£t het oog op de steeds grooter
V^DENDE bedrijfsmoeilijkheden
EteOEKEN
"sS?,H0UT:
'oen en zoolleer.
'AZ yr "oud,,rs"-
AAN ONZE
ADVERTEERDERS.
Gasverbruik Heemstede
Fa T. VAN VEEN Taa™"19
u,„ distributie van
kr-:
Unison, Schagchelstraat 49.
BUITENLAND
P. W. TWEEHUIJSEN,
Wd
A
J^ard
Net groote gezin.
St. Nicolaas-Cadeaux
ROOKER
TH. HOUTMAN
rn
^IfEMBER 8987
42STE JAARGANG 9502
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN! PER KWARTAAL f 1,75! PER WEEK I3i/g CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,12»
Dit
EERSTE BLAD
hummer bestaat uit 2 bladen
WIJ ONZEN ADVER-
Anr,JERS TEN DRINGENDSTE, ALLE
"VERTENTIEN, maar in het bijzon-
R die voor t zaterdagnummer
200 VROEG MOGELIJK
JjflLLEN INZENDEN.
voor winkels.
tep'^GEMEESTER en WETHOUDERS van
EMSTEDE maken bekend, dat, in afwijking
-jfj e bestaande bepalingen, toegestaan is op
li 'Gember tot en met 6 December aa en van
v^ctmber tot en nut 24 December a.s. in
c'3 gas- of electrisch licht te mogen bran-
„lot des avonds 11 uur.
t(ö '°egestane winkelrantsoen wordt door deze
(U, ng voor de kalendermaand I>ecember ver
bid. 7019
de
W Gemeentebesturen van HAARLEM, BEN-
S?°EK, BLOEMENDAAL, HAARLEM-
r^llEDE, HEEMSTEDE en SCHOTEN
<t, 51 bekend, dat door den Minister van L., N.
'3 bepaald
V°ÖR KAAS
maximum-kleinhandelprijzen
v°EVETTE JONGE GOUDA, met Rijks-
jjjk per y2 K-G. 84 ct., per 0.1 ICG. 17 ct.
HJLVettE JONGE GOUDA, zonder Rijks-
,"'k per y2 K.G. 81 ct., per 0.1 K.G. 16y2 ct,
J°Nge GOUDA, EDAMMER 40 plus, per
R-G. 80 ct., per 0.1 K.G. 16% ct.
JGNge GOUDA, EDAMMER 30 plus per
Kieeding en Meubelmaga zijnen
5. fL1< G' 70 ct., per 0.1 K.G. 14% ct.
JDNGE GOUDA, EDAMMER 20 plus per
6 ct., per 0.1 K.G. 12 ct.
£AGELKAAS per Va K.G. 51 ct., per 0.1
6 w,:Q'l l ct-
VITTE KAAS per K.G. 51 ct., per 0.1
G, ij Cent.
^UleKQFF,E
f. KöFPil Jnaximum-kleinhandelprijzen
2. KOFfic' los en verPakt> Per K-O- f 1-20.
Sq ^"EXTRACT, bevattende ten minste
viri_C 1 k°Hie per deciliter, excl. flesch f 0.18.
Hend van het verbod van vervoer van hout,
29 jy0v gemaakt in de plaatselijke bladen van
«H e'Uber jl. is door den Minister van L., N.
na^er bepaald, dat hieronder NIET be-
l. j '1 18
of GRIENDHOUT, ook genaamd
l *1Jgh°ut;
i. t^dhJ
?S$CH
^out zijnde;
Juinb
EN of RIJSHOUT, mits geen
ENHAKHOUT, bestemd voor den
°uw of voor waterwerken, 7027
d
-lcj|k "ccteur van het Gemeentelijk Levensmid-
'eau te HAARLEM, brengt ter kennis
anghebbenden, dat aan de lijst van
tiii[b^Ucielaren bij wie Distributieleder ver-
's gesteld, voor Haarlem wordt toe-
De Directeur voornoemd,
F. DE JONGE.
A
heef/> 6een andere goddelijke instel-
Van 11011 Invl°ed der valsche be-
A- 6,^'11(1 oukbeclden, van de genot-, ge-
*9 Keldaucht onzer tijden zooveel te
als het gezin.
(l00r zelve van het gezin zijn aange-
°n®eloof en zedenverval, door van
v'b'if, y1*1 vervreemde menschelijke bere-
Vyn grooter dan het aantal gesneu-
0{ dozen wereldoorlog is het aantal
V die 'n^lrect; vermoorde menschenkin-
V '-ft DleI; vielen onder de lawine van
kV' t,Z6r' ontketen<k uit duizenden ka-
V &clen<luizen<len mitrailleurs en mil-
i Sn Voren> doch onder de moordende
i %rtet gekomen, dat zij, die
Ean<1 8 Han aan het wonder
n, dat misschien het krachtigste
'yt^f Ze
b.Jf% Zen'Hkelea waren reeds lang in
S.'v(.ba'i i>j voor dat elders een veree-
gezinnen was opgericht.
t do euistandigheden kon eerst
Plaatsing wórden begonnen;
natuurgetuigenis is van Gods onmiddellij
ke inwerking op de wereldorde, zich nog
vermeten den spot te drijven met hen, die
het niet durven wagen de hand uit te ste
ken naar de Ark van het door God ge
schonken leven. Ja, bij de ontaarde kinder
moordenaars, wordt minachtend gespot met
hen, die den kinderzegen nog steeds be
schouwen als een „zegen" Gods en het on
geboren kinderleven eerbiedigen als een hei
ligdom, welks onaantastbaarheid tot het men
schelijke hart onmiddellijk spreekt.
Nu zou die spot te dragen zijn. Maar de
spot komt voort uit een stemming, die op
allerlei gebied hare gevolgen heeft en den
vader en de moeder van vele kinderen het
leven niet zelden tot een uiterst zwaren
last maken.
Bedenkt men daarbij, dat, de herhaalde
vermaningen onzer bisschoppen ten spijt, van
chr. zijde dusver weinig of niets ten bate van
het gezin en het gezinsleven zelf werd ver
richt, dat zelfs de groote aandacht die ge
wijd is aan allerlei vereenigingen, bonden
enz., niet zelden in méér dan een opzicht
strekte tot nadeel van het gezin, dan zal
men inzien dat het meer dan tijd wordt,
principieel en practisch, den strijd op te
nemen voor de glorie en de rechten van
het gezin in het algemeen, van het groote
gezin in het bijzonder.
Naar aanleiding van het herderlijk schrij
ven van het gezamenlijke Duitsche Epis
copaat, erkende nog dezer dagen de „Ger-
mania", dat de zorg voor het gezin ten
achter was gesteld, ook in onze rangen, bij
de zorg voor het vereenigingsleven.
Hierin moet verandering komen. Het
vereenigingsleven moet gesteund en behar
tigd, maar meer en eer dient de gezinscul
tuur te worden verzorgd.
Hieraan mede te werken naar de mate
onzer krachten is het doel dezer artikelen.
,Wij wenschcn aan te toonen:
lo. dat het groote gezin de kweekschool
is der groote persoonlijkheden, liet middel
bij uitnemendheid tot veredeling en verbe
tering van het menschelijk geslacht;
2o. dat het dientengevolge buitengewoon
dienstig is voor de maatschappij en den Staat
en als zoodanig recht heeft op publieken
eerbied en veelzijdige erkenning van staats-
en gcmeenschapswege
3o. dat weliswaar, met name ook onderden
invloed van dun wereldoorlog, de publieke
eerbied voor liet groote gezin in vele lan
den aangroeit en ook ten onzent hot maat
schappelijk en staatsbelang van het groote,
gezin eenige practisehe erkenning vond;
maar dat er niettemin ten deze van een
zeer belangrijk tekort kan worden gespro
ken;
4o. dat een der beste middelen om :n de
nooden, die, tengevolge van de ontaarding
der publieke meening ten opzichte van groo
to gezinnen, over deze zijn neergekomen, te
voorzien, is de aaneensluiting dezer gezin
nen in een grooten botid met veelzijdige
werkzaamheid on doeleinden.
Voor ons Roomschen behoeft niet uiteen
gezet welke wondere genadegaven het H.
Sacrament des Huwelijks doet nedervloeièn
in de harten der gehuwden^
Afgezien echter van deze genaden, die
wel schijnen toe te nemen, naarmate het
eerste en voornaamste doei des huwelijks:
kinderen tot Gods eer en glorie voort te
brengen en op te voeden meer wordt ver
wezenlijkt; kan ook met gewone verstands
redenen, aan zielkunde en ervaring ontleend,
de buitengewone beteekonis van het gezin,
met name van het groote gezin, voor de
ontwikkeling der menschelijke persoonlijk
heid worden aangetoond.
In het groote gezin ontplooit zich de vol
heid van menschelijkheid en mensciien-
w aarde.
Mein Freund du Bist so sorgenschwer
Du hast zu wenig Sorgen;
Ich weiss ein Mittel von Gewiihr
Und will 's Rezept dir borgen,
Das halt dich warm so ungefahr
Von Morgen bis zum Morgen.
Und wird getreulich nebenher
Auch für Bewegung sorgen:
Du brauchst ein Weib, ein Kinderheer
Dann bist du gleich geborgen.
Dit geestige gedichtje, „een ontevredene"
opgedragen, verkondigt inderdaad een die
pe en ernstige levenswaarheid.
Vergelijk ze maar eens de vaders en moe
ders van groote gezinnen met anderen, die
geen ge?iu hebben of het een of. twee, kin-
derenstelsel huldigen.
Waar vindt ge de ruimste levensopvatting,
den vroolijksten geest, den blijdsten lach?
De ouders in een groot gezin hebben ge
leerd, geenoverdreven waarde toe te ken
nen aan allerlei kleinigheden, gewoontetjes
en gemakken, waarin do mensch, die zooge
naamd geen zorgen kent zich zoo spoedig
vastleeft. Men zou verwachten, dat de druk
der zorgen zwaarder in het huwelijk en
het groote gezin wordt gevoeld dan daar
buiten. Maar wetenschap en ervaring wijzen
het anders uit. Bertillon's statistieken be
wijzen dat de zelfmoord, die onbedrieglijke
maatstaf der levensmoeheid, onder de ge
huwden veel zeldzamer is dan bij ongehuw-
den. En cle dagelijksphe ervaring bevestigt
dat de druk der zorgen in het groote ge
zin niet zoo wordt gevoeld als bij onge
huwde of kinderarmo misantropen en wroe-
ters in hun eigen ik.
De overdreven bezorgdheid voor allerlei
betrekkelijke onbeduidendheden zult ge in
het groote gezin zelden vinden, zelfs niet
voor de zekerheid van den komenden dag,
waarover menigeen, die „geen zorgen kent,"
zich zoo pleegt af te tobben.
Want de vader en moeder in een groot
gezin hebben het zoo duidelijk leeren inzien,
dat er veel hoogere waarden zijn dan al
deze dingen, en dat ze voor het behoud
dier hoogere waarden zoo totaal afhankelijk
zijn van Gods Almacht.
Telkens weer als het broze leven van
het kindje tussclien hen opbloeide, werden
ze zich opnieuw bewust, dat al de schatten
der aarde hun niet zouden kunnen vergoe
den dien oogappel in het wlegske; gevoel
den ze tevens zoo dikwijls, dat de wording
en het behoud van dit nieuwe^ leventje het
werk waren van Een, die de macht des le
vens en de macht dos doods in zijne (hand
houdt. En bij den groei van die jonge le
vens werd hun dat bewustzijn dagelijks als
het ware voor oogen gesteld in de ontel
bare gevaren, waaruit Gods Engel steeds
weer de argeloosheid van hun wankelend
kindje bevrijdde.
Zóó kweekt en versterkt het groote ge
zin in de harten der ouders het Godsgeloof
en ook het Godsvertrouwen.
Want dagelijks gevoelen zij ook, dat geen
huis stand houdt als God niet medebouwt,
dat zij, hoe rijk ook, niet in staat zouden
zijn hun kinderen gjoot te brengen en op
te voeden, indien God hun en der kinde
ren leven niet spaarde, niet zijn in ieder
gezin zoo vaak tastbare zegen en hulp ver
leende.
Naast de juistere waardeschatting der aard-
sche dingen, naast Godsgeloof en Godsver
trouwen dus ook godsdienstigheid leert
hef groote gezin bij iritstek den arbeid en het
offer.
Den arbeid, omdat zoowel de huisva
der als de huismoeder slechts met inspanning
van al hun krachten de orde van het gezins
leven, do tucht, maar ook de blijdschap aan
den familiekring kunnen verzekeren.
Dit geldt óók voor de rijkeren, die, even
goed als cle armereu, hun persoonlijke zorg
moeten aanwenden, willen zij worden de
vrienden en vertrouwelingen hunner kinde
ren en cle innigheid van het familieleven ver
wezenlijken.
Van het offer, omdat in een groot gezin
het offer dag- men kan wel zeggen uurtaak
is. Offers aan rust, aan levensgemakken, aan
genoegens en genietingen volgen er elkaar
op aan de zijde cler ouders; offers aan ge
hoorzaamheid, inschikkelijkheid, eigen wil en
inzicht van de zijde der kinderen.
En nu zijn juist de arbeid en het offer de
twee groote factoren der karaktervorming,
van de ontplooiing der volle menschelijkheid
en menschenwaarcle. Arbeid is de groote op
voeder van den wil.
„Ieder een, die ijverig arbeidt,'' zegt Pater
van Meurs in zijn mooi boekje „De Arbeid,
Wet dee levens en der opvoeding," „schept
zich eene macht, welke iederen dag toeneemt,
omdat hij een wil beeft, die zich voortdurend
sterker maakt. Wijl de moeilijkheid tot bet
wezen van den arbeid behoort, zal de mensch
telkenmale als hij arbeidt eene moeilijkheid
overwinnen en dus zich zeiven overwinnen,
tiaar bij uit zijne natuur niet tot moeite wordt
gedreven. Hij wordt sterker na elk bezwaar,
dat bij te boven komt; kü verheft zich na elk
beletsel, dat bij wegruimt; met eene ziels
kracht, waaraan niets kan weerstaan, zegt
bij: „Ik wil!'* en de ten onder gebrachte na
tuur bereidt hem op den gebaanden weg een
zegetocht.''
De arbeid zelf is reeds een gestadig offer,
en terwijl de arbeid in de overwinning van
moeilijkheden den wil staalt; verzacht hij in
zijn beteekenis als offer, als zelfverlooche
ning hart en gemoed.
De mensch, zegt Harnack. bezit slechts zoo
veel idealen als bij offers vermag te brengen.
Zoo ip bet inderdaad.
Het offer kenmerkt en maakt den waren
idealist
Idealen hebben alle woordheiden, alle dich
terlijke zielen, alle met den ernst des levens
onbekende zwakkelingen en Zondagskinde
ren, alle tuchthatende vriibeidsdwepers, alle
phantasten die de vleugels reeds aan hun rug
voelen groeien. Maar dat zijn nog lang geen
ideale menschen.
De ideale mensch wordt slechts gevormd
door offer en zelfverloochening.
Het gemis van offer en zelfverloochening
kweekt den eughartigen egoïst, die alleen
zichzelf liefheeft, en alles wat op zijn eigen
ik betrekking heeft, doch wiens hart en ge
moed ontoegankelijk zijn voor de liefde lot
menschen en dingen buiten zich, voor idealen
dus.
Als school van het voortdurende offer,
voedt het groote gezin dan ook ouders en kin
deren op tot de volheid van menschelijkheid
en hoogeren, idealen zin.
Wij zeggen natuurlijk allerminst, dat ook
buiten het groote gezin deze eigenschappen
niet worden gevonden. Dat zü verre. Alle ge
stadige arbeid afgezien nog van de genade
Gods kan dezelfde resultaten hebben.
Maar het groote gezin is ontegenzeggelijk
bij uitstek de school der volle menschelijk
heid en mensclienwaarde.
En zeker wordt deze ondergraven en ver
nietigd, wanneer kleinzielige berekening,
hebzucht en gemakzucht den levensstroom af.
dammen en tuk zijn op de beperking van zor
gen, arbeid en offers, die de onvermijdelijke
voorwaarden zijn tot de ware zielegrootbeid
van den mensch.
De klacht, dat er in onzen tijd zoo weinig
karakters worden gevonden, hangt dan ook
ongetwijfeld samen met den groei dezer ver
pestende genotzucht, die in het groote gezin
een ramp ziet in plaats van den zegen, welke
het op de eerste plaats voor de vorming en
verheffing der menschelijke persoonlijkheid
is. 1'.
-j-f Weer vredesvooruitzichten.
De belichten uit de verschillende landen laten
weer een klein straaltje hoop doorschemeren, dat
het binnen afzienbaren tijd tot vrede, althans
tot onderhandelingen zal komen.
Dat Rusland en Duitschland met vredesonder
handelingen spoed zullen maken, lijkt waar
schijnlijk. Voor Duitschland geldt het: het ijzer
smeden als het heet is. En het is duidelijk, dat
de gelegenheid thans buitengewoon gunstig is,
terwijl iedere minuut aarzeiens de Maximalis-
tische regeering ten val kan brengen. Daaren
tegen zou snelle vrede allicht het prestige der
Maximalisten sterken.
Merkwaardig is, dat ook Lansdowne in Enge
land vroeger een welbekend vriend van
Duitschland weer ten tooneele verschijnt en
openlijk tot een overeenkomst aanspoort. Welis
waar wordt zijn meening van oificiëele zijde ver
loochend, maar tevens wordt te vet slaan gegeven,
dat ook de Engelsche regeering „de laatste
stadia" van den oorlog aangebroken acht en dat
Lloyd George weldra een „duidelijke verklaring"
zal afleggen.
Wij zijn nog verre van optimistisch, maar het
mag toch gezegd dat er weer eenige hoop
begint te gloren.
tNuhLAftj.
LORD LANSDOWNE OVER DEN VREDE.
Lord Lansdowne maakt, naar aan de „N.
R. CL'' wordt gemeld, in de „Daily Tele
graph'' een langen en belangrijken brief
openbaar, waarin hij er op aandringt dat de
geallieerden te Parijs niet alleen zullen be
raadslagen over eensgezinde strategie, maar
ook over eensgezinde oorlogsdoeleinden.
Hij geeft een overzicht van de uitlatingen
ever ue oorlogsdoeleinden. Herstel en veilig
heid zijn, volgens de uitdrukkingen die As-
tjui 1 h gebruik heeft er het wezen van. liij
haait uitlatingen van Hethmann-Hollweg eu
Czernin aan, om aan to toonen dat vijandelij
ke staatslieden eveneens 't verhinderen van
toekomstige oorlogen als een groote noodza
kelijkheid beschouwen. De Parijsche beslui
ten zijn, volgens hem, een bewijs, dat de ge
allieerden aan de vijandelijke mogendheden
coininercieelen toegang en faciliteiten willen
ontzeggen, als zij daartoe uit zelfverdediging
gedwongen werden. Maar terwijl een com-
mereieele boycott als oorlogsmaatregel te
rechtvaardigen zou zijn cn terwijl de bedrei
ging met een boycot, in geval Duitschland
zich volkomen onredelijk toonde, gewettigd
zoti zijn, zou stellig geen verstandig man weu-
sclien den handel van de centralen te vernie
tigen, als zij de geloften om den vrede te be
waren willen aanvaarden en ons niet door
een vijandelijke combinatie in een oorlog wil
len drijven.
Blijft de kwestie van de territoriale aan
spraken. De meest gezaghebbende mededee-
liug daarover is te vinden in de nota van de
geallieerden van 10 Januarie 1917. Maar wil
iemand volhouden dat het niet noodig kan
worden, ze opnieuw te overwegen! Asquith
heeft gezegd, dat er in zulk een wereldcon
flict vele dingen zijn, die hoofdzakelijk aan
beraadslagingen eu onderhandelingen moe
ten overgelaten worden, om ze in een later
stadium te regelen. Het is stellig van het
grootste belang, dat men dien wijzen raad in
gedachte houdt. Enkele van onze oorspronke
lijke desiderata zijn waarschijnlijk onbruik
baar geworden, andere zouden nu vermoode-
Winterpantoffels en Slobkousen.
Barteljorisstraat 27. TEL. I77C
O nuUKtK n
8, 10 EN 12 CTS.
'SJ1ERTOGENB0SCH
-
lijk een minder voorname plaats krijgen dan
toen zij voor bet eerst te berde gebracht
werden, andere daarentgèn met name het
herstel voor België,' blijven op de eerste
plaats en moeten daar blijven. Maar als bet.
tot een herziening op groote schaal van do
kaart van Zuid-Oostelijk Europa komt, kun
nen wij wel vragen, het oordeel op te schor-
ter. en de zaak later in vrijmoedige gedach-
tenwisseling met onze bondgenooten tot klaar
lieid te brengen. Al deze quaesties ï'aken de
geallieerden en dezen moeten ze daarom on
derzoeken en zoo noodig bun territoriale
eischen herzien.
Laat mij eindigen met uiteen te zetten, ver
volgt Lansdowne, waarom ik zooveel belang
hecht aan deze overwegingen. Wij gaan de
zen oorlog niet verliezen, maar zijn verlen
ging zal den ondergang voor de beschaafde
wereld beteekenen en 'n eindelooze verzwa
ring van den last van menschelijk lijden, die
reeds op haar drukt. Veiligheid is onschat
baar voor een wereld, die genoeg levens
kracht bezit, om er gebaat bij te zijn. Maar
wat zal de waarde van de zegeningen des
vredes zijn voor volken, die zoo uitgeput zijn
dat zij de hand niet kunnen uitstrekken om
ze te grijpen! Naar mijn meening zal, als de
oorlog bijtijds tot een einde gebracht moet
worden, om een wereldcatastrophe af te wen
den, hij ten einde gebracht moet worden, om
dat de volken van de landen die er bü be
trokken zijn, aan weerszijden inzien, dat hij1
al te lang geduurd heeft. In Duitschland is
dat gevoel al sterk. Als het gopraat over den
vrede niet zoo duidelijk en stellig is geweest,
dat de Engelsche regeering het ernstig op
kon vatten, moet men de verklaring daar
voor waarschijnlijk zoeken ten eerste in het
feit, dat het Duitsche Despotisme geen onaf
hankelijke meeningsuitingen duldt, en ten
tweede hierin, dat de Duitsche regeering er
vermoedelijk in geslaagd is, de doeleinden
van de geallieerden verkeerd voor te stellen.
Zoodoende heeft de opvatting post gevat,
dat daartoe behoort de vernietiging van
Duitschland en het opdringen aan Duitsch
land van een regeeringsvörm, die door zqn
vijanden vastgesteld is; voorts haar vernie
tiging als groote handelsmogcndheid en haar
uitsluiting van het vrije gebruik van de zee-
De Duitsche vredespa.rtij zou vermoedelijk
een ontzaglijke aanmoediging ontvangen als
te verstaan werd gegeven le. dat wij de ver
nietiging van Duitschland als groote mo
gendheid niet beoogen. 2e. dat wij aan zijn
volk een anderen regeeringsvörm willen op
dringen dan dien, welken 't zelf verkiest; 3e.
dat wij, behalve bij wijze van wettigen oor
logsmaatregel, niet verlangen aan Duitsch
land zijn plaats onder de groote handelsmo-
gendheden te ontzeggen; 4e. dat wij bereid zijn
om als de oorlog uit is, in overleg met ande
re mogendheden de groep van internationale
vraagstukken te onderzoeken, waarvan er
enkele uit den jongsten tijd dagteekenen, die
in verband staan met de quaestie van de
„vrijheid der zeeën"; 5e. dat wij bereid zijn
eeu internationale overeenkomst aan te gaan
krachtens wlke ruimschoots gelegenheid ge
boden zou worden, om internationale geschil
len met vreedzame middelen te regelen.
Naar aanleiding van dezen brief wordt
zooeven uit Londen geseind: „Central News"
is gemachtigd te verklaren dat de opmerke
lijke brief van Lord Landsdowne, die heden
gepubliceerd is, een persoonlijke op va ting
weergeeft en slechts op eigen initiatef is
gepubliceerd. Echter wordt deze publicatie
op dit tijdstip zeer door het ministerie van
buitcnlandscho zaken betreurd. Het mogelijk
effect van oen brief afkomstig Van iemand die
zoo groote ondervinding en autoriteit bezit,
wordt door de leden van het parlement met
ernstige bekommernis, beschouwd.
Da zich in het Parlement uitbrodanlo op
vatting, is, dat geheimhouding van de oorlogs
doeleinden thans onnoodig en minder ge-
wenscht is. Waar de laatste stadia
van den oorlog naderen zou dit
slechts een noodelooze verlenging
van den strijd veroorzaken. Lloyd
George zal na zijn terugkeer uit
Parijs ook wel oen duidelijke ver
klaring afleggen, maar een vasthou
den aan de in den brief van Landsdowne
gegeven lijnen, zóu bij de thans in het Parle
ment heerschende stemming niet toegestaan
worden.
DUITSCHLAND.
REDE VAN RIJKSKANSELIER VON HERTLING
IN DEN DUITSCHEN RIJKSDAG OKDE P
HANDELINGEN TUSSCHEN DUITSCHLANr
EN RUSLAND.
De nieuwe Duitsche Rijkskanselier Vos
Hertling heeft gisteren in den Rijksdag zijv
eersto rede als Rijkskanselier gehouden.
HAARL
Levering van ALLE GOEDEREN op gemak
kelijke betalingsvoorwaarden.
CONTANT 5 pCt. korting. 6066
6141
IS EEN DELICATESSE
VOOR IEDEREN
I FIJNSTE SUMATRA §S
ZANOBUAD-SI GAAR -