Gemeente-Ei eGtriciteitsbedrijf legen van schoorsteenen enz. WAARSCHUWING. Heemstede DE DAG BINNENLAND Kolendistribuftie Waarschuwing. Koiendistributie BUITENLAND P. W. TWEEHUIJSEN, uiterste zuinigheid in het begin van den winter GOEDKOOPE MELK. Verstrekking van Goedkoope Melk Weest buitengewoon zuinig met uw brandstof. District Haarlem en Omstreken Weest buitengewoon zuinig met uw brandstof. district Haarlem en Omstreken Aan H.H. Loodgieters en Kleermakers waarschuwen" bons strikt persoonlijk Bij overtreding volgt onmiddellijke uitsluiting van goedkoope melk. Sterke Jongens- en Meisjes SCHOOLL AARZEL. tATËRDAG 29 SEPTEMBER «917 42STE JAARGANG No.9451 PER KWARTAAL HAARLEM AGENTSCHAPPEN: BEDRAAGT ABONNEMENTSPRIJS PER WEEK I3i/a CENT; FRANCO KWARTAAL f 2,12» Dit nummer bestaat uit vier bladen, waar onder het Geïllustreerd Zondagsblad in acht bladzijden. EERSTE BLAD. HAARLEM Aan electriciteitsverbruikcrs te HAARLEM, behoorende tot de groep particuliere verbruikers, wordt medegedeeld, dat zij in ruil voor eiken K.L. steenkolen, welke zij van hun brandstoffen-rantsoen wen- schen af te staan, over het tijdperk van 1 Octo ber 1917 tot en met 31 Makrt 1918 ■n totaal 180 K.W.U. voor verwarming kunnen ontvangen. Aan hen die daartoe wenschen over te gaan, wordt verzocht hiervan bericht te zenden met vermelding van het aantal H.L. en het nummer van hun brandstoffenrantsoenkaart aan de Directie van het Gemeente-Electriciteitsbedrijf alhier. 4872 De Directeur, J. A. REUS. (gemeenten HAARLEM, BLOEMENDAAL, BENNEBROEK, HEEMSTEDE, SCHOTEN, sPAARNDAM en HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE.) Ten einde teleurstellingen te voorkomen, worden de personen, gerangschikt in de klassen III en hooger, nogmaals gewaarschuwd, dat verstrekkingen boven de 12 brandstoffeneenheden niet zullen plaats hebben, voor en aleer voor hen, die in klasse I en II zijn ingedeeld, resp. 10 en 12 brandstoffeneenheden beschikbaar zijn geko men. Daar zulks waarschijnlijk laat in hét seizoen liet geval zal zijn, is de dringend geboden. 4885 De Directeur van het Brandsfoffenbureatt, REITSMA. (Gemeenten Haarlem, Bloemendaal, Heem stede, Bennebroek, Schoten, Spaarndam Haarlemmerliede en Spaarnwoude). en 4886 wordt bekend gemaakt, dat vanaf 1 October <ls. de Heer ED. A, v. BILDERBEEK, Secre taris van de Kamer van Koophandel voor de Confectiebedrijven, voor het uitgeven van bons voor houtskool aan H.H. Loodgieters en Kleer makers zitting zal houden in 't gebouw van de Brandstoffen-Commissie, Oed. Oude Oracht No. 18, van kwart over vijf tot kwart over zes, iedeten werkdag, uitgezonderd des Zaterdags. Directeur Brandstoffenbureau REITSMA'. 4916 Burgemeester en Wethouders van Haarlem; Overwegende, dat het gebruik van hout en turf als brandstof (in plaats van anthra- ciet), de aanlading van roet in schoorstee nen aanmerkelijk vermeerdert; de inwoners der gemeente om, TER VOOR KOMING VAN BRANDGEVAAR, de rook leidingen hunner woningen vóór den aanvang van den aanstaanden winter te doen vegen. scke politiek, dat zij de vrije hand willen heb ben bij de vredesonderhandelingen, zal wan trouwen wokken ten aanzien hunner voorne mens. Zoo zal de waanzinnige strijd met nieu we verwoedheid worden voortgezet. De Directeur van het Leverismiddeleabureau jkengt ter kennis dat hem reeds thans meerdere berichten bereiken over onregelmatigheden met de bons voor goedkoope melk. Hierdoor loopen allen gevaar dat van hooger hand cene beperking of algeheel© intrekking der maatregel wordt gelast. leder verbruiker van goedkoope melk bedenke dat de .i-n;, syn en niet mogen worden afgegeven indien niet Inderdaad daarvoor melk wordt gekocht. De Metkleverander# mogen geen bons in ■ontvangst nemen indien daarvoor niet Inderdaad melk is geleverd. Bij overtreding volgt inhouding der melk- fcealag. De namen der overtreders zoowel van de melk- verbruikers als van de leveranciers zullen in de plaatselijke bladen wordep bekend gemaakt 4904 De Directeur van het Gemeentelijk Levens middelenbureau te Haariem brengt het volgende ter kennis: de Commissie voor Goedkoope Melk zal zitting houden in zijn bureau, Kamér No. 11 van 1—5 uur N.M op Maandag 1 October a.s. voor houders van aanvraag-formulieren nummers 1000-1700 op Dinsdag 2 October a.s. voor houders van aanvraag-formulieren nummers 1700-2400. Verkrijgbaar op Bon No. 74, 1 ons Rijst No. 75, 1 ons Gort; No. 76, i ons bak- en braadvet; No. 77, 2 ons zeep. 4899 etas. Er is een officieel® regeeringsverklaring gepubliceerd ten aanzien Van de beschuldi ging, dat Nederland in Amerika ten behoeve van Duitschland munitie zou hebben gekocht. Duitschland bad iudertüd in Amerika een partij granaatkartetsen en roekloos buskruit gekocht, doch kon dit niet meer toegevoerd krijgen, waarom het Nederland den koop aan bood. Van dezen verkoop aan Nederland is echter nimmer iefe gekomen. TJltS reederskringen wordt vernomen, dat de prijs der Engelsclie kolen gemiddeld 30 shilling per ton (vrij aan boord) bedraagt. Met inbegrip van vervoer, garantie enz., zou den deze kolen in Nederland te leveren zijn tegen 70 k 80 gulden per ton. ff Oeen vrede. Na de redevoeringen van den Duitscben Rijkskanselier en den Minister van Buiten- landsche Zaken von Kühlmann, gisteren in den Rijksdag uitgesproken, kan men wel zeg gen, dat de Kerstklokken van 1917 geen vrede zullen luiden over het geteisterde Europa. Tenzij er halve wonderen gebeuren. Immers; de Rijkskanselier heeft niet alleen vlakaf geweigerd de Duitsehe vredesvoor waarden te noemen; maar hij beeft nog eens in een afzonderlijke verklaring met nadruk verzekerd, dat Duitschland bil eventueels on derhandelingen ten opzichte van België nog steeds de vrije hand heeft en wil behouden. Hoe dit te rijmen valt met de bekende vre- desmotie van den Rijksdag, waarin verklaard werd, dat Duitschland geen annexatie en geen schadeloosstelling wensoht, is niet recht duidelijk. De Rijkskanselier heeft toentertijd ver klaard zich met die motie te kunnen vereeni gen, „zooals ik haar opvat." Het blijkt dus nu, dat hü haar niet o(p- vatte in dezen zin: dat Duitschland zich zou verbonden hebben België niet te anncxeeren. Want hij verklaart, dat Duitschland, ook ten opziahte van België nog de vrije hand heeft. Naar allen schijn hebben do aotie der nieu we Yaderlandsche Partij, de kennelijk ook in het Centrum toenemende al-Duitsohe sym pathieën en do ohaoo in Rusland de vredes gezind hedid1 bij de Duitsehe Regeering aan merkelijk verzwakt Ook de houding der Entente-mogendheden, welke de nieuw-opkomende actie der „Va- derlandoche Partij" een andere vlag op het partyschip der Conservatieven eh der al- Duitschers ten zeerste begunstigdo zal ba ren invloed op de Duitsehe regeering hebben doen geldon. Wat ook de oorzaken mogen zijn: de ver klaringen van Maohaëlis en von Kühlmann hebben de gestegen vredeskansen weer een heel eind omlaag gedrukt In de Entente-landen, in Engeland vooral, zullen de verklaringen betreffende België ecu prachtig propaganda-materiaal vormen om de zinkende oorlogssternming opnieuw te prikkelcö- En de verklaring van de leiders der Duit- I WERELDBRAND DE RIJKSKANSELIER EN DE DUITSCHE MI NISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN OVER 0UITSCHLANDS VREDESVOORWAARDEN - ZIJ WEIGEREN IEDERE BINDENDE VERKLA RING - ALLE PARTIJEN STEUNEN HEN BEHALVE DE SOCIAAL-DEMOCRATEN. In de gisteren gehouden zitting van de Centrale, Rijksdag-ootmnissie -heb ben de Riikskauselicr en Von Kühlmann hoogst belangrijke redevoeringen uitgespro ken over do Duitsehe vredesvoorwaarden en alles wat daarmede verband houdt. De rijks kanselier is zijn rede begonnen mot woorden van wannen dank aan leger en bevolking en met een overzicht van de schitterenda militaire successen Van de laatste weken. Daarna liet de spreker licht vallen op de vol komen eensgezindheid en overeenstemming doé politieke leiders van Duitschland en zijne bondgènooten. Verder sprak hij over den bevredigenden! stand der Duitsehe betrekkingen met de on zijdigen, die ook door de ongehoorde inspan ning van het gestook ia de vijandelijke pers niet konden worden gestoord. Zwitserland, den Nederlanden en Spanje werd voor hun onbaat zuchtige werkzaamheid op net gebied der menschlievende verzorging in rechtstreekscli verband met dan oorlog bijzondere dank be tuigd. De rijkskanselier Vestigde er de aan dacht op, dat do Duitschers ten zeerste de noo- den betreuren, waarin de oeconomische .oorlog der Entente, waarbij de Veroenigde Staten; zich onlangs zeldzaam onbehouwen hebben ge voegd, de neutraion dompelen, èn dat zo steeds bereid zijn aan de verzorging van d) bewoners der onzijdige landen met de noodigoi levensbehoeften in zoover dool te nemen, als. de oorlog, die op hun éigen krachten en hulp bronnen beslag legt, dit gedoogt. In groote lijnen schetste de rijkskanselier! vervolgens dén staat van zaken in de yijan delijke Xanden, wier toenemende moeilijkhe den hij ontvouwdo. Da Rijkskanselier behandelde daarna het antwoord der middenrijken op de Pauselijke nota en hot vraagstuk der oortogsdoeleindonf en zeidcde Duitsehe nota is, \joor zoover is pa te gaan, door onze vrienden en bond- genooten met instemming, door het raeeren- deel onzer tegenstanders met klaarblijkelijke! verlegenheid opgenomen. De kritiek, waar naar ook van bevriende of van welmeenend* zijde is getracht, richt zich in eerste linie daartegen, dat stellig» verklaringen over dol afzonderlijke vraagstukken in d. nota niet zijn gegeven. Het is bezwaarlijk te begrij pen hoe kenners van den internationalen toe stand en van de internationale gebruiken ooit konden gelooven dat wij! in een door ons af gelegde openlijke verklaring de oplossing van zulke gewichtig» vraagstukken, die in on verbreekbaar verband staan tot de gelieele bij' eventueele vredesonderhandelingen te be spreken groep van vraagstukken, door een eenzijdig» verklaring te onzen nadeel© zou den vastleggen. Elke dergelijke' verklaringi in het tegenwoordige stadium sleohta zou verwarrend werken en de Duitsehe belangen sohaden. .Waren wij in bijzonderheden getreden, dan zou dat kan uit de houding der vijandelijke pers nu reeds stellig worden opgemaakt het wachtwoord in het kamp der tegenstanders jiijn geweest: de Duitsehe tegemoetkomingen moeten als kenteekenen van Duitschland's slinkend» kracht worden aangemerkt en der halve naar onmiddellijk daaruit volgt als cre- die tpost [worden gebiekt. Wij zouden den vrede geen stap nader zij.» gekomen. Integendeel, de overtuiging bij de tegenpartij, dat alleen de slechte staat van zaken ten onzent ons genoopt kon hebben, een "houding aan te ne men, die niemand, op diplomatiek gebied thuis, ook maar in do verste verte zou kunnen vferklaren, zou vast en zeker den oorlog heb ben verlengd. Ik maak voor de rijksnegeering aanspraak op het recht, waarop de toonaangevend© staats lieden van allo vijandelijke stoten voor zich aanspraak maakten en inog lot het jongste verleden aanspraak maken. Ik moet het stand punt der rijksregeering reent, duidelijk ma- kon, waarvan wij- ons niet zullen laten af dringen: voor het oogenblfk moet, Ik er van afzien om onze oorlogsdoeleinden scherp te omschrij ven en onze onderhandelaars de han den to binden. Als de leden van het Hooge Huis on de pers zich met ons op dit standpunt plaatsen zou de toestand onberekenbaar v ergeüiak.kelijkt worden eu ontwikkeld worden en ruim baan gemaakt voor den vrede ten zegen van het vaderland. Ten slotte nam tie rijkskanselier Wilson's antwoord op de pauselijke nota onder ban den. Evenmin als Wilson's nota zal eenig ander vijandelijk pogen den Duitsehen volke geest van 4 Augustus 1914 baas worden. Die geest blijft in stand en zal zegevieren, zoo lang de tegenstanders, die aan alle kanten om ons heen staan, ons tot verdediging van bestaan en toekomst dwingt. Na den rijkskanselier beeft staatssecretaris von Kühlmann het woord genomen, Hü be toogde: h In aansluiting bii de uiteenzetting van deü heer rijkskanselier zij het mij vergund, nog eenige punten op den voorgrond te brengen. In de eerste plaats wil ik met eenige woorden op de berichten ingaan, die in de vandaag verschenen ochtendbladen hebben gestaan. Er bestaat geen Duitsehe nota over België. Het is een der vermetelste verzinsels, die ik ooit in.mijn politieke loopbaan ben tegenge komen. Waarschijnlijk is ze van Franseho herkomst. Van do beele zaak is geen woord waar. De telegraaf bracht ons gisteravond en vanochtend vroeg door Réuter overgeseinde uittreksels uit een rede, die Asquith, de lei der van de oppositie in het Britsehe Lager huis heeft gehouden. Als Reuter's uittreksels een nauwkeurig beeld geven van wat Asquith heeft gezegd, geloof ik, in elk geval te kunnen beweren, dat hij ons op den weg, dien Europa be hoeft geen stap verder heeft gebracht. Ik kom nu op de nota van Z. H. den Paus. Hoe de rechtstrëekscbe uitslag van den stap ter bevordering van den vrede er ook moge uitzien, dit eene waag ik nu al te zeggen, dat dit moëdigo initiatief van den Paus, die zich, op een hoogen post staand en steunend op de eerwaardigste overlevering van een meer dan duizendjarige priesterwaardigheid, in 't bijzonder tot de bemiddelaarsrol geroe pen voelde, een hoofdstuk in de geschiedenis van dezen ontzaglijken volkenstrijd zal be- teekenen, hetwelk de pauselijke diplomatie tot onverwelkbaren roem zal strekken. Het was een daad, toen de Paus het woord vau vrede in bet gewoel van den slag, die Euro pa in een Moedigen wrakhoop dreigt te her scheppen. Juist het Duitsehe volk en de Duitsehe re geering, win het.Jjewustziin van den kracht en innerlijk© gerustheid het altijd gemakkelijk heeft gemaakt, lmn bereidwilligheid tot een eervollen vrede te verkondigen, hebben volop reden om het initiatief dér Curie dankbaar te begroeten, omdat it bun daardoor mogelijk werd, de nationale Duitsehe politiek opnieuw op heldere en ondubbelzinnige wlize bloot to leggen. Ik zeg met opzet: nationale politiek, want ik hoop en geloof, dat. de ant woordnota van de Duitsehe regeering zoowel overeenkomstig het ontstaan als den inhoud daarvan voorzoover dit. in 't algemeen van eenig politiek document kan worden gezegd, den wil van een flinke meerderheid van het Duitsehe volk belichaamt. Niet alleen uit internationaal oogpunt is de pauselijke nota een document van betee- kenis, ook voor onze louter Duitselte ontwik keling Is ze een mijlpaal. Zij toeli is de eerste vrucht der samenwerking tusscben alle fac toren der regeering en vertegenwoordigers van het Duitsehe parlement, die hier voor het eerst werd beproefd. Tn zoo'n vertrouwe lijkheid werd de samenwerking, als nnin ge heugen mij niet in den -leek Iaat, zelfs in zuiver parlementaire landen nooit beproefd. Juist deze samenwerking, bet verloop en de uitkomsten daarvan kunnen dit mag ik wel uitspreken een staatsman, dien de Duitsehe politiek ter harte gaat, vol vertrou wen en hoop stemmen. Een buitenlandsebe politiek, die niet, wat haar breede, eigenlijke grondslagen aangaat, door de toestemming. In den vreemde wordt druk do legende gecolporteerd, dat er in Duitschland een po litiek vau de regeering en een van het volk bestaat. Dit is tegenwoordig zeer zeker een legende. Werkelijk vitale kwesties, waarbij de al- gemeene eensgezindheid zou ontbreken, zijn niet denkbaar. In dedns er niet voor.terug, het uit te spreken, dat ik van de harmonische samenwriring, gelijk die iu nauw verband voor de beantwoording van de pauselijke no ta tusschen parlement en regeèring in baar werk ging, liet besta «w»r de toekomst be looft en dat ik daarbij blijmodige indrukken heb opgedaan. Ik kan vaststellen dat de grondslag van de Dnitsche antwoordnota, gellik de regeering daarmee aankwam, den vertegenwoordigers van alle partijen aannemelük voorkwam. De Duitsehe politiek schent luist uit liet bewustzijn barer volkomen eens gezindheid met bet Duitsehe parlement en bet Duitsehe volk haar kracht. Ik heb er bezwaar tegen om al te zeer in do Mizonderheden der nota te treden. Ik wil slechts in het kort pogen uiteen te zetten, uit welken geest de nota gesproten is en wat de voorwaarden voor haar uitwerking zijn. In het vierde jaar van den geweldigen oorlog wierp Z. H. de Paus met nog grooter ernst en zorg grooten nadruk dan vroeger onder de vol ken van Europa het woord van vrede op aarde. Het woord klinkt ons heden als een sprookje in da ooren. Het oude Europa staat ons allen nog duidelijk voor den geest en ik zeg niet te veel wanneer ik beweer dat voor geen der staten in dit oude Europa de toestand, gelijk deze gedu rende de laatste veertig jaar toestond, zóó ondra gelijk was dat hij op gevaar af van zichzelf te vernietigen, de opheffing ar van moest beweric- steHigen. Dat Europa niet t« gronde gaat, is wellicht heden nog, midden in dezen geweldigen oorlog, het gemeenschappelijk belang van alle groote mogendheden. De definitieve ineenstorting zou eiken 3taat op zichzelf, tot welken groep h ook behooren moge, zwakker en in de toekomst armer achterlaten, verscheiden geheel vernietigd. Toen de jonge groote mogendheid Duitsch land, weldra 50 jaren geleden, haar intrede deed in den kring van groote mogendheden, is zij van geen enkele zijde vriendelijk begroet geworden. Maar deze 50 jaren hebben me dunkt, bewe zen, dat Europa met het machtige Duitschland in zijn midden rustig kan leven. De Paus verkondigt vrede op aarde, doch ook thans nog geldt het woord: vrede dengenen, die van goeden wille zijn. Zoo lang onze tegenstanders uitgaan van den waan, de verstandige menschen onder hen weten, dat het een waan is dat het oogenblik kan aanbreken, waarop het Duitsehe volk in zak 'en asch boete doet, zich vol berouw op de borst Barteijorisstraai 27. TEL. !77u zou slaan en onder het Kaudijnsche juk van smadelijke eischen doorgaan, zoo lang zal het zwaard het woord moeten blijven voeren. Het zal weliswaar niet gemakkelijk zijn om den vol ken der entente, opgezet door legenden, die in het begin van den oorlog geweven werden, de waarheid te toonen zónder er doekjes om te winden, toch is dat noodig. want anders kan de nieuwe geest niet ontstaan, en het ontstaan van dezen nieuwen geest is de onmisbare voorwaarde voor een gelukkigen afloop van deze gruwelijke volkenworsteling. Het Duitsehe volk is innerlijk vast overtuigd, dat het een rechtvaardigen oorlog voert en uit deze overtuiging welt de kracht op, die het in staat stelt, de weergalooze offers, welke dagelijks van hem worden geëischt, blijmoedig te brengen. De pauselijke nota plaatst de volken van Europa nog éénmaal op den kruisweg; nog éénmaal is hun, vóór den beslissenden winterveldtocht, de mogelijkheid gegeven, weliswaar uit diepe won den bloedend, doch met een blank schild, den wederopbouw van Europa te beginnen. Thans staat het aan Duitschland's tegenstanders, om te bewijzen, of ook zij den ademtocht van een nieuwen geest hebben bespeurd. In de komende weken kan het groote vraagstuk worden beslist of vriend en vijand, met achting voor de weder- zijdsche krachtman wapenen, de bloedige degen zullen laten zakken of de beslissing der wapenen zullen inroepen. Een eensgezind Duitschland kan niet verslagen worden. Onze eensgezindheid in de vraagstukken! der groote politiek, zooals deze in ons antwoord op de pauselijke nota is weergegeven, vormt de( voorwaarde voor onze geheele eensgezindheid en het feit, dat deze eensgezindheid bij onze beraad-1 slagingen kon worden bereikt op grond van een duidelijk en oprecht vredesprogram, verleent ons een dubbel werkzame kracht. Zoo staat het Duitsehe volk in deze beslissende uren krachtig, doch kalm, machtig, doch gema tigd, als ooit tevoren tot den strijd bereiddoch ook bereid om mee te werken tot verwezenlijking van het woord van vrede op aarde. Na von Kuhlman verklaarde de Rijkskanselier, trog: Tien vertegenwoordiger van de vrijzinnigen! betoogt terecht, dat de houding van de rijks-; regeering ten aanzien van het oorlogsdoel door mijn antwoord op de pauselijke vredesnota dui-; delijk omschreven wordt. Aangezien in dit antwoord de .vredesresolutie van 19 Juli uitdrukkelijk was vermeld, behoeft er geen verdere toelichting gegeven te worden; Overigens moet ik nog hef volgende onder de- aandacht brengen: „Het in de laatste weken druk besproken be richt, dat de rijksregeering reeds met deze of gene vijandelijke regeering in overleg getreden is en dat zij hierbij, volgens een naar ik ver neem tamelijk verbreide meening, reeds bij voor-! baat bezette gebieden en dus de kostbaarste panden voor de aanstaande vredesonderhande lingen prijsgegeven zou hebben, is onjuist. Ik constateer, dat de rijksregeering voor eventueel*! vredesonderhandelingen de vrije hand heeft. Dij geldt ook voor België. Bij de bespreking drukte een redenaar na-! mens do sociaal-democratische fractie zijn! leedwezen er over uit,. dat do Rijkskanselier) ook thans het vredesdoel van Duitschland niet nader omschreven heeft. Hij kon nier toegeven, dat de bekendmaking er van in* het binnenland verwarrend, en verlengend' op den oorlog zou werken. .Wat Elzas-Lotharingen betrof, dit land kon niet aan do plannen en aucxat.ic-dceleinden' van Frankrijk opgeofferd worden. D'e Rijkskanselier moest openlijk en ondub- belzinnig van alle annexionistische plannen en oorlogsdoeleinden afzien, en er nogmaals' op wijzen, dat hij volkomen accoord gaat met het besluit van de Rijksdagmeerdérheid. Een spreker namens de vooruitstrevende volkspartij erkende de rtiiliiaire praestaties ten volle, maar betwijfelde of het einde van den oorlog door middelen van de wapenen bereikt kon wórden. Spreker begroette de antwoord-nola aan den Paus als de voortzetting van de poli tiek der Riiksdagmeerderheid van 19 Juli.' Zijn vrienden waren het er ook mee eens, dat do territoriale kwesties in het antwoord' aan den Pans met zooveel reserve behandeld) waren. Ons succes hing er vau af, dat, wij ons niet door binnenlandsehe twisten lieten' verzwakken, maar daarvan kon geen sprake' zijn. Een lid van de Duitsehe fractie wees er op dat hét jnjist waa dat het DDuitseho volk) den vrede wilde, maar geen verzakingsvi-e-j de. Aan oen vergelijk met Engeland kon hij! niet gelooven, want dit berustte op onderwee-! ping van Duitséhland. Dit moest echter zor-1 gen, dat het voor zijn economische, militairei en politieke beveiliging land krijgt. Hij kon nipt toegeven, dat deze eieoh den- oorlog kon verlengen. Een Centrh ma-afgevaardigde noemde hetj antwoord) op de Pauselijke nota het belang-, rijkst© document, dat sedert lang verzonden' is. Zijn betcekeni» ligt, afgezien van den in houd, hoofdzakelijk daarin, dat regperir^ legerbestuur en Rijksdag ln volkomen ee: gezindheid antwoord1 hebben gegevqn. Voor een bespreking dezer redevoeu NEDERLAND EN DE OORLOG. Naar men meent té weten, komen dé lelijke rapporten betreffende het gebeujfc I 4904 3061

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 1