HET LEVENSMIDDELENDEBAT.
STAD EN STREEK
Machinegaren,
BLEEKER's
HAARLEM
Voorradig Zwart en Wit Machine- en
Handgaren in 3339
Manufacturen en Confectiemagazijn
Breestraat ISS - BEVERWIJK.
HKREn-MODE-ART IKELEM,
■ANEGAHG If—TEL2685
specialiteit:
a/e/foore
FAMTAS8E, m. K1ANCH. 3.75.4.90
mr, SLAPPE BORST 2.25-2.90
mr, Pit&yr. borst 3.25.3.90
EFFEÏ5 KLEUREN, LOS BOORQ 3.75
HET ANTWOORD VAN MINISTER
POSTHUMA.
De heer Van Beresteijn was gisteren erg on
rustig.
Want het antwoord van minister Posthuma op
zijne beknibbelaars is niet malsch geweest; en
vooral de heer Van Beresteijn werd ongenadig
wider handen genomen.
"De minister moest uiteraard in details afdalen,
wilde hij den heer Van Beresteijn beantwoorden!
Bovendien kon hij dan nog niet op alle pun
ten uitvoerig bescheid geven. Hij bepaalde zich
er toe om telkens, ten aanzien van een bepaald
onderwerp uit de rede, drie voorbeelden te nemen
en dan ten aanzien van die voorbeelden grondig
te betoogen, dat de beweringen des heeren Van
Beresteijn onjuist waren, om zoo de Kamer te
overtuigen van de onbetrouwbaarheid der inlich
tingen van dien afgevaardigde.
De minister begon met te verklaren, dat hij
in de rede van den heer Van Beresteijn de noo-
dige objectiviteit miste en ging dit toelichten.
De heer Van Beresteijn had hem verweten de
Kamer onjuist voor te lichten. Spr. wilde zich
van dien blaam zuiveren en toon' dan in den
breede aan, dat de inlichtingen van den heer
Van Beresteijn onjuist zijn
HET DRUKKEN DER
BROODKAARTEN.
De heer Kröller was weliswaar op de hoogte
van het drukken der broodkaarten op de drukkerij
De Geuze, maar hij stond er gehrel buiten.
Hij heeft er zich zelfs tegen verzet, 'dat de
firma Geuze daarmede zou worden belast. Het
ging echter niet op, deze firma daarvan uit te
sluiten, indien haar drukkerij daarvoor overigens
ingericht was. De heer Van Beresteijn was tegen
stander van het broodkaartenstelsel, en nu dit
iedereen voldoet, schijnt dit invloed te hebben
uitgeoefend op de objectiviteit van den heer Van
Beresteyn De kwestie van
DE VLEESCHCONSERVEERING
ïpu geheel buiten den Minister om zijn behan
deld. Dit is onjuist. Toen de hooioogst mislukt
was, en dientengevolge honderdduizenden stuks
ree zouden moeten worden uitgevoerd, wendde
een professor (in de metereologie) zich met een
telegram tot den Minister, waarin hij een firma
aanbeval voor de ccnserveering van vleesch, vol
gens een nieuw procédé. De Minister vroeg toen,
noeveel tienduizenden stuks vee per week zouden
kunnen worden geconserveerd. De humoristische
kant zit dus niet bij de commissie van Bijstand,
maar ergens anders. Dit spreekt wel voor de
fantasietjes van den heer Van Beresteyn. Spr.
Is dus niet door die commissie in een kooi gezet,
daar hij geheel van de finesses der zaak op de
hoogte is.
De heer Van Beresteyn blijkt trouwens niet op
de hoogte van den gang van zaken aan het
departement. Dat de secretaris-generaal een stem
pel heeft, met de handteekening van den Minis
ter, is niets bijzonders. De Minister licht dit na
der toe.
Het is ondoenlijk, dat de Minister alle stukken
zou zien en teekenen. Dat gebeurt ook niet aan
andere departementen. Ook de Commissie van
Bijstand ziet niet alle stukken. Van 2—27 Febr.
zijn aan spreker's departement (behalve de af-
deeling Crisiszaken en Graanbureau) ingekomen
6344 stukken en verzonden 94,861 brieven, cir
culaires enz.; bij Crisiszaken: 8700 ingekomen
en 94,000 verzonden; bij het Graanbureau: 7353
Ingekomen en 7009 verzonden; Centraal Admi
nistratiekantoor: 27,912 ingekomen en verzon
den 17,236. Las de Minister alle stukken, dan
,h,i in eoi jaar negen ten achterkomen (ge-
aangenomen dal voor elk stuk één minuut
nu met een drietal
fworoeeklen, dat de cntiek van den heer Duys
eveneens onjuist was. Engeland vond, dat
DE JAVAIMJST-RESERVE
ïwwt genoeg was, zoodat de Minister geen rijst
kon aanvoeren. Een feit is het, dat de pellers
Javarijst te duur achtten voor volksvoedsel Het
polk gebruikt Engelsch-Indische rijst. Zelfs al
kras alle Javarijst hier verbruikt, dan was slechts
yoor 1/3 in de behoefte voorzien. Ordinaire Java
rijst was niet aangevoerd. Na de aanyoerregeling
bleek, dat het toegestane rantsoen slechts voor
de helft binnenkwam Daarom achtte de Minister
het noodig, Javarijst aan te voeren. Dat wilde
Engeland niet toestaan, anders zou er geen
Engelsch-Indische rijst komen. Dat zou echter
nog slechter zijn. 4000 ton Javarijst is uitge
voerd naar het Oostenrijksclie Roode Kruis, in
ruil yoor onmisbaar oorlogsmateriaal. Spr. heeft
den indruk, dat de heer Van Beresteyn niet be
seft, welke ernstige feiten hij den Minister ten
laste legt: niets anders dan doelbewust beliegen
van de Kamer en verdraaiing van de waarheid.
Dit naar aanleiding van de gedane
die ie laag zouden zijn geweest. De heer Van
Beresteyn schijnt den Minister opzettelijk te heb
ben misverstaan. In 1916 waren we veel kies
keuriger op het menschelijk voedsel dan in 1917.
Was toen een partij peulvruchten niet al te best,
dan werd deze voor veevoeder aangewezen. Ook
was in 1916 een kleiner oppervlak met peul
vruchten bezaaid dan in 1917. Ook dit jaar zul
len, helaas, peulvruchten worden achtergehou
den, maar de Minister heeft daarop gerekend.
DE OOGST VAN DE PEUL
VRUCHTEN.
is dit jaar geraamd op 984,600 balen, waarvan
100,000 zullen worden achtergehouden.
Spr. heeft dit niet in zijn nota medegedeeld,
daar hij hierin een aansporing zou zien aan de
verbouwers om achter te houden. Hij betreurt
dan ook ten zeerste voor onze voedselvoorzie
ning, dat hij hiertoe thans door de heeren Sannes
en Van Beresteyn is geprest. Van rogge is thans
leeds 30,000,000 K.G. of 25 pCt. méér ingele
verd dan in de Memorie van Antwoord is ge
raamd. De stand van de graanlevering is dan
ook zoo, dat
DE BROODVOORZIENING VOOR
EEN MAAND LANGER IS VER-
ZEKERD DAN IS GERAAMD,
N.L. TOT DE MAAND JULL
Spr. doet dan ook een beroep op de
landbouwers, om geen graan
voor menschelijk voedsel ach
ter te houden. Wie zich daar
aan schuldig maakt, begaat
een misdaad tegenover zijn
l a n cl die zal terugvallen op zijn eigen hoofd,
daar hem in het uiterste geval ook niets voor
eigen gebruik zal worden gelaten.
De heer Sannes mag rekenen op den dank der
saboteurs, die hen opmerkzaam maakte op de
middelen om de regelingen van den Minister te
saboteeren. In plaats van den Minister te waar
schuwen ,dat deze niet op een wettelijke basis
berustten, werden zijn mededeelingen bewaard,
om den Minister te kunnen treffen, tot het open
baar debat.
Spr. gaat dan uitvoerig na, hoe het met
DE RIJ STTAXATHSS
ging. Bij de aanstelling der taxateurs is niet
over taxatieloon gesproken; later ia een basis
voor het taxatieloon gemaakt. De taxateurs ver
klaarden aan de Commissie van Bijstand, dat zij
van den aanvang af de taxatie als een eerezaak
beschouwden, en dat zij geen vergoeding wensch-
ten. De Commissie wenschte dit niet, en verzocht
hun te informeeren, wat het gebruikelijke taxatie
loon was.-Dit was pCt., reis- en verblijfkosten.
Doch de Commissie nam met de helft genoegen.
In een onderhoud met den Minister verklaar
de de Minister dat hij niet zoo
bedeesd was als de commissie
om diensten zonder helooning
te aanvaarden. De taxateurs verklaarden
toen, dat zij niets liever deden dan de taxatie
zonder betaling te verrichten. Dit betrof de eerste
taxaties uit de veemen, de tweede taxatie
gold betere kwaliteit endaar-
voor moest een hooge r taxa
tieloon worden toegekend.
Spr. komt nu tot de voornaamste vraagpun
ten; of
HET LEIDENDE BEGINSEL
VOOR HET TEGENWOORDIGE
STELSEL DER VOEDSELVOOR
ZIENING
zóó verwerpelijk is. dat naar een ander stelsel
moet worden omgezien, en de tweede, daaraan
ondergeschikte vraag, of de organisatie zoodanig
is, dat deze Minister plaats moet maken voor
een ander.
Vóór en boven alles komt de vraag naar voren
of werkelijk de verstrekking van
levensmiddelen beneden den
kostenden prijs noodzakelijk is, en of
distributie, onder den kostenden prijs, aan de
geheele bevolking uit moreel oogpunt te veroor-
deelen is. Bij 't begin van den oorlog stegen de
prijzen der eerste levensbehoeften zoodanig, dat
de Overheid daartegen moest ingrijpen. Niemand
had daartegen bezwaren van elhischen aard.
Deze traden eerst op den voorgrond, toen de
Staat zelf meer direct financiëel moest ingrijpen.
Wij zouden volgens de berekeningen, zonder
iets uit te voeren, voor eigen gebruik 500 mil-
lioen K.G. voedingsstoffen moeten invoeren. Ieder
weet echter, hoe 't thans met die invoeren gesteld
is. Geen wonder, dat gevaar dreigt
voor ondervoedi n g. De Minister beroept
zich op een reeks artikelen in de „Westminster
Gazette", volgens welke inkrimping van de voe
ding met 5 pCt. de massa reeds op den rand
der ondervoeding brengt. Uit mededeelingen van
dr. Oosterbaan blijkt, dat de sterfte in de steden
is gestegen. Ook de Centrale Gezondheidsraad
heeft dit den Minister bevestigd. (Dit moet dan
de laatste maanden zijn Red.) Behalve aan
het voedselvraagstuk en den woningnood kan
dit ook aan andere, onbekende factoren zijn toe
te schrijven, maar stellig staat dit ook in ver
band met de voedselvoorziening.
De Minister zou dus niet de zedelijke verant
woordelijkheid kunnen dragen van te breken met
een stelsel, dat hij onder zooveel gunstiger om
standigheden noodig achtte. Wat
de WELSTANDSGRENS
betreft, had de Minister niet gedacht, dat deze
weer op den voorgrond zou zijn gebracht, na
de vernietigende critiek bij het 20 millioens-ont-
werp, op die grens uitgebracht. De geopperde
bezwaren waren inhaerent aan 't stelsel. Ook het
aannemen van een lagere weistandsgrens, die
de Minister nimmer zou aanvaarden, zou geen
oplossing brengen Men zocht naar beperking
der kosten. De Minister is daarop reeds uitvoe
rig ingegaan in de stukken, en de heer Troelstra
heeft dit punt ook uitvoerig behandeld. In de
Memorie van Antwoord heeft de Minister reeds
medegedeeld, te willen- doen nagaan door een
Commissie, in hoeverre de kosten, der distributie,
door
INDIVIDU/LÏSEERING OF
GROEPEERING
konden worden beperkt. De Commissie is inmid
dels reeds samengesteld. De Minister dacht zich
een indeeling van 't land in groepen en een diffe-
rentatie van prijzen voor een onderste, een mid
delste en een hoogste klasse en daarnaast een
indeeling van 't land in groote steden, middel-
greote steden en platteland.
Maar bij de uitwerking bleek hem dit stelsel
te gekunsteld en te ingewikkeld. Ieder betaalde
daarbij verschillende prijzen en kreeg andere
bons. Men zou moeten beginnen iedere gemeente
een verschillend bedrag in rekening te brengen,
Is nu
DE ORGANISATIE DER
DISTRIBUTIE
zoodanig, dat men de gelden niet mag toe
staan aan dezen "bewindsman? De Minister
dankt de sprekers die erkenden, dat deze
Minister voor een buitengewoon zware taak
staat. Dat getuigde van waardeering. Ver
boven dit alles, klinken de lc'achten.
Met het ambt komt het verstand, zeide
men vroeger. Thans kan men zeggen: Met
het ambt komen ook de grieven. In alle
landen hoort men dezelfde klachten tegen
het levensmiddelenbeleid der R goring, ge
tuige het Decembernummer van „The Na
tion", waaruit de klachten dier Kamerleden
geeopicerd schenen. Ook daar de klacht over
de gebrekkige proefnemingen, het aan
groeiend wantrouwen der zakenwereld tegen
commissies, waarin belanghebbenden zitting
hebben enz., En waar men klaagde over
et aankoopen van steeds meer huizen voor
de distributie, daar vroeg de Minister zich
af, of men het oog had op Den Haag of
op Berlijn, waar dit nog op grooter schaal
geschiedt. In Zurich ziet men hetzelfde; ook
daar de klacht over het gebrek aan organi
satie bij het levensmidde'.endep:..'lement.
Op 2 Maart werd in het Lagerhuis in En
geland een levensmiddelendebat gevoerd,
waarbij percies dezelfde critiek als hier werd
uitgeoefend op de voedselregeling en ge
klaagd werd over gebrek aan vleesch en
metk. ^Daaruit blijkt, dat dcao klachten on-
afscheidenMjfc met cte omstandigheden verben
den zijin, evenals licht met schaduw. De
gelijkheid van critiek wijst op een gelijk
heid van oorzaak. De misstanden zijn niet
verbonden aan hot rtboMd, maar aan het
stelsell der overheidsvoomening.
Een directeur van een der distributiebu-
reaux antwoordde eens, toen de Minister
■Fsoj vroeg, hoe. het met de distributie liep:
„Best, Excellentie, iedereen is ontevreden."
Dat bewees let zijn beleid nog niet zoo
slecht was, daar hij' niet eenzijdig een be
paald be'ang behartigde. Hetzelfde geldt hier
De een verwijt den Minister dat hjj de boe
ren te veel, de ander dat hij hen te weinig
laat verdienen; de een dat hij hen ringeloort,
de ander dat er geen ambtenaren genoeg
zijn. Maar alle sprekers ontmoeten elkaar
op een terrein: dat der ontevredenheid. Ie
dere groep meent, dat haar belanden bij die
der anderen is achtergesteld.
Do Minister meent, dat dit voor zijn be
leid spreekt. Hij d e n k t e r dan
ook niet aan te capitulee-
ren maar wil de geopperde bezwaren onder
de oogen zien.
Ten le de bezwaren tegen den Minister als
zoodanig; ten 2e die, tegen de organisatie
als zoodanig; ten 3e die, tegen de werking
der organisatie. De bezwaren tegen den Mi
nister als zoodanig, culmineeren in
ZIJN PRODUCTIE-POLITIEK.
Men heeft den Minister verweten, dat hii
slechts ingrijpt, als 't absoluut noodzakelijk
Is, en dus te laat komt. De Minister wil wel
toegeven, dat hij slechts met groote zorg in
grijpt in de productie, want men
moet den boer zooveel m 0-
gelijk vrijlaten, wil men de
Producten van den bodem
niet in den waagschaal
stellen.
De landbouw is geen fabriek, waar men
machines en kanonnen kan maken, inplaats
van landbouwproducten. Men kan het be
drijfssysteem niet plotseling in den grond
wijzigen.
Slechts door een uitvoerverbod kan men
zich ten deele helpen. Het is geen wonder,
dat aan de uitvoering van art 7 der Distri-
butiewet wat haperde; toch werd het doel
bereikt; inkrimping van den verbouw van
handelsgewassen. De boer mocht slechts een
bepaald percentage daarvan verhouwen.
Voor 1918 is het aantal gewassen, waarvan
de verbouw beperkt is, aanzienlijk uitgebreid
en de controle eveneens. Verwacht mag dan
ook worden, dat in dit oogstjaar het beoogde
doel volkoipen zal worden bereikt. Reeds
vóór het zaaien van het wintergraan was be
kend gemaakt, dat de oogst in bezit zal wor
den genomen tegen prijzen lager dan voor
de voedingsgewassen. Daarvoor zijn prijzen
gesteld, die den boer tot den verbouw daar
van prikkelen.
Daarmede is men in December 1916 begon
nen met g'oed succes voor erwten, boonen en
voederbieten. Als grondrente is aangenomen
de pachtprijs van voor den oorlog. In 't al
gemeen zijn de prijzen zoodanig gesteld,
dat in het gemiddeld landbouwbedrijf de
verbouw flink loonend is. De prijs voor de
rogge is iets booger gesteld dan voor de tar
we; niet al te hoog echter, omdat anders te
veel rogge zal worden verbouwd op land,
dat voor tarwe geschikt is. De klacht van
onvastheid in 's Ministers prijsbepaling
geldt niet voor den oogst 1918. Sommige
klagen, dat de vastgestelde garantieprijzen
te hoog zijn.
Maar op de minder vruchtbare gronden is
veel kunstmest noodig voor den verbouw,
anders i» deae niet looTiend. 'Men klaagt ©oh-
ter: de kleiboeren verdienen te veel geld.
Dit is intusschen algemeen bekend. In tijden
van sehaarschte profiteert de producent, in
tijden van overproductie de consument.
De heer Beresteyn strapte dus een open
deur in. Uit zijn cijfers mag echter niet wor
den afgeleid, dat de kleiboeren schreeuwen
de winsten hebben gemaakt. Het is de vraag,
of deze cijfers wel onbevooroordeeld zijn op
gezet.
Omtrent een van de zeven bedrijven, door
den heer Van Beresteyn opgegeven, de Jo
hannes Kerkhovenpolder te Groningen,
stonden den Minister eenige gegevens ter con
trole ten dienste. Daaruit blijkt, dat de in
dijking van dien polder een lange lijdens
geschiedenis is geweest. Het in de onderne
ming gestoken kapitaal, kan wel op 't drie
voudige worden gesteld van het door den
heer Van Beresteyn opgegeven bedrag. Ook
is de polder veel grooter dan 330 HA.. Bouw
land, en omvat ook weiland en kwelders,
waarvan de inkomsten door den heer Van
Beresteyn zijn opgesteld bij die van 't bouw
land.
Na de controle van dit eene voorbeeld ont
brak den Minister niet slechts de tijd, maar
ook de lust om de andere gegevens te con
troleeren. De beschouwingen van den heer
Van Beresteyn omtrent de kapitaal waarde
der polders, in verband met de dijklasteni,
bewijzen dat hij van deze zaken totaal geen
begrip heeft.
DE CIJFERS VAN DEN HEER
VAN BERESTEYN
wijzen op een eenigszins eigenaardig regen
tentalent hij den geaobten afgevaardigde.
Bovendien had men hier* te doen met uitge
zochte bedrijven. Men mag de bedrijfswin
sten over het geheele land niet gelijkstellen
met de winsten in de zeven bedrijven. Al te
dwaas is het, op deze wijze te komen tot een
bedrijfswinst van 60 a 80 millïóen van de
boeren. Ware dit juist, dan hadden de hoe
ren hun graan wel heter ingeleverd. Ove
rigens bewijzen de cijfers niets voor de pro
ductie op de minder goede gronden. Ook de
cijfers betreffende de aanslagen in de ge
meentelijke inkomstenbelasting hebben
slechts zeer problematische waarde. Boven
dien zijn de cijfers weder genomen nit de bes
te streken
Ook
DE CIJFERS VAN DEN HEER DUYS
omtrent die stijging der inlagen in d®
renleenbanken, bewijzen niets. Vooreer
geeft te denken, dat deze 't meest verspreid
zijn in de zandstreken, en dat zu meest van
arbeiders en neringdoenden afkomstig zijn.
Bovendien zijn deze inlagen
afkomstig van den verkoop
van v e paarden bij g e
brek aan veevoeder, en ge
tuigen dus van armoede in
de zandstreken. De Minister ont
kent echter^ niet, dat, met name in 't klei-
bedrijf, de landbouwers goede jaren achter
den rug hebben, maar hij ziet geen weg, ootn
aan deze gevolgen van zijn prijzen-potitiek
te ontkomen. De prijzen moeten flink zijn,
om mogelijk te maken, dat op de slechtste
grond verbouwd wordt, en dat
de opbrengst der gemiddelde gronden niet
achteruit gaal
Het middel, dooi* den heer Van Beresteyn
aangegeven, om aan de gevolgen van 's Mi
nisters prijzenpolitiek te ontkomen, Is on-
bruikbaar. W&llc© r&9r n o- J n ook
moge treffen, zij zal steeds onblilijk wer
ken. De Minister kan met zijn prijzen een
voudig niet individualiseeren.
Dit zon een ontzaglijk beirleger van klach
ten tengevolge hebben, dat hij het geen dag
zou kunnen uithouden en de productie der
meest gewenschte gewassen tegenhouden.
Kan echter de Minister van Landbouw niet
individualiseeren, de Minister van Finan
ciën kan het wel door de oorlogswinstbelas-
ting op te voeren, desnoods tot 80 pet., als in
Engeland.
Waarop baseert zich an het ongunstig oor
deel over 's Ministers productiepol itiekï Men
beeft een staat overgelegd, waaruit blijkt,
dat de roggeverbouw sinds 1915 is achteruit
gegaan van 221.000 tot 187.000 H.A., dus met
34.000 H. A.
Met de landbouwstatistiek moet men ech
ter voorzichtig zijn, daaraan is tot dusver
weinig zorg besteed. Eerst de laatste jaren
is daarin verandering gekomen door de graan
inzameling.
De Minister geeft hiervan verschillende
beelden. Ten storksbo moei (Lui ook worden
ontkend, dut het na.u al H.A. braakland zon
ziijn toegenomen. Van veel grooter beteckenis
is de te verwachten afname van de productie
der zandgronden, tengevolge van het ont
breken van meststof.
De Minister heeft ook de vraag onder de oogen
gezien, of de verbouw van handelsgewassen
diende aangemoedigd, om daarmede bioodkorei
te krijgen uit het buitenland. Hij heeft dit punl
besproken met zijn ambtgenoot van Bul.eniand-
sche Zaken. Het resultaat van dit overleg was
echter tot heden niet bevredigend. Meer. mag de
Minister er, met het oog op de buitenlandsche
verhoudingen, niet van zeggen.
Men zal den Minister niet kunnen beschuldi
gen van bodemloos optimisme, als hij de over
tuiging uitspreekt, dat in 1918 de teeltregeling
aan haar doel zal beantwoorden en daarvan
geen Overtredingen zullen vallen te consta.eeren.
Overigens was de te hooge verbouw van som
mige handelsgewassen volstrekt geen ramp. Di
meeste verbouwde zaden zijn nuttig voor de olie
bereiding. Vlas is een uitnemend industrie-artikel.
Koolrapen en wortelen kunnen dienst dom als
menschelijk- en dierlijk voedsel,
den kunnen dienst doen als "ui1
Er is nu aangedrongen op bevo. v.-.n
grooten verbouw van broochoren. Geef hoogere
prijzen, adviseerde de heer Colijn, maar de, voor
de overgroote meerderheid uit landbouwers sa
mengestelde commissies achtten een prijs van
f 21 voldoende. De heer Sannes drong aan op
dwangmaatregelen en beweerde, dat de Gronin
ger Landbouwbond op verplicht scheuren had
aangedrongen. Dat is echter onjuist. Voorts be
riep de heer Sannes zich op het verbouwgebod
in Zwitserland. Maar daar hebben de gemeenten
en het militair gezag de zaak in handen. De
Minister zou wel willen weten, hoe Amsterdai
die zaak zou kunnen regelen
De heer HUGENHOLTZ (S. D. A. P., West-
stellingwerf) Hoe doet de gemeente Zürich 't
dan?
In Zwitserland geeft men trouwens f 25 per 10°
K.G. tarwe. De ervaring der overheidsexploitatie
van bouwland is overigens niet gunstig.
Spr. gaat voorts na, hoe het gegaan is met
den verbouw van de zomertarwe in 1917, toen de
wintertarwe grootendeels was doodgevroren. Er
kwam een groote aanvraag om zaad, maar in
't belang der consumenten is geen maximum
prijs bepaald. Al 't beschikbare zaad is echter
gekomen bij de landbouwers. Het heillooze resul
taat van zelf inzamelen der producten was niet
te overzien geweest. De zaaizaadregeling heeft
echter goed gewerkt. De klacht, dat de landbouw
organisaties daarin niet voldoende zijn gekend,
mist voldoenden grond. Deze regeling is opge
dragen aan tien landbouworganisaties in 't land-
bouwcomité.
De MINISTER brak hier zijn rede af en zou
haar hedenochtend 11 uur voortzetten.
AGENDA 15 MAART.
Gebouw „St. Bavo," S.nedes.raat 2Z
Rederijkerskamer, 8 uur. Leden kantoor
bedienden, 8 uur. Bestuur Gemeentewerk'
lieden, 8 uur. Land- en Tuin bouw bond
2 uur.
2 Soc. „Vereenigi ng" 8 uurCop
cert Bram v. d. Velden, J. Zelle en J. O,
Tuin.
Paleie van Jnatitie- lHn.
Bureau voor Consultatie.
60, zitting van half 8half 9.
Spaarbank St. Rosa Nasaaulaak
Bisschoppelijk M u b e u m.
Janstraat 79, geopend van 19—6 uur tegen
betaling van 25 cents.
GEBREK AAN ZEEP EN ZEEPPOEDER.
wat veelal het geval is, onder onvoldoende
voorzorgen worden bewaard, vooral in het
warme jaargetijde, spoedig intreden, waar
door niet alleen de melkpoeder doch ook
de cacao voor de consumptie verloren gaat.
Daarbij komt nog dat voor deze mengsels
veelal te hooge prijzen worden gevraagd en
ook betaald.
Een mengsel van 125 gram melkpoeder, 30
gram cacao en 70 gram suiker geeft aange
mengd met 1 ---Liter warm water een goed
smakende chocolademelk. De prijs van 125
gram melkpoeder is 21.5 cent (maximumpr.
17 et. per 100 gram), van 30 gram cacao 12
ct. (maximumprijs 40 ct. per 100 gram) en
van 70 gram suiker 4 cent (maximumprijs
28 et. per K K.G.), zoodat 225 gram van dit
mengsel 37.5 cent, of 100 gram (1 ons) nog
geen 17 cent kost. Weet men voorts, dat der
gelijke mengsels vaak minder van de beide
duurste bestanddeelen, n.l. melkpoeder en
cacao, daarentegen meer suiker bevatten dan
hierboven is aangegeven, terwijl in andere
ten verkoop aangeboden producten, inplaats
van melkpoeder uit volle melk bereid, de
'k-" op ere tartemelkpoeder wordt aange
troffen, dan is het ieder duidelijk, dat het
koopen van mengsels cacao, melkpoeder en
suiker geen aanbeveling verdient.
In de gisteren gehouden zittio™ mn de
Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft Mi
nister Posthuma in gehouden rede medege
deeld, dat dank zü strenge doorvoering der
rantsooneering onze broodvoorzie
ning op den huidigen grond
slag tot 1 Juli verzekerd is.
De Minister van Landbouw, heeft met in
gang van 12 Maart j.l., voor slachtvee
vastgesteld de navolgende maxi-
mumprjizen in den groothandel
en den tussch en'handel:
Maximumprijs Maximumprijs
op markt per K.G. op »tal per K.G.
levend gew. gesch. lev. gew.
Klasse A.
Osaen en vaarzen 96 ets. 83 ct.
Koeien en stieren 93 90
Klasse B:
Ossen en vaarzen. 77 74
Koeien en stieren 74 71
Klasse O:
Ossen en vaarzen 63 00
Koeien en stieren 60 57
Klasse D:
Ossen en vaarzen 50 50
Koeien en stieren 50 50
Voorts heeft de minister bepaald dat onder
slachtvee der klasse A is te verstaan, slachtvee,
waarvan de verhouding van levendgewicht tot
slachtgewicht ia, als 100 K.G. tot ongeveer 60
K.G.der klasse B, waarvan de verhouding van
levendgewicht tot slachtgewicht is als 100 K.G.
tot ongeveeT 55 K.G.der klasse O, waarvan de
verhouding van levendgewicht tot slachtge
wicht is als van 100 K.G. tot ongeveer 50 K.G.
en der klasse D, waarvan de verhouding van
levendgewicht tot slachtsrewidht ig als van 100
K.G. tot ongeveer 45 K.G.
De maximumprijzen op stal per K.G. geschal
levendgewicht voor de klassen A B en O zullen
worden betaald onder aftrek van de gebruike
lijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
WITTE GEKLEURDE
yEPSCHEJDErtH&D.
SCHATTINGEN VAN »E OP
BRENGST VAN DEN OOGST,
zonder te weten, hoeveel het Centraal Admini
stratiekantoor kreeg. Voorts een ondoenlijke ad-
ininistratie, en de fraude zou schromeijk verer
gerd worden door de venchillende bons. De con
trole van 't Rijk op de gemeenten zou ondoenlijk
worden en de gemeenten zouden worden gesteld
voor een onmogelijke taak. Bij verhuizing van
de eene zóne naar de andere zou men in een
andere klasse vallen. Individualiseeriug naar 't
inkomen zou groote onbillijkheden geven en aan
leiding dat de klanten dachten, dat de winkeliers
verschil maakten in de kwaliteit. Dit denken reeds
thans verschillende personen, blijkens een audiën
tie, die de Minister had met socialistische vrou
wen. Vindt de Commissie een betere oplossing,
dan zal de Minister haar accepteeren, maar hij
gelooft er niet aan, dat het ontbreken van de
weistandsgrens het verantwoordelijkheidsgevoel
der natie ondermijnt. Is dan thans een scheiding
der bevolking gewensdrt in een tijd, als deze,
waarin meer dan ooit het gevoel van samenhoo-
zichtig met dat woord „bedeeling". Wie aan een
uiten in het dragen der wapenen? Men zij voor-
zichtigmet dat woord „bedeeling". Wie aan een
universiteit heeft gestudeerd, ontving eveneens
zijn geestelijk voedsel beneden den kostenden
prijs. Het stelsel van verstrek
king beneden den kostprijs
dient gehandhaafd en uitge
breid, ook tot de vet- en boter-
voorziening voor hen, die
geen boter kunnen betalen
voor den geldenden prijs.
De MINISTER; Dat zou ik ook willen weteD-
Distributie en rantsoeneering.
Dank zij de vele moeite, is de directeur vaa
het levensmiddelenbureau er in geslaagd, nog
een flinke partij wasch-zeep te krijgen, welke
in Haarlem gedistribueerd zal worden. Zeep
poeder of zachte zeep is niet meer te bekomen.
Ook voor de betere soorten en f ij110 toiletzeepen
wordt rantsoeneering ingevoerd.
Dezer dagen worden, in Haarlem, alle voor
raden zeep opgenomen. Gedurende dien tijd
mogen de winkeliers geen zeep verkoopen.
Voor huishoudzeep worden prijzen vastgesteld,
evenals voor bovengenoemde waschzeep.
Voor scheer- en medicinale zeepen wordt een
uitzondering gemaakt. Binnen korten tijd zal
men dus, hier in Haarlem voor 't eerst, een
stuk zeep moeten halen op een bon.
De ontelbare buismoeders, die den laatsten
tijd bp den directeur van het levensmiddelen-
bureau kwamen kla--- dat zij. door gebrek aan
zeep, hun wasch niet konden schoonkrijgen,
worden nu eerder dan ze misohien dachten, te
vreden geeteld.
INBRAAK.
In het pakhuis vanalen heer KL, gelegen aan
de Essenstraat, is in den afgeloopen nacht in
braak gepleegd. Verschillende goederen worden
vermist: en nader onderzoek wordt ingesteld.
Diefstal. De heer K., Duvenvoorde-
straat, vermist nit een kast, staande op zijn
slaapkamer, een gouden dameshorloge met dit<>
ketting.
GESNAPT.
In verband met den diefstal met braak, v an