Gemeente-Ei eGtriciteitsbedrijf
legen van schoorsteenen enz.
WAARSCHUWING.
Heemstede
DE DAG
BINNENLAND
Kolendistribuftie
Waarschuwing.
Koiendistributie
BUITENLAND
P. W. TWEEHUIJSEN,
uiterste zuinigheid in het begin van den winter
GOEDKOOPE MELK.
Verstrekking
van Goedkoope Melk
Weest buitengewoon zuinig met uw
brandstof.
District Haarlem en Omstreken
Weest buitengewoon zuinig met uw
brandstof.
district Haarlem en Omstreken
Aan H.H. Loodgieters en Kleermakers
waarschuwen"
bons strikt persoonlijk
Bij overtreding volgt onmiddellijke
uitsluiting van goedkoope melk.
Sterke Jongens- en Meisjes
SCHOOLL AARZEL.
tATËRDAG 29 SEPTEMBER «917
42STE JAARGANG No.9451
PER KWARTAAL
HAARLEM
AGENTSCHAPPEN:
BEDRAAGT
ABONNEMENTSPRIJS
PER WEEK I3i/a CENT; FRANCO
KWARTAAL f 2,12»
Dit nummer bestaat uit vier bladen, waar
onder het Geïllustreerd Zondagsblad in acht
bladzijden.
EERSTE BLAD.
HAARLEM
Aan electriciteitsverbruikcrs te HAARLEM,
behoorende tot de groep particuliere verbruikers,
wordt medegedeeld, dat zij in ruil
voor eiken K.L. steenkolen,
welke zij van hun brandstoffen-rantsoen wen-
schen af te staan, over het tijdperk van 1 Octo
ber 1917 tot en met 31 Makrt 1918
■n totaal 180 K.W.U.
voor verwarming kunnen ontvangen.
Aan hen die daartoe wenschen over te gaan,
wordt verzocht hiervan bericht te zenden met
vermelding van het aantal H.L. en het nummer
van hun brandstoffenrantsoenkaart aan de
Directie van het Gemeente-Electriciteitsbedrijf
alhier. 4872
De Directeur,
J. A. REUS.
(gemeenten HAARLEM, BLOEMENDAAL,
BENNEBROEK, HEEMSTEDE, SCHOTEN,
sPAARNDAM en HAARLEMMERLIEDE EN
SPAARNWOUDE.)
Ten einde teleurstellingen te voorkomen,
worden de personen, gerangschikt in de klassen
III en hooger, nogmaals gewaarschuwd, dat
verstrekkingen boven de 12 brandstoffeneenheden
niet zullen plaats hebben, voor en aleer voor hen,
die in klasse I en II zijn ingedeeld, resp. 10 en
12 brandstoffeneenheden beschikbaar zijn geko
men.
Daar zulks waarschijnlijk laat in hét seizoen
liet geval zal zijn, is de
dringend geboden. 4885
De Directeur van het Brandsfoffenbureatt,
REITSMA.
(Gemeenten Haarlem, Bloemendaal, Heem
stede, Bennebroek, Schoten, Spaarndam
Haarlemmerliede en Spaarnwoude).
en
4886
wordt bekend gemaakt, dat vanaf 1 October
<ls. de Heer ED. A, v. BILDERBEEK, Secre
taris van de Kamer van Koophandel voor de
Confectiebedrijven, voor het uitgeven van bons
voor houtskool aan H.H. Loodgieters en Kleer
makers zitting zal houden in 't gebouw van de
Brandstoffen-Commissie, Oed. Oude Oracht
No. 18, van kwart over vijf tot kwart over zes,
iedeten werkdag, uitgezonderd des Zaterdags.
Directeur Brandstoffenbureau
REITSMA'.
4916
Burgemeester en Wethouders van Haarlem;
Overwegende, dat het gebruik van hout
en turf als brandstof (in plaats van anthra-
ciet), de aanlading van roet in schoorstee
nen aanmerkelijk vermeerdert;
de inwoners der gemeente om, TER VOOR
KOMING VAN BRANDGEVAAR, de rook
leidingen hunner woningen vóór den aanvang
van den aanstaanden winter te doen vegen.
scke politiek, dat zij de vrije hand willen heb
ben bij de vredesonderhandelingen, zal wan
trouwen wokken ten aanzien hunner voorne
mens.
Zoo zal de waanzinnige strijd met nieu
we verwoedheid worden voortgezet.
De Directeur van het Leverismiddeleabureau
jkengt ter kennis dat hem reeds thans meerdere
berichten bereiken over onregelmatigheden met
de bons voor goedkoope melk.
Hierdoor loopen allen gevaar dat van hooger
hand cene beperking of algeheel© intrekking der
maatregel wordt gelast.
leder verbruiker van goedkoope melk bedenke
dat de .i-n;,
syn en niet mogen worden afgegeven indien niet
Inderdaad daarvoor melk wordt gekocht.
De Metkleverander# mogen geen bons in
■ontvangst nemen indien daarvoor niet Inderdaad
melk is geleverd.
Bij overtreding volgt inhouding der melk-
fcealag.
De namen der overtreders zoowel van de melk-
verbruikers als van de leveranciers zullen in
de plaatselijke bladen wordep bekend gemaakt
4904
De Directeur van het Gemeentelijk Levens
middelenbureau te Haariem brengt het volgende
ter kennis:
de Commissie voor Goedkoope Melk zal
zitting houden in zijn bureau, Kamér No. 11
van 1—5 uur N.M
op Maandag 1 October a.s. voor houders
van aanvraag-formulieren nummers 1000-1700
op Dinsdag 2 October a.s. voor houders van
aanvraag-formulieren nummers 1700-2400.
Verkrijgbaar op Bon No. 74, 1 ons Rijst
No. 75, 1 ons Gort; No. 76, i ons bak- en
braadvet; No. 77, 2 ons zeep. 4899
etas.
Er is een officieel® regeeringsverklaring
gepubliceerd ten aanzien Van de beschuldi
ging, dat Nederland in Amerika ten behoeve
van Duitschland munitie zou hebben gekocht.
Duitschland bad iudertüd in Amerika een
partij granaatkartetsen en roekloos buskruit
gekocht, doch kon dit niet meer toegevoerd
krijgen, waarom het Nederland den koop aan
bood. Van dezen verkoop aan Nederland is
echter nimmer iefe gekomen.
TJltS reederskringen wordt vernomen, dat
de prijs der Engelsclie kolen gemiddeld 30
shilling per ton (vrij aan boord) bedraagt.
Met inbegrip van vervoer, garantie enz., zou
den deze kolen in Nederland te leveren zijn
tegen 70 k 80 gulden per ton.
ff Oeen vrede.
Na de redevoeringen van den Duitscben
Rijkskanselier en den Minister van Buiten-
landsche Zaken von Kühlmann, gisteren in
den Rijksdag uitgesproken, kan men wel zeg
gen, dat de Kerstklokken van 1917 geen vrede
zullen luiden over het geteisterde Europa.
Tenzij er halve wonderen gebeuren.
Immers; de Rijkskanselier heeft niet alleen
vlakaf geweigerd de Duitsehe vredesvoor
waarden te noemen; maar hij beeft nog eens
in een afzonderlijke verklaring met nadruk
verzekerd, dat Duitschland bil eventueels on
derhandelingen ten opzichte van België nog
steeds de vrije hand heeft en wil behouden.
Hoe dit te rijmen valt met de bekende vre-
desmotie van den Rijksdag, waarin verklaard
werd, dat Duitschland geen annexatie en
geen schadeloosstelling wensoht, is niet recht
duidelijk.
De Rijkskanselier heeft toentertijd ver
klaard zich met die motie te kunnen vereeni
gen, „zooals ik haar opvat."
Het blijkt dus nu, dat hü haar niet o(p-
vatte in dezen zin: dat Duitschland zich zou
verbonden hebben België niet te anncxeeren.
Want hij verklaart, dat Duitschland, ook ten
opziahte van België nog de vrije hand heeft.
Naar allen schijn hebben do aotie der nieu
we Yaderlandsche Partij, de kennelijk ook in
het Centrum toenemende al-Duitsohe sym
pathieën en do ohaoo in Rusland de vredes
gezind hedid1 bij de Duitsehe Regeering aan
merkelijk verzwakt
Ook de houding der Entente-mogendheden,
welke de nieuw-opkomende actie der „Va-
derlandoche Partij" een andere vlag op het
partyschip der Conservatieven eh der al-
Duitschers ten zeerste begunstigdo zal ba
ren invloed op de Duitsehe regeering hebben
doen geldon.
Wat ook de oorzaken mogen zijn: de ver
klaringen van Maohaëlis en von Kühlmann
hebben de gestegen vredeskansen weer een
heel eind omlaag gedrukt
In de Entente-landen, in Engeland vooral,
zullen de verklaringen betreffende België ecu
prachtig propaganda-materiaal vormen om
de zinkende oorlogssternming opnieuw te
prikkelcö-
En de verklaring van de leiders der Duit- I
WERELDBRAND
DE RIJKSKANSELIER EN DE DUITSCHE MI
NISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN OVER
0UITSCHLANDS VREDESVOORWAARDEN -
ZIJ WEIGEREN IEDERE BINDENDE VERKLA
RING - ALLE PARTIJEN STEUNEN HEN
BEHALVE DE SOCIAAL-DEMOCRATEN.
In de gisteren gehouden zitting
van de Centrale, Rijksdag-ootmnissie -heb
ben de Riikskauselicr en Von Kühlmann
hoogst belangrijke redevoeringen uitgespro
ken over do Duitsehe vredesvoorwaarden en
alles wat daarmede verband houdt. De rijks
kanselier is zijn rede begonnen mot woorden
van wannen dank aan leger en bevolking
en met een overzicht van de schitterenda
militaire successen Van de laatste weken.
Daarna liet de spreker licht vallen op de vol
komen eensgezindheid en overeenstemming doé
politieke leiders van Duitschland en zijne
bondgènooten.
Verder sprak hij over den bevredigenden!
stand der Duitsehe betrekkingen met de on
zijdigen, die ook door de ongehoorde inspan
ning van het gestook ia de vijandelijke pers
niet konden worden gestoord. Zwitserland, den
Nederlanden en Spanje werd voor hun onbaat
zuchtige werkzaamheid op net gebied der
menschlievende verzorging in rechtstreekscli
verband met dan oorlog bijzondere dank be
tuigd. De rijkskanselier Vestigde er de aan
dacht op, dat do Duitschers ten zeerste de noo-
den betreuren, waarin de oeconomische .oorlog
der Entente, waarbij de Veroenigde Staten;
zich onlangs zeldzaam onbehouwen hebben ge
voegd, de neutraion dompelen, èn dat zo
steeds bereid zijn aan de verzorging van d)
bewoners der onzijdige landen met de noodigoi
levensbehoeften in zoover dool te nemen, als.
de oorlog, die op hun éigen krachten en hulp
bronnen beslag legt, dit gedoogt.
In groote lijnen schetste de rijkskanselier!
vervolgens dén staat van zaken in de yijan
delijke Xanden, wier toenemende moeilijkhe
den hij ontvouwdo.
Da Rijkskanselier behandelde daarna het
antwoord der middenrijken op de Pauselijke
nota en hot vraagstuk der oortogsdoeleindonf
en zeidcde Duitsehe nota is, \joor zoover
is pa te gaan, door onze vrienden en bond-
genooten met instemming, door het raeeren-
deel onzer tegenstanders met klaarblijkelijke!
verlegenheid opgenomen. De kritiek, waar
naar ook van bevriende of van welmeenend*
zijde is getracht, richt zich in eerste linie
daartegen, dat stellig» verklaringen over dol
afzonderlijke vraagstukken in d. nota niet
zijn gegeven. Het is bezwaarlijk te begrij
pen hoe kenners van den internationalen toe
stand en van de internationale gebruiken ooit
konden gelooven dat wij! in een door ons af
gelegde openlijke verklaring de oplossing van
zulke gewichtig» vraagstukken, die in on
verbreekbaar verband staan tot de gelieele
bij' eventueele vredesonderhandelingen te be
spreken groep van vraagstukken, door een
eenzijdig» verklaring te onzen nadeel© zou
den vastleggen. Elke dergelijke' verklaringi
in het tegenwoordige stadium sleohta
zou
verwarrend werken en de Duitsehe belangen
sohaden.
.Waren wij in bijzonderheden getreden, dan
zou dat kan uit de houding der vijandelijke
pers nu reeds stellig worden opgemaakt
het wachtwoord in het kamp der tegenstanders
jiijn geweest: de Duitsehe tegemoetkomingen
moeten als kenteekenen van Duitschland's
slinkend» kracht worden aangemerkt en der
halve naar onmiddellijk daaruit volgt als cre-
die tpost [worden gebiekt. Wij zouden den vrede
geen stap nader zij.» gekomen. Integendeel,
de overtuiging bij de tegenpartij, dat alleen
de slechte staat van zaken ten onzent ons
genoopt kon hebben, een "houding aan te ne
men, die niemand, op diplomatiek gebied thuis,
ook maar in do verste verte zou kunnen
vferklaren, zou vast en zeker den oorlog heb
ben verlengd.
Ik maak voor de rijksnegeering aanspraak
op het recht, waarop de toonaangevend© staats
lieden van allo vijandelijke stoten voor zich
aanspraak maakten en inog lot het jongste
verleden aanspraak maken. Ik moet het stand
punt der rijksregeering reent, duidelijk ma-
kon, waarvan wij- ons niet zullen laten af
dringen: voor het oogenblfk moet, Ik er van
afzien om onze oorlogsdoeleinden scherp te
omschrij ven en onze onderhandelaars de han
den to binden.
Als de leden van het Hooge Huis on de pers
zich met ons op dit standpunt plaatsen zou
de toestand onberekenbaar v ergeüiak.kelijkt
worden eu ontwikkeld worden en ruim baan
gemaakt voor den vrede ten zegen van het
vaderland.
Ten slotte nam tie rijkskanselier Wilson's
antwoord op de pauselijke nota onder ban
den. Evenmin als Wilson's nota zal eenig
ander vijandelijk pogen den Duitsehen volke
geest van 4 Augustus 1914 baas worden. Die
geest blijft in stand en zal zegevieren, zoo
lang de tegenstanders, die aan alle kanten
om ons heen staan, ons tot verdediging van
bestaan en toekomst dwingt.
Na den rijkskanselier beeft staatssecretaris
von Kühlmann het woord genomen, Hü be
toogde: h
In aansluiting bii de uiteenzetting van deü
heer rijkskanselier zij het mij vergund, nog
eenige punten op den voorgrond te brengen.
In de eerste plaats wil ik met eenige woorden
op de berichten ingaan, die in de vandaag
verschenen ochtendbladen hebben gestaan.
Er bestaat geen Duitsehe nota over België.
Het is een der vermetelste verzinsels, die ik
ooit in.mijn politieke loopbaan ben tegenge
komen. Waarschijnlijk is ze van Franseho
herkomst. Van do beele zaak is geen woord
waar.
De telegraaf bracht ons gisteravond en
vanochtend vroeg door Réuter overgeseinde
uittreksels uit een rede, die Asquith, de lei
der van de oppositie in het Britsehe Lager
huis heeft gehouden.
Als Reuter's uittreksels een nauwkeurig
beeld geven van wat Asquith heeft gezegd,
geloof ik, in elk geval te kunnen beweren,
dat hij ons op den weg, dien Europa be
hoeft geen stap verder heeft gebracht.
Ik kom nu op de nota van Z. H. den Paus.
Hoe de rechtstrëekscbe uitslag van den stap
ter bevordering van den vrede er ook moge
uitzien, dit eene waag ik nu al te zeggen,
dat dit moëdigo initiatief van den Paus, die
zich, op een hoogen post staand en steunend
op de eerwaardigste overlevering van een
meer dan duizendjarige priesterwaardigheid,
in 't bijzonder tot de bemiddelaarsrol geroe
pen voelde, een hoofdstuk in de geschiedenis
van dezen ontzaglijken volkenstrijd zal be-
teekenen, hetwelk de pauselijke diplomatie
tot onverwelkbaren roem zal strekken. Het
was een daad, toen de Paus het woord vau
vrede in bet gewoel van den slag, die Euro
pa in een Moedigen wrakhoop dreigt te her
scheppen.
Juist het Duitsehe volk en de Duitsehe re
geering, win het.Jjewustziin van den kracht en
innerlijk© gerustheid het altijd gemakkelijk
heeft gemaakt, lmn bereidwilligheid tot een
eervollen vrede te verkondigen, hebben volop
reden om het initiatief dér Curie dankbaar
te begroeten, omdat it bun daardoor mogelijk
werd, de nationale Duitsehe politiek opnieuw
op heldere en ondubbelzinnige wlize bloot
to leggen. Ik zeg met opzet: nationale
politiek, want ik hoop en geloof, dat. de ant
woordnota van de Duitsehe regeering zoowel
overeenkomstig het ontstaan als den inhoud
daarvan voorzoover dit. in 't algemeen van
eenig politiek document kan worden gezegd,
den wil van een flinke meerderheid van het
Duitsehe volk belichaamt.
Niet alleen uit internationaal oogpunt is
de pauselijke nota een document van betee-
kenis, ook voor onze louter Duitselte ontwik
keling Is ze een mijlpaal. Zij toeli is de eerste
vrucht der samenwerking tusscben alle fac
toren der regeering en vertegenwoordigers
van het Duitsehe parlement, die hier voor
het eerst werd beproefd. Tn zoo'n vertrouwe
lijkheid werd de samenwerking, als nnin ge
heugen mij niet in den -leek Iaat, zelfs in
zuiver parlementaire landen nooit beproefd.
Juist deze samenwerking, bet verloop en de
uitkomsten daarvan kunnen dit mag ik
wel uitspreken een staatsman, dien de
Duitsehe politiek ter harte gaat, vol vertrou
wen en hoop stemmen.
Een buitenlandsebe politiek, die niet, wat
haar breede, eigenlijke grondslagen aangaat,
door de toestemming.
In den vreemde wordt druk do legende
gecolporteerd, dat er in Duitschland een po
litiek vau de regeering en een van het volk
bestaat. Dit is tegenwoordig zeer zeker een
legende.
Werkelijk vitale kwesties, waarbij de al-
gemeene eensgezindheid zou ontbreken, zijn
niet denkbaar. In dedns er niet voor.terug,
het uit te spreken, dat ik van de harmonische
samenwriring, gelijk die iu nauw verband
voor de beantwoording van de pauselijke no
ta tusschen parlement en regeèring in baar
werk ging, liet besta «w»r de toekomst be
looft en dat ik daarbij blijmodige indrukken
heb opgedaan.
Ik kan vaststellen dat de grondslag van de
Dnitsche antwoordnota, gellik de regeering
daarmee aankwam, den vertegenwoordigers
van alle partijen aannemelük voorkwam.
De Duitsehe politiek schent luist uit liet
bewustzijn barer volkomen eens gezindheid
met bet Duitsehe parlement en bet Duitsehe
volk haar kracht. Ik heb er bezwaar tegen
om al te zeer in do Mizonderheden der nota te
treden.
Ik wil slechts in het kort pogen uiteen te
zetten, uit welken geest de nota gesproten is en
wat de voorwaarden voor haar uitwerking zijn.
In het vierde jaar van den geweldigen oorlog
wierp Z. H. de Paus met nog grooter ernst en
zorg grooten nadruk dan vroeger onder de vol
ken van Europa het woord van vrede op aarde.
Het woord klinkt ons heden als een sprookje in
da ooren. Het oude Europa staat ons allen nog
duidelijk voor den geest en ik zeg niet te veel
wanneer ik beweer dat voor geen der staten in
dit oude Europa de toestand, gelijk deze gedu
rende de laatste veertig jaar toestond, zóó ondra
gelijk was dat hij op gevaar af van zichzelf te
vernietigen, de opheffing ar van moest beweric-
steHigen. Dat Europa niet t« gronde gaat, is
wellicht heden nog, midden in dezen geweldigen
oorlog, het gemeenschappelijk belang van alle
groote mogendheden. De definitieve ineenstorting
zou eiken 3taat op zichzelf, tot welken groep h
ook behooren moge, zwakker en in de toekomst
armer achterlaten, verscheiden geheel vernietigd.
Toen de jonge groote mogendheid Duitsch
land, weldra 50 jaren geleden, haar intrede deed
in den kring van groote mogendheden, is zij van
geen enkele zijde vriendelijk begroet geworden.
Maar deze 50 jaren hebben me dunkt, bewe
zen, dat Europa met het machtige Duitschland
in zijn midden rustig kan leven.
De Paus verkondigt vrede op aarde, doch ook
thans nog geldt het woord: vrede dengenen, die
van goeden wille zijn.
Zoo lang onze tegenstanders uitgaan van den
waan, de verstandige menschen onder hen
weten, dat het een waan is dat het oogenblik
kan aanbreken, waarop het Duitsehe volk in zak
'en asch boete doet, zich vol berouw op de borst
Barteijorisstraai 27.
TEL. !77u
zou slaan en onder het Kaudijnsche juk van
smadelijke eischen doorgaan, zoo lang zal het
zwaard het woord moeten blijven voeren. Het
zal weliswaar niet gemakkelijk zijn om den vol
ken der entente, opgezet door legenden, die in
het begin van den oorlog geweven werden, de
waarheid te toonen zónder er doekjes om te
winden, toch is dat noodig. want anders kan de
nieuwe geest niet ontstaan, en het ontstaan van
dezen nieuwen geest is de onmisbare voorwaarde
voor een gelukkigen afloop van deze gruwelijke
volkenworsteling.
Het Duitsehe volk is innerlijk vast overtuigd,
dat het een rechtvaardigen oorlog voert en uit
deze overtuiging welt de kracht op, die het in
staat stelt, de weergalooze offers, welke dagelijks
van hem worden geëischt, blijmoedig te brengen.
De pauselijke nota plaatst de volken van Europa
nog éénmaal op den kruisweg; nog éénmaal is
hun, vóór den beslissenden winterveldtocht, de
mogelijkheid gegeven, weliswaar uit diepe won
den bloedend, doch met een blank schild, den
wederopbouw van Europa te beginnen. Thans
staat het aan Duitschland's tegenstanders, om
te bewijzen, of ook zij den ademtocht van een
nieuwen geest hebben bespeurd. In de komende
weken kan het groote vraagstuk worden beslist
of vriend en vijand, met achting voor de weder-
zijdsche krachtman wapenen, de bloedige degen
zullen laten zakken of de beslissing der wapenen
zullen inroepen.
Een eensgezind Duitschland kan niet verslagen
worden. Onze eensgezindheid in de vraagstukken!
der groote politiek, zooals deze in ons antwoord
op de pauselijke nota is weergegeven, vormt de(
voorwaarde voor onze geheele eensgezindheid en
het feit, dat deze eensgezindheid bij onze beraad-1
slagingen kon worden bereikt op grond van een
duidelijk en oprecht vredesprogram, verleent ons
een dubbel werkzame kracht.
Zoo staat het Duitsehe volk in deze beslissende
uren krachtig, doch kalm, machtig, doch gema
tigd, als ooit tevoren tot den strijd bereiddoch
ook bereid om mee te werken tot verwezenlijking
van het woord van vrede op aarde.
Na von Kuhlman verklaarde de Rijkskanselier,
trog:
Tien vertegenwoordiger van de vrijzinnigen!
betoogt terecht, dat de houding van de rijks-;
regeering ten aanzien van het oorlogsdoel door
mijn antwoord op de pauselijke vredesnota dui-;
delijk omschreven wordt.
Aangezien in dit antwoord de .vredesresolutie
van 19 Juli uitdrukkelijk was vermeld, behoeft
er geen verdere toelichting gegeven te worden;
Overigens moet ik nog hef volgende onder de-
aandacht brengen:
„Het in de laatste weken druk besproken be
richt, dat de rijksregeering reeds met deze of
gene vijandelijke regeering in overleg getreden
is en dat zij hierbij, volgens een naar ik ver
neem tamelijk verbreide meening, reeds bij voor-!
baat bezette gebieden en dus de kostbaarste
panden voor de aanstaande vredesonderhande
lingen prijsgegeven zou hebben, is onjuist. Ik
constateer, dat de rijksregeering voor eventueel*!
vredesonderhandelingen de vrije hand heeft. Dij
geldt ook voor België.
Bij de bespreking drukte een redenaar na-!
mens do sociaal-democratische fractie zijn!
leedwezen er over uit,. dat do Rijkskanselier)
ook thans het vredesdoel van Duitschland
niet nader omschreven heeft. Hij kon nier
toegeven, dat de bekendmaking er van in*
het binnenland verwarrend, en verlengend'
op den oorlog zou werken.
.Wat Elzas-Lotharingen betrof, dit land kon
niet aan do plannen en aucxat.ic-dceleinden'
van Frankrijk opgeofferd worden.
D'e Rijkskanselier moest openlijk en ondub-
belzinnig van alle annexionistische plannen
en oorlogsdoeleinden afzien, en er nogmaals'
op wijzen, dat hij volkomen accoord gaat met
het besluit van de Rijksdagmeerdérheid.
Een spreker namens de vooruitstrevende
volkspartij erkende de rtiiliiaire praestaties
ten volle, maar betwijfelde of het einde van
den oorlog door middelen van de wapenen
bereikt kon wórden.
Spreker begroette de antwoord-nola aan
den Paus als de voortzetting van de poli
tiek der Riiksdagmeerderheid van 19 Juli.'
Zijn vrienden waren het er ook mee eens,
dat do territoriale kwesties in het antwoord'
aan den Pans met zooveel reserve behandeld)
waren. Ons succes hing er vau af, dat, wij
ons niet door binnenlandsehe twisten lieten'
verzwakken, maar daarvan kon geen sprake'
zijn.
Een lid van de Duitsehe fractie wees er op
dat hét jnjist waa dat het DDuitseho volk)
den vrede wilde, maar geen verzakingsvi-e-j
de. Aan oen vergelijk met Engeland kon hij!
niet gelooven, want dit berustte op onderwee-!
ping van Duitséhland. Dit moest echter zor-1
gen, dat het voor zijn economische, militairei
en politieke beveiliging land krijgt.
Hij kon nipt toegeven, dat deze eieoh den-
oorlog kon verlengen.
Een Centrh ma-afgevaardigde noemde hetj
antwoord) op de Pauselijke nota het belang-,
rijkst© document, dat sedert lang verzonden'
is. Zijn betcekeni» ligt, afgezien van den in
houd, hoofdzakelijk daarin, dat regperir^
legerbestuur en Rijksdag ln volkomen ee:
gezindheid antwoord1 hebben gegevqn.
Voor een bespreking dezer redevoeu
NEDERLAND EN DE OORLOG.
Naar men meent té weten, komen dé
lelijke rapporten betreffende het gebeujfc
I
4904
3061