Semeente-Electriciteitsbedrjf
onze Bijkantoren:!
Kolendistributie
K®9e»distributie
g Abonnementen en Mmtentiën
BUITENLAND
P. W. TWEEHUIJSEN,
Gasfornuis
Distributie van
Reparatie-Leder.
In de karaktervormende jaren.
Sterke Jongens- en Meisjes
SCHOOLLAARZEN.
Hl AARDAS S Ê3ÖT3BER 1917
42STE JAARGANG No. 9452
W m DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPENt PER KWARTAAL f 1,75; PER WEEK I3y, CENT; FRANCO PEB POST PER KWARTAAL f 2,12»
Dit nummer bestaat uit twee bladen
EERSTE BLAD
HAARLEM
Aan eledricitéitsverbruikers te HAARLEM,
öehoorende tot de groep particuliere verbruikers,
wordt medegedeeld, dat zij in ruil
voor eiken H.L. steenkolen
welke zij van hun brandstoffen-rantsoen wen-
schen af te staan, over het tijdperk van 1 Octo
ber 1917 tot en met 31 Makrt 1918
in totaal 880 K.W,Ui
voor verwarming kunnen ontvangen.
Aan hen die daartoe wenschen over te gaan,
wordt verzocht hiervan bericht te zenden met
vermelding van het aantal H.L. en het nummer
van hun brandstoffenrantsoenkaart aan de
Directie van het Gemeente-Electriciteitsbedrijf
alhier. 4872
De Directeur,
J. A. REUS.
Weest buitengewoon zuinig met uw
brandstof.
District Haarlem en Omstreken
(gemeenten HAARLEM, BLOEMENDAAL,
BENNEBROEK, HEEMSTEDE, SCHOTEN,
SPAARNDAM en HAARLEMMERLIEDE EN
SPAARNWOUDE.)
Zij die op een
(dus niet op gaskomforen) koken, worden ver
zocht hiervan vóór Donderdag 4 October per
briefkaart kennis te geven aan het Brandstoffen-
bureau te Haarlem, Ged. Oude Gracht 18, onder
vermelding van:
fl. hun naam en voorletters,
b. de gemeente en de straat waarin zij wonen,
c. het nummer van hun brandstoffenkaart, en
d. den naam en het rangnummer van hun han
delaar, voorkomende op de brandstoffenkaart.
De Directeur van het Brandstoffenbureau,
RE ITS MA.
Weest buitengewoon zuinig met uw
urandstof.
Weest buitengewoon zuinig met
Uw Brandstof!
district Haarlem en Omstreken
(Gemeenten Haarlem, Bloemendaai, Heem
stede, Bennebroek, Schoten, Spaarndam en
Haarlemmerliede en Spaarnwoude). 5094
De Brandstoffen-commissie maakt bekend dat
de roode TOESLAOBONS VOOR 2 HJL
COKES, welke dienden om cokes op te bekomen,
aoodig voor spijsbereiding tot 1 October, vanaf
heden
niet mesr geldig zijn.
Den handelaren is verboden geworden, op
bedoelde toeslagbons brandstof af te leveren.
Directeur ÏBrandstolfenbureau
REITSMA.
Weest buitengewoon zuinig met Uw
brandstof.
De Directeur van het Levensmiddelen-
bureau te Haarlem, brengt ter kennis, dat
gezinshoofden wier gezinsinkomen minder
bedraagt dan f 1700.— per jaajr, in aan.
merking kunnen komen voor de verstrek
king van
goedkoop reparatie-leder of
van goedkoope reparatie.
De aanvragen hiertoe moeten geschieden
jlp formulieren die verkrijgbaar zijn:
L voor georganiseerden bij de besturen van
hunne vakvereeniging
voor niet-georganiseerden by den Portier
van het Levensmiddelen-bureau, dage
lijks van 95 uur.
>121
De Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
aDoaaanncDDnooDaaaooaunnooaannciO
i voor de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT a
p kunnen voortaan ook opgegeven worden aan 5
GROOTE HOUTSTRAAT No. 15
D P. A. WESTERHOVEN, Schoterweg No. 46, g
a Telefoon 326 g
H. J. R001JERSJansweg 10
J. J. VAN KOLK Burgw.,h.Antoniestr o
n W.TH.v.VASTENHOVEN, Ostadestraat 4
o WED. M. DE VRIES, Schouwtjeslaan 3« o
WED. TH. v. VELSEN, Leidschestraat 8 n
GOGaaaoonDoaBDDonDacianaaöoaoanoo
Zelden zal een inzender van zijn ingezonden
stuk zooveel pleizier hebben beleefd, als de
achter een bescheiden A. schuilgaande eerste
ontwerper van het plan om in Haarlem een
Hoogere Burgerschool op te richten, die in ons
no. van 10 September 1.1. de belangstelling
vroeg voor deze zaak.
Een dertigtal bewijzen van sympathie
kwamen al spoedig op ons bureau binnen, en
velen gaven nog op andere wijze van hunne
belangstelling blijk, terwijl ook 't hooge kerkelijk
gezag aan zijn instemming geen twijfel liet.
De zaak is aan het rollen, de Hoogere
Burgerschool zelve moge nog in een nevelig
verschiet liggen; de vereeniging, welke zich ten
behoeve harer oprichting zal vormen, schijnt
reeds van nabij te bespeuren.
Onzerzijds hebben wij gedaan, wat we meenden
verplicht te zijn in een* zóó belangrijk* zaak.
Wij hebben degenen die ons het meest bevoegd
leken ten deze een oordeel uit te spreken, in
ons blad aan het woord gelaten. Maar we
meenen nu ook onder eigen vlag op het doel
te moeten aanzeilen beter gezegd aanstoomen,
want er zijn hier onzes inziens zóó groote belan
gen in het spel, dat een krachtige en snelle
beweging naar het gestelde doei noodig mag
heeten.
't Is waar: het Lager Onderwijs is van vèr
zich uitstrekkende beteekenis. Het ploegt en egt
den bodem der kinderziel, het werpt de eerste
zaden daarop, het kweekt de goede gewoonte
aan. Maar de zielkundige wetenschap en de
ervaring gaan hand aan hand om te bewijzen,
dat het kind van 12 k 13 jaren, dat de lagere
school verlaat, o zoo weinig weerstandskracht
heeft tegen het geweld der geestesstroomingen,
die aan onze huidige maatschappij het beeld
geven van de branding eener fel bewogen zee.
In de werkplaats, ki de vergaderzaal, op de
straat, in de gelegenheden tot vermaal, overal
stormen als in een dwarrelwind twijfelzucht,
ongeloof, ontevredenheid en de geest van verzet
op die kinderziel aan, di* al van een zeer
bijzondere makelij moet zijn, om zich tegenover
dit geweld, zonder vreemde hulp, staande te
houden. Te teer en t* kneedbaar nog om reeds
de steenen plooi eener vaste overtuiging te
kunnen aannemen, is die kinderziel toegankelijk
voor het schijnschoon en de schijnredenen, die
hun geweld op haar beproeven; en zéér, zeer
vaak heeft het alleen nog maar geboetseerde,
nog niet in marmer gebeitelde beeld van zulk
een jonge ziel, in evenveel maanden de trekken
verloren, die er na een arbeid van 6 jaren door
zorg en kennis in waren gelegd.
Alom wowit de dringende noodzakelijkheid
gevoeld, om het 12- k 13-jarige kind niet over
te laten aan zichzelf, als het op dien leeftijd
reeds den strijd des levens moet binnengaan. De
zorg der geestelijk* overheid voor patronaten,
voor het R.-K. voortgezet lager onderwijs, voor
R.-K. M.U.L.O. onderwijs heeft wél haar goede
redenen; en de droeve ervaringen der snijdende
werkelijkheid waren zeker niet noodig om haar
in deze richting te stuwen. Hadden de groote
financlêele zorgen voor het Lager Onderwijs
het niet belet, zeker zou eerder alles zijn
aangewend om, vooral in onze steden, den
jongen en het jonge meisje tusschen de 13 en
18 jaar den ruggesteun van het Katholieke
Onderwijs en de Katholieke opvoeding in
eenigerlei vorm te verzekeren.
We zijn nu zoover ten opzichte van de
kinderen des volks en zelfs ook voor een
belangrijk deel der middenklassen, wier kinderen
geen beroep kiezen, dat verdere studie eischt.
Wat de hoogere kringen betreft, zijn daar de
voortreffelijke onderwijsinrichtingen van Katwijk.
Nijmegen, Rolduc, voorzoover de ouders uit deze
kringen een kostschoolopvoeding voor hun
kinderen wenschen.
Over deze groepen heen strekt zich echter een
breede zoom uit van ouders, die ófwel de kosten
eener kostschoolopvoeding niet kunnen dragen,
en dus hun kind niet laten studeeren dan wel
aan een z.g.n neutrale H. B. S., ófwel de kosten
wel kunnen dragen, doch een opvoeding in den
huiselijken kring de voorkeur geven en dan
genoodzaakt zijn eveneens van een neutrale
H. B. S. gebruik te maken.
En zoo gebeurt het dat velen, die later
maatschappelijk leidende functies zullen beklee-
den, opleiding en opvoeding ontvangen van de
veelal niet-Katholieke leeraren eener neutrale
H. B.S., waar het onderwijs niet zelden al dë
bekende merkwaardigheden vertoont van een
door een ongeloovigen en sceptischen g eest
gefiltreerde neutraliteit;
Deze Katholieke kinderen worden dus in de
karaktervormende jaren, in de jaren waarin de
levensovertuiging eigenlijk pas begint te
ontkiemen, niet aan zichzelf overgelaten, neen,
ze staan onder de leiding van een onderwijs,
dat uit zijn aard de volle ontplooiing der
Katholieke levensbeschouwing moet beletten en
belemmeren.
In Japan staat de tuinierskunst op hoogen
trap. Haar grootste triomfen viert ze in het
kweeken van- zoogenaamde dwergboomen.
Reproducties dus op kleine schaal van boomen
die volgens hun natuurlijken aard op hoogen
stam een takkenwoud en schitterend bladerendak
dragen. De Japansche tuinier slaagt er in de
jonge plant klein te houden. Hij bindt steenen
aan alle takken en past allerlei andere kunst
grepen toe, en wat een eik moest worden, wordt
inderdaad een eik, maar op een tiende van de
ware grootte.
Ziedaar het beeld van de Roomsche kinderziel
toevertrouwd aan het neutraal onderwijs. Aan
den stam des geloofs bindt de tuinier der
neutraliteit den steen der twijfelzucht; en aan
alle takken, die er van uitgaan bengelen steenen,
die den vollen, rijken groei terughouden.
Onderwijs in geschiedenis, natuurkunde, schei
kunde, ja, in alle takken der menschelijke kennis,
wordt, bezield door een Katholieke overtuiging,
tot een groot loflied op den Heer der Schepping;
de Katholieke levenssappen stuwen zij door de
takkenkanalöls er. de zoo geleide jonge plant der
Roomsche kinderziel, schiet op tot een trotschen
boom, in welks schaduwkoelte zoo velen rust en
opbeuring kunnen vinden. Maar als de weten-
schappen worden losgemaakt van haar oor
sprong, zijn het geen sappen meer die den groei
bevorderen, doch de bengelende steenen van den
Japanschen tuinier, die den groei beletten en die
Katholieke kinderziel maken tot een dwergboom,
die weliswaar nog het karakter vertoont dat haar
eigen is, maar niettemin een droevig beeld is
van wat zij had kunnen zijn.
Nu kan de genade Gods aan dezen natuur
lijken loop der dingen zeker veei veranderen;
maar op deze genade te rekenen, wanneer wij
van Hem de middelen krijgen om de zielen onzer
kinderen het groote voorrecht eener „einheitliche"
Katholiek-wetenschappelijks vorming t* verschaf
fen, ware vermetel vertrouwen.
Straks zal het Katholieke Nederland vrij zijn
van de nu reeds veel verminderde zorg voor het
Roomsche Lager Onderwijs.
Maar dan wenkt een nieuwe plicht van ten
minste even groote beteekenis: de zorg voor het
Middelbaar en Hooger Onderwijs.
Wij twijfelen er niet aan, of het zal dien plicht
vervullen en Haarlem zal er een eer in stellen
daarbij in de voorste gelederen te staan. Waar
het 't heil hunner kinderen betreft, hebben de
Roomsche ouders steeds blijk gegeven van een
heerlijken offergeest. Die zai zich nu niet
verloochenen.
Men dient te weten, dat één onzer Roomsche
scholen te Haarlem alléén ieder jaar ten minste
een 10-tal leerlingen aflevert voor de neutrale
H. B. S.
Men dient te bedenken, dat Haarlem en
Omstreken ongeveer 60,000 Katholieken telt;
dat het subsidie voor de Hoogere Burgerscholen
verhoogd wordt.
Maar voor en boven alles dient men te beden
ken, dat de waarde van één Roomsche kinderziel
grooter is dan ajle sommen, die de oprichting
en het onderhoud eener H. B. S. te Haarlem
zouden kunnen vorderen.
Dht is het kernpunt der geheeL kwestie.
Wie dht goed in het oog houdt Jan bedenkt,
dat het hier niet één maar tientallen van kinder
zielen betreft, zal een medestrijder worden voor
de stichting eener Roomsche H. B. S., zoo
mogelijk zelfs van een Roomsch Lyceum te
Haarlem.
P.
ft Het Vet.
Er heerscht in den lande stijgende onrust over
de vetvraag. Evenals margarine-boter is vet bijna
niet of anders slechts tegen fancy-prijzen te ver
krijgen. De regeering schijnt nog niet aan rant
soeneering aller vetten te denken, waarschijnlijk,
omdat ze zich overtuigd houdt, dat er voldoende
vet in het land aanwezig is.
Het gevolg echter is een vetspeculatie van
de ergste soort. Zoo berichtte de „Stichtsche
Courant" dezer dagen:
„Van een betrouwbaar handelsman verna
men we, hoe het hem getroffen had, eerst voor
Amsterdamsche slagerswinkels de lange iijen
van geringe lieden te zien staan, die, voor
een goed deel tevergeefs, trachtten een onsje
vet machtig te worden, terwijl hem daarna,
toen hij bij Krasnapolsky .kwam, door ver
schillende handelaars zeer groote pariijen vet
ten verkoop werden aangeboden, door den één
twintig duizend, door den ander dertig dui
zend kilogram, alsof 't zoo niets was.
In gewone tijden moge de staatsregeering het
onnoodig ach teen tegen levensmiddelenspeculatie
ingrijpende maatregelen te nemen, in dezen tijd
kan'zij zich niet langer afzijdig houden, nu het
vet met kennelijk speculatieve doeleinden wordt
achtergehouden en dus aan de volksvoeding
onttrokken.
Het komt ons voor, dat niet langer mag worden
geaarzeld met een rantsoeneering van alle vetten.
WERELDBRAND-
DUITSCHE VOORSTELLEN TOT EEN AFZÖN-
ZQNDERLIJKEN VREDE? - DE PERS OVER
DE VERKLARINGEN VAN DEN RIJKSKANSE
LIERENVAN KUHLMANN EENITALIAANSCH
SUCCESJE.
Op de zoogenaamde democratische conferentie
te St Petersburg, heeft de Russische minister
van Buitenlandsche Zaken verklaard, dat
Duitschland pogingen aanwendde om met de
Westersche geallieerden een afzonderlijken vrede
te sluiten, wat „onze heldhaftige bondgenooten
echter met verontwaardiging van de hand gewe
zen zouden hebben.
En een telegram uit Parijs d.d. 30 Sept. meldt.
Alle bladen brandmerken de onwaardige ma
noeuvre van Duitschland, hetwelk te verstaan
geeft dat het Elzas-Lotharingën aan Frankrijk
zal geven, als wij het in Rusland de vrije hand
lfltCfl»"
't Is merkwaardig en zonderling, dat in het
neutrale buitenland van een dergelijke „Duitsche
manoeuvre" totaal niets bekend is. Zouden we
hier misschien te doen hebben met een Russische
list om de tanende sympathie in Rusland voor
het bondgenootschap met Frankrijk en Engeland
weer op te wekken? Een zoo plompe poging
ware welhaast ondenkbaar; doch vanwaar
dan die berichten over Duitsche voorstellen aan
de Westelijke mogendheden, waarvan niemand
iets kent? t
In afwachting van eemge opheldering dien
aangaande doen we hier de voornaamste Duitsche
persstemmen vernemen over de verklaringen van
Michael is en von Kühlman:
De Lokal-Anzeiger zegt: De verkla
ringen, die de rijkskanselier en de staatssecretaris
van buitenlandsche zaken gisteren in de centrale
commissie hebben afgelegd, en de beraadslaging,
die daaruit is voortgevloeid, hebben, voor zoover
dat mogelijk en wenschelijk was, den toestand
verblijdend verhelderd.
Maar het blad is ook van meening: den vrede
zullen nochtans deze redevoeringen ons geen
stap nader brengen.
Theodoor Wolff roemt in het Berlijner
T a ge b 1 a 11 de veelomvattende bekwaamheden
en eigenschappen van Kühlmann, maar laat
daarop volgen
Na al deze complimenten moet het ons van
het hart, dat zijn gisteren gehouden rede niet
veel meer dan een mooie rede was, een kunst
zinnig geslepen, aan alle kanten fonkelend, maar
niet gevuld glas. Er kwamen voortreffelijke
wendingen in voor, een zwier van denkbeelden,
die getuigen van een ruimen blik. Ter beoordee
ling van de kwesties, die op het oogenblik het
gewichtigst zijn, bevatte zé weinig of niets.
Kühlmann Kon, wou of zou den naam „België"
en de andere moeilijke woorden niet uitspreken.
Behendig en elegant sprak hij daarover heen.
De rijkskanselier had de cischen van rechts en
links kort en nuchter afgewezen; de staatssecre
taris onttrok zich hoofsch aan de omklemmingen.
In bizonderheden tredend, zegt Wolff: Als
Kühlmann opmerkt „de Duitsche antwoord-nota
heeft den wil van een flinke meerderheid der
Duitschers belichaamd", dan beantwoordt dit,
alle Al-Duitsche kritiek ten spijt, vast en zeker
aan de feiten. Min of meer zonderling zou zijn
uiting kunnen aandoen, dat de grondslag dezer
nota den vertegenwoordigers van alle partijlei
ders in de bijzondere commissie aannemelijk is
voorgekomen. Wel was bekend, dat alle partij
leiders dezen grondslag hebben aangenomen,
maar het is de vraag of de uitwerking der nota
wordt verhoogd, als men naar voren brengt, dat
ze Erzberger evenzeer als graaf Westarp,
Streseman evenzeer als Scheidemann heeft vol
daan. Ongegronde twijfel aan het doel, dat-
dit document zou moeten dienen, zou zich kunnen
voordoen, want men weet alles van de meenings-
verschillen tusschen de partijen.
Over de aanvullende verklaring van Mli-
ehaelis zegt Wolff: „lk stel vast.'' zei hij, „dat
de rijks regeering voor mogelijke vredeson
derhandelingen do vriie hand lieeft'' en ter
loops den kieschen naam aan het slot toch
nog uitsprekend, voegde hij erbij: „dit geldt
ook voor België.'' Inderdaad, de rijkarogee-
ring heeft de vrije hand in het kader
der antwoord-nota aan den Paus ze heeft 'l0
vrije hand in overeenstemming met ae
vredesmotie. Wie tot een andere slotsom
komt, mist voldoende logica en maakt ver
keerde gevolgtrekkingen. ri W
De „V o r w a t s'' maakt het erg kort., Het
blad vraagt, waarom de zitting geheim wae
en zegt: Wij kunnen evenwel ten stelligste
verzekeren, dat in de heele zitting geen woord
is gesproken, dat niet ook in het openbaar
had kunnen worden gezegd en niet reeds on
geveer zoo openlijk is gezegd. Het eonige
geheim aan de zitting is, dat men den schijn
van eheimen wilde wekken, waar er geen zijn.
Verder meent de „Vorwarts'': Over het be
richt zelf kan kort en bondig worden gezegd
dat de regeering schijnt te hopen, dat hot nog
vór den winterveldtocht tot onderhandelin
gen zal komen. Ze wil die onderhandelingen
en ach re door baar gehuldigde tak tick go-
schikt om daartoe te komen. Indien nu bet
volk in ziin verwachtingen bedrogen zou uit
komen, zou een bespreking van de vraag,
of deze taktiek juist gekozen was, niet te ont
wijken zijn. Ze zou ten nadeele der regeering
uitvallen. Ongetwijfeld is de rogeering be
reid, over het herstel van de Belgische onai-
Barteljorisstraat 27. TEL. IÏ7Ü
3(H6
hankeljjkheid bevredigende verklaringen al
tè leggen, pIIopti wil ze dit nn nog niet doen,
ofschoon het besluit van den Rijksdag en
haar eigen nota aan den paus redelijkerwijze
eiken twijfel novene boor antwoord uitslui
ten. Kühlmann heeft gisteren getoond, dat hij
een goed redenaar is, maar of hij even goed
kan rekenen, moet no- 11;" en. Zijn beroep op
Europa's solidariteitsbesef zal men niet zon
der ontroering lezen. Het succes zal men die
nen en daarnaar zal men zijn
politiek van tegenwoordig heoordeelen. Wij
gelooven dat^de regeering bereid is, stappen
te doen, die ons nader brengen tot den wrede,
zijn evenwel de meening toegedaan, dat het
nu al het geschikte oogenblik ware geweest,
in een heldere uiteenzetting van de Duitsche
oogmerken verder te gaan al» inderdaad ie
geschied. Als de regeering eerlang het stand
punt wild laten varen om over België den
mond te honden, behalve, dat wii niet op
veroverinen uit zijn, zou ze zich van de in
stemming der merderheid in den Rijksdag
kunnen verzekerd honden. De argwaan ech
ter, met het oog op bepaalde, evenveel la
waai makende als onpopulaire stremmingen,
dat ze iets, noodzakeliik tot herstel van den
vrede, achterwege heeft gelaten, zou ze ern
stig treffen en ten laatste te machtig worden.
De „Vossisehe Zeitung'' schrijft:
Wij zijn zeer verheugd, dat de rijkekanselier
zich er gisteren niet toe heeft laten verleiden,
nieuwe vredesaanbiecfingen te doen en dat
zijn meedeeling over België, dit bij later in
de commissie-vergadering (leed, louter bleef
binnen de perken van wat eigenlijk van zelf
sprak, al kan het ook na de te vele schomme-
lingèn in den laatsten tijd menigeen voorko
men, dat wij reeds belangrijke voordeelen in
rechtstrpekseh vebaud met ondehhandel ire-
gen opgegeven hadden.
De „Vössische Zeitung" betreurt bet dat
de Rijkskanselier het parlement en de pers
zoo weinig in vertrouwen neemt. Wanneer
een buitenlandsch staatsman in het open
baar zwijgt, is het een vanzelf sprekende ver
onderstelling, 'dat hij de leiders der par
tijen en clo woordvoerders der openbare mee-
'ning 'in de pers, die voortdurend nauwe voe-
ufig met de regeering houden en die de
regeering daarom alleen 'reeds inlichten
moet, omdat zij dé regeering van morgen
kunnen zijn, van zijn plannen en doelein
den nauwkeurig op de hoogte stelt. Bij odS
echter beduidt het zwijgen der verantwoor
delijke ambtenaren dat niemand weet waar
heen zij het schip van staat widen sturen.
De Börsencourier zegt over cte_ vor«
klaring: Stond Michaielis tegenover Duitsch
land on de wereld als een man met kristal
heldere inzichten over cfon oorlog en don
vbede; iiad hij zücli reeds geheel ondubbelzin
nig over ftet concrete richtsnoer zijn vredes
doeleinden geuit, welaan dan zou zijn voorbe
houd tea opzichte van België te rechtvaardi
gen zijn, dan zou men weten, dat men België
slechts in zóó ver niet prijsgeeft als noodig
is om de ondanks hun militaire nederlagen
nog niet verslagen vijanden te dwingen van
hun voorwaaaden, die Duitsehland's bestaan
en vrije ontwikkeling bedreigen, afstand te
doen. De kanselier heeft zich evenmin conso
le went getoond, anders zou hij reed-- lang die
luidruchtige bewering der al-Du itschers: „de
kanselier is hün man," door een krachtige te
genspraak hebben weerlegd. Deze, zijn ver
meende vrienden, zullen ziin rekbwar woord
omtrent België met alle kracht iu hun geest
uitbuiten en zullen daarmede de ophitsende
pers ►or Entente een goed stuk van liaar
arbeid afnemen. Dat alles had de rijkskanse
lier moeten overwegen alvorens hij het woord
„vrije hand" losliet,
In de Doutsoha Tages zeit ung i«
graaf Revenfclov in zijn als steeds gebrekkig
artikel nog wantrouwend, doch hij zegt toch:
het kan ons slechts voldoening geven, dat do
rijkskanselier hier eindelijk in een aan dui
delijkheid niet te overtreffen vorm het drei
gend aandringen der .,hongorvredes"-me er lor-
heid: en haar pers den mond heeft gesno rJ.
Over Kühlmann is hij' ook als steeds ontevre
den Van diens rede zegt hijMeer dan de
Paus prijst hij1 (Kühlmann) de hongervivdes-
meerderiieid in den Rijksdag en nog wé: op
een wijze, dat men van zijn standpunt zeggen
moet: „minder zou meer en verstandiger zyo
geweest." Op overigens opmerkelijk»
plaatste hij! zich ook_ Beth-
evJS graaf
een „eervollen" vréde. Vervolgens
meent Roventtow: Zoo toont Kühlmann> rod»
wederom zeer duidelijk aam hobu;.
zijn eerste optreden poada, rei. dat nij een
politick poogt t» verfcegen woordi gen, die mei
de door den rijkskanselier aangeduide brg.nr
solen, methoden en doe-leinden oaavereenigbaa»
is Des te kenschetsendier is het dat Kühl
mann zich zoo breedvoerig uitliet over da
hormonie der leidende mannen in de rijksre-
geering Doch wellicht beschouwt hij zich
zelf nog niet als leidende man. Onder deze
voorwaarde gelooven Wij dat hij met ayn be
wering omtrent een volkomen harmonie tus
schen da leidende staatslieden gelijk flee».
De Frankfurter Zeiituna sohnift:
Hot is te bedrijnen, dat ou dit oosrenbLik.
waarop de Entente staten met mtaanderinse van
de Varoeaigde Staten no* arteedis mat «P
Pausedijke nota hebben geantwoord, de leidende
mannen in Duitschland een zekere teruB-bou-
dendlheiid in aohfc nemen- Echter^ bestond er ook
in den Rijlcadajr (roede cel effenheid om over vee
dat in de antwoord-nota aan den P^us sieouU
diplomatiek a an ces tipt kan worden, met meer
duidelijkheid en klaarheid te spreken. Dit w met
(resahied en de beide redevoer intron blijven >n
dat opzicht, naar ona voorkomt, zelfs Mi besclian
NIEUWE HMRLEMSCHE COURANT
I
O
n