Bistribstie van Petroleum.
KOPER.
i
I
i
I
uitnoodiging!
I
I
i
I
i
L
J
ii
i
POLITIEKE LEZING,
ij
Productie-prijs Melk.
Verbod verkoop en aflevering
Verstrekking van Melk.
Kieskring Haarlem.
Regeeringsschoenen 1041
P. W. TWEEHUiJSEN,
BUITENLAND
FEUILLETON
BESPROKEN PLAATS
WüffiAMiSAG 28 JfoMU&Rl 1913
42STE JAARGANG 9585
DE AB0SSHEKEHTSPBU8 BEDRAAGT VOO» HAARLEM EN ASESTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,05; PER WEEK 15 CENTS; FRANCS PER P08T PER KWARTAAL f 2,20
Alle betalende abonnés op dit Blad, li»
voor t
I 400 bij overlijden,
j polissen vermeld, tegen'^ongelukkenverzekerd
f 500 bij levenslange ongeschiktheid tot werKen,
t «uO bij overlijden. 2SÖ b.j verlies van hand^
voet of oog, ISO bij verlies van een duim, I 60
bij verlies van een wijsvingerf 13 bij verlies van
eiken anderen vinger, 35 by breuk van boven
„/of onder arm en breuk van boven en/of onder
been. De uitkeering dezer bedragen wordt gegaran
deerd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings
bank-" te Schiedam. (De vóór 1 October 1911 uit
gegeven polissen zijn niet geldig.)
De Gemeentebesturen van HAARLEM, BEN-
NEBROEK, BLOEMENDAAL, HEEMSTEDE
en SCHOTEN maken bekend, dat ingevolge het
bepaalde bij artikel 1 en 3 van de Ministriëele
beschikking d.d. 29 September 1917 No. 751,
regelende de petroleum-disiributie, met ingang
van 1 Februari 1918
op bon 8 wederom 2 liter
petroleum verkrijgbaar wordt gesteld.
Deze bon is geldig tot en met 15 Februari
1918. 1744
De Directeur van het Gemeentelijk Levensmid
delenbureau brengt ter kennis van den MELK
HANDEL, dat door den Minister van L., N.
en H. de maximumprijs van m_lk geleverd aan
te Haarlem gevestigde melkinrichtingen en melk-
slijlers is
vastgesteld op f 14.50 per 100 L.
afgehaald aan boerderij of zuivelfabriek, terwijl
voor rijloon ten hoogste 1.25 per 100 L. in
rekening mag worden gebracht.
De Directeur voornoemd,
1743 F. DE JONGE.
De Gemeentebesturen van HAARLEM, BEN-
NEBROEK, BLOEMENDAAL, HEEMSTEDE
en SCHOTEN maken bekend, dat door den Mi
nister van L-, N. en H. is. bepaald
1. het vervoer uit eenig deel eener Gemeente
naar alle overige deelen des Rijks, hetzij in
of buiien die Gemeente gelegen, en de verkoop
en aflevering zijn verboden van
oud rood koper in alie soorten
oud brons in alle soorten
oud geel koper in alle soorten
benevens draaisel, snippers en ander afval
van nieuw rood koper, brons en geel koper;
2. het vervoer uit eenig deel eener Gemeente
naar alle overige deelen des Rijks, hetzij in
of buiten die Gemeente gelegen en de verkoop
en aflevering zijn verboden van BLOKKEN
EN STAVEN, verkregen door omsmelting
van alle soorten oud rood koper, alle soorten
oud brons, alle soorten oud geel koper of vap
draaisel, snippers en ander afval van nieuw
rood koper, brons en geel koper;
3. de verbodsbepalingen sub 1 en 2 gesteld zijn
niet van toepassing op hoeveelheden van ten
hoogste 15 K.G. voor zoover het vervoer en
de aflevering plaats vinden naar opslagplaat
sen van kleinhandelaren en tusschenhandela-
ren in oude metalen;
4. van de verbodsbepalingen sub 1. en 2. gesteld
kan zoo noodig onder daarbij te stellen voor
waarden, ontheffing worden verleend door het
Rijksbureau voor koper, Buienhof 8, YGra-
venhage;
5. vast te stéllen de
volgende maximumprijzen:
oud rood koper 3.50 per K.O.
oud brons in soorten „3.00
oud geel koper (messing)
geslagen of licht 2.00 w
oud geel koper (messing)
gegoten of zwaar2.50
af plaats van levering. 1744
De Geneeskundige Commissie voor de Distri
butie bericht. dat de toewijzing van melk, voor
zieken en zwakken, zoowel goedkoop als tegen
maximum-prijs zal worden herzien.
De Commissie zal daarvoor zitting houden in
het Gemeentelijk Levensmiddelenbureau voer hen
die in het bezit zijn van een bonb'lad:
No. 4501 tot 4851 a.s. Donderdagavond HALF ACHT
No. 4651 4801 a.s. Donderdagavond HALF NEGEN
No. 4801 4901 a.s. Zaterdagavond HALF ACHT
No. 4901 5000 a.s. Zaterdagavond ACHT UUR
Alleen in hoogst noodzakelijke gevallen kan
melk beschikbaar worden gesteld.
De bonbladen, uitgegeven voor de maand Ja
nuari, moeten worden medegebracht. Aanvragen
welke niet op bovenstaande data voor herzie-
nnig aan de Commissie worden aangeboden,
vervallen. 1743
Een veelbesproken kieskring in den lande, wel
ke reeds een jaar geleden zijn concept-statuten
voorbereidde, en eenige maanden later tot defini
tieve constitutie wilde overgaan en trots alles
toch nog steeds het eerst de koe bij de horens
vat en nimmer schroomt voor initiatief.
Zijn statuten zijn gehavend uit de debatten te
voorschijn gekomen, de eerste opzet, vooral van
art. 10 (candidaatsteiling) in verband met de
reglementen der Provinciale Kieskringen zal
achteraf de beste, althans beter blijken.
In Haarlem's Kieskring werd de eerste Katho
lieke groslijst in den lande gevormd. In een
vrijheid, welke aan wildheid grenst, hebben de
locale kiesvereenigingen hare candidaten voorge
dragen en prijken een kwart honderd namen op
de voorloopige lijst. De zelfbeperking van groote
localen, die het eerste spraken, heeft niet kunnen
voorkomen, dat andere zusters vier, vijf, ja tot
tien candidaten stelden. Een kleine honderd can
didaten werden gesteld, terug te brengen tot
ruim 25 verschillende personen. Waar de locale
kiesvereenigingen een getal van 35 bereiken, kan
het resultaat bij deze eerste proefneming, ons
niet verwonderen.
De volledige uitslag zal weldra bekend ge
maakt worden.
Uiteraard onthouden wij ons van eenige waar
deering over dit voorbereidende werk, de tijd
daartoe is nog niet gekomen, doch reeds kan
worden vastgesteld dat de taak van het Centraal
Bestuur buitenmate moeilijk zal zijn. Evenwel,
moeilijkheden zijn er om ze te overwinnen en zij
zullen overwonnen worden mitselke man in
den kieskring Haarlem zijn plicht doet, dat is,
steeds zakelijk blijve en het landsbelang verblnde
met de grootheid der R--K. Staatspartij.
Doch reeds kan één verblijdende zekerheid ge
noemd worden: Het georganiseerde R.-K. kie
zersvolk zal eensgezind medewerken tot de katho
lieke lijstformatie en in den Rijkskieskring Haar
lem zal zonder twijfel voldaan worden aan het
te Utrecht op 9 Juni 1917 gegeven bevel: „Eén
katholieke lijst in één kieskring".
Wilde of onafhankelijke kath. lijsten zullen ons
vreemd zijn. En opdat het georganiseerde kie
zersvolk zooveel mogelijk den wil van de kath.
massa zal uitbeelden, roepen wij onze broeders
nog eenmaal toe: Alle man lid van de R.-K.
Kiesvereeniging!
Woensdag a.s. opent katholiek Haarlem de
campagne 1918. Al wat Roomsch is in onze
strijdlustige stad zal naar de „St Bavo" komen
om onzen pat?r Borromaeus de Greeve te hooren.
De groote zaal zal te klein blijken. De oude geest
zal over ons vaardig worden onder de nieuwe
toestanden.
Wij stellen de siad ten voorbeeld aan heel den.
Kieskring, van Laren tot Wijk aan Zee, van
Aalsmeer tot Zandvoort: de tijd der actie is
aangebroken. Zelfs a'- is het voorbereidende werk
nog niet geheel voleindwij kunnen niet langer
wachten, de Propaganda kome aan het woord, de
Propaganda voor onze kath. lijst, zelfs al weten
wij nog niet geheel, hoe deze er uit zal zien. Des
te principiëeler. Men zij voorzichtig in de keuze
der sprekers voor de volksvergaderingen I Wij
doelen hier nog niet zoozeer op hun goeden wil
als wel op hun kennis. Geen stakkerige voor
lichting 1
Ondertusschen zal het Centraal Bestuur hand
aan hand met de vertrouwensmannen der Pro
vinciale kieskringen vele raadse's moeten oplos
sen. Men hebbe vertrouwen in deze besluiten.
De tijd van polemiek is voorbij. Elke locale kan
haar menschen op de Algemeene Vergadering
naar voren brengen en op de meerderheid inwer
ken Wat beslist wordt, dat is beslist. De voile
vrijheid van begin tot eind klemme tot tevreden
heid en genoorzaamheid, niet tot losbandigheid.
Dat ondertusschen steden en platteland hunne
kiesvereenigingen versterken. Dat ook het ver
trouwen der kiezers In hunne locale besturen be
stendigd blijve of groeie. want deze besturen
zullen een taak te vervullen krijgen. De tijd van
leiding is aangebroken. In volledige anarchie
kan geen machtige partij gedijen. Éénheid vóór
alles.
Wij verzoeken de locale nestuurderen en
aangewezen afgevaardigden over den toestanc
van heden en de groslijst-samenstelling hunne
gedachten te laten gaan, opdat zij beslagen ten
ijs komen. Wij verzoeken hen, als de dag der
algemeene kieskringvergadéring daar is, in
groofen getale te verschijnen. De besluiten dier
vergadering, gehoord de adviezen van het Cen
traal Bestuur, zullen ons wetboek vormen.
Geene partij dan alleenlijk de Roomsch-Ka-
tholieke (ook niet de S.D.A.P.) heeft het aange
durfd de kiezers in volle Vrijheid over hun afge
vaardigden te doen besluiten van het begin tot
het einde. Laten wij ons dit machtig blijk van
vertrouwen waardig toonen en in al onze beslui
ten, woorden en daden geleid worden door de
liefde voor de katholieke zaak, welke door geen
personenstrijd noch vermeende achteruitstelling
kan verbrokkeld worden. Indien wij daartoe moe
ten offeren, zullen wij offeren. Er zal geofferc
moeten worden waar wellicht twintig candi
daten moeten afvallen. Zoowel door die can
didaten zelf als door de kiezers, die hen op de
groslijst brachten. De veeiheid zij ons niet ten
vloek maar ten zegen, als de éénheid daardoor
sterker wordt saamgeperst. i
De vóórstrijd is voor ons de zwaarste.
Wanneer straks de eindstrijd begint tegen
neutraal, liberaal en socially, zal Katholiek
Groot-Haarlem machtig klauwen en slaan als de
leeuw, die sinds jaren zeker is van de overwin
ning.
Dan zal Katholiek Haarlemmermeer het
eenige katholieke district der beide Hollanden
den nieuwen strijd aangaan op oude wijze, thans
gesteund door Kennemer- m Amstelland, door
Haarlem en het Gooi.
Wij zullen de sterkste blijken van alle partijen.
En medezwoegen met de drie groote steden
van Holland, met de kieskringen, onze platte
landsbroeders, van Helder, Dordt en Leiden, om
te geraken tot het ongekende: tien Kath. Hol!an
ders He Kamerleden!
En geheel onze partijNaar de dertig!
Mr. BOMANS
ft Spionnage en Contra-Spionnage.
Er js een spionnage tusschen oorlogvoerenden,
waarvoor men eerbied kan hebben.
De officier, die, vermomd, het vijandelijke land
binnendringt en de stellingen des vijands onder
duizenderlei moeilijkheden tracht waar te nemen,
kan een held zijn.
Maar er is ook een spionnage in vredestijd,
die tot de meest verwerpelijke middelen behoort
en een der ongezondste uitwassen is der heden-
daagsche diplomatie.
De moreele afgrond, die zich opent bij een
schouwen in de diepten dezer spionnagediensten,
is huiveringwekkend. De „hoogere diplomatie",
die aan de touwtjes trekt, staat langs vele afda
lende trappen in verbinding met de diepst gezon
ken individuen. Houders van verdachte huizen,
vrouwelijke „artirien" van verdacht allooi, pu
blieke vrouwen enz. enz. staan in dienst van
deze spionnage, die voor geen middelen, tot zelfs
moord en geweldpleging, terugdeinst, om liaar
doel te bereiken.
TOT BIJWONING VAN DE
welke gehouden zal worden op
Woensdag 30 Januari-a.s.
des avonds 8 uur, in de groote
zaal van het gebouw „ST. BAVO"
Smedestraat.
SPREKER: de Eerw. Pater
BORROMAEUS DE GREEYE
Toegang vrij voor Roomsch-
Katholieke Dames en Hoeren.
voor Schoten en Haarlem,
Barieljorixetraat S7. TEL. 1770
HET BESTUUR DER R.-K.
POL. PROPAO AN DA-CLUB
Indien de strooming, welke aanstuwt naar vol
ledige openbaarheid der internationale bespre
kingen, alvast slagen kon in de uitroeiing van
deze spionnage, die gewoonlijk in verband staat
met de zoogenaamde „militaire attaché's" der
gezantschappen, zou zij reeds iets zeer belang
rijks hebben volbracht.
Gemakkelijk zal dat echter niet gaan, wan
deze moreele ontaarding der verspieding staat in
nauw verband met het onderling wantrouwen
der staten, dat weer een gevolg is van de gewel
dige overspanning der staats- en nationaliteits
idee onder den invloed der moderne pantheïs
tische leer over wezen en doel van den Staat,
Toch moet de strijd tegen deze abjectie worden
aangebonden. Want steeds meer beginnen ook
wij, Nederlanders, de gè/olgen van dit soort
spionnage, waarvan wij overtuigd zijn, dat ze
ook onder ons welig tiert, te ondervinden.
Nog pas hebben we het geval medegemaakt
der geheimzinnige verdwijning van Carl
Minster.
Dit geval is nu publiek geworden.
Doch uit eenige gevangennemingen van Ne
derlanders in Duitschland is ons van nabij ge
bleken, dat in tal van andere gevallen tot zelfs
het particuliere leven der enkelingen, wordt be
spied. En hoezeer de verspieding reeds in den
handel doordrong, bewijz'en de „zwarte lijsten"
der oorlogvoerenden.
Een ander sterk geval wordt nu door het
Wolff-bureau te Berlijn aan de Fransche verspie
ding ten laste gelegd. Wolff seint nl.:
Volgens een bericht uit Genève is door
den krijgsraad te Lyon de Nederlandscde
onderdaan Otten, die onder merkwaardige
omstandigheden m handen der Fransche
grenspolitie gevallen is, ter dood veroordeeld
en doodgeschoten.
Otten is 3 Maart 1880 in Nederland als
Nederlandsch onderdaan geboren; hij was
koopman te Hamburg en reisde vaak naar
Zwitserland. Zijn Nederlandsch staatsburger
schap heeft hij niet verloren, en hij is nooit
Duitscher geworden.
De arrestatie van Otten door de Fransche
grenspolitie had aldus plaats: op 1 Augus
tus 1917 verdween Otten spoorloos uit Genève.
Het bleek spoedig, uit nasporingen door zijn
vrouw ingesteld, dat Otten op een m.rorboot,
door Fransche politieambtenaren, tpef chloro
form verdoofden bewusteloos door Fransche
gendarmes in Heimoes, over de grens werd
gebracht. Hij werd eerst in de gevangenis te
Thonon, later in die te Lyon opgesloten.
Thans is hij ter dood veroordeeld en gefu
silleerd.
Ofsdioon het bericht van een Fransch-vijan-
dige zijde komt, zijn de bijzonderheden toch van
dien aard, dat een onderzoek door onze diplo
matieke vertegenwoordigers in Zwitserland en
Frankrijk niet mag uitblijven. Ook Zwitserland
zelf is hier in het geding.
Een gezamenlijk optreden zou eventueel over
wogen kunnen worden.
Litusschen lijkt de voorbereiding van wetge
vende maatregelen tegen welke spionnage hier te
lande ook, een zaak van urgentie.
Nou snap ik er toch werkelijk niets meer van!
Heel de Nederlandsche Pers, en ook gij, amice
hoo;dredadeur, blijkens uw Kameroverzicht van
Zateraag IJ., kiest partij tegen de Snijgrocn-
Maatschappij te Oouda, omdat ze f 180 per dag
heeft weten los te krijgen voor het liefderijk ber
oer gen van Belgische vluchtelingen.
Nergens in de pers zag ik deze maatschappij
en naren commissaris, den heer IJssel de Schep-
P:.r', }'eraedigd, afgezien van een beschroomd
siuk in de onbekende „Goudsche Courant".
Ln ui de Tweede Kamer ging hel al evenzoo;
nel eene lid schimpte al harder dan het andere
op deze maatschappij.
Hu vraag ik u toch, mijne heer en: waar blijft
op deze manier de roem van onzen oud-Holland-
schen handelsgeest? Waar blijft de onaantast
bare waarheid van onze kem-Hollandscht
spreekwoorden?
Zeiden onze voorouders niet: Zaken zijn
zaken." En is de Smjgroen-Maatschappij dan
soms iets anders dan een paalt' die „als zaak
moet behartigdworden?
Luidde een ander onzer spreekwoorden niet:
Zaken gaan voor het meisjeEn moeten we
dan nu niet logisch besluiten: Zaken gaan voor
de Belgen!"
Neen, nogmaals ik begrijp er niets, niets van!
Is dat nu een bewijs van onze hooggeroemde
Hollandsche -nuchterheid
Ik zeg u, mijnheer de hoofdredacteur: onze
goede naam als nuchtere zakenmannen staat
tegenover de geheele wereld op het spel.
De heer Ruys moge zich in de T weede Kamer
op het Zuiden beroepen hij een Zuiderling!
Maar wij weten nu toch allemaal wel dat
Brabant en Limburg het „donkere Ztuderi'
vormen.
Dal ze daar, bij menschen, die zich door een
oogmblikkelijke opwelling laten beheersclien,
kerkeh en andere gebouwen gratis aan de Belgen
afstonden, is slechts een bewijs voor de achterlijk
heid van de opvattingen dier beklagenswaardige
dompers.
Hier in ons verlichte, zaakkundige, nuchtere
Holland staan we toch boven dergelijke senti-
mentaliteiten!
„Het hemd is nader dan de rolf en de Smj
groen-Maatschappij is ons nader dan de vluchte
lingen uit dsn vreemde. Ik zou overigens wel
eens willen weten, of die heeren in het Zuiden
zich de haren niet uit het hoofd trekken, nu ze
hooren, dat de Snijgroen-Maatschappij J2i/2 pet.
dividend plus de noodige afschrijvingen, reserves,
tantièmes enz. enz. aan haar wijs beleid heeft te
danken.
Hel is gemakkelijk op dergelijke zakenmenschen
af te geven. Maar wil ik je eens wat zeggen,
amice hoofdredacteur?
In den grond van de zaak is dl dat geschimp
maar broodnijd. Die lui daar ih het Zuiden zien
nu in, welke goede kansen om een aardigen duit
te verdienen ze hebben laten voorbijgaan.
Door gebrek aan zaakkennis.
En, zooals het altijd gaat, nu schimpen ze op
de nuchtere zakenmenschen. die wèl van de gele
genheid vristen te profiteeren.
Alleen kan ik maar niet begrijpen dat zulke
nuchtere menschen als Cort van der Linden,
Beumer en De Savornin Lokman ook al in het
koor meezongen.
Helaas! Wij boelen in aan nuchterheid en
zakelijkheid in Nederland.
Waar moet het heen, als men zich reeds on
veilig moet gevoelenindien men door meerder
overleg en handigheid'zijn bezit weet te vermeer
deren?
O Nederland, let op uw saeck
JAN VAN OVERZEE.
WERELDBRAND-
DE VERJAARDAG VAN KEIZER WILHELM
EEN OFFENSIEF IN HET WESTEN AAN
STAANDE? UITBREIDING VAN HET FRONT
DER ENGELSCHEN - DE „GöBEN" BEHOU
DEN - NOG 'N OORLOG IN 'T KLEIN.
8 Keizers vierde verjaardag in den oorlg
is gisteren in Duitschland, in overeenstem
ming met do immer nog heersc'uendc droeve
omstandigheden, zonder groot vertoon, do h
op bijzonder indrukwekkende wijze gevierd-
Vlag gentooi en klokgelui vormden te Ber-
Roman van COURTHSMAHLER.
Geautoriseerde vertaling
floor H. B. VAN DER SANDE.
Als middel tot het doel. „Neen, Eva Ma
ne.Neen, niet daarvoor alleen!"
Maar omdat jou reinheid en lieflijkheid, je
eenvoudige bekoring en je echt vrouwelijk
gevoel my een weldaad was na de bittere
«•varjng met die andere. Ik begreep me
zftli met, wist met wat mij in je aantrok,
wijt het niet geieek op mijn vroeg eren harts-
ocht. V at ik voor jou gevoelde, wis zoo
■uiver en helder als een bron en ik wist
niet dat zóó de ware, liefde was. En ik
leelde mij in dat het vriendschap was en
bemerkte niet, hoe jij je vaster en vaster
met mijn wezen verband. Maar ik had je
lef, Eva Mar.e - nu weet ik. 'f, nu, terwijl
je van my bent weggegaan. En nu moet-
ik je weer terughalen, moet ik je bewijzen,-
dat ik je liefheb, opdat je lieve oogén weer
in geloovig vertrouwen in de mijne kunnen
zien. Ik laat je niet los, mijn fier, rein
meisje ik heb je lief!"...
Een steunend zuchten achter hem wekte
hom uit zijn smartelijk verlangende gedachten.
Hij' beheersclite zich ©n keerde zich om.
,/Waar is Eva Marie heen, mevrouw?"
„Ach, lieve hemel dus ,u weet 't ook
niet? Ilk hoopte dat 't in den brief zou
staan. Ik weet niets, zy heeft my niets ge
zegd en ieder spoor vernietigd. Ik heb reeds
alles doorzocht."
Armin fronste 't voorhoofd en perste de
lippen op elkander.
JWanneer is zij weggegaan," vroeg hij
haastig.
„Gisteravond met den laatsten trein."
„Heeft zij bagage meegenomen?"
„Al haar goed. Zij heeft reeds 's mid
dags, terwijl ik sliep, de koffers naar liet
station gebracht."
„Dan moeten we daar vragen naar welke
plaats zij een kaartje genomen heeft."
„lik was vanmorgen al aan 't loket. Zij
nam maar een kaartje tot aan het naaste
station en liet ook haar bagage maar zoo
ver gaan."
Armin dacht ingespannen na. Het naaste
station'was het kleine stadje. Daar kon men
moeilijk vernemen waarheen Eva Marie zich
begeven liai.in ieder geval moest het ge
probeerd worden. Als hij met den eerstvol-
genlen trein of met 't rijtuig daarheen reed,
was het misschien mogelijk uit te vinden,
waarheen een jonge dame in rouwkleding
gisterenavond een spoorkaartje genomen had.
Maar kon Eva Marie niot eerst heden
voormiddag velrder gereisd zijn? Wellicht
was zij dozen nacht in een hotel gebleven?
„Had Eva Marie handbagage bij zich?"
„Neen, de meid zegt, zij heeft enkel twee
groote koffers opgegeven en bij haar ver
trelc had zij niets in de hand dan haar
parapluie."
„Zij kan hoogstens 'n twintig of dertig
,;Was zij van geld voorzien?"
gulden bezeten hebben."
.Weer overlegde Armin een poos. Plotse
ling kwam hem iets in de gedachten.
„Voor eenige weken kreeg Eva Marie e:n
aanbidding, die zij beantwoordde en dezer
dagen moet zij. wel een brief met een ba-
noeming ontvangen hebben."
„Ja, gisteren heb ik liaar een brief ge
bracht!"
„Hebt u 't poststempel gelezen?"
„Neen, helaas niet."
„En ook van een vroege reu* brief wist u
niet, vanwaar hij kwam?"
„Ook dat niet. En Eva Marie heeft me
daar ook niets van gezegd. Zaj was helaas
tegenover mij altijd zoa gesloten. Ach, lieve
mijnheer von Leijden, wat is dat meisje
overkomen? Wat moet - er toch van wor
den? Ik heb dezen nacht van zorg en angst
om het kind geen oog gesloten."
Armin streek nerveus met de liand door
het haar.
„Ik verzoek u, vertel mij alles wat er
sinds mijn laatste bezoek in uw huis is voor
gevallen. Misschien brengt mij dat op een
spoor."
Mevröuw Delius begon nu onder steunen
en weeklagen een uitvoerig verslag. Zijf ver
wijlde natuurlijk lang bij; liaar gevoelens en
do beschrijving van hetgeen zij. had moeten
doorstaan. Maar ten slotte verkreeg Armin
toch een nauwkeurig verslag. En dat maakte
li-em Eva Marie's liarteleed nog duidelijker.
Altijd dieper voelde hij hoe lief zij hem ge
worden was. Haar leed vervulde hem mei
grenzenlooae smart, eai dat hij haar niet hel
pen, zelfs niet troosten kon, drukte-hem neer,
Tóen mevrouw Delius geëindigd bad, ver
zocht hij haar weer naar huis te gaan en
gaf bevel om in te spannen. Zij had Armin
loerende, zijdelingsche blikken toegeworpen
en vroeg nu deemoedig:
„U zult mij' toch wel toestaan dat ik voor-
loopig in ons oud huisje blijf wonen? Ik het
heek maal hot hoofd verloren en moet nu
eerst nieuwo levensplannen smeden."
„Asjeblieft, blijf daar. U doet er mij zelfs
een genoegen mee, als U daar blijft wonen.
Ik geef de hoop niet op, dat Eva Maria toch
nog mijn vrouw worat. Ik moet haar nu
eerst weervinden. Wellicht zendt zj u nog
bericht over fct'iar verblijf. In ieder geval
verzoek ik u te blijven wonen. Mocht Eva
Marie de een of andere meedeeling dopn,
clan vraag ik u direct om bericht. En nu
zult u me wfel willen verontschuldigen. Ik
wil mijnheer von Rippard in de aangelegen
heid inwijden. Wellicht koint hij nog op eeg
goed idée."
(Wordt vervolgd*}
I
n
NIEUWE HAARLEMSCH
COURANT
n
sa
va
sa
OU
«M
QU
üBaiiBaiiitaBBiBii
Ml
SI
aa
IB BSÜëSS 131
SIBSBgPBBI&San
Hiwusuruni
4
t