Bill mull. COMMIT
BINNENLAND
STAD EN STREEft
feuilleton
BERTRANDDU GUESCÜN
ORDE EN ARBEID
23 Aug. Tweede Blad
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Een Hollandsche Amerikaan, die enkele
^"eken geleden in ons land is gekomen, is
getroffen geworden door de betrekkelijke zor
geloosheid, waarmee hier te lande, naar zij
ne waarneming, wordt voortgeleefd. Hij
toeent, naar hetgeen hij1 In Amerika heeft
geboord, dat er uit'erat moeilijke tij
den ook voo r ons land aanbreken
«uilen, en zou gaarne in de gelegenheid
Worden gesteld, zijn oude vaderland met
ernst te waarschuwen. Die gelegenheid werd
hem in de N. R Ct ..geboden en wij aar
zelen niet zijn waarschuwing ook onder de
oogen van onze lezers te brengen.
Er is reeds maanden geleden, en herhaal
delijk op gewezen, dat Nederland, gelijk
trouwens alle andere landen, tijden van ge
brek aan allerhand noodzakelijke behoeften
zal hebben door te maken. Tot nu toe is
daaraan niet veel waarde gehecht,* men ge
looft niet gaarne, wat men onaangenaam
vindt. Ofschoon onze Hollandsche Amerikaan
niets nieuws schrijft, meeneh wij er wel aan
te doen ook zijn stem nog eens te doen
vernomen. Hij heeft aan den anderen kant
'an den Oceaan gezien wat daar omgaat, en
misschien wil men aan zijne waarschuwing
thans eenige waarde hechten.
Hij schrijft dan:
„Dit is een woord van waarschuwing. Een
woord zoo ernstig, als ik het schrijven kan
in een taal die mij sedert vele jaren niet
meer tot gewone omgangstaal heeft gediend.
Holland loopt gevaarl Niet door een
direkte deelneming aan den oorlog. Als
buffer-staat is Nederland op dit moment voor
beide zijden van te veel belang. Holland
loopt echter groot gevaar, als een bel e
Serde ves te spoedig honger te lij
e n. Om dit te voorkomen moeten wij den
toestand ernstig onder het oog zien. Met
kalm beraad moeten wij te werk gaan en
mei welwillende medewerking moeten wij
onze persoonlijke wenschen en wenschjes on
dergeschikt maken aan het eene groote doel,
onze onafhankelijke kracht te handhaven uit
eigen middelen tot tijd en wijle, dat de vrede
«al zijn teruggekeerd.
oorzaak van dezo ontwikkeling van
den toestand is eenvoudig-
„VanuitAmerikazullen wij niets
meer ontvangen. Inderdaad, Amerika
«ai niet in staat zijn, ons de oude voorraden
Ce leveren. President Wilson en de overgroo
ts meerderheid der Amerikanen zijn ons per
soonlijk welgezind. Maar het is onmogelijk,
dat de groote transatlantische voorraads-
ichuur alle geallieerden van levensmiddelen
«al voorzien en bovendien ook nog de nem
tralen. Blijven wij neutraal dan zullen wij
tezamen met Denemarken en Noorwegen en
Zweden en Zwitserland achteraan op de
Amerikaansohe lijst komen te staan. |W U
kunnen wel schepen naar Amerikaansche ha
vens zenden, maar voorraden om die te vul
len, zijn niet verkrijgbaar. „Neutrals last"
Het gaat om leven en dood, en de kleinen
komen in het gedrang. Dit feit mag ons on
aangenaam aandoen, maar het bestéAt. Hoe
eerder wij- het begrijpen, hoe beter voor ons
■elven en ome naaste toekomst.
„Om zich goed in dezen toestand In te
denken, moet men de psyche van het Ame
rikaansche volk ten opzichte van dezen oor
log goed begrijpen. De nuchter-denkende A-
merikaan is wel de allerlaatste om veel voor
len. Altijd heeft hij het idee van discipline,
een frissohen en vroolljken krijg te gevoe-
verfoeid. Hij vindt oorlog voeren iets dat
tot de middeneeuwen behoort, en waar een
verstandig man niet aan mee kan doen. In
dien hij took meedoet, zoo kan een derge
lijke handeling slechts door ééne oorzaak
gemotiveerd worden. Die oorzaak is „nood
Weer." Do Amerikaan beschouwt dezen oor
log als een zaak van noodweer. Hij heeft
den strijd nooit gewild. Hij heeft alvorens
tot daden over te gaan, heel veel verdragen.
Hij heeft den brand van België gezien en de
kreten van verdrinkende landgenooten ge
hoord, en hij heeft geen vinger uitgestoken,
om dit te verhelpen. Hij aarzelde zich in
Europeescho aangelegenheden te mengen.
Maar zijn vijand, zoo redeneert hij, gaf hem
geen rust. De president zond nota's en ver-
toogen en protesten tot in het belachelijke
toe. Het hielp niets. En toen eindelijk de
onbeperkte duikbootoorlog alle neutralen tot
slachtoffers maakte van een handelwijze, die
Amerika niet als wettig kon toestaan, ja
toen was het uit. Zonder dien duik
bootoorlog echter ware hjj (de ge
wone Amerikaan uit het volk) nooit tot
den krijg te bewegen geweest.
„De Amerikaan heeft de kwestie jaren
lang overwogen. Hij heeft lang getalmd. Nu
is het uit. En toornig dat men hem in een
dergelijkan strijd door jarenlange tergerijen
gedwongen heeft, maakt hij zich gereed om
nu voor goed en al een einde te maken aan
dezen onhoudbaren toestand. Amerika ver
langt geen materieele winst uit den oorlog.
Het heeft geen lust zijn onmetelijk gebied
te vergreoien nieuwe koloniën bij de oude
tè voegem Amerika, volgen» hel opreohte
geloof van de groote menigte, strijdt om de
toekomstige wereld voor hare kinderen be
woonbaar te maken.
„Tot zoover de toestand in Amerika. Nu
Dog iets over ons zelf. Ons land, door zijn
aardrijkskundige ligging, is een natuurlijke
voorhaven van Duitschland. Dat brengt mij
tot het allergewichtigst punt in deze korte
beschouwing. Amerika wil niet dat
wijs Duitschland meer zullen leve-
re n, dan strikt noodzakelijk is, om onzen
kolenvoorraad op de gewensohte hoogte: te
louden. Nogmaals verzoek ik den Holland-
schen lezer zich zoo veel mogelijk de Ame
rikaansohe opvatting eigen te maken. Mil-
licenen mensohen en miljarden aan goederen
worden thans in Amerika bijeen gebracht,
om het gewenschte doel te bereiken. Bij een
dergelijke reusachtige onderneming gaat al
les in het groot. Me n weet we 1, d' at
vele onschuldige neutralen d.e-
zen winter koude zullen lijden,
en des avonds hongerig naar bed
zullen gaan. Maar, zoo redeneert de
doorsnee-Amerikaan, in Frankrijk en Italië
en Rusland en Engeland hebben de inwoners
óók geen kolen en weinig eten, en dan heb
ben zij er bovendien nog een oorlog bij met
alle ellende van dooden en gewonden. Heeft
de neutraal, die zooveel misloopt, eigenlijk
wel reden tot klagen, wanneer hij! er, zoo
afkomt als naaste buur in de grootste kata-
miteit, die de wereld nog ooit heeft getrof
fen?
„Hoe men persoonlijk over deze opvattin
gen van de Amerikanen wenscht te denken,
staat niet aan mij te beoordeelen. Maar het
schijnt toch wel zeer gewenscht dat deze
dingen algemeen bekend zullen worden on
der de Hollandsche natie. Men is in het
buitenl and niet gehee 1 tevred.e.n
over ons. Niet omdat wij' geen aandeel
nemen aan den oorlog. Onze neutraliteit
neemt niemand ons kwalijk. Wel echter, om
de meening, die bij ons te lande maar al te
dikwijls gehoord wordt: „als wij er nu maar
uit blijven, dan is alles alweer goed."
„In die openlijke bekentenis van velen on
zer medeburgers zit het gevaar. Neutrali
teit, om tot goede resultaten te voeren, mag
nooit iets negatiefs zijn. Om waarde te
hebben moet de neutraliteit een positieve
daad zijn. Indien het ons werkelijk heilige
ernst is met ons onafhankelijk volksbestaan,
laten wij' ons dan nu onmiddellijk voorbe
reiden op zeer moeilijke dagen. Niet door
overhaast groote voorraden op te koopen (de
meest onvaderlandslievende daad, die men
onder de omstandigheden bedenken kan).
Maar laten wij ons gereed maken voor dë
sterkste beproeving van onzen goeden moed
en ons geduld.
De economische belegering
van Nederland staat voor de
deur." „De regeering vermag niet, daaraan
iets te verhelpen." „Wij moeten allen zon
der onderscheid bijstand! verleenen."
Door den heer Staps, voorzitter van dsn
Ohrisfcelijken Mijnwerkers bond is Maandag
middag aan den Minister van Oorlog h'ofc vol
gende telegram igteao neten: „Gezien den ko
len nood in het land dringen wij! er nog
maals bij' Hwe Excellentie op aan allen Né-
derlandschen gomobili&eerrden mijnwerkers
klein verlof te geven, waar "door de mobili
satie al aooveel degelijke mijnwerkers aan
het bedrijf onttrokken en inwilliging van
ons verzoek ongetwijfeld land en volk ten
voordeele zijn."
Het Bureau <voor Mededeelingen omtrent
de Voedselvoorziening meldt:
„In een voor enkele dagen door verschaf-
lende Rotterdamsohe bladen gepubliceerd be
toog werd onder het opschrift: „Wees.zui
nig op brood" meer uitvoerig uiteenge
zet, waarom het dringend noodzakelijk is zoo
spaarzaam mogelijk op brood te zijn met het
oog op ide s teeds dreigende mogelijkheid, dlat
het broodrantsoen izal moeten worden ver
minderd.
Blijkens een dier bladen zou dit Artikel af
komstig zijn (van het Distributiebedrijf te
Rotterdam. 1
Dit is teen misverstand. Het betrof hier in
derdaad een eerste poging van het Bureau
voor Mededeelingen omtrent de voedselvoor
ziening, om zich rechtstreeks te wenden tot
het Noderlandscho publiek door middel van
een strooibiljet, met welks verspreiding in
tienduizenden exemplaren de gemeente
besturen zioh hebben belast.
Mtet (het oog op deze meer speciale bestem
ming (was dan ook dit strooibiljet met aan
de bladen toegezonden, al kan het uit den
aard der zaak aan het beoogde doel slechts
ten goede komen, wanneer aan den inhoud
dezer mededeeling took door de pers meerdere
bekendheid wordt gegeven.
Het voornemen is daarom voor
het vervolg (doze mededeelingen,
die van het Bureau uitgaan, recht
streeks ook aan de pers toe te zen
den.
De bedoeling toch, waarmede het Bureau
is opgericht, is niet alleen door berichten en
andere wegen te trachten het Noderlandscho
oommuniqué's in de pers, maar ook langs
publiek aooveel mogelijk in te lichten om
trent de maatregelen, die de regeering in
zake de voedselvoorziening verplicht is te
njemen, opdat men beter leere begrijpen
groote moeilijkheden, die zich dagelijks ster-
k)er doen gevoelen en de noodzakelijkheid,,
dat ieder (naar beste krachten medewerkt,
om die moeilijkheden te overwinnen. Dit zal
nijerfi mogelijk zijn, zonder dat een ieder zich'
belangrijke opofferingen getroost, niet slechts
van vjeel dat het leven gemakkelijker fen
aangenamer maakt, maar zelfs van datgene,
wat in normale 'tijden behoefte wordt ge
acht Men zal zifth nog meer dan
rieeds hef geval Ta, moeten behel
pen met hetgeen beschikbaar zal zijn. Dit
zal te minder zwaar vallen, naarmate men
better doordrongen is van de 'fedenen. die tot
het opleggen van beperkingten leiden. Daartoe
bij' te dragen zal de taak van het Bureau zijn.
Episode uit den Fransch-Engelschen oorlog
In de XlVe eeuw.
57)
Da,t no.®m ik, moedig spreken, riep Guy
de Fontenelle vol bewondering uit.
Mijn voornemen schijnt u te'bevallen,
mij-n waarde schildknaap.
Men kan niets liever verlangen, Mes-
sire Bertrand.
Welnu, gij kunt mij in mün tocht behulp
zaam zijn, en pok gij, Messire de Bréoé.
Ik geloof met, dat ik u daar nog de ver
tekering van belhoef te geven; wij zullen on
der nwe bevelen strijden, antwoordde Robert
de Brécé.
Bij onze Lieve Vrouw van Guesclin, gij
terkiest de beste partij, want ik beloof u, dat
Owe zwaarden hunne scheden langen tijd
Mnnen missen. Gij zult allen roem kunnen
oehalen.
Wij zullen ons best doen, alsook de daip-
ÜSCe makkers, die ons volgen.
Hier ziet gij Thomas, nog een dappere, die
den laatsten kruistocht heeft medegemaakt;
hij is een tijdgenoot van den H. Lodewijk. Hjj
wil ook nu nog het recht verdedigen.
Hoe oud gij o-ok moogt zijn, mijn vriend
zeide Bertrand du Guesclin, gij waart toch
nog zeker slechts een kind, toen gij dien
vrceselijken oorlog hebt medegemaakt.
Ja, Messire Bertrand. Het was in 1270,
en ik was toen nog slechts twaalf jaren oud.
Ik volgde destijds mijn vader.
Alzoo, vervolgde GueBclin, wij gaan sa
men oorlog voeren.
Ja, Messire, maar ik heb toèh eene voor
waarde te stellen, zeide Robert de Bréoé.
O, ge verschrikt mij, zeide de aanvoerder
lachend.
Wel, ziehier, ik wil drie dagen wachten,
voordat wij uittrekken.
Zeker om nwe Philïbcrta even te spre
ken?
Gij hebt het goed geraden, bekende Ro
bert, eenigszins kleurend.
Goed, ge kunt mij voor *t oogenblik toch
niet volgen; het zon ook nutteloos zijn. Blijf
hier, met nw gevolg. Het klooster is groot
genoeg om wel honderd ridder» te herberge»
Overtreding Zondag s sluit in.g
barbiers. De Coiffeur Faas, te Amster
dam, zal zich Vrijdag 81 Augustus voor
het kantongerecht aldaar hebben te verant
woorden wegens overtreding der verordening
vop de Zondagssluiting der barbiers.
Stee ds m eer re serves. Het bestuur
van „Recht en Plicht" deelt het volgende
mede: Maandag 13 Augustus hadden E.
Bouwman, voor de Ned. Federatie v. Trans
portarbeiders, O. Posthuma, voor „Recht en
Plicht" (Wi. Jamoël, voor de Ohr. Organi
satie en J. Zwaga, voor de R.K. Organisatie
van Havenarbeiders een onderhoud met den
directeur-generaal van den arbeid op diens
bureau, ten einde daar de wenschelijkheid
te bespreken dat voor de Amsterdamsche
houtwerkers en houtvlotters een soortgelijke
regeling (havenreserve) in het leven zal ko
men, «is voor de andere havenarbeiders reeds
bestaat. De directeur-generaal, de heer Van
Ysselsteyn, zegde zijn medewerking in deze
aangelegenheid toe en «ai in overleg treden
met de Amsterdamsche Houtimporteurs-Ver-
eeniging om te trachten ook voor de hout
werkers en houtvlotters een regeling te ver
krijgen.
Arbeidscontract in de sigaren-
industrie. Men schrijft aan het „Hbl.":
Eenigen tijd geleden boden de vier arbeiders
bonden in de sigarenindustrie e©n ontwerp-
oolleetief contract aan de fabrikanlenvereem-
ging aan, zulks ter vervanging van htet op 20
dezer afloopende o-ude contract.
In hjefft concept-arbeidscontract kwamen
eenige nieuwe voorstellen voor, zooals loons-
yetrhooging, arboidsduur, afschaffing van huis
arbeid, vergoeding voor verzuim op algemeen
er kende Christelijke en Israëlietisoiie feest-
üagen, en in de gevallen bedoeld in artikelen
c. en d. vajn de wet op het Arbeidscontract.
Verder vapantie met behoud van loon, ver-
Elicht lidmaatschap voor patroons en werk-
eden, verplichtingen bij werkstaking en uit
sluiting, en nog eenige voorstellen, die te sa
men eene geheele wijziging der eocaapl'-eco-
noinisch© verhoudingen in deze industrie zou
den teweegbrengen.
Rieteds bij de ontvangst van het concept-
contract gingen er- stemmen uit de fabrikan
tenbonden op, dat de nieuwe voorstellen be
slist onaannemelijk waren, daar de druk welkte
reeds langen tijd op de industrie ligt, dau
zoodanig zou worden verzwaard, dat er- prac-
tisch niet verder geagbeid zou kunnen worden.
Langdurige besprekingen en bteraadslag^n-
gten vonden toen telkens in patroonskringen
plaats, zonder d%t echter eene ver tegemoet
komende oplossing kon worden gevoncten,
daar hierdoor ook vele bedrijfsbeÜemmerin-
getn zouden ontstaan, die vooral tegenwoordig,
met het oog op die onzekere vooruitzichten
der industrie, tot ernstige complicaties op
velerlei gebied zouden leiden.
Naar aanleiding van deze overwegingen is
door dje patroonsorganisaties^ aan die vier
wterkliedenbonden geantwoord^ dat niet op
htet nieuwe contract kan worden ingegaan,
doch wordt teen voorloopig Collectief con
tract ter ivoor in de plaats geboden, hetwelk
een duurte toeslag van 20 pCt. inhoudt, bene
vens een voorstel tot arbitrage in geval van
meeningsverschillten.
Tevens willen de patroonsbonden zich ver
der verplichten om, indien hunne voorstallen
worden aangenomen, vóór 1 November e.k.,
een ontwerp voor een vaststaand contract
in te dienen, met de bepaling dat de grond-
loonen na afloop van den oorlogstijd zullen
worden .vastgesteld, en uiterlijk één jaar na
afloop van den wereldoorlog van kracht zul
len worden, terwijl eventueele geschillen over
die grondloonen dan door scheidsrechters (van
weerszijden aan te Wijten) zullen opgelost
worden'
Het is thans de vraag of de werklieden-
bondetn op de genoemde voorstellen zullen
iDC zoover dit thans te beoordeelen valt,
zijn zij' niet ongenegen, om langjs vretedzamen
weg zoovéél verbetering fe krijgen, als voor
het oogenblik maar even kan worden be
reikt' Ook as,n arbeiderszijde is men niet blind
voor de eigenaardige en moeilijke omstandig-
heden, waarin de sigarenindustrie in dezen
oorlogstijd verbeert en zal men daarom ook
van werknemiersrijde trachten, om met do
fabrikanten voor het behoud van een loonend
fcedrijf saam te werken.
Na den oorlog zullen echter de sociaal-eco
nomische .vraagstukken ongetwijfeld op bree
zonder dat men er iets van zou ontdekken.
De overste zal wel voor alles zorgen. Gij
moet alleen maar zorgen, dat gij uwe per
soonlijke vijanden niet ontmoet. Wij zullen
hen later wel treffen.
Op dit oogenblik kwam de dokter binnen.
Daar is ónze wijsgeer reeds, zeide Ber
trand opgeruimd. Ik wed dat gij reeds voor
een verblijf voor uwe makkers hebt gezorgd?
Ja kapitein, de paarden zijn n den stal.
De mannen hebben hun avondmaal ge
bruikt.
Goed, ik ga u nu verlaten, maar ik druk
n op het hart goed te zorgen voor den ridder
de Brécé, mijn heston vriend; wat hij u ook
vragen moge, gij moet hem. uit geheel uw
vermogen bijstaan.
Ik ben de getrouwe dienaar der vrien
den van den koning van Frankrijk. -
Ik weet het, en ik reken er op. Tot
weerzien mijne vrienden; God mi uwe degens
mogen n beschermen.
Hierna verliet du Guesclin het -vertrek, be
gaf zich naar zijne krijgers en volgde met
ren denzelfden uitgang waarlangs Robert de
Bréoé en de rijnen gekomen waren.
Na; T-Tfr» vertrek waren Robert, Guy die
ere wijze naar voren worden gebracht, niet
alleen door een ehktelte industrie, doch door
tal .van getrusteerde organisaties dör werk
gevers en werknemers.
Reeds nu hebben zich eten twintigtal pa
troonsbonden geconoentreeM tot eten verbond
van Nederlanclsche fabrikantenvereenigingen,
welk verbond ongetwijfeld niet alleen Werk
zaam zal zijh om der buifenl'andschö con
currentie in de toekomst het hoofd te bieden,
doch zijne eventueele machtspositie tevens
zal aanwenden om tegenover de werklieden-
bónden sterker te kunnen staan. Maar ook
deze laatsten ritten niet stil, doch spannen
zich kraohtig in, om Insgelijks echte concen
tratie van vak vereeni gin gen in ons land te
vormen, zoodat dan in-de toekomst twtee mlach-
tigte fusies rekening met elkaar Zullen Kebben
te hóuden
DRANKBESTRIJDING.
Het jenever-gevaar. De wereldoor
log is thans in zulk een stadium gekomen,
dat het publiek zioh moegekeken heeft. Nu
al drie jaren lang, eiken dag, die lange Kot
lommen druks over heldenmoed en misdaad,
over heilige zelfopoffering en verfoeilijke
beestigheden. Het is om er siif Tan te wor
den. Maar in ©ogenblikken van bespiegeling
zien wij! toch nog als iete zeer schoon» dë
houding van het lijdend publiek in tte oor
logvoerende landen, zooals en» die ffoor verJ
halen en brieven beschreven wordt.
Daar Is publiek, dat uit de ontberingen
en levensmoeilijkheden Kracht, karakter
kracht haalt.
Voor, on telbar en zal de oorlog niet te ver-
geeisch geweest zijn. öa beproeving heeft
hen gelouterd. Wat kardinaal Mercier in
Belgie, de bisschoppen en priesters in de
overige landen, evenals Paus Benediotus door
woord en voorbeeld prediken, wordt alom
door duizenden opgevolgd1.
Ook rondom ons vermenigvuldigen zioh de
beproevingen.
Qpk ons gaat het oorlogswee harder Knel
len. Toch blijven alle boproeviqgen nog ge
ring schijnen, wanneer wjj die vergelijken
met de ellende in oorlogsland.
Wanneer wij droog brood eten, dan eten
wij nog weeldebrood in vergelijking met de
genen, die aan het front staan ot m een
afgemarteld land leven.
Wij hebben ons in <Jp beproevingen te
schikken, zooals een Christelijk volk be
taamt.
Doen wij het ook?
Er wordt door, sommigen reeds geklaagd
en gemopperd, wanneer de levensgemakken
verminderen.
Thans wéér. wordt geraakt aan de volks
drank, het bier. Het wordt duurder en de
kwaliteit wordt minder. Een nieuwe vermin
dering der kleine levensgenoegens dus. Ma»r
een vermindering, die wel te dragen is, even
als zoovele andere.
Het gevaar, meent de „Msb.", is echter
niet denkbeeldig, dat door de verhooging
der bierprijzen en vermindering der kwali
teit. het gebruik van sterke dranken, van
jenever vooral stijgen zal.
Wie dagelijks met het volk in aanraking
komt, hoort menigmaal over die verwisse
ling van biergebruik met jenevergebruik
spreken als over een doodgewone zaak.
Laat ons oppassen I
Het zou duur te staan komen aan önze
volkskracht, indien aldus het resultaat ver
speeld werd van een jarenlangen, hevigen,
Jjardnekkigen strijd togen het misbruik van
sterken drank.
Tegenover het deel der oorlogsellenden,
dat ons dagelijks ernstiger bedreigt, mogen
wij niet staan met doezelig hoofd en slappe
beenen.
Een krachtig, zelfbewst volk, dat zich
Christelijk noemt, draagt met fiere gelaten
heid ontberingen en offers, maar bedwelmt,
zich niet met Westersch opium, wanneer
de levenslast zwaarder wordt en het gevaar
groeit.
gemeenteraad.
(Vervolg).
Gas- en stroombespairin».
Nadat de heer VAN LIEMT zijn voorstel
om aan winkeliers meer ga® of eleotriciteit
toe te staan had' ingetrokken, werd goedge
keurd een voorstel van B. en W. tot wijziging
van het rantsoeneeringseteleel van gas en
eleotriciteit voor industrieelen. In verband
met de berichten uit Den Haag dat het verre
van zeker is, dat de thans voor Industrieelen
doeleinden per maand toegestane maximum-
hoeveelheid en eleotriciteitsetroom in do
eerstvolgende tijden zal kunnen worden ge
handhaafd, stellen B. en W. voor dit maxi
mum, zijnde thans 75 pot- van het verbruik
over de maand November 1918, uit de ver
ordening te schrappen en aan hot college
van B. en "W. over te laten, dit telkenmale
vast te stellen.
Het is niet onmogelijk, deelde de voorzitter
mede, dat dit maximum van 75 pek, 50 pet
wordt. t
Allerlek
Aan den heer W. P. Weber werd eervol ent-
slag verleend als onderwijzer aan de M. U.
L. O.-school no. 2.
Fontenelle en Thomas de Kruisvaarder weer
aan tafel gaan zitten*» en dronken, om eene
afleiding aan hunne gedachten te geven, de
nog gevulde flesschen wijn leeg.
De dokter liep langzaam de zaal op en
neer, als iemand die over iets bezorgd is.
Dokter, zeide Robert eindelijk, wat doet
gij toch? Kom bij one aan tafel ritten.
Ik hen over iets aan 't nadenken, en zoek
een middel voor iets.
Welk middel zoekt gij danf
Hetzelfde middel, dat ook gü zoekt mes
sire.
Hoezoo?
Wel, om tot Jonkvrouw Fhlliberta door
te dringen.
Gij zijl een geleerde, zoo te kunnen ra
den wat een ander wil. Maar ik zou u nog
voor geleerder houden, als gö het middel ge
vonden hadi
Ik heb het gevondenantwoordde
de dokter,
DERDE DEEL.
Voordat de dokter Robert de Bréoé aan
bood hém naar het kasteel van de gravin
Goedgekeurd werden de volgende voorstel
len:
Goed te keuren de rekening en verani
woording van bet St. Elisabeth's of Groot
Gasthuis, bedragende in ontvangst en uil
gaaf een som van 150.201.18K, waarondc
begrepen een subsidie der gemeente va
98.568.40.
Goed te keuren de ingezonden rekenin
en verantwoording over 1916 van bet Bnrgei
Hfk Armbestuur en de begrooting over 191
en de begrooting van het Burgerlijk Arml
stuur voor 1918.
Goed te keuren 'de rekening en veran j
woording der Stadsapotheek, dienst 1916.
Te aanvaardon. onder 'dankhetnigini
als geschenk voor het Frans Halsmuseum 1
Een schilderij „Stilleven5' door dén Haar len
mer Floris van Schoten, hier als schilder ii.|
geschreven anno 1641 _:2e. Een Amstel-porsdi
leinen pot, beschilderd met afbeelding i
kleuren van den in 1806 door Oornelis Kraa
ingerlchten snuifmolen by de Cathrijnebru
aan den Kondenhorn, door het bestuur di
Vereeniging tot uitbreiding der verzameli
van kunst en oudheden in het Frans Ha
museum voor die verzameling aangeboden.
Den heer K. Bussemaker wederom
benoemen tot directeur van den gemeentel5
ken cursus tot opleiding van hoofdonderw j
zers(essen).
Den post „sehrijfloonen" ad f 2500
verhoogen tot 7500, tengevolge der meer
re uitgaven, hoofdzakelijk voor tijdel. werf
krachten in de plaats van zieke en gemol,
liseerde ambtenaren, of aangenomen voor T
verrichten van werkzaamheden, welke voor
vloeien nit de buitengewone tijdsomstandi
héden.
Te bepalen, dlat dé rekening en verai
woordlg van de Bank van Leening voorta:
zal loopen van 1 Januari tot 81 December.
Voor herstelling van het middengede
te van den bihnenplaategevel van den
len B. en W. een oredlet van 8500
te staan.
Een nieuwe rooilijn voor de we
zijde van het Z. B. Spaame vast te steil*
teneinde te zijner tijd een plaatselijke we
verbetering te verkrijgen.
Goed te keuren de huurverlenging a
mej. de wed. HF.A. de Kievit—Verwey v
het perceel Koksteeg no. 18 en ophieuw
verhuren het perceel Raaks no. .20.
Aan den heer L. van Grieken te Lii
de gevraagde vergunning te verleenen
behoeve van rijn onder Lisse te bonn
groentenzonterij.
Goedgunstig te beschikken on een ad^
van de N. V. Maats, tot exploitatie van
roerende goederen „Arbeid Adelt'* te Ha
lem, tot overschrijving van huur van st
tuingrond aan den Zijlweg vóór het perl
no. 1 op naam van Th. Dekker Pzn. te Ov||
veen.
Afwijzend te beschikken op een a*5
van K. Kievit en H. J. Giebels, om een kaV
te doen aanleggen, opdat zij voor hun wor
gen eleotrischen stroom kunnen betrek k,
Aan de firma L. J. Erwteman te A,
sterdam wordt verhuurd een stukje geme j
tegrond by de Zoutkeet aan het Zuider
ten Spaame.
Te bepalen, dat eenige stroeken gro
gelegen onderscheidenlijk aan de Jansstr:
de Begijnesteeg, de Zniderschoolsteeg, de r
verlaan en de Brouwersvaart, voor de
passing aan de Bouwverordening void*
aan de vereischten voor openbaren weg.
-B. en W. vragen aan den Raad een c
diet van 2260 om grond aan te koopen v j
een eventueele uitbreiding met 2 loealen 1
de school voor U. L. O. lett. C., aan de '1 a
terodestraal
De heer LASSCHTTIT betoogt dat
gymnastieklokaal op de binnenplaats-«F
school kan komen; vraagt aanhouding
het voorstel en Indiening van een nader
De beer NAGTZAAM bestrijdt de ziensjjl
ze van den heer Lasschuit en verdedigt ffl
voorstel van B. en W.
Do hoer JONCKBLOEDT merkt op, i
het alleen gaat om den aankoop van pre i
niet om verbouwing der school.
Het voorstel van B. en W. wordt aar
nomen.
De vereeniging van ambtenaren in dj*
der gemeente Haarlem vraagt aan den ri
om de Verordening, regelende de aanstel
gen van den opzichter der algem. begr;
plaats aldus te wijzigen, dat hij beeft
jaarwedde van 1800-1800 en recht op I
verlof van minstens 14 dagen per jaar. 1
B. en W„ die een jaarwedde voors
den van 900—1200, namen een voorstel rJ
van dë heeren v. Liemt c.s., om dé wc»1
vast te stellen op 12001600. Dit vooi
wordt aangenomen.
B. en W. stellen voor de khnkerbc
ting van den Harmenjaneweg te vervar
door een keibestrating, zulke in verband
het druk en zwaar vervoer over dien
voor de gemeente-lichtfabrieken en de
meentereiniging.
Het ligt in de bedoeling, het gedeelte
sohen de Oosterbmg en ae viaduct rn
epoorweg AmBterdam.'—Haarlem, dat
dien aard Is, dat thans reeds eene yerl
ring moet worden aangebracht, dadelijk
nog beschikbare keien te bestraten.
Het gedeelte tusschen de Oosterbrug
gemeente-lichtfabrieken behoeft nog
van Montfoort te brengen, stelde hij
eerst voor, hem en riJne twee makkers
het vertrek te brengen waar rij, gednr
hun verbHjf te Renmes. moesten ver bh
De drie mannen stonden op en volgue
door den doolhof van gangen en trappen,
ke schenen gemaakt te rijn om een otfbefcg
den weg te doen verliezen.
Na eenigen tijd bereikten rii een soor
kelder, welke vol was van planken, b
stronken, flesschen, a-arden potten en
re zaken, welke de apinnen door onto
stofferige en grijze draden hadden
dien.
"Waarheen leidt gij cos toch? yro^,
bert, die niét begreep waar deze toont
diende.
Gij «alt bet terstond rien, antwoord
dokter^rp eeQ planken tei
en maakte alzoo eene deur zichtbaar, oj
deze en drong door in een tweeden k
Hierlangs, messire, vervolgde hu;
deur is de onzichtbare grens tusscber»
huis en het klooster
(Wordt v'erv
i "I m-msaszaateasm
I 1