.MSISTHITIE de dag BUITENLAND SANDALEN F. W. TWEEHUIJSEN, district Haarlem en Omstreken Distributie Refjeeringswarkews PERS ZEGT mi. !&AG 16 JUL! 1917 4ISTE JAARGANG No. 9387 ^eesë zuinig met Uw brandstof [gemeenten Haarlem, Bloemendaal, Bennebroek, "eemstede, Schoten," Spaarndam en Haarlem- ®erliede en Spaarnwoude). Tot nader order gedurende eenige dagen r~ zal door de brandstoffenhandelaren geen handstof voor huisbrand mogen worden ver trekt dan op schriftelijke lastgeving van het mandstoffenbureau of tegen door dat bureau 'frstrekte bons, De uitgegeven turf- en briketten- °ns blijven dus geldig. Het publiek wordt beleefd verzocht met het vragen van inlichtingen tè wachten tot de brand- sHffenkaarten zullen zijn uitgereikt. 2399 De Directeur Brandstoffen-Bureau, REITS M A. Weest zuinig met Uw brandstof Gemeenten Haarlem en Schoten. He Directeur van het Openbaar Slachthuis toaakt bekend, dat door het niet verstrekken van regeeringsvarkens, de uitgifte van varkens v'eeschkaarten tot nader order wordt gestaakt. Bij den inkoop van versch of gezouten var- wusvleesch behoeven geen zegels maar aan de slagcrs te worden afgegeven. 2400 Beking is bestormd on ingenomen door republikeinscho troepen. Sjang-Hsun, de Cvelhebber der keizerlijke troepen, heeft pen toe'vlucht gezocht in, het Nederland- 8ehe g e zan t seh a ps geb ou w. Het Amerikaanscho Huis van Afgevaar- ^joden lioei't een cred ia t van 6 40 mil- 1 0 e u dollar voor den bouw van' vlieg- tu'gen toegestaan. an het Oostelijk oorlogsterreih geen bij zonder nieuws in het Westen behaalden Huitschers een succes bij den Dames- ^8. do Franschen in Westelijk Champagne. He Duitschors maakten 350 de Franschen 360 gevangenen. ïussoiióti Zaadvoort en IJinuiden is een %u Botterdam komend Duit^ch stoomschip, „Magdalena Blumenthal," gestrand. A Li- - CELEN EN STEENKOLEN. z ]>E MAASBODE stelt eenige „vragen in- e ce de levensmiddelen" en doet dit op zulk ,jwijze, dat men sterk den indruk krijgt, vat minister Posthuma het Nederlandsehe °U vrijwel beetneemt., bet U. ^er eer<He vragen van „De Mansbode" v re fLde wijze waarop de distributie over de Schillende gemeenten geschiedt. Amsterdam heeft naar verhouding van *evolklng recht op een tiende van de aan wezige,! voorraad van eenig artikel. Van de Aanwezige aardappelen ontving de hoofd. stad volgens de mededeelingen der Minister ')p 20 Juni 40 procent, op 21 Juni 68 procent, p 22 Juni 49 procent, op 23 Juni 48 procent, 25 Juni 32 prcent, op 26 Juni 38 procent, 0'} 27 Juni 18 proeent, op 28 Juni 19 proeent, 29 Juni 19 procent, op 30 Juni 17 procent, Jj> 2 Juli 20 procent, op 3 Juli 23 proeent. P het eerste gezicht maken deze oijfers ,'ugal indruk. En zelfs als men, op voor meld van „Het Volk" deze cijfers eens legt paast andere cijfers uit de rede des Mimis- °rs, namelijk naast de geheel e beschikbare voorraden, dan nog blijven zij al blijkt 'pt' Percentage snel te dalen naarmate de ®l>solute voorraad stijgt verre van onbe duidend. Hn wat zeggen die cijfers dan? "it, dat de gemeenten meer kunnen krij ten Bun evenredige porties en, natuur- uk andere gemeenten, minder dan hun fl.a'' het bevolkingscijfer wel ioekomt t>an oei iter vnagen wij (Wat ons al zoo ^*'8 een raadsel was). Volgens welken aaatstaf krijgen üe gemeenten dan wel ?j' porties toebedeeld? JB' alles gaat in het duister toe. Nie- efia' (HC or iets van weet- Slechts nu dan woidt men de ongelijkheid (men ken ?us geneigd zijn te zeggen: do wille- j/H gewaar, re, 0goed als men ervaringen opdoet als Hoela, die tijdens 'de stakingsdagen R eens zijn verwondering uitsprak, dat 0o ^Vialistische coöperaties bij de hooge ,»ee der distributie zulk een wit voetje ®fond 6U ^6t ^>eefc van a^n werden be- deeul6 1<an 1161 nagaan, hoe de goederen ver stel! Wor(^ea? Werkelijk, gemeenten of in- itlaarnfGn' meenen bescheiden hun beurt der ri i, In°oten afwachten, om den leiders do<ir, HdButie niet onnoodig last aan te te wn ®.c 9nen nu en dan kwaljjk beloond is, (:on voor hun deugd, welke een sier distr;) W. zonder welk» men ook bij de ttiej) >u ■vv'el oena vejder schijnt te ko- ®eVoi»I1?er Minister Posthuma kans ziet om '^Oiispl te geven aan den alom geuïten n naar onenbaarheid, naar. populaire mededéelihgen in zake de distributie, dan moge hij eens spoedig iets vertellen van da aigerneene 'vooruitzichten der volksvoe ding: vervolgeus eens aanwijzen, hoe de gemeenten, welke de peulvruchten wèl wen- schen, die bekomen kunnen; en eindelijk de vrees trachten weg te nomen, dat de distributie niet objectief en strikt gelijk matig geschiedt. Verder informeert „De Maasbode'' naar de redenen, die ons gedwongen zouden hebben 25 pCt van onzen aardappeloogst nahr Duitsch- land en nogmaals 25 pet. naar Engeland uit te voeren. Maar vooral ter zake van den steenkolennood is het betoog van de „Maasbode", dat de minis ter een onjuiste voorstelling van zaken geeft, zeer scherp. Wij willen hier nog eens nadrukkelijk aan- toonen, dat men van Minister Posthuma nu en dan een gekleurde voorstelling ontvangt en niet de kristalheldere, de volledige, objectieve waarheid. Zijn cijfers over de steenkolen bewijzen het. Die cijfers hebben nog al indruk gemaakt. Vóór den oorlog Bedroeg de invoer, na aftrek van den doorvoer, 12 millioen per jaar. Ten minste in 1914 bedroeg die invoer zooveel. De Minister voegt er niet bij, of misschien 1914 een extra-hooge invoer vertoonde, wat niet ge heel onmogelijk is. In 1915 zoo deelt hij mede was de invoer 7% millioen, in 1915 6.1 millioen ton. Van dit laatste bedrag- kwam uit Engeland 1.3 millioen, uit Duitschland en België 4.8 millioen. In Maart 1917 kwam uit Duitsch land en België 286,000 ion, uit Engeland slechts 11,000 ton; en nadien stond de aan voer uit Engeland bijkans geheel stil. Ziedaar de cijfers van den Minister. Zij schetsten het kolenvraagstuk in den meest dreigenden vorm, zoodat aan den, anderen, kant wel de meest ernstige offers gerechtvaar digd moesten schijnen. Slechts één enkel cijfer ontnam aan de schets een weinigje schaduw. Immers deelde de Minister mee, dat de pro ductie' der mijnen in Nedérland was „opge voerd" tot 225,000 a 250,000 ton p. maand. Hoeveel die verbetering bedraagt, ware toch ook een interessant cijfer geweest voor belich ting van het kolenvraagstuk. Wanneer de Kamer ook al moest denken, dat ons kolentekort moest bedragen ongeveer 6 millioen ton, dan ware het wei wat waard geweest, als diezelfde Kamer had mogen ver nemen, dat de productie der Limburgsche mijnen vlak vóór den oorlog stond op minder dan 170,000 ton en thans op minstens 2*40,000" ton per maand, zoodat er een meerdere op brengst is te hopen van 840,000 ton minstens. Dit kleine millioen ton kan aan den eind indruk der cijfers toch beslist nogal iets ten goede wijzigen. Echter is er meer. Vóór den oorlog ging een kleine 70 procent van onze Nederlandsehe kolen naar het bui tenland; thans niets. Wanneer dus in 1917 ongeveer drie mil lioen ton steenkool voor ons land ge wonnen wordt uit eigen mijnen, dan komt aan ons land, bij den tijd vóór den oor log vergeleken, ten goede het verschil tus schen 30 procent van een opbrengst van twee millioen ton 's jaars en 100 pro cent van een opbrengst van drie millioen 's jaars, dat is dus 2,4 millioen ton. Wij zouden meenen, dat dit cijfer ter richtige, objectieve voorlichting der Kamer geens zins had mogen ontbreken. Zulk eon belangrijk cijfer aan de Ka mer onthouden en haar met de andere overdonderen vinden wij geen fraaie voor lichting. Nu wij toch de kolen hier be spreken, en nu nog meer dan ooit vast staat, hoe daarvan ons geheele economisch bestel afhangt, is er nog een vraag, welke ons bezig houdt. Er is voor liet geheele samenleven geen arbeid zóó nuttig als die van een mijn werker. Wel komt er een punt dat aan de capaciteit der verschillende mijninstal laties geen hoogere eischen meer te stel len zijn, zoodat aanstelling van meer mijn werkers toch de kolenproductie niet zou verhoogen. Echter meenen wij, dat nog zeer talrijke mijnwerkers, tot ontzaglijk voordeel van onze samenleving aan den arbeid kunnen worden gesteld. En wat kon men tijdens de staking van dr. Pools vernemen? Dat nog zeer vele Limburgsche mannen, door den militairen dienst aad den mijnarbeid onttrokken wor den. Is dat een toestand? Moet daar niet onmiddellijk een eind aankomen? Vatten wij de hoofdzaken saam, dan oonstateeren wij, dat ons volk nog steeds in het duister tast, dat voorlichting en nog eens voorlichting geëischt mag worden. Zelfs als straks een centraal lichaam de leiding krijgt en wat meer het v e rb a n d waarborgt tusschen de ver schillende branches, dan nog moet de eisch blijven voorlichting en nog eens voor lichting. Dat die voorlichting eenv tikje meer oprecht kan wezen of, om het wel willender te zeggen, het volk en de Ka mer minder als onmondigen moest behan delen, hopen wij ook aannemelijk gemaakt te hebben. WERELDBRAND' HET RUSSISCHE OFFENSIEF BIJ PERE- HINSKY FRANSCHE EN DUITSCHE AAN VALLEN IN HET WESTEN. Een dusver niet bevestigd beiïcht uit Pe- trograd meldde gisterenavond, dat do Rus- sein er in geslaagd waren de Duitsch-Oosten- rijksclie legers ten Zuiden ou ten Noorden van den Dnjiester van elkaar af te scheiden en dat het Zuidelijke Oosbenrijksche Jeger in vollen aftocht was naar de Karpathen. Ofschoon wij van dit bericht nog geenerlei bevestiging ontvingen en tzne.li de Onjtrn'u: noch de Oosbenrijksche legerberiuhten ook maar iotsvan dezen aard laten doorscheme ren, zou het toch niet onmogelijk zijn dat het inderdaad zoover kwam.- De Russen meidden toch in hun laatst ontvangen legerbericht reeds, dat zij de Lon- nitza-o ver gangen bij Berehinsky hadden be zet. Dit dorp ligt plm. 35 K.M. ten Zuid- Westen van Kalusz aan den eenigan groeten verbindingsweg, die in deze streek naar het zuiden loopt. Een verder voortdringen der Russen naar het westen in deze streek zou inderdaad tot een splitsing der Oentrale legers kunnen lei den.. De Duifcsche en Oostenrijksche legerbe- richten spreken echter slechts van kleinere gevechten langs de' Lomnitza, en ook Petro- grad bevestigde de sensationeel» mededeeling nog niet, zoodat er vooralsnog geen reden is om aan te nemen, dat het reeds zoover gekomen is. Inmiddels zijn er aanwijzingen, dat aan het Westelijk front de .strijd ophieuw gaat ontbranden. De luchtgevechten nemen er reus achtige verhoudingen aan; en bij dan Dames- weg zijn de Dnitschers opnieuw tot den aan val overgegaan. Volgens het Duitsche leger bericht veroverden zij over een front van 1500 M. en tot een diepte van 300 M. de- Fransche stellingen. Het Fransche legerbe richt staat hun slechts 300 M. voorste loop graaf toe. De Franschen vielen op hun beurt aan ten Noorden van het bekende heuvelcom- plex in Westelijk Champagne en doelen mede 800 M. front ter diept© van 303 M. veroverd te hebben. De "oude vertooning, zooals men ziet. DUITSCHLAND. DE POLITIEKE CRISIS - DE NIEUWE RIJKS KANSELIER. Tot Rijkskanselier, werd door den Keizer benoemd Michael is, de Pruisische ..voedings dictator". Hij is een man zonder politiek verleden. Vandaar dat er eigenlijk nergens verzet te gen zijn benoeming rust. Van den nu ontsla gen Rijkskanselier is Keizer Wilhelm blij kens zijn afscheidsbrief, „met bezwaafd hart" gescheiden. Michael is onderhandelt nu met de verschil lende partijen. Ook von Hindenburg en Lu- defderff blijven eonfereeren. Zij schijnen aan te sturen op wijziging der vredesresolutie. De toestand is nog geenszins helder. VERSPREDExBERICHTEN buiten de wet gesteld. In het Londensche tijdschrift „Country Life," schrijft ©en zeeman, die maandenlang in de Noordzee op jacht naar duikbooten geweest is, dat in tal van gevallen men slechts do vlucht der meeuwen te volgen heeft om een duikboot op 't spoor te komen. Deze vo gels nebben onbewust den zoekers onschat bare diensten bewezen. Nietzoodra heeft hun scherpziend oog een periscoop ontdekt, of zo vliegen uit het water op en zweven in groote kringen om het zonderlinge voorwerpt heen, waarbij ze een luid verwonderd ge schreeuw doen hooren, dat de in den om trek kruislende schepen opmerkzaam maakt. Meer dan eens hebben deze meeuwen een onderzeeër doen vinden, die men langen t:jd vergeefs gezocht had. „Country Life" brengt tevens in herinne ring, dat papegaaien het naderen van vlie gers kunnen waarnemen, lang voor het me:i- schelijk oog ze vermag te ontdekken. Een ander bekend feit is, dat wilde vogels dik wijls behulpzaam zijn bij het uitvinden van verborgen vijandelijke artilleriestellingen. Zij vliegen n.l. in zwermen weg van de punten waarvan het kanongedonder uitgaat en koe ren terug onmiddellijk nadat het schieten heeft opgehouden. DE RUSSISCHE TARWEOOGST IN 1916. Naar wij in „Svenska Dagbladet" van den 8en Juli 'lezen, is het Russische centrale bureau voor statistiek thans gereed met zijn rapport over den oogst van liet afgeloopen jaar. Uit dit rapport blijkt, dat do opbrengst- van den oogst van winter- en zomertarwo resp. 6.745.225 ton en 9.210-.855 ton bedroeg of tezamen 15.956.080 ton togen 22.156.4oi in-1915 en 19.679.032; de doorsnee-opbrengst van de laatste vijf jaren. Tegenover 1915 was dus do opbrengst van den oogst van het afge loopen jaar 6.200 371 ton of 28 pCt. minder. Naar men weet, is dit jaar de bezaaide oppervlakte aanmerkelijk geringer dan het vorige jaar en is ook de stand van den oogst tengevolge van den slechten winter min- _djgr goed. v DE STRIJD OM AVION. Philip Gibbs beschrijft in de „Daily Chro nicle" een episode uit den strijd bij Avion, in welken deze voorstad van Lens door de Canadeezen werd verovbrd. „Tijdens een lievig onweder, dat zijn don derslagen en zijne bliksemlichten op angst wekkende wijze paarde aan het tumult en de vlammen der zware kanonnen, begon gis terenavond een kleine slag om Lens iieen en ten Zuiden van Oppy. Ik zag het begin van den slag en bleef het vreeselijk kanonvuur aanzien, totdat de duisternis en zware wolkbanken deze mijn werkerssteden onzichtbaar maakten, waarin menschen tusschen de barstende granaten met elkander vochten. Dat begin was angst wekkend en men voelde in de ziel de ellen de van dit ontzettende wereldtreurspel, ge troffen 'door de vreemde atmosferische ver schijnselen en die aangrijpende^ mengeling van donderslagen en artillerievuur, dat was alsof dc goden woedend waren en de eeuwige kracht hunner bliksems wilden toonen, bo ven clêzen menseiienstrijd uit. Ik stond een poos naast „Oud grootmoe dertje", een van onze geweldige houwit sers en zag haa'r met stevige, schokken vlam men blazen uit haar groote stalensnuit, waarop dau dreuningen volgden die iemand het hoofd van de romp leken to scheu ren. En dan een hoog klokkend geluid als tlev monsterachtige granaat wegvliegt'naar de vijandelijke stellingen. „Mijn God!" zei een toeschouwer, „kijk eensl" Hij w'ees met zijn stok nahr een zwarte smeurweg langs de lucht, verbaasd omdgt hij Het projectiel in de vlucht kon zien. Maar op een uur, waarop in deze zomer dagen de zon anders helder en warm schijnt op de roole daken Van do mijristad, begon de lucht vreemd donker te worden. Do at mosfeer was stil. Een blauwe schemering kroop over het landschap. De boomen van het Zwaluwenbosch en de torens van Lens werden zwart. De ruïnes, vefweg achter Vi- my die van Souchez en Ablain St. Na- zaire zagen spookachtig wit uit. „Gaat de goeie oude Duitsche dondergod Thor weer eens aan liet werk?" vroeg een kame raad, die met mij in denzelfden granaat- trechter zat. Granaten van onze zware Jiouwitsers, die nu achter ons waren, vlogen over onze hoofden heen met een geluid zooals kome ten met lange staarten moeten maken. Ik zag ze in Avion en Lens uiteenbarsten, en massa's zwarte rook verspreiden. In de stille lucht klonk het gezoem van vele machines. De duister wordende lucht was vol zwarte stippen Kngelsche vlieg machines, die boven Avion en Lens verken ningstochten uitvoerden. Een Duitsche waar- nemingsballon, die over ons deel van het slagveld uitkeek,' werd bang en waggelde naar beneden. Het w.as toen precies zeven uur. Onze kanonnen hadden bijna opgehouden te vu ren. Hier en daar lieerschte langs het slag front een vreemde, onheilspellende stilte, slechts onderbroken door een enkel schot of liet: snerpend gegil van een Duitsche shrapnell, of den doffen slag van een met- ontploffend Duitsch projectiel. Het was bijna donker geworden. De klei ne Souchezrivier was niet blauw meer. Lens en Avion waren door liet duister opgeslokt. Een lange rollende donderslag deed den hemel trillen en de bliksemschichten zigzag den boven de Vimy-hoogte en lieten de open gescheurde" aarde wit glanzen. En toen kwam een woeste regenbui opzetten. Ja de goeie oude Duitsche dondeigod is "weer aan den gang," zei mijn kameraad, die bij mij in den granaattrechter zat. „Zoo treffen wij het nu altijd." In tusschen was het tien minuten over ze ven geworden en wij hadden gehoord, dat de slag om zeven uur zou beginnen. Mis schien was hij uitgesteld. Maar juist op dit oogenblik begon het. Eerst een geweldig gedreun van onze ka nonnen, niet alleen achter ons, maar ook ver weg naar rechts en links. Massa s gra naten vlogen over ons heen, alsof kome ten de goddelijke natuurwetten geschonden en hunne sfeeren veriaten hadden. Verweg om Lens heen ontploften zij met bnnv- VOGR DE VACA^TIE TEL. 1770 Barieljorisstraaf 27. opslaande vlammen en veroorzaakten er branden. Buiten de Cité des Moulins, aan den Westelijken zoom van Lens, steeg een lange keten van gouden fonteinen op, alsof er kleine mijnen waren opgeblazen-en daarna niets dan een hooge bank van witte, on-, doordringbare rook. Rechts van Avion vormde zich ook een rookversperriug en daar boven uit rees een van de vreemdste dingen die ik in den oorlog heb gezien. Het was een vrouwenbeeld, kolossaal van afmetingen, zoodat het hoofd den hemel scheen te raken. Het was niet maar zoo een fantastische verbeelding, zooals men soms iemand die naar do wolken kijkt, hoort zeg gen: „Wat. lijkt dat op Gladstone," of „Kijk eens, net een kameel, of een schip." Dit vrouwenbeeld van witte dichte rook leek uit steen gehouwen en het was alsof het 't slagveld overzag. Minuten lang bleef het zoo, onveranderd." DE AANVANG VAN HET RUSSISCHE OFFENSIEF. Do „Times"-correspondent bij de Russisclir legers op het zuidoostelijk front seint aa; zijn blad: „Van dc observatiepost van d n corpscom mandant af heb ik alle phases gevolgd van den artillericstrijd 'die onze Russische bond- genooten hebben gevoerd op een schaal, zoo als ik nog nooit tevoren op dit front heb ge zien. Er is thans een einde gekomen aan de be zorgdheid en 'den twijfel of do Russische le gers weder liet offensief willen opnemen. Hot eerste groepje gevangenen die gisteren avond werden gemaakt bij eene verkenning, welke uitgevoerd werd om de uitwerking van het bombardement vast te stellen, zijn juist voorbij mijn venster gelrokken op het oogen blik dat ik dit schrijf. Uit hunne verklaring blijkt, dat de hoop des vijands op da waar deloosheid der Russische legere ruw ver stoord is. De dorpelingen, die nd de Russische vor deringen van het vorige jaar weer naar lmnno haardsteden waren teruggekeerd, werden overhaast naar achter het front gezonden. Precies om 4 uur 49 verbraken de kanon nen het zwijgen dat drie maanden heeft ge duurd. Na een paar schoten om den afstand vast'te stellen, bulderde het geheele koor der kanonnen op dezen sector onophoudelijk tot zeven uur 's avonds, 's Nachts viel een zware regenbui, die de stofwolken neersloeg, zaodat de kanonniers weder een vrij uitzicht lm i- den. De uitmuntende foto's van de vijandelijke posities,'welke de vliegers hadden gemaakt, bleken van onschatbare waarde te zijn. Ieder versterkt punt, iedere observatiepost en artil leriestelling word opgezocht en vernield of zwaai beschadigd. De granaten sneden wegen door de vijandelijke draadversperringen. Reeds spoedig was de eerste vijandelijke loopgravenlinie onhoudbaar geworden. Op een punt waar do stellingen zeer dicht bij el kander lagen, kwamen een honderdtal vij andelijke soldaten naar de Russische loop graven kruipen en gaven zich over. Zij ver klaarden, dat zoo dit bombardement voort duurde, de vijand de frontlinie zou moeten ont ruimen. De aigerneene meening is dat de Russische artillerie uitmuntend werk levert en dat de geheele voorbereiding uitmuntend is. Een merkwaardig verscLninsel bij dé ope raties van gisteren was de wijze waarop de vijandelijke artillerie haar werk verrichtte. Blijkbaar hadden zij precies den schootsaf stand opgekregen. Gedurende de verbroodc- rings-periodo hadden vijandelijke militairn in Russische uniformen gekleed de Russi sche artillerie-stellingen en observatieposten opgenomen. Nu en dan troffen granaten uit de 10.5 c.M. houwitsers van 'den' vijand onze kwetsbare plaatsen. Kapitein Kazarinof werd op kleinen afstand van mij gedood door een granaat die in do observatiepost terecht kwam en een half uu,r lang moesten wij dek king blijven zoeken in een bomvrije schuil plaats. Onze totale verliezen bedroegen dien dag: twee officieren en een twintigtal sol daten, die in de loopgraven gewond werjpi, benevens een half dozijn artilleristen. Die van den vijand zijn nog niet vastgesteld, maar moetien in de duizenden loepen. Juist tegen zonsondergang dacht de vij and dat wij tot den aanval zouden overgaan. De enorme stofwolken welke door ons bom bardement opgejaagd werden, brachten hem in de waan, dat onze troepen reeds in zijne eerste loopgravenlinie waren gedrongen, zoo dat hij een lievig spervuur op zijn eigen troepen richtte. Na het vallen van den nacht beschoten zij opnieuw hunne eigene stellin gen toen onze patrouilles die opzochten. Vol gens de berichten van deze patrouilles heeft liet vuur onzer artillerie de versterkte pun ten en do machinegeweer-emplacementen in de vijandelijke stollingen geweldig geteisterd, Ik heb op nïijh reis liierheen en gedurende mijn verblijf aan het front gelegenheid gehad oiri te spreken met een groot aantal soldaten. De overgroot© meerderheid van hen begrijp! den plicht jegens hun vaderland en de geal lieerden. Do Russische troepen in do front linie, die de uitwerking van het bombardement hjadden gadegeslagen, lieten de mannen in da mt or naar achter gelegen stellingen het goed« riimiws weten. Sommige soldaten zeiden tol mij „Nu zal het wel te gevaarlijk worden voot de Duitschers om nog meer divisies naai Frankrijk te zenden. Wij willen dat on&i bondgenooten weten dat wij gaan vechten. Wj, weten hoe zij ons hielpen toen Wij in moei' lijkheden verkeerden'. Wij zijn niet ondank baar NIEUWE HMRLEMSCHE COURANT ^.-.rmmmmsiCTasy- n i^ii ■■■mn n A De ex-Tsaar en do geheele familie Romanof staan thans bunten. de wet zoo-schrijft men uit Lausanne aan bet „Hbid." Eenerzijds heeft de Voorloopige Regeering besloten na de ex- Keizerlijke familie haar bezit ontnomen te hebben, haar desniettemin gelijk ieder ander belastingplichtig te verklaren en aan al hare privilegiën ook in dit opzicht oen einde te inaken. Welk eene geweldig» omwenteling de enkele confiscatie van hot bezit der Romanofs reeds beduidt, zal men "begrijpen, wanneer men be denkt, dat het inkomen alleen va.u liet hof minis terie 42.148.000 roebels bedroeg. De jaarlijks-che uitgaven, waarvoor het rijksbudget aansprake lijk bleefr.(bedroegen onder andere: voor het Keizerlijk huishouden 867.000 roebels: voor het onderhoud der paleizen te Pefrograd 2.460.000 roebels, te Pjotrodvor 1.117.000 roebels, to Tsarakojo Selo 1.035.000 roebels, te Gatsjina en Moskva 1.444.000 roebels; vcu>r do administratie van den hofmaarschalk 1.619.000 roebels; rooi de stallen en garages 1-338.000 roebelsvoor de Keizerlijke jacht 345.000 roebels: voor het Kei zerlijk eetservies 39.000 roebels; voor de bewa king der paleizen 1.041.000 roebels. En dit is no" lang niet alles. Eene belangrijke bron van inkomsten waren bovendien nog de apanages. Hoe groot deze bron was is nog niet precies bekend, doch vol gens een gedenkschrift uitgegeven in 1897, toen het honderd jaar geleden was sedert Paul I de apanagos instelde, zoude men tot de conclusie komen, dat zij ongeveer 20 millioen roebels opleverde. Zij vloeit voornamelijk uit wijnber gen, visc-livijvers, molens en dergelijke voort. Dan heeft men de zoogenaamde kabinetsgoe deren, over het lot waarvan de komende Con stitutie zal hebben te beslissen. Zij zijn gelegen in de twee reusachtige Siberische districten ARaj en Njertsjinsk, die eene phenomenal» ont wikkeling der mijnindustrie beloven. De Altaj beslaat bijna 42 miillioen bunder, vijf zesde ge deelte van Frankrijk. Hiervan behoorden den Tsaar 16 millioen bunder. De helft van dit land is met oerwoud bedekt, wat op zichzelf econo misch reeds een onberekenbare achat is. Van de 24 millioen bunder van Njertsjinsk behoor den er 10 aan den Tsaar. Ook in dit gebied zijn goud. zilver, ijzer, lood, soda overvloedig aan wezig. De Kroon had er het 'monopolie van den mijnbouw, voor wat hare eigene goederen aan gaat, en hief regalia van de delfstoffen-op brengst van particuliere goederen. Dit alles is nu uit. Met een enkelen peuné- streek heeft de revolutionnalre r-egeering de Romanofs van hunne rechten vervallen ver klaard. Anderzijds evenwel wensckt zii hun niet de gewone burger rechten te laten uitoefenen. Do revolutionnalre socialistische partij had door doctrinairen rechtvaardigheidszin gedre ven, der rechterlijke commissie ter voorberei ding der Constituante een verzoek gedaan be treffende de toekenning van het passieve kies recht aan do ex-keizerlijke familie. Dit verzoek is van de hand gewezen op den grond, dat an ders aan de beweging tot restauratie der mo narchie een legitiem karakter pude worden gegeven. MEEUWEN ALS VERRADERS DER BUIK BOOTEN. 2017

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 1