OVERSCHOENEN.
„EISEN IMPORT"]]
MAXIMUM-PRIJZEN.
BUITENLAND
goedkoope brandstoffen.
FA T. VAN VEEN -'haarlem19
BINNENLAND
P. W. TWEEHUIJSEN,
feuilleton
mendaal, heemstede, bennebroek,
Rijks-petroleum-distributie.
BAK- EN BRAADVET.
CICHOREI EN PEEKOFFIE.
I ROOKER I
TH. HOUTMAN
HET VROEGERE RUSLAND
S§ii;«,u,K»a
RUDftG 28 OCTOBER S8Ï7
42STE JAARGANG 9474
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPENPER KWARTAAL f 1,75; PER WEEK I3i/a CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,12»
De Gemeentebesturen van HAARLEM, BLOE-
hAARLEMMERLIEDE, SPAARNDAM en
SCHOTEN brengen ter kennis, dat door den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
^navolgende maximumprijzen zijn vastgesteld:
v°or GROENE ERWTEN en BRUINE BOONEN
22 cent per 1 K.G.
'oor CAPUCIJNERS, GRAUWE ERWTEN
en daarmee gelijk te 'stellen soorten 54 cent
per 1 K.G. en 27 cent per V2 K.G.
Voor WITTE BOONEN, KIEV1TSBOONEN
en daarmede gelijk te stellen soorten 45 cent
per 1 K.G. en 23 cent per K.G.
Voor DUIVENBOONEN, PAARDENBOONEN
en daarmede gelijk ie stellen soorten 35 cent
per 1 K.G. en 171/2 cent per K.G.
voor VERMICELLI EN VERMICELUFIGUREN,
verpakt of onverpakt f 0.75 per 1 K.G. en
f 0.08 per 0.1 K.G.
voor MACARONI en MACARONIHORENS en
•COQUILLES:
A. onverpakt f 1.30 per 1 K.G. of 0.15
per 0.1 K.G.;
B* in origineele verpakking f 0.75 per
K.G;
dat in geval van ontbreken van onverpakte
Macaroni, macaronihorens en coquilles, naar het
oordeel van den Minister van Landbouw, Nijver
heid en Handel te bepalen de maximumprijzen
van het onverpakte product ook van toepassing
zijn op het verpakte artikel. 5825
De Directeur van het Levensmiddelenbureau
^rengt ter kennis van belanghebbenden, dat
^°tden van gezinnen, die in het door hen be
perceelsgedeelte noch gas, noch electri-
i3 Voor verlichting of kookdoeleinden kunnen
1 '§en, zich kunnen aanmelden aan zijn
BUREAU KAMER NO. 12
Maandag, Dinsdag en Woensdag 29, 30 en
October, van 95 uur, waarna zal worden
°Verwogen in hoeverre ook zij alsnog in aan-
1 'king kunnen komen voor het verkrijgen van
een petroleumkaart.
De Directeur van het Gemeentelijk
Levensmiddelenbedrijf te Haarlem
brengt ter kennis dat vanaf Zaterdag
27 October a.s. alsnog verkrijgbaar
wordt gesteld op broodkaart 32ste
week
2 ons Bak en Braadvet.
De directeur voornoemd,
5838 F. DE JONGE.
5826
VERSTREKKING VAN
Aanvraag-formulieren moeten worden in
geleverd op Zaterdag 27 Oct. a.s.
aan het lokaal Spaarne 92rood
de volgnummers 10501 10800 voorm. van
~~~'2 uur.
de volgnummers 1080111000 Vnam. van
5 uur.
Medegebracht moeten worden aan-
'agbiljet plaats, dir. belasting en de
rAndstoffenbons of kwitanties van
handelaar. 5831
MAXIMUMPRIJZEN
p, Gemeentebesturen van HAARLEM,
DOEMENDAAL, HEEMSTEDE, BENNE-
nHC>EK, HAAR LEMMERLIEDE.SPAARN-
en SCHOTEN
dat
en SCHU 1 h,IN bréngen ter kennis,
door den Minister van Landbouw, Nij-
rheid en Handel de navolgende maxi-
ülnprijZen voor cichorei en peekoffie zijn
besteld:
I.
voor CICHOREI (kleinhandel) per
Vt K.G. f 0.11, per Vio K.G. f 0.04y2;
voor PEEKOFFIE (kleinhandel per
Vt K.G. f0.14, per Vio K.G. f 0.66.
WERELDBRAND
HET FRANSCHE SUCCES TEN N00RD-Q0S.
TEN VAN S0ISS0NS DE FRANSCHEN
TRACHTEN VERDER OP TE RUKKEN - HET
DUITSCH-00STENR1JKSCHE OFFENSIEF AAN
DE NOORDELIJKE ISONZO 10 000 ITALIA
NEN KRIJGSGEVANGEN FLITSCH BEZET
Fransche en Engelsche strategen meenen, dat
het Fransche succes ten Noord-Oosten van
Soissons tot groote strategische gevolgen kan
leiden. Wij hebben reeds uiieengezet, dat dit
inderdaad het geval zal wezen, indien de Fran-
schen er in slagen tot bij Laon door te dringen.
Zij schijnen inderdaad pogingen in die richting
te willen beproeven. Op een front van ongeveer
7 K.M. tusschen den Apenberg vlak ten Noord-
Oosten van Vauxaillon en Chavignon, hebben
zij hun offensief voortgezet. Zij bereikten daarbij
de boerderij Roz'ay, welke wij op onze kaarten
niet konden vinden, doch die in de richting van
Anizy le Chateau schijnt te liggen.
Bij hun verder pogen tot voortrukken ontmoet
ten de Franschen het Aisne-Oise-kanaal op hun
weg. Slagen zij er in dit over te steken, dan
wordt de positie der Duitschers reeds zeer
precair. Op het oogenblik is het voornaamste
voordeel door de Franschen bevochten dit, dat
hun geschut het Ailette-dal over zijn geheele
lengte bestrijkt, waardoor de positie der Duit
schers op den Damesweg en langs diens zuide
lijke hellingen uiterst moeilijk wordt.
In den loop van den dag van gisteren is het
aantal Duitsche gevangenen tot 9000 gestegen,
o. w. 200 officieren. Reeds telden de Franschen
100 vermeesterde kanonnen. Voor het oogenblik
dreigt den Duitschers evenwel nog geen gevaar.
Het schijnt, dat zij troepen aan het Verdun-front
onttrekken oi» de bedreiging bij Laon het hoofd
te bieden. Dit zou gevaarlijk kunnen worden,
daar Pétain hoogstwaarschijnlijk nieuwe aan
vallen bij Verdun overweegt.
Bij het Houthulsterbosch blijft een homerische
strijd woeden. De Duitschers hebben daar nu
hun 8e tegenaanval gedaan, wel een bewijs dat
zij zelf ook zéér goed de waarde der bedreigde
positie inzien.
lukten1 ,en> ^'e weliswaar mis-
tUKten, nebben de Duitschers niettemin tiid pp-
Tal" P0Siti£S versteAen en dit
Zij zeiven gaan trachten mèt de Oostenrijkers
te zamen, op een ander oorlogsterrein een beslis
sing af te dwingen, namelijk tegen Italië.
Onder begunstiging der weersgesteldheid
een dichte mist maakte het Italiaansche sper
vuur veel onschadelijker dan bij helder weer het
geval zou geweest zijn hebben de Centralen
over een front van 30 Kilometer een aanval
gedaan op de Italiaansche stellingen tusschen
den Rombonberg en het Bainsizza-plateau. Die
aanval heeft tot een belangrijk succes geleid, al
schijnt het ook voorbarig te zeggen dat h e t
Italiaansche front doorbro
ken is.
Voor zoover op het oogenblik kan worden
nagegaan, hebben de Centralen hun voornaam
ste successen behaald bij Tolmein, waar zij nog
een bruggehoofd-stelling hadden op de hoogten
in de Ison zo-bocht en waar zij tot een diepte van
3 A 4 K.M. in de Italiaansche stellingen door
drongen.
Zij hebben hier evenwel nog uitgestrekte en
moeilijke bergketenen vóór zich.
Ook de bezetting van Flitsch, op het noordelijk
deel van het aangevallen front Tieeft weinig stra
tegische beteekenis, daar deze plaats in het dal
ligt aan den voet van bergen, die tot boven de
2000, zelfs boven 2500 M. stijgen.
't Belangrijkste succes is de bezetting dei-
hoogten van Auzza, omdat van hieruit
de. stellingen der Italianen
op het Bainsizza-plateau in
de flank worden bedreigd.
Indien de Centralen hier nog iets verder door
dringen, zal het plateau ontruimd moeten
worden.
Het Centrale offensief is eerst in de begin-
phase zijner ontwikkeling, 't Zou ons niet ver
wonderen als het straks door de aanvallen op het
^lateai^vai^Arsiero^n^sia^o^verd^evol^d
De Centralen, die ditmaal niet behoeven te
vreezen voor een Russisch ingrijpen, zullen er
w.el alles op zetten tot de Italiaansche vlakte
door te dringen.
't Feit, dat zij reeds 10,000 gevangenen maak
ten bewijst voldoende, dat het begin goed was
en hoezeer wij recht hadden te zeggen, dat de
Engélsch-Fransche verwachtingen omtrent een
militaire uitputting der Duitschers ongegrond
waren.
KEeeding en MeubeEmagazijjnen
J li r. I. R. D. v a n rl e n B o r e li v a n
Heemstede'Op 57-jarigen leeftijd is
te 's-Gravenhago overleden Jbr. T. R. D. van
den Bereli van Heemstede, oud-lid van de
Tweede Kamer. Van 1891 1 ot 1916 was bij lid
der Tweede Kamer voor bet district Ooster
hout.
Vooral in Katholieke kringen in de resi
dentie was Jbr. v. d. Berch geen onbekende.
Hij was o.a. lid van bet kerkbestuur van', de
parochie van den TT. Jaeohus aan de Park
straat en beschermheer van de. Haagsehe nf-
deeling van den R.-K. Bond van Post- en Te-
legraafbeambten. De thans ontslapene was
ridder in de orde van den Nederlandseben
Leeuw en officier van het Legioen van Eer.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
De Britsche legati te Den Haag beeft een
uitvoerig officieel communiqué gepubliceerd,
waarin van Engelsebe zijde nog weer eens
de doorvoer van zand en grind
naar België wordt besproken en
waarin tevens ten aanzien van eventueel te
bereiken resultaten, door een arbitrage com
missie weinig verwachting wordt geuit.
Het meest belangrijke uit het. communiqué
laten we bier volgen:
Het stuk begint met een inleiding, waar
in wordt opgemerkt, dat voor het onderhoud
van liet Belgische wegen- en spoorwegennet
hetwelk vóór den oorlog voldoende was voor
de behoeften van bet ontzaglijke intercommu
nale verkeer, 1.3220.000 ton materialen noodig
waren, terwijl de steengroeven van België
viermaal zooveel wegmateriaal konden leve
ren.
En dan vervolgt bet schrijven: ,Men vraagt
den Entente-mogend heden nn aan te nemen,
dat bet met België bii de komst der Duitsche
mvalsmacht zoo treurig was gesteld, wat de
verbindingsmiddelen aangaat dat het beele
stelsel herzien moest worden om to voldoen
aan de behoeften van een land, waarvan de
handels-opbrengst onder het Duitsche be
stuur tot nnl is gedaald en waarvan d<? pro
ductiemiddelen stelselmatig zijn vernietigd,
Men deelt ons mee, dat de nauwgezette zorg
voor de bestaande verbindingswegen een hei
lige plicht is van eon bezettende mogendheid
volgens art. 43 der bepalingen nopens den
landoorlog (gevoegd bij het verdrag van 18
October Ï907), maar men zegt ons niet wat
deze plotselinge verslechtering der Belgische
wegen in liet leven beeft geroepen, welke vol
doende zijn geweest voor het levendige en
voorspoedige bedrijf van een nijv< r volk, en-
waarop de bewoners nn niet, van bet eene
dorp naar bet andere, mogen gaan.
Verder wordt verklaard, dat de Entente
onaangenaam was getroffen door het besluit
van de. Nederlandsebe regeering om den
Duitschers te vergunnen de voor de eerste
maanden van 1918 noodige hoeveelheden in
te voeren, nadaf Nederland immers eerst den
doorvoer van 420.000 ton ner maand voor
1917, op grond van de rapporten der naar
België gezonden genie-officieren had stop
gezet.
Waar dit bericht zoo spoedig kwam na de
mededeeling, dat de doorvoer 15 Augustus
zou eindigen, heeft het een pijnlijke verras
sing gewekt en bevestigde bet de meening,
welke bli de regeeringen der Entente over-
heenseht, dat de materialen worden gebruikt
voor militaire doeleinden, daar bet. herstel
van wegen over het algemeen niet geschiedt
hij koud weder, terwijl dio periode in do win-
tersehe klamto van de vijandelijkheden hij
zonder geschikt is voor het, herstel en de ver
sterking van bestaande verdedigingslinies,
op welke de Duitschers in de volgende len
te. uit stategische overwegingen, mogen wen
scheri terug te trekken".
Vervolgens wordt in he communiqué opge
merkt. dat ten aanzien van de rapporten der
enquête-officieren van. deskundige zijde is
verklaard, dat de cijfers, aangevoerd voor de
materialen, veel hoogèr zijn dan noodig wa
ren om de wegen zelfs in
normale tijden te
onderhouden, en dat de officieren geen verlof
gekregen hadden het étappe-gebied te betre
den en dus volstrekt niet konden zeggen, wat
daar gedaan werd met de materialen. Hier
na volgen dan de redenen, waarom van En
gelsche zijde van een arbitrage weinig wordt
verwacht.
De Nederlandsche regeering zoo luidt
liet in het communiqué heeft bewijzen ge
vraagd, dat deze materialen gebruikt* worden
voor militaire doeleinden. Het overtuigend
bewijs van schippers, die Slim it en gezien
hebben, geladen met zand en grind uit Ne
derland rechtstreeks gaande naar de vuurli
nie in Vlaanderen, is afgewezen als onvol
doende, terwijl er reden is om te gelooven,
dat er, zelfs, wanneer bewezen was, dat bet
beton van de loopgraven en pillondoozen,
waarvoor de soldaten van de Entente held
haftig het leven offeren ten bate van hun
land, gemaakt is uit zendingen, uit Rijnland
ingevoerd, een antwoord zou worden gegeven,
dat groote hoeveelheden van deze materialen
ook direct uit Durtschland worden ingevoerd
zonder door Nederland te komen en er niets
is, dat bewijst, dat het beton was gemaakt
uit materialen, door Nederland ingevoerd.
Welk bewijs kan tegenover zulk een bon
ding, steekhoudend zijn en welke mogelijke
kans is ér, dat arbitrage de vraag tot oplos
sing kan brengen1?
De Nederlandsebe regeering geeft toe, dat
groote hoeveelheden zand en grind in België
worden ingevoerd direct uit Duitschland en
toch beweert zij, dat aan Duitschland vergun
ning moet worden gegeven om de volledige
hoeveelheden voor het maken van wegen
door Nederland in te voeren, terwijl, als het
aankomt op de vraag naar het beton waarvan
d? militaire werken worden gemaakt, er geen
bewijs mogelijk is om aan te toonen, dat de
materialen al dan niet door Nederland wa
ren ingevoerd.
Zou een commissie van arbitrage in derge
lijke omstandigheden tot eenig besluit kun
nen komen? Zeker niet.
Om een besluit te kunnen geven, zou de
commissie den inhoud van de schuiten moe
ten volgen van het punt van ingang in Ne
derland tot de laatste bestemming. Is het aan
te nemen, dat de Duischers rustig met hun
gewone werk zouden voortgaan, terwijl een
dergelijke commissie zou komen kijk én? Ze
ker niet.
Een laatste punt dat. van belang kan zijn.
Beton wordt gemaakt in de verhouding van
twee derde grind, en gebroken steenen, te
gen een derde zand Beton wordt niet gebruikt
voor bet maken vgn wegen, maar voor mili-
ta ire. verdedigingswerken.
Uit inlichtingen, in het bezit van de re-
gccringen der Entente, zijn ongeveer
3.000.000 tonnen van deze materialen uit
Duitschland in België ingevoerd over Hans-
weert en Sas van Gent tusschen 1 Januari
en het laatst van Augustus: van deze 3.000.000
tonnen waren 2.000.000 grind en geklopte
stenen en 1.000.000 zand!
Naar aanleiding van de voormelde, door de
Britsche legatie verstrekte mededeeling be
tref fendo het standpunt der Briseho regee
ring ten opzichte van den doorvoor
van zand en grind, heeft het
Haogsch Corr. bur. zich andermaal tot het'
ministerie van buitenlandsche zaken om in
lichtingen gewend. Men verwees het Bureau
allereerst naar het door het departement uit
gegeven officieelo communiqué en voegde
daaraan toe, dat in afwachting vandevcr-
sctijning van het Witboek geen nadere uit
rei zettingen van de regeeriugen te verwach
ten zijn.
Wat do aan het, slot der mededeeling van
de Britsche legatie vermelde cijfers omtrent
do doorgevoerde hoeveelheid aangaat, kon
men aan het Bureau intussehen verklaren,
dat deze opgaven beslist onjuist zijn. De hoe
veelheid zand, grind en steengruis, die gedu
rende het tijdvak van 1 Januari1 Septem
ber 1917 uit Duitschland door Nederland'
naar België is vervoerd, bedraagt in het ge
heel 2.328.420 ton en was samengesteld uit 3793
tot zand. 1.748.008 ton grind en 576.619 ton
steengruis.
In een onderhond met den Londengéhen
eorresp. van hef ,,TTbh" heeft- lord Robert Ce
cil zieli over verschillende belangrijke pun
ten van de huidige betrekki n-
g e n tusschen Nederland en
Engeland uitgelaten, waaraan wij liet
volgende ontleenen:
Allereerst besprak de minister de blokka
de-politiek van Engeland en ziin bondgenoo-
ten. speciaal voor zoover die Nederland be
treft.
Aanvankelijk was er een werkelijke blok
kade, zon begon de Minister, die ons liet
recht gaf te beletten, dat goederen uit over-
zeesche gewesten Duitschland bereikten.
Thans echter is de toestand veranderd. Het
Barfeljorisstraat 27. TEL. I77G
8, 10 EN 12 CTS.
's HERTOGENBOSCH
aantal oorlogvoerende staten aan onze zijde
is zeer belangrijk toegenomen. In die landen
worden groote hoeveelheden goederen gepro
duceerd, die Nederland wensebt te koopen, en
wij zeggen, dat wij moeten zorgen voor* onze
bondgenooten, wier belangen ook de onze
zijn. Wij wen,sclien hetgeen wii te veel heb
ben te verkoopen aan onverschillig welken
neutralen kooper, mits Duitsehland daarvan
slechts niet profiteert Wii zijn niet altijd
zeker, dat de goederen, die Nederland'
wensebt te koopen, daar ook werkelijk noodig
zijn. Wij hebben bemerkt, dat Nederland
groote hoeveelheden vleesch, aardappelen,
groenten zuivelproducten, viseli en fruit aan
Duitschland heeft verkocht. Zekerlijk had gij
het recht dit te doen, wii echter hadden het
recht te zeggen: „Het is duidelijk, dat gij niet
zooveel uit het buitenland behoeft in ie voe
ren, zoolang gij nog zoo veel kunt uitvoeren
en daar van een aantal zaken die gij noodig
hebt, bijv. graan, slechts een zeer beperkte
hoeveelheid in de wereld aanwezig is, zijn wij
niet geneigd aan u te verknopen, zoo lang gij
aan onze vijanden verkoopt.
Maar, zoo merkte de corresp. op, al9 gij en
uwe bondgenooten aan Nederland de invoer
slechts wil toestaan onder voorwaarde, dat
het niet aan Duitschland zal verkoopen, be-
teekent dit ons land uithongeren en boven
dien: wat is er geworden van de overeenkom
sten omtrent in- en uitvoer, die gedurende
dezen oorlog tusschen Nederland en Enge
land zijn gesloten?
Wij willen. Nederland niet uithongeren, zei.
de de minister. De landbouw-overeenkomsten
bestaan nog. In 1916, nadat uw land in 1915
bijna alldf aan Duitschland had verkocht, ver
kregen wij, bij overeenkomst een behoorlijk
deel uwer uitvoeren. Sedert de geallieerden
echter eenparig samenwerken, kunnen wij een
beteren prijs vragen, d.w.z. dat wij alleen aan
u zullen verkoopen, wanneer wordt over
eengekomen, dat gii niet aan Duitschland
zult verkoopen. Ik zal thans geen cijfers noe
men, maar de waarheid is, dat hetgeen gij
aan Duitschland levert, ook dient om do sol
daten te voeden, die onze soldaten moeten
doodschieten en mijn plicht als Engelschman
is, te voorkomen, dat dit zoo blijft. Niemand
kan zeggen, dat wij niet het recht hebben dit
te doen, evenzeer als gii het recht hebt om
zoo gij wilt, hetgeen gij te veel hebt, aan
Duitschland te verkoopen.
Wij willen geen strijd met n, wij hebben
steeds gepoogd vriennschappelijke betrekkin
gen te handhaven, wij willen echter niet, dat
Duitschland ook slechts één ons sterkte door
uwe leveranties krijgt.
Ik heb er nooit aan getwijfeld of Amerika
zal aan Nederland do redelijke hoeveelheden
graan leveren, die het kan missen, onder
voorwaarde nochtans, dat Nederland niet
aan Duitsehland verkoopt.
Denkt gij, zoo vroeg de corr, dut overeen
komsten als die met de N.O.T. zullen afloo-
pen?
Zeker niet, antwoordde Lord Robert Ik
hoop, dat wij met Nederland tot overeenstem
ming zullen geraken en dan zullen dé trans-
aoties voortgezet worden, in vertrouwen dat
de goederen, die wij leveren, in geen opzicht
aan Duitschland ten voordeele strekken.
Vervolgens ging het gesprek over de zand
en grindkwestie, waarvan wii het resumé
kunnen passeeren mat verwijzing naar het
communiqué der Britsche legatie to Den
Haag.
Aan het slot van het interview zeide lord
Robert nog:
Er zijn nog twee dingen, die ik zou willen
zoggen: Ik heb in een Duitsch blad gelezen,
'ril i,, in den tijd der vrijmaking van
si hm,?11'1'0011 lijfeigenen in Rusland. Daar
(H'H st omtrent den tijd van 't eerste oc-
tp Li iet:reifcnde dit onderwerp, mij onder
yen bevond en van 't eene gehucht
toi8*' te aiuler reisde, trachtte 'ik hier en
ie 9 a Vornemeri weLke waarde de Doereu
'k "F Wn 'kloofde gunst hechtten; doch
hiej. ine onkunde en dommeligheid kwam
'hijne vragen nooit heel ver.
Oem 'lag had ik 'I volgen i cesprek
"Liv 'i'eigene, die mij een brief bracht:
°0rt
"lU £en
ho,
*8 Evan Yasiliovitch; wien be-
lijfeigene van Kannoritch."
rGvëeJT!elen
rijt
zielen."
r; zag n3'0w'ig allen vrij zijn."
,.a' zoo >t jY1' s'uiks aan, en meesmuilde:
onzo vaderen behage.'
voor je zijn, Evan; dunkt
je niet?"
„God weet liet, baron; hoe kan ik dat
weten?"
„Hoeveel is je schatplichtigheid?"
„Dertig roebels 's jaar's."
„Betaal je het met werken, of met geld?"
„Ik werk vier dagen 's weeks in de sui
kerfabriek, om de schatplichtigheid, paspoort
en belastingen."
„Hoeveel bedragen wel paspoort en belas
tingen."
„Omtrent drie en een halven roebel, be
halve andere dingen."
„Dus heb je drie en dertig en een haken
roebel te betalen, en hiervoor werk je elue
weck vier dagen in den suikermolen?"
„Juist, baron, eii 't is een zwaar werk."
Wanneer ge' uwe vrijheid krijgt zult ge
geen obrok te betalen hebben, noch daar
voor behoeven te werken. Je tijd zal voor
je zeiven, zijn, om je grond te bebouwen.
Zal dat niet beter zijn?"
„God geve het. Ik weet het niet. Maar ik
ben uitgeput van-het werken."
„Hoeveel land heb je?"
;,Drie en halve deciatines" (tien roeden).
„Wel dat is voldoende pin je huisgezin te
onderhouden. Wanneer ge al je tijd daaraan
besteedt en geen obrok hoeft te betalen, is
't immers ruim voldoende?"
„Ik weet het niet, baron, maar ik ben uit
geput van 't werken in dc fabriek."
„Vertel me nu eens, Evan, wat je zoo
gaat beginnen wanneer ge je vrijheid krijgt?
Blijf je hier om je grond te bebouwen, of
ga je 't breed ergens' anders zoeken?"
Hij sloeg zijne oogen. eerst op, Toen neer.
daarop naar heide zijden, als zocht hij een
antwoord te o itwijken, daarop haalde hij,
naar boerengewoonte,- de schouders op eu
fluisterde
„Ik zal slapen, baron."
„En wanneer je geslapen hebt, Evan?"
„Zal ik eten,' baron."
„En nadat je gegeten hebt?"
„Zal ik weer gaan füapen, baron."
„En als 't zwarte brood op is, en 't var
ken en 't gevogelte .opgeknabbeld is, en
wanneer de aardappelen, peen eu kool ge
bruikt zijn, eu wanneer er hout noch gras
meer is, wat zal je dan doen, Pvan?
dag."
,,Hat zal ik u dan zeggen,
baron. Nu geve
God u gezondheid, en bedank ik u, voor
het tlieegeld; dat u mij geeft. Ik wensch .u
goeden
lk geloof dat dit bijna 't geval met al de
lijfeigenen was. Men beoordeele den toestand
van velen hunner 'op dit tijdstip uit liet
volgend verslag dat ik met moeite con boer
ontlokte die in oen katoenmolen wqrkte:
„lk verdien vier roebels (zeven gulden
vijftig cent 'arnaands). ik breng mijn gan-
sk hen tijd1 in den molen door, van vijf uur
'smorgens tot acht uur 's avonds. Mijne
Vrouw eu twee-dochters werken des zomers
v ijl dagen van elke week op de aan den
baron loebèliooreudc velden. Deze krijgen
geen huur. Des winters deen zij allerlei soort
van werk, waarmee de intendant hen be
last. Mijn zoon,, die zeventien jaar oud is,
werkt ook in den jnoien en krijgt twee roe
bels 's rnaands. We hebben negen roeden
land. Dat is \an ons, benevens 't huis, doch
wij kunnen slechts een weinig aardappelen,
kool en peen a aak we eken. lie vrouwen doen
haar werk. Wc houden pen varken en heb
ben een paar eenden, die we later opeten.
We krijgen meel van den oeconoom en dit
wordt van onze huur afgetrokken. Wé be
talen geen obrok van deze huur. Daarvoor
rekent men ons, werk,üe int.endant bereddert
dat alles, want ik ben toch altijd eenigszins
in schuld bij hem. Ik heb nu tien jaar in
den molen gewerkt en bpn een goed spinner.
Ik weet niet wat we doen zullen wanneer
we onze vrijheid krijgen. Ik' verbeeld me dat
we in 't geheel niet meer zullen werken. Ik
zal gaan bedelen; dat is een makkelijk le
ven. Ik ben nu ongeschikt voor buitenwerk,
doch mijn zoon ie daartoe in staat; hij moet
dus 't land bebouwen. We zijn met ons drie.
duizend zielen op dit goed; er zijn bijna
duizend weg, en wij betalen .elk jaar veertig
roebels schatplichtigheid, behalve do eigen
paspoorten en belasting."
Dit is eene treurige, üocli ware schildering.
Van honderd twintig gulden Vjaars moet
die man met zijn huishouden leven 1 Voor
deze som geven vader en zoon al hun tijd
in den molen en besteeden dp moeder met
twee dochters vijf dagen per weck aan an
der werk. In een vrijen molen, volgeiis 't
vrije beginsel ingericht, waren vader en zoon
alléén zestig pond, en beide dochters 'der
tig waard; maar zij konden nog genoodzaakt
worden te betalen wat hun meester voor
obrok cn belasting van hen vorderde.
(Wordt vcrvugd.)
EUWE HAARLEMSCHE COURANT
De Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
i
Levering van ALLE GOEDEREN op gemak
kelïjke betalingsvoorwaarden,
CONTANT 5 pCt. korting. 5470
5016
IS EEN DELICATESSE
VOOR IEDEREN
FIJNSTE SUMATRA
Z ANDBLAD-SIGAAR
1 t Vit
.„is
Wl
s
daI i.-, 0J OU Qj5z9v.-l.dor.on I.nlm m
beti