1 OVERSCHOENEN a PE OUDE BRON m Distributie Zooileder. P. W. TWEEHUIJSEN, BUITENLAND Waar is het einde? j! FEUILLETON r "C" «NAAMDAG 5 NOVEMBER 1917 42STE JAARGANG 9481 DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPENi PER KWARTAAL f 1,75; PER WEar CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,12» De Directeur van het Levensmiddelenbureau brengt ter kennis, dat vanaf heden is begonnen met de toezending van machtigingskaarten ter Veihrijging van bons voor goedkoope reparatie goedkoop zoolleer. Deze machtigingskaarten zijn genummerd, de "ouders worden in volgorde der nummers per advertentie opgeroepen tot in ontvangstname der °ns, waarop zij recht hebben. Iedere houder eener machtigingskaart is ge- rechtigd tot het in ontvangst nemen van zooveel b°ns als zijn gezin leden telt, aan wie volgens de kaart goedkoope reparatie is toegestaan. Tot het verkrijgen van bons is noodzakelijk: 1. het medebrengen der machtigingskaart. 2. eene schriftelijke opgave der maten van de schoenen waarvoor de reparatie moet diênpn Deze opgave kan geschieden in de gebruike lijke nummermaat der schoenen of in centimeters. Oeen bons kunnen worden verstrekt, zonder dut aan deze twee voorwaarden is voldaan. 1° volgorde worden opgeroepen (Kamer No. 12); ^°ensdag 7 Nov. de nummers 1 tot en met 100 'Ouderdag 8 101 200 9 (i 201 300 10 301 400 DE DIRECTEUR. ^ijdag terdag 6184 Ja, waar is het einde i z°oals het nu met den oorlog loopt, is dat e'nde in 't geheel niet te voorzien. !°en in 't voorjaar 1917 de geheele Entente soueen klaar te staan voor een algemeen offen- Sle|, tegen de Centralen, leek de eindstrijd nabij. Ea het is ook zeer waarschijnlijk, dat het toen een einde zou gekomen zijn, wanneer een s*°°t en algemeen. Russisch offensief ware ^gevallen met de aanvallen van Nivelle, P Cadorna, Sarrail en Avarescu. Maar de ^ssische revolutie wierp dit geheele plan in c teonen voor het oogenblik zijn veeleer de •j^ntraten dan de Gealliëerden in het voordeel. s,°ch mislukten ook hun pogingen, om door een 'ategiscb succes den oorlog tot een einde te re"gen. groot oftensief in Roemenië Thans staan we voor een nieuwe poging om een beslissing te forceeren, die goed inzette doch «u weer stokt voor de Tagliamento. En zelfs al zou Italië als militaire macht wer en uitgeschakeld, dan nóg schijnt de overwin ds van Duitschland en Oostenrijk niet nabij. rant om het zoover te brengen zouden toch tl Th ettdijke maauden noodig zijn; en in dien 'J ee^ een nieuwe en zeer machtige tegenstan- "i zijn geweldige toebereidselen voltooid en 0014° 'I001 de Amei'ikaansche divisies op het ]i;,.,0gferrete> om nog te zwijgen van de moge- sieunén Grieksche leger Sarrail zal gaan j. Iiet kernpunt Van den strategisclien toestand ^ongetwijfeld in Rusland. Herstelt het Rus- ja e teger zich door de Amerikaansche en ti'ai S°he '1U,P> dan-is' de ondergang der Cen ten welhaast met zekerheid te voorzien. Vo niet, dan lijkt het evenwicht van krachten, 0ral na een uitschakeling van Italië, vrijwel rsteld. In aantal soldaten en hulpmiddelen zullen !lerika, Engeland en Frankrijk met de kleinere adgenooten het overwicht hebben, in militaire geoefendheid, in betrouwbaarheid r binnenlandsche toestanden, in innerlijke dcht dus, zullen de Centralen althans zeker rrankrijk slaan, Voor hen is en blijft echter Engeland de «Poote en moeilijk te buigen tegenstander. Een oogenblik scheen het, dat de duikbooten- fn' °g fle macht van Engeland zou kunnen muken. De hoop daarop leeft ook nu nog, zij veel verzwakt, bij de Centrale mogendheden. «Maar liet schijnt met den dag duidelijker te worden, dat ook dit een misrekening zal blijken. De eerste Lord der Engelsche Admiraliteit, Sir Eric Geddes, is ten opzichte van Engelands macht ter zee en van zijn maatregelen tegen den duikbootenoorlog met cijfers voor den dag geko men, die zelfs in Duitschland de hoop op een spoedig oorlogseinde zullen doen verbleeken. Hij betoogde dat sinds het begin 40 a 50 pCt. van de Duitsche duikbooten, die ope reerden in de Noordzee, den Atlantischen Oceaan en de Noordelijke IJszee waren ver nield. Gedurende het laatste kwartaal verloren de Duitschers evenveel duikbooten als ge- durendé heel 1916. De Duitsche officieele cijfers voor in Augustus vernielde handels- scheepsruim te van alle nationaliteiten be liepen 808.000 ton. Zij vernielden volgens Geddes een beetje meer dan een derde van het bedrag aan Britsoho scheepsruimte en een weinig meer dan de helft voor alle na tionaliteiten. Voor September gaven de Duitschers nog 672.000 tem op, terwijl zij veel minder dan een derde deel van dit bedrag aan Britsche scheepsruimte en minder dan de helft ervan aan scheepsruimte van alle nationaliteiten vernielden. Spr. stond vervolgens stil bij de Duitsche bewering dat de geallieerden nog maar zoo weinig schepen zouden hebben, dat de duik bootcommandanten hun buit niet konden handhaven. In April 1.1. toen de Britsche verliezen het grootst waren was liet scheep vaartverkeer der geallieerden dus bevredi gend voor de Duitsche marine. In Septem ber 1.1. toen de .Britsche verliezen het kleinst waren bedroeg het Britsche overzeesche ver keer van alle schepen met meer dan 1600 ton 0 pCt. meer in aantal en 80 pCt. meer in ruimte dan in April. De Duitschers moes ten dus een hetere verklaring vinden voor liet uitblijven van succes. Deze verklaring was gelegen in het feit dat er minder duik booten in Duitschland terugkeerden. Daar de duikbooten nu minder schade toe brachten en er meer krachten gewijd kun nen worden aan den bouw van koopvaardij schepen voorzag spr. dat de resultaten nog gunstiger zouden worden. De Britsche ver dedigingsmaatregelen bleken de laatste 7 maanden zoo doeltreffend, dat, in weerwil van het grooter aantal schepen dat de ge vaarlijke zone passeerde, er steeds minder schade werd toegebracht door Duitsche duik booten en mijnen. Inmiddels vernielden de Engelschen steeds meer Duitsche duikboo ten. De Britsche verdedigingsmiddelen zou den voortduren! doeltreffender worden, maar aan den anderen kant zouden de Duitschers sneller duikbooten bouwen cfan tot nü toe en bereikten zij het maximum van hun kracht nog niet. Over de macht der Engelsche vloot ver klaarde Geddes het volgende: In September werd 90 pCt. van alle sche- eeM °'?t deQ atlantischen Oceaan geconvooi- het ^.vot,.Sc-j'centad<) aan verliezen vandoor pin gecynvooienrde scha- De noordelijke vlootbasia wordt niet door verdedigingswerken beschermd, maar ver trouwt op eigen kracht. Nacht en d-'i? wordt do Noordzee in alle richtingen sch ongeveegd. In 1914 bedroeg de tonnenverplaatsing der oorlogsvloot 2.400.000 ton en nu is die 71 pCt. grooter. k' W Er worden nu ongeveer 3368 mijn vegers en hulp-patrouille-scnepen gebruikt. Het vlootpersoneel steeg van 146.000 voor den oorlog tot 390.000, dat van den luclit- dienst van 700 tot 41.000. De productie aan tonnenmaat voor de koopvaardij is voor de eerste negen maan den van 1917 123 percent hooger dan in de overeenkomstige periode van het vorige jaar en veel hooger dan de totale pro ductie van het geheele jaar 1915. Er z'ijn nu standaardschepen met een tonnenmaat van ongeveer een millioen bruto ton besteld. Meer dan de helft hiervan is reeds in aan bouw en aan de rest zal begonnen worden, zoodra de vaartuigen, die nu 021 de helling staan, afgeloopen zijn. Een beperkt aantal standaardschepen zijn reeds voltooid en in dienst gesteld, maar alle werven, die geschikt zijn voor hot bouwen van standaardschepen, kunnen nog niet geheel en al voor dat werk gebruikt worden, omdat de hellingen reeds met andere schepen bezet zijn. In het licht van deze gegevens en van de reus achtige krachtsinspanning van Amerika en Japan op het gebied van den scheepsbouw, kan men niet aannemen, dat de duikboofenooriog een spoedig einde van de wereldramp zou kunnen brengen. En met den vrede door vergelijk staat liet er ook al ongunstiger voor dan ooit. Alleen O os ten rijk-Hongarije en de Russische extremisten schijnen nog bereid tot een dade- lijken vrede door vergelijk. In Duitschland heeft die wensch wèl besiaan bij de Rijksdagmeerderheid, doch waarschijnlijk nooit bij de eigenlijke Rijks- en legerleiders. Von Hindenburg neemt iedere gelegenheid te baat, om de noodzakelijkheid en wenschelijkheid van oorlogsvoortzetting te bepleiten. En het besluit der meerderheidspartijen begint al meer en meer te wankelen, omdat het Duitsche volk onder den invloed der conservatieve actie, zich afvraagt wat er van zijn economischen toe stand zou terechtkomen als het inderdaad kwam tot een vrede zonder schadeloosstellingen en annexaties. En dit vooruitzicht is ook inderdaad buiten gewoon somber, zoo somber, dat men de rede neering van hen, die alles er op willen zetten om een vrede door overwinning te behalen, wel iswaar niet kan goedkeuren, doch althans begrijpen. De kwesties die zich voor Duitschland bij een vrede zonder annexaties en schadeloosstellingen zouden voordoen, werden door de groep Dresden van de „Onafhankelijke Commissie voor een Duitschen vrede", aldus geformuleerd in een zes tal vragen aan de Rijksdagmeerderheid. 1. Verstaat gij onder een vrede door overleg alleen het afzien van het veroverde gebied en van een oorlogsschatting door Duitschland en zijn bondgenooten, of tegelijkertijd ook het afzien door de vijanden van de bezette Duitsche kolo niën, mitsgaders van de Zuiderzee-eilanden en Kiautschau, van Egypte en Syrië, van Armenië, Cyprus, Valo-na, enz.? Verstaat gij daaronder ook het afzien van de te Parijs voorgenomen en reeds ingeleide econo mische vernietiging van Duitschland, het herstel van den Duitschen buitenlandschen handel en de patentrechten, alsmede de teruggave van alle ge stolen schepen? Welke zekerheid hebt gij, dat door het eischen van zulk een wederzijdsch afzien de oorlog ook slechts één uur zal worden verkort? 2. Welke zekerheid heb/' gij, dat bij de onder handelingen om tot overleg te komen, de ruim 30 vijanden de Centrale mogendheden niet een voudig zullen onderdrukken? 3. Welke zekerheid hebt gij, dat in het bijzon der Engeland de verdragen na dezen oorlog beter zal houden dan die van Den Haag, van Algiers, enz., nadat zooeven nog de scheepvaart van Nederland en van Zweden, dus neutrale staten, geweld is aangedaan? Hoe denkt gij u de vrijheid dor zeeën tegenover zulk een tegenstander zonder vol doende machtsmiddelen te verzekeren? 4. Welke zekerheid li abt gij', dat Wij, na het "bezette gebied to. hebben ontruimd het gebied, welks economische hulp liet ons mogelijk maakt, vol te houden na het sluiten van den vrede door onze, zë]f prn- stig noodlijdende vijanden dadelijk voldoende met levensmiddelen en met grondstoffen zul len worden verzorgd? 5. Hoe denkt gij u, als wij allo oorlogs kosten zelf moeten driyjeii, waaruit .vanzelf verlaging der arbeidsloonen, verslechtering der arbeidsvoorwaarden en schorsing van onze sociale wetgeving volgt, liet toekom stige'levensonderhoud van den Duitschen arbeider? w'1.;,J''inaCnburg' do nian van ons "onvoor- vert,rouTn' mokert, dat onze do zorg voor onze foekomst en voor die van onze kinderen niet dragen, maar haar overlaten aan de kwaadwilligheid van onze vijanden? Den ernst van vele dezer kwesties kan niemand ontkennen. Ze doen zich echter evenzeer bij alle andere oorlogvoerenden voor; en het is duidelijk, dat de eenige uitweg voor allen de algemeene ontwape ning zou wezen, die door Z. H. den Paus wordt voorgesteld. Op het oogenblik blijven evenwel de beide partijen nog bouwen op een overwinning met de wapenen en hopen zij hun schade op den tegen stander te verhalen. In Duitschland wint de strooming die deze hoop voedt opnieuw aan kracht. En cle nieuwe Rijkskanselier von Hertling, overigens zelf een tegenstander van een vrede zonder schadeloosstellingen, zal wel van heel bijzondere makelij moeten wezen, om dezen wassenden vloed te kunnen weerstaan. Alles wijst er integendeel op, dat de resolutie der Rijksdagmeerderheid meer en meer qp den achtergrond geraakt, het vredesverlangen ver zwakt en de oorlogswil versterkt zijn geworden. De volkeren hebben zich nu eenmaal vastge werkt en het einde is, menschelijkenvijze gespro ken, niet te voorzien. 't Is beter flit feit moedig onder de oogen te zien dan zich illusies te maken over een naderen den vrede. P* •j- j* Goed lezen. Goed lezen is een zeer groote kunst. Er zijn heele volksstammen, die haar nooit ieeren en daartoe behoort blijkbaar ook de redac tie van „Het Volk" Dit blad stelt het voor, alsof het bisschoppelijk vermaan tot „nederige berusting" in het harde lot en tot gelatenheid eigenlijk alleen voor de arbeiders is geschreven en dat dezen dan het recht wordt ontzegd hun grieven kenbaar te maken. Dit staat in het bisschoppelijk schrijven echter volstrekt niet te lezen. Daarin wordt alleen gewaarschuwd tegen verbitterin g-w e k k e n 3 e critiek en het stellen van onbillijke eischener wordt volstrekt niet gevorderd, dat alle bemeiking op het immers ook feilbare werk der overheid achterwege blijve. Er wordt integendeel gevraagd de Overheid te steunen en deze steun kan óók bestaan in 't op gepaste wijze en in gematigden vorm ter ken- nisse brengen van mogelijk verkeerde gevolgen van sommige maatregelen en voorschriften. Maar zulk een handelwijze strijdt niet met" „nederige berusting" en „gelatenheid". Deze beide eigenschappen duiden een toestand aan van geest en gemoed, waarvan in dezen tijd voor het wel en wee der samenleving alles afhangt. Het is een bereidwilligheid om de noodzak e- 1 ij k e en onvermijdelijke gevolgen van de krankzinnigheid der oorlogvoerende menschheid zonder morren en opstandigheid te verdragen en samen te werken met de overheid om die gevolgen zoo draaglijk mogelijk te maken, Deze Christelijke geest blijkt weer eens lijnrecht in strijd met den geest, die door „Het Volk" wordt aangewakkerd, en die uitstraalt in de volgende woorden: Voor berusting en gelatenheid i» hot nu de tijd niet! Nederige berusting? Gelaten verduren? Als dat de gedachte was geweest, die ons in cle oorlogskrisia had bóheerscht, aan welke grenzelooze ellende zou dan de beaitlooze massa van ons volk zijn blootgesteld! Want dit staat vast; bij de bourgeoisie die er warmpjes inzit, komen deze christelijke deugden eerst, als de voorraadkasten vol zijn, en in de zaken wereld, die dag en nacht snuffelt naar goud, worden zij er nooit of nimmer in gepreekt. Geen berusting, geen gelaten heid dus ook voor de massa; zij lijdt meer aan haar rechtvaardig deel, en als zij niet de dupe wil wordeu van dez.eu el lende-tijd, is het eenige wachtwoord dat haar past: strijd! Zie, dht is hetzelfde stelsel op maatschappelijk gebied, dat op internationaal terrein heeft geleid tot dien vreeselijken weréldstrijd van het oogen blik. Ook de naties werden opgehitst tot afgunst jegens elkander, zooals nu de maatschappelijke groepen; ook de landen hebben stelselmatig gemeend hun welzijn te bevorderen door machts vermeerdering en strijd. En wat is het einde geweest? Een dat ook door „Het Volk" ten diepste wordt betreurd. Niettemin blijft het blad nog altijd de maat schappelijke groepen tot den strijd aanhitsen. Kan het ontkennen, dat het eindresultaat het zelfde zal wezen als in de internationale .ver houdingen? Tegenover dit stelsel van hoogmoedigen strijd stelt het Christendom, stelden ook onze bisschop pen het stelsel der „nederige berusting en gela tenheid" die de harten en de zeden verzachten, maar volstrekt niet gelijkstaan met wil- en werkeloosheid. Integendeel! Het stelsel van strijd verbruikt de krachten i 11 dien strijd, het Christendom spaart de krachten voor het werkdadig streven van allen 0111 aller lot zoo draaglijk mogelijk te maken, waartoe echter juist een niet-verbitter- de gemoedsstemming eerste eisch is. Barteljorisstraat 27. TEL. *774 f f Hamsteren. Tot leer en stichting van alle hamsteraar vestigen wij de bijzondere aandacht op he volgende bericht: Te Alkmaar zijn groote partijen goederer 1 opgeslagen door particulieren, in beslag gejju nomen. Het is geen geringe hoeveelheid nï 22000 kilo draadnagels, 50500 kilo cacao, vaten plantenvet, 91 kisten en 105 pakkc; zeep, 8 vaten vet, 25 kisten stijfsel, 48 kisten gecondenseerde melk, 13 kisten en pakken lucifers, 10 kisten vermicelli, 15 zai pindas, 100 vaten mastiek, 2 vaten rum c 1 2 balen flanel. „Ons Blad" deelt mede, dat onler de harng sters zich ook bevinden een tweetal heere' j leden van den Gemeenteraad, de heeren JA heeft inmiddels wegens vertrek naar elder' F. Lubbe en P. E. Stoel. Laatstgenoemd M ontslag gevraagd als Raadslid, maar de n dero bleef nog zitten, tot groote verbazing, ,der Alkmaarders. Maar nu deelt een auder raadslid, de hee: J. H. Elfring in een schrijven aan den Ge. meenteraad nog mede, dat degenen, die i het bezit waren van de met het oog op spe' culatie gehamsterde voorraden, slechts d uitvoerders waren van de ware schuldiger; Hij schrijft: „Met zekerheid kan worden geconstateerc dat een aantal menschen de opdrachtgeve en geldschieters zijn van een wijdvertakt organisatie, die zich deze opstapeling te doel stelt. „Tot die opdrachtgevers en ^geldschieter behooren een wethouder, enkele leden va den raad, van het distributiebedrijf en va de centrale keuken. „Ik ben van meening, dat door dezejir&k tijken de wel eens Per sprake gebracht^ waardigheid van den Baad wordt benadeelt" de verbruikers en bona fide-handelaars woi den gedupeerd en het vertrouwen van gemeentenaren in de door hen gekozen me. schen terecht ten zeerste wonlt geschok' „Immers behoeft het geen betoog, datdez menschen steeds over inlkh.ingen van Ir gerliand omtrent distributie bepalingen et prijsveranderingën beschikken, die te hap delaar mist. „In verband met het bovenstaand verzoei ik u in mijn kwaliteit van raadslid ove dit onderwerp te mogen interpelleeren in d,I eerstvolgende zitting." Uit de naamlijst der personen, die bij da ojoslag betrokken waren, blijkt, dat het nie allen Alkmaarders waren. Daar woonden e ook te IJmuiden, Limmen en Amsterdam. De geruchten, dat er nog belangrijke voor raden levensmiddelen en andere noodige go deren worden vastgehouden met speculatiev doeleinden, hebben in de hier vermelde fei ten bevestiging gevonden. rj 'f. Schijnt noodig dat van overheidsweg een onderzoek wordt ingesteld in de pakhui zen der veeinen en van particulieren. Wij gelooven niet, dat tegen zulk een on derzoek op het oogenblik wettelijke bepalin' gen zich verzetten. Dooh indien dit zoo mocht zijn, ia er redei to over voor een noodwet ten deze. Zoolang deze wijze van optreden uibblü is de actie togen liet hamsteren slechts li werk. WERELDBRAND- AAN DE TAGLIAMENTO ROFFELVUUR I VLAANDEREN - GEEN GEVECHTSACTIE. Nergens op de oorlogsterreiuen is belan rijke gevecktsaetie te vermelden. Aan de Tagliameuto is de Duitscli-Oostc rijksebe opmarsck voorloopig tot staan g bracht en beperkte de striid zich tot artillc rievuur en verkenningen. In Vlaanderen lievig artillerievuur va. r Dixnniiden tot Hollebeke. Er schijnt ee;~ grooto aanval te-worden voorbereid. Bij den Damesweg bezetten de Fransche de verlaten Duitsche stellingen. Artillerie J actie tegen de nieuwe Duitsche posities. Bij Bir-es-Seba steeg de Engelsche buit te 15 kanonnen; bij Gaza zelf vermeesterden i' Engelschen de. eerste Tm-kschc linie en vi •■'^'aur zou ik anders zijn?" K,°o kun je dat vragen! Alles is immers j "5 op hot veld aan t korenmaaien...." V.J'aha, blaast de wind uit dien hoek?" j'ot Wolf, terwijl hij zijn mes dichtklapte, f 'k waai'aan hij had gesneden, in den r^iet 011 naar ket meisje opkeek, met een (|ÖW:' waai'n tr°I8 en onverschilligheid t<? kh e Ik aar opwogen. „Jij meent, dat, waar >i;'tehts en meiden zijn, ik ook behoorde e'f kun je nu toch altijd zoo redenee- t 11 am 'a man zonder hoofd!" gaf zo snel _T°ord- „Maar jij bent de zoon des "'Mlm; oudste' dI0 eenmaal boer op de örai hHerlloeve zal worden, en die moest ..-ito "J;'..en e?n van de eersten zijn...." m?'1. 'n x'h? llij~ ,vro°kjk lachend en richtte ateu volle lengte op, „het koren- zonder mij "ook wel goed." „Maar dat moest zoo niét zijn," ijverde Trèes. „De arbeiders nemen het je kwalijk en spreken er over." „Laat ze spreken en denken, wat ze wil len," zeide 'hij koelbloedig en trad voor do balustrade, zoodat ze voorovergebogen op hem neerkeek. „Wat bekommer ik mij om liet gebabbel van al die menschen, die zich om ongelegde eieren bekommeren en blazen, wat hen niet brand?" Trees kleurde tot achter de ooren. Wolff deed, alsof hij het niet bemerkte, en voer nog beleedigender voort: „Wanneer elk het voor zyn eigen deur schoonveegdo, dan was het spoedig overal zindelijk. Waaro-m zou ik me de les laten lezen? Ik lees anderen de les immers ook niet, 'k heb wel wat an ders te doen." Onwillekeurig keek liet meisje naar dc nok van het huis, waar, door '11 snelle wind vlaag gegrepen, hert, hond en jager in '11 cirkel om den windwijzer snorden. Iloe vluchtig ook die blik, hij was hot scherpe, oog van Wolf niet..ontgaan, cm nu was \le beurt aan hem om roóÜ van toorn je wor den. „O," riep hij gramstorig, „kijk .ïpaar naar den windwijzer en dc sprcoinvenliuis- jes... wat kan mij dat schelen! Ik weet .zoo goed als iedereen, dat deze dingen niets anders zijn dan beuzelarijen, die goon mensch van nut zijn, nïaar ze doen ook geen mensch schade, 011 wien liet tegenstaat, moet niet naar boven kijken of iets verstandigere ma ken." Hij zou nog meer liebben gezegd, maar de windvlaag, die den windwijzer had rondge draaid, deed ook de snaren der windharp trillen, zc klonk als '11 diepe langgerekte grondtoon, waarop toen '11 veelstemmig ac- coord nu eens tegelijk, dan weer gebroken in wisselende toonladders majestueus inzette. Trees luisterde; 'n sJlioon lichtbrak uit haar oogen, en zc wenkte Wolf toe om te zwijgen, ojxlat ze ongestoord kon luisteren. „Wees niet zuo scherp, Wolf!" zeide ze, ken het harpgeluid in sidderend ^gesuizel wegstierf. „Ik meen immers zoo goed,'wat ik zpg, en ik zeg liet toch ook niet voor mij en 0111 mij, ïiiaar enkel en alleen voor je zeil' cu om liet .werkvolk. Ik verwijt jc niets, jo hebt mijn luirt reeds ingenomen met de wind harp, die zoo liefelijk speelt, dat men mount in de kerk to zijn, ma'ar je mocist het tpch bedenken, reeds terwille van den boer, je vader... jo weet, hij kan liet* niet velen, dat je liet "boerenwerk ontvlucht... je moest tocli ook meo/ aan 't korenmaaien gaan. Je va der komt zoo meteen boneden; ais hij je nog tehuis cn met jc snijwerk bezig vindt, wordt liij weer kwaad... en die onaange naamheden staan me vreeselijk tegen..." Wolf keek haar, toon zo geëindigd had, '11 oogenblik zwijgend in 't gezicht; hij ont moette haar vriendelijk smeekenden blik 0,11 scheen besluiteloos, hoe hij haar zou ant woorden, maar liij onderdrukte do gemoe delijke opwelling in zijn binnenste en zeide scherp en spottend als tevoren: „Ju ja, zoo heeft elk iets, wat hem tegenstaat, vader en jij en ik ook. Omdat je me zoo goed -weet te vermanen, moot ik wei gaan, maar niet daarheen, waar jelui 111e wilt hébben, maar waar hot mij .belieft. Begrepen? .Lu wan neer' jo nu eens en vooral wilt weten, wat "mij tcgoflslnat, zoo wil ik het jo zeggen.... Wanneer iemand mij tegenspreekt en dc ids lezen wil, alsof ik 'n kleine schoojohgcn was, clat kan ik niet dulden." „Dat is me. ook 'n kunst!" antwoordde ,dc kucelit nijdig- „Als iemand liet Jicertje spè- slecht len cn luieren, kan, wanneer hij er lust heeft, dan kunnen hem gemakkelijk zu! zotternijen invallen de lust daartoe zo hem wel vergaan, wanneer hij den ganschcL, dag moest arbeiden als een van Ons. Maait natuurlijk, 't is immers altijd zoo gcwcesi dat tien zich moeten afbeulen, opdat e een luilakken kan." Hij barstte uit in veiB bitterd gelach en wist zijn wrevel luclit te geven door 'n dansdeuntje, op ruwen spottenden toon zong. Het luidde Tot het sijsje sprak de stier: v-Tij zingt Itisi^ vrij en bljj; Fladderen is je eenig werk, Maar liét trekken is voor De meid liet zich echter slaan en zong onder het het togencouplet: Toen zei 't sijsje lot „Wat kan mij dat raken, Als liet trekkim je vorveëlt, Laat je vleugels maken." Do anderen lachten luid, mnda, repot zoo vóór den gek werd gei 10 nog in do verto, toen do stoot reed do linden was verdwenen, klonken lijko stëinmgn naar de overzijde» tien stier ti) NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Di n-ramRfA-rön h I01* en dat wjj voldoende g ulstoilon hebben. Waarom zouden wild an 6014 fint li mij. nie uit lie veorl loopr i I'll.i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 1