till UIIL ClllilT KIlMUKIfflUDi feuilleton Het Katholiek Program. Een stem uit de Mijnstreek. ateriiag 19 Januari Tweede blad Algemeen is de instemming in de pers met het concept-program. Enkele verlangens worden nog wél geuit, maar men erkent, dat niet alles in •ens kan verkregen worden en men is 't er over ens, dat het gebodene reeds heel veel is en dat et geheel een program moet genoemd, dat im poneert. Ten bewijze, dat zulks ook het geval is bij an dersdenkenden, haalt de „Res." aan, wat een blad er van zegt, hetwelk de Katholieken allerminst •p 't haiT draagt.- Zelfs de „Controleur", dien we anders zeidén ernstig nemen schrijft onze Haairsche collega, en die zijn kracht zoekt in scheldend afbreken, is over het Katholiek Pro gram in de wolken. Nu weten we'opperbest, dat dit blad er iets anders in ziet, nl. een opzeggen van de coalitie en zoo, maar dat zal het niet glad zitten en wat de schrijver over het program zelf zegt, is er niet te minder om. Natuurlijk, dat ook thans nog niet scheldwoorden op „heer- oomes" en dergelijke kunnen ontbreken, maar daar zien we nu maar eens overheen. Elk vogeltje zingt nu eenmaal zooals het gebekt is en het gekras van nachtvogels, zooals de schrijvers in dat blad dan toch zijn, is niet altijd bepaald aantrekkelijk. We zullen er uit puren, wat ge- nietelijk is. Rome is altijd met zijn tijd meegegaan," heft bet blad aan, en„Dit geschiedde op wetenschap pelijk gebied (adres aan degenen, die altijd pra ten over de achterlijkheid van „Rome"), op kunst gebied, en het gebeurt thans voor de zooveelste tnaal weer op politiek gebied." Eet blad noemt het program dan een „model verkiezingsplatform", een „schitterend concept- progran" Dan lezen we: „Het doet buitengewoon aangenaam aan, dat de katholieke politieke bazen blijk geven het groote gebeuren van deze dagen begrepen te hebben. Terwijl de partij der politieke slim- melingen. de Liberale Unie, die niets 'leert, nog steeds bijv. het belangrijkste vindt de binnenlandsche electorale en paedagogische kwesties wie interesseert zich er in Gods naam nog voor plaatsen de Katholieken buitenlandsche zaken als No. 1 op het pro gramma." Ver>- „Het culminatiepunt in het Katholieke pro- gram ligt voor ons in hoofdstuk 3, waarin de Katholieken eischen stellen, die met die van de S. D. A. P. parallel loopen, maar die nog beter en vooral dieper zijn doordacht, die makkelijker zijn te realiseeren, en die daarom van veel meer practisch belang zijn. Of het gekomen is door den invloed van den tegen- woordigen Paus, die op pacifistisch gebied geheel met zijn tijd meegaat, ja, zijn tijd misschien vooruit is, dan wel of het is de invloed der katholieke jongeren, en vooral der •arbeiders, ofdat het misschien is hoog politiek spel van Monseigneur Nolens, om ook met de uiterste gauches een meerderheid te kunnen vormen, en daardoor onafhankelijk van de anti's wat te zeggen te kunnen hebben in het a.s. Parlement, wij weten het waarach tig niet, doch dit staat vast: het katholiek de. fsnsie-program is samengesteld zonder rugge spraak met de groote vechtjassen uit den lande, en de demonische invloeden van de ook in ons land zoo talrijke militaristische elementen zijn vreemd aan dit programma." Er blijkt hier wel uit, dat de schrijver van Ra'holiekè toestanden niet bijzonder op de hoogte isanders zou hij weten, dat Mgr. Nolens en de zijnen het „hoog politiek spel", waarop hij doelt, ver van zich werpen en niets met de socialisten gemeen willen hebben (ook elders in het artikel,'als hij als zijn meening laat door schemeren, dat het program van Dr. Nolens uitgaat, toont hij niet „au fait" te zijn; verder lezen we nog van„integrale Katholieken", die al jaren ter ziele zijn)doch de lof blijft, Maar citeeren we nog even: „Laten wij hopen, dat het de Katholieken inderdaad meenes is, en dat door hun invloed het oorlogsbudget niet verder opgevoerd wordt. Werkelijk, je'zou er haast zwart om gaan stemmen." voegen, lijkt ons overbodig. De op- en aanmer kingen van de „Res." onderschrijven wij ten voile; ze zijn ad-rem en geven zeer juist ook ons oordeel over het artikel van den „Contro leur" weer, waarom wij met instemming er hier gewag van maakten. Laten wij hopen, dat het den „Controleur" inderdaad meenes is, wat het blad over het Kath. program schreef dan behoeft er niet aan getwijfeld te worden of het blad zal nog eens vurig propaganda gaan maken voor de verkie zing van Katholieke vertegenwoordigers in de Staten-Generaal. Wie lacht daar? Zeker een. die hieraan nog twijfelt! „Wat de overige punten van het concept program betreft, worden zeer verstandige eischen gesteld, zoowel inzake de financiën, als onder het hoofd „Landbouw", „Midden stand" en „Arbeid". In het algemeen kan men wel concludeereu dat de Katholieke Partij z?£. v°01"taan niet zal blindstaren op de spe cif) ek-Rechtsche politiek, maar dat zij veeleer een algemeene welstandspolitiek wil betrach ten. En waar noch de invloed van het groot kapitaal (zooals bij de Vrij-Liberalen), noch t'e,ua," ,^e afheidersmassa op het beleid der r !e?e Staatspartij domineerend is, zal de Katholieke politiek, mits niet al te zwart, voor tifpVa n0? z?° hwaad niet zijn, vooral, nu men de protectie heeft laten vallen naar het schijn en men van Dr. Kuyper 'af is. Se katholieke economen nemen de leiding en laten die niet langer over aan de fijne domi nees. Hierover kan men zich slechts verheu gen, zelfs al zou men een papenhater zijn." Verder hier nog een commentaar aan toe te Voor een niet-Limburger is 't misschien wel 'ns aardig en interessant, iets te hooren uit de „Borinage" der schoone provincie Limburg. Wanneer een huisvader 's avonds met vrouw en kinderen bij een niet-al-te-warme kachel zit, dan gaat het gesprek heel onwillekeurig over het zwarte Zuiden, de oorzaak der steenkolen- schaarschte. Het Nederlandsche mijngpbied krijgt dan de volle laag en men vergeet, dat men hier te doen heeft met een pas-opkomende groot industrie, vooreerst nog niet in staat om heel ons land van brand-materiaal te voorzien. En toch' 't moet gezegd, me1 reuzenschreden gaan wij hier vooruit. In de laatste 10 h 15 jaren heeft hier een geweldige economische omwenteling plaats gehad. Wij hebben op 't oogenblik reeds negen mijnen, drie Staats- en zes particuliere mijnen. Wij hebben: Staatsmijn „Emma" te Hoensbroek. Staatsmijn „Hendrik" te Brunssum. Staatsmijn „Wilhelmina" te Terwinselen (Heer len). •Binnenkort zal nog een vierde in exploitatie komen, de „Maurits", te Lutterade-Krawinkel, eveneens een Staatsmijn, waar op den duur 8000 mijnwerkers hun brood zullen kunnen verdienen. Verder hebben wij nog zes particuliere mijnen: „Oranje Nassau I", te Heerlen. „Oranje Nassau II", te Schaesberg. „Oranje Nassau III", te Heerlerheide. „Dominiale mijn", te Kerkrade. „Willem Sophie", te Spekholzerheide. „Laura en Vereeniging", te Eijgelshoven. Op 1 September 1916 werkten er in heel de mijnstreek 12,907 mijnwerkers. Op 1 Augustus 1917 reeds 14,580; en op 1 Sept. jl. 15,311. U ziet. het getal is steeds stijgende. Al die mijnen te zamen kunnen tot nu toe maandelijks een productie opleveren van 250,000 ton, terwijl er in heel ons land 750,000 ton noo- dig zijn. In 1915 werd er aan loon uitgekeerd f 8 027,000, iq 1916 11,230,000. Hierbij moet vermeld worden, dat de loon stijging 15 pCt. bedraagt en dat de loonstan- daard bij de Nederlandsche miinen niet achter staat bij die van andere landen. Er moet wel hard gewerkt worden, maar daar wordt ook goed geld verdiend. Bij deze steenkolen-industrie sluit zich in den laatsten tijd nog aan de bminkoolontginningen „Bergrede" en „Carisborg"en verder de exploitatie van kalksteengroeven en kalkbrande rijen. De gevolgen van dezen vooruitgang op indus trieel gebied blijven natuurlijk niet uh. Het heer lijk natuurschoon, waaraan Limburg zoo rijk is, wordt langzamerhand geruïneerd; de rustige landbouwbevolking wordt begraven onder den vloed van vreemdelingen, welke uit alle landen van Europa komt toestroomeir Smokkelaars, bedelaars, verdache personen, ontvluchte krijgsgevangenen, deserteurs en gede porteerden, zij allen komen uit binnen- en bui tenland hier hun geluk beproeven. De aanwas der bevolking gaat zóó snel, dat passanten-hui zen of toevluchtsoorden voor dakloozen nood zakelijk worden. Politiebureaux en volkslogemen- ten zijn zóó volgepakt, dat fatsoenlijke men- schen zich schamen, daar den nacht door ie brengen. De woningbouw-vereeniging „Ons Limburg" heeft reeds 1241 woningen gebouwd te Hoens broek, Spekholzerheide, Schinnen, Voerendaal, Nuth, Heerlen, Brunssum en Susterenvele nood- en barakwoningen van hout en asbest zijn ge bouwd maar het is nog lang niet voldoende om alle vreemde arbeidskrachten onder dak te bren gen; er heerschf werkelijk een chronische wo ningnood In heel de mijnstreek. Om eens eenigszins een denkbeeld te geven, hoe de plaatsen in het mijndistrict groeien en toenemen, wil ik mij than3 bepalen bij Heerlen, de plaats mijner 'inwoning, h 15 jaren tijds is hier het zielental vervijfdubbeld. Telde Heerlen in 't jaar 1902 5 h (5000 inwoners, vandaag wonen er al mim 28000. In de laatste tien maan den 't is voor een vreemdeling bijna niet te gelooven zijn et 7323 zielen bijgekomen, zegge „zeven-duizend drie honderd drie en twin tig." En het gehalte? Voor het meerendeel niet veel bijzonders! Over 't algemeen zijn 't menschen, die op godsdienstig en zedelijk gebied groote verbetering noodig heb ben. Niet zelden treffen wij jongens en meisjes aan, die sedert hun eerste H. Communie geen Paschen meer hebben gehouden, die beter den weg weten naar de cafés dan naar de kerk, die zelfs de H. Missen ongemerkt voorbij laten gaan. Wij hebben hier kostgangers, die dood ziin voor hun eigen familie; jongens, die thuis zijn Roman van COURTHSMA TTT Fft. Geautoriseerde vertaling floor H. B.. VAN DER SANDE. 38 (i i Daar hoorde zij 't rollen van rijtuigwielen. 1 Was zeker Armin met zijn vriend, die naar 't kerkhof reden om haar te zoeken. Een huivering doorsidderde haar, als zij er aan dacht, dat zij nu deze twee mannen ontmoeten zou, deze twee, die wisten van haar vernedering. Neen elechta dat niet Koortsachtig snel gingen de gedachten door haar hoofd. Wat te doen om deze ontmoeting te vermijden? Eindelijk was. zij 't met zichzelf eens, wat dj doen zou. Zoo snel als haar bevende voe den haar dragen konden, ijlde zij naar huis. dj sloop achter door den tuin om zonder dat baar stiefmoeder 't bemerkte, in huis Je k-omen. Aan 't keukenraam stond 't jonge dienst meisje lampen te poetsen. Zij uitte een lich ten kreet, toen zij Eva Marie gewaar werd. „Juffrouw, juffrouw, de heer van 't slot waa hier en heeft naar u gevraagd 1 Eva Marie trad dicht bij 't raam. „Mina, als de heeren weer terugkomen, zeg dan dat ik ziek ben. Ik voel me heele- maal niet goed, ik moet direct naar bed." Toen ze dit zei, beefde haar stem beden kelijk en het dienstmeisje schudde mede lijdend 't hoofd. Eva Marie was altijd zoo goed voor haar. *t; deed haar leed dat ze er zoo slecht uitzag. Eva Marie had juist nog den tijd om haar kamerdeur achter zich af te sluiten en met een licht gesteun op haar bed te vallen; reeds hoome zij beneden de keukendeur openen. De meid ging de huiskamer binnen en vertelde haar meesteres dat de juffrouw zoo- oven ziek thuis was gekomen en aanstonds naar bed gegaan was. Mevrouw Delius keek haar verwonderd aan, maar dan heeech zij zich de trap op en klopte aan de kamer deur van haar stiefdochter. weggeloopen en die in de verte een moeder heb ben wonen, die bij dag en bij nacht schreit om haar kind, dat „verloren" is. Ja, als wij heel de mijnstreek overziendan kunnen ook wij wel schreien over zoovele mannen en jongelingen, die dwalen ver van God en godsdienst, wij! zij het socialisme aanhangen, dat met den dag bru taler begint op te treden overal, waar de mijn- schoorsteenen boven den grond uitsteken. Ik herinner u slechts aan den jongsten strijd tusschen den Nederlandschen (Soc.-Dem.) en den Christelijken Mijawerkersbond, bij gelegenheid van de laatst gevoerde loonactie en staking. Toen is gebleken, dat het socialisme in het Zuiden sterk begint te worden en dat verschillende arbei ders zwak in hun mijnschoenen staan. Moge de volksretraite hierin verandering brengen! Dit is zoo ongeveer de schaduwzijde, welke u echter niet al te pessimistisch moet stemmen. Want daar staat tegenover, dat wij onder de Limburgers nog een flinke kern van degelijke katholieke mannen bezitten, die flink voor hun Roomsche princiepen durven uitkomen, ook in het sociale leven. Dit neemt echter niet weg, dat er door pries ters en leeken hard moet gewerkt worden, wil Limburg blijven, wat 't thans nog is. Op sociaal en politiek gebied moeien zij elkaar de hand toereiken, om Limburg voor Christus en Zijne EI. Kerk le behouden. Wij moeten bouwen: Roomsche Kerken en, Roomsche scholen. Wij moeten vormen sterke stands- en vakorganisaties, en Limburg zal blij ven: een echt Roomsche provincie met economi- schen en godsdienstigen vooruitgang. Limburg leve! VERSPREIDEvBERICHTEN PAUSELIJKE BEMIDDELING. Indertijd is reeds de „begenadiging" ge meld van den kanunnik Leclercq, deken van de St. Christoffelkerk te Tourooing, die den 18en Augustus 1916 tot tien jaar ge vangenisstraf werd veroordeeld door de Duit- sche militaire rechtbank. Zooals men weet, werd de aan tien kanunnik opgelegde straf dank zij de bemiddeling van den Paus, in vijf jaar^ gevangenisstraf veranderd'. Een nieuwe actie van den H. Steel heeft nu tot gevolg gehad, dat den kanunnik alge- heele gratie is verleend.... EEN OFFIOIEELE VERKLARING OM TRENT DE WEEEDHEDEN IN BOSNIË EN HERZEG O WIN A. Luitenant-kolonel von Iszkowski, attaché militaire bij het Oostenrijksch-Hongaarsche gezantschap te 's Gravenhage, publiceert na mens zijn, regeering een schrijven ter zake van de beschuldigingen, die de afgevaardigde Tresitseh Pnvaia in de Oostenrijksehe Ka mer heeft geuit betreffende wreedheden, door Oostenrijksch-Hongaarsche troepen in Bos nië en Herzeg o win a in het begin van den oorlog bedreven, en die door een deel der Nederlandsche pers zijn verspre'! Het schrijven begint met de erkenning, dat werkelijk in de stormachtige dagen on middellijk vóór en dadelijk na het uitbre ken v.an den oorlog tengevolge van de .roote opwinding der bevolking tegen hen, die den moord te Serajcwo op hun geweten hadden en met den vijand heulden, waarbij zij de Oostenrijk-IIongaarsche troepen door spion- nage, sabotage en hinderlagen herhaaldelijk nadeel berokkenden, verschillende buitenspo righeden zijn voorgekomen. Deze worden door de bovengenoemde toestanden wel niet verontschuldigd, doch voor liet minst men- scli dijker wij ze verklaard. Dank zij het ener giek optreden der superieuren gelukte Ret echter spoedig de orde te herstellen. Omtrent de gebeurtenissen ia het kamp van Arad vermeldt de attaché dat daar niet 3000 maar 709 sterfgevallen zijn voorgeko men. Dit toch nog hooge cijfer is daaraan te wijten, dat in het kamp in den beginne werkelijk slechte hygiënische ijestanden heerschten en bovendien een aantal perso nen bij aankomst it het kamp reeds ziek was. Wat de verklaring omtrent het schrikbe wind, dat door generaal Potierst zou zijn ingesteld en de bewering, Jat deze alleen 3500 pers. ter dood zou hebben veroordeeld betreft, valt op te merken, dat sedert het uitbreken van den oorlog in .Bosnië en Her- zegowina 216 personen ter dood zijn ver oordeeld wegens verstoring der rust, hoog verraad, kspionuage en hulpverleening aan den vijand 250, een cijfer dat de schrijver volstrekt niet hoog noemt, gezien het feit, dat een groot deel der bevolking aan de Oostgrens van Bosnië en Ilerzegowina de Oostenrijk-Hongaarsclie troepen op allerlei wijze trachtte te schaden en zich bij den vijand aansloot. Dat in het dorp Celebic de geheels man nelijke bevolking tusschen 14 en 60 jaar zou zijn opigebracht door de militairen is laster. Daar het dorp echter vlak bij de Zuid-Oostelijke grens ligt, is het niet mo gelijk dat aldaar eenige op verraai betrap te personen door de soldaten zijn neerge veld. De bewering van don afgevaardigde Kosta Majkie dat in Serajewo meer dun 1000 per sonen in cle gevangenis worden opgesloten en velen hun loven aan de galg eindigden, is een verzinsel. Het is juist, dat in hot kamp Doboj 1900 personen aan besmettelijke ziekten en nit- putting zijn overleden. Daarbij moet men ;,Eva Mario hemeltje, wat is er met je? Maak toch open!" „Ik ben al in bed mama; och, laat me rusten, ik ben niet goed." „Maar kind, Leijden was hier met zijn vriend von Rippard. Zij' zoeken je op 't kerkhof en komen terug. Ja moei weer op staan." „Ik kan niet, excuseer me maar. bif de heeren." „Maar lieve hemel, zóó ziek zul je toch niet zijn, dat gaat toch nietl Wat moet ik zeggen?" „Wat u wilt maar laat mij met rust!" Mevrouw Delius hoorde uit de laatste woor den de doffe pijn ,die Eva Marie kwelllen moest. Zij verschrok. Wat moest dat betee- konen? Er moest bepaald iets voorgevallen zijn! I Zij ging langzaam weer naar beneden, en Eva Maria herademde, teen zij da treden onder haar stiefmoeder hoorde kraken. Me vrouw Delius 'overlegde met zich zelf wat zij doen zou en toen na korten tijd de heeren terugkeerden, verontschuldigde zij zich woor denrijk. t „Neem 't niet kwalijk heeren, ik heb ver- Uit Haarlem's grijs verleden XXX VR DE JESUpTEN-STATIE „HET SPRIN GENDE PAARD". De heer J. Gonnet, onze bekende Haar- Iemsche oudheidkundige, heeft zoo juist weer een interessant werkje over oud-Haarlem -doen verschijnen, dat wij' onzen lezers, voor al onzen R.K. lezers, ten zeerste aanbeve'en te lezen. Het geeft een trouw en treffend beeld van een der moeilijkste perioden voor onze Haarlemsche Roomsch-Katholieken. En wie onzer wil' tasten .en voelen wat hij al zoo dikwerf over „vervólgingen der Roomsch- Katholieken" heeft hooren vertellen, hij ne me dit boekje ter hand en zal daarin de his torisch getrouwe waarheid vinden, gestaafd door de in onze Haarlemsche archieven aan wezige authentieke protocols en resoluties. Eenige bijzonderheden uit dit boekje mo gen wij onzen lezers in deze rubriek r,iet onthouden. De heer Gonnet vertelt dan: Tn de 17e eeuw waren er te Haarlem, in afgelegen, ten minste in minder druk be zochte buurten - eenige Roomsche kerken, welke, in weerwil van 's Landsplacaten, door Burgemeesters bij oogluiking gedoogd wer den. Er was er eene nabij het Begijnhof; eene in de Achterstraat de .drie Klaveren" (Dominicanen); nog eer.e aldaar St. Bavo; verder: in de Ossenhoofdsteeg; op de Ba- kenessergracht den Hoek; in het Damsteeg- je (Franciscanen); in de Helmbrekersteeg de Vier Heemskinderen; in de Kok steeg St. Anna en Maria. In 1681 hadden de Katholieken het plan, waren zelfs reeds bezig, er eene bij te ma ken aan den Koudenhorn en uitkomende in de Biggesteeg. Zij zod bestemd zijn voor do Jesuiten, die, al stonden zij bij Lands- en Stadsregeering in geen goed blaadje, hier toch werden -getolereerd. Burgemeesters waren met het hun ter ken nis gekomen plan geenszins ingenomen; zij wisten wel da-t zij van de Roomschen niets hadden te vreezeu, maar zij wilden hen den pas afsnijden het aantal schuilkerken te ver meerderen. Hier dient opgemerkt te worden, dat waarschijnlijk niet het voornemen be stond eene geheel nieuwe kerk te bouwen, maar een gedeelte van een nader te noemen perceel voor l^et doel te veranderen en in te richten. Hoo dit zij, een der voornaamste Katholie ken, Mr. Willem van Groenhout, werd door Burgemeesters over de zaak aangesproken. Hij' zeide, dat het niet met zijne voorkennis, veel minder met zijne bewilligiing geschied- do. Men had dus geen vat op hem, maar hij kreeg het bevel, dengenen dien het aanging, uit naam van Burgemeesters te zeggen, dat mén met het werk kon voortgaan, maar dat het niet geoorloofd was er godsdienstoefenin gen in te houden; dat zij' als eene onvrije kerk zou worden beschouwd, dus buiten het getal, dat bij gedoogen wus toegelaten. Toch kwam 'de kerk gereed en misschien werd zij ook wel gébruikt, maar het schijnt, dat de Roomschen niet gerust waren n te recht moesten vree zen, dat zij den ©en of an deren dag door den Hoofdofficier zouden wor den overvallen. En waarschijnlijk uit overwo- ■ging daarvan, richtten de belanghebberlen zich een paar jaren later tot de SbedelTlke Regeering en drongen aan op intrekking an het vroeger uitgesproken verbod, maar zon der gunstig gevolg. Het is interessant te lezen In dit boekje hoe deze pogingen door de R. K. telkens werden herhaald zonder goed gevolg en hoe nauwlettend burgemees ters het kerkje In 'toog hielden. De heer Gonnet constateert dan verder: Wanneer men aanneemt, waarvoor wel eenige grond is, dat de kerk aan den Kouden horn toch door de Roomschen werd g'obruikt, mag men vèronderstellen, dat da nu en dan van hooger hand uitgesproken bedreigingen, niet zoo erg gemeend waren, het blijkt >ien minste niet, dat ze uitgevoerd zijn gewoiden. Da grond der herhaalde weigeringen zal wel daarin gelegen zijn geweest, dat Burgemees meesters meenden, zich sterk te moeten ver zetten tegen vermeerdering van het aantal Roomsche kerken. Na vele inschikkelijke overwegingen, werd het verzoek in hoofdzaak toegestaan en gin gen Burgemeesters zelfs zoover t© verklaren, dat het hen zeer gevallig zoude zijn, zoo do verzoekers het met Deken en Vinders van het Brouwersgild eens konden worden over den koop der gewezen brouwerij' van 't Paert aan den Koudenhorn, om daar eene kerk te stichten. Was die gereed, dan 'moest de dienst in de Helmbrekersteeg aanstonds gestaakt worden. Die koop kreeg zijn beslag cn men zou meeuen dat toen do voormalige echter in het oog houden, dat de landbewo ners, die den vijand op zijn terugtocht volg den, in den winter van 1915-16 door het ge bergte naar Montenegro en Albanië ware* gevlucht en toen zij door. de Oostenrijk-Hon- gaarsche troepen naar hunne woonplaatsen teruggebracht werden, door de geleden ont beringen totaal uitgeput waren. Met een goed geweten kan de O.-H. regeering echter ver klaren dat de autoriteiten aüe middelen heb ben aangewend om do ziekte te bestrijden. t" DE ENGELSOHE HANDELSVLOOT. Engelsche bladen vernemen uit New-York dat de Londensche correspondent van de geefs alle moeite gedaan. Eerst toen u weg waart, hoorde ik van 't meisje dat Eva Marie met zware migraine te bed ligt. Zij plaapt en ik mag haar niet wekken, want dan wort haar hoofdpijn erger." Armin keek haar verwonderd aan. Eva Marie e n migraine dat kwam hem zonder ling voor; tot heden toe Rad hij niet ge- boord dat zij 'daaraan leed. Hij keek Rippard besluiteloos aan. „Dan is er niots aan te doen, Armin, wij moeten morgen terugkomen." Armin ging slechts aarzelend heen. Er ontbrak hem iets, nu hij Eva Marie njet zien en spréken kon. Hij moest echter ten slotte toch gaan en verzocht de hartelijke groeten aan zijn bruid over te brengen. „Wij zullen morgenvroeg terugkomen, ik hcop dat ze dan weer beter is." „O zeker, zeker, heeren. 't Spijt mij' ook heel erg, zoo, ik zei, maar rust moet Eva Marie hebben, onvoorwaardelijk rust. Het zal haar natuurlijk erg spijten, aJs zij hoort dat u hier bent geweest. Dus tot morgen, heeren, tot morgen I" Toen Armin in het rijtuig steeg, wierp hij nog 'a blik naar Eva Marie's raam. EQj. brouwerij tot eene kerk was verbouwd de Roomschen volgens den stelligen wensch, of beter nog naar het uitdrukkelijk bevel van Burgemeesters, hunne statie in de Helmbre- kerssteeg zouden hebben gesloten. Maar dat bleef achterwege, zij hielden hun kerk e daar aan, gebruikten het onafgebroken, ongestoord en liet is eerst in December 1851, ingevolge beschikkingen der kerkelijke overheid opge heven en gesloten, te gelijk met den Hoek op de Bakenessergracht. „Het Springende Paard" bleef, als toegela ten kerk bediend door de priesters der So ciëteit en stond bekend als de groote Jesuit li ke rk, in onderscheiding gewis van de kleine, waarvoor zij in d9 plaats was .gekomen cn dia men misschien nog aangehouden kan hebben. Toch schijnt dze kerk geen lang le ei ta hebben gehad, newol er Jezuïten in Haar lem waren om zo te bedienen. D ze J©s en bevonden zich met hunne Statie in dc N> r- der-Schoolsteeg. Daartoe behoorden: ten oost zijde van de Smedestraat: het Priest:, uia (thans no. 27; een perceel „de Vergi lde Een hoorn" (no. 38) met een uitgang in de Noor der-S rhoolsteeg, waar boven was de R e Kerk van de Statie van 't Springende Pmrt, een perceel, genaamd „de St:ns'' (thans no. 39) op den hoek van de Noorder-Schooisl eg, met zeven huisjes daarachter in gemelde ftoeg, waarvan het tweede de ingang was tof de kerk. Voor de Jesuiten, die thans ter kerk9 van de Noorder-Schoolsteeg voorzagen in de geestelijke behoeften van een gedeelte d>r Roomschgezinde Haarlemmers, was 172to n zij' daar hunne bediening aanvingen of voort zetten, geen Mustig jaar. In dat jaar werden n.l. alle Jesuiten u tITol- land en Friesland gebannen. De Regeering van Haarlem was wel verplicht, hieraan ee ig gevolg te geven en dus werden dsn 8en Ju ii 1720 de Paters der Statie van „het Springer ie Paert" voor Burgemeesters geroep2n. D' Pa tors bleven echter wa-r zij waren. Tot 1731 ging de dienst in de Schoolsteeg stil z jn raag. Ten slotte werden s'ren ge re maatrege'en ge nomen. Het ging niet gemakkelijk iemand op do daad te betrappen, maar na veel aangewende pogingen daartoe, gelukte het den Hoof 'of - cier eindelijk op Zondag 4 November 1731 des morgens onder de H. Mis, op het oog u- blik na do nuttiging, den dienstdoen tan Pater Jacobus Marquis in verzekerde bewaring te nemen. „Evenwel met zooveel moderatio en bescheydentheyt," dat hem vergund were z ja priesterlijk gewaad te verwisselen voor ziju dagelijbsehe kleederen, waarna hij gevoerd werd naar de nabij gelegen herberg „het Gulden Vlies," aan de Groote Markt, 's Avonds bracht men hem over naar eemj gijzelkamer op het stadhuis, waar hij werd gehoude i tot zijh vonnis was opgemaakt. De Hoofdoff, ier stond toe, dat het corpus delicti, de kelk, aan twee Roomsche juffrouwen „die daarin eeni ge superstitie scheenen te stellen" op haar verzoek in bewaring werd gegeven. Pater Johannes Josephu3 van jDisteld.onck, de socius van Jacobus Marquis, had zich bij de - oven'ompeling door de vlucht weten 6e redden. 'Pot half Januari 1732 bleef Pater Marquis gevangen. Eene procedure ten crimineel® werd tegen hem ingesteld. Den löen Januari van dat jaar deed de Hoofdofficier zijn eisch, en ten zelfden dage werd de gevangene door Mijnheeren van den gerechte der Stad Haar lem lo. Ten hoogsfcen prijze gcra-nlsoeii'-erd. 2o. Veroordeeld tot betaling eener boete van f 500, en daarenboven nog in eene boete van f 1000. 3o. Verbannen uit den - lande van Holland en West-Friesland, zonder ooit ear weder binnen te mogen komen. 4o. Veroor deeld in de kosten en misen van Justitie. Dat was het einde van do Jesuïbeou Static „Het Springende Paerd," eerst gelegen aan den Kbudenhora en alzoo genoemd naar da Brouwerij die er eerst was gevestigd en later verplaatst onder denzelfden naam naar da Schoolsteeg. Naast meer interessante bijzonderheden zul len onze lezers in het boekje van d©n heer Gonnet nog vinden aanteekeningen over hel beheer der eigendommen van de Statie, welk© eigendommen 11 December 1743 in publieke veiling waren gebracht. De gelden werd: n nog daarna geadministreerd. De heer Gonnet besluit zijn lezenswaard opstel als volgt: Hiermede is, naar ik meen, het voornaamste verhaald wat omtrent de Jesuiten in deze stad is mede te deelen. Hun weg was er niet effen, het begin moeilijk, liet einde droevig, en hunne eenige troostende herinnering aan het verblijf te Haarlem was, ook daar te heb ben gearbeid. Ad majorem Dei gloriam. New York .Times nit betrouwbare bron dö volgende opgaaf heeft gekregen omtrent den toestand van de Engelsche koopvaardijvloot: Tonnenmaat van Engelsche zeeschepen, van boven de 1000 ton in Aug. 1914 16.841.519 Verlies door vijandelijke actie en anders zins, na rekening te hebben gehouden met nieuwen aanbouw, aankoop en buit 2.750.000 Over op 1 Januari 1918 14.091.519. De ihmes toekent hierbij aan, dat de bo venstaande tabel alleen op, Engelsche sche pen betrekking heeft. De Scheepvaart van da geallieerden en neutralen Is er niet in opgenomen. Zoo heeft Noorwegen alleen in 1917 ,367. schepen, metende 566.000 ton, ver meende, dat het gordijn zich licht bewoog maai- 't kon ook wel verbeelding zijn. Zonder, te weten waarom, voelde hii zich' zeer, ontstemd. Hij had zich er op verheugd zijn vriend door Eva Marie's aanblik allen twijfel te ontnemen. Ook waa 't hem zoo nieuw, zoo vreemd, tijn verloofde ziek to weten. Zij waa hem in haar frissche jegud steeds als de belichaamde gezondheid ver- schenen. Zij zou toch niet ernstig ziek wo*h den HIJ kon zijn bezorgdheid en onrust niet' .-langer voor zijn vriend verbergen. Hans lachte hem uit. „Armin, kerel, je zorg komt me 'n beetje verdacht voor. Trots al je ver zekeringen van 't tegendeel geloof ik' dat je hart mee® aandeel in deze verbintenis heeft, daa jij; zelf wilt bekennen. Enfin, dat is warempel geen ongeluk. Maar zet nu niet zoo'n onge lukkig gezicht. Morgen komt er nog 'n Armin beheerschte zich en noemde riohaeH 'n dwaas 's, Avonds, «ond hij nog eens eett bode naar beneden en liet vragen hos JSvs Marie 't maakte. (Wordt varvoIgtL) •WH

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 5