RUNDVLEESCH Opruiming Schoenen. Fa T. VAN VEEN z,ïïfS,s P. W. TWEEHUIJSEN, BUITENLAND De Distributie. DINSDAG 19 FEBRUARI 1918 42Ste JAARGANG 9604 DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOS HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,95; PER WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,30 De Directeur van het Openbaar Slachthuis maakt bekend, dat met ingang van 20 Februari de volgende maximum prijzen voor zijn vastgesteld. Hij verzoekt beleefd, elke overtreding van deze bepalingen zoo spoedig mogelijk ter zijner kennis te brengen. De Directeur van het Openbaar Slachthuis. G. T. VAN OIJEN. MAXIMUMPRIJZEN RUNDVLEESCH INGAANDE 20 FEBRUARI 1918. per K.G. per K.G. per K.G. per K.G. Chateaubriand en Biefstukhaas f 3;75 f 3,90 f 3,83 f 3,98 Haas 3,15 3,08 3,23" Biefstuk - 2.80 2.95 2,88 3,03 Contrefilet 2,80 2 95 2,88 3,03 Roasbief Rib 2,60 2.75 2,68 2,83 Dikke Lende 2,60 2,75 2,68 2,83 Rollade 2 60 2.75 2,68 2,83 Baklap 1,30 L45 L38 1,53 Riblap 130 1,45 1,38 1,53 Runderlappen, Runder gebakt. Klapstuk, Runderborst L30 1,45 1,38 1.53 Schenkel 1.30 1-45 1.38 1.53 Nier- en Slachtvet 1,40 1,40 1,40 1.40 0 30 0,30 0.30 0.30 Beenderen 0,10 0,10 0.10 0.10 Tong 2, 2, 2, per stuk per stuk p. stuk p. stuk Zwezerik f 0,50 f 0,50 f 0,50 f 0,50 per stel per stel p. stel p. stel f 015 f 015 f 0,15 f 0,15 per K.G. per K.G. p. K.G. p. K G. Lever f 0,50 f 0,50 f 0,50 0,50 per stuk per stuk p. stuk p. stuk Nieren f 0,50 f 0,50 f 0,50 f 0,50 per K.G per K.G. p. K.G. p. K G. Staart f 125 f 1.25 f 1.25 f 1,25 EERSTE BLAD Dit nummer bestaat uit 2 bladen n. (sjot.) D© stuurlui aan wal maken in allerlei bla den en redevoeringen al heel gauw uit, hoe de levensmiddelenvoorziening eigenlijk moffit worden aangepakt. Indien door dezen radicalen maatregel en door dezen maatregel alléén het vraag- ëtuk der levensmiddeienvoorziening afdoen de kon worden opgelost, zouden wij tegen toepassing ervan volstrekt geen bezwaar heb ben. Want in dit geval zou dan vaststaan, dat alle werkzaamheid der persoonlijk© vrijhsid 9 huidige tijdsomstandigheden ten OQge? 9 ^er gemeenschap zou strekken. Voor ls dit evenwel zel'fs in dezen tijd aller. m'"st bewezen. komt ons voor, dat in het geheel)© aa&stuk te weinig rekening wordt gehou- 911 met de verschillend© factoren, .welk© het ^teerschen. Ret is hier maar niet eenvoudig een vraag stuk van distributie. De eerst» ©n gewich tigste kwestie is de zorg, dat er g©. Doeg te diBtribueeren valt. Dit allerbelangrijkste vraagstuk nu ver. toont weer twee samenstellende, maar g©. heel onderscheiden onderdeel©n. Het eerste is de zorg, dat de productie van onzen eigen bodem zoo groot en veelvuldig mogelijk zij. Het tweedo is de zorg, dat die voortbreng, selen, welke niet of in niet voldoende mate, door onzen eigen boden» worden verschaft, ons uit het buitenland toevloeien. Deze beide vraagstukken zijn .veruit de voornaamste. Zijn deze opgelost, is er maar eenmaal voldoende voorraa d, dan kan do vendee ling; der voorraden niet meer zulk een buitenge,. ^°on bezwaar opleveren, jj^ïoe zullen we nu kunnen bereiken, dat bewerkers van onzen bodem: zich inspan. om zooveel mogelijk producten te telen, VftU Voor volksvoeding en de voedering J^odvee en varkens van belang zijd? is niet zoo gemakkelijk hierop te ant- woorden; maar dit is wel zeker: de alge meen© rantsoeneering is zeker niet het aan gewezen middel, om dit te bereiken. Deze zal veeleer den lust om bepaalde artikelen te telen bij den boer do-oden, daar ze gepaard gaat en moet gaan met maximumprijzen, wier vaststelling niet alleen de winstmarge aanzienlijk zal beperken doch, bij d© telkens wisselende prijzen en Loonen, die de boer zelf moet betalen bijna onmogelijk goed kan worden verriaht. Het is Zaak den boeren een prikkel te geven, opdat zij zooveel moge lijk graan, aardappelen en veevoeder telen. Hen premiestelsel is hier aan te beve len, maar nóg meer uitwerking lijkt ons te zullen "hebben het leggen van een Zeker verband tusschen de teelt van voor onze eigen volsvoeding noodig© gewas?en en de consenten van uitvoer voor gewassen, welke wij kunnen ontberen. Wat ons hierbij voor den geest zweeft is een stelsel', waarbij aan die verbouwers, die de meeste granen, aardappelen en veevoeder afleveren, tevens d© meeste consenten vcor uitvoer bijv. aan misbare groenten en peul- ruchten zouden worden verstrekt, waarbij uiteraard ook samenwerking van telers, al of niet in bestaande vereenigingen, mogelijk zou moeben zijn. Op deze manier zou° ook het best gezorgd worden voor ruilobjec ten in ons land, waardoor het ons mogelijk zou worden die voortbrengselen uit het bui tenland te betrekken, welke wij zelf hier in onvoldoende mate bezittensteenkolen, ruw- ijzer, machinerieën enz. enz. Ook deze factor wordt door de pleitbe zorgers eener algemeene rantsoeneering te zeer uit het oog verloren. Hoe zullen zij do arbeidslust dar landbouwende bevolking voldoende prikkelen, indien deze te voren weet, dat al de voortbrengselen van dien arbeid door de regeering in beslag genomen zullen worden, waarbij het 'risico groot is zooals de ervaring telkens opnieuw heeft bewezen dat de productiekosten den prijs der producten nog zullen overtreffen? De voorstanders eener algemeen© rantsoe neering zul.en eerst aannemelijk, moeten ma ken, dat zij daardoor niet alleen een eerlijk© distributie der aanwezige voorraden bevorderen, doch tevens d© tee 11_ van d© ook in de toekomst zoo hoognoodig© granen, aardappelen en veevoeders en van de onont beerlijke ruilobjecten, die ons in het bezit hioeten stellen van de. onmisbare steenkolen en andere behoeften onzer industrieën. Wij vreezen, dat zij al spoedig tot de ont„ dekking zullen komen, dat een consequente doorvoering van (hun stelsel' slechts moge lijk is door de invoering dar gedwongen teelt van bepaald© gewassen, dus tevens ook van den gedwongen arbeid voor de boeren- bevolking. Het bezwaar, dat een algemeene rantsoe- neeiing ontzaglijk veel geld zou kosten, geldt voor ons niet in deze benarde tijden. Indien zij werkelijk de eenig mogelijke oplossing is, om allen standen der maatschappij een behoorlijk rantsoen te verschaffen, dan mag dit bezwaar zelfs niet overwogen worden. Wij betwijfelen echter zéér sterk óf. die algemeene rantsoeneering wel de een: ge op. lossing is, wij betwijfelen zelfs of ze wel een oplossing is. Als het om veel geld kosten te doen is, dan zou het stelsel om naast de distributie de vrije markt in stand te houden, hun die hot betalen kunnen óók veel geld kosten, maar tevens dit onschatbare voordeelmsde. brengen, dat het geld uit de staatskas alleen zou worden besteed waar het noodig is en dat de aanbouw van tal van gewassen in belangrijke mate zou worden bevorderd. Bo vendien zou het euvel van den ketting handel, die thans zooveel waren aan de gemeenschap onttrekt niet doeltreffender kunnen worden be streden dan door het herstel der vrije markt voor een aantal voldoend aanwezige artike len of artikelen, die niet tot de noodzakelijk® levensbehoeften behooren. Het voorbeeld met de turf, die, hoewel1 bij honderden millioemen voorradig, slechts in zeer .beperkte mat© werd vervoerd, spreekt hier zeer sterk. Daarnaast dan echter een uiterst gestren- ge toepassing der rantsoeneering en distri. butie voor die onmisbare levensbehoeften des volks, waarvan de voorraden niet voldoen, de zijn, om ze op de vrije markt te kunnen brengen. En dit is dan d'e derde factor van belang de verdeeling der beschikbare voorra den. Ten deze dient men zich overtuigd te hou den, dat er aan de organisatie steeds heel! wat zal haperen. De gemeentebesturen zijn nog de best georganiseerde lichamen voor de verzorging der distributie. En toch moet het belasten dezer besturen met de verdeeling der levensmiddelen tot groote onbillijkheid leiden. Een slecht uitgerust p!attelands.g©m©ente- bestuur, dat al zijn arbeid met eenig© middel matige ambtenaren moet doen kan niet ge lijk worden gesteld met de voortreffelijk toe geruste, over tal van bekwame ambtenaren bescliikkende gemeentebesturen onzer groote steden. En al is het nu waar, dat door de samen trekking der distributie in één centrum dit bezwaar voor een deel wordt ondervangen, het verschil zal zich toch altijd bemerkoaar maken. Bovendien brengt, die samentrekking der distributie ook weer groot» vervoer- en an. dei© bezwaren mede, die bij artikelen als eieren bijvoorbeeld tot ©en bederf op groote schaal leiden. En nog tal van andere oorzaken, waaronder de onttrekking van waren aan de distri butie ten bate van den kettlnghandel een groote rol speelt, zullen steeds samen wer ken om de distributie van staatsweg© tot een zeer onvolmaakte instelling te maken. Wil men dit dan weer door strenger toe zicht gaan ondervangen, d m on.trekt men we derom werkknachtten aan den productieven arbeid zonder veel meer te bereiken dan een stijgende corruptie in d© lagere en vervol gens ook in do hoogere ambtenaarswereld. Besumeerend mcenen wij, dat he- practische vraagstuk der distributie naar de volgsudo regels dient te worden opgelost: lo. Vóór alles moet vaststaan, dat die nood- zakelijkö levensbehoeften, welk© in ons land niet voldoend© worden aan ge tee ld en waarvan ook uit hei bu tenland slechts beperkte voorraden binnenkomen, over alle Is ederlanders zonder onderscheid ge lijkelijk worden verdeeld wat de hoeveel heid aangaat; 2o, ten einde te kunnen bereiken dat die hoeveelheid zoo groot mogelijk worde, is het noodig de teelt dezer lovensmidde Ien te bevorderen; een premiestelsel en bevoorrechting met consenten tot uitvoèr voor hen, die de meest© noodzakelijke levensmiddelen voor mensch ©n dier aan de regeering afleveren, lijken de beste middelen daartoe; 3o, dezo beide middelen en de instandhou ding der vrij© markt naast de distri butie ten opzichte van die (artikeien, waarvan de voorraden voldoende zijn, of die niet tot de noodzakelijke levens behoeften behooren, schijnen in staat de teelt en de voortbrenging der noodige ruilobjecten voor buitenlandsche waren, die wij niet kunnen missen, te bevorde. ren. Als bijkomstige middelen verdienen dan zeker nog overweging het beschikbaar stel len van volkstuintjes op veel grooter© schaal dan dusver; de staats-exploitatie val: woeste gronden; een ruimer gebruik van onzen goud. voorraad ter verkrijging van goederen uit het buitenland; uiterst gestreng optreden tegen den kettinghandel enz. .Wij meenen, dat door een .verstandig© to®. Kleeding en iVleubelmagazijnen- passing van dergelijke maatregelen méér ten bate der volksvoeding zal worden bereikt dan door de eenvoudig lijkende, doch in hare gevolgen onoverzienbare rantsoeneering van- alle levensmiddelen, welke men ook onzo Katholieke arbeiders wil deen eischon, zonder echter aan te toonon, dat daardoor ©en werkelijke en blijvende verbetering van den toestand zal worden bereikt. Wij althans leven nog altijd in afwachting van het betoog, dat ons overtuigen zal van de zegenrijke gevolgen, welke een algeheele overdracht der levensmiddelenverzorging aan den Staat zou medebrengen. Het binnenkort te verwachten debat in de Tweede Kamer zal, naar we nopen, op dit vraagstuk meer licht werpen. P. Barteljorissiraat 27. TEL. i77«l 11 „Volk' '-dem agogie. Toen de „Tribune" dezer dagen boven een artikel schreef „Allemaal één tenue, één vreten, éen woonhok". wees „Het Volk" op de fraaiheid van dit opschrift. Het blad durft niet alleen in ophitserij der massa docb ook in woordenkeus de concur rentie met de „Tribune" wel aan. Onder het zeker even fraaie opzicht: „Ze krepee- ren nog niet" tracht het blad iets aan te voeren tegen de onwederlegbare cijfers der sterfte- en der kindereterfte-statistieken over het jaar 1917. Het klagelijke resultaat van dit pogen is waarlijk een zóó ellendig en laaghartig stuk je demagogie en volksmisleiding, dat wij het hier eens in zijn volle minderwaardigheid ten voeten uit te kijk willen stellen. Het stukje „Volk"-polemiek luidt: Zo krepeeren nog niet! De katholieke „N. Haarl. Crt." vindt dat de sociaaldemokraten een schandelij ke demagogie drijven met hun klachten over de levensmiddelenvoorziening en dat de katholieke en protestantscho'ar beiders niet mogen meedoen met de so ciaaldemokraten aan aktie tot gron dige verbetering der levensmiddelen- voorziening. Want uit de sterftestatis- tiek heeft dat blad afgeleid, dat die le vensmiddelenvoorziening nog zoo slecht niet is. Immers de algemeene sterfte zoo wel als de zuigelingensterfte waren in de laatste maanden van het vorige jaar lager dan in dezelfde maanden van 1916. Wel was de zuigelingensterfte in 1917 hooger dan in 1916 en verdonkeremaant het blad do cijfers, waaruit blijkt, dat ook de algemeene sterfte in dat jaar hooger was dan het jaar te voren, maar de cijfers van September-December wa ren dan loch maar lager. Wel weet liet blad natuurlijk zoo goed als wij, dat ver gelijkende cijfers 'slechts waarde hebben, als ze op een eenigszins ruim tijdsver loop betrekking hebben en dat maandcij- iers dus al heel voorzichtig gehanteerd moeten ^worden, maar toch, die laatste maandcijfers zijn lekker „wreed voor de socialisten" en de vrome redakteur wrijft zich de handen van pleizier, niét omdat er minder mensbben en kinderen sterven, maar omdat hij een paar cijfertjes tegen de socialisten meent gevonden, te heb ben. Wat zeggen de katholieke arbeiders hiervan? Wat zeggen zij ervan, dat een katholieke krant agitatie tot verbetering der levensmiddelen niet noodig aeht, om dat menschen en kinderen nog niet kre peeren van den honger? Wat zeggen zij van zoo verheven christelijke naasten liefde? Wat zeggen zij van dezen hoon? Wat de katholieke arbeiders ervan zullen zeggen, weten we niet. Soms kennen we hen slecht terug en bespeuren we den invloed der volksophitsers, di© in deze benarde tij den al zéér gemakkelijk spel hebben, ook in hunne houding. Maar het zou ons toch al bijzonder tegenr vallen, indien zij de grove demagogie van dit stukje „Volk"polemiek niet doorzagen. In het opschrift en het slot stelt het blad hetgeen wij schreven zóó voor alsof wij had den gezegd: het is al heel mooi, dat de men sehen niet sterven van den honger. Maar „Het Volk" weet heel goed, dat wij uit de cijfers deze conclusie trekken de ge zondheidstoestand van ons volk is na drie jaren oorlog nog bijzonder gun stig, en dit moet der regeering als een ver dienste worden aangerekend. Immers uit het lage sterftecijfer, vooral in de wintermaan den, blijkt niet alleen dat de menschen niet „krepeeren van den honger maar er blijkt ook uit, dat er van ernstige ondervoeding geen sprake was in 1917, want ernstige ondervoe ding veroorzaakt dadelijk een grootere sterf te vooral onder de zwakkeren en zeker bij de zuigelingen. Onze conclusie ten deze stemt overeen met het onderzoek van de Haarleinsche school arts, die ook nu nog bij de schoolkinderen geen ondervoeding kon constateerem. Wij hegrijpen, dat deze feiten „Het Volk" hoogst onaangenaam zijn nu de straat moet worden opgeroepen tegen de öok door ons niet ontkende fouten der distributie. En omdat het blad er n i e ts tegen zeggen kan, begint het te schelden, en, om de Room- sehe arbeiders te kunnen ophitsen, een vol strekt valsche voorstelling te geven van het geen wij schreven. Dat is *de gewone methode van hen, die gebrek aan argumenten hebben. Maar, t is waar: „Het Volk" heeft ook nog wat gepulkt aan de gegeven cijfers. W ij zouden het jaarcijfer der sterfte over 1917 opzettelijk ver don k erema and hebben. Och arm! Hier is het jaarcijfer over 1917: het be draagt 13.18 tegenover 12.93 in 1916. Dat be- teekent dus, dat er in 1917 op de 100.000 -in woners 1318 stierven tegenover 1297 in 1916. Dit verschil, dat weet nu juist „Het Volk" zéér goed, is zóó onbeduidend, dat er geen enkele conclusie uit te trekken valt, te meet omdat het bijna uitsluitend is toe te schrij ven aan de twee eerste maanden des jaars. En het beste bewijs, dat dit zeer kleine ver schil van 0.25 per 1000 inwoners geenerlei be- teekenis heeft is het lagere cijfer der zuige lingensterfte over 't geheele jaar, dan zelfi in 1914 en 1915. Niet wij, doch juist „Het Volk" baseert zijn tegenwerpingen op de cijfers van eenig© maanden. Wij beroepen ons volstrekt niet op het cijfer van een© maand, doch in do eerste plaats op het geheele jaarcijfer en in da tweede plaats op de buitengewoon lage cij fers der 5 laatste maanden van het jaar, waarin de ontberingen dan toch zeker het grootst zijn geweest. Uit een aaneenge sloten tijdperk van 5 maanden dat ©en sterftecijfer aanwijst v an 10.8 0, tegenover e©n i t«r f- t«ojfer van 11.9 4 ln het zelfde tijdperk van 1916 mag men toch zeker de conclusie trekken, dat do roestand der volksgezondheid niet achteruit gegsan is. Wij herhalen: deze cijfers zijn wreed voor de socialistische agitatie. Dat blijkt nu nog eens ten duidelijkste uit de wijze, waarop „Het Volk" ertegen re ageert. "WERELÖBfJAMD EEN HISTORISCH MOMENT - DE VIJANDE LIJKHEDEN UP HET RUSSISCH FRONT OP NIEUW BEGONNEN UPMARSCH DER DUITSCHERS tN RUSLAND - DU1TSCHE HULP VOIR UKRAINE HET WESTELIJK FRONT - VOORBEREIDING TOT HET GROOTE OFFENSIEF. Sedert liet uitbreken van den oorlog in 1914 hebben wij al herhaaldelijk historische momenten ^'oorleefd. Het waren de oo^ n- blikken, dat de ultimatums en daarna de oorlogsverklaringen werden verzouden; het waren tijdstippen waarop de eerste vijande lijkheden begonin; het waren de dag; n waarop d©7 raus Zijn redes encycliek (je wereld inzond en later zijn vredesnota s deD strijaende volken voor.egde; het waren de herhaalde momenten, waarop Wilson en ook de centralen ieder op hun beurt den toe- komstigen vrede bespraken; maar vooral, dacht men, was de löde December 1917 een dag van historische betcekeuis: toen toch voor het Russisch front een wapeustil- standsverdrag ge. eek end was ter voorberei ding van een afzonderlijken vrede, die do voortooper zou zijn van den aigemeeuen vrede. Een historisch moment van gelijke betee- kenis was het ook gisterenmiddag 12 uur, toen na al de vergeefsche pogingen om vrede te sluiten de vijandelijkheden tus schen Duitschland en Rusland weer begon nen. Zooals wij verwachtten zijn de Duitscliers gisteren direct met hun operaties begonnen, waarbij zij een makkelijke taak hadden: „ln oprnarsch naar Duuaburg, zoo luidt het eerste Duitsche logerbericht over den hervatten strijd, is de Duna zonder gevech ten bereikt. Door de Ukraine in haar zwa- ren kamp tegen de Groot-Russen ter hulp geroepen hebben onze troepen den opmarscli in de "richting van Kowel aanvaard. Do Kussen blijken dus nog nergens ecni- gen tegenstand te bieden en het is ook niet te verwachten, dat zij dit al spoedig zullen doen, wijl het Russische leger'al te zeer ge desorganiseerd is om eenige beteekenendc kracht te ontwikkelen. Bovendien hebben de Russen al reeds een ontzaglijke taak to verrichten om in de binnenlandsche aan gelegenheden eenigen regel te brengen. Voor de Duitscliers is deze toestand des te voordoeliger omdat zij het thans zonder der steun der bondgenooten moeten stellen bij hun opmarsch in Rusland. De Oostenrij kers toonen zooals wtü gisteren ai deden Afgehaald Niet afgehaald Ritueel ge slacht vleesch Ritueel ge slacht vleesch a.d. winkel a.d.winkel afgehaald a.d. niet afgehaald a.d. winkel winkel 3- 9 Hutspot 4 2, e r Alle betalende abonnés op dit Blad, In het bezit wan een Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor f 500 bij levenslange ongeschiktheid tot werken, f 400 bij overlijden, f 200 bij verlies van hand, voet oi oog, f 100 bij verlies van een duim, f 60 bij verlies van een wijsvinger, f IS bij verlies van eiken anderen vinger, 35 bij breuk van boven en/of onder arm en breuk van boven en/of onder been. De uitkeering dezer bedragen wordt gegaran deerd doofde „Hollandsche Algemeene Verzekerings bank" te Schiedam. (De vóór 1 October 1911 uit gegeven polissen zijn niet geldig.) Rantsoeneer alle levensmiddelen, zoo luidt de oplossing. Levering van ALLE GOEDEREN op gemak kelijke betalingsvoorwaarden. CONTANT 5 pCt. korting. 5310 2014

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 1