1
OVERSCHOENEN
a
PE OUDE BRON
m
Distributie Zooileder.
P. W. TWEEHUIJSEN,
BUITENLAND
Waar is het einde?
j!
FEUILLETON
r "C"
«NAAMDAG 5 NOVEMBER 1917
42STE JAARGANG 9481
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPENi PER KWARTAAL f 1,75; PER WEar
CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,12»
De Directeur van het Levensmiddelenbureau
brengt ter kennis, dat vanaf heden is begonnen
met de toezending van machtigingskaarten ter
Veihrijging van bons voor goedkoope reparatie
goedkoop zoolleer.
Deze machtigingskaarten zijn genummerd, de
"ouders worden in volgorde der nummers per
advertentie opgeroepen tot in ontvangstname der
°ns, waarop zij recht hebben.
Iedere houder eener machtigingskaart is ge-
rechtigd tot het in ontvangst nemen van zooveel
b°ns als zijn gezin leden telt, aan wie volgens
de kaart goedkoope reparatie is toegestaan.
Tot het verkrijgen van bons is noodzakelijk:
1. het medebrengen der machtigingskaart.
2. eene schriftelijke opgave der maten van de
schoenen waarvoor de reparatie moet diênpn
Deze opgave kan geschieden in de gebruike
lijke nummermaat der schoenen of in centimeters.
Oeen bons kunnen worden verstrekt, zonder
dut aan deze twee voorwaarden is voldaan.
1° volgorde worden opgeroepen (Kamer
No. 12);
^°ensdag 7 Nov. de nummers 1 tot en met 100
'Ouderdag 8 101 200
9 (i 201 300
10 301 400
DE DIRECTEUR.
^ijdag
terdag
6184
Ja, waar is het einde i
z°oals het nu met den oorlog loopt, is dat
e'nde in 't geheel niet te voorzien.
!°en in 't voorjaar 1917 de geheele Entente
soueen klaar te staan voor een algemeen offen-
Sle|, tegen de Centralen, leek de eindstrijd nabij.
Ea het is ook zeer waarschijnlijk, dat het toen
een einde zou gekomen zijn, wanneer een
s*°°t en algemeen. Russisch offensief ware
^gevallen met de aanvallen van Nivelle,
P Cadorna, Sarrail en Avarescu. Maar de
^ssische revolutie wierp dit geheele plan in
c teonen voor het oogenblik zijn veeleer de
•j^ntraten dan de Gealliëerden in het voordeel.
s,°ch mislukten ook hun pogingen, om door een
'ategiscb succes den oorlog tot een einde te
re"gen.
groot oftensief in Roemenië
Thans staan we voor een nieuwe poging om
een beslissing te forceeren, die goed inzette doch
«u weer stokt voor de Tagliamento.
En zelfs al zou Italië als militaire macht wer
en uitgeschakeld, dan nóg schijnt de overwin
ds van Duitschland en Oostenrijk niet nabij.
rant om het zoover te brengen zouden toch
tl Th ettdijke maauden noodig zijn; en in dien
'J ee^ een nieuwe en zeer machtige tegenstan-
"i zijn geweldige toebereidselen voltooid en
0014° 'I001 de Amei'ikaansche divisies op het
]i;,.,0gferrete> om nog te zwijgen van de moge-
sieunén Grieksche leger Sarrail zal gaan
j. Iiet kernpunt Van den strategisclien toestand
^ongetwijfeld in Rusland. Herstelt het Rus-
ja e teger zich door de Amerikaansche en
ti'ai S°he '1U,P> dan-is' de ondergang der Cen
ten welhaast met zekerheid te voorzien.
Vo niet, dan lijkt het evenwicht van krachten,
0ral na een uitschakeling van Italië, vrijwel
rsteld.
In aantal soldaten en hulpmiddelen zullen
!lerika, Engeland en Frankrijk met de kleinere
adgenooten het overwicht hebben,
in militaire geoefendheid, in betrouwbaarheid
r binnenlandsche toestanden, in innerlijke
dcht dus, zullen de Centralen althans zeker
rrankrijk slaan,
Voor hen is en blijft echter Engeland de
«Poote en moeilijk te buigen tegenstander.
Een oogenblik scheen het, dat de duikbooten-
fn' °g fle macht van Engeland zou kunnen
muken. De hoop daarop leeft ook nu nog, zij
veel verzwakt, bij de Centrale mogendheden.
«Maar liet schijnt met den dag duidelijker te
worden, dat ook dit een misrekening zal blijken.
De eerste Lord der Engelsche Admiraliteit,
Sir Eric Geddes, is ten opzichte van Engelands
macht ter zee en van zijn maatregelen tegen den
duikbootenoorlog met cijfers voor den dag geko
men, die zelfs in Duitschland de hoop op een
spoedig oorlogseinde zullen doen verbleeken.
Hij betoogde dat sinds het begin 40 a 50
pCt. van de Duitsche duikbooten, die ope
reerden in de Noordzee, den Atlantischen
Oceaan en de Noordelijke IJszee waren ver
nield.
Gedurende het laatste kwartaal verloren
de Duitschers evenveel duikbooten als ge-
durendé heel 1916. De Duitsche officieele
cijfers voor in Augustus vernielde handels-
scheepsruim te van alle nationaliteiten be
liepen 808.000 ton. Zij vernielden volgens
Geddes een beetje meer dan een derde van
het bedrag aan Britsoho scheepsruimte en
een weinig meer dan de helft voor alle na
tionaliteiten.
Voor September gaven de Duitschers nog
672.000 tem op, terwijl zij veel minder dan
een derde deel van dit bedrag aan Britsche
scheepsruimte en minder dan de helft ervan
aan scheepsruimte van alle nationaliteiten
vernielden.
Spr. stond vervolgens stil bij de Duitsche
bewering dat de geallieerden nog maar zoo
weinig schepen zouden hebben, dat de duik
bootcommandanten hun buit niet konden
handhaven. In April 1.1. toen de Britsche
verliezen het grootst waren was liet scheep
vaartverkeer der geallieerden dus bevredi
gend voor de Duitsche marine. In Septem
ber 1.1. toen de .Britsche verliezen het kleinst
waren bedroeg het Britsche overzeesche ver
keer van alle schepen met meer dan 1600
ton 0 pCt. meer in aantal en 80 pCt. meer
in ruimte dan in April. De Duitschers moes
ten dus een hetere verklaring vinden voor
liet uitblijven van succes. Deze verklaring
was gelegen in het feit dat er minder duik
booten in Duitschland terugkeerden.
Daar de duikbooten nu minder schade toe
brachten en er meer krachten gewijd kun
nen worden aan den bouw van koopvaardij
schepen voorzag spr. dat de resultaten nog
gunstiger zouden worden. De Britsche ver
dedigingsmaatregelen bleken de laatste 7
maanden zoo doeltreffend, dat, in weerwil
van het grooter aantal schepen dat de ge
vaarlijke zone passeerde, er steeds minder
schade werd toegebracht door Duitsche duik
booten en mijnen. Inmiddels vernielden de
Engelschen steeds meer Duitsche duikboo
ten. De Britsche verdedigingsmiddelen zou
den voortduren! doeltreffender worden, maar
aan den anderen kant zouden de Duitschers
sneller duikbooten bouwen cfan tot nü toe
en bereikten zij het maximum van hun
kracht nog niet.
Over de macht der Engelsche vloot ver
klaarde Geddes het volgende:
In September werd 90 pCt. van alle sche-
eeM °'?t deQ atlantischen Oceaan geconvooi-
het ^.vot,.Sc-j'centad<) aan verliezen vandoor
pin gecynvooienrde scha-
De noordelijke vlootbasia wordt niet door
verdedigingswerken beschermd, maar ver
trouwt op eigen kracht.
Nacht en d-'i? wordt do Noordzee in alle
richtingen sch ongeveegd.
In 1914 bedroeg de tonnenverplaatsing
der oorlogsvloot 2.400.000 ton en nu is die
71 pCt. grooter. k' W
Er worden nu ongeveer 3368 mijn vegers
en hulp-patrouille-scnepen gebruikt.
Het vlootpersoneel steeg van 146.000 voor
den oorlog tot 390.000, dat van den luclit-
dienst van 700 tot 41.000.
De productie aan tonnenmaat voor de
koopvaardij is voor de eerste negen maan
den van 1917 123 percent hooger dan in
de overeenkomstige periode van het vorige
jaar en veel hooger dan de totale pro
ductie van het geheele jaar 1915. Er z'ijn
nu standaardschepen met een tonnenmaat
van ongeveer een millioen bruto ton besteld.
Meer dan de helft hiervan is reeds in aan
bouw en aan de rest zal begonnen worden,
zoodra de vaartuigen, die nu 021 de helling
staan, afgeloopen zijn. Een beperkt aantal
standaardschepen zijn reeds voltooid en in
dienst gesteld, maar alle werven, die geschikt
zijn voor hot bouwen van standaardschepen,
kunnen nog niet geheel en al voor dat
werk gebruikt worden, omdat de hellingen
reeds met andere schepen bezet zijn.
In het licht van deze gegevens en van de reus
achtige krachtsinspanning van Amerika en Japan
op het gebied van den scheepsbouw, kan men niet
aannemen, dat de duikboofenooriog een spoedig
einde van de wereldramp zou kunnen brengen.
En met den vrede door vergelijk staat liet er
ook al ongunstiger voor dan ooit.
Alleen O os ten rijk-Hongarije en de Russische
extremisten schijnen nog bereid tot een dade-
lijken vrede door vergelijk.
In Duitschland heeft die wensch wèl besiaan
bij de Rijksdagmeerderheid, doch waarschijnlijk
nooit bij de eigenlijke Rijks- en legerleiders.
Von Hindenburg neemt iedere gelegenheid te
baat, om de noodzakelijkheid en wenschelijkheid
van oorlogsvoortzetting te bepleiten.
En het besluit der meerderheidspartijen begint
al meer en meer te wankelen, omdat het Duitsche
volk onder den invloed der conservatieve actie,
zich afvraagt wat er van zijn economischen toe
stand zou terechtkomen als het inderdaad kwam
tot een vrede zonder schadeloosstellingen en
annexaties.
En dit vooruitzicht is ook inderdaad buiten
gewoon somber, zoo somber, dat men de rede
neering van hen, die alles er op willen zetten
om een vrede door overwinning te behalen, wel
iswaar niet kan goedkeuren, doch althans
begrijpen.
De kwesties die zich voor Duitschland bij een
vrede zonder annexaties en schadeloosstellingen
zouden voordoen, werden door de groep Dresden
van de „Onafhankelijke Commissie voor een
Duitschen vrede", aldus geformuleerd in een zes
tal vragen aan de Rijksdagmeerderheid.
1. Verstaat gij onder een vrede door overleg
alleen het afzien van het veroverde gebied en van
een oorlogsschatting door Duitschland en zijn
bondgenooten, of tegelijkertijd ook het afzien
door de vijanden van de bezette Duitsche kolo
niën, mitsgaders van de Zuiderzee-eilanden en
Kiautschau, van Egypte en Syrië, van Armenië,
Cyprus, Valo-na, enz.?
Verstaat gij daaronder ook het afzien van de
te Parijs voorgenomen en reeds ingeleide econo
mische vernietiging van Duitschland, het herstel
van den Duitschen buitenlandschen handel en de
patentrechten, alsmede de teruggave van alle ge
stolen schepen?
Welke zekerheid hebt gij, dat door het eischen
van zulk een wederzijdsch afzien de oorlog ook
slechts één uur zal worden verkort?
2. Welke zekerheid heb/' gij, dat bij de onder
handelingen om tot overleg te komen, de ruim
30 vijanden de Centrale mogendheden niet een
voudig zullen onderdrukken?
3. Welke zekerheid hebt gij, dat in het bijzon
der Engeland de verdragen na dezen oorlog
beter zal houden dan die van Den Haag, van
Algiers, enz., nadat zooeven nog de scheepvaart
van Nederland en van Zweden, dus neutrale
staten, geweld is aangedaan?
Hoe denkt gij u de vrijheid dor zeeën
tegenover zulk een tegenstander zonder vol
doende machtsmiddelen te verzekeren?
4. Welke zekerheid li abt gij', dat Wij, na
het "bezette gebied to. hebben ontruimd
het gebied, welks economische hulp liet ons
mogelijk maakt, vol te houden na het
sluiten van den vrede door onze, zë]f prn-
stig noodlijdende vijanden dadelijk voldoende
met levensmiddelen en met grondstoffen zul
len worden verzorgd?
5. Hoe denkt gij u, als wij allo oorlogs
kosten zelf moeten driyjeii, waaruit .vanzelf
verlaging der arbeidsloonen, verslechtering
der arbeidsvoorwaarden en schorsing van
onze sociale wetgeving volgt, liet toekom
stige'levensonderhoud van den Duitschen
arbeider?
w'1.;,J''inaCnburg' do nian van ons "onvoor-
vert,rouTn' mokert, dat onze
do zorg voor onze foekomst en voor die
van onze kinderen niet dragen, maar haar
overlaten aan de kwaadwilligheid van onze
vijanden?
Den ernst van vele dezer kwesties kan niemand
ontkennen.
Ze doen zich echter evenzeer bij alle andere
oorlogvoerenden voor; en het is duidelijk, dat de
eenige uitweg voor allen de algemeene ontwape
ning zou wezen, die door Z. H. den Paus wordt
voorgesteld.
Op het oogenblik blijven evenwel de beide
partijen nog bouwen op een overwinning met de
wapenen en hopen zij hun schade op den tegen
stander te verhalen.
In Duitschland wint de strooming die deze
hoop voedt opnieuw aan kracht.
En cle nieuwe Rijkskanselier von Hertling,
overigens zelf een tegenstander van een
vrede zonder schadeloosstellingen, zal wel van
heel bijzondere makelij moeten wezen, om dezen
wassenden vloed te kunnen weerstaan.
Alles wijst er integendeel op, dat de resolutie
der Rijksdagmeerderheid meer en meer qp den
achtergrond geraakt, het vredesverlangen ver
zwakt en de oorlogswil versterkt zijn geworden.
De volkeren hebben zich nu eenmaal vastge
werkt en het einde is, menschelijkenvijze gespro
ken, niet te voorzien.
't Is beter flit feit moedig onder de oogen te
zien dan zich illusies te maken over een naderen
den vrede. P*
•j- j* Goed lezen.
Goed lezen is een zeer groote kunst.
Er zijn heele volksstammen, die haar nooit
ieeren en daartoe behoort blijkbaar ook de redac
tie van „Het Volk"
Dit blad stelt het voor, alsof het bisschoppelijk
vermaan tot „nederige berusting" in het harde
lot en tot gelatenheid eigenlijk alleen voor de
arbeiders is geschreven en dat dezen dan het
recht wordt ontzegd hun grieven kenbaar te
maken.
Dit staat in het bisschoppelijk schrijven echter
volstrekt niet te lezen.
Daarin wordt alleen gewaarschuwd tegen
verbitterin g-w e k k e n 3 e critiek en
het stellen van onbillijke eischener wordt
volstrekt niet gevorderd, dat alle bemeiking
op het immers ook feilbare werk der overheid
achterwege blijve.
Er wordt integendeel gevraagd de Overheid
te steunen en deze steun kan óók bestaan in 't op
gepaste wijze en in gematigden vorm ter ken-
nisse brengen van mogelijk verkeerde gevolgen
van sommige maatregelen en voorschriften.
Maar zulk een handelwijze strijdt niet met"
„nederige berusting" en „gelatenheid". Deze
beide eigenschappen duiden een toestand aan van
geest en gemoed, waarvan in dezen tijd voor
het wel en wee der samenleving alles afhangt.
Het is een bereidwilligheid om de noodzak e-
1 ij k e en onvermijdelijke gevolgen
van de krankzinnigheid der oorlogvoerende
menschheid zonder morren en opstandigheid te
verdragen en samen te werken met de overheid
om die gevolgen zoo draaglijk mogelijk te maken,
Deze Christelijke geest blijkt weer eens lijnrecht
in strijd met den geest, die door „Het Volk"
wordt aangewakkerd, en die uitstraalt in de
volgende woorden:
Voor berusting en gelatenheid i» hot
nu de tijd niet!
Nederige berusting? Gelaten verduren?
Als dat de gedachte was geweest, die
ons in cle oorlogskrisia had bóheerscht,
aan welke grenzelooze ellende zou dan
de beaitlooze massa van ons volk zijn
blootgesteld! Want dit staat vast; bij de
bourgeoisie die er warmpjes inzit, komen
deze christelijke deugden eerst, als de
voorraadkasten vol zijn, en in de zaken
wereld, die dag en nacht snuffelt naar
goud, worden zij er nooit of nimmer in
gepreekt. Geen berusting, geen gelaten
heid dus ook voor de massa; zij lijdt
meer aan haar rechtvaardig deel, en als
zij niet de dupe wil wordeu van dez.eu el
lende-tijd, is het eenige wachtwoord dat
haar past: strijd!
Zie, dht is hetzelfde stelsel op maatschappelijk
gebied, dat op internationaal terrein heeft geleid
tot dien vreeselijken weréldstrijd van het oogen
blik. Ook de naties werden opgehitst tot afgunst
jegens elkander, zooals nu de maatschappelijke
groepen; ook de landen hebben stelselmatig
gemeend hun welzijn te bevorderen door machts
vermeerdering en strijd.
En wat is het einde geweest?
Een dat ook door „Het Volk" ten diepste wordt
betreurd.
Niettemin blijft het blad nog altijd de maat
schappelijke groepen tot den strijd aanhitsen.
Kan het ontkennen, dat het eindresultaat het
zelfde zal wezen als in de internationale .ver
houdingen?
Tegenover dit stelsel van hoogmoedigen strijd
stelt het Christendom, stelden ook onze bisschop
pen het stelsel der „nederige berusting en gela
tenheid" die de harten en de zeden verzachten,
maar volstrekt niet gelijkstaan met wil- en
werkeloosheid.
Integendeel! Het stelsel van strijd verbruikt
de krachten i 11 dien strijd, het Christendom
spaart de krachten voor het werkdadig streven
van allen 0111 aller lot zoo draaglijk mogelijk
te maken, waartoe echter juist een niet-verbitter-
de gemoedsstemming eerste eisch is.
Barteljorisstraat 27.
TEL. *774
f f Hamsteren.
Tot leer en stichting van alle hamsteraar
vestigen wij de bijzondere aandacht op he
volgende bericht:
Te Alkmaar zijn groote partijen goederer 1
opgeslagen door particulieren, in beslag gejju
nomen. Het is geen geringe hoeveelheid nï
22000 kilo draadnagels, 50500 kilo cacao,
vaten plantenvet, 91 kisten en 105 pakkc;
zeep, 8 vaten vet, 25 kisten stijfsel, 48
kisten gecondenseerde melk, 13 kisten en
pakken lucifers, 10 kisten vermicelli, 15 zai
pindas, 100 vaten mastiek, 2 vaten rum c 1
2 balen flanel.
„Ons Blad" deelt mede, dat onler de harng
sters zich ook bevinden een tweetal heere' j
leden van den Gemeenteraad, de heeren JA
heeft inmiddels wegens vertrek naar elder'
F. Lubbe en P. E. Stoel. Laatstgenoemd M
ontslag gevraagd als Raadslid, maar de n
dero bleef nog zitten, tot groote verbazing,
,der Alkmaarders.
Maar nu deelt een auder raadslid, de hee:
J. H. Elfring in een schrijven aan den Ge.
meenteraad nog mede, dat degenen, die i
het bezit waren van de met het oog op spe'
culatie gehamsterde voorraden, slechts d
uitvoerders waren van de ware schuldiger;
Hij schrijft:
„Met zekerheid kan worden geconstateerc
dat een aantal menschen de opdrachtgeve
en geldschieters zijn van een wijdvertakt
organisatie, die zich deze opstapeling te
doel stelt.
„Tot die opdrachtgevers en ^geldschieter
behooren een wethouder, enkele leden va
den raad, van het distributiebedrijf en va
de centrale keuken.
„Ik ben van meening, dat door dezejir&k
tijken de wel eens Per sprake gebracht^
waardigheid van den Baad wordt benadeelt"
de verbruikers en bona fide-handelaars woi
den gedupeerd en het vertrouwen van
gemeentenaren in de door hen gekozen me.
schen terecht ten zeerste wonlt geschok'
„Immers behoeft het geen betoog, datdez
menschen steeds over inlkh.ingen van Ir
gerliand omtrent distributie bepalingen et
prijsveranderingën beschikken, die te hap
delaar mist.
„In verband met het bovenstaand verzoei
ik u in mijn kwaliteit van raadslid ove
dit onderwerp te mogen interpelleeren in d,I
eerstvolgende zitting."
Uit de naamlijst der personen, die bij da
ojoslag betrokken waren, blijkt, dat het nie
allen Alkmaarders waren. Daar woonden e
ook te IJmuiden, Limmen en Amsterdam.
De geruchten, dat er nog belangrijke voor
raden levensmiddelen en andere noodige go
deren worden vastgehouden met speculatiev
doeleinden, hebben in de hier vermelde fei
ten bevestiging gevonden. rj
'f. Schijnt noodig dat van overheidsweg
een onderzoek wordt ingesteld in de pakhui
zen der veeinen en van particulieren.
Wij gelooven niet, dat tegen zulk een on
derzoek op het oogenblik wettelijke bepalin'
gen zich verzetten.
Dooh indien dit zoo mocht zijn, ia er redei
to over voor een noodwet ten deze.
Zoolang deze wijze van optreden uibblü
is de actie togen liet hamsteren slechts li
werk.
WERELDBRAND-
AAN DE TAGLIAMENTO ROFFELVUUR I
VLAANDEREN - GEEN GEVECHTSACTIE.
Nergens op de oorlogsterreiuen is belan
rijke gevecktsaetie te vermelden.
Aan de Tagliameuto is de Duitscli-Oostc
rijksebe opmarsck voorloopig tot staan g
bracht en beperkte de striid zich tot artillc
rievuur en verkenningen.
In Vlaanderen lievig artillerievuur va. r
Dixnniiden tot Hollebeke. Er schijnt ee;~
grooto aanval te-worden voorbereid.
Bij den Damesweg bezetten de Fransche
de verlaten Duitsche stellingen. Artillerie J
actie tegen de nieuwe Duitsche posities.
Bij Bir-es-Seba steeg de Engelsche buit te
15 kanonnen; bij Gaza zelf vermeesterden i'
Engelschen de. eerste Tm-kschc linie en vi
•■'^'aur zou ik anders zijn?"
K,°o kun je dat vragen! Alles is immers
j "5 op hot veld aan t korenmaaien...."
V.J'aha, blaast de wind uit dien hoek?"
j'ot Wolf, terwijl hij zijn mes dichtklapte,
f 'k waai'aan hij had gesneden, in den
r^iet 011 naar ket meisje opkeek, met een
(|ÖW:' waai'n tr°I8 en onverschilligheid
t<? kh e Ik aar opwogen. „Jij meent, dat, waar
>i;'tehts en meiden zijn, ik ook behoorde
e'f kun je nu toch altijd zoo redenee-
t 11 am 'a man zonder hoofd!" gaf zo snel
_T°ord- „Maar jij bent de zoon des
"'Mlm; oudste' dI0 eenmaal boer op de
örai hHerlloeve zal worden, en die moest
..-ito "J;'..en e?n van de eersten zijn...."
m?'1. 'n x'h? llij~ ,vro°kjk lachend en richtte
ateu volle lengte op, „het koren-
zonder mij "ook wel goed."
„Maar dat moest zoo niét zijn," ijverde
Trèes. „De arbeiders nemen het je kwalijk
en spreken er over."
„Laat ze spreken en denken, wat ze wil
len," zeide 'hij koelbloedig en trad voor do
balustrade, zoodat ze voorovergebogen op
hem neerkeek. „Wat bekommer ik mij om
liet gebabbel van al die menschen, die zich
om ongelegde eieren bekommeren en blazen,
wat hen niet brand?"
Trees kleurde tot achter de ooren. Wolff
deed, alsof hij het niet bemerkte, en voer
nog beleedigender voort: „Wanneer elk het
voor zyn eigen deur schoonveegdo, dan was
het spoedig overal zindelijk. Waaro-m zou
ik me de les laten lezen? Ik lees anderen
de les immers ook niet, 'k heb wel wat an
ders te doen."
Onwillekeurig keek liet meisje naar dc
nok van het huis, waar, door '11 snelle wind
vlaag gegrepen, hert, hond en jager in '11
cirkel om den windwijzer snorden. Iloe
vluchtig ook die blik, hij was hot scherpe,
oog van Wolf niet..ontgaan, cm nu was \le
beurt aan hem om roóÜ van toorn je wor
den. „O," riep hij gramstorig, „kijk .ïpaar
naar den windwijzer en dc sprcoinvenliuis-
jes... wat kan mij dat schelen! Ik weet
.zoo goed als iedereen, dat deze dingen niets
anders zijn dan beuzelarijen, die goon mensch
van nut zijn, nïaar ze doen ook geen mensch
schade, 011 wien liet tegenstaat, moet niet
naar boven kijken of iets verstandigere ma
ken."
Hij zou nog meer liebben gezegd, maar de
windvlaag, die den windwijzer had rondge
draaid, deed ook de snaren der windharp
trillen, zc klonk als '11 diepe langgerekte
grondtoon, waarop toen '11 veelstemmig ac-
coord nu eens tegelijk, dan weer gebroken in
wisselende toonladders majestueus inzette.
Trees luisterde; 'n sJlioon lichtbrak uit
haar oogen, en zc wenkte Wolf toe om te
zwijgen, ojxlat ze ongestoord kon luisteren.
„Wees niet zuo scherp, Wolf!" zeide ze,
ken het harpgeluid in sidderend ^gesuizel
wegstierf.
„Ik meen immers zoo goed,'wat ik zpg,
en ik zeg liet toch ook niet voor mij en
0111 mij, ïiiaar enkel en alleen voor je zeil'
cu om liet .werkvolk. Ik verwijt jc niets, jo
hebt mijn luirt reeds ingenomen met de wind
harp, die zoo liefelijk speelt, dat men mount
in de kerk to zijn, ma'ar je mocist het tpch
bedenken, reeds terwille van den boer, je
vader... jo weet, hij kan liet* niet velen, dat
je liet "boerenwerk ontvlucht... je moest tocli
ook meo/ aan 't korenmaaien gaan. Je va
der komt zoo meteen boneden; ais hij je
nog tehuis cn met jc snijwerk bezig vindt,
wordt liij weer kwaad... en die onaange
naamheden staan me vreeselijk tegen..."
Wolf keek haar, toon zo geëindigd had, '11
oogenblik zwijgend in 't gezicht; hij ont
moette haar vriendelijk smeekenden blik 0,11
scheen besluiteloos, hoe hij haar zou ant
woorden, maar liij onderdrukte do gemoe
delijke opwelling in zijn binnenste en zeide
scherp en spottend als tevoren: „Ju ja, zoo
heeft elk iets, wat hem tegenstaat, vader en
jij en ik ook. Omdat je me zoo goed -weet
te vermanen, moot ik wei gaan, maar niet
daarheen, waar jelui 111e wilt hébben, maar
waar hot mij .belieft. Begrepen? .Lu wan
neer' jo nu eens en vooral wilt weten, wat
"mij tcgoflslnat, zoo wil ik het jo zeggen....
Wanneer iemand mij tegenspreekt en dc
ids lezen wil, alsof ik 'n kleine schoojohgcn
was, clat kan ik niet dulden."
„Dat is me. ook 'n kunst!" antwoordde ,dc
kucelit nijdig- „Als iemand liet Jicertje spè-
slecht
len cn luieren, kan, wanneer hij er lust
heeft, dan kunnen hem gemakkelijk zu!
zotternijen invallen de lust daartoe zo
hem wel vergaan, wanneer hij den ganschcL,
dag moest arbeiden als een van Ons. Maait
natuurlijk, 't is immers altijd zoo gcwcesi
dat tien zich moeten afbeulen, opdat e
een luilakken kan." Hij barstte uit in veiB
bitterd gelach en wist zijn wrevel
luclit te geven door 'n dansdeuntje,
op ruwen spottenden toon zong. Het luidde
Tot het sijsje sprak de stier:
v-Tij zingt Itisi^ vrij en bljj;
Fladderen is je eenig werk,
Maar liét trekken is voor
De meid liet zich echter
slaan en zong onder het
het togencouplet:
Toen zei 't sijsje lot
„Wat kan mij dat raken,
Als liet trekkim je vorveëlt,
Laat je vleugels maken."
Do anderen lachten luid, mnda,
repot zoo vóór den gek werd gei 10
nog in do verto, toen do stoot reed
do linden was verdwenen, klonken
lijko stëinmgn naar de overzijde»
tien stier
ti)
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Di
n-ramRfA-rön h I01* en dat wjj voldoende
g ulstoilon hebben. Waarom zouden wild an
6014
fint li
mij.
nie uit lie
veorl loopr i
I'll.i