BUITENLAND - feuilleton BERTRAND DU GUESCLIN Haagsche Brieven. WAT DE PERS ZEGT Woensdag 24 Juli Tweede Blad CXI. Met groote belangstelling hebben wij uit 'ie verte den verkiezingsstrijd gevolgd in en- Me groote plaatsen van ons vaderland, zoo vooral in Rotterdam en in Haarlem. Wat 'n contrast tussehen die twee steden in de orga nisatie en de actie vooral in do geestdrift, maar ook, wat 'n merkwaardig contrast in den uitslag. Meegejuickt hebben wij in den geest met de reehtsehe Haarlemmers, mee- getrenrd met de Rotterdammers, Voor een strijdlustigen nabunr was 't, boe de uitslag ook zij, in beide plaatsen goed om zÜn. Hoe geheel anders in de Residentie! Hier geen geestdrift, geen strijd, maar dan ook eigenlijk geen uitslag. Het politieke com promis met zijn natuurlijk fataal gevolg van berusting en laksohheid beeft hier ook ge golden voor de gemeenteraadsverkiezing. En de uitslag was er aan evenredig. Er is vol strekt geen verandering gekomen in de par tijverhoudingen. In district I traden af drie rc-ciaal-democraten en twee rechtschen; in II vier rechtschen en één liberaal; in III vijf liberalen. Wij beleefden het zonderlinge ver schijnsel. dat^onder de namen der candida- ten in de advertentiën en strooibiljetten de 1 sturen der zeven kiesvereenigingen prijk ten. Geen wonder, dat alle heeren heel gemak kelijk herkozen werden en dat de dissidente S. D. P. met een beschamend klein aantal stemmen al haar candidaten duikelen zag. Maar voor de politieke vechtersbazen^ was er geen aardigheid aan de heele geschiede nis. Enkele onderdeden van den uitslag wa ren intusschen de moeite van het opmerken wél waard. Zoo ten eerste, dat de kiezers merkwaardig trouw het advies der be sturen volgden, de stennuencijfers looped niet noemenswaard uiteen. In district I (het roe de) giug echter de heer Buurman bijna 30!) stemmèn boven de anderen uit. Vanwaar dit verschijnsel1? Na informatie bleek mij, dat voor den heer Buurman heel wat bil jetten uit de bus kwamen, waarop hü óf al leen stond, óf in gezelschap van een of meer der tribnnisten. Nu wordt dit hierdoor ver klaard. dat de heer Buurman als oud-ge meentewerkman en tegenwoordig vrijgestel de van de afd. Den Haag van den Bond van gemeente-werklied en een beslisten voorkeur had hij houderden robde gemeente-werklie den in dit district. De lieer Buurman is een ijverig en vol hardend voorvechter hunner belangen in den Raad. de wederdienst bleef niet uit. De over groot© meerderheid der rood© kiezers heeft intusschen tevens op de reehtsehe candidaten gestemd. Dit blijkt hieruit, dat de heeren Ank er man en Weseeling slechts res pectievelijk 20 en 11 stemmen achterbleven bij den heer De Klecr (S. D. A. P.) en wel tweehonderd stemmen meer kregen, dan de nieuw-gestelde Soe.-D:m. Van Langen (vacature Dr. Oldenböom). Even trouw als in I de socialisten rechts stemden, gingen in II (het zwarte district) de reehtsehe kiezers op den liberaal. In III het blauwe district) was ook slechts 'n onbe duidende persoonlijke nuanbeering. De uitslag was, dit valt in de tweede plaats op te merken, in zooverre bemoedigend, dat onomsiootelijk kwam vast te staan, dat in afzienbaren tijd de anarchistische elemen ten der S. D. P. hier nog geen kans hebben, om een Raadszetel te bemachtigen. In de drie districten te zamen kreeg bun favoriet, de beroemde heer Louis de Visser, bij verkorting „Lou" genaamd, nog slechts 1508 stemmen, wat niet voldoende is om bij Ev. Vertegenw. liet kiesquotieut van 60.000 kie zers te bereiken. Men vergete ook niet, dat allerlei omstandigheden het ontevreden revo- lutionnair element dezen keer gunstig wa ren, In normale tijden bracht „Lou'' bet nooit verder dan tót 200 stemmen per dis trict. Zakken echter vele aanhangers van de S. D. A. P. nog meer naar het anarchisme af, dan krijgt de S. D. P. toch wel ooit nog eens kans. Die kans wordt beter, als we een socia listisch wethouder krijgen, waarover straks meer. Een derde verschijnsel, dat mijn aandacht trok bij de bestudeering der cijfers, dat is het blijkbaar bestaand persoonlijk favord- tisme. Dit is in de cijfers van alle partijen op te merken. Het sterkste kwam het intusschen tot uiting bij de reehtsehe candidaten. In bet tweede district heeft van de reehtsehe candidaten de heer Mr. deWilde het hoog ste cijfer, n.l, 2771. Toch is de heer De Wil de,, een jong man. nog pas twee jaar in den Raad. De katholieke heeren Verburg en Van Vuuren komen bii hem achteraan, k eclievelijk met 2730 en 2653 stemmen. Men lette ook weer op het verschil tussehen die twee. De heer Ver burg, een groot-za kenman, beminnelijk, vriendelijk midjderu- standcr en zeer ijverig en verdienstelijk d 'unn hem is voor het grootste deel te danken de niéuwe royale verordening op de. BuhsldieSrlp» van hét bijzonder bewaar- schooionderwijs)' kreeg bijna ÏGO stemmen meer dan de Keer Van Vuur én tevens wethouder en' Kamerlid. Wie kan nu nauwkeurig dit verschijnsel ontleden? Ik kan er geen andere verklaring voor vinden dan dat vescbeldene gemeente ambtenaren en -werklieden het niet over zich hebben kunnen verkrijgen, om den wet houder van sociale aangelegenheden te stem men, die tegenover hun wensehen en eisehen een vrij afwijzende bonding heeft aangeno men. In I is het net andersom dan in II, want daar kreeg de Katholiek (Weseeling) meer stemmen dan de Protestant (Mr. An kerman), respectievelijk 2919 en 2910- Het zelfde, anders bijna nooit voorkomende, ver schijnsel, hebben wij ook nog eens hier ge had, n.l. toen in 1913 de heer Wesseling tot lid van de Prov. Staten werd gekozen en hij ver hoven de andere (protestantsche) candidaten van rechts uit dé bus kwam. Uit al deze cijfers mogen wij dus vrijwel consta- teeren, dat het persoonsfavoritisme hij de verkiezingen een belangrijke rol speelt, soms als het er spant, zelfs een doorslag-gevende rol. Na invoering van de Evenredige Verte genwoordiging zullen de gevolgen van dit verschijnsel m.i. minder in het oog vallen, ofschoon ook dan nog in kieskringen, waar het heftig toegaat, een persoon van' den can- didaat in aanmerking dient te worden ge bracht. Zal de samenstelling van ons Raadscolle- ge dus in September geen verandering onder gaan wat de verhoudingen betreft (22 libe ralen, 13 kerkelijken, 10 socialisten) wel zul len enkele personen er niet meer terugkeeren. Zooals reeds gezegd heeft in I Dr. Olde- h o o m (S. D.) bedankt en in II Mr, Lisman (C. Hist.) beiden wegens andere drukke werk zaamheden. Ook het college van B. en W. zal wijziging ondergaan. De heer Jansen (Lib.) zal als wethouder der Gemeentebedrijven be danken. Zijn plaats zal worden afgestaan, aan een sociaal-democraat en zoo zullen wij het ook hier in Den Haag heieven, dat een roode broeder zijn intrede doet in het-Dag. Bestuur. De liberalen doen hiermede een ouden schuld van dankbaarheid af ten opzichte van de S.D. A.P., die hen altijd zoo trouw bii de herstem mingen heeft bijgestaan. Erkend dient te worden, dat een eerlijke verdeeling der wet houderszetels aan de tien soc. dèm. een plaats doert toekomen. De heeren zelf trekken in tusschen een olifant uit de politieke loterij. Vandaar dan ook, dat de' verstandigste poli tieke koppen onder hen veel liever den wet houderszetel hadden willen weigeren. Een bijkomstige omstandigheid verergert nog hun zaak. Het is algemeen bekend, dat over de wethoudersplaats in de roode fractie de groot ste ruzie is ontstaan. Als de heeren tegen woordig hier zoo sterk zijn, dan danken zij dat in de allereerste plaats aan het pioniers werk, door de heeren Ter Laan en Hoe- je nbos reeds voor jaren verricht. Ware de héér T e r L a a n (tegenwoordig burgemeester van Zaandam) nog hier geweest, dan was hij nu wethouder geworden. Na hem is de heer Hoejembos aan de beurt en hij had het ook gaarne willen wor den, Hij is er knap en ijverig genoeg voor en hij is ook voldoende gematigd om zich in een „bourgeoiscoUege'' thuis te voelen. De fractie heeft echter met één stem meerderheid zijn collega Albarda aangewezen. Deze heeft dén ingenieurstitel, is 'n zeer ambitieus man en schijnt zuiverder im de Marxistische leer te zijn dan zijn eollega Hoejenboe. De strijd in de fractie schijnt nu over te zullen slaan naar de afd. Den Haag van de S.D.A.P. want het verluidde eerst, dat de heer H o e - jenbos uit teleurstelling eh boosheid voor zijn mandaat^ou bedanken, later, dat hij zijn mandaat ter beschikking van de partij zou stellen. Wij zijn hier nogal benieuwd naar den afloop. Een bittere pil. voor den aspirant-wet houder Albarda, dreigt nu wecr-te worden de eisck van de liberale meerderheid dat hij in 1918 voor de Tweede Kamer zal bedanken. Diezelfde eiseh. welke niet overdreven is, noeh onbillijk, hebben zij indertijd ook voor onzen heer Van Vuuren gesteld, Als de tweede lezing van de Grondwetsherziening zijn kamerlid-pensioen verzekerd heeft, zal Zevenbergen naar ©en plaatsvervanger heb ben om te zien. 's-Gravenhago, 22 Juli 1917. OPHELDERING NOODZAKELIJK. Zooals men weet, is van de zijde der Regeering in verband met de onlustente Amsterdam steeds gezegd, dat de uitvoer van vroege aard appelen noodzakelijk was als compensatie voor den invoer van steenkolen, waarvan men maan delijks uit Duiitschland ongeveer 350,000 ton zou ontvian^eii. 0 Door ie<Jer, ook door ons, is er altijd op #e- wezen, dat onder die omstandigheden elke aan leiding tot ©rdtiek op de actie der Regeering ontbrak. De geregelde aanvoeg van steenkolen als bron van warmte, licht en kracht was wan zooveel beteekenia voor ons allen, dat daar tegenover de beperking in het aardaonelenver- bruik als van geen beteekenia moest worden geacht- Thane echter verluidt, dat wel de aardappcW naar Duitsqhland zijn gegaan, maar dat do oifëfëen gekomen hoéveeïhëid steenkolen ni.et ge leverd is gewórden en dat aan de 850,000 ton, die men zou ontvangen, ongeveer 125,000 ton zou ontbreken. Hier is opheldering noodzakelijk zegt DE STANDAARD. Wij zijn kraoahtlge voorstanders van een uit- voerpolitiek die zich zooveel mogelijk laat be talen met) ingevoerde goederen. Waren ruilen tegen waren, dat is in de gegeven omstandig heden de eenlg juiste leuze, maar dan moet ook vaststaan, dat als men aau d« ééne zijde de goederen zendt, van den anderen kant het) toe gezegde ook wordt ontvangen. Gebeurt dit niet, dan is het onmogelijk orh het volk op den dUur te overtuigen, dat de gedragslijn der Regeering de juiste is. Bij wie schuilt hier de fout? Is hier woord breuk aan de zijde der Duiteakers, of zijn wij misleid geworden inzake de hoeveelheid der toegezegde kolen? Wie zijn met de onderhande lingen belast geweest? Zijn dat sukkels, die zich met' een kluitje in het riet hebben laten sturen' met vage beloften en toezeggingen ge noegen hebben genomen, of is er geen reden om onzerzijds iemand te blameeren? Dat mogen wij toch wal wetenja, wat sterker is. dat moeten wij weten- Dat moeten wü weten, omdat het noodig ia een eind te mak-en aan de reeds hier en daar opduikende geruchten met betrekking tot de ge schiktheid van sommige personen, die op den i;ang dezer bespreking grooten invloed hebbep uitgeoefend en nog uitoefenen. Indien de Re geering aan ons volk vertrouwen vraagt, dan behoort zij zich diit vertrouwen waardig te maken door volkomen klaarheid, in zulke ge wichtige. vraagstukken. Er zijn trouwens nog meer vragen die zich den laatsten tijd met betrekking tot cmae uit- voerpolitiek voordoen. Men kon diezer dagen lezen, dat vergunning tot uitvoer verleend werd voor 60,000 balen peulvruchten van den vorigen oogst en dat ook voor den uitvoer van hooi, het zoogenaamde rib-behooi, eene vergunning tot uitvoer was verleend. Waar nu tioch met vol komen zekerheid kan worden gezegd, dat er in den komenden winter groote schaarschte aan veevoeder rijn zal, daar moet toch gevraagd, worden of deze peulvruchten en dit hooi nu ten eenenmale als veevoeder onbruikbaar moesten wordeu geacht. De boer op het "land slaat de pasgeboren biggen diood omdat er geen voer is om hen op te kweeken, en men behoort dus alles wat maar ©enigszins bruikbaar is, hier te hou den, om eene groote calamiteit voor onzen vee stapel af te wenden. .4 Eene duidelijke toelichting waarom zulke uit voeren plaats hebben is naar onze meening zeer gowenscht,^ maar absoluut noodzakelijk is de op heldering inzake het gebeurde met den invoer van steenkool- Wie is hier schuldig? Is er on benulligheid geweest van onzen kant; is er woordbreuk van Duitsohe zijde, of is misschien wat wü hopen - het geheel® gerucht on juist? Hieromtrent mag geen twijfel blijven bestaan en indien het noodiig ia moet niet geschroomd worden den bezem te hanteeren. Als wü eomr pensati©politiek voeren hebben wij recht op het volle pond en moeten we ons niet met eer kluitje in het riet laten sturenook geen onbe kwame ondierhandelaars handhaven. HET GEKAPERDE DÜITSCHE OONVOOI. Da NIEUWE ROTT. CRT. schrijft; De Engelsché aanval binnen onze terri toriale wateren op het Duitscbe oonvoai blijft begrijpelijkerwijze de Duitsche en die Engèlsche pers nog bezig houden. Er is ook voor ons aanleiding op deze gebeurte nis terug te komen. Voorop mag daarbij worden gesteld ons absolute en onbetwistbare recht, om door deze aangelegenheid niet in moeilijkheid te geraken. In de. Duitsche pers met name is, naar aanleiding van dit betreurenswaardig incident, een dreigeqdo toon aangeslagen, doch wij milten ons daardoor niet van streek laten brengen. Dit is de vos die de passie preekt. Is het niet wat al te door zichtig, zoo men nu van Duitsche zijde, waar men den oorlog .is begonnen met de ernstigste schending van het neutraliteits- rec'at, die in 's werelds geschiedenis bekend is, met zooveel vuur voor de rechten der neutraliteit in de bres komt? Is men in Duitschland de tallooze schendingen vuh onze neutraliteit in de lucht gansch en al vergeten, dat men nu zoo'n misbaar maakt? Daarenboven, de Duitsche oorlogvoering heeft i.n dezen oorlog zoo ontelbare malen het recht der neutralen ter zee met voeten getreden: zij heeft zoo tegen alle recht en mensehelijkheid in honderden schepen ook van neutralen vernietigd, dat het zonder ling aandoet, nu zooveel leven te zien ge maakt, nu ook eens enkele Duitsche sche pen ondervonden hebben, wat het zeggen wil, wanneer de zeeoorlog zich aan welge vestigde regelen van recht en billijkheid gaat spenen. Wij schrijven dit natuurlijk niet, om de Engelsche daad ook maar in het minst te verontschuldigen of goed te praten. Maar in Duitschland zal men behooren te weten, en zich in te prenten, dat, na de wijze, waarop Duitschland den zeeoorlog heeft ge voerd, er hier te lande geen tien menseden meer zijn, die zich over zes Duitsche sche pen ook maar eenigermute warm maken. Wat ons in den aanval grieft, is de schen ding van ons recht en niete an'dérs. In Duitschland neemt men 'den schijn aan, alsof in deze zaak de leiding van Duitsch land uitgaat; zelfs in den Rijksdag Is er over gesproken op eene wijze, die tot eene offisieuse tegenspraak hier te lande heeft geleid, maar om de Duitsche reohten en de Duitsche belangen gaat het voor ons niet. Waar onze regeering voor heeft op tie ko men zijn de Nederlandsche rech ten die geschonden zijn, en zoodra door Engeland daarvoor genoegdoening is ver schaft, waar onze regeering zich bijl neer kan leggen, Is de zaak. voor ons afgedaan en dan hebben wij het recht, niet ver der in moeilijkheid te worden gebracht. VERSPRElDExBERICHTEN BIJNA 1000 POND STERLING PER SECONDE 1 De „Daily News" van 6 Juli schrijft: ,,De oor log kost ons-thans 7.200.000 pd. at. per dag. Dat beteekent 800.000 pd. st. per uur, 50.000 pd. st. per minuut en 833 p. st. 13sh. 4d. per seconde Ruw 'berekend betalen wij duizend Pond Ster ling voor 1 1/3 seconde." DE ONBILLIJKE ENGELSOHE OORLOOS- WETTEN. De „Daily News" van 6 Juli schrijft: „Als 1200 renpaarden een rantsoen van 15 Engelsche ponden haver per dag krijgen, hoeveel ton be draagt dit dan per jaar? Het) antwoord hierop luidt, naar mij van betrouwbare zijde wordt medegedeeld, 2Ö33 ton. Intusschen kriigt een man, die 2 pond brood verspilt, een hooge geld boete, onder het motto: „Wees «een man, wees een paard I" DE TAAK VAN DEN VLIEGER. Een „ooriogs-aviateur" beschrijft in de „Daily Mail" de taak van den vlieger in den modernen oorlog: „Een kompas is een valstrik, tenzij ge u spe- oiaal ep het gebruik daarvan hebt toegelegd. De grond is uw gids en ge kijkt van den grond naar de kaart om uwen weg te zoeken. In den winter kan men in Frankrijk de land- kenm.erken goed onderscheiden. Straat- en spoorwegen teekenen rich als zwarte lijnen in de sneeuw af en de „strafe" van het artillerie vuur maakt den grond volkomen bruin, aleof een reuzenhand de sneeuw had weggeveegd. In den zomer ia alles niet zoo duidelijk te zien, maar ge kent het land zoo ale ge uw eigen hand kent en de lange rechte wegen zijn een zekere gids. Ge weet waar uw lievelings-kanonnen staan en kijkt eens naar hunne ontbrandingen. Ge weet waarde „Arehies (afweerkanonnen) te vinden zijn. Zulke dingen zijn wegwijzers. Ge vliegrt over de linie bij A. en ontwijkt zoo «nel mogelijk de„Archies" benedenj Dan riet ge plotseling bij D. een Ontbranding. Die is nieuw. Dat ia een kanon dat daar paa ge plaatst is. Uit de kleur van- de vlam kunt ge het kaliber opmaken. Dan. vliegt ge er al zwenkend en wendend heen, doet alsof ge iets andere waarneemt, maar waoht óp het volgende schot. En tegelijkertijd moet ge achter u blijven kijken, om te zorgen dat ge niet van daar overvallen wordt. Een oogenblikje later hoort ge het fatale 'geratel. Een Duitsohe machine is onopgemerkt uit een wolk vlak boven uw hoofd te voorschijn gekomen, terwijl ge dat tweede schot) hebt af gewacht. Hij was daar op de post om dat kanon te bewaken. Dan begint de strijd; alle trucjes worden toe gepast en intusschenmoet ge voortdurend op den grond letten om te werten waar ge heengaat. De vlieger mag nooit den grond vergeten. De Duitscher kan probeeren u naar een nasv ..Arohiea" te lokken of naar een andere hinder laag ver achter de linies.of ge komt in een anderen luchtstroom terecht, die u buiten uw terrein brengt, ver achter het Duitsche front, tussehen .ledige benzine-reservoirs. Ge ziet uw tegenstander vallen; maar mis schien heeft hü u boven een onbekend terrein gelokt en de wolken beletten u het uitricht, zoodat ge niet weet waar ge zij. Waarnaar moet ge u dan richten! Het kompas kan de algemeene riohting aan geven; en ge kunt een globale berekening ma ken uit de snelheid en de riohting van den wind. Maar bovenal hebt ge uw® ondervinding en dat onbewuste rlohtinggevoel, dat zich geleide lijk door ervaring ontwikkelt. Ge keert om en vliegt in de riohting van uw ui tganspunt. Spoedig komen weer de bekende wegen, rivieren," bosschen in richt. Als ge ben zine genoeg hebt), kunt ge nog de hangar be reiken. Maar een vlieger zonder ondervinding boven een onbekende landstreek is als een bewoner der vlakte in een boeoh zonder paden. Hij dwaalt in kringen rond. ofschoon er aanduidingen ge noeg rijn, als hü ze maar kon tien." HET VROUWEN BATALJON. „Aftonbladet" vernoemt uit Haparanda, dat het St. Petersburgische vrouwenbataljon ver trokken is naar het front in Galicië. FrïnscEe EooWSwavftór dat aan Béide rijden rille vindingrijkheid wordt ingeepaimen I om nieuwe middelen te bedenken, ten einde den i| vü«nd te kunnen weerstaan. Aan het front bii Verdun brachten de Duit- sohers het vorige jaar 9000 kanonnen bijeen o® I 'den beslissenden slag te slaan.- Deeer dagen I hadden rij bij hoogte 804 het vuur van 500 ka- i] nonnen geconcentreerd op een front van VA kilometer en dat nog wel om een zuiver plaat selijk succes te behalen- Bü een modern bombardement riin na riif minuten gewoonlijk alle telefoon- ert telegraaf draden stukgeschoten, zoodat de verbindingen tussehen de eerste loopgravenMnie en de daar- achter gelegen stellingen dan verbroken riin. De Duitachers gebruiken thans een bijzonder soort bommen, waarin berichten van de eene stelling naar de andere uit een soort loop- gravenkanon kunnen geschoten worden. Vervolgens maken rii gebruik van rookver- wekkende toestellen, -om hunne batterijen ook I voor de vliegors moeilijk waarneembaar te I maken. Dit middel is het, eerst in den afge- jfl loopen winter aan het front bü Nleuwpoort beproefd en wordt thans algemeen toegepast. Ook van gasbommen wordt in den laatsten tüd op ruimere schaal dan tot dusverre gebruik gemaakt en er zijn bijzondere instructeurs aan gewezen, die het geheel© front, afreizen om de artilleristen te loeren, hoe rii hiermede moeten omgaan. NIEUWE) INFANTERIE. NIEUWE STRIJD- EN HULPMIDDELEN. Router's bijzondere correspondent bü het Een Fransche oorlogscorrespondent, die een I bezoek bracht aan het gevechtsterrein in Champagne, verhaalt dat hü in de streek van den Oornllletberg rioh ver van de linies bevond, I waar soldaten „rust namen." Aan den horizon I woedde de kanonnade en hij volgde met een I küker dezen strijd der batterijen. De aold&ten letten e<r in 't geheel niet op. Het schouwspel I had voor hen blijkbaar niets nieuws. Zü wijd- I den daarentegen hun aandacht aan de groep .1 van hunne makkers, die rioh oefenden in het werpen van handgranaten. Een generaal voegde zich bü den oorree- pondent met het doel om hem te toon en, wat -| de nieuwe Infanterie is, welke wapens rij heeft en over welke middelen rii beschikken om aan te vallen of zich te verdedigen.. Tegen woordig is de infanterie namelijk volstrekt niet meer, wat rii vroeg«r was- De oorlog en met name de loopgraaf-oorlog, heeft haar ge-:1 heel veranderd- Vroeger waren de infanteristen gewapend I met geweren en sommigen, per eenheid, met I mitrailleuses. Tegenwoordig wordt het geweer J zeldzaam en als de oorlog blijft voortduren en I de evolutie rich voltrekt, ie er veel kans op, dat f het ten slotte verdwijnt. Een goed eohutter, die bovendien goed mar ch oeren kan, was vroeger een volmaakte infan- l terist. De moderne infanterie zal hem weinig I waardeeren. Wat deze noodig heeft, zün man-;| schappen speciaal geoefend in het schieten met' mitrailleuses (in grooten getale) met mLbrail- l leur-geweren (een geheel nieuw wapen») van l granaten, uit geweren. Verder werpers vanil handgranaten, loopgraaf-artilleristen, man-il schappen voor het uitzenden van verstikkende gassen en edndelük die vreemde soldaten, goil lijkend op de vreedzame arbeiders, die de wijn-, I gaarden zwavelen, die brandende vloeistoffen op den vijand werpen. Doordat de ndeuwe methoden zooveel kracht dadiger zijn, dan de vorige, maken zü een be* I sparing van manschappen mogelük. De oorr. I woonde twee sohünaanvallen bü van twee oom-* pagmieën van gelyke getalsterkte. De eene waal gewapend met het Lebel-geweer, zooals in 't.l begin van den oorlog; de andere gebruikte alle I nieuwe strijdmiddelen. De fusillade van dej eerste oompap-nie was geduoht, maar bü detl actie van de andere trilde en barstte de bodem,;! de granaten scheurden met een geweldig geraas! alles aan stukken de mitrailleur-geweren knet-1 terden, gesteund door de mitrailleuses en ddf buiTimenwerpers van de loopgraven. Hondardl man waren voldoende om dat) lawaai te antketoll nen, die lucht met rook en vlammen te vullen on I den bodem tot tweehonderd meter voor rioh uit| om te woelen. Vroeger zouden eg daarvoor vijfmaal mees noodig geweest rijn- Dat staat vaet- Maar dd« 1 honderd manschappen moeten speciaal gril schoold rijn. Een granaatwerper moet, om rijnl projectielen steeds verder te kunnen slinaerenij rioh zorgvuldig oefenen. Het juiste gebruik! van de moderne wapenen, de mitrailleur-gowelj ren, de kanonnen met) samengeperste lucht, inj ingewikkeld. Ex wordt een langdurige oploi j ding en veel praotük voor vereieoht. En wa neer zou de soldaat rich die onmisbare geil oefendheid eigen maken, als hü daaraan nie>i| rijn rusttijd achter het front beeteeddel DE STAND VAN DEN OOGST IN ENGELAND. Naar wij in de „Times"' van 19 Juli lezen:! blijkt uit het oogstrapport van het Engefacbt] ministerie van Landbouw omtrent den etannJ der gewassen op den len Juli, dat het wamw] weder en de regen de vooruitzichten op d meeste plaatsen hadden verbeterd. De ataart,I van de tarwe was beter geworden, maar b| büma alle districten waren dunne en kaki plekken, zoodat de opbrengst verwacht wer- l beneden het gemiddelde te blijven. De ataniill van de gerst was de beste van alle gewasaeril hoewel ook van de opbrengst van deze graanj soort niet verwacht werd, dat rii het gemicif dolde zou halen. De stand van de haver wall Episode uit den Frauach-Engelachen oorlog in de XIVe eeuw. 38) Ja of iri een ander, antwoordde de oude Bti uikroover, .want hoe dom hij ook was, hij begreep er nu geen staatkundige meening op na te mogen houden. Eu nu gaat gij ons eens vertellen, zeide Robert de Brécé, hoe gij met Oouleuvre uit de gevangenis van den heer van Villers zyt ontsnapt; want daar- zijt ge geweest, nalat gij getracht hebt des nachts het kasteel te overrompelen aan het hoofd van een honderd tal bandieten. Ook zijt ge er, met een der tig van uwe makkers, bijna verdronken. De bagon de Traci heeft u zeker vrij ge laten? Ja, antwoordde Thierry-Beer heel on- hooziel, want hij was als verpletterd, toen "ij de waarheid hoorde vertellen. Waarom hebt gij dan zooeven gelogen? Ja, men verbloemt de waarheid zoo veel mogelijk, als zij slechts dienen kan om de galg te verdienen. Gij ziet, wij weten alles; wanneer ge nü niet wilt blijven hangen in dien boom, dan Ir erüel ons alles wat er gebeui-d is. r— iWelnu dan, de baron heeft ons werkelijk vrijgelaten, i lOp welke voorwaarde? Dat de kapitein en ik mannen van onze oude bende zouden aanwerven, om met de Engelschen en Jan van Montfoort tegen don koning van Frankrijk te strijden. Jawel; maar dat kan niet de ooi-zaak zijn waarom Oouleuvre zich van u heeft willen ontdoen. Daar moet nog iets .anders zijn. Het, is mogelijk, antwoordde de ban diet, die nog niet de waarheid scheen te willen zeggen. En wat is dat dan? Dat zal liet geheim zijn van Oouleuvre. Gij liegt wederom, Oouleuvre zou zich niet van u hebben ontdaan, als gij niet bei den een geheim hadt dat hij alleen .wienscht tie bezitten. Als Ik dan toch alltts moet bekennen wij moesten aan de bevelhebbers van het Engiélsche leger, dat bij' Avranches ligt, gaan miededeelen, dat de heeren van Villers en liar court, hen binnen korten tijd met zee honderd krijgers zouden versterken om hen naar den graaf van Montfoort te leiden. Wij zouden voor die boodschap tien goudstukken krijgen om te deelen. Robert de Bréoé beval nu den bandiet te bevrijden. Deze liet zich, stijf als hij in den nacht was geworden, met veel moeite uit den dik ken boom glijden. Kent ge mij nu, vroeg Robert, terwijl hij zijn vizier opende. Ik zou verdienen hier onder den boom vermorzeld te worden, als ik dien edelen rid der niet herkende, die mij uit het water gered heeft, hoewel ik mij van hem, tegen alle oorlogsrecht in had willen meester maken. Fifnk, ge aijt dankbaarder dan ik had gedacht..... Luister nu; ik zal u do vijf goudstukken geven en nog eens het leven schenken, als gij het voortaan geheel wflt gebruiken in mijn dienst en in dien van den koning van Frank- rü.k, .Vpigaarntsjfc dank u. Mijd Woed behoort u nu tot dsen laatsten druppel Overi gens heb ik eene goede leiding noodig, en ik zal wel verbeteren als eon edelmoedige dappere ri'dder mij aanvoert. Gij hebt ook een paard, meen ik? Ja, een prachtig beest, een geschenk van den heer van Villers. De oude bandiet drong in 'fc kreupelhout door en kwam na eenige oogenbiikken terug, m|et een prachtig ros, van afmeting in over eenstemming -met hem, die het moest be rijden. De reus sprong, licht ufc een page te paard. Denkt ge, dat wij op dien ellendigen zwerver kunnen vertrouwen? vroeg Thomas zacht aan zijn jongen meester. Ik geloof het wel. In leder geval hou den wij hem aan de punt van onze lans. Onze reizigers zetten den tocht verder voort. Tegen den avond bereikten zij Mor- tain, waar zij konden overnachten. Ongestoord zou echter de nacht niet voor bijgaan, Tegen den morgen dreunden de galmen de slagen der noodklok door de stad en ren den gewapende» lieden door de straten, de burgers wekkend met hun roepen i Ta wapen1 Te wapen' IV. Ta wapen. De Engelsoheu. Deze woorden, hét eerst geroepen doo l de nachtwakers, vervolgens herhaald dog») de burgerwacht en de schepenen, ontsnap! ten weldra aan aller borst, ta midden eeiu beweging en verwarring, die elk oogcubli toenamen. De deuren en de vensters we: den gevuld met verschrikte mannen en vrorl wen en kinderen, die liohten in de h&n I hielden en elkander ondervroegen over c bijzonderheden van het hen dreigend ong-il luk, en de maatregelen die moesten wo l den genomen. De Engelschen hebben rioh te Avj-a>T olies ontscheept, antwoordden zij, die h( gewekt hadden. De ondervragingen, de kreten van wanhot I en van woede, werden onderbroken door dc I metalen toon van de alarmklok, die hare si'! gen somber galmend door het luchtruim joef Elk oogenblK werden de straten met mei gewapenden gevuld, die zich naar de don hunne bevelhebbers, aangewezen punten h l gaven. (W mét rerrolad.) m nm. emir

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 5