Gemeente Gasbedrijf DE DAG O F R U 111 IN G P. W. TWEEHUIJSEN, BERTRAND du guescun A De Vredesvoorstellen des Pausen. FEUILLETON vrijdag i? augustus sei? 42STE JAARGANG No. 1395 S HAARLEM. COKESBONS. De aandacht van het cokesverbruikend pu bliek wordt gevestigd op de omstandigheid, dat alle bons voor cokes, afgegeven door het Braudstoffenhureau, onverschillig hoe ge nummerd, zoowel bij de brandstoffenhande- Iaars, wier nummers daarop vermeld staan, als bij het Gemeente-Gasbedrijf tegen de daarop genoemde cokeshoeveelheden inwis selbaar zijn. Het Gemeente-Gasbedrijf blijft mitsdien, soonls voorheen, direct aan de cokes verbrui kers lev eren. 3126 De Directeur, J. A. A. OOHTM kN. 1 1 'AU "i1 -J ixlj:" - Het schorsingsbesluit van het „Eindho- vensch Dagblad" is opgeheven. Hedenavond zal het blad weer verschijnen. DE TEKST VAN HET AANBOD. De tekst van het bemiddelingsaanbod van Z. H. Paus Benedictus XV luidt, blijkens een particulier telegram uit Rome aan „De Maas bode" Aan de hooiden der oorlogvoerende volkeren! Sinds het begin van ons Pontificaat hebben wij ons te midden van de verschrikkingen, van dezen vreeselijken oorlog, die over Europa is ontketend, drie dingen voorgenomen: Een volstrekte onpartijdigheid te bewaren ten opzichte van alle oorlogvoerenden, gelijk het past aan hem, die de gemeenschappelijke vader is en die al zijn kinderen met gelijke toegenegen heid liefheeft. Verder ons voortdurend te beijveren om aan allen het meest mogelijke goed te doen en dit zon der uitzondering van persoon, zonder onder scheid van nationaliteit of godsdienst, gelijk dit ons wordt voorgeschreven zoowel door de alge- meene wet der liefdadigheid als door de ver heven geestelijke taak ons door Christus toever trouwd. En ten slotte, gelijik onze vredelievende zen ding het insgelijks vereischt, niets na te laten, voor zoover het in onze macht was, van dat gene, wat zou kunnen bijdragen om het einde van deze ramp te verhaasten door te pogen de volkeren en hun hoofden te brengen tot meer gematigde besluiten bij de beraadslagingen over den vrede, een rechtvaardigen en duurzamen vrede. Al wie gedurende deze drie smartelijke jaren, die nu vervlogen zijn, ons werk heeft gevolgd, heeft gemakkelijk kunnen erkennen, dat, zoo wij altijd getrouw gebleven zijn aan ons besluit van absolute onpartijdigheid en aan onze actie van weldadigheid, wij evenmin hebben opgehouden de volkeren en de regeeringen der oorlogvoe renden te vermanen weer broeders te worden; ofschoon er geen openbaarheid gegeven is aan alles, wat wij gedaan hebben om dit hoog edel doel te bereiken. Tegen het einde van het eerste oorlogsjaar hebben wij tot de strijdende naties de levendigste vermaningen gericht en bovendien den te volgen weg aangegeven om tot een standvastigen en voor allen eervollen vrede te komen. Helaas, onze oproep werd niet gehoord en de oorlog werd met hardnekkigheid nog twee jaren voortgezet met al zijn verschrikkingen. Hij is zelfs nog wreeder geworden en breidde zich uit te land, ter zee, ja, tot in de lucht en men zag over onverdedigde plaatsen, over vredige dorpen en hun onschuf dige bevolkingen droefheid en dood nederkomen. En thans kan niemand zich indenken, hoe het lijden zich zou vermenigvuldigen en zou verer geren, wanneer nog weer maanden of erger nog wanneer nieuwe jaren zich zouden komen voegen bij dit bloedig triennaat. Zou de beschaafde wereld dan niets meer moeten worden dan een veld des doods? En Europa, zoo roemrijk en zoo bloeiend, zal het dan als worden meegesleept door een alge- meene verdwazing om te ijlen naar den afgrond» om de hand te leenen tot zijn eigen zelfmoord? Bij zulk een beangstigenden toestand en tegen over een zoo ernstige bedreiging zenden wij, die geen enkel bijzonder politiek oogmerk hebben en die naar de verlangens of belangen van geen der oorlogvoerende partijen luisteren, maar alleen gedreven worden door het gevoel van onzen ver heven plicht als gemeenschappelijk vader der geloovigen gehoor gevend aan de smeekingen onzer kinderen, die onze tusschenkomst en onze vredelievende roepstem inroepen, gehoor gevend aan de stem der menschelijkheid zelf en aan de rede opnieuw een kreet des vredes de wereld in en wij hernieuwen onzen dringenden oproep aan diegenen, welke het lot der naties in hun hand hebben. Maar, om ons niet meer te bepalen tot aige- meene termen, gelijk de omstandigheden ons dit wenschelijk deden voorkomen in het verleden, willen wij thans overgaan tot voorstellen, tot meêr concrete en practische voorstellen, en de regeeringen der oorlogvoerende volkeren uiinoo- digen overleg te plegen over de volgende punten, die de grondslagen schijnen te moeten vormen voor een rechtvaardigen en duurzamen vrede, terwijl wij aan haar de zorg overlaten die punten te preciseeren en aan te vullen. Op de allereerste plaats moet het fundamen- teele punt zijn, dat in plaats van de materiëele macht der wapenen de moreele macht van het recht worde gesteld. Daaruit vloeit voort een rechtvaardige overeenkomst van allen ter gelijktijdige en wederkeerige vermindering der bewapening naar de regelen en de waarborgen, naar de maté van noodzakelijkheid en voldoend heid vast te stellen voor de handhaving der apenbare orde in iederen staat. Vervolgens moet in plaats van de legers het instituut van arbi trage gesteld worden met zijn hooge vredelie vende werkzaamheid volgens overeen te komen vormen en vast te stellen bepalingen tegen iederen staat, die zou weigeren internationale kwesties te onderwerpen aan arbitrage, of wel de beslis sing daarvan te aanvaarden. Wanneer eenmaal de suprematie van het recht aldus is vastgesteld, dat men dan eiken hinder paal voor het"verkeer der volkeren wegneme door met vast te stellen regelen insgelijks de ware vrijheid en gemeenschappelijkheid der zeeën te verzekeren, wat eenerzijds talrijke oorzaken van conflict zou uitsluiten en anderzijds voor allen nieuwe bronnen van welvaart en vooruitgang zou openen. Wat de te herstellen schade en de oorlogskos ten betreft, zien wij geen ander middel om de kwestie op te lossen, dan als algemeen beginsel te stellen een algeheele en wederkeerige coör dinatie, die overigens gerechtvaardigd is door de uitgebreide voordeelen, uit de ontwapening te trekken en dit te meer, opdat men niet zou voortgaan met een dergelijke slachting, alleen om redenen van economischen aard. Voor zekere gevallen echter bestaan bijzondere redenen om ze met rechtvaardigheid en billijkheid te wikken en te wegen. Maar deze vredelievende overeenkomsten me de geweldige voordeelen, die er uit voortvloeien, zijn niet mogelijk zonder wederkeerige terug gave der thans bezette gebieden. Bijgevolg van Duitsche zijde algeheele ontrui ming van België met waarborging van zijn vol ledige, politieke, militaire en economische onaf hankelijkheid tegenover welke mogendheid ook Insgelijks ontruiming van het Fransche grond gebied. Van den kant der andere oorlogvoerende par tijen een zelfde teruggave der Duitsche koloniën. Wat betreft de territoriale kwesties, zooals bijvoorbeeld die, welke gerezen zijn tusschen Italië en Oostenrijk en tusschen Duitschland en Frankrijk, is er reden om te hopen, onder over weging van de geweldige voordeelen van een duurzamen vrede met ontwapening, dat de par tijen, bij het conflict betrokken, die kwesties zul len willen onderzoeken met verzoeningsgezinde geneigdheid, rekening houdend naar de mate van net rechtvaardige en mogelijke, gelijk wij dat eertijds reeds hebben gezegd, met de aspiraties der volkeren, terwijl de bijzondere belangen ondergeschikt gemaakt worden aan het algemeen welzijn der groote menschelijke gemeenschap. Dezelfde geest van billijkheid zal het onder zoek der andere territoriale en politieke kwesties moeten leiden en vooral die betreffende Armenië, de Balkanstaten en de gebieden, welke deel uit maken van het vroegere Koninkrijk Polen, met welk land, in het bijzonder zijn edele historische tradities en het lijden, speciaal in den tegen- woordigen oorlog ondergaan, de sympathieën der naties zich op rechtvaardige wijze moeten doen verzoenen. Dit zijn de voornaamste grondslagen, waarop wij gelooven, dat de toekomstige reorganisatie der volkeren moet steunen. Zij zijn van dien aard, dat de terugkeer van dergelijke conflicten onmo gelijk wordt gemaakt en dat een oplossing wordt voorbereid van de economische kwestie, zoo be langrijk voor de toekomst en het materieel wel zijn van alle oorlogvoerende staten. U die grondslagen voorstellend, u, die in dit tragisch uur het lot der oorlogvoerende naties leidt, zijn wij bezield met de zoete hoop, dat wij ze zullen zien aanvaard en dat wij aldus zoo spoedig mogelijk de vreeselijke worsteling zullen zien beëindigen, die meer en meer een nuttelooze slachting schijnt. Iedereen erkent van anderen kant, dat aan beifle zijden de wapeneer onaangetast is. Leent dus het oor aan onze bede, ontvangt de vaderlijke uilnoodiging, die wij tot u richten in naam van den goddelijken Verlosser, den Vorst des Vredes. Denkt na over uw ernstige verantwoordelijk heid voor God en voor de menschen. Van uwe besluiten hangen af de rust en de vreugde van talrijke families, het leven van dui zenden jongelieden, het geluk in één woord der volkeren, tegenover wie gij den absoluten plicht hebt, hun deze weldaden te verschaffen. Dat de Heer u besluiten ingeve, overeenkomstig aan Zijn allerheiligsten wil. Geve de Hemel, dat gij, de goedkeuring ver dienend van" uw tijdgenooten, u ook bij de toe komstige geslachten den. schoonen naam ver zekert van vredestichters. Wij voor ons, nauw vereenigd in het gebed en in de boete met alle geloovige zielen, die naar den vrede smachten, smeeken voor u van den H. Geest af licht en raad. Van het Vaticaan, 1 Aug. 1917. Zorgvuldige doorlezing van dezeil tekst ver sterkt ons in de gisteren uitgesproken meening. dat deze voorstellen op de eerste plaats ten doei hebben een antwoord der oor logvoerende mogendheden uit te lokken. De voorstellen zijn op eenige punten zéér scherp omlijnd. Zoo ten opzichte van België. Andere punten echter worden voorzichtiglijk in meer algemeene termen aangeraakt, zooals de kwesties van Elzas-Lotharingen, Trente, Polenp den Balkan en Armenië. Dit is blijkbaar geschiec met de bedoeling geen der oorlogvoerende par tijen aanleiding te geven tot een plompe af wij zing zonder meer. De ontvangst der voorstel len in de Europeesche pers is bevredigend. Een oppervlakkige beschouwing lijkt een ander oordeel te rechtvaardigen. Er zijn vrij vele bladen, die een afwijzende houding aannemen. Waarschijnlijk zelfs de meer derheid, vooral in Engeland. Maar het geldt hier te oordeelen niet slechts naar de h o e v ee e 1 heid, doch ook naar de hoedanigheid der bladen. En dan mag men zéér tevreden zijn De Fransche pers sprak zich nog niec uit, In Engeland nemen de jingoïstisch getinte organen, zooals de „Time s", de „Daily M a i 1", de „Morning Post" e. d. een welhaast vijandige houding -aan. Maar reeds bi de „D a i 1 y Telegraph" is het andersde „Daily News" is vriendelijk gestemd en het eigenlijke regeeringsblad de „W e s t m i n s t e r Gazette" bevat een merkwaardig bezonken en juist afgewogen oor deel, dat wij belangrijk genoeg achten om het hier in hoofdzaak te laten volgen: Wij hopen, dat de geallieerde regeerin gen dit .vredesvoorstel des Pausen zorg vuldig zullen overwegen en zich niet laten verleiden, het krachtig van de hand te wijzen door het verontrustende denkbeeld da-t het oen Duitsche intrige is. Indien het dit is, dan is dit een re-den te meer om 'e Pausen voorstellen eerlijk en verstandig te behandelen. Aan de pene zijde moeten we het aannemen van waardelooze .vredes voorwaarden en ,aan de andere een weiger ring vermijden, die ons zou EVandmerken als de aanvallers, tweedracht zou stichten tusschen de Russen en ons, den strijdlust in Duitschland weer zou aanwakkeren en aan onzle zijde ongerustheid en twijfel ver oorzaklen. Hoe zou een verstandige oor- logs-rogeering handelen bij het ontvangten van een mededeeling als die van den Paus? Zij zou eerst vaststellen wat zij als resul taat van den oorlog zo-u wemsehen té be reiken 'en dan objectief overwegen in hoe verre en tot welken prijs dit bereikt zou kunnen w-orden. De oorlog is een toetssteen voor de fysieke krachten. Zijn afloop hangt niet alleen af va-n wat wij wonsohén te doen, maar van wat wij kunnen doen. De regeering, de feiten overziende aan het begin va-n het vierde oorlogsjaar, moet eau groot aantal dingen in overweging nemen, onbekend of slechte ten halve bekend, bij het publiek en haar oordeel vormen naar schattingen, waarvoor het publiek geen ge gevens beeft. Zij moet vervolgons overwe gen, of de denkbeelden, door den Paus overgebracht, een grondslag vormen voor onderhandelingen mot ée-nig vooruitzicht op het verkrijgen van het door de geallieerden geëischte minimum. Indien deze vraag ont kennend wordt beantwoord, zou het de plicht der geallieerden zijn, uit voerig uiteen te zetten, wat dat noodzakelijk minimum is, opdat de wereju met moge denken, zooafs de vijand aat w'er zou willen, dat wij dien oorlog vol houden terwijl zij vrede wienschen, om doel einden te bereiken, waarvoor wij niet kun nen of durven uitkomen. Wij hopen ernstig, dat -op den afloop geen invloed zal hebben 't gepraat over de vraag of de Paus Djuitsch agent is. De „W estminsterGazette" verwijst dan naar liet vervolg van de onthullingen door den vroegeren Amerikaanschen gezant te Berlijn Gerard..Deze heeft in de „Daily Telegraph" mededeeling gedaan van een onderhoud, dat lui met den Duitschen Keizer had bij het begin van den duikboo- tenoorlog. De kei ze rver klaarde in dit onderbond dat ergeen i n t e r n atjonal® wet meer be stond. Hiertegen protesteert het Engelsche blad en vervolgt dan: tegen zeer lage prijzen Barieljorïssïraat 27. TEL. 17713 Dit is zeker, de internationale betrekkin gen zooals die zijn bepaald door Duitsch land, zijn anarchie. Indien deze anarchie voortduurt gaat de beschaving langzaam, maar zeker te niet. Onze eerste vraag dan aan de Duitsehers, door bemiddeling van den Paus, is: zijt gij eerlijk bereid, een eind te maken aan deze anarchie, macht te ver vangen door recht, en, door met de andere mogendheden toe te stemmen in de ontwa pening en de instelling van wettelijke orga nisaties, waarborgen te geven voor het in de toekomst beslechten van geschillen tusschen de naties? Van het ant woord op die vraag hangt al het andere af. Wii wemsehen niet het Duitsche volk, maar wel vurig, den Pruisischen geest te vernietigen, en wat wij overigens zouden hebben verkregen, wij zouden, wat deze levenskwestie betreft, den oorlog verloren hebben, indien de kei zer ten slotte zeggen kon: er is geen inter nationale wet. Wij hopen dat de geallieer de regeeringen, in antwoord aan den Paus, vrijmoedig bun denkbeelden naar voren zullen brengen omtrent een vreedzaam Europa, weder opbouwd, overeenkomstig de wet, en waarvoor tot waarborg zal strek ken de ontwapening bil wederzijdsch goed vinden. Indien dit eerlijk zou worden vaard, dan zou de geheele toestand gewij zigd zijn, indien niet, dan moeten wij be reid zijn tot elke opoffering om het te be reiken. Deze v,morden werden geschreven, voordat de letterlijke tekst van het Pauselijk voor stel bekend was. Uit dezen tekst blijkt nu. dat Z. H. de Paus zelf aandringt op erkenning en practische toepassing van een welomschreven interna tionaal recht. Daar nu de „Westm. Gaz. verklaart, dat van Duitschlands antwoord op deze vraag il het andere af hangt, mag men eenige hoop koesteren, dat de weg tot toenadering gebaand zal kun nen worden, wanneer in Duitschland de Al- Du itscbe geest, niet overheersehend blijkt. De stelling der Duitsche wetenschap, dat alleen macht- eigenlijk recht is, zal door de Duitsche natie verloochend moeten wor den, willen do Pauselijke voorstellen als grond-slag voor vredesonderhandelingen kunnen dienen. Al-Duits-ehe bladen als de „Deutsche Tageszeitu ng", de „T g 1 i c h e Rundscha u'\ de „K r e u z z e i t u n g" en andere beginnen reeds dadelijk met de verwerping der Pauselijke voorstellen juist, omdat deze de internationale rechtsregeling bevatten. Het i:s droevig opnieuw te moeten consta- teeren dat ook de Katholieke „K 1 n i s c h e V o 1 k s z e i t u n g'' leeliik door deze Al- Duit-sohe besmetting is aangetast. Gelukkig echter aanvaardt de „G e r m a - n i a" het voorstel met beide handen. De so cialistische „V o r w a r t s" is ruim genoeg om er mede in te stemmen, ook al zou dan daardoor de voor het socialisme verhoopte voordeelen van Stockholm te 1 oor gaan. Eere wien eere toekomt! De vrijzinnige Duitsche bladen, zooals de „K 1 n. Z e i t u n g", de „F r a n k f. Z e i t u n g" en andere houden zich eenigs- zins gereserveerd, doch deze terughoudend heid maakt sterk den indruk welberekend te zijn, om den tegenstander niet te doen meenen, dat Duitschland nu zoo bijzonder in genomen is met /leze voorstellen. Een nauwelijks verholen vreugde valt uit den toon hunner beoordeelingen te beluisfe ren. Wij hebben goede hoop, da-t de instem ming der pers nog zal toenemen, nu ze mei den tekst der voorstellen bekend is. ff Vrijheid van drukpers. De wereldoorlog die zooveel beginselvraag stukken opnieuw aan de oppervlakte bracht, drong ook de kwestie der vrijheid van druk pers weer naar voren. Waar het ging om .de zegepraal in den strijd, om een zóó groot goed als de vrede, om het heil van het gansclie volk, dat door onvoorzichtige uitlatingen kon benadeeld worden, greep in alle landen de overheid in en werd de vrijheid aan banden gelegd. Niemand, die in beginsel hiertegen op kwam, wèl rees vaak protest tegen de wij- z e, waarop, de overheid van haar recht ge bruik maakte. Maar als verzet tegen het beginsel zelf ontbreekt en wie zal durven volhou den, dat de beperking der spreek- en schrijf- vrijheid onnoodig is in dezen oorlogstijd? dan blijkt hieruit de eenstemmigheid der meening, dat er zoo hooge goederen zijn, dat de vrije meeningsuiting daarvoor moet terugwijken. Als vanzelf rijzen dan tal van andere vra gen op. Inden het heiil eener natie in oor logstijd de beperking eischt der vrije open bare meeningsuiting, waarom dan ook niet het heil der maatschappij, het zielenheil in vredestijd? In dien zin doorgeredeneerd, zoudt ge uit komen op algeheele onderdrukking van de vrijheid des woords en Ide vrijheid van druk pers. Dan échter zeilt ge van Scylla in Cha ry bdis. Want dan geeft ge vrij baan aan de mee ning der enkele machthebbers, die immers ook feilbaar is en het publieke maatschap pelijke en zielenheil veelal nóg nadeeliger dan de algeheele vrijheid, die dan toch in ieder geval de vrijheid van tegenspraak der leugenaars en volksmisleiders inhoudt, een vrijheid, die ontbreekt, waar de meening van eenigen, die ook dwaalleeraars kunnen zijn, onweersproken heerschappij voert. Het gemis van het vrije woord kan der. dwaling die baan vrij geven en de heerschap pij der lagen vestigen; kon leiden tot ty rannic, despotisme, dwingelandij, waartegen de revolutionaire geest dan ondergronds samenspant. Anderzijds kan het onbeteugelde vrije woord het volk.meeslefpen en gevolgen ver-, oorzaken als waarvan we onlangs ook hier i te lande nog getuigen waren, toen de opge zweepte menigte met bloed en leven moest' boeten voor het gebruik, dat eenigen, die buiten schot blijven van het vrije woord hadden gemaakt. Beide uitersten dient wijs staatsbeleid te i vermijden. Paus Leo XIII zegt dan ook in zijne encycliek „Immortale Dei", dat de o n-, beteugelde vrijheid van woord en ge' schrift niet kan worden toegelaten. Zooals menig politiek vraagstuk is ook dik een grenskwestie. Waar de grens i moer liggen, dient afgemeten aan-den volks aard, de volksontwikkeling, de krachten van waarheid en orde, in de menigte zelf aan wezig enz. enz. Naarmate het volk meer of minder zelfbe- heersching, meer of minder vatbaarheid voor f misleiding en oogenblikkelijke opwinding ver toont, zal deze vrijheid ingekrompen moeten-'- of uitgezet kunnen worden. In ieder geval echter dient er een deug- Episode uit den Franseh-Engelschen oorlog 1,1 de XlVe eeuw. 53) Neen, messiies, zeide hij, ontneem ons 't Kenoegen niet, dat gii onze gasten zijt ge weest, en beloof ons, dat go, telkens als gij in de nabijheid komt van onze stad, bij ons Aan te komen, onverschillig hoe groot het gevolg moge zijn. Robert de Bréeé en Guy de Fontenelle be dankten den koopman en zijn huisgezin op hartelijke wijze. Daarna reden zij heen. De Weg, dien zij moesten volgen was vrij heu velachtig, zoodat zij langen tijd gereden had den, voordat zij hun doel bereikten. «A Halt, mijn waarde, zeide Thomas dc kruisvaarder tot Thierry-Beer, met wien hij herige passen vooruitreed; hier is het wil- «eriboschj e- .Allen hielden stil. De zon neigde reeds ter 'm, zoodat weldra de dokter zich moest ver- toonen. De reizigers stegen van hunne paar den af, om zelf uit te rusten en om hunne paarden aan den oever te laten grazen waar het gras welig opschoot. Ik zie geen bootje, zeide Robert de Bré eé, die de beide overs der Vilaine onderzocht, Ligt ginds niet een schuitje vastge- meerd? Dat is een visschersaok, zeide Guy de Fontenelle. Dat is onverschillig. Ja, maar de aak is ledig, hernam Ro bert. Een lialf uur verliep zonder dat iemand zich vertoonde. De dokter heeft u bedrogen, mijn waarde Thomas; hij heeft dit middel te baat genomen om ons te ontvluchten, maar de eerste schuld ligt aan mij; bet s-pijt mij genoeg, wij hadden veel hulp van dien man kunnen ondervinden. Daar verhieven zich eensklaps een 12-tal lieden uit het hooge gras van den linker oever; zij sprongen in de visschersaak, die voor hen scheen gereed te liggen. Vijanden, riep Tbierry-Beer, die altijd oplettende was. Dat is een hinderlaag, zeide Bolbert de Bréeé, maar het zal dien roovevs erg slecht bekomen. Vlug, wij moeten oppassen; eerst de bogen gespannen. Lieve Matheline, plaatst u achter den diksten boom; ge kunt u gou den sporen een anderen keer verdienen. Altijd roovers, zuchtte Matheline, ter wijl zij gehoorzaamde. De bandieten, want het waren weer van die lieden, hadden zich ordelijk in de boot gerangschikt om den roeier niet te hinderen. Zij maakten hunne vijandelijke bedoelingen kenbaar door hunne degens in de lucht te zwaaien en door het uiten van bedreigingen en kreten. De schuit roeide recht op hun aan; zij had het midden der rivier bereikt toen drie pijlen naar de bandieten gevlogen, die ongelukkiger wijs hun doel misten. Hooger schieten en op den wind reke nen, beval Robert dc Bréeé. Wederom werden de drie bogen afgescho ten; één man werd gewond, de roeier. Een ander nam terstond de plaats in, te midden van het wraakge-scbreenw der makkers. Moed, dat was reeds beter, maar doodt na drie iegelijk. Nog eens suisden drie pijlen weg, maar ongelukkig, zij vlogen over de roovers been, Gij mikt als kinderen, riep Robert. Geef mij een boog. Robert de Breécé spande het wapen en leg de aan. Het scbot ging af. Een oogenblik la ter sloeg de roeier, doodelijk getroffen, over boord. Dat is beter geraakt, zeide Guy de Fon tenelle. De aak naderde langzaam; een derde roeier had de plaats der eersten ingenomen. Dien moeten wij ook nog dooden, riep Robert; de rest zulk.i we met het zwaard afmaken Een pijlsnel, laten wii nu goed mik ken. Maar vo-ordat zij den tiid hadden aan te leg gen, hoorde men een vreeseliike slag, die scheen te komen uit den top der oude wilgen, waaronder onze reizigers stond. De derde roeier viel, als door den bliksem getroffen, voor de voeten zijner makkers. Allen, vriend en vijand, verschrokken even zeer. Nog was men niet van den schrik be komen, of een tweede losbranding volgde, en wederom sloegen twee bandieten in liet water. Zij, die niet geraakt waren, sprongen van angst in den stroom en trachten den linker oever te. bereiken. Wel, messires, wat denkt gij nu van mijn wapen? zeide de dokter, die uit den bo-om afgedaald, in hét midden stond van Robert en zijne gezellen. Ik dank u voor uwe hulp, antwoordde Robert, zoodra hij een weinig van zijne ver bazing bekomen was. Eindelijk messire. Gij hebt dus nu eene betere gedachte over mijn wapen. Ja; en ik moet nn wel erkennen, dat het beter werkt dan een boog, want het trot seert den wind, en verschrikt de vijanden evenzeer als het hen verwondt. Nu spreekt ge verstandig, Messire, en ik verheug mij er over u hier boven in den boom afgewacht te hebben. Vooreerst heb ik nu uwe werkelijke bedoe lingen omtrent mij kunnen afluisteren, en vervolgens heb ik u een nieuwe proef kun nen geven van de diensten, die ik u kan be wijzen, als gij ze althans wilt aannemen. Zeker neem ik uwe diensten aan, en zie hier het onderpand van onzen koop. (Wordt vervolgd.) n NIEUWE HMRLEMSCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 1