Vervoerverbod Roggebloem. DE DAG Onze Verzekering tegen Ongelukken. VEEMARKT WAT DE PERS ZEGT BUITENLAND feuilleton OPRUIMING P. W. TWEEHUIJSEN, BERTRANDDU GUESCLIN ftlNSDAB 31 JULI 1317 42STE JAARGANG No. 340O 1 i K I7!FT' Door cl&ze berichten wii, dat van Woensdag 1 Augustus af do verzekering opnieuw wordt ingevoerd, evenwei met d© volgende verandering ün de voorwaarden van uitkeering: 600 gulden bij levenslange ongeschiktheid. ,400 gulden bij overlijden. 1200 gulden bij verlies van een hand, voet or oog. 100 gulden bij verlies van een duim. 60 gulden bij verlies van een wijsvinger. 15 gulden bij verlies van eiken anderen vinger. 35 <juldeit bij breuk van bovert Onder- 7 ©n Urm «IK breuk van boven onderbeen. Uitdrukkelijk wordt evenwel hierbij vermeld, clat deze polis, zoodra daarop een. bedrag van 500 betaald ie, wordt ingetrokken en dat de verzekering van den belanghebbende daardoor Vervalt. De overige voorwaarden der verzekering blijven ongewijzigd- OPENBAAR SLACHTHUIS HAARLEM. Vanaï Woensdag Augustus, wordt eiken Woensdag en Maandag des morgens van 7 tot 12 uur aan het OPENEAAR SLACHTHUIS VEEMARKT gehouden. De veemarkt op de Oude Groenmarkt is opgehev en De Gemeentebesturen van HAARLEM, BLOE- MENDAAL, HEEMSTEDE, BENNEBROEK, HAARLEMMERLIEDE, SPAARNDAM en SCHOTEN maken bekend, dat door den Minister Van Landbouw enz. den 30en Juli 1917 het navolgende is bepaald: De aflevering en daarmede verband houdend rervoer van roggebloem anders dan ingevolge algemeene of bijzondere machtiging van het Centraal Broodkanloor is verboden. 2721 D© tegenstand der Russen in het door de Dentralen bedreigde gebied neemt toe. Lloyd George* heeft een verklaring afge legd voor .vertegenwoordigers van de pers, Waarin hij de verzekering gaf dat het ver trouwen in Frankrijk op de eindoverwinning der geallieerden, ongeschokt is g bleven. Een Duitsche onderzeeër heeft in het Ka- naai een Engelschen kruiser van de Diadera- klasse getorpedeerd, 'MINr:VL~?N; VOOR MIJNWERKERS. In het „Katholiek' Sociaal Weekblad" geeft prof. mr. Aalberse een overzicht van de ge schiedenis van het wettelijk minimum-loon in de Engelsehe mijnnijverheid. Nadat (ia 1912) de regee'ring had getracht de mijneigenaars en hun arbeiders, die tot Staking waren overgegaan, tot overeenstem ming te brengen, besloot zij aan Jiet Parle ment een wetgevende beslissing te vragen, met het doel aan de mijnwerkers een rede lijk minimum-loon toe te kennen en tevens aan de mijneigenaars behoorlijke waarborgen te geven. -De werkwijze door deze wet voorge schreven, kwam vrijwel overeen met die, welke men gewoonlijk bezigt, om tot een collectief arbeidscontract te komen. Het minimum-loon voor ieder district zou moe ten worden vastgesteld voor een districts- raad; en die zelfde districtsraad had de regels vast te stellen, waaraan de mijn werkers hadden te voldoen, om het mini mum-loon te verdienen. De raad had te beslissen, wanneer en hoe de mijnwerker zijn recht verbeurde op het minimum-loon. De bedoeling hiervan was, om aau den mijneigenaar een behoorlijken en regel- matigen arbeid te verzekeren. Voorkomen moest worden, dat hij een hooger loon zou moeten betalen aan onvoldoend en onregel matig werkende arbeiders, hooger dan hun arbeid waard was. De raad zou be staan uit vertegenwoordigers zoowel van de mijneigenaars als van de mijnwerkers, in gelijke verhouding. De voorzitter wordt door hen gekozen, of als ze 't niet eens kunnen worden, door den „Board' of'Trade" De raad heeft dus tot taak voor zijn district minimum-loonen vast te stellen en districts-regels uit te vaardigen. Mijneige naren en mijnwerkers dragen ieder hun voorstellen voor. (Worden ze 't eens,'dan is de zaak in orde, precies als bij een col lectief arbeidscontract. Maar worden ze 't niet eens, dan beslist feitelijk de voorzitter. Dus dan een soort van verplichte arbi trage. In 't Lagerhuis werd deze wet aange nomen met 213 tegen 38 stemmen, in het Hoogerhuis zonder stemming. Opmerkelijk is echter, dat de arbeidersafgevaardigden in het Lagerhuis al hun krachten inspan den, om 't wetsontwerp gewijzigd te krij gen waardoor één minimum-loon voor heel^ het land werd vastgesteld. De Regeering* was daartegen, omdat er een hardheid in lag voor minder krachtige of bekwame ar beiders, die dan natuurlijk zouden ontsla gen worden. Nadat de wet aangenomen was, wilden de radicaler elementen onder de mijnwer kers de staking nog voortzetten. Doch de leiders waren daartegen, en men ging weer van 't werk. Over de gevolgen der wet schrijft prof. Aalberse nog: De loons verhooging, welke de wet van 1912 voor de mijnwerkers tengevolge had, was niet bijzonder groot: ze varieerde tusschen 10 en 14 procent. Maar ook had er een algemeene loonstijging plaats, hooger, dan in de laatste 20 jaren, 1900 uitgezonderd, "had plaats geliad. In hoe verre dit een gevolg is van de werkzaam heid der districtraden, is moeilijk uit te maken. Misschien zou door de gewone wij ze van onderhandelen meer verkregen zijn geweest. Wie zal dat achteraf uitmaken? De districts-raden verzekeren denmijn arbeiders een zeker minimum-loon ten al len tijde. Maar de vastgestelde, minima zijn vrij laag, omdat de raden rekening hebben mosten houden met de slecht rendeerende en slecht gelegen mijnen. Feitelijk bepalen dus deze de algemeene minimum-loonen. Dit is dan ook de reden, waarom de ar beiders over de minimum-loonwet van 1912 niet zeer tevreden zijn. (Wat de principieele beoordeeling van d8 tT.ngel-che Miriinumloonwet aangaat, verwijst |trof. Aalberse naar een artikel van pater Noppel S. J. in de „Stimmen aus Maria- Laach" van 1912 in extenso in het K. S. (Wi. opgenomen en besluit: .Wat nu de principieele beoordeeling be treft van de Engelsehe Minimum-loonwet, zou ik willen wijzen naar het artikel van Pater Noppel S. J. in de „Stimmen aus Maria-Laach van 1912, in extenso opgeno men ook in 't „Katholiek Sociaal Week blad" van dat jaar. En vooral naar de slot beschouwingen (K. S. W. 1912, blz. 621 evg.) Ook hier zal de regel moeten zijn: de Staat ga niet verder dan noodzakelijk is, noodzakelijk ter bescherming van het recht, of noodzakelijk ten aanzien van het algemeen welzijn. Bescherming van het recht, dit zal vooral het geval zijn wanneer de Staat overgaat op directe of indirecte wijze mi- nimumloonen voor te schrijven voor de thuiswerkers. Bevordering van het algemeen welzijn, dat treedt op den voorgrond, wanneer de Staat, direct of indirect, minimum-loo nen voorschrijft voor personen in dienst van zoodanige takken van nijverheid of verkeer, waarin stagnatie zooveel maar eenigszins mogelijk is, moet worden voor komen. Maar men houde wel in het oog, dat hetzelfde argument dan ook tevens dienen kan, om aan te toonen, dat de Staat het recht, en in den regel dan ook den plicht heeft, om in die takken van nijverheid en verkeer staking en uitslui ting te verbieden. Maar met dit recht en dien plicht van den Staat loopt dan te vens parallel die andere plicht: dat hij door het treffen van regelingen, het geven van voorschriften en het in liet leven roepen van de noodige instellingen, ervoor te zorgen heeft, dat dan ook de rechten en belangen'van de betrokken personen behoorlijke behartiging vinden. HET GEBEURDE BLT PETTEN. Staatsraad Strliycken schrijft in ,VAN ON ZEN TIJD De Engelsehe marine heeft een grove inbreuk gemaakt op 'onze neutraliteit en territoriale zelfstandigheid, door in onze ter ritoriale zee Duitsche handelsschepen aan te houden en op te brengen en andere te beschieten en te doen stranden. Dat het 'is geschied uit ergernis, wijl onze kust zee bij' voortduring eene geschikte gele genheid biedt voor vervoer van Duitsche goéderen en naar Duitsche havenplaatsen, kan niet het minst tot verontschuldiging strekken, omdat dit vervoer rechtmatig is In den meest volstrek'ten zin van hét woord. Haast meer nog dan het gebeurde zelf, idat een gevolg kan zijd van ovérma'tigen dienstijver van een of ander marinecom mandant, hindert de houding dcor een deel der Engelsehe pers daartegenover aange nomen: met de diéjpste minachting spreekt men over onze rechten, Voor zoover deze aan de verwezenlijking van "het oorlogs doel der geallieerden, het volkomen iso lement van Duitschland, in den weg staan, ja, men ontziet zich zelfs niet, de rollen te verwisselen, en tegelijkertijd, waar men onze rechten met voeten treedt, de ver ontwaardigde partij te spelen, alsof Wij hiefc zouden zijn,die, door toe te laten, wat wij rechtens moeten 'toelaten, de rechten der Geallieerden zouden krenken. Men mag vertrouwen," dat de Engelsehe régeering beter inzicht za,l hebben. Voor wat 'dp rechtsgevolgen van het ge béurde betreft, onderscheid© men de vér houding tusschen ons land en "Duitschland anderzijds. Engeland is, naast verontschuldiging en bestraffing van de schuldigen, verplicht op onze vordering de opgebrachte 'Duit sche schepen vrij te laten en vergoeding toe te kennen voor de toegebrachte schade. Hieraan kan geen twijfel bestaan. De Duitsche regeering kan uiteraard van de onze verwachten, dat zij die vordering tegen de Engelsehe Regeering ^nstel'e, en het aware doe om rechtmatig© voldoening te verkrijgen. Zulks is dan ook reeds ge schied. Heeft zij ook ander© rechten? Heeft zij met name ook ©enige reoh'tstreéksch© ▼ordering te onzen opzichte? Neen, wanneer onze Regeering kan doen zien, waartoe zij zonder twijfel in staat is, dat zij hét hare heeft gedaan, om het gebeurde t© voorkomen. Voor hét gebeurde op zich zelf zijn Wij' niet aansprakelijk; een Staat is niet verantwoordelijk voor de schade, die vreemdelingen op "haar grondgebied, nog minder- in hare territoriale wateren ondervinden door onrechtmatige handelin gen van derden, tenzij hem het verwijt treft, dat hij niet de noodige waakzaam heid hóeft betracht, om ze to voorkom on. Een geordende kustwacht en regelmatig)© patrouille door onze marinevaart in pnze territoriale wateren, waarbij met den omvang onzer marine moet worden reke ning gehouden, is alles, wat do oorlogvoe renden van ons kunnen eischén. Zooals art. 25 van voornoemd Verdrag zegt: „Eene onzijdig© Mogendheid is gehouden het toe zicht uit te oefenen, dat binnen het bereik der middelen ligt, Waarover zij beschikt om in hare havens of reedon en m nar© wateren elke schending der voorgaande be palingen te beletten." Daardoor kan piet alle onrecht worden onmogelijk gemaakt, maar onze aansprakelijkheid is dan ge heel gedekt. De toestand is dus deze: "Wij1 zijn ver- pi ioht onze vordering tot vrijlating der Belie pen en vergoeding der schade "bij! de En gelsehe Regeering door te zetten: zou En geland onverhoopt weigeren, daaraan te voldoen, dan is hét aan onze Regeering te beslissen, wat zij1 verder wil doen. Duitschland moet dan te onzen opzicht© zich daarmede tevreden stellen; het kan rechtstreeks van ons land geen schadever goeding vorderen nóch ook van ons eisèken, dat wij tegenover Engeland andere midde len zuilen gebruiken dan onze Regeering, alle omstandigheden in aanmerking geno men, dienstig acht tot herstel onzer reoh- ten. WERELDBRAND' VAN HET RUSSISCHE FRONT - UIT HET WESTEN EEN VERKLARING VAN LL0YD GEORGE DE PERS OVER DE VERKLA RINGEN VAN MICHAELIS EN CZERNIN. Hoewel, de Russen nog immer op verschil lende punten van het front hun stellingen voor den opdringenden vijand moesten ont ruimen, schijnt het toch dat de toestand zich daar in zeker opzicht ten gunst© van de geallieerden begint t© wijzigen en te her stellen. De Russen bieden nu meer en meer te genstand, zoodat de verwachting niet onge grond is, dat de centraien hun zegerijken tocht weldra zullen moeten opgeven. Als het belangrijkste feit meldt het Oos- fenrijksche stafbericht de forceering van de Zbrucz; maar dat dit succes bereikt zou zijn, wordt door de Russen voor zoover het het terrein ten Zuiden van Huziatyn be treft, even pertinent tegengesproken. Overigens werden in andere sectoren wel vorderingen gemaakt, waardoor de D'uit- schers de Russische grens overtrokken, al ook in de streek van Kuty, ten N.O. waar van de Duitschers den rechteroever van de Czeremosz bereikten. Ook tusschen de Pruth en de Dnjiester kwamen de centraien nog verder vooruit. De westelijk© grens van de Boekowina werd zelfs al weer overschreden. Volgens de erkenning van de Russen trok ken de Russische troepen ook in d© Kar- pathen ten Oosten van d© steden Tomnatik en Cajeul onder den druk van den vijand in de streek van Sipot en Comerul aan de Moldava terug. Hier gaat de opmarsoh der centraien in de naar. het Oosten en Z.O. loopende dalen van de boven-Sereth, de Suczawa en de Mol dava. De hoogten bij Delnito, ten tWesten van de Fundul Moldavi, zijn bereikt. Blijken de Russen thans weer meer tegen stand te bieden waar de Duitschers en Oos tenrijkers vooral hun opmarsch trachtten voort te zetten, hiertegenover staat, dat het offensief der Russisch-Roemeensche troepen door den tegenstand der Oostenrijkers thans niet veel succes meer opleverde. De Duitsche Keizer heeft enkele dagen geleden het veroverde Tarnopol bezocht en is Zondag in het noorden van het Russi sche front bij zijn troepen op bezoek ge weest, waar hij van Mitau in een motorboot langs de Aa naar het front is gevaren en de troepen in het vak van Riga heeft be zocht. Oost-Galicië, vertelt Wolff, is thans zoo goed als bevrijd. De Russen houden stand ten Oosten van de grensrivier Zbrucz, die de vervolgers in een breed fronthebben bereikt en op verschei dene plaatsen reeds over zijn. Bij Turylcze buigt het langs de rivier noord-zuid loopende front naar het Z.W. af, loopt over Kortlowka—Grodek Kissileu (ten Z.W. van Zaleszczyki)—Stecewa en het gebied van de Czeremosz in een groote bocht om Czemowicz heen. In dit gebied zetten de Russen er alles op om een dreigende omsin geling te ontgaan. Zij werpen er hun beste troe pen, hun ten doode gewijde bataljons en de pas gevormde revolutionaire bataljons in het vuur. Om de beboschte heuvels tusschen Zbrucz en Dnjiester, tusschen Dnjiester en Pruth en aan weerszijden van de Czeremosz wordt verwoed gestreden. Overeenkomend met het bericht uit Oostburg aan de grens, dat de kanonnade in Vlaanderen was opgehouden, meldt het Berlijnsche Wolff- bureau, dat de artillerie-slag in Vlaanderen, waar de wederzijdsehe artillerie vecht om de bovenhand te krijgen, vóór de infanterie in het spel komt, ook Zondag met de grootste heftig heid voortwoedde. Echter het avondbericht gaf toe ,dat de bedrijvigheid der vijandelijke artille rie geringer was geworden. De voorste stellingen zijn ten deele in trechter- velden herschapen. De batterijstellingen liggen midden in de kuilen, waar projectielen insloegen. Op de wegen, paden, die naar het front leiden en schuilplaatsen ligt tol diep In het achterland dag en nacht een zwaar vuur. Aan het lange front van de kust af tot Rijsel toe beginnen zich langzaam de brandpunten af te teekenen voor den infanteriestrijd, die in de naaste toekomst te wachten Is. De Engelschen „roffelden" bizonder heftig tusschen Het Sas en Wieltje. Alle plaatselijke aanvallen, die de Engelschen echter 29 dezer 's avonas en den 30sten hier uitvoerden, mislukten onder zware verliezen. Evenzoo was aan de kust de artillerlestrijd bizonder heftig. De Engelschen trachten bier dag aan dag opnieuw de brug over de Yser en het kanaal van Nieuwpoort te herstellen, die het Duitsche vuur telkens weer vernielde. Aan het overige deel van het westelijk front artillerie- en patroeljestrijd bij Hulluch, Lens en St. Quentin. Tot een infanterie-actie van eenige beteekenis blijkt het nog niet te zijn gekomen. Ook op het Fransche front heeft nog geen wijziging in den toestand plaats gegrepen, wel probeerden de Franschen aan de Aisne enkele malen een aanval te ondernemen, doch deze wer den dan telkens nog in het Duitsche vuur gestuit. Na de verklaringen van Michaelis en Czernln aan persvertegenwoordigers heeft Lloyd George nu ook de parlements-verslaggevers der bladen toegesproken met betrekking tot den oorlogstoe stand. Zijn toespraak stond echter in geen enkel verband met de hiervoren genoemde verklarin gen. Hij zeideIk kom zoo juist uit Parijs, en ik ben olij u te Kunnen zeggen, dat de geest in tegen zeei* lage prijzen Barteljorisstraat 27. TEL. 1770 Frankrijk beter is, dan ik hem ooit gekend heb. Dit is zeer opmerkenswaardig op het eind van het derde oorlogsjaar, hetgeen voor Frankrijk nog vrij wat meer beteekent dan voor ons, daar dat land vreeselijk geleden heeft, en de vijand nog een gedeelte ervan bezet houdt. De groote nederlaag der Russische wapen er. had misschien een gevoel van ontmoediging Ali nea teweeg brengen. In Frankrijk is men even geestdriftig en vastbesloten gebleven. Ik meende, dat het u aangenaam zou zijn re vernemen, hoe men in Frankrijk denkt en voelt, immers voor een groot deel hangt het van de Franschen af, of wij een gelukkig einde kunnen bereiken. Thans zullen wij schouder aan schou der met hen in staat zijn de moeilijkheden met Rusland te boven te komen. Wij hebben onder- tusschen berichten ontvangen die er op wijzen, dat Rusland zich zal herstellen en meer geducht worden dan ooit. ITALIË. EEN KARDINAAL OVER DE SCHOOLKWESTIE IN ITALIË. De „Oeservatare Romano" publiceert oei schrijven van kardinaal Francia-Nava di Bon tife, aartsbfiasobop van Ca,tenia, aan den presi dent van de Katholieke Voilksvcreeniginir in Italië, graaf della Torre, over de schoolkwestie. De kardinaal sohrijft het steods meer onder het jongere geslacht zich openbarende onge loof en zedenbederf in Italië, het gebrek aan karaktervolle mannen onder de Katholieke lee- ken, toe aan het onderwijs-monopolie van don Staat. De kardanaal beschouwt de kwestie der vrij heid van onderwijs als het hoofdpro-leem van de Katholieke actie in Italië wensclit het bestuur der volksvereen/i,ging er geluk mee, dat, het dit erkend heeft en dienovereenkomstig wil handelen. ROME. HET PROCES VAN ZALIGVERKLARING VAN DON BQSOO. Den 34 Juli was het tien jaren geleden, dat' Paus Pius X eigenhandig het decreet onderite- I kende, waardoor het proces der zaligverklaring van Don -Bosco werd ingeleid. Dezer dagen is in de Aartsbisschoppelijke ourie te Turijn het zoogenaamd Apostolisch proces geëindigd. De stukken zullen binnen kort bij do Congregatie der Riten te Rome worden ingediend. RUSLAND. EEN ONTZETTEND SPOORWEG ONGELUK. De „Neue Züroher Nachrichten" verneemt uit Kieff, dait de machinist van een Ruc?i>cbcn Roodo-Kruistrain. die van het front kwam, dicht bij het station Polomoje, gouvernement Woihynië, plotseling krankzinnig is gew-ordt ji. Met' den gloeienden vuurbaak sloeg lui den stoker van de machine, waarna hij deze tot da grootste snelheid aanzette. Even voorbij hot station liep de trein op een militairen trein- De botsing was ontzettend. De beide reinen vlogen de rails uit. Meer dan 250 soldaten werden go- dood en het aantal gewonden was ontzaglijk, daar er zqo goed als geen een militair on ge deerd bleef. VERSPREIDE^BERICHTEN VREDESPROPAGANDA IN FRANRKTJK. Naar aanleiding van een hevigen aanval door ólemenoeau, in een der jongste senaais- zlttingen gedaan op Malvy, den Fransehen minister van binnenlandsche zaken (aan wien Clemenceau de slappe bestrijding van het pacifisme verweet) bespreken de Fran sche bladen den omvang van de vredes- propaganda in Frankrijk. „Er bestaat bij ons", schrijft ex-minister f Pichon in het „Petit Journal'' een verschrik kelijk uitgebreide propaganda voor den vrede, die met hoogverraad gelijk staat. Do anarchistische agitatoren hooren niet alleen tot de werklieden, maar ook tot de politieke en financieele wereld der bourgeoisie. On vermoeid werken zij voort. Door woord en schrift en druk pogen zü aan bet front mui- terij en desertie t© prediken, prikkelen de i ontevredenheid der door den oorlog zwaar beproefden en doen zoo of men onmiddellijk 1 een voor Frankrijk eervollen vrede krijgen kan, stellen regeering en parlement voor de -' voortzetting van den oorlog verantwoorde lijk, ja, gaan zoo ver Frankrijk en Engeland als de hoofdschuldigen voor dezen oorlog t© veroordeelen. Capus 6ehrijft in een hoofdartikel in de Episode uit den Fransch-Engelselien oorlog in de XIV© eeuw. 42) Kunt ge mij dat geheim toevertrou wen? Niet geheel en al en ook niet heden morgen zal ik u de helft er van toevertrou wen; en dan hebt ge nog al den tijd mij te doen dooden. iVerhoor hem, lieve Robert, ze:do do kleine Matheline smeekendl- Het zij zoo.men houde dezen man in bewaring. De cipier verwijderde zich met den zon derlingen reisgezel van meester Malicorne. Gij kunt ons dus verzekeren, zeide Robert tot den koopmajn, dat de Engelschen, aangevoerd door den hertog van Lancaster zijn teruggeslagen? Ja, messire, en, zooals men zdd© wil len zij nu landen op de kust van Bretagne gm zekerder Rennes te bereiken. Spreekt gij1 waarheid? Ja, messire, ik zou in tegenwoord:gheid van. jonkvrouw Mathei ine, aan wie ik het leven verschuldigd ben niet durven liegen. Goed; dan zijt gij vrij on gij kunt zelfs met ons medercizen naar Bretagne; onzo diensten zijn hier toch overbodig ©n de we gén zijn niet veilig. Tiet gezicht van- meester Malioorne helderde op van dankbaarheid bij deze woorden. Het nieuws van de nederlaag der Engtel- schen, door den koopman- aangebracht en bevestigd, veranderde plotseling de houding der burgers van Montain. Daar heerschto geen angst, geen wanhoop, geen droefheid naee'r; opgeruimd en uitgelaten keerden zo naar (hunne huizen terug, na, eerst een feest maal te hebben gehouden, waaraan Robert de Brócé, Guy de Eon te nel ie en de kleine Mathie- lin-e natuurlijk de hoofdpersonen waren. Tegen Iden morgen wilde Robert zich met zijn© reisgezellen op weg begeven toen hij aan (den dokter en diens geheim dacht Hij liet den cipier ontbieden, maar men herinnerde Zich, niet zonder groote verwonde ring, (dat hij' sedert de inhechtenisaeurng van den geneesheer niet meer wias gezien. Men ondervroeg de krijgers di© hem bege leid hadden, maar deze antwoordden, dat zij hem met zijn© gevangen© in een kerker hadden alleen gelaten. Robert liet zich er heen leiden, gevolgd door de schepenen. D© -verschillende deuren van de gevan genis waren geopend gebleven. Zij traden binnen... een vreeselijk onverdacht geheim zinnig schouwspel zagen ze daar. In oen hoek van de kerker lag hét lijk van den ongelukkigen cipier; zijn gelaat was bebloed', zwart alsof het verbrand was, en een groot rond gat was midden in zijn voor hoofd. D© gevangene was verdwenen. Geen der aanwezige lieden herinnerde zich ooit zulk ©ene wonde gezien te hebben. Het was niet de dolk, noch de knots, noch de boog of degen, noch de bijl, die zulk een won de kon toebrengen. En zeker niet konden deze wapenen het aangezicht verbranden, waarop men vele zwarte puntjes zag. De duivel kam slechte zoo een dui vel dooden, zoide een der schepenen vol angst Deukt gijf, vroeg Robert; men moét anders niet te spoedig aan een bovennatuur lijke tiusschenkomsi geloovm. iOh, messire, ik zou er o(p kunnen zwie ren. Zie eens, hij) is neergevallen, zonder zelfs eejne beweging te maken; de linkerhand zit nog in zijn gordel. Gelukkig, dat wij hom niet hebben wil len dooden, hernam een ander. Dan had hij ons wellicht evenzoo behandeld. Ik geloof ook dat hij' sleohts daarop wachtte; immers hij verontrustte zich geenszins om al onze bedreigingen. Korten tijd latei* waren Robert en Guy d© Fonteneile, de jonge Matholime, de koop man en de zeven krijgers van Robert, op weg naar Rennes. Zij! Waren geheel vervuld over het geheimzinnige voorval. Meester Mi- licorné vooral vond het eene ontzettend© ge dacht© een tijd met den duiVol gereisd te heb ben. Robert de Brécó> die niet zoo beangstigd was, had Let voorval vergeten, en dacht slacute aan zijne bruid, Philiberta. Hij zocht een middel om haar terug te zien, zonder zich echter te ontveinzen, dat het Verraad van dien baron van Villers een afgrond had gesteld tusschlen hem en Philiberta. Guy 'd|e Fomfenell© en Matheline, die sleohts éen öogenblik in hunne kinderlijke liefde Warén gestoord door het gebeurde in den nacht, rieden naast elkander, zonder de leng- té van den weg te bespeuren. Dé laateto soldaat vam den heiligen Lode- wijk, Thomas dé Kruisvaarder, scheen ver zonken in een somber gepeins, terwijl hij sléchte nu en dan een blik vol genegenheid1 wierp op zijne jonge meesters. Robért was meester Malicorne genaderd j want -hij' daoht dat deze hem wellicht goede J inlichtingen kon geven omtrent het kastee] dér gravin van Montfoort, aan welke do baret van 'Villers zeker zijne dochter had toever trouwd. Meester Malicorne, zeide hij', gij' waaxb" in dé nabijheid van Rennes en moet dus wel weten waar de gravin Johanna van Mont j, foort zich teruggetrokken heeft sedert ch jl graaf oproervaan heeft opgeheven en zial' openlijk ttegen Karei van Biois heeft ver', klaard. j j, (Wordt vervolgd., WIFI1WF HMRLEMSCHE COURANT I 2701

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 1