emeente-Oasbedrijf Haarlem ributiebedrjjf Heemstede. ERLIHGETESTAMENT PETROLEUM. N* JOLENDISTRIBUTIE Aa DSINDRUKKEN. waTdFpers zegt f* t ï0011 is BUITENLAND P. W. TWEEHUIJSEN, VERKOOP SINTELS A Bg"w - NAVORDERING. JLVoen Wl t dOKöe 42STE JAARGANG 5913 Dg ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPENi PER KWARTAAL f 1,75* PER WEEK I3y, CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,12» Ij^Mgcten naar de met ingang van 1 LUa'i tot 1 Juli 1918 bij dit bedrijf vrijko- L e sinter worden uïtgenoodigd hunne in- I ^ingsbiljetten vrachtvrij in te leveren vóór I K ^eceniber aan den Directeur. v°orwaarden van verkoop zijn ten kantore verkrijgbaar. aarlem, li Dec. 1917. 7867 A si4 li Ilp^petneentebesturen van HAARLEM, BEN- bRO£K;- bloemendaal, HAARLEM- LiEDE, HEEMSTEDE en SCHOTEN ,etl bekend, dat door den Minister van L., N. g 's bepaald. i No. 5 der Rijkspetroleumdistributiekaart .oddig van en 2i December 1917 •C 7950 hoeveelheid van 2 Liter. Wallende de week van 17 December 0p met 23 December 1917, verkrijgbaar 0,1 Mo. 34, 2 ons zachte zeep. 35,1 ons bak-en braadvet; 36, 37, 38, 39, 40, 41, 1 ons groene erwten; 1 ons bruine boonen; 1 ons gort: 2 K.G.; 2 K.G.; 1 K G. aardappelen; f ta?.t HET MENU gemeentelijke centrale keükc voor Maandag en volgende daigen uit: !°ep, Stamppot van savoyekool, Hutspot, dot van andijvie, Zuurkool, en Stamppot y s0ijboonen. Vhl het bekomen eener weekkaart zal worden Menbon No. 36, 40 en 41; voor dag- M Maandag: bon No. 36; voor dag- a1 Woensdag: bon No. 40, en voor dag- Donderdag: bon No. 41. 7898 A ;C'/ (rJei'R|CT HAARLEM EN OMSTREKEN. HAARLEM - BLOEMENDAAL - $iASTEDE - BENNEBROEK - SCHOTEN Ai*NDAM - HAARLEMMERLIEDE en SPAARNWOUDE.) Mdstoffencommissie maakt bekend dat Maren van het district Haarlem en Om- °P kwitantie mogen navorderen het Verschil tusschen OUDEN en L NORMALEN detailprijs Iq, 'geen door hen op roode toewijzingen (op Nj tv,'izingen alleen voor bruinkoolbriketten) <0* en met 10 December werd afgeleverd. \fjeen Seval mag door de handelaren de worden nagevorderd. Dit zal ge- Nds" ^°°r Districtsverrekenkantoor voor V toffen, verbonden aan het Braridstoffen- 7894 Directeur Brandstoffen-Bureau, REITSMA. kaj a^weer een blijde boodschap! M n?*soen voor bijkoken verhoogd tot 25 a{ej Raad klapte in de handen en klopte bat,'- 5 kub. M. gas meer per maand is van het gemeentebestuur voor de kö° gemeentenaren blijkt niet alleen uit deze nieuwe gas-toebedeeling. Ook voor de winkeliers is, zooals reeds bekend was, groote tegemoetkomend heid betoond ter zake van het houden van perso neel in de wiukels nh kwart over 10 in het drukke tijdperk vóór en tusschen Kerstmis en Nieuwjaar. Wij meenen te weten, dat de stoot hiertoe uitging van den heer van Liemt, wien dus naast B. en W. een deel der eer toekomt. Dr. Timmer vond dezen maatregel en dien be treffende het gasrantsoen zóó mooi, dat hij om een tweede voorlezing vroeg. Toen we het goede bericht nog eens duidelijk hadden vernomen, haastte de heer Bregcnje zich naar het woord, eenigszins getemperd door den kalmen waarnemenden voorzitter, wethouder de Breuk, die, tengevolge van het ongelukkige stoepje aan het Kenaupark, deze vergadering leidde. We hopen voor onzen burgemeester, dat het voor den laatsten keer zal zijn, hoe goea ook de heer De Breuk zich van zijn taak kweet. Maar nu de heer Bregonje. Die beval in een ietwat zoetsappig speechje de nieuwe amende menten Schram en Bregonje op de voorstellen der Unificatie-commissie aan en hoopte o. m. dat B. en W. hun standpunt ter zake van deze voor stellen (feitelijk die der ambtenaren-organisa ties) zouden uiteenzetten. Neen, zei de voorzitter, dat doen we niet. De voorstellen gaan uit van een door den Raad benoemde commissie en B. en W. hebben ge meend daartegenover als college geen meening te moeten formuleeren. 't Was heel tactisch ge zegd en de Raad had schik. De schik kon voortduren; want nu kwam de heer Poppe aan het woord. En die is van zoet sappigheid afkeerig, dat weten we allen. Voor wie het nog niet mocht weten, heeft vriend Poppe het nog eens verzekerd. Hij brak het rapport danig af en verbloemde zijne meening aller minst. De commissie had er maar zoo wat op los gewerkt, er zoo ongeveer met de muts naar gegooid. Poppe zou het anders hebben gedaan. Veel beter natuurlijk. Met eenige gezellige algemeen heden leidde hij het belang eener goede regeling in. De goede salariëering der ambtenaren is een algemeen belang, want zij dienen de gemeen schap. Vaste regeling en automatische oplklim- ming beletten het favoritisme en bevorde ren futloosheid en slabakkerij dit laat ste zeide Poppe natuurlijk niet, maar voegen wij er als aanvulling aan toe. De commissie had over een voorstel 13 maan den en over een ander 11 maanden gewerkt de heer Poppe verzuimde niet op het „merk waardige'^ dezer getallen te wijzen en nog was er niets van terecht gekomen. Hij, Poppe, wilde een indeeling der ambtenaren in drie groe pen Secretarie, administratieve bedrijfs- en tech nische ambtenaren. En dan zoo min mogelijk titels en heel eenvoudige. Geen le machinist als er maar één is, geen noofdmachinist en een 2e machinist als er geen le is, enz. enz. Spr. achtte het 't best 't rapport terug te sturen en den ambtenaren 200.ver hooging te geven, doch hij wilde dit niet voorstellen. Dat durfde hij niet aan. Want het eerste zou de Raad kunnen aanvaarden en het laatste verwerpen Dus zou hij maar voor de amendementen Reinalda stemmen. Typisch was het, dat de heer Reinalda, die nu aan 't woord kwam, begon met de verklaring, dat hij het goeddeels met den heer Poppe niet eens was. Toch was ook deze spr. niet bevredigd. Zijn critiek ging vooral tegen de regeling bij de be drijven, waar z. L de prikkel tot arbeiden, even als ter secretarie, moest gevonden worden in de mogelijkheid hoofdambtenaar te worden. Op dien grond wenschte hij een andere titulatuur aan de bedrijven. Het was ons niet duidelijk hoe de heer Reinalda, na deze prikkel-theorie weer de auto matische opklimming kon verdedigen. Dat ge beurde met een argument dat er geen is. I ambtenaren zouden, in het bewustzijn der auto matische opklimming, al hun krachten stellen in dienst der gemeente. Maar de zaak is juist, dat zij opklimmen, ook al spannen zij niet hun beste krachten in. Het verschijnsel, dat niet zelden de beste krachten uit de ambtenaarswereld overgaan naar het vrije bedrijf, dat de heer Reinalda ook be sprak en geheel toeschreef aan de lagere sala riëering der ambtenaren, houdt nauw verband juist met die automatische opklimming, waar door de beste krachten zich vaak achtergesteld en besnoeid gevoelen. En dit hangt dan weer samen met de doorgaans lagere salariëering in de ambtenarenwereld en met haar kalmere ar beidsregeling. Iets anders dan automatische opklimming is namelijk in het ambtenaarswezen zéér moeilijk; dit moet erkend. Het rapport der Commissie was óók zeer zeker een moeilijke arbeid, 'i Ligt er maar aan, zei de heer Klein, met eeij verwijzing naar den guitig-wijzen Esopus, van welken kant men de zaak beschouwt. Ik geloof zeker, dat de voor zitter der Commissie bijv. best kans zou zien het rapport af te breken, maar dat we niettemin van hem een verdediging zullen hooien, die een ieder den lust tot afbreken zal benemen. De Raad keek naar den heer Andreae, en, nadat de heer Klein op eenige ondergeschikte punten had ge wezen, en de heer De Braai zijne waardeering voor het rapport had uitgesproken, kwam die verdediging dan ook los. Ze berustte hierop: het rapport is een poging om de verschillende meeningen tot een geheel, een midden-voorstel te vereènigen. Dit voorstel kwam tot stand onder medewerking vooral van den gemeente-secretaris, wien spr. oprechten dank bracht. En het vond waardeering bij de betrokkenen, de ambtenaren, zoodat de critiek van den heer Poppe spr. vrij koud liet.' In een fijn betoog sloeg mr. Andreae de redenaties van dezen beeldstonner in gruizels. Hij toonde aan, dat de indeeling in 3 groepen alleen rekening houdt met de horizontale unificatie, doch in geen enkel opzicht met de verticale, de unificatie in ieder bedrijf zelf. Hij bewees, dat de belangheb benden zelf het onderling niet eens konden wor den en dat de uitcenloopende aard der bedrijven iedere onderlinge gelijkstelling onmogelijk maakt. In dit verband begreep spr. niet, dat de heer Bregonje de voorstellen en de toelichting der ambtenaren zoo maar zonder meer kon over nemen. De automatische opklimming en de periodieke verhoogingen lagen niet binnen de taak der Commissie, zeide spr., die behooren thuis in het Ambtenarenreglement. De amendementen-Reinalda betreffende de verhooging der loongrenzen werden door de Commissie overgenomen; eveneens een amen dement-Klein tot aanstelling van hoofdklerken bij het Gasbedrijf. Zoo werden nog eenige wijzi gingen door de Commissie overgenomen en af gewezen. Bij de repliek, dupliek en tripliek maakte de heer Poppe het in zijn critiek nog wat erger en werd ook op détailpunten door den heer Andreae weerlegd, wat hij door grofheden trachtte te bemantelen. Hetgeen maar zeer kwalijk gelukte. De loongrenzen werden daarna vastgesteld overeenkomstig de voorstellen der Commissie en de door haar overgenomen amendementen, met uitzondering van groep I, waarvoor de loon grenzen, overeenkomstig een amendement-Schram Bregonje werden vastgesteld van f 600.tot f 1000— De discussie verliep daarna,'met name bij de behandeling van een amendement-Hoog om een groep van hoofdcommiezen-chefs van af- deelingen te creëeren, in het oneindige. De be zwaren hiertegen waren, dat ook andere hoofd commiezen ten minste even gewichtige werk zaamheden verrichten'. Anderzijds bracht de bil lijkheid in de practijk mede, sommige afdeelings- chefs met een hooger minimum te doen begin nen. De beste oplossing scheen wel die, om deze verhooging over te laten aan B. en W., die krachtens artikel 14 van het Ambtenaren reglement, hiertoe bevoegd zijn. liet amendement werd niettemin gehandhaafd en, na urenlange discussie, verworpen. Zoo kwamen nog allerlei detail-kwesties in behandeling. Eene daarvan had een te merk waardige zijde om haar geheel te verzwijgen. Het gold de inspecteurs le en 2e klas van het Bouw- en Woningtoezicht. Een amendement- Wolzak c. s., geamendeerd door den heer Jonck- bloedt, wilde deze beide categorieën tot ééne vereenigen. De directeur van Bouw- en Woning toezicht heeft zich hiertegen verzet, op grond, dat de inspecteurs le klas die der 2e controlee ren. Maar de heer Bruch had van den directeur vernomen, dat dit eerst geschiedde sedert de actie om het verschil te behouden was begonnen; hij verklaarde zelfs, dat de directeur hem had ver zekerd; dat dit voor liet eerst eenige weken gele den geschiedde en de werkzaamheden der beide categorieën vóór dien tijd precies dezelfde waren. Daarentegen verklaarde Mr. Andreae dat de directeur in zijn rapport van Januari 1916 het onderscheid der werkzaamheden reeds had om schreven, en dijt hij, mr. Andreae, persoonlijk ook werkelijk döi indruk had gekregen, dat deze verklaring juist is. Mr. Bruch nam acte van deze verzekering en verklaarde ten deze een nader onderzoek te wen- schen. Wat ons inderdaad noodig lijkt, te meer daar de meerderheid van den Raad (en de pu blieke tribune) het inzicht van Mr. Bruch bleek te deelen. Het amendement-Wolzak werd nl. met groote meerderheid aangenomen. 't Was ruim 6 uur toen we in de behandeling van het rapport bleven steken, tot algemeene vreugde. Zaterdagochtend 10 uur hopen we de zaak op denzelfden voet voort te zetten. P. van CO URT1I.SMAIUEIL <ij Geautoriseerde vertaling °0r H. B. VAN DER SANDE. V öerm moet bPg mijn ouden op- r Q Sohevell'ng aanbevelen. Hij ia "Ci. kr,-;,,Uvvi .uiterlijk een eerlijk man en 198taan tot je zelf een voor- i r geworden bent. Hfj houdt ,°U(je als was "t zijn eigen! Ook \0n rtiri Mntf, Dillenberger beveel ik je rhcij ^an. Ten laatste nog juffrouw Si blonJ® eenige boosaardigheid -I'iijj) Uv®rwanten van den hals houd, JV biet goedvinden ik kan dat iV'ii als"ti->0ven mijn hoofd laten rond- °n(ier de aarde lig. 1j,^0nsch ik toe, dat jij je dagen het oude, lieve siot moogt weliswaar haar "naam met De,-Ó maar een zeer bruikbare en vft eenige doorbrengen dan je ongelukkige voorganger Frederik von X .on. Nadat Armin dèn brief ten einde gelezen had, zat hij nog lang onbeweeglijk voor zich uit te staren. Diepe ontroering lag in zijn trekken. Het heeie vreugdelooze Leven van den ouden man trok hem voorbij en zijn hart deed pijn van medelijden. En eigen smart mengde, zich onder dit vreemde leed. .Waar lijk hij verstond den ongelukkige maar al te goed. Hoe arm, hoe straat-arm was deze man trots zijn rijkdom geweest! Dieper en dieper verloor Armin zich in zijn gedachten, 't Was hem allesibehalve aangenaam dat hij zoo spoe dig zou moeten trouwen en toch grepen de warme, vermanende woorden van Frederik von Leijden hem in 't gemoed. Hij had 't goed met hein gemeend, wiLde hem behoeden voor eenzelfde eenzaam lot. In ieder geval oefende hij uit louter goedhartigheid dezen dwang op hem uit. Wat had hij dezen man miskend! In ge dachten vroeg hij vergeving voor idat onrecht en nam zich voor den wensch van den over ledene te vervullen. Het moest mogelijk zijn TREUB. Een medewerker van de VOORHOEDE zegt schertsend in dat blad, dat de Kamer een vrouw te vinden, met wie hij zich in kalme sympathie verbinden kon. Nooit zou hij meer een vrouw kunnen beminnen zooals hij 't Alexandra gedaan had, maar er waren huwelijken genoeg, die zonder dat hemelhoog juichen gesloten verdeu. En 't waren niet al tijd de slechtste. „Man, geluksvogel, reuzenboffer dat is iióve hemel wat moet ik van louter plezier met je beginnenl Dus werkelijk ee- nig erfgenaam nou heb ik 't niet di rect gedacht, dat er voor jou wat afvallen zou? Maar zooveel daar had ik geen idee van. Ik moet je omhelzen, Armin ik kan niet anders, ik ben gek van plezier!" Met deze woorden, uitdrukkend zijn har telijke vreugde, nam Hans von Kippard het bericht van Leijden's erfenis op. En toen hij do nadere omstandigheden vernam, was hij nog meer vergenoegd. „Fameus, op en top fameus, jij moet trou wen, ouwe jongen 1 Dat heeft die oude ko lossaal mooi gercgeldl Daar neem ik mijn hoed voor af! Jonge, jonge, wat zal de mooie Alexandra op d'r neus kijken 1 Die had maar eventjes burchtvromve kunnen overzichtschrijver van de „Maasb." Minis ter Treub groot onrecht heeft aangedaan door te schrijven, dat, als een ministerie uit één man bestaan kon, slechts dan een mi nisterie met den heer Treub er in denkbaar was zonder voortdurende onrust en oneenig- heid. Dit lijkt den Voorhoede-man „volmaakt onjuist en een miskenning van Treub's ka- rftktcr Neen, een Ministerie Treub, met alléén Treub als Minister, het ware de onrust en de oneenigheid in t kwadraat. Met andere Ministers te zamen zullen er allicht enkele zijn, die hem een beetje kal- meeren en matigen, een beetje maar, toegegeven, maar dan toch een bee t je. Maar Treub-Minister alléén, dat is Treub zonder eenige matiging. En de onrust en oneenigheid in dat één-persoons-ministerie zou niet te overzien zijn. Wat Treub van 't jaar voorstelt en doet, zou Treub 't volgende jaar afbreken en bestrijden met een ongehoorde felheid. Hij zou in staat zijn, den ambtenaren van zijn eene Departement te gelasten, het werk van de ambtenaren van zijn andere Departementen onmogelijk te maken. Daarom deed de overzichtschrijver be paald onrecht aan Treub's geniale karak tereigenschappen. Hij dacht er alleen aan, dat Treub nooit met anderen heeft kunnen samenwerken zonder in een minimum van tijd zich zijn beste vrienden tot vijanden gemaakt te hebben. Maar hij vergat, dat Treub, de felste tegenstander van staatspensioneering in 1913, de staatspensioneering in 1914 voor stelde en verdedigde. Hij vergat, dat Treub fel gekant was in 1915 tegen eenige heffing-in eens, maar dat hij daarvan in 1917 een gloeiende voorstander is. Niet waar, het is Treub onrecht aan doen, om te veronderstellen, dat een Mi nisterie-Treub met Treub als éénig Minis ter, een ministerie van vrede en eendracht zou zijn. Neen, 't zou juist integendeel het on rustigste en oneenigste ministerie zijn, dat Nederland nog ooit gekend had. En wan neer de Staten-Generaai, verzot op zulk een geniaal Ministerie Treub-seul, weigeren zouden het ten val te brengen, dan.... zou dat waarschijnlijk voor Treub een oorzaak zijn om af te treden; hij zou zijn eigen Ministerie vernietigen. Hoe het zij, er i3 alles aan gelegen, dat wij dezen Minister in dit kalme en immers gevaarlooze tijdperk behouden. Aan hem offere men desnoods Posthuma, Loudon, of Oort van der Linden op. Geen offer 2ij ons te zwaar 1 Treub brengt ons in opspraak in 't bui tenland: liet oorlogsgevaar zal hij zeker niet verminderen. Maar wat doet dat er toe? Er is maar één Treub, de geniale ruzie maker. Hem blij ve ons hart verpand, ook" ai bezorgt hij ons een hartkwaal. WERELDBRAND- HET DREIGENDE DUITSCHE OFFENSIEF GAAT HAIG HEEN? - AANVALLEN DER CENTRALEN IN NOORD ITALIË. We wezen er gisteren op, dat de drukke ver kenningsactie der Duitschers waarschijnlijk de voorbode zou blijken van een groot Duitsch offensief in het Westen. Thans seint Havas uit Parijs: Sedert eenige dagen schijnt men m militaire kringen een spoedige, krachtige inspanning van den vijand aan het Westelijk front te verwach ten. Er is bedrijvigheid van de batterijen, her haalde verkenningstochten komen voor <m tal rijke sterke troepen vloeien toe, vooral in Beigie. Het transport van troepen, komende van het Russische front, gaat voort. Het grootste ge deelte ligt thans voor de Fransche linies. De vijand maakt zich overal tot den aanval gereed, vooral bij Verdun. De „Echo de Paris" verwacht een tegenoffensief op uitgebreide schaal tegen den „Chemin dc3 Dames". Een wintervè'.dtocht van de ergste soort schijnt dus te verwachten» Het schijnt twijfelachtig of deze van Engel- sche zijde nog onder leiding van Haig zal wor den gevoerd. De mislukking bij Kamerijk moet het vertrou wen in den Engelschen veldmaarschalk terdege hebben geschokt. De voornaamste fout, welke hij hier moet ge maakt hebben, is deze: dat hij zelf de mogelijk heid van een zóó groot succes, als Byng in eer sten aanloop behaalde, niet heeft ingezien. SLOBKOUSEN, Winterpantoffels, Warme Zooltjes. BapteSjorisstpaat 27. TEL. I77ti worden en moet nu 'n simpele bankiers- vrouw blij ven 1 Dat gun ik haar van liarle I Nou ja, zet niet zoo'n leelijk geacht, ik ben al weer koest. Zeg, nu moeten we maar gauw 'n geschikte vrouw voor je zoeken. Zal ik je aan een vati mijp nichtjes heipen? Nee, die niet, dat is jou genre niet ben nen te klein, te snuisterij achtig? Ja, zo moet 'n beetje groot en rank en slank zijn, nou laat mij maar begaan, ik zoek wel iets liefs en aardigs voor je uit." Armin legde hem de hand oj) den schou der en lachte: „Ik zal toch trouwen?" „Natuurlijk jij met mezelf hoef ik me niet te bemoeien, je weet. toch, dat ik half verkocht ben." „Minstens, dat je dezen winter half en half verliefd was. Maar siuds de bals alge- ioopen zijn, schijn je me afgekoeld." „De schijn bedriegt. Ik wil me alleen niet overijlen. 'Daarmee moet jo heel voorzichtig te werk gaan." „Totdat een ander je vóór is. .Waarop wacht je nog?" „Eerstens op jou zoo'n dubbele bruiloft is reuzen-romantisch en ik ben nu een- maai romantisch aangelegd." Dientengevolge waren er, nadat de doorbraak der Duitsche linies feitelijk reeds geluk was, niet voldoende troepen bij de hand om het behaalde succes uit te breiden en voort te zetten, terwijl bovendien noch van Fransche zijde bij Verdun cn St. Quentin, noch door de Engelschen zelf bij Yperen, een voldoend krachtige ondersteu ningsactie was voorbereid. liet succes bij Kamerijk zou de Engelschen zelf niet minder verrast hebben dan de Duit schers, en Haig zou met de mogelijkheid eener doorbraak geen rekening hebben gehouden. De Duitschers en Oostenrijkers hebben dit aan de Isonzo, waar evenmin een zóó groot succes werd verwacht, beter ingepikt. Zij waren voor bereid niet alleen ter bereiking van het naastbij- liggende doel: de herovering van het Bainsizza- plateau, doch ook op de mogelijkheid van verder reikende gevolgen. Dit heeft bij Haig ontbroken, en dientengevol ge zou de positie van den Engelschen opperbe velhebber geschokt zijn. Van den kant der Centralen zijn de toebereid selen in Frankrijk geen reden om den veldtocht in Italië op te geven. Met machtige hamerslagen beuken zij nog altijd op de bergpoort, die toe gang geeft tot de italiaansche vlakte achter de stellingen der gealliëerden aan de Piave. Het Italiaansche legerbericht meldt dienaan gaande: „Gisteren werd in den loop van den dag tus schen de Brenta en de Piave verbitterd gestre den. Tal van Oostenrijksche troepen deden een aanval op de Italiaansche stellinpm w -Treek van den Coldella Beretta en terwijl andere af- deelingen zich richtten tot den Col della Orso, deden groote Duitsche strijdmachten een aanval uit het Oosten op den Monte Spinucia en da verdedigingswerken bij Calcino. De worsteling duurde den geheelen dag voort en de Centralen voerden den strijd met de uiterste hevigheid, ge steund door tal van kanonnen van alle kalibers. De Italiaansche batterijen vertraagden het élan de Centrale infanterie en de infanterie weerstond waakzaam den schok. Eenige stellingen, die men in den beginne moest verlaten tengevolge van het vernielingsvuur, werden opnieuw bijna ge heel bezet door opeenvolgende tegenaanvallen. Tegen den avond beperkten de Centralen door den hardnekkigen tegenstand der Italianen en hun zeer ernstige verliezen, hun artillerie-actie, welke gedurende den nacht weer normaal werd Niets van beteekenis aan het overige front. Twe* Centrale vliegtuigen werden geveld." PORTUGAL. DE REVOLUTIE. Niet alleen Affonso Costa, de minister-presi dent, ook de president der republiek Machado is ten val gebracht. Deze is, blijkens een tele gram uit Lissabon, gearresteerd, omdat hij wei gerde af te treden. Deze beide groot-machthebbers der vrijmetse larij waren de kopstukken der Portugeesche revo lutie tegen het koningschap en o. m. de bewer kers der uitdrijving van de geestelijke orden uit Portugal. FRANKRIJK. CAILLAUX. In het verzoek om een vervolging- tegen Caillaux, den vroegeren minister-president, in te stellen, schijnt een overzicht gegeven te worden van de feiten, waaruit ernstige ver moedens tegen Caillaux zouden voortvloeien. Caillaux zou zich sedert het begin der vij andelijkheden schuldig hebben gemaakt vooreerst aan een aanslag tegen de veiligheid van den staat door handelingen te doen, die het bondgenootschap van Frankrijk met een buitenlandsche mogendheid in gevaar kon don brengen; in de tweede plaats aan ver standhouding met den vijand; in de derde plaats aan „defaitistische'' propaganda. Alle feiten zouden aan het licht gekomen zijn bij de thans aan den gang zijnde gerechtelijke instructie. De beschuldigingen van verstand houding met den vijand en van defaititisehe propaganda behooren ongetwijfeld voor den krijgsraad behandeld te worden, maar zoo do beschuldiging van aanslag tegen de. vei ligheid van den staat gehandhaafd zou blij ven, dan acht men het waarschijnlijk, dat Caillaux voor het hooggerechtshof zal moe ten verschijnen. In de aanvrage om vergunning tot vervol ging van Loustalot wordt uiteengezet, dat de- zo zich schuldig gemaakt zou hebben aan ver standhouding met den vijand sedert 2 Augus tus. 1914, daar hij in een onzijdig land den vroegeren chedive van Egypte ontmoet zou hebben. „O neei Sinds wanneer dan?" „Sinds ik liefheb, kameel!" „Dank je. En nu ten tweede?" „Tweedens is mijn uitverkorene, zooalis ju weet, nog erg jong. Ze gaat dezen wintee voor 't eersit uit. Dan is natuurlijk de eer ste bevallige danser het ideaal, 't Wil iduaf nog lieelemaal niets zeggen, dat rij mij d« voorkeur geeft." „Ergo, jij houdt je zelf voor een bevalüf danser," plaagde Armin. „Dat doe ik, en met recht. Maar asjeblieft. val mij nu niet altijd in de rede. Ik laai dus de kleine tijd om er over na te denkefl of ze werkelijk van me houdt. Is rij dsn volgenden winter nog niet van haar vqo»< liefde voor mij genezen, dan nou 'I OYtr rige snap je wel." „Mooi, dus zal ik ook tot den komezRlaa winter wachten, 't Is ook heeiemaal dwt po» dig, dat ik nu al trouwf ik heb nog 'n laac vrijheid. Ate me dus met iets ^eschikat Hf den weg Joopt, waoht ik op jou. (Wordt vervolgd.} 'i I'D I Lv •M I: i'< 7 "V" Oigcu. WUJJ. i. 751 Ir'1 l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1917 | | pagina 1