DE DAG
WITTE SCHOENTJES
MUM VU MI0AFPEL10HS
TEBEH SUST.
BUITENLAND
ELCK WAT WILS
P. W. TWEEHUIJSEN,
BINNENLAND
De voorbereiding van I9S8.
KERK ElsrSCHPOL
HAS 23 JSJSfl 1917
4ISTE JAARGANG No. 9639
Qit nummer bestaat uit vier biaden, waar-
Nor het Geïllustreerd Zondagsblad in acht
"adzijden.
EERSTE BLAD.
Maar het is ons gebleken, dat dit vermoeden
grond mist.
De spil waarom alles draait, is deze vraag:
zullen de verkiezingen van 1918
gehouden worden onder leiding
der nu bestaande kiesvereeni
gingen?
WERELDBRAND-
Uit Haarlem's grijs verleden.
VEROVERING EN BELEG VAN
damiate.
Bapteljorisstnaat 27. TEL. 1770
jDe Chef van het Distributiebedrijf te
Heemstede maakt bekend: dat gedu-
,ende de week van 25-30 Juni B917,
tuilen verkrijgbaar worden gesteld
op bon no. 8, 1 ons zachte zeep.
9, 1 ons bak en braadvet;
10, 2 ons groene erwten;
B 11,1 ons havermout;
12, 1 ons gort; 1626
„13, 7? KG. rijst;
„14, 7 K.G. rijst;
De prij3 van rijst (voorloop Rangoon of
kassein) is 10 cent per 7? K.G.
De Directeur van het Levensmiddelen-
bureau té Haarlem brengt ter kennis van
bet publiek, dat de voorraad aardappelen
thans geheel is gedistribueerd en geen
oieuwe voorraden verwacht kunnen worden.
Mitsdien kunnen zij die nog in het bezit
rijn van aardappellenbons waarop vermeld
GEUïiiS MEI £987, deze tot einde Juni
b'j de winkeliers inwisselen tegen rijst,^met
dien verstande dat in de week van 25 tot
pu met 30 Juni tegen overgifte van een
bon van 2 KILOGRAM! AARDAP
PELEN, EEN PO^fO Rijst zal worden
verstrekt tegen 10 CENT P-R POND.
Deze rijst wordt niet in mindering ge
bracht op het vastgestelde rantsoen, de
broodkaarten behoeven hiervoor dus niet
*e worden afgestempeld.
Deze maatregel geldt ook voor de ge
beente Bloemendaal. 1632
De IJmuidensche zeillogger „Hendrika IJM
^2" is in het vrije gebied tot zinken gebracht.
Volgens mededeeling in de St. Ct., zal van
as. Maandag af in ons wittebrood het aard
appelmeel worden vervangen door maismeel.
Plaatselijke gevechten met Duitsche succesjes
;>an jjet westfront, stilte in het Oosten en op
Viiaansche front.
Sonnino deelde in de Italiaansche Kamer
mede, "dat Italië en de andere bondgenooten
bngeiand zullen steunen bij zijn veldtocht in
Palestina.
Bij de enkele herstemming, welke nog moest
P'aats hebben voor de Tweede Kamerverkiezing
'n district Amsterdam II, is gisteren het aftre
dend lid, de heer A. H. Gerhard, herkozen, zoo
net nu alle aftredende Kamerleden wederom her
kozen zijn.
|j Den 16en Juni 1.1. is hier te Haarlem een ver
gadering gehouden van afgevaardigden van
katholieke Kiesvereenigingen in den Kieskring
Uaarlem.
De stemming van een aanzienlijk deel dezer
Vergadering was weinig vriendelijk ten opzichte
fan de leiding en de besluiten der kort te voren
k Utrecht gehouden vergadering van den Alg.
Bond van R.-K. Kiesvereenigingen,
Tot besluiten kwam het vooralsnog niet. De
bestaande ontevredenheid uitte zich niet in den
tastbaren vorm van een besluit of motie. Ze
bleef latent.
Dat wil niet zeggen, dat ze daarom minder
gevaarlijk is. Integendeel. Er is voor een partij
niets bedenkelijkers dan een in stilte voortslui-
pende ontevredenheid, een in 't verborgen
groeiend wantrouwen tegen de leiding.
Zelfs het mooiste, openlijke „succes" eener
vergadering heeft niets te beteekenen, ja, kan
de ontevredenheid doen toenemen, wanneer
achteraf het wantrouwen opschiet.
Het is zeker taak der pers ten deze de noodige
inlichting en voorlichting te geven, zoowel om
trent hetgeen er omgaat in het volk als aan
gaande de werkelijke, soms verkeerd begrepen
bedoelingen der leiding.
Wanneer wij niettemin voorzichtiglijk gewacht
hebben met een bespreking der Haarlemsche
vergadering, dan was de oorzaak hiervan een
niet te miskennen onduidelijkheid van de te
Utrecht genomen besluiten. En eenzelfde ondui
delijkheid in de houding der leiding.
Wat was het geval?
Eenerzijds verklaarde het bestuur niet zonder
nadruk, en zelfs onder bedreiging van collectief
aftreden, dat het niet bereid was tot een partij
reorganisatie vóór de verkiezingen van 1918.
Anderzijds nam het bestuur genoegen met eene
motie, die „zoo spoedig mogelijk" een reorga
nisatie verlangde.
Men stond nu voor de vraag„Wie reimt Sich
das zusammen?" Het viel immers niet te betwij
felen, of er was vóór de verkiezingen van 1918
tijd genoeg voor een reorganisatie; en wij konden
en mochten toch van het bestuur niet veronder
stellen, dat het zich achter een tastbaar voor
wendsel zou verschuilen om zijne houding goed
te maken.
In deze omstandigheden was nadere infor
matie geboden alvorens ten aanzien der Haar
lemsche vergadering een conclusie te mogen
trekken.
Wij zijn thans tot ons groot genoegen in staat
mede te deelen, dat het perikel, waarin de Haar
lemsche vergadering de „democratische" partij
opvatting en -reorganisatie reeds zag verkeeren,
een niet-bestaand spookbeeld is.
Wèl moet erkend, dat de boven bedoelde
onduidelijkheid, op zichzelf beschouwd,
het vermoeden, dat de Haarlemsche vergadering
ten deele beheetschte, kon wettigen.
Daartegen ging het groote, bezwaar; o. i, te
recht.
Welnu, wij zijn in staat mede te deelen, d a t
dit geen oogenblik heeft gelegen
in de bedoeling van het bonds-
be s t u u r.
Integendeel, al zeer spoedig zal het Bonds-
bestuur met voorstellen komen om de organisatie
der Kieskringen ter hand te nemen. De betrok
ken Kiesvereenigingen zullen dus van be
voegde z ij d e, en met behoud van de con
tinuïteit der nu eenmaal bestaande leiding
en dus ook van eenheid in den orga-
nisatiev o r m over het geheele land, al
spoedig worden uitgenoodigd deze reorganisatie
te voltrekken.
En de verkiezingen van 1918 zullen plaats
hebben onder viqueur dezer nieuwe organisatie.
Waarom het bestuur zich dan zoo krachtig
hebben onder vigueur dezer nieuwe organisatie.
vóór de verkiezingen van 1918?
Hier begint het misverstand.
Het verzet van het Bondsbestuur ging vol
strekt niet tegen de organisatie der Kieskringen
in overeenstemming met de nieuwe wet, maar
alleen tegen de algeheele reor
ganisatie van den Bond vóór de
verkiezingen.
Met andere woorden: het Bestuur wil wèl de
tijdige organisatie der kieskringen overeenkom
stig de wet; maar het wil tevens voorioopig be
houd der bestaande kiesvereenigingen a 1 s
leden van den Bond.
En eerst na de ervaring van 1918 zal de
interne organisatie van den a 1-
gemeenen bond een geheele vernieuwing
ondergaan.
De redenen, waarom het behoud van den
tegenwoordigen Bond met zijn wegwijze en
ervaren leiding verlangd wordt, nu een geheel
nieuwe verkiezingswijze zelfs het ervaren bonds
bestuur voor zware eisciien zal stellen, liggen
zóó voor de hand, dat wij ons ontslagen rekenen
van de taak deze breedvoerig uiteen te zeiten.
De in Haarlem nogal scherp gehekelde hou
ding van „Brabant" -een zonderling begrip,
want „Brabant" heeft zich ten deze volstrekt niet
uitgesproken; wanneer men onder Brabant
althans het Brabantsche georganiseerde kiezers
volk verslaat, - wat men moet doen is
tevens te zoeken in deze gezonde en voorzichtige,
louter organisatorische overwegingen.
Wij vertrouwen, dat door deze verklaring de
rust in sommige opgewonden gemoederen zal zijn
hersteld.
P.
DE DUITSCHE VERWACHTING DE STRIJD OM
WAARNEMIKGSPUNTEN - TEVREDENHEID
DER ENGELSCHEN.
We hebben uiteengezet op welke gronden de
geallieerden meenen te kunnen rekenen op de
eindoverwinning in den wereldoorlog.
Laten we nu eens den grondslag van het ver
trouwen der Centralen in den einduitslag na
gaan.
Ten deele heeft de Oostenrijksche Minister
van Oorlog de redenen van dit vertrouwen reeds
uieeengezet. Ze wortelen, wat Ooslenrijk-Hon-
garije aangaat, in de overtuiging, dat de defen
sieve stellingen van het leger onneembaar zijn
en alle ongunstige verandering van den
strategischen toestand dus uitgesloten
mag heeten.
De Duitschers baseeren hun vertrouwen op
deze zelfde overweging, maar voegen er nog
eenige andere bij, welke het best worden samen
gevat in een artikel van generaal von Woino-
vich in de „Deutsche Revue", waarvan wij den
hoofdinhoud hier laten volgen.
Von Woinovich wijst op het feit, dat de pers
der geallieërden niet nalaat haren lezers voort
durend te vertellen, dat eene eind-overwinning
niet kan uitblijven. Een der voornaamste facto
ren, die bij het einde van een oorlog over de
vraag door wie de zege ten slotte bevochten is,
beslissen, is evenwel de uitgestrektheid der door
eene of beide partijen veroverde gebieden. Nu
houdt Duitschland met zijn bondgenooten op
het oogenblik een enorme uitgestrektheid vijan
delijk grondgebied bezet. De voornaamste taak
der Entente moet aldus indien zij althans
van eene overwinning wenscht Ie kunnen spre
ken bestaan in he* heroveren dezer land
streken, waarna zij op hare beurt er naar moet
streven zooveel mogelijk grondgebied aan den
tegenstander te ontworstelen. Eerst dan zal zij
den Centralen 'n vrede kunnen opleggen, waarbij
gezegd kan worden, dat de beslissende overwin
ning aan de zijde der geallieerden is. De in vroe-
VIL
(Slot).
Hoo voordeelig ook, werd op deze voor
aarden niet ingegaan, en na een beleg van
ri:httien maanden werd Damiate Ingenomen,
$b den 9en van slachtmaand Ln 't jaar 1219.
7° pest, waarvan ook 't Christenleger niet
rij liep, had in de belegerde en uitgehon-
stad zoovele slachtoffers geëischt, dat
nog nauwelijks verdedigers op de mu-
zag. Allerijseliikst was de aanblik der
lad van binnen, waarin de onbegraven l,ij-
T111, de pleinen, straten en zelfs de huizen
'riden en met een on dragel ijken stank de
,l«ht verpestten, zóó dat de overwinnaars
J' 't punt stonden de stad weer te verlaten.
de tachtig duizend inwoners, die de stad
rh bet begin van het beleg telde, waren er
drieduizend meer levend overgebleven.
Sultan ging, op de tijding dat de stad in
komen was, met zijn legers heen.
1.0 de stad Damiate werd een ongelooflijken
«te vau tf°ud en zilver gemaakt, edelge-
zÜd« «n geborduurde stoffen, aller-
T^kdom, die onder de kruisvaarders ver-
fcen i Wr®nB Volledigheidshalve zij hier nog
>itj j* dat het christen leger, naar Kaïro
oprukken, tenslotte toch verslagen
^et Ter'ltU!ri van 8e tocht naar Da-
*aarran 8e groote gebeurtenis, het
van den toren op 't eiland door de
4p kofossaai doek vereeuwigd
in 8e oude raadszaal van ons stadhuis,
waarlijk de moeite waard dit groot»
werk, een kostbaar weefsel, t&.t eens te be
zichtigen. Echter niet om de gebeurtenis. Die
is duidelijker verteld, dan op het doek te zien
is.
Dit is het verbaal van Meester Oliviers.
Maar eenige Hollandsehe Historie-schrij
vers hebben den roem van Damiat's verove
ring aan t beleid van de Haarlemsche
Poorters toegeschreven, en aangezien het in
dezen vooral aankomt op de eer van onze stad
mogen wij deze tweede lezing, die Haarlem's
Poorteren alleen verheerlijkt, niet verzwij
gen. Voegen wij er eerlijkheidshalve hij dat
aan het bovenstaande verhaal meer geloof
wordt gehecht dan aan het volgende ver
haal dat juist Haarlem tot eer is. Maai* allo!
De Christenvloot dan, zoo verhalen zij, was
voor Damiato gekomen en vond de haven
met een ijzeren ketting afgesloten. Het was
dus onmogelijk do stad te naderen en reels
besloot men terug te zeilen. Willem en zijn
Haarlemmers rustten een schip uit, van vo
ren met ijzer beslagen, en een ijzeren of sta
len zaag onder de voorsteven. Met volle zei-
en den ind van voren gng het toen op den
ketting af, en wel zóó stevig, dat de ketting
door midden brak en alzoo deu vrijen toegang
tot de stad verleende. Ter heiooning van dit
kunststukje begiftigde de Keizer, diie door
hm Frederik Barbaras sa wordt geheeten, de
stad Haarlem met een wapenschild, dat zij
nu nog voert, bestaande in een zwaard tus-
eohen vier sterren, terwijl o Fatriarch van
Jeruzalem 't kruis "boven 't zwaard voegde.
Vroeger, veel vroeger, moet hier in Haar
lem de gewoonte bestaan hebben dat, de kin
deren op 1 Januari, of Nieuwjaarsdag vaar
tuigen of scheepjes, waarvan de voorsteven
van onderen met een zaag voorzien waren.
Over den oorsprong van het Haarlem
sche wapen zullen wij later een andere lezing
geven.
scheepjes hingen, ter gedachtenis cr aan.
dit feit Evenals er iu de groote kerk zulke
scheepjes hingen, ter gedachtenis aan dit feit.
Over de Da mi aatjes en dj et Quijlen
der Damiaatjes, dat mede in verhand wordt
gebracht met den roemrijken tocht naar Da
miate, zullen wij in een apart stukje iets zeg
gen. Men moet niet schrikken, wanneer veel
dat ons lief is, onder het critisch oog van
den historieschrijver, tot onwaarheid wordt.
Maar dat is ook zoo erg niet.
Ten slotte nog de vermelding dat de over
levering beweert dat het schip, waarmede de
toren van Damiato veroverd werd, in Dok-
kum zou zijn gebracht en daar langen tijd zou
zijn bewaard. Dat klinkt zeer onwaarschijn
lijk als Mr. Olivier vau Keulen, meergenoemd
verzekert dat van bet schip een nieuwe brug
is gemaakt. Zouden wij 011s echter wel erg
warm er om maken 1
BIJ ONWEER.
Behalve misschien mosselen on dergelijke we
zens, gevoelen rnensoh en dier ziek beangstigd
door het felle bliksemlicht en do ratelende
donderslagen. Maar een redelijk wezen heeft
tooh zijn verstand om zijn gevoelens te eonfcro-
leeren. Nu schrikken <le meesten het hardst
bij de donderslagen; hoewel dan het oogenbliik-
kelijke gevaar juist voorbij is. Want alleen de
bliksem is gevaarlijk, kan brand doen ontstane
ons kwetsen, ja dooden. En bewoners vau aan-
eengebouwde gemeenten kunnen aich een hooi
noodolooze angst besparen, door te bedenken,
dat de bliksem uiterst zelden in huizen-com
plexen inslaat. Alleen hooge .moorsteen-en en
torens verhoogen het trefgevaar. Maar diie zijn
haast altijd met afleiders voorzien. Een andcro
geruststelling, evenals deze ons welwilend door
de diireotio van het Met-eicologisoh Instituut
van de Bilt verstrekt is deze: Men behoeft
tijdens het" benauwde onweer ramen en deuren
niet angstvallig diioht te houden. De kans, dat
gere oorlogen opgedane ervaring leert echter,
dat het eene uiterst moeilijke zoo niet onmo
gelijke taak is, verliezen als door de Entente
geleden weer goed te maken.
„Hoe zullen nu zoo vraagt de schrijver
ten slotte de Amerikanen en zelfs de Chi-
neezen, binnen de lijn van een gezamenlijk
offensief met de Entente kunnen samenwerken?
Door den Oceaan van ons gescheiden, tot een
ander ras behoorend, er eene andere, levensbe
schouwing op na houdend, en onbekend met de
practijken van den oorlog, zal hei minstens twee
jaren duren, voor en aleer wij ernstig rekening
met hen hebben te houden. Zal Engeland, dat
zijne levensmiddelenvoorziening door Duitsche
duikbooten bedreigd ziet, 'zoo lang de kracht be
zitten, om Frankrijk, Italië en Rusland op sleep
touw te houden? Ten aanzien van Rusland
schijnt dit bereids zeer de vraag.
Niettegenstaande het voortduren van den ver
bitterden strijd, mogen wij dan ook, met het oog
op den militairen toestand aan alle fronien, en
de geringe kans der Entente om hare militaire
en moreeie positie te verbeteren, niet alleen van
eene verflauwing van den oorlog spreken, doch
tegelijk kan gezegd worden, dat het militaire
einde der gealliëerden aanstaande is, terwijl de
oorlog bovendien wegens de onveranderlijkheid
der militaire successen haar politiek einde ziet
naderen. Dat nog maanden kunnen verloopen
alvorens deze feiten geheel tot werkelijkheid wor
den, doet gezien den langen duur van den
oorlog aan de zaak niets af."
Tot zoover de beschouwing in de „Deutsche
Revue".
Men ziet er uit, dat het Duitsche vertrouwen
in den einduitslag zeker even sterk is als dat
der gealliëerden.
En dit is nu juist het bedenkelijke van den
toestand.
Beide partijen zijn overtuigd nog te kunnen
en te zullen overwinnendus is geen enkele
bereid tot een vrede, die offers zou vergen.
En het bloedbad duurt voort en zal voort
duren tot één of beide partijen er aamechtig bij
zullen neervallen.
Onverpoosd houden over welhaast de geheele
gevechtslinie in het Weslen de plaatselijke
gevechten aan. Door de vermeestering van den
Damesvveg zijn de Franschen in een zeer gun
stige, de Duitschers aldaar in een ongunstige
positie geraakt.
Zooals men weet loopt de Damesweg over een
vrij smal en langgerekt plateau ten Noorden
van de Aisne, tusschen Soissons en Craonne.
In het Zuiden vallen de hellingen van dit plateau
steil in de Aisne, in het Noorden vrijwel even
steil in de Ailette.
Het gevolg is, dat de Franschen alle Duitsche
bewegingen in het Ailette-dal kunnen volgen
de Duitschers daarentegen niets kunnen zien
van hetgeen de Franschen in het Aisne-dal uit
voeren.
Zulk een toestand is voor het in de ongunstige
positie verkeerende leger vooral hierom zoo
bedenkelijk, dat de vijandelijke artillerie prach
tige waarnemingsposten heeft en dus alle troe
penconcentraties onder vuur kan nemen, terwijl
de eigen artillerie niets kan zien en dus geen
troepenconcentraties van deri vijand kan beletten.
Men begrijpt dus dat de Duitschers onophoude
lijk in de weer zijn om op de kam van den
Damesweg althans eenige punten te heroveren,
vanwaar zij op hunne beurt de Franschen in het
Aisnedal kunnen bespieden. Zij hebben daarbij
in zooverre succes, dat zij op enkele punten de
Noordelijke hellingen reeds voor een goed deel
beklommen en zich dicht bij de kam nestelden.
Of zij zich hier en daar reeds uitzicht op het
Aisne-dal konden verschaffen, is niet met zeker
heid uit te maken.
Ook in Westelijk Champagne gaat de strijd
om hetzelfde doel, sinds de Franschen er
het „massief van Moronvillers" veroverden en
hun linies tot 500 meter vóór de bergtoppen van
den Mont Cornillet, Mond Blond en Mont Têtu
vooruitschoven.
Hier hebben de Duitschers echter minder suc
ces en verloren zij zelfs eenige vooruitspringende
frontdeelen.
De Engelschen zeggen nu zóóver te zijn, dat
zij op het geheele front de beheer-
schende punten hebben vermeesterd, terwijl aan-
vankelijk juist de Duitschers deze punten in
bezit hadden.
De Engelschen zijn tevreden.
Af te wachten blijft of deze bezetting van alle
beheerschende punten, een gevolg vim talrijke
en belangrijke tactische successen, nu ook zal
leiden tot een strategisch voordeel.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij kon. besluit is:
de heer O. Spoo erkend en toegelaten
als consul van Luxemburg te Amsterdam:
aan den heer A. Henkes, op zijn ver
zoek, met ingang van 1 Maart 1917, eer
vol ontslag verleend uit zijne betrekking
van consul der Nederlanden te Punta-Arenas
(Chili). De waarneming van het consulaat
is opgedragen aan den heer M. Iglesias,
vice-consul van Columbia aldaar, aan wien
in de Engelsche taal geschreven moet wor
den;
benoemd tot directeur van de bijzon
dere strafgevangenis voor mannen te Leeu
warden, B. Kranendonk, thans directeur van
de strafgevangenis te Haarlem;
benoemd tot directeur van de straf
gevangenis te Haarlem, E. Cousijn, thans
directeur van de strafgevangenis te z-utphen;
benoemd tot directeur van de straf
gevangenis te Zutphen, P. J. Berkhout, thaus
adjunct-directeur 2den rang bij de strafge
vangenis te Utrecht.
De gewone audiëntie van den minister
van buitenlandsche zaken zal Vrijdag a.s,
niet plaats hebben.
DE EERSTE KAMER.
De Eerste Kamer zal Donderdag 28 de
zer, na de opening der buitengewone zitting,
een openbare vergadering uw ..en, des na
middags te 3i/2 uur.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Het St. bl. no. 471 bevat een Kon. besluit
van den 21sten Juni 1917, houdende verbod
van uitvoer van azijn en azijnzuur, van den
dag der afkondiging van dit besluit.
De Kroon behoudt zich voor. dit verbod
tijdelijk op te heffen of in bijzondere ge
vallen daarvan ontheffing te doen verleenen.
Tl
De Rijkscommissie van Toezicht op de
Frul teentrale heeft vastgesteld, dat morgen
mag worden geveild voor: het bin
nenland 20 pet., de fabrieken 30 pet. en het
buitenland 50 pet. Voor de week van 25—30
Juni bedragen deze hoeveelheden achtereen
volgens 40 pet., 30 pet. en 30 pet
mi 1 1 1—1 1
DE RELIGIEUZE CONGREGATIE DER
LIEFDEZUSTERS VAN DE H. JULIANA'
VAN FALCONERIE.
Wij Jezen in de „St. Bavo":
September 1910 werd in de dagbladen me-
dege leeld, dat er ernstige plannen bestonden
0111 de St. Julianavereeniging tot Hulp in
het Huishouden, tot dan toe een leekenin-
stituut tot eene religieuze Congregatie te
bevorderen. Die plannen zijn nu werkelijk-
heid geworden.
Op den eersten Vrijdag der maand vau
het H. Hart, 1 Juni 1.1. heeft het Z. D. H.
Mgr. Augustinus Josephus Callier, Bisschop
van Haarlem, behaagd zijn volle goedkeuring
te hechten aan de Constitution der religieuze
Congregatie van de H. Juliana van Falco
ner ie, en daarmede de Congregatie opge
richt.
Het bijzonder doel der Congregatie is, zon
de bliksem juist zijn weg door een openraam
zal kiezen, ten gevolge van den tocht is zoo ge
ring. dat men evengoed het reizen per spoor
kan nalaten uit vrees voor een ongeluk, als de
vensters dicht houden uit vrees voor bliksem
schade.
Alleen als de bliksem vlak bij is. moet men
tocht, veroorzaakt door tegenover elkaar open
staande vensters en deuren vermijden.
Al kiest de bliksem bij voorkeur zijn weg
kings zoogenaamde goede geleiders, zijn manie
ren zijn dikwijls zoo zonderling, dat de volks
mond van „een gokken bliksem" spreekt. Maar
dit weten wo toch. dat het toedoen van een
venster, met het idee. do reuzenkracht van den
bliksem te weren, hetzelfde zou ziin. alsof we
oen kamerschut tusschen de rails zouden plaat
sen, teneinde een sneltrein te doen derailleerer
MIDDEL TEGEN WRATTEN.
In liet jongste nummer van het „Nederl.
Tijdschrift v. Geneesk.", deelt dr. Wong Lun
Hing, geneesheer te Roermond, een aantal
gevallen mede, waarbij wratten verdwenen
door inwriiving met krijt. De behandeling
duurt enkele weken, in ernstige gevallen een
paar maanden, doch wanueer men het geduld
maar niet te gauw verliest, schijnt de kans
op genezing zeer groot te zijn.
De schrijver' vermeldt een geval van een
postbode, wiens handen zoo vol wratten zaten
dat geen centimeter van de huid vrij van
wratten was. Na 2/4 maand inwrijving met
schoolki'ijt waren de wratten alle verdwenen.
KOGELS IN HET LICHAAM.
Verscheidene oud-strijders uit vroegere
oorlogen dragen nu nog deelen van kogels
in het lichaam. De een heeft er nooit den
minsten last van, een ander klaagt bij weers-
GU'slag of bij hevige opwinding dikwijls over
pijn op de plek van de vroegere wond of
daar, waar hij den in het lichaam achterge
bleven kogel vermoedt. Er zijn gevallen ge
constateerd, waarbij de achtergebleven deelen
inderdaad ioodvergiftigiug hadden veroor
zaakt, omdat zich lood had opgelost in de
lienaassappen, in den bloedsomloop was op
genomen en daar de bekende verschijnselen
had veroorzaakt. Soms openbaarden zich die
loodvergiftigingen pas jaren na de verwon
ding.
Vroeger placht men voorwerpen, waarvan
de drager geen last had. niet te opereeren,
daar het uitsnijden vele moeilijkheden ople
verde. Het was n.l. vroeger niet gemakke
lijk, vaak bijna onmogelijk, de juiste plaats
van de diep in bet lichaam zittende deeltjes
vast te stellen. Thans is men daartoe in staat
met behulp van het Rönntgenapparaat en.
verkrijgt men door stereoscopische opnamen
meestal een haarfiine bepaling van de plaats.
Wordt het vreemde voorwerp om de een of
andere reden niet verwijderd, dan vergroeit
dit meestal vast met de omgeving. De zoo
behandelde behoeft zich niet ongerust te ma
ken, want het percentage van lien, die een
nawerking bespeuren, is maar zeer gering.
D» geconstateerde gevolgen ziin bovendien
minder ernstig geweest dan men vreesde Men
behoeft alleen van tijd tot tijd de urine te
faten controleeren en het bloed to laten on
derzoeken. Wordt dan niets ziekelijks gevon
den, dan kan men don kogel of granunUoUn-
tsr kalm op zijn plaats laten.
MUGGENPLAAG.
Hot moet geb'eken zijn dat karnemelk oen
probaat midd 1 is om muggen te vangen.
Men zet een schaa'tje karnmelk in zijn
tuin en weldra ligt er 'n room van doodo
muggen op.
't Is licht te probeerenl.