emeente-Oasbedrijf Haarlem
ributiebedrjjf Heemstede.
ERLIHGETESTAMENT
PETROLEUM.
N*
JOLENDISTRIBUTIE
Aa
DSINDRUKKEN.
waTdFpers zegt
f*
t ï0011 is
BUITENLAND
P. W. TWEEHUIJSEN,
VERKOOP SINTELS
A
Bg"w -
NAVORDERING.
JLVoen
Wl t
dOKöe
42STE JAARGANG 5913
Dg ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPENi PER KWARTAAL f 1,75* PER WEEK I3y, CENT; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,12»
Ij^Mgcten naar de met ingang van 1
LUa'i tot 1 Juli 1918 bij dit bedrijf vrijko-
L e sinter worden uïtgenoodigd hunne in-
I ^ingsbiljetten vrachtvrij in te leveren vóór
I K ^eceniber aan den Directeur.
v°orwaarden van verkoop zijn ten kantore
verkrijgbaar.
aarlem, li Dec. 1917. 7867
A
si4 li
Ilp^petneentebesturen van HAARLEM, BEN-
bRO£K;- bloemendaal, HAARLEM-
LiEDE, HEEMSTEDE en SCHOTEN
,etl bekend, dat door den Minister van L., N.
g 's bepaald.
i No. 5 der Rijkspetroleumdistributiekaart
.oddig van en 2i December 1917
•C 7950
hoeveelheid van 2 Liter.
Wallende de week van 17 December
0p met 23 December 1917, verkrijgbaar
0,1 Mo. 34, 2 ons zachte zeep.
35,1 ons bak-en braadvet;
36,
37,
38,
39,
40,
41,
1 ons groene erwten;
1 ons bruine boonen;
1 ons gort:
2 K.G.;
2 K.G.;
1 K G. aardappelen;
f ta?.t
HET MENU
gemeentelijke centrale keükc
voor Maandag en volgende daigen uit:
!°ep, Stamppot van savoyekool, Hutspot,
dot van andijvie, Zuurkool, en Stamppot
y s0ijboonen.
Vhl het bekomen eener weekkaart zal worden
Menbon No. 36, 40 en 41; voor dag-
M Maandag: bon No. 36; voor dag-
a1 Woensdag: bon No. 40, en voor dag-
Donderdag: bon No. 41. 7898
A
;C'/
(rJei'R|CT HAARLEM EN OMSTREKEN.
HAARLEM - BLOEMENDAAL -
$iASTEDE - BENNEBROEK - SCHOTEN
Ai*NDAM - HAARLEMMERLIEDE en
SPAARNWOUDE.)
Mdstoffencommissie maakt bekend dat
Maren van het district Haarlem en Om-
°P kwitantie mogen navorderen het
Verschil tusschen OUDEN en
L NORMALEN detailprijs
Iq, 'geen door hen op roode toewijzingen (op
Nj tv,'izingen alleen voor bruinkoolbriketten)
<0* en met 10 December werd afgeleverd.
\fjeen Seval mag door de handelaren de
worden nagevorderd. Dit zal ge-
Nds" ^°°r Districtsverrekenkantoor voor
V toffen, verbonden aan het Braridstoffen-
7894
Directeur Brandstoffen-Bureau,
REITSMA.
kaj a^weer een blijde boodschap!
M n?*soen voor bijkoken verhoogd tot 25
a{ej Raad klapte in de handen en klopte
bat,'- 5 kub. M. gas meer per maand is
van het gemeentebestuur voor de
kö°
gemeentenaren blijkt niet alleen uit deze nieuwe
gas-toebedeeling. Ook voor de winkeliers is,
zooals reeds bekend was, groote tegemoetkomend
heid betoond ter zake van het houden van perso
neel in de wiukels nh kwart over 10 in het
drukke tijdperk vóór en tusschen Kerstmis en
Nieuwjaar. Wij meenen te weten, dat de stoot
hiertoe uitging van den heer van Liemt, wien
dus naast B. en W. een deel der eer toekomt.
Dr. Timmer vond dezen maatregel en dien be
treffende het gasrantsoen zóó mooi, dat hij om
een tweede voorlezing vroeg.
Toen we het goede bericht nog eens duidelijk
hadden vernomen, haastte de heer Bregcnje zich
naar het woord, eenigszins getemperd door den
kalmen waarnemenden voorzitter, wethouder de
Breuk, die, tengevolge van het ongelukkige
stoepje aan het Kenaupark, deze vergadering
leidde. We hopen voor onzen burgemeester, dat
het voor den laatsten keer zal zijn, hoe goea ook
de heer De Breuk zich van zijn taak kweet.
Maar nu de heer Bregonje. Die beval in een
ietwat zoetsappig speechje de nieuwe amende
menten Schram en Bregonje op de voorstellen der
Unificatie-commissie aan en hoopte o. m. dat
B. en W. hun standpunt ter zake van deze voor
stellen (feitelijk die der ambtenaren-organisa
ties) zouden uiteenzetten.
Neen, zei de voorzitter, dat doen we niet. De
voorstellen gaan uit van een door den Raad
benoemde commissie en B. en W. hebben ge
meend daartegenover als college geen meening
te moeten formuleeren. 't Was heel tactisch ge
zegd en de Raad had schik.
De schik kon voortduren; want nu kwam de
heer Poppe aan het woord. En die is van zoet
sappigheid afkeerig, dat weten we allen. Voor
wie het nog niet mocht weten, heeft vriend Poppe
het nog eens verzekerd. Hij brak het rapport
danig af en verbloemde zijne meening aller
minst. De commissie had er maar zoo wat op
los gewerkt, er zoo ongeveer met de muts naar
gegooid.
Poppe zou het anders hebben gedaan. Veel
beter natuurlijk. Met eenige gezellige algemeen
heden leidde hij het belang eener goede regeling
in. De goede salariëering der ambtenaren is een
algemeen belang, want zij dienen de gemeen
schap. Vaste regeling en automatische oplklim-
ming beletten het favoritisme en bevorde
ren futloosheid en slabakkerij dit laat
ste zeide Poppe natuurlijk niet, maar voegen wij
er als aanvulling aan toe.
De commissie had over een voorstel 13 maan
den en over een ander 11 maanden gewerkt
de heer Poppe verzuimde niet op het „merk
waardige'^ dezer getallen te wijzen en nog
was er niets van terecht gekomen. Hij, Poppe,
wilde een indeeling der ambtenaren in drie groe
pen Secretarie, administratieve bedrijfs- en tech
nische ambtenaren. En dan zoo min mogelijk
titels en heel eenvoudige. Geen le machinist als
er maar één is, geen noofdmachinist en een 2e
machinist als er geen le is, enz. enz.
Spr. achtte het 't best 't rapport terug te
sturen en den ambtenaren 200.ver
hooging te geven, doch hij wilde dit niet
voorstellen. Dat durfde hij niet aan. Want het
eerste zou de Raad kunnen aanvaarden en het
laatste verwerpen Dus zou hij maar voor de
amendementen Reinalda stemmen.
Typisch was het, dat de heer Reinalda, die nu
aan 't woord kwam, begon met de verklaring, dat
hij het goeddeels met den heer Poppe niet eens
was. Toch was ook deze spr. niet bevredigd. Zijn
critiek ging vooral tegen de regeling bij de be
drijven, waar z. L de prikkel tot arbeiden, even
als ter secretarie, moest gevonden worden in de
mogelijkheid hoofdambtenaar te worden. Op dien
grond wenschte hij een andere titulatuur aan de
bedrijven. Het was ons niet duidelijk hoe de heer
Reinalda, na deze prikkel-theorie weer de auto
matische opklimming kon verdedigen. Dat ge
beurde met een argument dat er geen is. I
ambtenaren zouden, in het bewustzijn der auto
matische opklimming, al hun krachten stellen
in dienst der gemeente. Maar de zaak is juist,
dat zij opklimmen, ook al spannen zij niet hun
beste krachten in.
Het verschijnsel, dat niet zelden de beste
krachten uit de ambtenaarswereld overgaan naar
het vrije bedrijf, dat de heer Reinalda ook be
sprak en geheel toeschreef aan de lagere sala
riëering der ambtenaren, houdt nauw verband
juist met die automatische opklimming, waar
door de beste krachten zich vaak achtergesteld
en besnoeid gevoelen. En dit hangt dan weer
samen met de doorgaans lagere salariëering in
de ambtenarenwereld en met haar kalmere ar
beidsregeling.
Iets anders dan automatische opklimming is
namelijk in het ambtenaarswezen zéér moeilijk;
dit moet erkend.
Het rapport der Commissie was óók zeer
zeker een moeilijke arbeid, 'i Ligt er maar aan,
zei de heer Klein, met eeij verwijzing naar den
guitig-wijzen Esopus, van welken kant men de
zaak beschouwt. Ik geloof zeker, dat de voor
zitter der Commissie bijv. best kans zou zien
het rapport af te breken, maar dat we niettemin
van hem een verdediging zullen hooien, die een
ieder den lust tot afbreken zal benemen. De Raad
keek naar den heer Andreae, en, nadat de heer
Klein op eenige ondergeschikte punten had ge
wezen, en de heer De Braai zijne waardeering
voor het rapport had uitgesproken, kwam die
verdediging dan ook los.
Ze berustte hierop: het rapport is een poging
om de verschillende meeningen tot een geheel,
een midden-voorstel te vereènigen. Dit voorstel
kwam tot stand onder medewerking vooral van
den gemeente-secretaris, wien spr. oprechten
dank bracht. En het vond waardeering bij de
betrokkenen, de ambtenaren, zoodat de critiek
van den heer Poppe spr. vrij koud liet.' In een
fijn betoog sloeg mr. Andreae de redenaties van
dezen beeldstonner in gruizels. Hij toonde aan,
dat de indeeling in 3 groepen alleen rekening
houdt met de horizontale unificatie, doch in geen
enkel opzicht met de verticale, de unificatie in
ieder bedrijf zelf. Hij bewees, dat de belangheb
benden zelf het onderling niet eens konden wor
den en dat de uitcenloopende aard der bedrijven
iedere onderlinge gelijkstelling onmogelijk
maakt. In dit verband begreep spr. niet, dat de
heer Bregonje de voorstellen en de toelichting
der ambtenaren zoo maar zonder meer kon over
nemen.
De automatische opklimming en de periodieke
verhoogingen lagen niet binnen de taak der
Commissie, zeide spr., die behooren thuis in het
Ambtenarenreglement.
De amendementen-Reinalda betreffende de
verhooging der loongrenzen werden door de
Commissie overgenomen; eveneens een amen
dement-Klein tot aanstelling van hoofdklerken
bij het Gasbedrijf. Zoo werden nog eenige wijzi
gingen door de Commissie overgenomen en af
gewezen.
Bij de repliek, dupliek en tripliek maakte de
heer Poppe het in zijn critiek nog wat erger en
werd ook op détailpunten door den heer Andreae
weerlegd, wat hij door grofheden trachtte te
bemantelen. Hetgeen maar zeer kwalijk gelukte.
De loongrenzen werden daarna vastgesteld
overeenkomstig de voorstellen der Commissie en
de door haar overgenomen amendementen, met
uitzondering van groep I, waarvoor de loon
grenzen, overeenkomstig een amendement-Schram
Bregonje werden vastgesteld van f 600.tot
f 1000—
De discussie verliep daarna,'met name bij
de behandeling van een amendement-Hoog om
een groep van hoofdcommiezen-chefs van af-
deelingen te creëeren, in het oneindige. De be
zwaren hiertegen waren, dat ook andere hoofd
commiezen ten minste even gewichtige werk
zaamheden verrichten'. Anderzijds bracht de bil
lijkheid in de practijk mede, sommige afdeelings-
chefs met een hooger minimum te doen begin
nen. De beste oplossing scheen wel die, om deze
verhooging over te laten aan B. en W., die
krachtens artikel 14 van het Ambtenaren
reglement, hiertoe bevoegd zijn.
liet amendement werd niettemin gehandhaafd
en, na urenlange discussie, verworpen.
Zoo kwamen nog allerlei detail-kwesties in
behandeling. Eene daarvan had een te merk
waardige zijde om haar geheel te verzwijgen.
Het gold de inspecteurs le en 2e klas van het
Bouw- en Woningtoezicht. Een amendement-
Wolzak c. s., geamendeerd door den heer Jonck-
bloedt, wilde deze beide categorieën tot ééne
vereenigen. De directeur van Bouw- en Woning
toezicht heeft zich hiertegen verzet, op grond,
dat de inspecteurs le klas die der 2e controlee
ren. Maar de heer Bruch had van den directeur
vernomen, dat dit eerst geschiedde sedert de actie
om het verschil te behouden was begonnen; hij
verklaarde zelfs, dat de directeur hem had ver
zekerd; dat dit voor liet eerst eenige weken gele
den geschiedde en de werkzaamheden der beide
categorieën vóór dien tijd precies dezelfde waren.
Daarentegen verklaarde Mr. Andreae dat de
directeur in zijn rapport van Januari 1916 het
onderscheid der werkzaamheden reeds had om
schreven, en dijt hij, mr. Andreae, persoonlijk
ook werkelijk döi indruk had gekregen, dat deze
verklaring juist is.
Mr. Bruch nam acte van deze verzekering en
verklaarde ten deze een nader onderzoek te wen-
schen. Wat ons inderdaad noodig lijkt, te meer
daar de meerderheid van den Raad (en de pu
blieke tribune) het inzicht van Mr. Bruch bleek
te deelen.
Het amendement-Wolzak werd nl. met groote
meerderheid aangenomen.
't Was ruim 6 uur toen we in de behandeling
van het rapport bleven steken, tot algemeene
vreugde.
Zaterdagochtend 10 uur hopen we de zaak
op denzelfden voet voort te zetten. P.
van CO URT1I.SMAIUEIL
<ij Geautoriseerde vertaling
°0r H. B. VAN DER SANDE.
V öerm moet bPg mijn ouden op-
r Q Sohevell'ng aanbevelen. Hij ia
"Ci. kr,-;,,Uvvi .uiterlijk een eerlijk man en
198taan tot je zelf een voor-
i r geworden bent. Hfj houdt
,°U(je als was "t zijn eigen! Ook
\0n
rtiri Mntf, Dillenberger beveel ik je
rhcij ^an. Ten laatste nog juffrouw
Si blonJ® eenige boosaardigheid
-I'iijj) Uv®rwanten van den hals houd,
JV biet goedvinden ik kan dat
iV'ii als"ti->0ven mijn hoofd laten rond-
°n(ier de aarde lig.
1j,^0nsch ik toe, dat jij je dagen
het oude, lieve siot moogt
weliswaar haar "naam met
De,-Ó maar een zeer bruikbare en
vft eenige
doorbrengen dan je ongelukkige voorganger
Frederik von X
.on.
Nadat Armin dèn brief ten einde gelezen
had, zat hij nog lang onbeweeglijk voor zich
uit te staren. Diepe ontroering lag in zijn
trekken. Het heeie vreugdelooze Leven van
den ouden man trok hem voorbij en zijn hart
deed pijn van medelijden. En eigen smart
mengde, zich onder dit vreemde leed. .Waar
lijk hij verstond den ongelukkige maar
al te goed.
Hoe arm, hoe straat-arm was deze man
trots zijn rijkdom geweest! Dieper en dieper
verloor Armin zich in zijn gedachten, 't Was
hem allesibehalve aangenaam dat hij zoo spoe
dig zou moeten trouwen en toch grepen de
warme, vermanende woorden van Frederik
von Leijden hem in 't gemoed. Hij had 't
goed met hein gemeend, wiLde hem behoeden
voor eenzelfde eenzaam lot. In ieder geval
oefende hij uit louter goedhartigheid dezen
dwang op hem uit.
Wat had hij dezen man miskend! In ge
dachten vroeg hij vergeving voor idat onrecht
en nam zich voor den wensch van den over
ledene te vervullen. Het moest mogelijk zijn
TREUB.
Een medewerker van de VOORHOEDE
zegt schertsend in dat blad, dat de Kamer
een vrouw te vinden, met wie hij zich in
kalme sympathie verbinden kon. Nooit zou
hij meer een vrouw kunnen beminnen zooals
hij 't Alexandra gedaan had, maar er waren
huwelijken genoeg, die zonder dat hemelhoog
juichen gesloten verdeu. En 't waren niet al
tijd de slechtste.
„Man, geluksvogel, reuzenboffer dat is
iióve hemel wat moet ik van louter
plezier met je beginnenl Dus werkelijk ee-
nig erfgenaam nou heb ik 't niet di
rect gedacht, dat er voor jou wat afvallen
zou? Maar zooveel daar had ik geen idee
van. Ik moet je omhelzen, Armin ik kan
niet anders, ik ben gek van plezier!"
Met deze woorden, uitdrukkend zijn har
telijke vreugde, nam Hans von Kippard het
bericht van Leijden's erfenis op. En toen
hij do nadere omstandigheden vernam, was
hij nog meer vergenoegd.
„Fameus, op en top fameus, jij moet trou
wen, ouwe jongen 1 Dat heeft die oude ko
lossaal mooi gercgeldl Daar neem ik mijn
hoed voor af! Jonge, jonge, wat zal de
mooie Alexandra op d'r neus kijken 1 Die
had maar eventjes burchtvromve kunnen
overzichtschrijver van de „Maasb." Minis
ter Treub groot onrecht heeft aangedaan
door te schrijven, dat, als een ministerie uit
één man bestaan kon, slechts dan een mi
nisterie met den heer Treub er in denkbaar
was zonder voortdurende onrust en oneenig-
heid.
Dit lijkt den Voorhoede-man „volmaakt
onjuist en een miskenning van Treub's ka-
rftktcr
Neen, een Ministerie Treub, met alléén
Treub als Minister, het ware de onrust
en de oneenigheid in t kwadraat.
Met andere Ministers te zamen zullen er
allicht enkele zijn, die hem een beetje kal-
meeren en matigen, een beetje maar,
toegegeven, maar dan toch een bee t je.
Maar Treub-Minister alléén, dat is Treub
zonder eenige matiging. En de onrust en
oneenigheid in dat één-persoons-ministerie
zou niet te overzien zijn.
Wat Treub van 't jaar voorstelt en doet,
zou Treub 't volgende jaar afbreken en
bestrijden met een ongehoorde felheid. Hij
zou in staat zijn, den ambtenaren van
zijn eene Departement te gelasten, het
werk van de ambtenaren van zijn andere
Departementen onmogelijk te maken.
Daarom deed de overzichtschrijver be
paald onrecht aan Treub's geniale karak
tereigenschappen. Hij dacht er alleen aan,
dat Treub nooit met anderen heeft kunnen
samenwerken zonder in een minimum van
tijd zich zijn beste vrienden tot vijanden
gemaakt te hebben.
Maar hij vergat, dat Treub, de felste
tegenstander van staatspensioneering in
1913, de staatspensioneering in 1914 voor
stelde en verdedigde.
Hij vergat, dat Treub fel gekant was
in 1915 tegen eenige heffing-in eens, maar
dat hij daarvan in 1917 een gloeiende
voorstander is.
Niet waar, het is Treub onrecht aan
doen, om te veronderstellen, dat een Mi
nisterie-Treub met Treub als éénig Minis
ter, een ministerie van vrede en eendracht
zou zijn.
Neen, 't zou juist integendeel het on
rustigste en oneenigste ministerie zijn, dat
Nederland nog ooit gekend had. En wan
neer de Staten-Generaai, verzot op zulk
een geniaal Ministerie Treub-seul, weigeren
zouden het ten val te brengen, dan.... zou
dat waarschijnlijk voor Treub een oorzaak
zijn om af te treden; hij zou zijn eigen
Ministerie vernietigen.
Hoe het zij, er i3 alles aan gelegen, dat
wij dezen Minister in dit kalme en immers
gevaarlooze tijdperk behouden. Aan hem
offere men desnoods Posthuma, Loudon, of
Oort van der Linden op. Geen offer 2ij
ons te zwaar 1
Treub brengt ons in opspraak in 't bui
tenland: liet oorlogsgevaar zal hij zeker
niet verminderen. Maar wat doet dat er
toe?
Er is maar één Treub, de geniale ruzie
maker. Hem blij ve ons hart verpand, ook"
ai bezorgt hij ons een hartkwaal.
WERELDBRAND-
HET DREIGENDE DUITSCHE OFFENSIEF
GAAT HAIG HEEN? - AANVALLEN DER
CENTRALEN IN NOORD ITALIË.
We wezen er gisteren op, dat de drukke ver
kenningsactie der Duitschers waarschijnlijk de
voorbode zou blijken van een groot Duitsch
offensief in het Westen.
Thans seint Havas uit Parijs:
Sedert eenige dagen schijnt men m militaire
kringen een spoedige, krachtige inspanning van
den vijand aan het Westelijk front te verwach
ten. Er is bedrijvigheid van de batterijen, her
haalde verkenningstochten komen voor <m tal
rijke sterke troepen vloeien toe, vooral in Beigie.
Het transport van troepen, komende van het
Russische front, gaat voort. Het grootste ge
deelte ligt thans voor de Fransche linies. De
vijand maakt zich overal tot den aanval gereed,
vooral bij Verdun. De „Echo de Paris" verwacht
een tegenoffensief op uitgebreide schaal tegen
den „Chemin dc3 Dames".
Een wintervè'.dtocht van de ergste soort schijnt
dus te verwachten»
Het schijnt twijfelachtig of deze van Engel-
sche zijde nog onder leiding van Haig zal wor
den gevoerd.
De mislukking bij Kamerijk moet het vertrou
wen in den Engelschen veldmaarschalk terdege
hebben geschokt.
De voornaamste fout, welke hij hier moet ge
maakt hebben, is deze: dat hij zelf de mogelijk
heid van een zóó groot succes, als Byng in eer
sten aanloop behaalde, niet heeft ingezien.
SLOBKOUSEN,
Winterpantoffels, Warme Zooltjes.
BapteSjorisstpaat 27. TEL. I77ti
worden en moet nu 'n simpele bankiers-
vrouw blij ven 1 Dat gun ik haar van liarle I
Nou ja, zet niet zoo'n leelijk geacht, ik
ben al weer koest. Zeg, nu moeten we maar
gauw 'n geschikte vrouw voor je zoeken.
Zal ik je aan een vati mijp nichtjes heipen?
Nee, die niet, dat is jou genre niet ben
nen te klein, te snuisterij achtig? Ja, zo
moet 'n beetje groot en rank en slank zijn,
nou laat mij maar begaan, ik zoek wel iets
liefs en aardigs voor je uit."
Armin legde hem de hand oj) den schou
der en lachte: „Ik zal toch trouwen?"
„Natuurlijk jij met mezelf hoef ik me
niet te bemoeien, je weet. toch, dat ik half
verkocht ben."
„Minstens, dat je dezen winter half en
half verliefd was. Maar siuds de bals alge-
ioopen zijn, schijn je me afgekoeld."
„De schijn bedriegt. Ik wil me alleen niet
overijlen. 'Daarmee moet jo heel voorzichtig
te werk gaan."
„Totdat een ander je vóór is. .Waarop
wacht je nog?"
„Eerstens op jou zoo'n dubbele bruiloft
is reuzen-romantisch en ik ben nu een-
maai romantisch aangelegd."
Dientengevolge waren er, nadat de doorbraak
der Duitsche linies feitelijk reeds geluk was, niet
voldoende troepen bij de hand om het behaalde
succes uit te breiden en voort te zetten, terwijl
bovendien noch van Fransche zijde bij Verdun
cn St. Quentin, noch door de Engelschen zelf
bij Yperen, een voldoend krachtige ondersteu
ningsactie was voorbereid.
liet succes bij Kamerijk zou de Engelschen
zelf niet minder verrast hebben dan de Duit
schers, en Haig zou met de mogelijkheid eener
doorbraak geen rekening hebben gehouden.
De Duitschers en Oostenrijkers hebben dit aan
de Isonzo, waar evenmin een zóó groot succes
werd verwacht, beter ingepikt. Zij waren voor
bereid niet alleen ter bereiking van het naastbij-
liggende doel: de herovering van het Bainsizza-
plateau, doch ook op de mogelijkheid van verder
reikende gevolgen.
Dit heeft bij Haig ontbroken, en dientengevol
ge zou de positie van den Engelschen opperbe
velhebber geschokt zijn.
Van den kant der Centralen zijn de toebereid
selen in Frankrijk geen reden om den veldtocht
in Italië op te geven. Met machtige hamerslagen
beuken zij nog altijd op de bergpoort, die toe
gang geeft tot de italiaansche vlakte achter de
stellingen der gealliëerden aan de Piave.
Het Italiaansche legerbericht meldt dienaan
gaande:
„Gisteren werd in den loop van den dag tus
schen de Brenta en de Piave verbitterd gestre
den. Tal van Oostenrijksche troepen deden een
aanval op de Italiaansche stellinpm w -Treek
van den Coldella Beretta en terwijl andere af-
deelingen zich richtten tot den Col della Orso,
deden groote Duitsche strijdmachten een aanval
uit het Oosten op den Monte Spinucia en da
verdedigingswerken bij Calcino. De worsteling
duurde den geheelen dag voort en de Centralen
voerden den strijd met de uiterste hevigheid, ge
steund door tal van kanonnen van alle kalibers.
De Italiaansche batterijen vertraagden het élan
de Centrale infanterie en de infanterie weerstond
waakzaam den schok. Eenige stellingen, die men
in den beginne moest verlaten tengevolge van
het vernielingsvuur, werden opnieuw bijna ge
heel bezet door opeenvolgende tegenaanvallen.
Tegen den avond beperkten de Centralen door
den hardnekkigen tegenstand der Italianen en
hun zeer ernstige verliezen, hun artillerie-actie,
welke gedurende den nacht weer normaal werd
Niets van beteekenis aan het overige front. Twe*
Centrale vliegtuigen werden geveld."
PORTUGAL.
DE REVOLUTIE.
Niet alleen Affonso Costa, de minister-presi
dent, ook de president der republiek Machado
is ten val gebracht. Deze is, blijkens een tele
gram uit Lissabon, gearresteerd, omdat hij wei
gerde af te treden.
Deze beide groot-machthebbers der vrijmetse
larij waren de kopstukken der Portugeesche revo
lutie tegen het koningschap en o. m. de bewer
kers der uitdrijving van de geestelijke orden uit
Portugal.
FRANKRIJK.
CAILLAUX.
In het verzoek om een vervolging- tegen
Caillaux, den vroegeren minister-president,
in te stellen, schijnt een overzicht gegeven te
worden van de feiten, waaruit ernstige ver
moedens tegen Caillaux zouden voortvloeien.
Caillaux zou zich sedert het begin der vij
andelijkheden schuldig hebben gemaakt
vooreerst aan een aanslag tegen de veiligheid
van den staat door handelingen te doen, die
het bondgenootschap van Frankrijk met een
buitenlandsche mogendheid in gevaar kon
don brengen; in de tweede plaats aan ver
standhouding met den vijand; in de derde
plaats aan „defaitistische'' propaganda. Alle
feiten zouden aan het licht gekomen zijn bij
de thans aan den gang zijnde gerechtelijke
instructie. De beschuldigingen van verstand
houding met den vijand en van defaititisehe
propaganda behooren ongetwijfeld voor den
krijgsraad behandeld te worden, maar zoo
do beschuldiging van aanslag tegen de. vei
ligheid van den staat gehandhaafd zou blij
ven, dan acht men het waarschijnlijk, dat
Caillaux voor het hooggerechtshof zal moe
ten verschijnen.
In de aanvrage om vergunning tot vervol
ging van Loustalot wordt uiteengezet, dat de-
zo zich schuldig gemaakt zou hebben aan ver
standhouding met den vijand sedert 2 Augus
tus. 1914, daar hij in een onzijdig land den
vroegeren chedive van Egypte ontmoet zou
hebben.
„O neei Sinds wanneer dan?"
„Sinds ik liefheb, kameel!"
„Dank je. En nu ten tweede?"
„Tweedens is mijn uitverkorene, zooalis ju
weet, nog erg jong. Ze gaat dezen wintee
voor 't eersit uit. Dan is natuurlijk de eer
ste bevallige danser het ideaal, 't Wil iduaf
nog lieelemaal niets zeggen, dat rij mij d«
voorkeur geeft."
„Ergo, jij houdt je zelf voor een bevalüf
danser," plaagde Armin.
„Dat doe ik, en met recht. Maar asjeblieft.
val mij nu niet altijd in de rede. Ik laai
dus de kleine tijd om er over na te denkefl
of ze werkelijk van me houdt. Is rij dsn
volgenden winter nog niet van haar vqo»<
liefde voor mij genezen, dan nou 'I OYtr
rige snap je wel."
„Mooi, dus zal ik ook tot den komezRlaa
winter wachten, 't Is ook heeiemaal dwt po»
dig, dat ik nu al trouwf ik heb nog 'n laac
vrijheid. Ate me dus met iets ^eschikat Hf
den weg Joopt, waoht ik op jou.
(Wordt vervolgd.}
'i
I'D
I
Lv
•M
I:
i'< 7 "V" Oigcu. WUJJ.
i.
751
Ir'1
l