Maximumprijzen ven Brood.
Geldelijke losslag Brandstoffen
lerlod tot vergeer van Wol.
l
Verbod tot aflevering van
Gemalen Koffie.
Toelichting.
Goedkoope Brandstoffen.
Regeeringsschoenen 1104
P. W. TWEEHUUSBi
gesn zitting
Verstrekking van
BESPROKEN PLA4TS.
ZATERDAG 19 JANUARI 1933
42STE JAARGANG 9542
DE ABOfJNEMEHTSPniJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,95; PER WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2,30
Dit nummer bestaat uit vier bladen, waar
onder het Geïllustreerd Zondagsblad in acht
bladzijden.
EERSTE*BLAD
De Gemeentebesturen van HAARLEM, BEN-
NEBROEK, BLOEMENDAAL, HEEMSTEDE
en SCHOTEN, maken bekend, dat door den
Minister van L., N. en H. is bepaald, dat met
ingang van 20 Januari 1918 de maximumprijs
wordt vastgesteld voor:
TARWEWATERBROOD
(wittebrood gebakken van Regeeringsbloem) op
a. f 0.35 per K.G.;
b. 0.17% per K.G., en
c. 0.09 per 250 Gram.
TARWEWATERBROOD
(wittebrood gebakken van Regeeringsbloem
onder Rabbinaal toezicht)
a. f 0.37 per K.G.;
b. 0^8% per K.G., en
c. 0.09% per 250 Gram 1575
De Gemeentebesturen van HAARLEM, BEN-
NEBROEK, BLOEMENDAAL, HEEMSTEDE
en SCHOTEN, maken bekend, dat door den
Minister van L. N. en H. is bepaald:
1. a. Het is verboden gemalen koffie af te
leveren.
b. Het verbod onder 1 a gesteld, is niet van
toepassing op eene aflevering van koffie,
welke gemalen is in tegenwoordigheid van
den kooper dier koffie.
2. Het verbod onder 1 gesteld treedt in wer
king op 1 Februari 1918. 1575
Naar aanleiding van bovenstaande advertentie
wordt het publiek dringend verzocht
vanaf 1 Februari nauwlettend toe te zien, dat
aan genoemde verbodsbepaling de hand wordt
gehouden.
Deze verbodsbepaling vindt zijn oorzaak in
net feit, dat er gemalen koffie wordt afgeleverd,
welke in meerdere of mindere mate VERMENGD
is met gemalen gebrande eikels enz. Het behoeft
geen toelichting, dat voor zulk een mengsel de
tegenwoordige detailprijs van koffie te hoog is.
Het is daarom wenschelijk, dat het koopende
publiek in de gelegenheid is, zelf toe te zien dat
het, een prijs voor koffie betalende, ook WERKE
LIJK KOFFIE ONTVANOT. 1576
De Directeur van het Gemeentelijk
Levensmiddelenbureau te Haarlem,
F. DE JONGE.
HEEMSTEDE.
De Commissie, met het verleenen belast, zal
Maandag 21 Januari en Dinsdag 22 Januari a.s.
houden, echter wel een week later, wanneer voor
het laatst gelegenheid zal zijn tot afstempeling
van de nog bij belanghebbenden in bezit "zijnde
zegels van October, November of December.
1554
OVERPEINZINGEN IN „DEN HOUT"
IV.
De Gemeentebesturen van HAARLEM, BEFT
NEBROEK, BLOEMENDAAL, HEEMSTEDE
en SCHOTEN maken bekend, dat de Minister
van L., N. en H. heeft goedgevonden te bepalen:
1. Het vervoer van wol uit eenig deel eener ge
meente naar alle overige deelen des Rijks,
hetzij in of buiten die gemeente gelegen, en
de aflevering van wol, zijn verboden;
2. Onder wol in deze beschikking wordt ver
staan
alle ongesponnen wol (hetzij
ruw of gewasschen;)
3. het verbod sub 1 gesteld is niet van. toepas
sing op partijen scheer- en- blootwol van in-
landsche schapen, gedekt door een vervoer-
bewijs, afgegeven door dén heer Hoofdinten
dant van het leger, belast met de wolvorde-
'ring, of door de verplegingscommissie van de
Stelling Amsterdam;
'4. ontheffingen van het verbod sub 1 gesteld,
kunnen zoo noodig, onder daarbij te stellen
voorwaarden, worden verleend door den
Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel. 1575
Uitbetaling uitsluitend aan werkloozen
©ver de rantsoeneeringen van DECEMBER en
JANUARI, aan het kantoor ZIJLWEG 24.
op Maandag 21 Januari voor de letters A, B,
C, D, E, F en G.;
op Dinsdag 22 Januari voor de letters li, I,
J, K, L, M, N en O;
op Woensdag 23 Januari voor de lette» P,
Q, R, S, T, U, V, W, Y en Z;
telkens van 9—11 uur voorn, en van 2—4%
wr nam. 1560
Medegebracht moeten worden de werkloozen-
koarten,. brandstof enkaart en kwitanti'èn van de
betaalde brandstoffen.
DE ROOMSCHE H. B. S.
De voortreffelijke voorzitter der „Vereeniging
tot oprichting en instandhouding van R.-K. Hoo-
gere- en Middelbare Scholen te Haarlem", de
heer Anton Leeuwenberg, heeft in ons no. van
9 dezer een ingezonden stuk geschreven, dat een
pleidooi is voor zijne rondborstigheid en de
ongerepte zuiverheid zijner bedoelingen, doch
waarmede ik mij toch niet in al'ie opzichten
kan vereenigen.
Daar het mij tevens gebleken is, dat een
afwijkende meening door vele anderen wordt
gekoesterd en een klaar begrip van den toestand
zeker in het belang dezer zaak mag heeten, meen
ik goed te doen mijne overpeinzingen betreffende
deze aangelegenheid van het hoofd in en uit de
pen te doen vloeien.
Op de eerste plaats dan een oratio pro domo.
Een verdediging van ons verslag.
Den te optimistischen toon daarin heb Ik met
den besten wil niet kunnen ontdekken.
Mogelijk omdat ik zelf, gedachtig het woord:
„de wereld behoort aan de optimisten, de pessi
misten hebben slechts toe te kijken," den beet van
het optimistische hondje te pakken heb.
Meer waarschijnlijk echter, omdat 'n journalist
nu eenmaal, bij een nieuwe beweging, zijne ver
wachtingen nooit zeer hoog stelt, ten deze
door bittere ervaring wijs geworden.
Zoodat ik in ons verslag, dat van „een niet
groot, doch uitgelezen gezelschap" sprak en de
vergadering „ook een financiëel succes" noemde
vrijwel de twee eenige waardeeringen, die er
in voorkwamen geen „opgesmukt relaas" kon
of kan zien.
Van opgesmukte relazen ben ik dit ia nu
wel bekend genoeg overigen» heel geen
vriend; zelfs is mij al eens verweten, dat ik te
weinig kaas heb gegeten van opsmukken(een
verwijt, dat mij, dit tusschen haakjes, liever is
dan het tegenovergestelde).'
De verschillende beoordeeling van het bewuste
verslag wortelt dan ook in de uiteenloopende
opvatting over het door de vereeniging dusver
bereikte resultaat.
De heer Leeuwenberg acht dit resultaat niet
zeer gunstig en geeft daarvoor eenige redenen
aan ik acht het alleszins bevredigend maar
zeker nog voor verbetering vatbaar en zal de
redenen voor deze appreciatie eveneens ont
vouwen*.
De oorzaak dezer verschillende conclusie
schuilt in het verschil van standpunt bij de be
oordeeling der resultaten.
De hooggeachte Inzender fn ons no. van 9
dezer redeneert zoo: de zaak eener Roomsche
H. B. S. is zóó urgent en van zoo eminent belang,
dat alle Roomsche Haarlemmers en Kennemer-
landers er prijs op dienden te stellen haar te
dienen. En zie nu eens hoevelen er met allerlei
bezwaren komen aandragen en zich op grond
daarvan afzijdig houden. Kunt ge, dit ziende,
het verloop van zaken "bevredigend noemen?
Maar, voegt hij er bij, ik zeg dit niet om te
ontmoedigen doch alleen als een aansporing om
vol te houden. Dat we elkaar in deze laatste
conclusie de hand reiken, zal straks wel uitkomen.
Ook in hetgeen de heer Leeuwenberg voor
opstelt waardeeren we de zienswijze van den diep-
overtuigden, edelmoedigen strijder voor een
goede zaak.
Maar de ervaring leert nu eenmaal, dat er bij
iedere goede zaak, welke ook, eerst eenige men-
schen zijn, die het nut en de urgentie er van
inzien en bepleiten en daarnaast een groot aan
tal andere, die vooral de moeilijkheden en bezwa
ren zien en zich aanvankelijk afzijdig houden.
Dat zit voor 'n deel in het temperament, voor
een ander deel in de omgeving, voor nog een
ander deel in de mindere kennis der betrokken
zaak.
Iemand als de heer Leeuwenberg, die als *t
are dagelijks met het onderwijs in aanraking
:omt, de dringende behoefte aan R.-K. Middel
baar onderwijs voortdurend kan aanvoelen, staat
in een geheel andere conditie dan de buitenstaan
der, wiens aandacht uiteraard op de eerste
plaats getrokken wordt door de enorme uitgaven,
voor R.-K. Middelbaar en Hooger Onderwijs
gevorderd; door de dusver betrekkelijk weinige
R.-K. jongelui, die zich voor dit onderwijs aan
melden; in één woord door allerlei bezwaren.
Wanneer wij dit in aanmerking nemen en dan
eens nagaan hoevelen reeds wèl van hunne be
langstelling hebben doen blijken en hoevelen nog
niet, dan meenen wij dat er veel redenen tot
tevredenheid zijn.
Is dan feitelijk de toestand niet zoo, dat in
dit geval niet eenige menschen zijn begonnen
voor de idee te strijden en vele voorloopig zich
afzijdig hielden, doch juist velen onmiddellijk
hun persoon en hun geld beschikbaar stelden en
betrekkelijk nog slechts weinigen in afwachtende
houding staan?
Althans wat de „upper ten" betreft?
Niet dit geef ik toe wat de breede massa
van onzen Roomschen middenstand aangaat.
En hier komen we aan een punt waarover,
dunkt me, in het belang der zaak iets moet
worden gezegd, teneinde een dreigend misver
stand, dat ook in zijn gevolgen betreurenswaar
dig zou zijn, te voorkomen.
Bij een deel van den Haarlemscben Midden
stand schijnt een zekere vooringenomenheid te
bestaan tegen de wijze, waarop bij de oprichting
der vereeniging is gehandeld.
Men heeft daarin een pogen willen zien om
den kring der leden 4e beperken tot eenige be
paalde groepen.
Nu is dit een „afschuwelijk misverstand", dat
zoo spoedig mogelijk uit den weg moet worden
geruimd. Want zoo menig mooi werk lijdt juist
onder dergelijke verdenkingen en groepstegen-
stellingen.
Tegenover de meening, dat een streven als het
hier bedoelde zou bestaan, kunnen wij, die de
vergaderingen van het voorloopig bestuur alle
hebben medegemaakt, met den meesten nadruk
verklaren, dat in het bestuur een dergelijke be
doeling nooit in iemands gedachten is opge
komen.
Bij het bepalen van de contributie der leden
is natuurlijk wèl in aanmerking genomen, dat
vooral die personen geroepen zijn als lid toe
te treden, die bij het tot stand komen der H. B. S.
het meeste belang hebben.
En de meerderheid van het béstuur heeft na
breede discussies gemeend, dat voor deze per
sonen, ook uit den Middenstand, een bijdrage
van f 10.niet onoverkomelijk is en moest wor
den gevraagd, wilde men het doel bereiken.
Men kan te dezen aanzien van meening ver
schillen, doch men mag hieruit allerminst con-
cludeeren, dat ook maar bij iemand de bedoeling
zou hebben voorgezeten, het lidmaatschap tot
bepaalde groepen te beperken.
Men moet ten slotte niet vergeten, dat juist
het belang van alle groepen d'er Room
sche samenleving in Haarlem en omstreken
niet zoozeer mede brengt, dat het lidmaat
schap voor ieder toegankelijk is doch
dat de H. B. S. tot stand komt
Dat is de hoo fdk wies tie. omdat van de
H. B. S. eenieder zal kunnen profitee
red En om deze tot stand te brengen, is geld
en veel geld noodig: en deze overweging
gaf voor de meerderheid van het bestuur
den doorslag: dat een contributie van 10.—
voordeeliger zou blijken om het doel te ver-
naderen dan een lagere, zoodat juist in bet
belang van alle kringen dit besluit viel.
Intusschen komt het ook ons voor, dat het
noodig is door een daad te toonen,
dat het bestuur der vereeniging er prijs op
stelt geheel Boomsch Haar
lem en omg®ving in de actie
foor de H. B. S. te betrekken.
Het lijkt ons gewenscht de Middenstands- en
andere vereenigingen, zooals de Volksbond, de
St. Jozefsgezellenvereeniging e. d. uit te noodi-
gen een vertegenwoordiger in hei bstuur aan te
wijzen.
Dèn is de zaak toch zeker zoo universeel moge
lijk opgezet en kan geen verwijt van kliekgeest
nog maar met een schijn van recht worden uit
gebracht. En het zal de kracht der propaganda
ongetwijfeld ten goede komen.
Dit nu is het terrein waarop de heer Leeuwen
berg en wij elkaar weder ontmoeten: krachtige
voortzetting van den arbeid voor het heerlijke
doel.
In tegenstelling met hem, zijn wij van mee
ning, dat er geen reden bestaat om over het
verloop van zaken ontevreden te zijn.
Maar we gaan hierin accoord: dat er nog zéér
veel te doen overblijft
Indien de maatregel, dien wij voorstaan, wordt
uitgevoerd, houden wij ons overtuigd, dat deze
arbeid in niet geringe mate bevorderd en ver
gemakkelijkt zal worden. En dus de grootc zaal;
gediend.
M. v. P.
Johanne* Wildschut f T© Amster
dam is Donderdag, 71 jaar oud, overleden
de heer Johannes Wildschut, burgemeester
van Jisp en Wijde Wornior, lid der Fro
vinciaie Staten van Noord-Holland.
Priesters oandida ten. Naar ons tor
ooro komt wordt hier en daar geijverd,
om op de candidatenlijst voer de komende
Kamerverkiezingen ook den naam geplaatst
te krijgen van don een of anderen geeste
lijke, die .zich op maatschappelijk of sociaal
terrein bijzonder verdienstelijk maakte.
Ten einde noodeioozen arbeid te voorko
men, kan het nuttig zijn er op to wijzen,
dat geen priester eon mandaat mag aanvaar
den, tenzij met speciale toestemming van
zijn Ordinarius.
Weshalve 't aanbeveling verdient, al mens
verdere stappen worden gedaan voor 't op
de lijst brengen van priesters, bjj den be
trokken geestelijke te informeeren, of hij
de daartoe vereischte toestemming heeft ver
kregen. (Mb.)
NEDERLAND EN DE
De Staatsspoor laat 33 Rood e-K ruis-
wagens aanmaken, die op verschillende
stations in gereedheid zullen worden gehou
den, om in oorlogstijd ter be
schikking van het leger te worden
gesteld. „Vad."
Wij lezen in de „N. CL":
Voor mitrailleurs was VA millioen uitge
trokken. Aangekocht zijn 1000 A m e r i -
kaansohe mitrailleurs mat
affuit, verwisselstukken enz.
Deze wapens waren aan den vertegenwoordi
ger van het (Nederlandsche) departement
van Oorlog in Amerika afgeleverd
en door hem betaald, toen de
Amerikaansche regeering er beslag op legde.
Hoe thans de onderhandelingen staan om
trent de deswege verschuldigde schadever
goeding, is op het oogenblik nog niet bekend
Voorts waren in Amerika gekocht 10 0
millioen patronen kTYi ck., waar
voor dus 7A millioen gulden was uitgetrok
ken. Nadat ze waren afgeleverd en
b e t a a ld, heeft de Amerikaansche regee
ring ook hierop beslag gelegd
Ziehier een paar veelzeggende, voor
ons nationaal gevoel diep
vernederende zinnetjes uit
minister De Jonge's schriftelijk antwoord
aan de Kamer betreffende het aanhangige
buitengewone crediet van Oorlog.
Wij krijgen in den laatsten tiid nog al eens
aanmaningen van landgenooten te hooren,
dat we toch voorzichtig moeten zij«i met uit
latingen en oordeelen over Amerika en moe
ten trachten de handelingen van de groote
Republiek tegenover de neutralen te begrij
pen en naar haar juiste waarde te schatten.
Maar wat de Ininister van oorlog hier me
dedeelt, is toch waarlijk om iederen Neder
lander het bloed aan het koken te brengen!
We ontvangen geen voedingsmiddelen
voor mensch en dier, en geen mes 1st of feu uit
Amerika meer, omdat men daar vreest dat
deze in den eenen of anderen vorm aan
Duitschland ten goede zullen komen. Het zij
zoo; 't is een argument Maar pretendeert de
Regeering der Unie hetzelfde ten aanzien
van de krijgsmiddelen, die onze
Regeering in Amerika besteld, en na leve
ring, betaald heeft! Zoo ja, dan is dit niets
minder dan een drieste loochening van onze
goede trouw.
Ofwel, wordt het een Amerikaansch belang
geacht do neutrale landen van Europa te
beletten zich in weerbaren staat te houden
teneinde elke schending van hun neutrali
teit te voorkomeu, of, indien zij geschiedt
krachtdadig af te slaan! En is^ dat belang
zelfs zóó overweldigend, dat het do Vereenig-
de Staten dwingt zich meester te maken van
eigendommen eener vreemde Regeering,
welke bij hun onderdaneu gekocht zijn en
waarvoor'deze de kooppenningen hebben ge-
indï Aan een bevriende Regeering die eigen
dommen afhandig te maken, zonder dat
eigen behoefte aan "Oorlogsmiddelen hen
daartoe ook maar ©enigszins noodzaakt; im
mers, de wapen- en munitie-fabrieken in al
le staten der Unie werken dag en nacht en
luttel is de hoeveelheid van het aan Neder
land toebelioorend materieel dat zich in
Amerika bevindt, vergelekenbij hetgeen
daar in een enkele week tot eigen gebruik
geproduceerd wordt.
Wat een onbevangen Amerikaan in nor
malen gemoedstoestand zou zeggen, wan
neer hem een geval als dit objectief werd
voorgelegd!
„I guess, this is a case of robbery...."
Havas sfeint'uit Bern: De geallieerden
hebben toestemming verleend voor het ver
voer van Zwitserland naar Nederland door
Duitschland van eon zeker aantal lo
comotieven, vervaardigd door de .fa
briek to Wintertur en bestemd voor
N ederlandsc h-I n d i
Naar men zegt, verzet Duitschland zich to
gen het vervoer van deze machines naar Ne-
derlandseh-Indië, zelfs ender Nederlandsche
vlag.
CRISISAANGELEGENHEDEN.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
.Handel hoeft zich bereid verklaard aan ban
delaren provlsio 'toe to keunon o p
dlstributi c-a rtikelen, waaruit
de kosten van reiziger© kunnen worden ge
dekt, en zulks ter voorkoming, van hetgeen
reeds hier en daar plaats vond, dat patroons
hun reizigers ontsloegen op grond, dat we
gens te geringe winst op distributie-artike
len bun reizigers niet meer konden salari-
eeren.
Hot gebrek aan voeder voor
paarden, met name voor die in han
del en industrie in gebruik zijn, bluft nijpend,
meldt het Bureau voor Meutedeelingen inza
ke de voedselvoorziening. Ook de bouwboe-
ren in Overijssel en gelijksoortige 6traken,
die wegens den aard hunner gronden geen
voor paarden geschikte voedergewassen
kunnen verbouwen, worden door den voe-
dernood zeer in hun bedrijf belemmerd.
Daarom k door de veevoederburoau's een
onderzoek ingesteld, met het gevolg, dat
thans maatregelen in voorbereiding zijn, die
h'ot, naar men hoopt, in het begin der vol
gende maand mogelijk zullen maken deze
boeren tegemoet te komen door hun ©ene,
zij het ook een bescheiden hoeveelheid, me
lasse voeder to verstrekken.
In de Memorie van Antwoord op heit Voor
loopig Verslag omtrent het wetsontwerp be
treffende de leveiasmiddelenvoorzioning,
voor Schoten en Haarlem.
Barteljorisstraat 27. TEL.
Ja, dat was aan boord.
t Schiet me weer te binnen, nu ik blader in
het zooeven uitgekomen boek van den heer H. f.
van Oinkel: ,X-eeft men meer dan eenmaal op
aarde?"
7 oen we drie dagen vér van Yokohama waren
weggestoamd. kwant 'r n meneer naar me toe
n bleeke man, die me al herhaaldelijk met 'n
paar oogen als eierkolen, lang had aangekeken,
stak z n hand uit en zei.
,fNu ken ik u weer terug!"
Ik had den goeden man nooit van min leven
ontmoet en zei dus heel beleefd:
„U vergist u bepaald, want 'ik ken u volstrekt
met."
,i>Ja wel, denk maar eens na, laatst aan hst
diner van Assoerbanipal, nu ongeveer 2600 jaar
geleden; ik zat naast Engkakakanon en u naast
Assarlasaropap.
Ik voelde iels als angst naar min keel kruipen
en keek 'ns goed in 't rond, of de noodige pro-
tige bootslui bij de hand waren.
Maar ik hield me goed en zei: „Ja, nou u h'i
zegt, ruik ik het ook!"
Hij glimlachte.
„Neen, neen, wees u maar niel bang, ik ben
volkomen normaal, maar ik ben bijna aan het
eind van het theosophische pad; en ik ken mijn
eigen vorige incarnaties en allen die nilf toen
omringden.
„Kou, proficiat," zeg ik, dan heb je zeker keel
wat kennissen. Ik hoon maar niet, dat je ze mij
allemaal voorstelt, en aangezien ik het maar bij
mijn tegenwoordige incarnatie houd, lijkt het me
aanbevelenswaardig 'n brokje te gaan pikken"
,JNog altijd denzeifden eetlust als in 658 voer
Christus," mompelde hij.
„Zooals je ziet, amiceF"
„Apès diner", heeft hij me- toen héél veel ver
teld, dat op tal van zaken 'n nieuw licht
werpt.
Ik weet nu bijv., waarom twee Haagsche jour
nalisten zoo over „Thais" hebben getwist.
Ze hebben er zelf natuurlijk geen benul van.
Maar 't komt, omdat de een destijds officier
in Alexanders leger, dn Orieksch type ver
raadt hem nog het vrouwmensch haatte om
dat het z'n vorst in (Fr macht had en de ander,
'n Iraniër, in z'n vuistje lachte.
Ik ken nu de voor-historische redenen van het
Treub-Posthuma-geschil en wie weet wat al niet
meer. En nu, bladerend in 's heeren van Gin-
kels boek, voel ik zoo recht de „argumenten?' on
zer theosophen.
Ik begrijp, dat er eenvoudig niets tegen in U
brengen is, als „een geleerd vriend van den
schrijver" verzekert, dat hij vóór zijn hiüdig be
slaan, „in de bergen" heeft geleefd, dat het on
weersprekelijk vaststaat,, als „een dame" in den
schrijver „ken kind herkent uU een vroeger leven
en hem om den hals valt.
Indien dit een van de lezers der jNieuw*
Haarlemsche CouranF' dezer dagen ook over
komt, zijn ze meteen gewaarschuwd tegen ver
keerde conclusies uit deze lieftalligheid.
Ze zijn eenvoudig kinderen uit het vorige le
ven der om-den-hals-vallerige dame.
Dus niet kwalijk nemen!
Maar, om nu op den beganen bodem terug t»
komen en de tegenwoordige werkelijkheid niet
dit het oog te verliezen: het is mij gebleken
dat mijn vriend uit het jaar 600 en zóó véA
vóór Christus, op grond van onze zoo oude ken
nis, bi) aankomst in Nederland 500.pop van
me wilde leenen.
Toen ben ik tot de conclusie gekomen, dat hij
niet gek was!
t Schijnt dat de theosophische boeken nogal
gelezen worden.
t Is dus mogelijk, dat de schrijvers zelfs zéér
verstandige lieden zijn.
Want ge weet: hét is een wijs man, enz.
Maar de lezers!?
JAN VAN OVERZEE.
wordt o.m. medegedeeld, dat het thans vast
staat, dat in het eerste halfjaar 1918, de g e 1-
digheidsduur der broodkaar
ten niet weder tot een periode van 9 dagen
zullen kunn^p. worden teruggebracht, en dat
de nu nog beschikbare v o o r r a-
den grondstoffen toereikend zul
len zijn tot ongeveer half Mei.
De Minister van Landbouw heeft vastge
steld met ingang van 20 Jan. den maxi
mumprijs voor tar wewaterbrood (ge
bakken van Regeeringsbloem) op a. f0.35 per
K.G. of b. f 0.09 per 250 gram.
De 'Minister van Landbouw heeft het v e r-
voer van wol uit eenig deel eener ge
meente naar alle overige deelan des Rjjka,
^hetzij' in of buiten die gemeente gelegen,
en de afleverin^g van wol verboden.
Onder wol in deze beschikking wordt ver
staan alle ongesponnen wol (hetzij ruw oi
gewasschen).
De Minister van Landbouw heeft bepaald^
dat met ingang van 1 Febr. verboden ia
gemalen koffie af te leveren. Het ver
bod ia niet van toepassing op eene afleve
ring van koffie welke gemalen Is in tegen
woordigheid van den kooper dier koffie.
Ten einde een vaste basia te verkrijgen
inzake de uitreiking van aanvullings
broodkaarten aan arbeiders in dicnst
der spoorwegmaatschappijen, heeft de Minis
ter van L, N.. en H. aan de gemec.ilebestu
ren een circulaire gericht, bevattende pon
lijst van beroepen, waarvan de uitoefening
de arbeiders in aanmerking doet komen voos
respectievelijk een, twee of drie aanvu I ugs-
broodkaarten, met verzoek deze lijst ais eafl
ARLEMSCHE COURANT
t
ITn n e nland"