Aanvti!!ing Bantsoeneering.
H.H. Winkeliers.
DE DAG
listriÈutiebfidrijf Heemstede.
GASRANTSOENEERING
P. W. TWEEHUIJSEN,
BUITENLAND
I ons rijst en I ons vet.
Twee antwoorden.
Gemeente Electriciteitsbedrijf
Haarlem.
Het antwoord van Duitschland
Cleiie@nte°GasbedPijven
BEMEENTE- ELECTRICITEITS
BEDRIJF HAARLEM.
Het antwoord van Keizer Karei
Sterke Jongens- en Meisjes
SCHOOLLAARZEN.
ATEÏÏ&&Q £2 SEPTE5W3EK 1917
42STE JAARGANG No. 9445
DE AB0NNEN1ENTSPRIJ8 BEDRAAGT V00R HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN» PER KWARTAAL f 1,75} PER WEEK ISi/, CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2^2®
Dit nummer bestaat uit vier bladen, waar
onder het Geïllustreerd Zondagsblad in acht
'^zijden.
EERSTE BLAD.
De Directeur van het Gemeentelijk Le-
'«nspvddelenburëau te Haarlem brengt ter
kennis;
dat op de broodkaarten 28e WEEK als-
®°l» zal worden verstrekt
De broodkaarten zullen bij aflevering der
S*ederen op de gewone wijze door de win
keliers worden afgestempeld met R. en V.
Dit geldt ook voor de gemeente
ÊLOEMENDAAL.
De aandacht van H.H. Winkeliers wordt
Bevestigd op bovenstaande advertentie. Na
dere inlichtingen kunnen desgewenscht ten
fijnen kantore worden ingewonnen.
Nog wordt verzocht geen artikelen te ver
trekken, op broodkaarten welke^aan de
achterzijde sporen vertoonen van knoeierij
tHei de stempels, doch in dat geval naam
adres over te nemen en het Le vensmid-
dolenbureau onverwijld kennis te geven.
4674 De Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
Haarlem, Heemstede en Schoten.
2ij die in verband met de Brandstofdistri
butie voor gaskachels meenen recht te heb
Wa op
toeslag van 180 M3 gas
Per gaskachel gedurende de zes wintermaan
dsn worden verzocht vóór of op Maandag
^4 dezer kennis te geven PER BRIEF-
&AART aan de Directies van de respectie-
telijke Gasbedrijven Haarlem, Heemstede en
Schoten, naar gelang men bij een dier fa
brieken is aangesloten met vermelding van
A, het aantal gaskachels voor verwarming
faoen gasfornuis of gascomforen voor kook-
"oeleintien) waarop zij meenen recht te hebben;
B, het nummer van de brandstoffenrant-
kienkaart
C, het nummer van den handelaar, voor
Amende op diezelfde kaart.
Voor het geval ALLEEN OASivAt'iIELS
'Oor verwarming worden gebruikt dus geen
brands t of f e nk a a r t aanwezig; is, dan vragen
en C. met een liggenden streep te beant
^oorden.
Deze opgaven zullen op het Brandstoffen-
bureau worden gecontroleerd.
Bijgeplaatste gaskachels nèi 16 Aug. LI.
komen niet in aanmerking.
Haarlem, 21 Sept. 1917.
De Directies.
Aan electrieiteltsvorlruw e:s te Haarlem
behoorende tot de groep particuliere verbrui
kers wordt medegedeeld dat zij in ruil VOOR
ELKE H.L. STEENKOLEN welke zij van
hun brandstoffen-rantsoen wenschen af te
staan, over het tijdperk van 1 October 1917
tot en met 31 Maart 1918 180 K. W. iU.
(per 6 maanden) voor verwarming kunnen
ontvangen.
Aan hen die hiertoe wenschen over te
gaan, wordt verzocht hiervan uiterlijk Dins
dag 25 September a.s. bericht te zenden, met
vermelding van liet aantal H.L. en het num
mer van hun brands toffenrants oenkaart, aan
de Directie van het Gemeente-electriciteits-
bedrijf alhier.
De Directeur.
4716 J. A: REUS.
Naar verluidt zal, indien de onderhandelin
gen met Duitschland niet spoedig ten goede
geleid worden, over drie weken het g e h e e-
le spoorwegverkeer worden
stop gezet.
Blijkens bericht van het Haagsehe Corr.
Bur. is een wetsontwerp in voorbereiding,
waarbij belangrijk hoogere bedragen voor de
levensmiddelenvoorzlening in het laatste
kwartaal van 1917 en voor het jaar 1918 wor
den aangevraagd in verband met plannen tot
uitbreiding der distributie.
Bij koken op gas of electriciteit
De Rijkskolendistributie heeft vastgesteld
een verbruiker, die zoowel op het gaa-
op het el-ectriciteitsnet is aangesloten,
'üor BIJ-KOKEN de keuze moet doen tus
sen. de liiervolgende rantsoenen „voor. gas
electriciteit.
Gas-rantsoen voor Bijkoken:
M3- per gezin per maand, vermeerderd
et 2 M3 voor elke persoon waaruit het
®^in bestaat.
Slectriciteits-rantsoen voor bijkoken
ip u- Per gezin per maand, vermeer-
^"Nl met 8 K. W. H. voor elke persoon
^Uruit het gezin bestaat.
aangeslotenen op het eleotriciteitsnet
...Haarlem behoorende tot de groep parti-
vre verbruikers, welke gedurende het tijd
ig van 1 0ctober 1917. tot en met 31
,u': bet electriciteitsrantsoen voor
^..^OKLN verkiezen, wordt verzocht ui-
n Dinsdag 26 September a.s. hiervan
1 te zenden aan de Directie van het
"neente-e!ectriciteitsbedrijf, alhier.
De Directeur,
J. A. REUS.
ML Werbrijgbaar op bons
VJ. 7®» 1 008 R'ist; 71, 1 ons
'Jq 72, 1 ons Bak- en Braadvet;
2 ons Zeep. 4698
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije hebben
geantwoord op de Pauselijke vredesvoorstellen.
Ofschoon de beide antwoorden een vredelie-
venden geest ademen, zal de vrede door hun
inhoud niet veel naderbij gebracht zijn.
Want wat in die antwoorden gezocht en ver
wacht werd, is er niet ia te vinden.
Verwacht werd een duidelijke omschrijving van
de voorwaarden waarop de middenrijken bereid
zouden zijn vrede te sluiten. Maar deze om
schrijving ontbreekt te eenenmale.
De antwoord-nota's bepalen zich tot de ver
klaring van de bereidwilligheid der bekte
mogendheden tot een gelijktijdige en weder-
keerige ontwapening te land en ter zee.
Op dit punt is er echter een belangrijke
afwijking tusschen de beide antwoorden.
Duitschland's antwoord bevat namelijk een
beperking, die in het Oostenrijksche gemist
wordt.
De Keizerlijke regeering te Berlijn is slechts
dhn bereid een voorstel tot geleidelijke en weder-
keerige ontwapening te steunen, wanneer dit te
rijmen is met de levensbelangen van het Duitsche
Rijk.
In theorie kan niemand op deze beperking
ernsiige aanmerking makendoch in de practijk
zal Duitschland zelf uitmaken, wat het onder
zijn levensbelangen verstaat.
En, gezien het tusschen de staten bestaande
wantrouwen, zal deze zinsnede door de
gealliëerden natuurlijk in den ongunstigsten zin
worden uitgelegd.
Van den anderen kant echter zou deze zin
snede Z. H. den Paus aanleiding kunnen geven
tot voortzetting der onderhandelingen.
We merkten, bij de bespreking van Wilson's
antwoord, reeds op, dat de Pauselijke diplo
matie hem zou kunnen vragen: welke waar
borgen verlangt gij van het Duitsche volk, dat
het den vrede zal handhaven en de voorwaarden
van het vredesverdrag eerbiedigen?
En evenzoo zal Z. H. de Paus aan Duitsch
land kunnen vragen; Wat verstaat gij onder uwe
„levensbelangen?"
Bovendien moet anderzijds op een zeer belang
rijke tegemoetkoming in Duitschland's antwoord
de aandaeht worden gevestigd. Een tegemoet
koming, waarover wij ons zelfs eenigszins
verbazen en die zoo merkwaardig is, dat alle
vredesvrienden goed zullen doen haar in het
volle licht te stellen.
Terwijl namelijk de Duitsche nota begint met
een uitvoerig betoog over de vredelievendheid
des Keizers, een betoog, dat in dit antwoord
zonderling aandoet, daar de Paus er natuurlijk
in zijne voorstellen niet aan gedacht heeft deze
kwestie in het geding te brengen komt ze
dan tot deze conclusie omtrent de aanleidende
oorzaak van den oorlog:
Een rampzalige aaneenschakling van
gebeurtenissen heeft in het jaar 1914
plotseling een veel belovenden ontwikke
lingsgang gestremd en Europa in een bloe
dig gevechtsterrein herschapen.
Dit is in een hoogst-officiëel, Duitsch regee-
ringsdocument een soort stilzwijgende erkenning,
natuurlijk niet van Duitschland's schuld aan
den oorlog dit te verwachten zou dwaasheid
zijn maar dan toch hiervan, dat ook de
„anderen" geen schuld dragen.
Terwijl in de redevoeringen der Duitsche
Rijkskanseliers en in de persartikelen beurtelings
Rusland, Frankrijk, Engeland en in den laatsten
tijd weer Rusland als de eigenlijke verwekkers
van den wereldstrijd werden aangewezen, wordt
thans „een rampzalige aaneenschakeling van
gebeurtenissen", een soort ongelukkig noodlot
dus, als oorzaak aangewezen.
Deze zeer verscholen met diplomatieke voor
zichtigheid omschreven wijziging in Duitsch
land's inzichten ten opzichte van het ontstaan
van den oorlog mag niet licht worden geteld en
kan worden geacht een belangrijke stap te zijn
op den weg tot toenadering.
Hoezeer dan ook met droefheid moet worden
geconstateerd, dat veel, ja bijna alles wordt
gemist in 't Duitsche antwoord, wat 'n spoedigen
vrede zou doen voorzien, toch dient anderzijds
erkend, dat de beide antwoorden der Centrale
Rijken de kans op vrede althans niet verkleind
hebben en Z. H. den Paus gelegenheid bieden
tot het aandringen op nadere pretiseering.
Verdere Pauselijke stappen mogen dan ook
wel verwacht worden.
P.
WEENEN, 21 Sept. (Korr. Bur.) Het door
den minister van buitenlandsche zaken aan
den Pauselijken nuntius overhandigde ant
woord van Z. M. den Keizer op de vredes
nota van den H. Vader van 1 Augustus, luidt
als volgt:
H. Va d er.
Met verscliuldigden eerbied en diep bewo
gen hebben Wij van den nieuwen stap kennis
genomen, die TT, H., ter vervulling van het
u door God opgedragen Heilige ambt, bij ons
en bij de hoofden der andere oorlogvoerende
Staten heeft ondernomen, in het edele
voornemen om de zwaarbeproefde volken te
brengen tot de eenstemmigheid, die hun den
vrede weergeeft.
Met een dankbaar hart ontvangen wij deze
nieuwe gave van vaderlijke voorzorg, die U,
H. V., aan alle volken steeds en zonder on
derscheid heeft betoond, en wij begroeten
uit de diepte onzer ziel de aangrijpende ver
maning aan de regeeringen der oorlogvoe
rende volken.
Tijdens dezen gruwelijken oorlog hebben
wij steeds opgezien tot IJ. H., als tot de hoog
ste persoonlijkheid, die krachtens Uwe. bo
ven bet aardsche uitreikende zending, en
dank nwe hooge opvatting van de u opge
legde plichten, hoog boven de oorlogvoerende
volken staat, en die voor lederen invloed on
toegankelijk den weg zou mogen vinden, die
tot verwezenlijking van onzen eigen wensch
naar bet doen ontstaan van een duurzamen
en voor alle deelen eervollen vrede zou kun
nen leiden.
Sedert wij den troon onzer voorvaderen
hebben bestegen en bewust van de verant
woordelijkheid welke wij voor God en de men-
schen voor het ons toevertrouwde lot der
Oostenrijkscb-Hongaarsche monarchie dra
gen, hebben wij nooit bet doel uit het oog
verloren, onze volken ten spoedigste weder
de zegeningen des vredes deelachtig te doen
worden.
Spoedig na onze komst aan de regeering
was het ons dan ook vergund in gemeenschap
met onze bondgenooten een reeds door wijlen
onzen verheven voorganger, keizer Franz
Joseph, overwogen en voorbereiden stap te
doen in het verkrijgen van een eervollen en
duurzamen vrede.
In onze bij de opening van den Oostenrijk-
schen Rijksdag gehouden troonrede, hebben
wij die wenschen uitgesproken en daarbij er
op gewezen, dat wij naar een vrede streven,
die het verdere leven van de volken zou be
vrijden van haat en wraakzucht en die hen,
voor lange geslachten, tegen bet gebruik van
wapengeweld zal verzekeren.
Onze gemeenschappelijke regeering heeft
inmiddels niet nagelaten herhaaldelijk en
dringend in de geheel© wereld te verkondi
gen don wil van ons en van de volken der
O.-H. monarchie, aan het bloedvergieten,
door een vrede, zooals die ook U. H. voor
oogen staat, een einde te maken, gelukkig in
de gedachte, dat onze wenschen van het begin
af op hetzelfde doel waren gericht als IJ. H.
thans als het wenseheliike aangeeft, hebben
wij de ons onlangs toegezonden concrete en
practische overwegingen van TT. H. aan een
diepe overweging onderworpen, die tot de
volgende resultaten heeft geleid.
Met de kracht van een diepgewortelde
overtuiging begroeten wij de leidende ge
dachte van U. H., dat de toekomstige wereld
orde onder vermijding van liet wapengeweld,
op de moreele macht van het Recht, de heer
schappij der internationale Gerechtigheid en
Wettelijkheid moge rusten.
Ook zijn wij doordrongen ven dé hoop/dat
een verheffing van het rechtsbewustzijn de
menschheid zedelijk zal regenereeren. Wij
vereentgeu ons daarbij met de. opvatting van
U.TT., dat onderhandelingen tusschen de oor
logvoerenden tot een overeenkomst daarover
moge leiden, en dat met het invoeren van
daarvoor dienende waarborgen, do toerus
ting te land en ter zee en in de lucht tege
lijk en aan allo zijden en successievelijk tot
een bepaalde maat zouden worden vermin
derd, en dat de van rechtswege aan alle vol
ken der aarde behoorende open zee van de
heerschappij of overheerseliappij van enke
len bevrijd en voor het gelijke gebruik van
allen opengesteld zou worden.
Do groote beteekenis voor den vrede van
het door U. H. voorgestelde middel, om in
ternationale strijdquaesties te onderwerpen
aan epn internationaal scheidsgerecht volko
men inziende, zijn wfi bereid ook over dit
voorstel van U. H. in onderhandeling te tre
den.
Als het, zoonis wij van ganscher harte wen
schen, zou gelukken tot overeenkomsten tus
schen de oorlogvoerenden te geraken, die
deze hooge gedachten verwezenlijken en
daardoor de Oostenrijk-Hongaarsche monar
chie zekerheid voor haar onbelemmerde ont
wikkeling bieden, dan kan het ook niet moei
lijk vallen, andere tusschen de oorlogvoeren
de staten nog te regelen qnaestios, in den
geest van gerechtigheid en billijkheid, en
met inachtneming van de wederzijdsehe
voorwaarden van bestaan, tot een bevredi
gende oplossing te brengen. Wanneer de vol
ken der aarde in den geest van deze voor
stellen van Uwe Heiligheid vredelievend met
elkaar in onderhandeling treden, dan zon
daaruit de duurzame vrede ontstaan; zij Von
den volkomen vrijheid van beweging hebben
op de open zee, zware materieele lasten
konden van hunne schouders worden geno
men en nieuwe bronnen van welvaart voor
hen worden geopend.
Geleid door een geest van gematigdheid
en verzoening zien wij in de door Uwe Hei
ligheid gedane voorstellen de geschikte
grondslagen voor de inleiding tot onderhan
delingen, ter voorbereiding van een voor al
len rechtvaardigen en duurzamen vrede, en
hopen levendig, dat ook onze tegenwoordige
vijanden door dezelfde gedachten bezield mo
gen zijn.
In dien zin smeeken wij den Almachtige,
'Vat IIV hst, door Uwé Heiligheid ingeleid
vredeswerk zal zegenen. Wii hebben de eer
enz."
BERLIJN. 21 Sopt. (Wolff.j (Officieel.),
Het antwoord van de Keizerlijk Duitsclio Ro-
georing op het Vredesvoorstel van den Paus
luidt aldus:
Aan Z. E. den Staatssecretaris van
Paus Benedict us XV. den heer
Gaspari te Rome.
Barlün, 21 Sopt,
Mijnheer de Kardinaal.
Uwe excellentie heeft die goedheid gehad, om
Z. M. den Keizier en Koning, mijmer allergana-
digsten Mieester, boj schrijven van 2 Augustus
een kennisgeving van Z. H. den Paus mee te
deelen. waarin Z. H.. vol bezorgdheid
over de
verwoestingen van den werekloorlog, een drin
gend vnedeöberoep op de. staatshoofden der
oorlogvoerende volken doet. Z. M. de Keizer en
Koning heeft mij van dit schrijven kennis ge
geven en mil de beantwoording opgedragen.
Reeds geruinien tijd Volgt Z. M. met giroeten
eerbied en opreohte dankbaarheid de bemoei
ingen van Z.H., om. in den geest van ware on
partijdigheid, het lijden van den oorlog naar
ritn krachten te verminderen en'het einde der
vijandelijkheden ie verhaasten. Do Keizer ziet
in den laatsten stap van Z. H. oen nieuw be
wijs van edele en mensebiiovende gezindheid en
hii voedt den lovendigen wensch. dat tot heil
der heele menecahheid aan den Pau9elijken op
roep succes moge beschoren ziin.
Het streven van Paus Benedictus XV den
weg te banen voor een verstandhouding onder
de volken, kon te zekerder op een sympathieke
ontvangst en overtuigden steun van Z. M. reke
nen, daar de Keizer van het begin zijner re
geering af zijn voornaamste en heiligste taak
heeft gezien daarin, om voor het Duitsche volk
en de wereld de zegeningen dés vredes te be
waren.
In de eerste troonrede, bii de opening van
den Duitsch en Rijksdag, 26 Juni 1888. beloofde
de Keizer, dat de liefde voor het Duitsche
leger en zijn verhouding tot dat' lichaam hem
nooit in de verzoeking zouden brengen, liet
land van de weldaden des vreldee te berooven.
indien niét de oorlog door een aanval op. het
Bijk of diipns bondgenoot een opgedrongen
noodzakelijkheid zou worden. Het Duitsche
leger moet ons den wrede verzekeren en. als
die toch gebroken werd. moest dit in staat ziin
met eere te strijden.
De Keizer heeft de gelofte, toen afgelegd, in
26 jaar van zegenrijke regeering. alle verdacht
makingen en verleiding ten trots, door daden
bevestigd. Ook in de crisis, die tot den huidigon
wereldoorlog leidde, is het het streven van
Z. M. geweest, tot het laatste oogenhlik toe.
die door vredelievende middelen te beslechten'
Toen de oorlog tegen zijn wensch en wil uitge
broken was, heeft de Keizer in vereenig'ng
met ziin beogen bondgenoot, het eerst ziin be
reidwilligheid om tot vredesonderhandelingen
te komen plechtig uitgesproken. Achter Z- M.
stond in wezenlijken vredeswil liet Duitsche
volk. Duitschland zocht binnen do nationale
«reuzen de vrüe ontwikkeling van ziin geeste
lijke en stoffelijke goederen en buiten ziin
grenzen onbelemmerde concurrentie met gelijk
gerechtigde en gelijk-geëerbicdigde natiën.
Een ongehinderd spel van de vredelievend in
do wereld met elkaar worstelende krachten
zou tot hoogste volmaking van de edelste
menschheidsgoedere^ geleid hebben. Een on
heilvolle samenloop van gebeurtenissen heeft
in 1914 een hoopvol ontwikkelingaleven ruw
onderbroken en Europa in een bloedig etrijd-
tooneel veranderd.
Vol waardeering voor de mededeel ing van
Z. II. heeft, de Keizerlijke regeering niet na
gelaten, de daarin ontvouwde denkbeelden aan
een ernstig en gewetensvol onderzoek te onder
werpen- Do bijzondere maatregelen, welke z\i
in de nauwste voeling met de
vertegenwoordiging van het
Duitsche volk genomen heeft voor da
beraadslaging over en do beantwoording van de
gestelde vraagstukken, getuigen eir van. hoezeer
6et haar aan het harte ligt. in overeenstem"
rning met do wenschen van Z. Iff het voorstel
tot scheidsrechterlijke beslissing in internatio
nale twistvragen té aanvaarden.
Wü doelen de opvatting van Z. H.. dat be
paalde regelen en zekere waarborgen voor een
gelijktijdige en wederziidsohe
beperking der wa pent oe rust in g.
te land, te water en in deluöht.
alsmede voor de ware vrijheid en het
gemeenschappelijk bezi't der
groote zoo die dingen ziin. bii welker be
handeling do nieuwe geest, die in de
toekomst ia de verhouding dar Staten tot
Sarteljorisstpaat 27.
TEL. I77Ü
3016
elkander heerscbent i al. den
eersten veelbelovenden vorm
mocht vinden in den Riiksdag
van 19 Juli 1.1. Deze resolutie bier.lt
bruikbare grondslagen voor een rechtvaardigen
en duurzamen VTode.
Met bijzondere sympathie begroet de Keizer
lijke regeering de leidende gedachte van het
vredesbewijs. waarin Z. H. op heldere wijze ziin
overtuiging uitspreekt, dat voortaan in
plaats van de materieole macht
der wapenen do moreele kracht
van het recht moet konen. Ook wii
ziin er van doordrongen, dat het zieke lichaam
der mensehenmaatschappii slechts door een
versterking van de zedelijke kracht van het
recht gezond kan worden. Hieruit zou. naar de
meening van Z. H., en uit de gelijktijdige ver
mindering van de strijdkrachten aller naties
en de o-prichting van een verplichtend scheids
gerecht vanzelf voortvloeien, dat internationale
geschillen niet meer door wapenen maar door
vredelievende bemiddeling, in het bijzonder
door scheidsgerecht, beslecht zouden worden.
Do belangrijke, vredestichtende kracht van
zoo'n lichaam erkennen wij met Z. H. ten volle.
De Keizerlijke regeering zal daarbij elk
voorstel steunen, dat met de
levensbelangen van het Duit
sche volk vereenigbaar is.
Duitschland is door ziin geografische ligging
en zijn oeconomische behoeften op vredelievend
verkeer met de naburen en met het verre bui
tenland aangewezen. Geen volk heeft, derhalve
moer dan het Duitsche volk reden te wenschen,
dat in de plaats van den alge-
moenon haat en s t r ii d eenver-
zoenlijker en broederlijke! geesw
tusschen de naties tot uiting komt-
Wanneer de volken, door dezen geest g&leid.
tot hun heil hebben ingezien, dat het er op
aankomt meer op het vereenigend*
dan het strbeidende in hun betrek
kingen den nadruk te leggen, zal 't hun geluk
ken zoo te regelen, dat aan elk volk bevredi
ken zou te regelen, dat aan elk volk bevredi*
gendé bestaansmogelijkheid verschaft wordt en
daarmee oen terugkeer van de
groote volkeren-catastrofe uitge
sloten schijnt. Alleen onder deze voorwaarde
kan oen duurzame vrede worden gevestigd, die
de geestelijke en oeconomische toenadering der
menscheliike maatschappij begunstigt.
Deze ernstige en oprechte overtuiging geeft
ona moed tot vertrouwen, dat onze tegenstan
ders in de door Z. H. ontwikkelde denkbeelden
oen gescbikten basis mogen zien. om. onder
voorwaarden, die strooken met den geest
der billijkheid en den toestand
van Europa, dé voorberei<4lng van een
toekomsti gen vrede te bevorderen.
Dr. MICHAELIS.
1
WERELDBRAND"
0E NIEUWE SLAG IN VLAANDEREN - HET
TACTISCHE SUCCES DER ENGELSCHEN -
STRATEGISCHESUCCESSENTE WACHTEN?—
DE DUITSCHE DOORBRAAK BIJ JACOBSTADT
Do Engelsehen bobben ontegenzeglijk ge
loerd. Zij hebben ingezien, dat hun vioegeraj
methode: een dagenlang zwaar bombarde
ment den vijand al te zeer gelegenheid gaf tot
toebereidselen. En ditmaal zijn £ij tot den
aanval overgegaan na een zéér krachtig, kort
roffel vuur.
Het element der verrassing was nu wèl
aanwezig,-en het gevolg was, cLat de Duit
sclie verliezen veel zwaarder waren dan ge
woonlijk, omdat de linies der Duitschers v el
dichter bezet waren dan anders.
Eon officieel Engelsch bericht meldt dan
ook:
„Meer in bij-zonderheden tredende berich
ten over den slag van gisteren bevestigen
de volkomenheid van ons succes. Plaatselijke
aanvallen in den avond door ons ten N.O.
van Langomarck hebben een aantal steun
punten opgeruimd. Daarmee is da vermeeste
ring van onze doelpunten in die streek af
gerond.
„Het -slaat nu vast, dat de vijand in da vele
tegenaanvallen met aanzienlijke strijdkrach
ten 's middags en 's avonds ondernomen, bui
tengewoon zwaar geteisterd is.
„Het heldere zicht van het laatste deel van
den dag heeft het onzen troepen mogelijk
gemaakt, de lucht te krijgen van de op
handen zijnde aanvallen, in élk géval zijn
de voorste linies der Duitsche infanterie door
het samengetrokken vuur uit geweren, mar
chinegeweren en artillerie vernield. De hard
nekkigheid, waarmee do vijand gedtadig zijn
aanvallen herhaalde, deed zijn verliezen en
kel aanzwellen zonder dat hij1 eênig bruik
baar terrein heroverde, dat wij hadden geno
men. Door zijn voorafgegane krachtsontwik*
keling uitgeput, deed de vijand 's nachts geen
tegenaanvallen en onze troepen konden da
stellingen vrijelijk In orde brengen. Onza
eigen verliezen in den elag zijn
licht."
Een Engelsch bericht van gisteren
avond meldde nog:
„Wij hebben op een aantal punten onze
linie naar voren gebracht en alle tegenaan
vallen gekeerd. Het aantal gevange
nen overtreft de 3000."
Ofschoon dit .cijfer niet zoo bijzonder hoog
is, mag toch l4t tactische succes der Engel
sehen belangrijk heeten. De al les beii eerschen-
d© vraag blijft echter of al die tactische suc
cessen eens zullen uitgroeien tot een Strate
gisch.
De militaire deskundig© van de Daily News
ziet de nadering van een strategisch" succes
tisssi