till UIIL ClllilT
KIlMUKIfflUDi
feuilleton
Het Katholiek Program.
Een stem uit de Mijnstreek.
ateriiag 19 Januari
Tweede blad
Algemeen is de instemming in de pers met het
concept-program. Enkele verlangens worden nog
wél geuit, maar men erkent, dat niet alles in
•ens kan verkregen worden en men is 't er over
ens, dat het gebodene reeds heel veel is en dat
et geheel een program moet genoemd, dat im
poneert.
Ten bewijze, dat zulks ook het geval is bij an
dersdenkenden, haalt de „Res." aan, wat een blad
er van zegt, hetwelk de Katholieken allerminst
•p 't haiT draagt.- Zelfs de „Controleur", dien
we anders zeidén ernstig nemen schrijft onze
Haairsche collega, en die zijn kracht zoekt in
scheldend afbreken, is over het Katholiek Pro
gram in de wolken. Nu weten we'opperbest, dat
dit blad er iets anders in ziet, nl. een opzeggen
van de coalitie en zoo, maar dat zal het niet
glad zitten en wat de schrijver over het program
zelf zegt, is er niet te minder om. Natuurlijk,
dat ook thans nog niet scheldwoorden op „heer-
oomes" en dergelijke kunnen ontbreken, maar
daar zien we nu maar eens overheen. Elk vogeltje
zingt nu eenmaal zooals het gebekt is en het
gekras van nachtvogels, zooals de schrijvers in
dat blad dan toch zijn, is niet altijd bepaald
aantrekkelijk. We zullen er uit puren, wat ge-
nietelijk is.
Rome is altijd met zijn tijd meegegaan," heft
bet blad aan, en„Dit geschiedde op wetenschap
pelijk gebied (adres aan degenen, die altijd pra
ten over de achterlijkheid van „Rome"), op kunst
gebied, en het gebeurt thans voor de zooveelste
tnaal weer op politiek gebied."
Eet blad noemt het program dan een „model
verkiezingsplatform", een „schitterend concept-
progran" Dan lezen we:
„Het doet buitengewoon aangenaam aan,
dat de katholieke politieke bazen blijk geven
het groote gebeuren van deze dagen begrepen
te hebben. Terwijl de partij der politieke slim-
melingen. de Liberale Unie, die niets 'leert,
nog steeds bijv. het belangrijkste vindt de
binnenlandsche electorale en paedagogische
kwesties wie interesseert zich er in Gods
naam nog voor plaatsen de Katholieken
buitenlandsche zaken als No. 1 op het pro
gramma."
Ver>-
„Het culminatiepunt in het Katholieke pro-
gram ligt voor ons in hoofdstuk 3, waarin
de Katholieken eischen stellen, die met die
van de S. D. A. P. parallel loopen, maar die
nog beter en vooral dieper zijn doordacht, die
makkelijker zijn te realiseeren, en die daarom
van veel meer practisch belang zijn. Of het
gekomen is door den invloed van den tegen-
woordigen Paus, die op pacifistisch gebied
geheel met zijn tijd meegaat, ja, zijn tijd
misschien vooruit is, dan wel of het is de
invloed der katholieke jongeren, en vooral der
•arbeiders, ofdat het misschien is hoog
politiek spel van Monseigneur Nolens, om
ook met de uiterste gauches een meerderheid
te kunnen vormen, en daardoor onafhankelijk
van de anti's wat te zeggen te kunnen hebben
in het a.s. Parlement, wij weten het waarach
tig niet, doch dit staat vast: het katholiek de.
fsnsie-program is samengesteld zonder rugge
spraak met de groote vechtjassen uit den
lande, en de demonische invloeden van de
ook in ons land zoo talrijke militaristische
elementen zijn vreemd aan dit programma."
Er blijkt hier wel uit, dat de schrijver van
Ra'holiekè toestanden niet bijzonder op de
hoogte isanders zou hij weten, dat Mgr. Nolens
en de zijnen het „hoog politiek spel", waarop hij
doelt, ver van zich werpen en niets met de
socialisten gemeen willen hebben (ook elders in
het artikel,'als hij als zijn meening laat door
schemeren, dat het program van Dr. Nolens
uitgaat, toont hij niet „au fait" te zijn; verder
lezen we nog van„integrale Katholieken",
die al jaren ter ziele zijn)doch de lof blijft,
Maar citeeren we nog even:
„Laten wij hopen, dat het de Katholieken
inderdaad meenes is, en dat door hun invloed
het oorlogsbudget niet verder opgevoerd
wordt.
Werkelijk, je'zou er haast zwart om gaan
stemmen."
voegen, lijkt ons overbodig. De op- en aanmer
kingen van de „Res." onderschrijven wij ten
voile; ze zijn ad-rem en geven zeer juist ook
ons oordeel over het artikel van den „Contro
leur" weer, waarom wij met instemming er hier
gewag van maakten.
Laten wij hopen, dat het den „Controleur"
inderdaad meenes is, wat het blad over het
Kath. program schreef dan behoeft er niet aan
getwijfeld te worden of het blad zal nog eens
vurig propaganda gaan maken voor de verkie
zing van Katholieke vertegenwoordigers in de
Staten-Generaal.
Wie lacht daar?
Zeker een. die hieraan nog twijfelt!
„Wat de overige punten van het concept
program betreft, worden zeer verstandige
eischen gesteld, zoowel inzake de financiën,
als onder het hoofd „Landbouw", „Midden
stand" en „Arbeid". In het algemeen kan men
wel concludeereu dat de Katholieke Partij
z?£. v°01"taan niet zal blindstaren op de spe
cif) ek-Rechtsche politiek, maar dat zij veeleer
een algemeene welstandspolitiek wil betrach
ten. En waar noch de invloed van het groot
kapitaal (zooals bij de Vrij-Liberalen), noch
t'e,ua," ,^e afheidersmassa op het beleid der
r !e?e Staatspartij domineerend is, zal de
Katholieke politiek, mits niet al te zwart, voor
tifpVa n0? z?° hwaad niet zijn, vooral, nu
men de protectie heeft laten vallen naar het
schijn en men van Dr. Kuyper 'af is. Se
katholieke economen nemen de leiding en
laten die niet langer over aan de fijne domi
nees. Hierover kan men zich slechts verheu
gen, zelfs al zou men een papenhater zijn."
Verder hier nog een commentaar aan toe te
Voor een niet-Limburger is 't misschien wel
'ns aardig en interessant, iets te hooren uit de
„Borinage" der schoone provincie Limburg.
Wanneer een huisvader 's avonds met vrouw
en kinderen bij een niet-al-te-warme kachel zit,
dan gaat het gesprek heel onwillekeurig over
het zwarte Zuiden, de oorzaak der steenkolen-
schaarschte. Het Nederlandsche mijngpbied krijgt
dan de volle laag en men vergeet, dat men hier
te doen heeft met een pas-opkomende groot
industrie, vooreerst nog niet in staat om heel
ons land van brand-materiaal te voorzien.
En toch' 't moet gezegd, me1 reuzenschreden
gaan wij hier vooruit. In de laatste 10 h 15
jaren heeft hier een geweldige economische
omwenteling plaats gehad.
Wij hebben op 't oogenblik reeds negen mijnen,
drie Staats- en zes particuliere mijnen.
Wij hebben:
Staatsmijn „Emma" te Hoensbroek.
Staatsmijn „Hendrik" te Brunssum.
Staatsmijn „Wilhelmina" te Terwinselen (Heer
len).
•Binnenkort zal nog een vierde in exploitatie
komen, de „Maurits", te Lutterade-Krawinkel,
eveneens een Staatsmijn, waar op den duur 8000
mijnwerkers hun brood zullen kunnen verdienen.
Verder hebben wij nog zes particuliere mijnen:
„Oranje Nassau I", te Heerlen.
„Oranje Nassau II", te Schaesberg.
„Oranje Nassau III", te Heerlerheide.
„Dominiale mijn", te Kerkrade.
„Willem Sophie", te Spekholzerheide.
„Laura en Vereeniging", te Eijgelshoven.
Op 1 September 1916 werkten er in heel de
mijnstreek 12,907 mijnwerkers. Op 1 Augustus
1917 reeds 14,580; en op 1 Sept. jl. 15,311. U
ziet. het getal is steeds stijgende.
Al die mijnen te zamen kunnen tot nu toe
maandelijks een productie opleveren van 250,000
ton, terwijl er in heel ons land 750,000 ton noo-
dig zijn.
In 1915 werd er aan loon uitgekeerd
f 8 027,000, iq 1916 11,230,000.
Hierbij moet vermeld worden, dat de loon
stijging 15 pCt. bedraagt en dat de loonstan-
daard bij de Nederlandsche miinen niet achter
staat bij die van andere landen. Er moet wel
hard gewerkt worden, maar daar wordt ook goed
geld verdiend.
Bij deze steenkolen-industrie sluit zich in den
laatsten tijd nog aan de bminkoolontginningen
„Bergrede" en „Carisborg"en verder de
exploitatie van kalksteengroeven en kalkbrande
rijen.
De gevolgen van dezen vooruitgang op indus
trieel gebied blijven natuurlijk niet uh. Het heer
lijk natuurschoon, waaraan Limburg zoo rijk is,
wordt langzamerhand geruïneerd; de rustige
landbouwbevolking wordt begraven onder den
vloed van vreemdelingen, welke uit alle landen
van Europa komt toestroomeir
Smokkelaars, bedelaars, verdache personen,
ontvluchte krijgsgevangenen, deserteurs en gede
porteerden, zij allen komen uit binnen- en bui
tenland hier hun geluk beproeven. De aanwas
der bevolking gaat zóó snel, dat passanten-hui
zen of toevluchtsoorden voor dakloozen nood
zakelijk worden. Politiebureaux en volkslogemen-
ten zijn zóó volgepakt, dat fatsoenlijke men-
schen zich schamen, daar den nacht door ie
brengen.
De woningbouw-vereeniging „Ons Limburg"
heeft reeds 1241 woningen gebouwd te Hoens
broek, Spekholzerheide, Schinnen, Voerendaal,
Nuth, Heerlen, Brunssum en Susterenvele nood-
en barakwoningen van hout en asbest zijn ge
bouwd maar het is nog lang niet voldoende om
alle vreemde arbeidskrachten onder dak te bren
gen; er heerschf werkelijk een chronische wo
ningnood In heel de mijnstreek.
Om eens eenigszins een denkbeeld te geven,
hoe de plaatsen in het mijndistrict groeien en
toenemen, wil ik mij than3 bepalen bij Heerlen,
de plaats mijner 'inwoning, h 15 jaren tijds is
hier het zielental vervijfdubbeld. Telde Heerlen
in 't jaar 1902 5 h (5000 inwoners, vandaag
wonen er al mim 28000. In de laatste tien maan
den 't is voor een vreemdeling bijna niet te
gelooven zijn et 7323 zielen bijgekomen,
zegge „zeven-duizend drie honderd drie en twin
tig."
En het gehalte?
Voor het meerendeel niet veel bijzonders! Over
't algemeen zijn 't menschen, die op godsdienstig
en zedelijk gebied groote verbetering noodig heb
ben. Niet zelden treffen wij jongens en meisjes
aan, die sedert hun eerste H. Communie geen
Paschen meer hebben gehouden, die beter den
weg weten naar de cafés dan naar de kerk, die
zelfs de H. Missen ongemerkt voorbij laten gaan.
Wij hebben hier kostgangers, die dood ziin
voor hun eigen familie; jongens, die thuis zijn
Roman van COURTHSMA TTT Fft.
Geautoriseerde vertaling
floor H. B.. VAN DER SANDE.
38 (i i
Daar hoorde zij 't rollen van rijtuigwielen.
1 Was zeker Armin met zijn vriend, die
naar 't kerkhof reden om haar te zoeken.
Een huivering doorsidderde haar, als zij
er aan dacht, dat zij nu deze twee mannen
ontmoeten zou, deze twee, die wisten van
haar vernedering. Neen elechta dat niet
Koortsachtig snel gingen de gedachten door
haar hoofd. Wat te doen om deze ontmoeting
te vermijden?
Eindelijk was. zij 't met zichzelf eens, wat
dj doen zou. Zoo snel als haar bevende voe
den haar dragen konden, ijlde zij naar huis.
dj sloop achter door den tuin om zonder
dat baar stiefmoeder 't bemerkte, in huis
Je k-omen.
Aan 't keukenraam stond 't jonge dienst
meisje lampen te poetsen. Zij uitte een lich
ten kreet, toen zij Eva Marie gewaar werd.
„Juffrouw, juffrouw, de heer van 't slot
waa hier en heeft naar u gevraagd 1
Eva Marie trad dicht bij 't raam.
„Mina, als de heeren weer terugkomen,
zeg dan dat ik ziek ben. Ik voel me heele-
maal niet goed, ik moet direct naar bed."
Toen ze dit zei, beefde haar stem beden
kelijk en het dienstmeisje schudde mede
lijdend 't hoofd. Eva Marie was altijd zoo
goed voor haar. *t; deed haar leed dat ze
er zoo slecht uitzag.
Eva Marie had juist nog den tijd om haar
kamerdeur achter zich af te sluiten en met
een licht gesteun op haar bed te vallen;
reeds hoome zij beneden de keukendeur
openen.
De meid ging de huiskamer binnen en
vertelde haar meesteres dat de juffrouw zoo-
oven ziek thuis was gekomen en aanstonds
naar bed gegaan was. Mevrouw Delius keek
haar verwonderd aan, maar dan heeech zij
zich de trap op en klopte aan de kamer
deur van haar stiefdochter.
weggeloopen en die in de verte een moeder heb
ben wonen, die bij dag en bij nacht schreit om
haar kind, dat „verloren" is. Ja, als wij heel de
mijnstreek overziendan kunnen ook wij wel
schreien over zoovele mannen en jongelingen,
die dwalen ver van God en godsdienst, wij! zij
het socialisme aanhangen, dat met den dag bru
taler begint op te treden overal, waar de mijn-
schoorsteenen boven den grond uitsteken.
Ik herinner u slechts aan den jongsten strijd
tusschen den Nederlandschen (Soc.-Dem.) en den
Christelijken Mijawerkersbond, bij gelegenheid
van de laatst gevoerde loonactie en staking. Toen
is gebleken, dat het socialisme in het Zuiden
sterk begint te worden en dat verschillende arbei
ders zwak in hun mijnschoenen staan. Moge de
volksretraite hierin verandering brengen!
Dit is zoo ongeveer de schaduwzijde, welke u
echter niet al te pessimistisch moet stemmen.
Want daar staat tegenover, dat wij onder de
Limburgers nog een flinke kern van degelijke
katholieke mannen bezitten, die flink voor hun
Roomsche princiepen durven uitkomen, ook in het
sociale leven.
Dit neemt echter niet weg, dat er door pries
ters en leeken hard moet gewerkt worden, wil
Limburg blijven, wat 't thans nog is. Op sociaal
en politiek gebied moeien zij elkaar de hand
toereiken, om Limburg voor Christus en Zijne
EI. Kerk le behouden.
Wij moeten bouwen: Roomsche Kerken en,
Roomsche scholen. Wij moeten vormen sterke
stands- en vakorganisaties, en Limburg zal blij
ven: een echt Roomsche provincie met economi-
schen en godsdienstigen vooruitgang.
Limburg leve!
VERSPREIDEvBERICHTEN
PAUSELIJKE BEMIDDELING.
Indertijd is reeds de „begenadiging" ge
meld van den kanunnik Leclercq, deken
van de St. Christoffelkerk te Tourooing, die
den 18en Augustus 1916 tot tien jaar ge
vangenisstraf werd veroordeeld door de Duit-
sche militaire rechtbank. Zooals men weet,
werd de aan tien kanunnik opgelegde straf
dank zij de bemiddeling van den Paus, in
vijf jaar^ gevangenisstraf veranderd'.
Een nieuwe actie van den H. Steel heeft
nu tot gevolg gehad, dat den kanunnik alge-
heele gratie is verleend....
EEN OFFIOIEELE VERKLARING OM
TRENT DE WEEEDHEDEN IN BOSNIË EN
HERZEG O WIN A.
Luitenant-kolonel von Iszkowski, attaché
militaire bij het Oostenrijksch-Hongaarsche
gezantschap te 's Gravenhage, publiceert na
mens zijn, regeering een schrijven ter zake
van de beschuldigingen, die de afgevaardigde
Tresitseh Pnvaia in de Oostenrijksehe Ka
mer heeft geuit betreffende wreedheden, door
Oostenrijksch-Hongaarsche troepen in Bos
nië en Herzeg o win a in het begin van den
oorlog bedreven, en die door een deel der
Nederlandsche pers zijn verspre'!
Het schrijven begint met de erkenning,
dat werkelijk in de stormachtige dagen on
middellijk vóór en dadelijk na het uitbre
ken v.an den oorlog tengevolge van de .roote
opwinding der bevolking tegen hen, die den
moord te Serajcwo op hun geweten hadden
en met den vijand heulden, waarbij zij de
Oostenrijk-IIongaarsche troepen door spion-
nage, sabotage en hinderlagen herhaaldelijk
nadeel berokkenden, verschillende buitenspo
righeden zijn voorgekomen. Deze worden
door de bovengenoemde toestanden wel niet
verontschuldigd, doch voor liet minst men-
scli dijker wij ze verklaard. Dank zij het ener
giek optreden der superieuren gelukte Ret
echter spoedig de orde te herstellen.
Omtrent de gebeurtenissen ia het kamp
van Arad vermeldt de attaché dat daar niet
3000 maar 709 sterfgevallen zijn voorgeko
men. Dit toch nog hooge cijfer is daaraan
te wijten, dat in het kamp in den beginne
werkelijk slechte hygiënische ijestanden
heerschten en bovendien een aantal perso
nen bij aankomst it het kamp reeds
ziek was.
Wat de verklaring omtrent het schrikbe
wind, dat door generaal Potierst zou zijn
ingesteld en de bewering, Jat deze alleen
3500 pers. ter dood zou hebben veroordeeld
betreft, valt op te merken, dat sedert het
uitbreken van den oorlog in .Bosnië en Her-
zegowina 216 personen ter dood zijn ver
oordeeld wegens verstoring der rust, hoog
verraad, kspionuage en hulpverleening aan
den vijand 250, een cijfer dat de schrijver
volstrekt niet hoog noemt, gezien het feit,
dat een groot deel der bevolking aan de
Oostgrens van Bosnië en Ilerzegowina de
Oostenrijk-Hongaarsclie troepen op allerlei
wijze trachtte te schaden en zich bij den
vijand aansloot.
Dat in het dorp Celebic de geheels man
nelijke bevolking tusschen 14 en 60 jaar
zou zijn opigebracht door de militairen is
laster. Daar het dorp echter vlak bij de
Zuid-Oostelijke grens ligt, is het niet mo
gelijk dat aldaar eenige op verraai betrap
te personen door de soldaten zijn neerge
veld.
De bewering van don afgevaardigde Kosta
Majkie dat in Serajewo meer dun 1000 per
sonen in cle gevangenis worden opgesloten
en velen hun loven aan de galg eindigden,
is een verzinsel.
Het is juist, dat in hot kamp Doboj 1900
personen aan besmettelijke ziekten en nit-
putting zijn overleden. Daarbij moet men
;,Eva Mario hemeltje, wat is er met je?
Maak toch open!"
„Ik ben al in bed mama; och, laat me
rusten, ik ben niet goed."
„Maar kind, Leijden was hier met zijn
vriend von Rippard. Zij' zoeken je op 't
kerkhof en komen terug. Ja moei weer op
staan."
„Ik kan niet, excuseer me maar. bif de
heeren."
„Maar lieve hemel, zóó ziek zul je toch
niet zijn, dat gaat toch nietl Wat moet ik
zeggen?"
„Wat u wilt maar laat mij met rust!"
Mevrouw Delius hoorde uit de laatste woor
den de doffe pijn ,die Eva Marie kwelllen
moest. Zij verschrok. Wat moest dat betee-
konen? Er moest bepaald iets voorgevallen
zijn! I
Zij ging langzaam weer naar beneden, en
Eva Maria herademde, teen zij da treden
onder haar stiefmoeder hoorde kraken. Me
vrouw Delius 'overlegde met zich zelf wat
zij doen zou en toen na korten tijd de heeren
terugkeerden, verontschuldigde zij zich woor
denrijk. t
„Neem 't niet kwalijk heeren, ik heb ver-
Uit Haarlem's grijs verleden
XXX VR
DE JESUpTEN-STATIE „HET SPRIN
GENDE PAARD".
De heer J. Gonnet, onze bekende Haar-
Iemsche oudheidkundige, heeft zoo juist weer
een interessant werkje over oud-Haarlem
-doen verschijnen, dat wij' onzen lezers, voor
al onzen R.K. lezers, ten zeerste aanbeve'en
te lezen. Het geeft een trouw en treffend
beeld van een der moeilijkste perioden voor
onze Haarlemsche Roomsch-Katholieken. En
wie onzer wil' tasten .en voelen wat hij al
zoo dikwerf over „vervólgingen der Roomsch-
Katholieken" heeft hooren vertellen, hij ne
me dit boekje ter hand en zal daarin de his
torisch getrouwe waarheid vinden, gestaafd
door de in onze Haarlemsche archieven aan
wezige authentieke protocols en resoluties.
Eenige bijzonderheden uit dit boekje mo
gen wij onzen lezers in deze rubriek r,iet
onthouden. De heer Gonnet vertelt dan:
Tn de 17e eeuw waren er te Haarlem,
in afgelegen, ten minste in minder druk be
zochte buurten - eenige Roomsche kerken,
welke, in weerwil van 's Landsplacaten, door
Burgemeesters bij oogluiking gedoogd wer
den. Er was er eene nabij het Begijnhof;
eene in de Achterstraat de .drie Klaveren"
(Dominicanen); nog eer.e aldaar St. Bavo;
verder: in de Ossenhoofdsteeg; op de Ba-
kenessergracht den Hoek; in het Damsteeg-
je (Franciscanen); in de Helmbrekersteeg
de Vier Heemskinderen; in de Kok steeg St.
Anna en Maria.
In 1681 hadden de Katholieken het plan,
waren zelfs reeds bezig, er eene bij te ma
ken aan den Koudenhorn en uitkomende in
de Biggesteeg. Zij zod bestemd zijn voor
do Jesuiten, die, al stonden zij bij Lands-
en Stadsregeering in geen goed blaadje, hier
toch werden -getolereerd.
Burgemeesters waren met het hun ter ken
nis gekomen plan geenszins ingenomen; zij
wisten wel da-t zij van de Roomschen niets
hadden te vreezeu, maar zij wilden hen den
pas afsnijden het aantal schuilkerken te ver
meerderen. Hier dient opgemerkt te worden,
dat waarschijnlijk niet het voornemen be
stond eene geheel nieuwe kerk te bouwen,
maar een gedeelte van een nader te noemen
perceel voor l^et doel te veranderen en in
te richten.
Hoo dit zij, een der voornaamste Katholie
ken, Mr. Willem van Groenhout, werd door
Burgemeesters over de zaak aangesproken.
Hij' zeide, dat het niet met zijne voorkennis,
veel minder met zijne bewilligiing geschied-
do. Men had dus geen vat op hem, maar hij
kreeg het bevel, dengenen dien het aanging,
uit naam van Burgemeesters te zeggen, dat
mén met het werk kon voortgaan, maar dat
het niet geoorloofd was er godsdienstoefenin
gen in te houden; dat zij' als eene onvrije
kerk zou worden beschouwd, dus buiten het
getal, dat bij gedoogen wus toegelaten.
Toch kwam 'de kerk gereed en misschien
werd zij ook wel gébruikt, maar het schijnt,
dat de Roomschen niet gerust waren n te
recht moesten vree zen, dat zij den ©en of an
deren dag door den Hoofdofficier zouden wor
den overvallen. En waarschijnlijk uit overwo-
■ging daarvan, richtten de belanghebberlen
zich een paar jaren later tot de SbedelTlke
Regeering en drongen aan op intrekking an
het vroeger uitgesproken verbod, maar zon
der gunstig gevolg. Het is interessant te
lezen In dit boekje hoe deze pogingen door
de R. K. telkens werden herhaald zonder
goed gevolg en hoe nauwlettend burgemees
ters het kerkje In 'toog hielden. De heer
Gonnet constateert dan verder:
Wanneer men aanneemt, waarvoor wel
eenige grond is, dat de kerk aan den Kouden
horn toch door de Roomschen werd g'obruikt,
mag men vèronderstellen, dat da nu en dan
van hooger hand uitgesproken bedreigingen,
niet zoo erg gemeend waren, het blijkt >ien
minste niet, dat ze uitgevoerd zijn gewoiden.
Da grond der herhaalde weigeringen zal wel
daarin gelegen zijn geweest, dat Burgemees
meesters meenden, zich sterk te moeten ver
zetten tegen vermeerdering van het aantal
Roomsche kerken.
Na vele inschikkelijke overwegingen, werd
het verzoek in hoofdzaak toegestaan en gin
gen Burgemeesters zelfs zoover t© verklaren,
dat het hen zeer gevallig zoude zijn, zoo
do verzoekers het met Deken en Vinders
van het Brouwersgild eens konden worden
over den koop der gewezen brouwerij' van
't Paert aan den Koudenhorn, om daar eene
kerk te stichten. Was die gereed, dan 'moest
de dienst in de Helmbrekersteeg aanstonds
gestaakt worden. Die koop kreeg zijn beslag
cn men zou meeuen dat toen do voormalige
echter in het oog houden, dat de landbewo
ners, die den vijand op zijn terugtocht volg
den, in den winter van 1915-16 door het ge
bergte naar Montenegro en Albanië ware*
gevlucht en toen zij door. de Oostenrijk-Hon-
gaarsche troepen naar hunne woonplaatsen
teruggebracht werden, door de geleden ont
beringen totaal uitgeput waren. Met een goed
geweten kan de O.-H. regeering echter ver
klaren dat de autoriteiten aüe middelen heb
ben aangewend om do ziekte te bestrijden.
t" DE ENGELSOHE HANDELSVLOOT.
Engelsche bladen vernemen uit New-York
dat de Londensche correspondent van de
geefs alle moeite gedaan. Eerst toen u weg
waart, hoorde ik van 't meisje dat Eva Marie
met zware migraine te bed ligt. Zij plaapt
en ik mag haar niet wekken, want dan
wort haar hoofdpijn erger."
Armin keek haar verwonderd aan. Eva
Marie e n migraine dat kwam hem zonder
ling voor; tot heden toe Rad hij niet ge-
boord dat zij 'daaraan leed. Hij keek Rippard
besluiteloos aan.
„Dan is er niots aan te doen, Armin, wij
moeten morgen terugkomen."
Armin ging slechts aarzelend heen. Er
ontbrak hem iets, nu hij Eva Marie njet
zien en spréken kon. Hij moest echter ten
slotte toch gaan en verzocht de hartelijke
groeten aan zijn bruid over te brengen. „Wij
zullen morgenvroeg terugkomen, ik hcop dat
ze dan weer beter is."
„O zeker, zeker, heeren. 't Spijt mij' ook
heel erg, zoo, ik zei, maar rust moet Eva
Marie hebben, onvoorwaardelijk rust. Het
zal haar natuurlijk erg spijten, aJs zij hoort
dat u hier bent geweest. Dus tot morgen,
heeren, tot morgen I"
Toen Armin in het rijtuig steeg, wierp hij
nog 'a blik naar Eva Marie's raam. EQj.
brouwerij tot eene kerk was verbouwd de
Roomschen volgens den stelligen wensch, of
beter nog naar het uitdrukkelijk bevel van
Burgemeesters, hunne statie in de Helmbre-
kerssteeg zouden hebben gesloten. Maar dat
bleef achterwege, zij hielden hun kerk e daar
aan, gebruikten het onafgebroken, ongestoord
en liet is eerst in December 1851, ingevolge
beschikkingen der kerkelijke overheid opge
heven en gesloten, te gelijk met den Hoek
op de Bakenessergracht.
„Het Springende Paard" bleef, als toegela
ten kerk bediend door de priesters der So
ciëteit en stond bekend als de groote Jesuit li
ke rk, in onderscheiding gewis van de kleine,
waarvoor zij in d9 plaats was .gekomen cn dia
men misschien nog aangehouden kan hebben.
Toch schijnt dze kerk geen lang le ei ta
hebben gehad, newol er Jezuïten in Haar
lem waren om zo te bedienen. D ze J©s en
bevonden zich met hunne Statie in dc N> r-
der-Schoolsteeg. Daartoe behoorden: ten oost
zijde van de Smedestraat: het Priest:, uia
(thans no. 27; een perceel „de Vergi lde Een
hoorn" (no. 38) met een uitgang in de Noor
der-S rhoolsteeg, waar boven was de R e
Kerk van de Statie van 't Springende Pmrt,
een perceel, genaamd „de St:ns'' (thans no.
39) op den hoek van de Noorder-Schooisl eg,
met zeven huisjes daarachter in gemelde ftoeg,
waarvan het tweede de ingang was tof de
kerk. Voor de Jesuiten, die thans ter kerk9
van de Noorder-Schoolsteeg voorzagen in de
geestelijke behoeften van een gedeelte d>r
Roomschgezinde Haarlemmers, was 172to n
zij' daar hunne bediening aanvingen of voort
zetten, geen Mustig jaar.
In dat jaar werden n.l. alle Jesuiten u tITol-
land en Friesland gebannen. De Regeering
van Haarlem was wel verplicht, hieraan ee ig
gevolg te geven en dus werden dsn 8en Ju ii
1720 de Paters der Statie van „het Springer ie
Paert" voor Burgemeesters geroep2n. D' Pa
tors bleven echter wa-r zij waren. Tot 1731
ging de dienst in de Schoolsteeg stil z jn raag.
Ten slotte werden s'ren ge re maatrege'en ge
nomen.
Het ging niet gemakkelijk iemand op do
daad te betrappen, maar na veel aangewende
pogingen daartoe, gelukte het den Hoof 'of -
cier eindelijk op Zondag 4 November 1731
des morgens onder de H. Mis, op het oog u-
blik na do nuttiging, den dienstdoen tan Pater
Jacobus Marquis in verzekerde bewaring te
nemen. „Evenwel met zooveel moderatio en
bescheydentheyt," dat hem vergund were z ja
priesterlijk gewaad te verwisselen voor ziju
dagelijbsehe kleederen, waarna hij gevoerd
werd naar de nabij gelegen herberg „het
Gulden Vlies," aan de Groote Markt, 's Avonds
bracht men hem over naar eemj gijzelkamer
op het stadhuis, waar hij werd gehoude i tot
zijh vonnis was opgemaakt. De Hoofdoff, ier
stond toe, dat het corpus delicti, de kelk, aan
twee Roomsche juffrouwen „die daarin eeni
ge superstitie scheenen te stellen" op haar
verzoek in bewaring werd gegeven.
Pater Johannes Josephu3 van jDisteld.onck,
de socius van Jacobus Marquis, had zich bij
de - oven'ompeling door de vlucht weten 6e
redden.
'Pot half Januari 1732 bleef Pater Marquis
gevangen. Eene procedure ten crimineel® werd
tegen hem ingesteld. Den löen Januari van
dat jaar deed de Hoofdofficier zijn eisch, en
ten zelfden dage werd de gevangene door
Mijnheeren van den gerechte der Stad Haar
lem lo. Ten hoogsfcen prijze gcra-nlsoeii'-erd.
2o. Veroordeeld tot betaling eener boete van
f 500, en daarenboven nog in eene boete van
f 1000. 3o. Verbannen uit den - lande van
Holland en West-Friesland, zonder ooit ear
weder binnen te mogen komen. 4o. Veroor
deeld in de kosten en misen van Justitie.
Dat was het einde van do Jesuïbeou Static
„Het Springende Paerd," eerst gelegen aan
den Kbudenhora en alzoo genoemd naar da
Brouwerij die er eerst was gevestigd en later
verplaatst onder denzelfden naam naar da
Schoolsteeg.
Naast meer interessante bijzonderheden zul
len onze lezers in het boekje van d©n heer
Gonnet nog vinden aanteekeningen over hel
beheer der eigendommen van de Statie, welk©
eigendommen 11 December 1743 in publieke
veiling waren gebracht. De gelden werd: n
nog daarna geadministreerd.
De heer Gonnet besluit zijn lezenswaard
opstel als volgt:
Hiermede is, naar ik meen, het voornaamste
verhaald wat omtrent de Jesuiten in deze
stad is mede te deelen. Hun weg was er niet
effen, het begin moeilijk, liet einde droevig,
en hunne eenige troostende herinnering aan
het verblijf te Haarlem was, ook daar te heb
ben gearbeid.
Ad majorem Dei gloriam.
New York .Times nit betrouwbare bron dö
volgende opgaaf heeft gekregen omtrent den
toestand van de Engelsche koopvaardijvloot:
Tonnenmaat van Engelsche zeeschepen, van
boven de 1000 ton in Aug. 1914 16.841.519
Verlies door vijandelijke actie en anders
zins, na rekening te hebben gehouden met
nieuwen aanbouw, aankoop en buit 2.750.000
Over op 1 Januari 1918 14.091.519.
De ihmes toekent hierbij aan, dat de bo
venstaande tabel alleen op, Engelsche sche
pen betrekking heeft. De Scheepvaart van
da geallieerden en neutralen Is er niet in
opgenomen. Zoo heeft Noorwegen alleen in
1917 ,367. schepen, metende 566.000 ton, ver
meende, dat het gordijn zich licht bewoog
maai- 't kon ook wel verbeelding zijn.
Zonder, te weten waarom, voelde hii zich'
zeer, ontstemd. Hij had zich er op verheugd
zijn vriend door Eva Marie's aanblik allen
twijfel te ontnemen. Ook waa 't hem zoo
nieuw, zoo vreemd, tijn verloofde ziek to
weten. Zij waa hem in haar frissche jegud
steeds als de belichaamde gezondheid ver-
schenen. Zij zou toch niet ernstig ziek wo*h
den HIJ kon zijn bezorgdheid en onrust niet'
.-langer voor zijn vriend verbergen.
Hans lachte hem uit.
„Armin, kerel, je zorg komt me 'n beetje
verdacht voor. Trots al je ver zekeringen
van 't tegendeel geloof ik' dat je hart mee®
aandeel in deze verbintenis heeft, daa jij;
zelf wilt bekennen. Enfin, dat is warempel
geen ongeluk. Maar zet nu niet zoo'n onge
lukkig gezicht. Morgen komt er nog 'n
Armin beheerschte zich en noemde riohaeH
'n dwaas 's, Avonds, «ond hij nog eens eett
bode naar beneden en liet vragen hos JSvs
Marie 't maakte.
(Wordt varvoIgtL)
•WH