Vissschdislributie Haarlem.
REOEERINfiS-AARDAFPELEN.
Opruiming Schoenen.
HET LEVENSMIDDELENDEBAT.
BRANDSTOFFENSAJET
BUITENLAND
FA T. VAN VEEN
P. W. TWEEHUIJSEN,
l
21la ons Schapenvleesch
Laatste gelegenheid
HET VREDESVRAAGSTUK.
Nu
VRIJDAG I MAART 1918
42STE JAARGANG 9577
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,95; PER WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2,30
l;
HEEMSTEDE.
Sajet te koopen.
WÊRELDBKAND
VAN DE FRONTEN - INGRIJPEN VAN JAPAN
IN SIBERIE? - JAPAN EN DE ENTENTE.
DE REDE VAN BALFOUR - BESPREKING
VAN HERTLING'S REDEVOERING - GEEN
VREDESONDERHANDELINGEN NOG - DE TOE
KOMST VAN BELGiE - DE VIER GROND
BEGINSELEN VAN WILSON VOOR DEN VREDE
- DUITSCHLAND'S POLITIEK D£ NIEUWE
VREDESONDERHANDELINGEN MET RUSLAND
DE ONDERHANDELINGEN METROEMENIE
MISLUKT? OM DE DOBROEDSJA GEEN
TROONSAFSTAND VAN KONING FERDINAND.
ZIJLSTRAAT19
- HAARLEM.
ECieedïng en Meubeimagazijnen
Bai*teijorissti»aat 27. TEL. i77c
DUITSCHLAND
DE NIEUWE GROOTHERTOG VAN
MEOKLENBURG.
r
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Alle betalende abonnés op dit Blad ln het bezit
van een Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen
op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd
voor f 500 bii levenslange ongeschiktheid tot werken,
400 bii overlijden, f 200 bij v-. 'ies van hand,
voel of oog, '00 bi) verlies van een duim, 60
bij verlies van een wijsvinger, f 15 bij verlies van
eiken anderen vinger, f 35 bij breuk van boven
en/of onder arm en breuk van boven en/of onder
been. De uitkeering dezer bedragen wordt gegaran
deerd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings
bank" te Schiedam. (De vóór 1 October 1911 uit
gegeven polissen zijn niet geldig.)
verkrijgbaar in het gebouw „SINT BAVO"
ingang MORINNE.STEEG op Zaterdag a.s.
tusschen lOVz en 5 uur.
Op vleeschbon no. 2 van de vleesch-
kaarten letters M tot en met Z. pi09
BOUT por pond 90 ct.
LA ViSV.LEESCH per pond 80 ct.
tot AFSTEMPELING van Brandstoffenzegels
op Maandagavond 4 Maart in bet Lokaal
voor Christel, Belangen en Dinsdagavond
5 Maart in Politiepost van 79 uur.
Op die avonden is tevens gelegenheid
voor houders van nog niet afgeloopen sajet-
kaarten
Woensdag 6 en Donderdag 7 Maart
3118 GEEN ZITTING.
De Directqpi van het Gemeentelijk Levens
middelenbureau te HAARL EM brengt ter
kennis, dat op BON NO. I (één) van de
gele kaart mei ingang van Zaterdag 2 Maart
tegen den gewonen prijs zal worden verstrekt
4 K.G. Zand- en Veenaardappelen.
Bon no. 1 is geldig tot en met Zaterdag
9 Maart.
Na 2 Maart is bon no. 6 niet meer geldig-
De Directeur voornoemd»
3125 F. DE JONGE
Nóch uit het Oosten, nóch uit het Westen,
9 nóch uit het Zuiden is iets belangrijks van de
fronten gemeld.
De Duitsche opmarsch in Rusland is dus,
ófwei wegens den ondervonden tegenstand der
Russen, ófwel in opdracht der legerleiding
als antwoord op het verzoek om een nieuwen
wapenstilstand? tot staan gebracht.
Of is het slechts een tijdelijk oponthoud, ten
einde de troepen op verhaal te laten komen en
dan straks weer met versneld tempo het gfoote
Russische-rijk verder binnen te rukken? Of zien
de Duitschers zich genoodzaakt een versterkte
frontlijn aan te leggen, wegens de mogelijke
Interventie van Japan ia Rusland?
Allemaal vragen, welke de gebeurtenissen die
11U aanstaande zijn, zullen beantwoorden. Zoo-
Wel de al- of niet-vredessluiting te Brest-Litowsk
als de onderhandelingen der geallieerde diplo
maten te Tokio over een ingrijpen van Japan in
de Russische aangelegenheden, zal daarop van
invloed zijn.
Volgens de „Petit Parisien" is Japan ongerust
over de plannen der Centralen, Rusland te on
derwerpen en te koloniseeren, en meent het in
de richting van Siberië en den Oeral actief te
moeten optreden, om den druk, welke zijn belan
gen dreigt tegen te houden.
De actie, zegt het blad, is reeds voorbereid
en zal uitgevoerd worden in overeenstemming
met de geallieerden, vooral met Engeland en de
Vereenigde Staten.
Blijkens een bericht van de „Associated Press"
staat het evenwel nog niet vast, dat de gealliëer-
den zullen samenwerken. Men herinnert zich dat
er nog altijd een soort Japansch-Amerikaansche
kwestie bestaat en dus ligt het voor de hand, dat
de besprekingen niet zoo vlot konden afloopen
sis de „Petit Parisien" het doet voorkomen.
Het voorstel van Japan, aan Amerika en de
Entenie-mogendheden, tot het voeren van geza
menlijke militaire operaties in Siberië, teneinde
de groote hoeveelheden levensmiddelen en de
opslagplaatsen te Wladiwostok en langs den Si-
berischen spoorlijn te beschermen, werd, toen het
voor 't eerst op liet tapijt werd gebracht, door
Amerika dan ook niet aanvaard. 1
Maar nu er verschillende veranderingen in de
concept-overeenkomst zijn aangebracht, verwacht
men ook ln Washington, dat de regeering aldaar
haar houding zal wijzigen. Of zij evenwel op het
voorstel zal ingaan, is nog niet zeker; de regee
ring heeft tot nog toe geweigerd offiriëele in
lichtingen te geven.
H,J?Paa beschouwt den toestand in Siberië van
i&le" aard> dat hij eenige maatregel ter bescher-
g van de voorraden rechtvaardigt, zelfs wan
neer deze een militaire actie van Japan tengevol
ge zou hebben.
Japan wil samenwerking met de entente en de
Amerikaansche troepen en door de verschillende
kabinetten wordt thans overwogen of Japan zal
worden toegestaan alleen op te treden of dat er
een gezamenlijke operatie zal zijn.
Een kort Reuter-telegram, dat wij gisteren
reeds in ons overzicht hebben .ingielasont,
stelde ons in kennis met een verklaring van
den Engeischen minister van buitenlandse!!©
zaken, Balfour, waarin hij ze:de, dit de vrede
door Hertling's rede"niet naderbij is geb ackt,
wijl zij geen grondslagen bevat e waarop de
onderhandelingen kunnen worden begon,
nen.
De rede, die Balfour hield, bedoelde in
antwoord te zijn op dooi' den liberaal Holt ge
leverde critiek op de Engielsche buitenland
se he politiek. Ba'four besprak daarin uitvoe
rig de redevoering van V011 Hert ing. Duitrch-
lland's rijkskanselier.
Spreker legde er den nadruk op, dat op liet
oogenblik de diplomatie ter zijde was gez t.
Het is volkomen duidelijk dat dit liet geval
is voor zoover het de onderhandelingen tus.
schen de oorlogvoerenden betreft, .en dat is
het eenige waar we thans mede te maken
hebben, tenzij er zooveel toenadering tus.
schen beide partijen zou zijn te constateeren
dat goede resultaten van diplomat'eke bespre
kingen zouden zijn te verwachten. Ik vrees
en ik zeg dat met diep leedwezen, dat alles
er op wijst dat we tot dusver nog niet die ge
lukkige phase hebben bereikt.
In die overtuiging meen ik dat de oorlogs
wolken zich nog zwaar boven de gebeele
beschaafde wereld samenpakken en dat de
zon, van den naderenden vrede nog niet be
gint door te breken. Wij zouden ons zelf
misleiden als we met de rede van Hert i mg
voor ons, zouden meenen dat dit laatste w©J
het geval is.
Holt meent dal, de rede van Hertling een
bevredigende grondslag voor onderhandelin
gen is en hij meent dat blijkbaar omdat Hert
ling de vier voorsteken van president Wilson
aanvaardde. Hij vroeg daarbij of de regeer ing
bereid was even ver te gaan. Ik had nooit
gedacht dat ik in dit.Huis nog eens zou moe
ten verklaren, dat ik wat den geest van deze
vier voorstellen betreft, ©r volkomen me©
instem.
Voordat spr. echter verder inging op de
juiste beteekenis die aan Hertlingw aanvaar
ding der voorstellen is te hechten, wilde hij
eerst iets zeggen óvuf België. Voor zoover
spr. wist, was Holt, buiten Duitschland en
de Duitsche landen, de eenige- die Hertling's
verklaring over België beviedigend zou wil
len achten Er zijn, zei de Balfour, ve.le vraag
stukken behalve het Belgische, die op de
vredesconferentie moeten worden ger gjld en
die nu de natiën van Europa verdoelen.
Volgens Baifour heeft Duitschland in de
kJivestie betreffende België slecnte te vol
gen: te erkennen p.l. dat men gezondigd heeft.
Dde erkenning heei'l de vroegere kanselier
gegeven, jna-ar wat mcD nu heeft ie doen
is te zeggen: „Daar ik heb gezondigd, zal
ik mijn zonde goed maken. Ik zal terugge
ven wat ik nooit zou moeten hebben genomen
en ik zal dat natuurlijk doen zonder eenige
voorwaarde." Wat doet nu echter de staats
man, ê'ie blijkbaar de instemming heeft, van
den heer Holt? Hij zegl: we willen België
hersteilen, we begieereii er niet te blijven,
maar wij moeten zorgen dat het niet ©en
terrein wordt van vijandelijke machinajën.
Wanneer echter België zulk een terrein was
waarom veronderstelt Duitechiand dat he. zuik
een terrein zou worden? België was het slacht
offer en niet de bedrijver van deze -mis
daden. Waarom moei het gestraft worden,
omdat Duitscldand echuidig ia? Welke voor
waarden heeft Hertling op het oog als hij
zegt dat België niet langer net terrein van
vijandelijke intriges moet. zijn?
Holt vraagt thans mijn oordeel over do
vier grondbeginselen van Wii-on's rede. Wij
moeten overwegeft, hoeverre de woorden van
Hertling met de practijk in Duitschland over
eenstemmen.
Het eerste beginsel is dat van volkomen
rechtvaardigheid. Dat is ook het leidende
beginsel voor de Duitsche buitenlandsche en
militaire politiek. Hoe beschouwt Hertling
echter de quaestie Elzas-Lotharingen? Ik kan
my met voorstellen, dat een man* die begrip
pen van volkomen rechtvaardigheid zegt te
omhelzen, zegt: „Er bestaat geen Elzas-Lo-
tharingsche quaestie. Daarom willen wij bij
de komende vrede niet eens daarover spre
ken."
(Besohouwt men het tweede punt: dat geen
grondgebieden van den ©enen souverein naar
den ander gekaatst zullens worden.
Nog in de laatste weken hebben wij een
zeer reoent voorbeeld gehad van de grens
regeling met de Oekrajine, die zooals Holt
wel weet, een storm van verontwaardiging
gewekt heeft onder de Polen, al moge die
veronachtzaamd kunnen worden in het deel
van Polen dat aan Duitschland onderworpen
Wat het derde punt betreft zegt Hert
ling dat het machtsevenwicht een min of
meer veronderstelde stelling is. Hij zegt dan
verder, dat Engeland die steeds benut heeft
voor uitbreidingsdoeleinden, doch dat is een
met de historie in strijd zijnde opvatting.
Engeland is er eenige keeren voor ten strijde
getrokken, om Europa te behoeden voor da
overheersching van een of andere overmach
tige natie.
Zoolang het Duitsche militairisme niet tot
het verleden behoort, zoolang dat ideaal niet
is bereikt dat er een internationaal hof zal
zijn toegerust met uitvoerende bevoegdhe
den, zal het nooit mogelijk zijn de beginse
len op te geven die aan den strijd om het
machtsevenwicht ten grondslag lagen.
Balfour wees er verder op, dat Hertling
zich ook aansloot bij het beginsel dat alle
vredesregelingen moeten ge-chicden in het
belaug en ten hate van de betrokken be
volkingen. En ln dat verband wees hij dan
op de verklaring van Hertling, dat Arme
nië, Palestina en Mesopotamië aan den Turk
moesten worden hergeven. Zou dat in het
gelang en ten gunste der bevolkingen 1
Spr. kwam op tegen de beschuldiging dat
Engeland door eerzuchtige bedoelingen werd
geleid toen het Mesopotamië en Palestina
binnenviel en beschuldigd op zijn beurt
Turkije, dat den oorlog begon zich te heb
ben laten leiden door eerzuchtige bedoelin
gen, het bezit van Egypte, n.l., dat Duitsch
land het had beloofd.
Na de behandeling van de vier beginselen
van President Wilson en Hertling's aanvaar
den van deze, sprak de heer Balfour nog
kort over de Duitsche politiek ten aanzien
van Rusland. Spottend wees de minister daar
bij op de bewering dat de Duitschers in
Rusland optraden ter bestrijding van ge
weld en verwoesting; zij, die immers
juist in het Westen geweld en verwoesting
brengen. Ylaarom doet menschelijkheid een
zoo krachtig beroep op Hertling als hij het
over Rusland heeft, en waarom wordt ze
vergeten als het over België gaat?
19e zaak is, naar Balfour meent, eenvou
dig deze, dat men veor zijn politiek een
voorwendsel behoeft; als men België wil bin
nen vallen^ is dat militaire noodzakelijkheid,
als men Koerland wil binnen vallen is dat
om gruwelen en verwoesting te voorkomen.
Blijkbaar had Balfour hier niet Koer'and
doch Lijfland en Esthland op het oog; im
mers Koerland 13 reeds sedert lang door de
Duitschers bezet. Doch vreemd valt het niet,
dat Balfour zich vergist als men weet dat
deze Engelsche minister al meer blijk heeft
gegeven van een zekere „slordigheid" in zijn
redevoeringen, waar het de bespreking van
buiteulandsch beleid betrof. Nog geen 14
dagen is het geleden, dat de „Daily Chro
nicle" hem daarover scherp critiseerde, toen
hij het Huis verbaasde door het feit, dat
hij zelfs den tekst niet kende van het com
muniqué van Versailles, en daarna door te
verklaren, dat graaf Czernin iu zijn rede
voering geen melding maakte van de voor
waarden van president V\ ilson, terwijl Czer
nin juist utreeng Wilson's redevoering §h
diens vredesvoorwaarden had besproken.
De algemeene indruk, welke Balfour s re
de overigens maakte, is deze, dat men «-an
de overzijde van het Kanaal nog niots wil
weten van eén diplomatieke samenspreking
der grondslagen, waarop de vrede zal ge
bouwd moeten worden.
Mogelijk ie nog en wij hopen voor het
gemartelde menschdom dat dit weldra zal
blijken het geval te zijn Lat Wilson
meer waarde hecht aan Ozernin's en vervol
gens nu ook aan Hertling's redevoeringen,
waarin door deze beiden instemming is be
tuigd met Wilson's grondbeginselen voorden
vrede.
inmiddels zijn de Russische gedctegeerlen
gister-en te Brest-Lite wak aangekomen en zijn
aldaar de nieuwe onüerhamdei.ngen tusschen
de Centralen en de Russiscu© gedelegeerden
begonnen. Men zal dus weldra de ondertee-
kening mogen verwachten van het tweede
vredesverdrag; want het iaat zich nio, aan
zien, dat Rusland nu weer zjn woord zal te
rugnemen, tenzij men in St. Petersburg m©*r
vrees heeft voor «de Japansch© interventie
dan wél voor het verder binnenrukken der
Duitsche troepen. Op verrats, ngen van dien
kant moet men altijd voorbereid blijven.
Immers, is het nu weer ge,en verrassing/dat
noch Lenin, noch zelfs Trotzky deelnomen
aan de nieuwe conferenties? i>e Russiscu©
delegatie bestaat nu uit SokaLnikofminister
van binnenlandsohe zaken, a.s ie.der, Petrows-
ki, ïïsjitsjena en Kar-P'a&u, Joffle en AJe.rejef,
admiraal A ft va ter, Damlof, Adaski en Lip ki
van den gener&len s^' Ttereterkowitsj ©u
de noodige secretarissen en stenografen. De
naaste toekomst zal ons evenwel leeren of
de Russen thans werkelijk tot de onder to
kening van het historisch vredes-document
zullen overgaan.
Met Roemenië hadden de voorloopige be
sprekingen, welke m©! generaal- Averescu wer
den gevoerd, aanvankelijk geleid tot een
overeenkomst, ingevolge w©lke de Üosten-
rijkache minister van buitenlandsche zaken,
graaf Czernin, den 2/sten Februari op liet
nog door Roemeensche troepen bezette ge
deelte van Roemenië, ©en onderuoud m«t ko
ning Ferdinand had. In overeenstemming met
do bondgenooteu deelde graaf Czernin den
koning de voorwaarden mede, op welke de
vierbond tot vrede bereid is.
Van 'skonings antwoord zou dus afhangen,
of een vreedzame oplossing mogelijk was.
Intusschen echter schijnt het, dat het ant
woord van den koning niet eens behoefde
te worden afgewacht om te concluderen,
dat de onderhandelingen mislukt zouden zijn.
Zoowel uit Berlijn ais uit Weeneu wordt
gemeld, dat de kans op vrede met Roemenië
niet veel verwachtingen meer biedt.
Volgens bericht uit Berlijn aan de „Köln.
Volks Ztg." hebben de onderhandelingen het
daarheen geleid, dat van de zijde der Cen
trale mogendheden een onderbreking moert
volgen. Op het oogenblik kan men nog idet
overzien, zegt het blad, of het tot een af
breken der onderhandelingen za! komeii of
niet. In Ieder geval staat vaat, dat de Ro,>
meensche onderhandelaars, nog steeds onder
den indruk verkeeren, dat men van de zijd©
der Entente bereid is hen sterke militaire
hulp te verleenen.
Wanneer het tot een mislukking der on-
Levering van ALLE GOEDEREN op gemak»
kelijke betalingsvoorwaarden.
CONTANT 5 pCt. korting. 2047
derhandelingen komt, ligt, zooals reeds heulen
moet worden vastgesteld, de sc'iu'd daarvoor
niet bij Duitschland. Onze eischen z.jn slechts
van zuiver economischen aard. Daarop zou
de Roemeensche regeering ongetwijfeld in-
gaan. Daarentegen brengt de territoriale kwes
tie, vooral de eisch der Bulgaren naar den
Dobroedsja in zijn geheeïeu omvang, d - groot,
ste moeilijkheden. Hongarije verlangt s echts
grensrectificaties. Door de met Bulgarije af
gesloten Bondsverdragen zijn wij 'evenwel
gedwongen de wenscien der Bulgaren te on
dersteunen, al gaat het hierbij om dingen, dia
niet het directe belang van het Duitsche
volk en het Duitsche Rijk raken.
Naar de „Wiener Mittag Ztg." verwacht
zal hiet eens meer nood'g zijn. dat vertegen
woordigers der Oostenrijk#che reteering naar
Boekarest vertrekken, wijl het vermoedelijk
niet tot defenitieve vredesbesprekingen zal
komen, wegens de ontoeschietelijke houding
der Roemenen, die zich den ernstige» toe
stand van het land nog niet ten volle bewust
schijnen te zijn.
Van Duitsdi diplomatieke zijde, zegt het
„Neues Wiener Journal", wordt medegedeeld,
dat Averescu zich reeds bij zijn onderhandelin
gen met Mackensen zeer weinig toegevend be
toonde. Hij had in ieder geval van uit Jassy aan
wijzingen ontvangen, die hem zoodanig bonden,
dat nauwelijks succesvolle onderhandelingen
nog kunnen volgen Anderzijds ontvingen de
Duitsche onderhandelaren de opdracht, - zich in
geen geval tot langdurige pourparlers met de
Roemeensche vertegenwoordigers te laten be
wegen.
Dit laatste was natuurlijk een maatregel, als
gevolg van de opgedane ervaringen bij de onder
handelingen met Rusland.
2014
Of nu verder nog een antwoord van Koning
Ferdinand moet worden afgewacht, is uit de
berichten niet duidelijk; dit is evenwel zeker, dat
de kans op vrede met Roemenië zooai niet ver
keken, dan toch al zeer, zeer gering is geworden.
Volgens een bericht uit Wcenen, via Züriclp
gaan te Weenen al hardnekkige geruchten, dat
de onderhandelingen met Roemenië reeds offi
ciéél zijn afgebroken.
Uit den gang van zaken, waarbij de koning
al zeer na werd betrokken, is het voor de Wereld
wel duidelijk, dat van een troonsafstand van den
Roemeenschen koning ten behoeve van zijn
zoon of wel van zijn neef. zooals gemeld werd
geen sprake is; anders toch zou het thans
nieuwe ministerie toch zeker de beslissing over
het vredesvraagstuk niet in 's konines handen
gelaten hebben. Hef Roemeensche persbureau
spreekt dan ook pertinent het bericht teg«n, vol
gens hetwelk de oud-premier Peter Carp' den
koning zou hebben aangeraden afstand te doen,
terwiil uit Berlijn nog eens ten overvloede wordt
gemeld, dat het niet in de bedoeb'nder fen-
tralen ligt bii de Roemeensche vredesnnrK
delingen de dynastieke kwesties aan te roeren,
daar deze als een interne aangelegenheid van
Roemenië beschouwd worden.
Groothertog Friedrich Franz van Mecklen-
burg-Schwerin heeft bij proclamatie op
grond van de huiswetten en verdragen, de
regeering in het groothertogdom Mecklen-
burg-Strelitz aanvaard.
NIETS VERDER.
Twee geluiden ditmaal: het liberale en het
socialistische.
En het resultaat!
Geen stap verder naar een verandering
van stolsel, welke al meer en meer onwaar-»
schxjnlijik wordt. Zooals het er nu uitziet zal
aliea bij het oude blijven, behoudens
eenige praetisohe en niet onbeteekenende
wijzigingen in de m a n i e r, waarop de zaken
zullen worden behandeld.
Wat de gehouden redevoeringen betreft,
noch die van den beer De Kanter (U.-L.),
noch die van den heer Schaper (S.-D.) opende
nieuwe gezichtspunten.
Laatstgenoemde heeft den nood des volks
geschetst.
Meent hij nu werkelijk, dat dezerzijds die
nood niet of minder bekend zou zijn.
Troelstra heeft zich eergisteren in de so
ciaal-democratische Vrouwenclub te 's-Gra-
venihage laten inlichten over den bestaanden
nood.
Maar onze geestelijken kennen dien
nood reeds door huisbezoek, onze
leek en nit de Vincentius-vereenigingen en de
armbesturen kennen hem eveneens nit per
soonlijke waarneming; onze drankbestrijders
kennen hem. F)n doordat zij in de ge
zinnen komen, kennen zij den nood
beter dan de socialistische woordvoerders.
Zij weten dat hij ernstig en dreigend "is bij
velen, maar ook, dat er, alle spot der socia
listen ten spijt ook ln de arbeidersklasse
gezondigd wordt door in deze tijden overdre
ven verteringen voor vermaak.
Nog nimmer zagen we, dat een socialist
den xnoed had het volk te zeggen. dat in
dezen tijd de uifgaven voor vermaak tot het
uiterste moeten worden beperkt. Steeds
trachten zij het feit weg te cijferen, dat die
uitgaven nog te veel geschieden. Zoo ook nu
de heer Schaper, die het drukke bezoek aan
gelegenheden van vermaak alléén aan de
Belgen toeschreef, terwijl toch een eenvoudi
ge waarneming der feiten hem zou kunnen
leeren, dat er ook arbeiders druk bijdragen
aan de winst der vermaak-ondernemingen.
En nn de redevoeringen.
De heer DE KANTER (U.-L.. Dordrecht),
zegt, dat men door betoogingen en dagblad
artikelen heeft getracht op de stemming dier
Kamer bij de behandeling van dit wetsont
werp, invloed te oefenen. Dat geschiedde on
der de leuze: de reactie den kop indrukken.
Spr. meent, dat men zidh ten onrechte heeft
vermoeid; van reactie is geen sprake en wij
willen alleen ons volk zoo goed mogelijk door
de zorgvolle tijden heenhelpen. Alleen be
staat verschil van opvatting over
DE WIJZE WAAROP
dit moet geschieden. Maar de voorraden
verminderen, daar de aanvoeren zijn stopge
zet, en als deze niet worden hervat, dreigt
gebrek. Betoogingen verhelpen daaraan
niets.
Intusschen is de belangstelling van ons
vollk verklaarbaar. De distributie beeft de
liefde van ons volk niet. Talrijk zijn de
klachten. De Kamer heeft het niot gemakke
lijk. Zij heeft te waardeeren de vervulling
van een moeilijke taak door den zwaarst ba
lasten man in Nederland en tevens verbete
ringen aan te bre .gen in de distributie.
Daarbij eekter ls de minister in de zaak
doorkneed en beschikt over een staf van des
kundigen. Het is gemakkelijk voor een Ka.
merlid klachten over te nemen, maar moei
lijk de waarde daarvan to schiften.
Wij hebben de distributie te aanvaarden
als
EEN NOODZAKELIJK KWAAD.
Zooveel mogelijk wordt daarbij vastgebon
den aan de prijzen van vóór den oorlog. Dat
Ie op verschillende punten zeer bedenkelijk.
Het ware volkomen rationeel, als men wist
dat na den oorlog de prijzen tot hun oude
hoogte zouden terugloopen. Dg regeering
moet bevorderen dat
DE SALARISSEN EN JAAR.
WEDDEN VERHOOGD
worden. Zij had tijdiger en krachtiger moe
ten optreden tegen den kettinghandei en
rantsoeneer!Dg moeten invoeren met maxB
mumprijzen.
Do minister zegt, dat de Staten-Geueraal
herhaaldelijk zijn politiek van beschikbaar^
stelling beneden den kostprijs hebben aan
vaard.
De minister moet de uitspraken der Ka.
mer beschouwen in het licht van het oogen
blik en rekening houden met de gewijzigd#
omstandigheden.
Spr. behandelt vervolgens de algemeens
verwijten tegen
'S MINISTERS BELEID.
De verontschuldiging van den minister
dat hij niet kon voorzien, dat de oorlog zoo
lang zon duren, gaat slechts op voor den
eersten tijd van den oorlog. Het betoog, dat
dwingende overheidsmaatregelen tegen ons
volkekarakter indrnisehen en dat daarom
niet vroeg en, tijdig moest woraen ingegre
pen, omdat dit tot ontwrichting van de maat
schappij had geleid, is niet juist Doordat dit
is nagelaten heeft ©en zedelijke ontwrichting
van de maatschappij plaats gehad. En thans
althans is ons volk al lang gewend a»1" in
perking van zjjn vrijheid door overheids
maatregelen. Toch zün verschillende artike
len nog steeds vrij, wat spr. afkeurt Ook
deze spr. verwijt den minister het steeds te
laat ingrijpen.
De minister is te optimistisch omtrent on
zen veestapel en de melkvoorziening.
Ook getuigt het niot overgaan tot verlen
ging van den geldigheidsduur der brood
kaarten van te groot optimisme.
De vleesohwaren in verschillende vleesoh-
f abri eken opgeslagen, hadden moeten zijn
opgevorderd volgens de distributie-wet
Thans is ons land overstrooiiid met afle
veringen, die met fancy-prijzen worden be
taald. De fabrikanten hebben hun gezouten
VET SPEK
goedkoop gekregen. Zit dit spek nog bij hen
en wat is de minister voornemens daarmede
te doent
Spr. acht een vetvoorziming van 8H ook
per maand en por hoofd onvoldoende.
Spr. komt pp tegen heit stelsel, waarbij
ook de meeat draagkracht!gen worden ge.
dwongen levensmiddelen te koopen beneden
dan kostprijs. Waar hot giet noodzakelijk is
den lagen distri butieprijs te betalen, daar
behoeft daartoe niet gedwongen te worden.
Daarom ware
EEN WELSTANDSGRENS
gewenscht Terecht echter verwerpt d© mi
nister het denkbeeld van samenwerking mal
de steuncomité's. Een andere oplossing is
wellicht, meer dan tot dusver gebruik
maken van de medewerking der gemeenten
voor de uitvoering der Döstributiewot. Spr,
is niet overtuigd, dat de minister het noodige
heeft gedaan om
DE PRODUCTTVTrEIT VAN DEN
BODEM
te verhoogen.
De winstregeling voor den boor is niet
voordeelig genoeg. Op dit punt zijn de klaoli-
t i.
.1 i
1 b'
I,
j v I
f
i-
t
i
L
-•
ti