteld op 869.000
ton. Daar echter in April 1.091.000 ton tot
zinken werd gebracht blijkt uit de cijfers,
dat, aangenomen zelfs de juistheid der Duit
sche opgave, welke voor een goed deel op
schattingen berust, de vermindering inder-
derdaad aanzienlijk moet genoemd worden.
Meent de Entente dus het duikbootgevaar
te boven te zijn, naast deze negatieve hoop
op de uiteindelijke zegepraal, heeft zij haar
positieve verwachtingen, gegrond op de be
reikte resultaten en de beloften, welke deze
bevatten voor de toekomst.
De Engelschen wijzen er op, dat zij aan
het Westelijk front reeds 85.000 gevangenen
maakten en het laatste jaar 434 kanonnen
vermeesterden.
De Franschen maakten van 15 April 1.1. tot
24 Mei niet minder dan ongeveer 32.000 ge
vangenen.
Juist in de laatste maanden worden de be
reikte resultaten steeds beter, niet alleen
wat het aantal gevangenen betreft, doch ook
ten aanzien van de verbetering der stellin
gen. Bij Meessen en Wijtschaete, bij Vimy en
Atrecht, bij de Scarpe en zuidelijker bezit
ten de Engelschen nu hoogtestellingen welke
die der Duitschers beheerschen. De Fran
schen verkeeren op een front van 30 K.M.
langs den Damesweg, bij Craonne, in het
westelijk deel van Champagne, bij Verdun
en langs de Maashoogten, en in den Zuide
lijken Elzas in dezelfde gunstige positie.
Bovendien hebben de Engelschen nieuwe
wapenen van. vreeswekkend .karakter in den
strijd gebracht, welke voor het eerst in den
slag bij Meessen werden aangewend. Zo be
staan uit verbeterde en sneller rijdende tanks
en machines die op verren afstand
vloeibaar vtiur en kokende olie in
de vijandelijke gelederen werpen.
Amerika zal straks 1000 vliegmachines per
maand afleveren, bemand en wel. De zware
artillerie neemt geweldig toe, enz. enz.
Al deze gegevens vormen do' positieve hoop
der Entente op de zegepraal.
Zij bereidt een groot algemeen offensief
voor, doch kan één groote zorg niet van zich
afschudden: Rusland.
En diezelfde zorg voor cfe Entente vormt
de hoop der Oentralen.
Von Heijdebrandt verklaarde het openlijk
en eerlijk in zijne zooeven aangehaalde rede:
Ik beken steeds geloofd te hebben, dat
wij' licht werk zouden hebben om het met
de overigen klaar te spelen, wanneer wij
maar met Rusland tot een afzonderlijken
vrede konden geraken.
Von Heijdebrandt hoopte echter niet op
zulk een vrede, en ook de Entente schijnt
wel te vertrouwen, dat het daartoe piet ko
men zal.
Maar Painlevé verklaarde het nog gisteren
in de Fransche Kamer: de vermoeide en
gedecimeerde Duitsche divisies gaan rust ne
men aan het Oostelijk front en worden daar
weer aangevuld en op krachten gebracht
om dan van plaats te wisselen met andere
divisies uit het Westen. Het Oostelijk front
is een waar troepen reservoir geworden voor
Duitschland.
Zoo draait ten slotte de geheele hoop der
'Entente Om de spilRusland.
Kan Rusland tot het offensief overgaan
cTan hoopt Ze spoedig te zegevieren, zoo niet
•Sarizai een nierrw oorlogsjaar nootlig
zijh.
Zou Jd.it ook niet het' geval wezen, al deed
Rusland weer mee?
De Centralen zijn lang niet aan het einde
hunner; krachten; liun stellingen zijn won
derlijk sterk, een doorbraak schijnt onmo
gelijk....
De hoop der Entente zou, afgezien van de
onberekenbaarheid van den Russischen fac
tor, wel eens opnieuw een der groote misre
keningen van den oorlog kunnen blijken.
Intusschen: men kan nooit weten!.... De
krijgskans is grillig.
Maar dan heeft men tevens te bedenken
dat ook een Duitsch offensief nog geenszins
onmogelijk is.
Do opeenhooping van 42 c.M. kanonnen in
de streek van Laon, door Fransche vliegers
vastgesteld, toont wel, dat met deze moge
lijkheid nog steeds ter dege rekening dient
gehouden.
derd tot commies H. W. Overbosch, thans
adjunct-commies en bij voormeld departe
ment benoemd tot adjunct-commies mr. D.
Maassen, te 's-Gravenhage;
zijn, et ingang van 1 Juli benoemd tot
opzichter van den rijkswaterstaat der 4de
klasse: G. J. C. de Klein, te 's-Gravenliage;
P. J. J. D-ormaar Jr.. te Monnikendam; J.
van Dalen, te Assen; j. W. van der Laan, te
IJmuiideni; J. H. van Veen, te Den Helder;
F. Bakker. te den Helder; F. Bottema, te
's-Hertogeuboseh, en C. Witte, te Nijmegen;
en is aan .T. van Daa.ler, J. H. van Veen, F.
Bakker, F. Bottema en C. Witte, voornoem],
in verhand met de vervulling van hunne mi
litaire plichten, een verlof verleend, met stil
stand van jaarwedde, gedurende den tijd dat
zij tengevolge van de huidige mobilisatie van
het leger onler de wapenen zullen zijn.
De gewone audiënties van de ministers
van justitie en van binnen]andsche zaken
zullen Zaterdag e.k. niet plaats hebben.
PAUSELIJKE ONDERSCHEIDING.
Om zijn verdiensten veor de Hanae-organi-
satie is de Weled. heer .P. H. M. Eras te
Tilburg, door Z. H. den Paus benoemd tot rid
der in de Orde van den H. Gregorius.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Z. Exc. M. van Vollenhoven, eertijds gezant-
sehapsraad te Brussel, thans benoemd tot
Minister-Resident der Nederlanden bij het
zelfde gezantschap brengt thans eenige da
gen thuis door op „Sparren-daal1' onder Drie
bergen. De aldaar vertoevende Belgen, dat
vernomen hebbende, besloten met medewer
king van het muziekkorps der geïnterneer
de Belgen Z.Exc. een eenvoudige hulde te
brengen met muziek, voor al hetgeen hij in
België voor huu volk heeft gedaan. Dit be
wijs van dankbaarheid der Belgen werd op
den hniize „Sparren daal" vriendelijk in ont
vangst genomen en zeer gewaardeerd.
j|g j|f
(Officieel). Het ministerie van buiieriland-
sche zaken deelt het volgende mede:
In den vroegen morgen van 17 dezer heeft
een Zeppelin, komende uit het Westen, zich
over de Noordelijke provinciën naar Duitsch
land bewogen.
Het luchtschip, dat aanvankelijk op. een
hoogte Van ongeveer 3000 meter voer, doch
later een. hoogte van 6000 a 7000 meter be
reikte, werd het eerst te 2.40 uur voormid
dag (ware tijd) boven Koog (Texel) waarge
nomen, om vervolgens over 'Harlingen, Rop-
tazijl, Leeuwarden, Marum en Donderen de
Duitsche grens te bereiken. Noodseinen wer
den niet waargenomen, zoodat het te Harlin
gen en te Donderen onder vuur genomen
werd,
De Nederlandsche vegeering heeft den ge
zant te Berlijn opgedragen een zeer ernstig
vertoog naar aanleiding van deze nieuw©
schending van het Nederlandsch gebied door
een Duitsch luchtvaartuig tot de Duitsche
regeering te richten en met nadruk er pp
te wijzen, dat de betrokken commandant zich
niet op een vergissing kan beroepen, daar
hij bij het overvliegen van Harlingen, het
geen ongeveer te 3.30 uur (ware tijd) plaats
had, zich, dank zij oo-k do gunstige weersom
standigheden, volkomen rekenschap heeft kun
nen geven van het feit, dat hij boven Ne
derlandsch gebied vloog, doch toen nagelaten
heeft dat gebied langs den kortsben weg "te
verlaten.
De directie van de N. V. Zeevissehwij
Nederland (firma De Zeeuw ën Van Raait)
te Vlaardingen heeft gisteren telegrafisch be
richt ontvangen, dat haar zeil logger -Noord-
Brabant .VI. 93„" die sinds half Mei in Ler
wick werd opgehouden, vrijgelaten is.
De Kamer van Koophandel te 's Hertogen
bosch klaagt er in een aan den minister van
Waterstaat gericht adres over, dat de Ne
derlandsche Spoorweg-maatschappijen bij het
innen van vrachtgelden voor zendingen uit
Duitschland aan de geadresseerden steeds 60
cent voor de mark in rekening brengen, ter
wijl deze volgens den huid (gen koers slechts
34 ets. en zelfs nog minder wiaard is. Op
deze wijze wordt de vrachtprijs der goederen
door de spoorweg-maatschappij op geheel wil
lekeurige wijze met meer dan 70 pOt. ver
hoogd.
De Kamer verzocht den Minister een meer
met 'de billijkheid overeenstemmende rege
ling te treffen en te bevorderen, dat de spoor
wegmaatschappijen bij' het innen van vrach
ten, uitgedrukt in vreemde muntspecie een
tarief invoeren, dat eenigermate rekening
houdt met den koers van den laatsten tijd.
zie: tweede blad verneemt de „N. R. Ct."
nader, dat aan prof. Aalberse is verzocht de
voorstellen der commissie tot herziening der
salarissen van gemeen te.-ambte;iaren en
werklieden, waarvan hij voorzitter is in den
Raad te verdedigen. Aangezien deze voor
stellen vermoedelijk niet vóór het verstrijk-
ken dezer zittingsperiode in den raad zullen
worden behandeld, zal prof. Aalberse, in
verband met dit verzoek, van zijn voornemen
om zich bij de a.s. periodieke raadsverkie
zingen niet herkiesbaar te stellen, afzien.
Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft
benoemd tot kapelaan te Groenlo, den Weil-
Eerw. Heer J. Eenling; tot kapelaan te Lent
den WelEerw. Heer A. Groen.
UIT DE STAATS-COURANT.
B- Kon. Besluit
is bij het departemt van financiën bevor-
LEIDEN. Inzake het bericht, dat prof.
mr. Aalberse zich voor geen herkiezing tot
lid van den raad beschikbaar zou stellen
KERKGESCHIEDENIS VAN DE
HAARLEMMERMEER.
Kapelaan Pijn aker schrijft in het weekblad
,>Sinf Bav-o" een interessante verhandeling! over
bovenstaand onderwerp, waaruit wii het vol
gende overnemen, dat vele onzer lezers zal in
teresseeren
Op een ko-uden Decemberdag van het jaar
1855 reed „een jeugdig maar iiverig priester"
te paard den toenmaals pas drooggemaakten
Haarlemmermeer polder binnen. Verlangend
hadden de Katholieken van „de Meer" uitgezien
naar een eigen priester, naar een eigen pastoor.
Maar nog meer verlangend heeft hun eerste
pastoor uiitgeaien naar de bewerking van hun
aller zielenheil. Als 'n waar missionaris, tantend
en trotseerend de tallooze moeiten, ontberingen
en tegenslagen, welke later riikeliik ziim deel
werden, betrad de jeugdige priester, de Eer
waarde Heer Joannes Steenvcorden. het wiide
missie terrein van niet minder dan 18.521 bun
ders of Hectaren, om ook in do Haarlemmer
moer het Kruis van Christus te planten, om te
voorzien in da geestelijke behoeften der aan
hem toevertrouwden, en vooral om daar, op den
nog vereelten bodem van „da Meer" koste
wat het koste 2 heiligdommen te doen verrii
zen, ter heiliging van hen, in wier midden zi
werden opgetrokken en tot glorie van Hem,
„Wiens vermaak het is te zijn bii de kinderen
der mensoben."
Laat het mii vergund ziin U eerst eens te
spreken over het Meer zelve: over zijn weel
derige teelt: over ziin eerste bewoners en hunne
primitieve huisvesting, en vooral over de Ka
tholieken. die zich metterwoon hadden geves
tigd binnen den Ringdiik. Dit alles zal naar
ik mag vertrouwen U beter de wotrdang der
eerste kerken in de Meer doen begrijpen, en
en u tevens een blik gunnen in de Haarlemmer-
m-oeirsoho samenleving van die dagen.
Met klimmende belangstelling bestudeerde
ik steeds onze Kerkgeschiedenis van da Meer
Moge deze geschiedenis eene niet mindere at
tentie van u ontvangen.
Bliide daverde op den lsten Juli 1852 de
juichkreet door den lande: ,,Hefi Meer is droogI"
Ongeveer 14.004.082 pompslagen waren noodtig
geweest om deze ontzaggelijke watermassa te
brengen buiten de plaats, welke het inder
daad stormenderhand maar vooral bij den
orkaan van 1836, zich had- veroverd. Zonder op
houden hadden do Reuzende drie watermaahi-
nes. Leeghwatër. Cruqulua en Lijnden, voort-
gewerkit. Steeds staarden zij op den telkens
lager wordenden waterspiegel. „Bij eiken opge
worpen waterlast trilden en dreunden zii in hun
binnenste alls hoorde men hetl hijgend gesteun
van een vermoeiden worstelaar." Do meneche-
lük pogingen werden nog gezegend door Hem,
Die weleer, toen de aarde nog in ordeloozen
toestand verkeerde, het water scheidde vain het
land. Gedurende den ganschen tijd van het
droogmalen valn 18481852 bleven 'a
hemels sluizen biina voortdurend gesloten, zoo-
dat geen regen3 het werk dier droogmaking be
lemmerden. De drooge en warme zomers bevor
derden een sterke verdamping, van 'dien Meer-
i>las,_ wiens oevers telkens meer samenkrompen
en eindelijk verdwenen..., in evenveel jaren,
als vroeger eeuwen waren n-oodlia geweest, om
deze gevaarlijke binnenzee te vormen.
„Het groote pleit der droogmaking." aldus
de interessante geschiedschrijver Böek-al, „was
beslist en een schitterende triomf -bebaiald. Vol
eerbied voor de menscheliike geestkracht, welke
do wetten der natuur tot haar voordeel aan
wendt en leidt naar haar goedvindenherhaalde
men verbaasd en nog half o-ngeloovS-g 8e woor
den.... zoo Oud-Hol land-sell rustig f mien mag
wel zeggen, „zoo verheven éénvoudig") In de
Sta-ats-Courant va'n dien tijd geplaatst.het
Meer is droog!"
Vergun mii een oogenblik te spreken over, de
weelderige teelt en dé daaruit voortspruitende
volkswelvaart. Gii begrijpt, nietwaar, dat zulk
een wolvaart niet in eens tot hoogen bloei komt.
maar integendeel? evenals een klein boompje,
langzaam opgroeit; nu en 8an schünt dé bloei
weer stiii te staan, tengevolge van invloeden
van het weer: doch later zien wij dat boompje
van de welvaart van, de Meer als een prachtigen
uitgedijd-en boom. in welke schaduw de griis ga*
woTden Meerbewoners droomen van de vroe-i
gere jaren valn zwoegen, armoe en zorgen. Tkj_
zoido, dat die welvaart langzamerhand kwam.'1
En terecht, want gii zult later zien, welke rouS^
aohtige geldelijke moeilijkheden den bouw Valn;
een R.-K. Kerk hebben in den weg gestaan.
De gansohe vlakte van de Meer was onaf*
zieubaar en eentonig: slechts hier en daar af*
gebroken door een kaal gelegen boerenwoning
en onregelmatig verspreide keten. Wanneer men
dos w-insters die vlakte met hare besneeuwde)
d-aken zag, zou men denken, dati men zioh i®
het barre Siberië of op Lapland zou bevinden.
Vergeefs zou men zoeken een bloeiende bloem.
„Maar zie," roept Boe-kei uit. „ook hier wekte
de vriendelijk, vrooUike lente, met- haren rijk
dom van geuren en kleuren, een krachtvol ea
werkzaam leven in den sohlindooden bodem.
Het winterkoren en koolzaad begonnen den in
vloed der koesterende zonnestralen te ondervin*
den. Ploeg en kouter doorsneden den grond,
voortgetrokken door paarden, met ploegborden
onder de pooten, om het wegzakken in den nog
weeken bodem tegen te gaan. Ginder gang een
zaaier uit om te zaaien, en duizendvoudige
vrucht was het- loon zijner moeiten. Allerlei
land-bouwbedrijf was bezig de boerengoudmiin
te ontginnen, dlie onwaardeerbare schatten ia
haren schoot verborgen hield." Zeker, de Meen
was eene goudmijn. Dat konden getuigen de
groene klaver-weiden, de tree-lb loeiende koolzaad
velden, de schoone vlasvelden, het eolviud
graan met ziin goudgele aren, wiegelend op den
wind; het kostelijk rundvee, de dartele lam
meren, en niet in 't minst de duiizende vrucht
bare bunders, waarover nog eenige jaren te
voren dé onstuimige baren voortrolden, getooid
rn-et koppen van schuim. Treffend is dan ook,'
het zinnebeeld, voorgesteld in het Wapen lei!
Haarlemmermeergemeente: ,.een korenhalm
met drie stengels, opwaarts schietende uit een
golvend watervlak," een verzinnelijkt denkberidi
uit een gedicht van Vondel. Scherper had men
de tegenstelling van het Meer en de Meer ni^t
kunnen teekenen. Terécht kunnen wij. blikkend
op ,,de goudmijn" van de Haarlemmermeer, ge*
tuigen, hoe de spreuk van Vondel heerlijk ial
bewaarheid geworden: .«oud uit schuim!"
„Kom en zie!" roepen wii. met Boekei. elke®
stedeling toe, diie opgesloten in enge strate®-
nauwelijks het lieve zonlicht aanschouwt. ïsaij
het verrukkelijk schoon gezicht, naar het woé*j
lag tooneel vol bevalligheid en weelde in den
Meeracihen zomertijd. Hier stroomt het uit in'
volle stralen ea blakert de velden en brninfi
de aangezichten der rappe werkgasten. 't ïf
hier zoo open. zoo ruim. zoo frisoh, zoo vrii-j
zwoegend wordt men hier sterk, want de ge*
zondheiid strooit hare rozen op de wa oden en d®
natuur verepreld-t hare schatten allerwegen in'
hutten en, bouwhoeven, overal waar slechte
noés te arbeidzaamheid haar gediend heeft"
Ziedaar iets ovér de goudmijn" van de Meelt'
Terecht h-ad dé dichter gezongen:
„Rukt aan met spade en ploeg, en komt
Dit wiateirorf bezaaien.
Gfj zonen van 't gewroken land.
Met vrooüik hart) en niiv're hand!....
En doe Gods gunst tr maaien!"
(N. Beets).
Al aanstonds za-1 hij n de vraag riizen: mafte'
hoe stond het wel geschapen met, de eerste bel*
wonora van dat drooggelegde „watërerf"? E®'
welke was de toestand, waarin die Moerbewo*
nera zioh bevonden, gedurende de eerste ia raaf
Geduld, lezer, ik hoop u hierop een voldoend
antwoord te geven.
Al spoedig zetten zioh in het drooggemaakt®
Meer meneehen neer_ van verschillende standi
aard. beroep en godsdienst, en niet in 't minal
„poldergasten" en natltyurliikherbergbi'V
Met tien-tallen sloegen deze laatsten hunne go*,
houwen op langs den Ringdijk, sommigen mett'
anderen weer zonder vergunning. Dooh nl«
aan den zelfkant van de Meer alleen trof rae
tappers aain, néén zelfs in het hartje Van
Haarlemmerméér: op het Krtrisdoro n.l. fa's
zioh reeda bijna zonder buren ëen hor*'
bergier gevestigd.
Wij zouden 8e van 'alle kanten van Nederlau?!
als 't wa'ré aangewaaide bevolking in de Mee*'
kunnen verdeelen in Trie klassen. De aaxata
klas besfond uit grondeigenaars. .Zii kende®
niet zèld-en, en vooral in de eerstel jaren, slecht*
„mét pünolii-k zweet" hunne gronden tót mid^
delma-tagé vruchtbaarheid brengen. Ja rieirig*
maal slaagden zft ook hierin niet- eens. En vele®
zijn dan oök. zoo vernam ik nog onlangs v"T®
een reeds bejaarden Meerbewoner. rijk de MéCB
binnengestapt enarm vertrokken.
Dan bes-fond pt t\oo- eo„ - -
HOOGE LEEFTIJDEN.
Wanneer iemand den leeftijd van honderd
jaar bereikt, wordt d-at als een groote zeld
zaamheid beschouwd. En -hebben echter men-
eoben geleefd, dié veel en veel oud-er zijn ge
worden. Den hoogsten leeftijd bereikten tot
dusverre een Schotsohe vrouw. Maud Cor-
Qemey, die 163 jaar en de Hongaarsche boer
eter Zortay, die 183 jaar werd. Men gelooft
ëérneen, dat matig leven, geen alcohol ge-
LU|kën en weinig rooken dé voorwaarden
uiT T001' een ^an£ leven, maar dit is aller-
nst te bewijzen. Lpdewük XIV stond eens
j. 11 audiëntie toe aan den 103-jarigen Phl-
d'Herbolot, die op de nieuwsgierige
bu> f? vfn vorst hoe hij het toch aange-
ATS* 0lH^ worden, antwoordde: ,,Si-
geKi„t ,met 50 iaai' de deur van mijn hart
«Li en'.d°eh de deuren die naar de herberg
'dn-, °U WV^ ?Pengezet." De zonnekoning liet
Hén Zijin kaders van de zwaarste wij-
naien en zag met verbazing hoe het ge
bruik daarvan den grijsaard n-iet in het
minst hinderde, integendeel hem er nog beter
deed uitzien dan te voren. Karakteristiek is
het grafschrift van een zekeren Brown, die
op 120-jarigen leeftijd in Ierland stierf. Het
luidt kort en bondig: „In zijn heele leven was
hij geen oogeniblik nuchter en in zijn voort
durende beschonkenheid was hij zóó af
schrikwekkend, dat zelfs de dood bang voor
hem scheen te zijn."
Natuurlijk mag deze uitlating absoluut
geen wapen wezen in den mond van anti-al-
coholbeetrijders, evenmin als het leven van
Fontenelle, den neef van Corneille, diie den
leeftijd van 100 jaar bereikte en een van de
grootste dronkaards was uit dien tijd. De
meeste menschen, die zoo ongewoon oud ge
worden zijn, waren ook rookers, waaruit dus
op te maken zou zijn, dat de nicotine nieit zoo
heel schadelijk is.
Veel oude mannen trouwen of hertrouwen
nog. Richelieu, dlie zijn leven lang nooit een
vrouwenhater was geweest, trouwde pas op
84-jarigen leeftijd en maarschalk d'Es-trées
huwde op 90-jarigen leeftijd zijn derde vrouw,
welk huwelijk beiden heel gelukkig maakte.
(„De Voorzong1'.)
DE OUDE KAMERAAD.
Uit do „Crapouillot"
„In dé Mniee van Monaatir «lag een soldaat
van dén ouden stompol, van hot legioen, naar
zijn tent terug- een fliesch aan het eind van
lederen a-rm. Onderweg krijgt hii. aan don rand
van hot pad gezeten, oen ouden, bealiikten ter
ritoriaal in dé «aten:
„Saluut ouwe jongen"!
„Saluut"!
„Zeg eens, zou je niet een Bosch kunnen
dragen"!
„Dat zal wel gaan."
Men gaat naar elkaar toe en praat.
„Zou je willen gelooven," zoido de man van 't
legioen „diait za mo verdikkemiö tot korporaal
gemaakt hebbend*
„Nu. wat zou d'at," antwoordt del kameraad,
„ze hebben mij yerdiikkomo wel «sacraal gé-
maakt." r, r
De man van 't legioen aiet dati. Wiekt doé»
het slijk,, de 8 atorretjes vain generaal B....
Hij «takt oumdddeHjk in do houding staan. r
„Voorwaarts maraoh", ze®I do generaal, die
zijn fleseh niet loslaat.
BRAZILIAANSOHE DIAMANTEN.
De ontdekking dor Brariliaansehe diamanten
en edelgesteenten h-ad plaats in hot begin vian
de 18e eeuw. Voordien waren de eenige bekende
diamantvelden die in de Oost-Indasche kolo
niën. die, evenals de Braziliaansche. tot de Por
tugieoeche kroon behoorden. De koloniale regee-
ring verbood toen onmiddellijk hot vriie afzoe
ken dor bedd-ingen en 1-iet de diamantvelden be
werken door wettelijk geautoriseerde onderne
mers. Na dé onaflbanikeHik'heidsverkla ng on
der het Keizerrijk weird na afloop van ïcht-
verdragen mot die regeoring weer toegc..;..in de
diamantvelden In exploitatie te nemén. Van
allo Brazil!aansche staten hebben waarschijuHik
Mi nas-Genas en Bah i a den arootsten riikd-om
aan diamanten en edelgesteenten. Buitenge
woon groote diamanten ziin vooral gevonden in
de a-lluvial© aanslibbingen van de rivier Ba-ga-
gem. Beroemd geworden aside ..stier van het Zui
den,v ruw 254,5 en geslepen 125,5 ka-raat
wegend. Deze werd! In 1853 gevonden. Eveneens
beroemd werd de z g. „Dresdinér diamatit" die
ruw 117,6 en geslepen 63.5 karaat woog. Beide
stoenen moeten zich. thans in bet bezit yan een
Indisch v-orst bevluden. Kleine stoenen. 8. w. z
Voor glassniidcrilén en technischo doeleinden
worden zeer dikwijls gevonden. De belangrijkst^
a-oorten Braziliaanedhe diamanten zijnChrysd»
lieth, groene en rOodé tunnaline. amethysf.
transparante triphaan en topaas.
BESTRIJDING VAN DE VLIEGEN PLAAG*'
Een eenvoudig middel vliegen uit de w®*
ningen eh uit de ziekenhuizen ta weren, geoff
Ba-eckër ia het: „Zeitochrijft für an gewaad*
te entomologie." De heele kunstgreep be
staat hierin, iederon dag de vensters te stut
ten voor zé door de zon beschenen worden*
Met deze methode, waarvan het Suöces uit*
sluitend van de opmerkzaamheid van tie|
perstoneel afhangt, moet men in enkele hos
pitalen reeds zeer gunstige resultaten vetW
kregen hebben.
OOK VLEIEND. J
De president van het Kruisverbond zonif
aan den geestelijken adviseur liet prograraM
ma der feestviering. Eigenaardig schreef hif
er bij„Wij rekenen vast op Uwe aanwee;gj<
held. Het stukl Is uiterst leerzaam."