Win IUIL tlllUT IE VERKEEK KEUZE ^BINNEN LA N D~ Ter bevestiging. WAT* DE PERS ZEGT FEUILLETON Dinsdag 2 April Tweede blad (Ingezonden.) Ik wil oen pair cijfers «roven om Ketr betoog Ivan Mr. Bomans in dit blad van Zaterdag avond, dat in de combinatie Haarlem—Helder Waarschijnlijk 3 candidate» zullen gekozen Voorden, te bevestigen. Bevolking bij de laatstgehouden volks- (telling: Noord-Holland Amsterdam de rest der prov. Totaal 1.107.093 566.131 541.563 133.277 173.922 Percentage der Katholieken in Haarlem {Helder alzoo 31.9. Bevolking op 1 Januari 1917: Noord-Holland 1,244.499 Amsterdam 628.404 Öe rest der prov. 616.095 Hoeveel op laatstgemelden datum het ge- hal Katholieken bedroeg, is mij onbekend, doch ik heb geen reden om aan te nemen, dat het percentage 31.9 sinds de laatste voïkB- I "telling belangrijk gewijzigd is. Dit percentage handhavende, kom ik tot «en getal van 196534 Katholieken. Mannen, I vrouwen, kinderen enz, alles inbegrepen. In Haarlemmcrliede (mag ik haar éénmaal voor modelgemeente nemen?) zijn op 4400 zielen 1000 kiezers. Als we deze verhouding aannemen zullen i dus op 1S6.534 Katholieken in Haarlem-Hel der ongeveer 44666 kiezers voorkomen. Nemen we nu met Mr. Bomans een kies- dcoler van 13 of 14000 aan, dau worden dus 3 eandidaten, geirozen. Het overschot voor een 4de zal te gering zijn. Er zullen ook niet zooveel Katholieke stemmen elders verdwalen, dat no. 3 gevaar loopt. Waar mijne becijfering van die des heeren Bomans verschilt, doch tot hetzelfde resul- toat komt, meende ik goed te doen ter be vestiging hieraan publiciteit te geven. Halfweg. MICHIELSEN. f f De heer Roodhuyzen en de Liberale Unie. Tusschen het Kamerlid Roodhuyzen en zijn partij is het tafellaken doorgesneden. °P de kieskringlijsten der Liberale Unie komt zijn naam niet meer voor. En de redactie van he; IJnie-iiberale orgaan bij uitnemendheid, de «Vaderlander", heeft Roodhuyzen neergelegd. Dit ailes is belangrijk voor de politiek van d£n dag. Maar véél gewichtiger en dat niet het minst voor de rechterzijde zijn de motieven van de hreulc tusschen den heer Roodhuyzen en zijn Partij. Roodhuyzen is te eerlijk. Hij wil wèl anti-clericaal zijn in den zin van uring van kerkelijk gezag over den mensthe- ®i ken geest niét wil hij wezen anti-papist en daardoor bevorderaar van den godsdiensthaat Bovenal en dat schijnt zijn groote misdaad bedoelt hij een eerlijke doorvoering van het beginsel der gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Dat was niet te dulden Roodhuyzen moest *1' uit. Ofschoon zijn standpunt door vele hoog staande liberale staatslfeden maar dan toch uièt door de Liberalé Unie als partij gedeeld werd en wordt. Te eerlijk. Ziedaar in twee woorden de diepe reden waar- Om Roodhuyzen van zijn partij den bons heeft gekregen. Wilt ge er nog meer van weten? Wilt ge vooral door dezen onverdachten getuige gewaarschuwd worden omtrent hetgeeR er keft in den boezem der Liberale Unie? Hoor hem dan zelf, en beluister in het sarcasme zijner woorden de diepe teleurstelling van dezen man, die zich zwaar bedrogen heeft gezien, toen hij het moet lang geleden zijn zijn partij vrij meende van klein gedoe en enghartig en benepen anti-papisme. In zijn afscheid „Waarom ik heenga", klinkt het vol bitterheid: De heer Roodhuyzen verdwijnt dus van het poliiiek tooneeü. Wij kunnen dat slechts betreuren. Want de Liberale Unie wordt er wezenlijk niet betrouw baarder en beter voor ons op, wanneer ze op déze wijze en om redenen als hierboven aange geven, zichzelve cea „zuiveringsproces" doet ondergaan. beteekent in dit geval: de mannen der rechter zijde mogen waken, dat de uitvoering van het beginsel der gelijkstelling niet op de lange baan geschoven wordt. SLECHTS in beginsel immers: hoe eerlijk! DE ONDER WIJSPARAGRAAF VAN HET LIBERALE UNIE-PROGRAM. Over do onderwijsparagraaf van het pro gram der Liberale Unie, schrijft DE TTJD /O.in. het volgende: Begrijpen wij het wel, dan hebben wij hier te maken niet met een politieke para pluis of een parasol, maar met een „en- tous-eas". Tegelijk met de onbekrompen toepassing der financieel© gelijkstelling van bijzonder met openbaar onderwijs wil men toch de leiding der overheidssehool over het peil blijven behouden. Dat kan goed werken, zoolang het peil hoog genoeg staat. Maar de „Liberale Unie" moet er toch niet aan denken, dat men dezerzijds de leiding der overheidssehool zal aan vaarden, als zij van mindere kwaliteit is dan de bijzondere, zooals nu reeds het geval blijkt; getuige de groote ontevreden heid van vele openbare onderwijzers zelve over de te gringe resultaten der bureau cratische overheidsbemoeiingen. Bij het werk der bevredigingscommis- sie laat de ^.Liberale Unie", wanneer zij de hierboven' geciteerde formule aanneemt, haar zonnetje schijnen. Plotseling laat zij het échter regenen en heet het werk alleen vau waarde als proeve van uitvoering, en dan nog wel zonaer bindend karakter. De redactie van de iurmule is op die wijae esn „en-tous-c&s" geworden', «n die gekozenen op dit program kunnen zooveel zij willen voor Janus «pelen. OPHELDERING NOODIG. Door het bestuur van den Prov. Bond van R.K. Kiesvereenigïngen in Over-ijsel ia aan de E.JK. bladen in die provincie een com muniqué ter opneming aangeboden waarin in zekeren zin wordt geprotesteerd tegen het gegeven politiek Advies door het bestuur van den Algemeenen Bond van R.-K. Kies verenigingen in Nederland. Het bestuur van dan Prov. Bond in Over- ijsel noemt het eerstens „onjuist" dat het advies in volkomen eenstemmigheid werd ge geven, omdat voorzitter en secretaris van den kieskring Overijsel zich ter vergadering krachtig hebben verzet tegen het uitbren gen van advies en bij de samenstelling er van niet tegenwoordig zijn geweest. Tweedens had dit bestuur geen advies „ge vraagd" omtrent de samenstelling en rang schikking der in-te dienen candidatenlijst. Het advies werd gegeven tegen den uitdruk- kelijken wensch van hét Prov. bestuur en ondanks diens verzet. Derden8 beroept het Prov. bestuur er zich op de aangesloten kiesvereenigïngen hare individueele vrijheid te hebben gewaarborgd,, welke het de kiesvereenigingen nog ten volle wil laten. Door stipte naleving van de reglementaire wijze van verkiezing heeft het Prov. bestuur steeds gepoogd te vermijden iederen schijn van invloed te willen uitoefenen op de vrije keuze der kiezers en wenscht het gevolg te geven aan den steeds door allen geuiten wensch, om van iederen dwang of drang vrij te blijven. 1 Aan het slot van het stuk' wordt dan medegedeeld, dat het Prov. Bondsbestuur het, onderhavige geval op de Zondag 14 April te Almelo te houden Algemeene Provinciale Bondsvergadering ter sprake zal brengen en aan 't oordeel van de Algemeene Vergade ring zal onderwerpen. Het „Weekblad voor öldenzaal en Om streken", dat het stuk opnam, voegt onder bovenstaand opschrift de volgende kanttee- keningen toe: Het is een zeer eigenaardig schrijven,- waarvan het doel schijnt te zijn protest aan te teekenen tegen het.Politiek Advies." De vergelijking van beide stukken roept onwillekeurig een aantal vragen op: le. Hoe kan het Politiek Advies mededee- len, dat het in volkomen eenstemmigheid tot stand gekomen is, terwijl hier wordt gezegd, dat de vertegenwoordigers van Over ijssel zich zelfs „krachtig verzet" hebben? 2e. Waarom heeft hét Bondsbestuur van Overijssel zich er tegen verzet, dat advies in Utrecht werd gegeven, en heeft het zich zelf tot nu tee van het geven van advies onthouden? Het nut van een degelijk advies kna toch niet worden ontkend. 3e. Het doel van een advies is voorlich ting en leiding te geven, niet dwang of drang uit te oefenen. Doe is er dan tep nspraak tusschen een advies en de vrijheid en de naleving van de reglementaire wijze van verkiezing? 4e. Ten slotte zap men do vraag kunnen 'stellen, of bekendmaking van bovenstaand schrijven in tie bladen de juiste weg is, om het algemeen katholiek belang en ddt is bij de verkiezingen toch de hoofd*aak en d&t beoogt toch ook het Provinciaal Bondsbestuur te bevorderen. Nu evenwel die weg gevolgd is, is voor de katholieke kiezers in Overijssel opheldering hard noodig. Zij toch willen vrijheid, maar willen ook leiding en voorlichting van be voegde personen. Zij begrijpen zeer goed, dat leiding en voorlichting noodig is, om de samenwerking van alle katholieke kiezers in geheel het land mogelijk te maken. Die sa menwerking is noodzakelijk, omdat bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer het geheele land één Kiesdistrict is en alle negen katholieke lijsten ten slotte verbonden wor den en dus als één geheel beschouwd moe ten worden. Het is te hopen, dat do opheldering spoe dig konft, en de noodzakelijke éénheid tus schen de katholieken daardoor bevorderd wordt. xHJKSKIESKRIND „DEN HEADER;" Het bestuur van dmi Rijkskieskring Den Helder besloot met algemeene stemmen op to volgen het advies, gegeven door de ver gadering van besturen van R. K. Kiesveoeen. te Utrecht. Alzoo zullen bij de verkiezing voor leden van de Tweede Kamer door de gecombineerde kieskringen HaarlemDen Helder worden 'gocandidèetd de heeren:' xnr. J. B. Romans, Chr. L van der Bilt, mr. P. Jj, Reiijmcr, A. B. Michielsen, mr. P. v. Sonsbeek en J. G. Buring. Geen Bredasche Katholi.e.k.é.n- d ag. Dit jaar wordt geen Bredasche Ka tholiekendag gehouden. Derde Roomsche distr ic.t.s.d.a.g te&ouda. Op den 8den Roomsohen dis trictsdag, welke op 9 Mei (Hemelvaartsdag) e.k., te Gouda, des middags te half 4, in d« «aal „Conoordia" (•houden wordt, zullen als sprekers optreden de weteerw. heer Th. J. van Noord, kapelaan te Amsterdam, en mr. J. B. Bomans, lid vau de Tweede Kamer 'der Staten-Generaal, wethouder van Haar lem. Het &.K. Concept-program. Door het bestuur van de B.K. Kiesvereeniging „Recht voor Ailen" te Arnhem, is een uit voerig schrijven gericht aan het bestuur van den Algemeenen Bond van R.K. Kiesveree nigingen in Nederland, over de wijze waar op het herziene concept-program in behan deling komt. Het kiesvereenigingsbestuur acht het van groot belang voor de Katholieke partij, in dien de behandeling en vaststelling op eenigszins andere wijze geschiedt dan het bondsbestuur voornemens schijnt. Het wordt n.l. betreurd, dat niet alle ingediende amen dementen in hun geheel zijn bekend gemaakt, waardoor alle god ach te n wis se ling over niet overgenomen amendementen vrijwel uitge sloten is. Publiceering wordt alsnog gevraagd. Het bondsbestuur wordt voorts in over weging gegeven de beslissing over de vast stelling niet te doen nemen, door dc reeds voor een deel ontbonden Centrale kiesver eenigingen, doch alle kiesvereenigingen in de gelegenheid te stellen een oordeel u't té spreken, zoo noodig er over te doen stem men. Teneinde dat te bereiken, wordt een goed te treffen maatregel, aangegeven. Aan het bondsbestuur wordt gevraagd me- dedeeling omtrent de wijze, waarop het con cept-program ter algemeene vergadering zal worden behandeld cn die wijze vooraf te pu- blieeeren. Ten slotte wordt medegedeeld, dat de ter mijn, waarop alsong wijzigingsvoorstellen kunnen worden ingediend, ulto. 2 April, van dien aard is, dat het voor vele kiesveree nigingen vrijwel onmogelijk is daaraan te voldoen, waaraan dan de mededeeling wordt toegevoegd, dat door „Recht voor Allen" alle door haar ingediende amendementen, ook voor zoover niet door het bondsbestuur over genomen worden gehandhaafd. S te m men op de Roo msche lijs.t." Onder bovenstaand opschrift verscheen bij Putura te Leiden no. 2 van de Nieuwe Reeks der Politieke vlugschriften, 't Is een pittig geschreven vlugschrift, waarin ach tereenvolgens, na een inleiding „De nieuwe toestand," de volgende onderwerpen kort en zakelijk worden besproken: „Standenverte- genwoordiging", „He: stellen der eandidaten," De „saamgevoegde lijsten", „De Kamerfrac tie", „Stemmen op één" en „De les der geschiedenis." Met een opwekking tot behoud van de een heid der partij, <1 ie de Katholieke partij steeds heeft gekenmerkt, wordt het geschrift je, dat wij een ruime verspreiding toewen- ;schen, gesloten. NEDERLAND EN DE OORLOG. De benarde toestand van ons iand. HET REGEERINGSANTWOORD AAN DEN PRESIDENT BEU VEREENIGDE STATEN. Gelijk verwacht werd is de verklaring der Nederlandecl)o regeering naar aanleiding van de proclamatie van Pres. Wilson, den president der Vereen. Stoten, d.d. 20 Maart 1.1., nog juist voor het Hoogfeest van Pa- scheu gepubliceerd. In ons nummer van Za terdag hebben wij ouder het Laatste Nieuws een samenvatting vau den inhoud kunnen opnemen. Thans laten wij het diplomatieke stuk, itot onderteekend was door den Voor zitter van den Ministerraad, Minister van Staat, Minister van Binnenlandache Zaken, den heer Cort van der Linden, en den Mi nister van Huitenlamteche Zaken, den heer J. Loudon, hiel in z'n geheel volgen: De Nederlandse he regieering en geheel het Nederlandsche Volk hebben met pijniijke verbazing kennis genomen van de Proclama tie en de verklaring van den President der Vereenigde Staten van 20 Maart j.l. nopens de beslaglegging der Nederlandsche han delsvloot. Do massale inbeslagneming van een neu trale handelsvloot, al moge liet slechts voor den duur van den oorlog zijn, ls een daad, die van volkenrechtelijk standpunt onverde digbaar en, afgeaden van rechtsoverwegingen tegenover een bevriende natie te rechtvaar digen is. Doch ook de wijze waarop in de Presidentieele verklaring de gewelddaad verdedigd wordt, draagt er niet toe bij deze minder grievend te doen maken; immef» die verdediging ig hlijkbür onder den invfcèfl een ar geheel onjuiste voorstelling van »Vea opgesteld. De wijze ws&zup de Nederiandecho han delsvloot sedert maanden in de Vereenigyl,, Staten behandeld wordt, de onophoudelijke moeilijkheden aan het vertrek onzer schepen uit Amerikaansohe havens in den weg ge legd, het telkens opnieuw weigeren van bun- kexkoien, het gedwongen uitladen, der reeds gekochte ladingen, dit alles moge niet in strijd met het recht der Ver. Staten zijn alhane op één geval na, dat der »Zeelantiiu- die met eigen bunkerkolen een Amerikaan sohe haven aandeed en sindsdien weder rechtelijk vastgehouden wordt het waa toch ongetwijfeld iu strijd met de traditio- neele vriendschap tusschen de beide landen. Dit zij slechts in het voorbijgaan gezegd; de verklaring toch bewaart omtrent dit punt het stilzwijgen. Volgens de Presideutieelc verklaring zou Nederland de voorloopige schikking die voorgesteld was teneinde in afwachting eener definitieve regeling nopens de tonnage en de rationeering van ons land onze in Ame-rikaansche havens liggende schepen niet langor ongebruikt laten en hun gelegen heid te geven ceno reis van hoogstens 90 da gen te doen, niet zijn nagekomen en zulks geheel onder Duitsche pressie. Dit is beslist onjuist als de bewering, dat Duitschland ge dreigd zou hebben de twee schepen, die van hier zouden uitvhren in ruil voor twee met Amerika's goedvinden herwaarts vertrek kende schepen, in den grond te boren en dat Duitschland steeds ernstiger bedreigingen, uitte om zoowel het sluiten eener permanen te als het nakomen der voorloopige schikkin™. te verhinderen. De werkelijke toedracht is deze: Nadat de s>\Var Trade Board« er op aan gedrongen had, dat de in Amerikaanscho havens liggende Nederlandsche schepen een reis zouden maken in afwachting der defini tieve regelingen, stelde de Nederlandse-he regeering voor, dat van die schepen ook een deel zou varen ter dienste van de *Com mis sion for Relief in Belgium«, het ondersteu- ningswerk dat Nederland steeds met alle inspanning bevordert ter wille van de nood lijdende bevolking van België en Noord- Frankrijk. Toen het bericht kwam. dat Duitschland bezwaar maakte tegen Amerika's eieck, dat telkens een Nederlandsch schip van hier zou moeten vertrekken in ruil voor het uitvaren van een Reliefsciiip uit Amerika, meende de Nederlandsche regeering dat de goede trouw haar gebood, terstond de Amerikaanschb autoriteiten te waarschuwen, opdat de be doelde schepen, die op weg naar Argentinië waren, een andere bestemming zouden kun nen krijgen, hetgeen tot direct gevolg had, dat die schopen in de vaart werden gehou den, juist in overeenstemming met de voor loopige schikking. En wat het varen van een deel der schepen op de Fransche haven Cette betreft oen Zwitsersch belang, door Nederland zeer toe gejuicht de reeders gingen geheel accoord zoodra Frankrijk zekerheid had gegeven dat die schepen te Cette niet zouden worden vastgehouden. Ook voor deeen dienst zijn dan ook verscheidene sehepeu vercharterd. Het vereharteren en varen van al die sche pen ondervond van do bedoelde bezwaren geen vertraging van eenige beteekenis, tei wijl overigens Duitschland geenerlei iuvioeu had of trachtte te hebben op de uitvoering dar voorloopige schikking die buitendien voor het overige slechts de vaar; tteacheu oycrzeesclie landen betrof. Wat. dr utovv ring wel degelijk belemmer do va.- V-t zeer i langzaam en soms volstrekt niet doorno men van de overzeeeche telegrammen aan of van de rceders. De oorzaak hiervan blijft nog steeds in hei duister. Een feit is bet, dat het grootste deel der schepen onder de voorloopige schikking door tuasohenkomst van den zoogenaamden »War Trade Board* vercharterd was en een deel reeds varende was naar Zuid-Amerika, doch onderweg weder door de Amerikaansche autoriteiten werd opgehouden, terwijl in den Stillen Oceaan de schepen tusschen de West kust der Vereenigde Staten en Nederlandsch Indië geregeld zonèfcr eenige rechtstreek - sehe of zijdelingselie belemmering vau de zijde der Nederlandsche Regeering in do vaart bleven. De 6chcpen. thans in Britscbe Havens in en buiten Europa en in de'Portuyeesche ha ven St. Vincent genomen, worden door de Britscbe en Portugeesche overheden zelve verhinderd to varen. De bewering dat Nederland, onder Duit- sehen dwang, machteloos was de voorloopi ge schikking na te komen is blijkens -het voorgaande in strijd met de feiten, (De Regeering bespreekt voorts den eisch van het varen in de gevaarlijke zone en ver volgt dan:) In bet licht van bet bovenstaande is de redeneering in dc Presidentieele verklaring, volgens welke beslaglegging noodig was een aangegane verbintenis na te komen, niet vol te houden. Zij is strijdig metde feitelijke toe dracht der zaak. De eenig-juiste voorstelli ig is deze: dc betrokken mogendheden voeld ni zioh door het verlies aan schepen genoopt hun tonnage aan te vullen door de besehik- king te verkrijgen over een zeer belangrijk 22 Zijn vertrouwen in Karei Hartman was feheel verdwenen. Er liepen trouwens o\bi ezen vreemde geruchten. Hij had uit zijn betrekking ontslag genomen en reisde nu in bet buitenland. Zoo zeiden de nienschen tenminste. In ieder geval zag men hem in de starl niet moer. runjb praatte liever niet over hem en Diuam van Laecken roerde in zijn gesprek- jff-n oo nimmer dat onderwerj) aan. Een- piiial op een morgen echter vroeg Crump plotseling: „Debt gij nooit iets van Rart. tnan vernomen." „Ik hoor van hem niet meer dan de praat- jes die er zoo rendbopen." „heen, dat bedoel ik niet. Ik meen van vroeger." Eduard zag Crump snel van ter zéde aan. Toen antwoordde hij: „Tk heb hem als student' een paar Walen ontmoet. En eenmaal heb ik hem aangetrof fen in een speelhol, waar ik verzeild géraakt was met een groepje studenten. Daar speel de hij zeer hoog, ik heb hem gewaarschuwd, maar dat hielp natuurlijk niet. Weet u: stille waters, zegt liet spreekwoord, hebben diepe gronden." „Ja juist, zoo is het." Crump geloofde wat Eduard hem vertelde. Dit klopte ook volkomen met het feit dat Karei Hartman een speler bleek te zijn. lutusschen werden de voorbereidselen voor het huwelijk- getroffen en vijf maanden na dc bekendmaking van de verloving werden de ondertrouwkaarten rondgestuurd. Rosa was een gelukkige bruid. Van vele zijden ontving zij gelukwenschen en een schitterend feest werd gearrangeerd, waar voor de uitnoodigingen «eer talrijk worden rondgezonden. Natuurlijk werden de uitnoo digingen gaarne aangenomen, behalve door de oudste en beste vriendin van Rosa, 'Anna Noorman, die een paar weken te voren op zea ging. De vriendschap tusschen de beide meisjes was finds de verloving van Rosa met Eduard van Laecken zeer verkoeld. En dit was niet Rosa's schuld. Maar 'Anna Noor man was al minder haar komen bezoeken. Toch deed het Rosa leed, dat zij niet als bruidsmeisje zou fungeeren. „Het is alles," %e[ zij tot haar bruide gom, omdat Anna ndj met Karei Hartman wilde doen trouwen- Je weet niét, hoe zij hem voorstond." „Nu, lachte Eduard) dan moet zij zelf hem maar nemen." Het huwelijk vond plaats en de heele stad sprak er van ®n nam fin zekeren ziln deel aan het feest- Het huwelijk1 van den zoon van den burgemeester en de dochter van den voornaamste» industrieel was in de kleine plaats een gebeurtenis van belang. Crump gaf bovendien een zeer royaal feest aan de arbeiders van zijn fabriek. Den middag- van het huwelijk' ging het jonge paar op de huwelijksreis naar Zwit serland en de beide vaders wandelden dien avond laat samen nog wat rond, beide ge lukkig dat alles zoo prachtig was van sta pel geloopen. „Kom," zei van Laecken, „het is een sclioone avond, laten we bij mij in dep tuin nog eamèn een flesch drinken. Het ie daar, rustig." Ze deden aldus en het werd heel laat- „Maar nu moet ik naar huis," zei Crump eensklaps het is meer dan tijd." De burgemeester deed hem tot het tuin hek uitgeleide en Crump stapte flink aan. Daar zag hij iemand voor zich loopen en pas toen hij vlak bij was en den laten wandelaar wilde passeeren zag hij eensklaps dat het Karei Hartman was. Deze herken de hem ook. Onwillekeurig bleven d« beide mannen Btaan. „Wel dat is «en onverwachte ontmoe ting," zeide Crump, „ik wist niet dat gij hier waart." „Ik ben vanavond pa« terug gekomen. Maar te laat, helaas." 4,Te laat? Waarom?" „Ik had u willen waarschuwen. Uw doch ter had nooit mogen trouwen met dien man." „Mijnheer Hartman," zeide Crump leven dig, „sinds we elkaar de laatste maal spra ken, is er veel veranderd. En ik zal u eerlijk zeggen mijn opinie omtrent u is dat ook. Toen hechtte ik aan uw woorden waar^ de. Nu doe ik dat niet meer. Toen zag ik in u een degelijk jongmenscli, nu weet ik beter. En als gij dus thans weer «ooals toen, insinuec^n wilt, dal Eduard vanl.aes- ken de een of andere slechte daad bedre ven zou hebben, dan antwoord ik thans aai die beschuldiging niet de minste waardt Ijeoht." Karei Hartan zuchtte. „Maar toen deed u dat tooh wei." „Zeker deed ik het." i „Welnu, en toen hebt gij mij beloofd ec» onderzoek te zullen instellen." „Dat heb ik gedaan. En mij is geblek/n dat gij niet het recht had te spreken gelijk gij gedaan hebt. Uw beschuldiging bleek niet juist. De menselien, die ik opdroeg al* lef te onderzoeken, deden dat zeer nauwge zet-, zij vonden niefs. Ik vertrouwde u nog. Ik1 schreef u dat gij verplicht waart tirade iiiker te spreken. Uw brief kwam ongeopend terug, ge waart vertrokken. Nog twjjfelde ik. Maar daarna is u gezien te Monte Carlo en vernam ik, dat u zelf een speler is, e- a geheel ander man dan wij meenden. Zoo beu. ik tot de conclusie gekomen die gij kent. En nu g(j weet, dat ge ontmaskerd zijc, dog dus nu geen moeite meer uw beschuldigingen te, herhalen." u (Wordt vervolgd), .j K.-Kath. 307.199 Hier volgt dc lijst mijner zonden. Ik heb gepleit voor de benoeming van een voorzitter van de Eerste Kamer uit de- Katholieke partij, omdat die, als de grootste fractie van de meer derheid in dat college, daarop re«ftt had. Ik vond het iets om trotsch op te zijn, dat «en liberaal ministerie hier recht zou doen, waar Dr. Ktiyper als minister, om Calvinistische gevoeligheden te spaTcn, dit niet had aangedurfd. Mijne partijgenooten vonden wel, dat dit" juist was, maarhet was niet verstandig om het openlijk uit te spreken. Erger werd het, toen ik schreef, dat, als de llegeering meende dooi de aanstelling van «en tijdelijk gezant bij den Paus iets voor den vrede te kunnen bereiken, dat men haar dien 'dan niet moest weigeren. Ik heb tosn een verzoekschrift met talrijk* hand- teekeningen «it mijn district gekregen om daar tegen mijnt stem uit te brengen, maar ik heb 'den vrager», die trouwens dit verzoek niet uit hun eigen deden, maar daartoe door een fana- tieken prediker van de liefdeleer van Christus Waren aangezet, geantwoord, dat ik zulk» niet kon doen en waarom. Ik heb de omstandig heden waren ook tegen mij, want Lobman en Kuyper deden mij den ondienst in het vorige jaar den 8o-jarigen ouderdom te bereiken den euvelen moed gehad niet alleen in Lohman dat mocht nog wel maar ook in Ktiyper zeer benijdenswaardige eigenschappen te constateeren. Dat alles was echter een kleinigheid, vergeleken bij mijne houding in de sclioolquaestie. Dat ik de oplossing van den onderwijsstrijd beschouwde als absoluut noodzakelijk, als wij ten minste, wat het gehalte van ons volksonderwijs betreft, niet nog droeviger achteraan willen komen op het terrein, waarop wij eens een eerste plaaf- moch ten beklceden, kon er mee door, vooral omdat dit moeilijk tegen te spreken was, maar dat ik cr in eigen kring rond voor uitkwam, dat ik de financiëele gelijkstelling tusschen openbaar en bijzonder onderwijs op zichzelf niet anders vond dan het goed maken van een ONRECHT DAT AAN TAL VAN ONZE MEDEBURGERS WERD GEPLEEGD, iets, wat Dr. Bos vol komen mot mij eens was, en wat door hoog staande liberalen als Allard Pierson, Cört van der Linden en Hubrecht reeds jaren geleden is gezegd, bezorgde mij zelfs den naam van pacificatie-hystericus en van verkapte clericaal. En al heb ik in de Staatscommissie precies 'deselfde houding aangenomen als De Meester, Bos, Ketelaar, Troelstra, Ter Laan en De Beaufort, het heeft niet kunnen verhinderen, 'dat een van mijn partijgenooten mij voor het dilem ma stelde, dat ik óf een verrader /was van het openbaar onderwijs, óf een sukkel, die „zich door Nolens in de luren had laten leggen/' Hij was wel zoo minzaam het laatste aan te nemen. Tiet is dan ook gelukkig voor mij, dat ik geen lid der Kamer meer zal zijn. als de opheffing van het processieverbod aan de orde zal komen, want mijn inzicht is zoo bekrompen, dat ik maar niet kan inzien, hoe een geestelijke nazaat van Thorbecke anderer godsdienstvrijheid, in welke geringe mate ook, zou willen beperken. Maar mijn hoofdzonde is mijne houding in de schooiquaestie, want at ben ik bereid mede te werken tot iedere betere regeling dan de Staats commissie voorstelde, daar ook deze den steen der wijzen niet in pacht had, zooais ik bijv. direct te vinden was voor de hetere redactie van art. 192, door den heer Van Raalte voorgesteld, tot geen prijs kan men mij krijgen tot reageeren tegen den geatt van het Bevredigingsrapport, waaraan ik de eer had mede te werken. Als ik in het Voorloopig Verslag over het voorstel- Lohman lees, dat „slechts in beginsel" Over de financiëele gelijkstelling van de beide takken van onderwijs zou zijn beslist, wordt er iets in mij wakker, dat ik liever niet onder woorden breng. Caveant consults, zeiden de Romeinen. E>at Nieuwe leuzen. De Federatie van Revolutionnaire Socialisten heeft besloten, in den aanstaanden verkiozingpstrij i, actie te gaan voeren tegen stomdwang en het parle mentarisme. Ten dien einde is besloten mani festen uit te geven waarin een uiteenzetting zal worden gegeven omtrent de beteekenis van het parlementarisme en waarin zal worden op gewekt om tevens als protest tegen den stem dwang zicli van stenimen te onthouden. Iu elko provincie worden provinciale comi té'» opgericht, die in een zoo groot mogelijk aantal vergaderingen propaganda zullen maken. Op een Zondag voorafgaande aan de verkie zingen zal in elke provincie een provinciale meeting worden gehouden in verband met iet doel der aotie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 1