£t het oog op de steeds grooter V^DENDE bedrijfsmoeilijkheden EteOEKEN "sS?,H0UT: 'oen en zoolleer. 'AZ yr "oud,,rs"- AAN ONZE ADVERTEERDERS. Gasverbruik Heemstede Fa T. VAN VEEN Taa™"19 u,„ distributie van kr-: Unison, Schagchelstraat 49. BUITENLAND P. W. TWEEHUIJSEN, Wd A J^ard Net groote gezin. St. Nicolaas-Cadeaux ROOKER TH. HOUTMAN rn ^IfEMBER 8987 42STE JAARGANG 9502 DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN! PER KWARTAAL f 1,75! PER WEEK I3i/g CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,12» Dit EERSTE BLAD hummer bestaat uit 2 bladen WIJ ONZEN ADVER- Anr,JERS TEN DRINGENDSTE, ALLE "VERTENTIEN, maar in het bijzon- R die voor t zaterdagnummer 200 VROEG MOGELIJK JjflLLEN INZENDEN. voor winkels. tep'^GEMEESTER en WETHOUDERS van EMSTEDE maken bekend, dat, in afwijking -jfj e bestaande bepalingen, toegestaan is op li 'Gember tot en met 6 December aa en van v^ctmber tot en nut 24 December a.s. in c'3 gas- of electrisch licht te mogen bran- „lot des avonds 11 uur. t(ö '°egestane winkelrantsoen wordt door deze (U, ng voor de kalendermaand I>ecember ver bid. 7019 de W Gemeentebesturen van HAARLEM, BEN- S?°EK, BLOEMENDAAL, HAARLEM- r^llEDE, HEEMSTEDE en SCHOTEN <t, 51 bekend, dat door den Minister van L., N. '3 bepaald V°ÖR KAAS maximum-kleinhandelprijzen v°EVETTE JONGE GOUDA, met Rijks- jjjk per y2 K-G. 84 ct., per 0.1 ICG. 17 ct. HJLVettE JONGE GOUDA, zonder Rijks- ,"'k per y2 K.G. 81 ct., per 0.1 K.G. 16y2 ct, J°Nge GOUDA, EDAMMER 40 plus, per R-G. 80 ct., per 0.1 K.G. 16% ct. JGNge GOUDA, EDAMMER 30 plus per Kieeding en Meubelmaga zijnen 5. fL1< G' 70 ct., per 0.1 K.G. 14% ct. JDNGE GOUDA, EDAMMER 20 plus per 6 ct., per 0.1 K.G. 12 ct. £AGELKAAS per Va K.G. 51 ct., per 0.1 6 w,:Q'l l ct- VITTE KAAS per K.G. 51 ct., per 0.1 G, ij Cent. ^UleKQFF,E f. KöFPil Jnaximum-kleinhandelprijzen 2. KOFfic' los en verPakt> Per K-O- f 1-20. Sq ^"EXTRACT, bevattende ten minste viri_C 1 k°Hie per deciliter, excl. flesch f 0.18. Hend van het verbod van vervoer van hout, 29 jy0v gemaakt in de plaatselijke bladen van «H e'Uber jl. is door den Minister van L., N. na^er bepaald, dat hieronder NIET be- l. j '1 18 of GRIENDHOUT, ook genaamd l *1Jgh°ut; i. t^dhJ ?S$CH ^out zijnde; Juinb EN of RIJSHOUT, mits geen ENHAKHOUT, bestemd voor den °uw of voor waterwerken, 7027 d -lcj|k "ccteur van het Gemeentelijk Levensmid- 'eau te HAARLEM, brengt ter kennis anghebbenden, dat aan de lijst van tiii[b^Ucielaren bij wie Distributieleder ver- 's gesteld, voor Haarlem wordt toe- De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. A heef/> 6een andere goddelijke instel- Van 11011 Invl°ed der valsche be- A- 6,^'11(1 oukbeclden, van de genot-, ge- *9 Keldaucht onzer tijden zooveel te als het gezin. (l00r zelve van het gezin zijn aange- °n®eloof en zedenverval, door van v'b'if, y1*1 vervreemde menschelijke bere- Vyn grooter dan het aantal gesneu- 0{ dozen wereldoorlog is het aantal V die 'n^lrect; vermoorde menschenkin- V '-ft DleI; vielen onder de lawine van kV' t,Z6r' ontketen<k uit duizenden ka- V &clen<luizen<len mitrailleurs en mil- i Sn Voren> doch onder de moordende i %rtet gekomen, dat zij, die Ean<1 8 Han aan het wonder n, dat misschien het krachtigste 'yt^f Ze b.Jf% Zen'Hkelea waren reeds lang in S.'v(.ba'i i>j voor dat elders een veree- gezinnen was opgericht. t do euistandigheden kon eerst Plaatsing wórden begonnen; natuurgetuigenis is van Gods onmiddellij ke inwerking op de wereldorde, zich nog vermeten den spot te drijven met hen, die het niet durven wagen de hand uit te ste ken naar de Ark van het door God ge schonken leven. Ja, bij de ontaarde kinder moordenaars, wordt minachtend gespot met hen, die den kinderzegen nog steeds be schouwen als een „zegen" Gods en het on geboren kinderleven eerbiedigen als een hei ligdom, welks onaantastbaarheid tot het men schelijke hart onmiddellijk spreekt. Nu zou die spot te dragen zijn. Maar de spot komt voort uit een stemming, die op allerlei gebied hare gevolgen heeft en den vader en de moeder van vele kinderen het leven niet zelden tot een uiterst zwaren last maken. Bedenkt men daarbij, dat, de herhaalde vermaningen onzer bisschoppen ten spijt, van chr. zijde dusver weinig of niets ten bate van het gezin en het gezinsleven zelf werd ver richt, dat zelfs de groote aandacht die ge wijd is aan allerlei vereenigingen, bonden enz., niet zelden in méér dan een opzicht strekte tot nadeel van het gezin, dan zal men inzien dat het meer dan tijd wordt, principieel en practisch, den strijd op te nemen voor de glorie en de rechten van het gezin in het algemeen, van het groote gezin in het bijzonder. Naar aanleiding van het herderlijk schrij ven van het gezamenlijke Duitsche Epis copaat, erkende nog dezer dagen de „Ger- mania", dat de zorg voor het gezin ten achter was gesteld, ook in onze rangen, bij de zorg voor het vereenigingsleven. Hierin moet verandering komen. Het vereenigingsleven moet gesteund en behar tigd, maar meer en eer dient de gezinscul tuur te worden verzorgd. Hieraan mede te werken naar de mate onzer krachten is het doel dezer artikelen. ,Wij wenschcn aan te toonen: lo. dat het groote gezin de kweekschool is der groote persoonlijkheden, liet middel bij uitnemendheid tot veredeling en verbe tering van het menschelijk geslacht; 2o. dat het dientengevolge buitengewoon dienstig is voor de maatschappij en den Staat en als zoodanig recht heeft op publieken eerbied en veelzijdige erkenning van staats- en gcmeenschapswege 3o. dat weliswaar, met name ook onderden invloed van dun wereldoorlog, de publieke eerbied voor liet groote gezin in vele lan den aangroeit en ook ten onzent hot maat schappelijk en staatsbelang van het groote, gezin eenige practisehe erkenning vond; maar dat er niettemin ten deze van een zeer belangrijk tekort kan worden gespro ken; 4o. dat een der beste middelen om :n de nooden, die, tengevolge van de ontaarding der publieke meening ten opzichte van groo to gezinnen, over deze zijn neergekomen, te voorzien, is de aaneensluiting dezer gezin nen in een grooten botid met veelzijdige werkzaamheid on doeleinden. Voor ons Roomschen behoeft niet uiteen gezet welke wondere genadegaven het H. Sacrament des Huwelijks doet nedervloeièn in de harten der gehuwden^ Afgezien echter van deze genaden, die wel schijnen toe te nemen, naarmate het eerste en voornaamste doei des huwelijks: kinderen tot Gods eer en glorie voort te brengen en op te voeden meer wordt ver wezenlijkt; kan ook met gewone verstands redenen, aan zielkunde en ervaring ontleend, de buitengewone beteekonis van het gezin, met name van het groote gezin, voor de ontwikkeling der menschelijke persoonlijk heid worden aangetoond. In het groote gezin ontplooit zich de vol heid van menschelijkheid en mensciien- w aarde. Mein Freund du Bist so sorgenschwer Du hast zu wenig Sorgen; Ich weiss ein Mittel von Gewiihr Und will 's Rezept dir borgen, Das halt dich warm so ungefahr Von Morgen bis zum Morgen. Und wird getreulich nebenher Auch für Bewegung sorgen: Du brauchst ein Weib, ein Kinderheer Dann bist du gleich geborgen. Dit geestige gedichtje, „een ontevredene" opgedragen, verkondigt inderdaad een die pe en ernstige levenswaarheid. Vergelijk ze maar eens de vaders en moe ders van groote gezinnen met anderen, die geen ge?iu hebben of het een of. twee, kin- derenstelsel huldigen. Waar vindt ge de ruimste levensopvatting, den vroolijksten geest, den blijdsten lach? De ouders in een groot gezin hebben ge leerd, geenoverdreven waarde toe te ken nen aan allerlei kleinigheden, gewoontetjes en gemakken, waarin do mensch, die zooge naamd geen zorgen kent zich zoo spoedig vastleeft. Men zou verwachten, dat de druk der zorgen zwaarder in het huwelijk en het groote gezin wordt gevoeld dan daar buiten. Maar wetenschap en ervaring wijzen het anders uit. Bertillon's statistieken be wijzen dat de zelfmoord, die onbedrieglijke maatstaf der levensmoeheid, onder de ge huwden veel zeldzamer is dan bij ongehuw- den. En cle dagelijksphe ervaring bevestigt dat de druk der zorgen in het groote ge zin niet zoo wordt gevoeld als bij onge huwde of kinderarmo misantropen en wroe- ters in hun eigen ik. De overdreven bezorgdheid voor allerlei betrekkelijke onbeduidendheden zult ge in het groote gezin zelden vinden, zelfs niet voor de zekerheid van den komenden dag, waarover menigeen, die „geen zorgen kent," zich zoo pleegt af te tobben. Want de vader en moeder in een groot gezin hebben het zoo duidelijk leeren inzien, dat er veel hoogere waarden zijn dan al deze dingen, en dat ze voor het behoud dier hoogere waarden zoo totaal afhankelijk zijn van Gods Almacht. Telkens weer als het broze leven van het kindje tussclien hen opbloeide, werden ze zich opnieuw bewust, dat al de schatten der aarde hun niet zouden kunnen vergoe den dien oogappel in het wlegske; gevoel den ze tevens zoo dikwijls, dat de wording en het behoud van dit nieuwe^ leventje het werk waren van Een, die de macht des le vens en de macht dos doods in zijne (hand houdt. En bij den groei van die jonge le vens werd hun dat bewustzijn dagelijks als het ware voor oogen gesteld in de ontel bare gevaren, waaruit Gods Engel steeds weer de argeloosheid van hun wankelend kindje bevrijdde. Zóó kweekt en versterkt het groote ge zin in de harten der ouders het Godsgeloof en ook het Godsvertrouwen. Want dagelijks gevoelen zij ook, dat geen huis stand houdt als God niet medebouwt, dat zij, hoe rijk ook, niet in staat zouden zijn hun kinderen gjoot te brengen en op te voeden, indien God hun en der kinde ren leven niet spaarde, niet zijn in ieder gezin zoo vaak tastbare zegen en hulp ver leende. Naast de juistere waardeschatting der aard- sche dingen, naast Godsgeloof en Godsver trouwen dus ook godsdienstigheid leert hef groote gezin bij iritstek den arbeid en het offer. Den arbeid, omdat zoowel de huisva der als de huismoeder slechts met inspanning van al hun krachten de orde van het gezins leven, do tucht, maar ook de blijdschap aan den familiekring kunnen verzekeren. Dit geldt óók voor de rijkeren, die, even goed als cle armereu, hun persoonlijke zorg moeten aanwenden, willen zij worden de vrienden en vertrouwelingen hunner kinde ren en cle innigheid van het familieleven ver wezenlijken. Van het offer, omdat in een groot gezin het offer dag- men kan wel zeggen uurtaak is. Offers aan rust, aan levensgemakken, aan genoegens en genietingen volgen er elkaar op aan de zijde cler ouders; offers aan ge hoorzaamheid, inschikkelijkheid, eigen wil en inzicht van de zijde der kinderen. En nu zijn juist de arbeid en het offer de twee groote factoren der karaktervorming, van de ontplooiing der volle menschelijkheid en menschenwaarcle. Arbeid is de groote op voeder van den wil. „Ieder een, die ijverig arbeidt,'' zegt Pater van Meurs in zijn mooi boekje „De Arbeid, Wet dee levens en der opvoeding," „schept zich eene macht, welke iederen dag toeneemt, omdat hij een wil beeft, die zich voortdurend sterker maakt. Wijl de moeilijkheid tot bet wezen van den arbeid behoort, zal de mensch telkenmale als hij arbeidt eene moeilijkheid overwinnen en dus zich zeiven overwinnen, tiaar bij uit zijne natuur niet tot moeite wordt gedreven. Hij wordt sterker na elk bezwaar, dat bij te boven komt; kü verheft zich na elk beletsel, dat bij wegruimt; met eene ziels kracht, waaraan niets kan weerstaan, zegt bij: „Ik wil!'* en de ten onder gebrachte na tuur bereidt hem op den gebaanden weg een zegetocht.'' De arbeid zelf is reeds een gestadig offer, en terwijl de arbeid in de overwinning van moeilijkheden den wil staalt; verzacht hij in zijn beteekenis als offer, als zelfverlooche ning hart en gemoed. De mensch, zegt Harnack. bezit slechts zoo veel idealen als bij offers vermag te brengen. Zoo ip bet inderdaad. Het offer kenmerkt en maakt den waren idealist Idealen hebben alle woordheiden, alle dich terlijke zielen, alle met den ernst des levens onbekende zwakkelingen en Zondagskinde ren, alle tuchthatende vriibeidsdwepers, alle phantasten die de vleugels reeds aan hun rug voelen groeien. Maar dat zijn nog lang geen ideale menschen. De ideale mensch wordt slechts gevormd door offer en zelfverloochening. Het gemis van offer en zelfverloochening kweekt den eughartigen egoïst, die alleen zichzelf liefheeft, en alles wat op zijn eigen ik betrekking heeft, doch wiens hart en ge moed ontoegankelijk zijn voor de liefde lot menschen en dingen buiten zich, voor idealen dus. Als school van het voortdurende offer, voedt het groote gezin dan ook ouders en kin deren op tot de volheid van menschelijkheid en hoogeren, idealen zin. Wij zeggen natuurlijk allerminst, dat ook buiten het groote gezin deze eigenschappen niet worden gevonden. Dat zü verre. Alle ge stadige arbeid afgezien nog van de genade Gods kan dezelfde resultaten hebben. Maar het groote gezin is ontegenzeggelijk bij uitstek de school der volle menschelijk heid en mensclienwaarde. En zeker wordt deze ondergraven en ver nietigd, wanneer kleinzielige berekening, hebzucht en gemakzucht den levensstroom af. dammen en tuk zijn op de beperking van zor gen, arbeid en offers, die de onvermijdelijke voorwaarden zijn tot de ware zielegrootbeid van den mensch. De klacht, dat er in onzen tijd zoo weinig karakters worden gevonden, hangt dan ook ongetwijfeld samen met den groei dezer ver pestende genotzucht, die in het groote gezin een ramp ziet in plaats van den zegen, welke het op de eerste plaats voor de vorming en verheffing der menschelijke persoonlijkheid is. 1'. -j-f Weer vredesvooruitzichten. De belichten uit de verschillende landen laten weer een klein straaltje hoop doorschemeren, dat het binnen afzienbaren tijd tot vrede, althans tot onderhandelingen zal komen. Dat Rusland en Duitschland met vredesonder handelingen spoed zullen maken, lijkt waar schijnlijk. Voor Duitschland geldt het: het ijzer smeden als het heet is. En het is duidelijk, dat de gelegenheid thans buitengewoon gunstig is, terwijl iedere minuut aarzeiens de Maximalis- tische regeering ten val kan brengen. Daaren tegen zou snelle vrede allicht het prestige der Maximalisten sterken. Merkwaardig is, dat ook Lansdowne in Enge land vroeger een welbekend vriend van Duitschland weer ten tooneele verschijnt en openlijk tot een overeenkomst aanspoort. Welis waar wordt zijn meening van oificiëele zijde ver loochend, maar tevens wordt te vet slaan gegeven, dat ook de Engelsche regeering „de laatste stadia" van den oorlog aangebroken acht en dat Lloyd George weldra een „duidelijke verklaring" zal afleggen. Wij zijn nog verre van optimistisch, maar het mag toch gezegd dat er weer eenige hoop begint te gloren. tNuhLAftj. LORD LANSDOWNE OVER DEN VREDE. Lord Lansdowne maakt, naar aan de „N. R. CL'' wordt gemeld, in de „Daily Tele graph'' een langen en belangrijken brief openbaar, waarin hij er op aandringt dat de geallieerden te Parijs niet alleen zullen be raadslagen over eensgezinde strategie, maar ook over eensgezinde oorlogsdoeleinden. Hij geeft een overzicht van de uitlatingen ever ue oorlogsdoeleinden. Herstel en veilig heid zijn, volgens de uitdrukkingen die As- tjui 1 h gebruik heeft er het wezen van. liij haait uitlatingen van Hethmann-Hollweg eu Czernin aan, om aan to toonen dat vijandelij ke staatslieden eveneens 't verhinderen van toekomstige oorlogen als een groote noodza kelijkheid beschouwen. De Parijsche beslui ten zijn, volgens hem, een bewijs, dat de ge allieerden aan de vijandelijke mogendheden coininercieelen toegang en faciliteiten willen ontzeggen, als zij daartoe uit zelfverdediging gedwongen werden. Maar terwijl een com- mereieele boycott als oorlogsmaatregel te rechtvaardigen zou zijn cn terwijl de bedrei ging met een boycot, in geval Duitschland zich volkomen onredelijk toonde, gewettigd zoti zijn, zou stellig geen verstandig man weu- sclien den handel van de centralen te vernie tigen, als zij de geloften om den vrede te be waren willen aanvaarden en ons niet door een vijandelijke combinatie in een oorlog wil len drijven. Blijft de kwestie van de territoriale aan spraken. De meest gezaghebbende mededee- liug daarover is te vinden in de nota van de geallieerden van 10 Januarie 1917. Maar wil iemand volhouden dat het niet noodig kan worden, ze opnieuw te overwegen! Asquith heeft gezegd, dat er in zulk een wereldcon flict vele dingen zijn, die hoofdzakelijk aan beraadslagingen eu onderhandelingen moe ten overgelaten worden, om ze in een later stadium te regelen. Het is stellig van het grootste belang, dat men dien wijzen raad in gedachte houdt. Enkele van onze oorspronke lijke desiderata zijn waarschijnlijk onbruik baar geworden, andere zouden nu vermoode- Winterpantoffels en Slobkousen. Barteljorisstraat 27. TEL. I77C O nuUKtK n 8, 10 EN 12 CTS. 'SJ1ERTOGENB0SCH - lijk een minder voorname plaats krijgen dan toen zij voor bet eerst te berde gebracht werden, andere daarentgèn met name het herstel voor België,' blijven op de eerste plaats en moeten daar blijven. Maar als bet. tot een herziening op groote schaal van do kaart van Zuid-Oostelijk Europa komt, kun nen wij wel vragen, het oordeel op te schor- ter. en de zaak later in vrijmoedige gedach- tenwisseling met onze bondgenooten tot klaar lieid te brengen. Al deze quaesties ï'aken de geallieerden en dezen moeten ze daarom on derzoeken en zoo noodig bun territoriale eischen herzien. Laat mij eindigen met uiteen te zetten, ver volgt Lansdowne, waarom ik zooveel belang hecht aan deze overwegingen. Wij gaan de zen oorlog niet verliezen, maar zijn verlen ging zal den ondergang voor de beschaafde wereld beteekenen en 'n eindelooze verzwa ring van den last van menschelijk lijden, die reeds op haar drukt. Veiligheid is onschat baar voor een wereld, die genoeg levens kracht bezit, om er gebaat bij te zijn. Maar wat zal de waarde van de zegeningen des vredes zijn voor volken, die zoo uitgeput zijn dat zij de hand niet kunnen uitstrekken om ze te grijpen! Naar mijn meening zal, als de oorlog bijtijds tot een einde gebracht moet worden, om een wereldcatastrophe af te wen den, hij ten einde gebracht moet worden, om dat de volken van de landen die er bü be trokken zijn, aan weerszijden inzien, dat hij1 al te lang geduurd heeft. In Duitschland is dat gevoel al sterk. Als het gopraat over den vrede niet zoo duidelijk en stellig is geweest, dat de Engelsche regeering het ernstig op kon vatten, moet men de verklaring daar voor waarschijnlijk zoeken ten eerste in het feit, dat het Duitsche Despotisme geen onaf hankelijke meeningsuitingen duldt, en ten tweede hierin, dat de Duitsche regeering er vermoedelijk in geslaagd is, de doeleinden van de geallieerden verkeerd voor te stellen. Zoodoende heeft de opvatting post gevat, dat daartoe behoort de vernietiging van Duitschland en het opdringen aan Duitsch land van een regeeringsvörm, die door zqn vijanden vastgesteld is; voorts haar vernie tiging als groote handelsmogcndheid en haar uitsluiting van het vrije gebruik van de zee- De Duitsche vredespa.rtij zou vermoedelijk een ontzaglijke aanmoediging ontvangen als te verstaan werd gegeven le. dat wij de ver nietiging van Duitschland als groote mo gendheid niet beoogen. 2e. dat wij aan zijn volk een anderen regeeringsvörm willen op dringen dan dien, welken 't zelf verkiest; 3e. dat wij, behalve bij wijze van wettigen oor logsmaatregel, niet verlangen aan Duitsch land zijn plaats onder de groote handelsmo- gendheden te ontzeggen; 4e. dat wij bereid zijn om als de oorlog uit is, in overleg met ande re mogendheden de groep van internationale vraagstukken te onderzoeken, waarvan er enkele uit den jongsten tijd dagteekenen, die in verband staan met de quaestie van de „vrijheid der zeeën"; 5e. dat wij bereid zijn eeu internationale overeenkomst aan te gaan krachtens wlke ruimschoots gelegenheid ge boden zou worden, om internationale geschil len met vreedzame middelen te regelen. Naar aanleiding van dezen brief wordt zooeven uit Londen geseind: „Central News" is gemachtigd te verklaren dat de opmerke lijke brief van Lord Landsdowne, die heden gepubliceerd is, een persoonlijke op va ting weergeeft en slechts op eigen initiatef is gepubliceerd. Echter wordt deze publicatie op dit tijdstip zeer door het ministerie van buitcnlandscho zaken betreurd. Het mogelijk effect van oen brief afkomstig Van iemand die zoo groote ondervinding en autoriteit bezit, wordt door de leden van het parlement met ernstige bekommernis, beschouwd. Da zich in het Parlement uitbrodanlo op vatting, is, dat geheimhouding van de oorlogs doeleinden thans onnoodig en minder ge- wenscht is. Waar de laatste stadia van den oorlog naderen zou dit slechts een noodelooze verlenging van den strijd veroorzaken. Lloyd George zal na zijn terugkeer uit Parijs ook wel oen duidelijke ver klaring afleggen, maar een vasthou den aan de in den brief van Landsdowne gegeven lijnen, zóu bij de thans in het Parle ment heerschende stemming niet toegestaan worden. DUITSCHLAND. REDE VAN RIJKSKANSELIER VON HERTLING IN DEN DUITSCHEN RIJKSDAG OKDE P HANDELINGEN TUSSCHEN DUITSCHLANr EN RUSLAND. De nieuwe Duitsche Rijkskanselier Vos Hertling heeft gisteren in den Rijksdag zijv eersto rede als Rijkskanselier gehouden. HAARL Levering van ALLE GOEDEREN op gemak kelijke betalingsvoorwaarden. CONTANT 5 pCt. korting. 6066 6141 IS EEN DELICATESSE VOOR IEDEREN I FIJNSTE SUMATRA §S ZANOBUAD-SI GAAR -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 1