Win IUIL tlllUT
IE VERKEEK KEUZE
^BINNEN LA N D~
Ter bevestiging.
WAT* DE PERS ZEGT
FEUILLETON
Dinsdag 2 April
Tweede blad
(Ingezonden.)
Ik wil oen pair cijfers «roven om Ketr betoog
Ivan Mr. Bomans in dit blad van Zaterdag
avond, dat in de combinatie Haarlem—Helder
Waarschijnlijk 3 candidate» zullen gekozen
Voorden, te bevestigen.
Bevolking bij de laatstgehouden volks-
(telling:
Noord-Holland
Amsterdam
de rest der prov.
Totaal
1.107.093
566.131
541.563
133.277
173.922
Percentage der Katholieken in Haarlem
{Helder alzoo 31.9.
Bevolking op 1 Januari 1917:
Noord-Holland 1,244.499
Amsterdam 628.404
Öe rest der prov. 616.095
Hoeveel op laatstgemelden datum het ge-
hal Katholieken bedroeg, is mij onbekend,
doch ik heb geen reden om aan te nemen,
dat het percentage 31.9 sinds de laatste voïkB-
I "telling belangrijk gewijzigd is.
Dit percentage handhavende, kom ik tot
«en getal van 196534 Katholieken. Mannen,
I vrouwen, kinderen enz, alles inbegrepen.
In Haarlemmcrliede (mag ik haar éénmaal
voor modelgemeente nemen?) zijn op 4400
zielen 1000 kiezers.
Als we deze verhouding aannemen zullen
i dus op 1S6.534 Katholieken in Haarlem-Hel
der ongeveer 44666 kiezers voorkomen.
Nemen we nu met Mr. Bomans een kies-
dcoler van 13 of 14000 aan, dau worden dus
3 eandidaten, geirozen. Het overschot voor een
4de zal te gering zijn.
Er zullen ook niet zooveel Katholieke
stemmen elders verdwalen, dat no. 3 gevaar
loopt.
Waar mijne becijfering van die des heeren
Bomans verschilt, doch tot hetzelfde resul-
toat komt, meende ik goed te doen ter be
vestiging hieraan publiciteit te geven.
Halfweg. MICHIELSEN.
f f De heer Roodhuyzen en de Liberale Unie.
Tusschen het Kamerlid Roodhuyzen en zijn
partij is het tafellaken doorgesneden.
°P de kieskringlijsten der Liberale Unie komt
zijn naam niet meer voor. En de redactie van
he; IJnie-iiberale orgaan bij uitnemendheid, de
«Vaderlander", heeft Roodhuyzen neergelegd.
Dit ailes is belangrijk voor de politiek van
d£n dag.
Maar véél gewichtiger en dat niet het minst
voor de rechterzijde zijn de motieven van de
hreulc tusschen den heer Roodhuyzen en zijn
Partij.
Roodhuyzen is te eerlijk.
Hij wil wèl anti-clericaal zijn in den zin van
uring van kerkelijk gezag over den mensthe-
®i ken geest niét wil hij wezen anti-papist en
daardoor bevorderaar van den godsdiensthaat
Bovenal en dat schijnt zijn groote misdaad
bedoelt hij een eerlijke doorvoering van het
beginsel der gelijkstelling van openbaar en
bijzonder onderwijs.
Dat was niet te dulden Roodhuyzen moest
*1' uit. Ofschoon zijn standpunt door vele hoog
staande liberale staatslfeden maar dan toch
uièt door de Liberalé Unie als partij gedeeld
werd en wordt.
Te eerlijk.
Ziedaar in twee woorden de diepe reden waar-
Om Roodhuyzen van zijn partij den bons heeft
gekregen. Wilt ge er nog meer van weten? Wilt
ge vooral door dezen onverdachten getuige
gewaarschuwd worden omtrent hetgeeR er keft
in den boezem der Liberale Unie? Hoor hem
dan zelf, en beluister in het sarcasme zijner
woorden de diepe teleurstelling van dezen man,
die zich zwaar bedrogen heeft gezien, toen hij
het moet lang geleden zijn zijn partij vrij
meende van klein gedoe en enghartig en benepen
anti-papisme.
In zijn afscheid „Waarom ik heenga", klinkt
het vol bitterheid:
De heer Roodhuyzen verdwijnt dus van het
poliiiek tooneeü.
Wij kunnen dat slechts betreuren. Want de
Liberale Unie wordt er wezenlijk niet betrouw
baarder en beter voor ons op, wanneer ze op
déze wijze en om redenen als hierboven aange
geven, zichzelve cea „zuiveringsproces" doet
ondergaan.
beteekent in dit geval: de mannen der rechter
zijde mogen waken, dat de uitvoering van het
beginsel der gelijkstelling niet op de lange baan
geschoven wordt.
SLECHTS in beginsel immers: hoe eerlijk!
DE ONDER WIJSPARAGRAAF VAN HET
LIBERALE UNIE-PROGRAM.
Over do onderwijsparagraaf van het pro
gram der Liberale Unie, schrijft DE TTJD
/O.in. het volgende:
Begrijpen wij het wel, dan hebben wij
hier te maken niet met een politieke para
pluis of een parasol, maar met een „en-
tous-eas". Tegelijk met de onbekrompen
toepassing der financieel© gelijkstelling van
bijzonder met openbaar onderwijs wil men
toch de leiding der overheidssehool over
het peil blijven behouden. Dat kan goed
werken, zoolang het peil hoog genoeg
staat. Maar de „Liberale Unie" moet er
toch niet aan denken, dat men dezerzijds
de leiding der overheidssehool zal aan
vaarden, als zij van mindere kwaliteit is
dan de bijzondere, zooals nu reeds het
geval blijkt; getuige de groote ontevreden
heid van vele openbare onderwijzers zelve
over de te gringe resultaten der bureau
cratische overheidsbemoeiingen.
Bij het werk der bevredigingscommis-
sie laat de ^.Liberale Unie", wanneer zij
de hierboven' geciteerde formule aanneemt,
haar zonnetje schijnen. Plotseling laat zij
het échter regenen en heet het werk alleen
vau waarde als proeve van uitvoering, en
dan nog wel zonaer bindend karakter.
De redactie van de iurmule is op die
wijae esn „en-tous-c&s" geworden', «n die
gekozenen op dit program kunnen zooveel
zij willen voor Janus «pelen.
OPHELDERING NOODIG.
Door het bestuur van den Prov. Bond van
R.K. Kiesvereenigïngen in Over-ijsel ia aan
de E.JK. bladen in die provincie een com
muniqué ter opneming aangeboden waarin
in zekeren zin wordt geprotesteerd tegen het
gegeven politiek Advies door het bestuur
van den Algemeenen Bond van R.-K. Kies
verenigingen in Nederland.
Het bestuur van dan Prov. Bond in Over-
ijsel noemt het eerstens „onjuist" dat het
advies in volkomen eenstemmigheid werd ge
geven, omdat voorzitter en secretaris van
den kieskring Overijsel zich ter vergadering
krachtig hebben verzet tegen het uitbren
gen van advies en bij de samenstelling er
van niet tegenwoordig zijn geweest.
Tweedens had dit bestuur geen advies „ge
vraagd" omtrent de samenstelling en rang
schikking der in-te dienen candidatenlijst.
Het advies werd gegeven tegen den uitdruk-
kelijken wensch van hét Prov. bestuur en
ondanks diens verzet.
Derden8 beroept het Prov. bestuur er zich
op de aangesloten kiesvereenigïngen hare
individueele vrijheid te hebben gewaarborgd,,
welke het de kiesvereenigingen nog ten volle
wil laten.
Door stipte naleving van de reglementaire
wijze van verkiezing heeft het Prov. bestuur
steeds gepoogd te vermijden iederen schijn
van invloed te willen uitoefenen op de vrije
keuze der kiezers en wenscht het gevolg
te geven aan den steeds door allen geuiten
wensch, om van iederen dwang of drang
vrij te blijven. 1
Aan het slot van het stuk' wordt dan
medegedeeld, dat het Prov. Bondsbestuur het,
onderhavige geval op de Zondag 14 April
te Almelo te houden Algemeene Provinciale
Bondsvergadering ter sprake zal brengen en
aan 't oordeel van de Algemeene Vergade
ring zal onderwerpen.
Het „Weekblad voor öldenzaal en Om
streken", dat het stuk opnam, voegt onder
bovenstaand opschrift de volgende kanttee-
keningen toe:
Het is een zeer eigenaardig schrijven,-
waarvan het doel schijnt te zijn protest
aan te teekenen tegen het.Politiek Advies."
De vergelijking van beide stukken roept
onwillekeurig een aantal vragen op:
le. Hoe kan het Politiek Advies mededee-
len, dat het in volkomen eenstemmigheid
tot stand gekomen is, terwijl hier wordt
gezegd, dat de vertegenwoordigers van Over
ijssel zich zelfs „krachtig verzet" hebben?
2e. Waarom heeft hét Bondsbestuur van
Overijssel zich er tegen verzet, dat advies
in Utrecht werd gegeven, en heeft het zich
zelf tot nu tee van het geven van advies
onthouden? Het nut van een degelijk advies
kna toch niet worden ontkend.
3e. Het doel van een advies is voorlich
ting en leiding te geven, niet dwang of drang
uit te oefenen. Doe is er dan tep nspraak
tusschen een advies en de vrijheid en de
naleving van de reglementaire wijze van
verkiezing?
4e. Ten slotte zap men do vraag kunnen
'stellen, of bekendmaking van bovenstaand
schrijven in tie bladen de juiste weg is, om
het algemeen katholiek belang en ddt
is bij de verkiezingen toch de hoofd*aak
en d&t beoogt toch ook het Provinciaal
Bondsbestuur te bevorderen.
Nu evenwel die weg gevolgd is, is voor de
katholieke kiezers in Overijssel opheldering
hard noodig. Zij toch willen vrijheid, maar
willen ook leiding en voorlichting van be
voegde personen. Zij begrijpen zeer goed,
dat leiding en voorlichting noodig is, om de
samenwerking van alle katholieke kiezers in
geheel het land mogelijk te maken. Die sa
menwerking is noodzakelijk, omdat bij de
verkiezingen voor de Tweede Kamer het
geheele land één Kiesdistrict is en alle negen
katholieke lijsten ten slotte verbonden wor
den en dus als één geheel beschouwd moe
ten worden.
Het is te hopen, dat do opheldering spoe
dig konft, en de noodzakelijke éénheid tus
schen de katholieken daardoor bevorderd
wordt.
xHJKSKIESKRIND „DEN HEADER;"
Het bestuur van dmi Rijkskieskring Den
Helder besloot met algemeene stemmen op
to volgen het advies, gegeven door de ver
gadering van besturen van R. K. Kiesveoeen.
te Utrecht. Alzoo zullen bij de verkiezing
voor leden van de Tweede Kamer door de
gecombineerde kieskringen HaarlemDen
Helder worden 'gocandidèetd de heeren:' xnr.
J. B. Romans, Chr. L van der Bilt, mr. P.
Jj, Reiijmcr, A. B. Michielsen, mr. P. v.
Sonsbeek en J. G. Buring.
Geen Bredasche Katholi.e.k.é.n-
d ag. Dit jaar wordt geen Bredasche Ka
tholiekendag gehouden.
Derde Roomsche distr ic.t.s.d.a.g
te&ouda. Op den 8den Roomsohen dis
trictsdag, welke op 9 Mei (Hemelvaartsdag)
e.k., te Gouda, des middags te half 4, in
d« «aal „Conoordia" (•houden wordt, zullen
als sprekers optreden de weteerw. heer Th.
J. van Noord, kapelaan te Amsterdam, en
mr. J. B. Bomans, lid vau de Tweede Kamer
'der Staten-Generaal, wethouder van Haar
lem.
Het &.K. Concept-program. Door
het bestuur van de B.K. Kiesvereeniging
„Recht voor Ailen" te Arnhem, is een uit
voerig schrijven gericht aan het bestuur van
den Algemeenen Bond van R.K. Kiesveree
nigingen in Nederland, over de wijze waar
op het herziene concept-program in behan
deling komt.
Het kiesvereenigingsbestuur acht het van
groot belang voor de Katholieke partij, in
dien de behandeling en vaststelling op
eenigszins andere wijze geschiedt dan het
bondsbestuur voornemens schijnt. Het wordt
n.l. betreurd, dat niet alle ingediende amen
dementen in hun geheel zijn bekend gemaakt,
waardoor alle god ach te n wis se ling over niet
overgenomen amendementen vrijwel uitge
sloten is.
Publiceering wordt alsnog gevraagd.
Het bondsbestuur wordt voorts in over
weging gegeven de beslissing over de vast
stelling niet te doen nemen, door dc reeds
voor een deel ontbonden Centrale kiesver
eenigingen, doch alle kiesvereenigingen in
de gelegenheid te stellen een oordeel u't té
spreken, zoo noodig er over te doen stem
men.
Teneinde dat te bereiken, wordt een goed
te treffen maatregel, aangegeven.
Aan het bondsbestuur wordt gevraagd me-
dedeeling omtrent de wijze, waarop het con
cept-program ter algemeene vergadering zal
worden behandeld cn die wijze vooraf te pu-
blieeeren.
Ten slotte wordt medegedeeld, dat de ter
mijn, waarop alsong wijzigingsvoorstellen
kunnen worden ingediend, ulto. 2 April, van
dien aard is, dat het voor vele kiesveree
nigingen vrijwel onmogelijk is daaraan te
voldoen, waaraan dan de mededeeling wordt
toegevoegd, dat door „Recht voor Allen"
alle door haar ingediende amendementen, ook
voor zoover niet door het bondsbestuur over
genomen worden gehandhaafd.
S te m men op de Roo msche lijs.t."
Onder bovenstaand opschrift verscheen bij
Putura te Leiden no. 2 van de Nieuwe
Reeks der Politieke vlugschriften, 't Is een
pittig geschreven vlugschrift, waarin ach
tereenvolgens, na een inleiding „De nieuwe
toestand," de volgende onderwerpen kort en
zakelijk worden besproken: „Standenverte-
genwoordiging", „He: stellen der eandidaten,"
De „saamgevoegde lijsten", „De Kamerfrac
tie", „Stemmen op één" en „De les der
geschiedenis."
Met een opwekking tot behoud van de een
heid der partij, <1 ie de Katholieke partij
steeds heeft gekenmerkt, wordt het geschrift
je, dat wij een ruime verspreiding toewen-
;schen, gesloten.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
De benarde toestand van ons iand.
HET REGEERINGSANTWOORD
AAN DEN PRESIDENT BEU
VEREENIGDE STATEN.
Gelijk verwacht werd is de verklaring der
Nederlandecl)o regeering naar aanleiding
van de proclamatie van Pres. Wilson, den
president der Vereen. Stoten, d.d. 20 Maart
1.1., nog juist voor het Hoogfeest van Pa-
scheu gepubliceerd. In ons nummer van Za
terdag hebben wij ouder het Laatste Nieuws
een samenvatting vau den inhoud kunnen
opnemen. Thans laten wij het diplomatieke
stuk, itot onderteekend was door den Voor
zitter van den Ministerraad, Minister van
Staat, Minister van Binnenlandache Zaken,
den heer Cort van der Linden, en den Mi
nister van Huitenlamteche Zaken, den heer
J. Loudon, hiel in z'n geheel volgen:
De Nederlandse he regieering en geheel het
Nederlandsche Volk hebben met pijniijke
verbazing kennis genomen van de Proclama
tie en de verklaring van den President der
Vereenigde Staten van 20 Maart j.l. nopens
de beslaglegging der Nederlandsche han
delsvloot.
Do massale inbeslagneming van een neu
trale handelsvloot, al moge liet slechts voor
den duur van den oorlog zijn, ls een daad,
die van volkenrechtelijk standpunt onverde
digbaar en, afgeaden van rechtsoverwegingen
tegenover een bevriende natie te rechtvaar
digen is. Doch ook de wijze waarop in de
Presidentieele verklaring de gewelddaad
verdedigd wordt, draagt er niet toe bij deze
minder grievend te doen maken; immef» die
verdediging ig hlijkbür onder den invfcèfl
een ar geheel onjuiste voorstelling van »Vea
opgesteld.
De wijze ws&zup de Nederiandecho han
delsvloot sedert maanden in de Vereenigyl,,
Staten behandeld wordt, de onophoudelijke
moeilijkheden aan het vertrek onzer schepen
uit Amerikaansohe havens in den weg ge
legd, het telkens opnieuw weigeren van bun-
kexkoien, het gedwongen uitladen, der reeds
gekochte ladingen, dit alles moge niet in
strijd met het recht der Ver. Staten zijn
alhane op één geval na, dat der »Zeelantiiu-
die met eigen bunkerkolen een Amerikaan
sohe haven aandeed en sindsdien weder
rechtelijk vastgehouden wordt het waa
toch ongetwijfeld iu strijd met de traditio-
neele vriendschap tusschen de beide landen.
Dit zij slechts in het voorbijgaan gezegd; de
verklaring toch bewaart omtrent dit punt
het stilzwijgen.
Volgens de Presideutieelc verklaring zou
Nederland de voorloopige schikking die
voorgesteld was teneinde in afwachting
eener definitieve regeling nopens de tonnage
en de rationeering van ons land onze in
Ame-rikaansche havens liggende schepen
niet langor ongebruikt laten en hun gelegen
heid te geven ceno reis van hoogstens 90 da
gen te doen, niet zijn nagekomen en zulks
geheel onder Duitsche pressie. Dit is beslist
onjuist als de bewering, dat Duitschland ge
dreigd zou hebben de twee schepen, die van
hier zouden uitvhren in ruil voor twee met
Amerika's goedvinden herwaarts vertrek
kende schepen, in den grond te boren en dat
Duitschland steeds ernstiger bedreigingen,
uitte om zoowel het sluiten eener permanen
te als het nakomen der voorloopige schikkin™.
te verhinderen.
De werkelijke toedracht is deze:
Nadat de s>\Var Trade Board« er op aan
gedrongen had, dat de in Amerikaanscho
havens liggende Nederlandsche schepen een
reis zouden maken in afwachting der defini
tieve regelingen, stelde de Nederlandse-he
regeering voor, dat van die schepen ook een
deel zou varen ter dienste van de *Com mis
sion for Relief in Belgium«, het ondersteu-
ningswerk dat Nederland steeds met alle
inspanning bevordert ter wille van de nood
lijdende bevolking van België en Noord-
Frankrijk.
Toen het bericht kwam. dat Duitschland
bezwaar maakte tegen Amerika's eieck, dat
telkens een Nederlandsch schip van hier zou
moeten vertrekken in ruil voor het uitvaren
van een Reliefsciiip uit Amerika, meende de
Nederlandsche regeering dat de goede trouw
haar gebood, terstond de Amerikaanschb
autoriteiten te waarschuwen, opdat de be
doelde schepen, die op weg naar Argentinië
waren, een andere bestemming zouden kun
nen krijgen, hetgeen tot direct gevolg had,
dat die schopen in de vaart werden gehou
den, juist in overeenstemming met de voor
loopige schikking.
En wat het varen van een deel der schepen
op de Fransche haven Cette betreft oen
Zwitsersch belang, door Nederland zeer toe
gejuicht de reeders gingen geheel accoord
zoodra Frankrijk zekerheid had gegeven dat
die schepen te Cette niet zouden worden
vastgehouden. Ook voor deeen dienst zijn
dan ook verscheidene sehepeu vercharterd.
Het vereharteren en varen van al die sche
pen ondervond van do bedoelde bezwaren
geen vertraging van eenige beteekenis, tei
wijl overigens Duitschland geenerlei iuvioeu
had of trachtte te hebben op de uitvoering
dar voorloopige schikking die buitendien
voor het overige slechts de vaar; tteacheu
oycrzeesclie landen betrof. Wat. dr utovv
ring wel degelijk belemmer do va.- V-t zeer i
langzaam en soms volstrekt niet doorno
men van de overzeeeche telegrammen aan of
van de rceders. De oorzaak hiervan blijft
nog steeds in hei duister.
Een feit is bet, dat het grootste deel der
schepen onder de voorloopige schikking door
tuasohenkomst van den zoogenaamden »War
Trade Board* vercharterd was en een deel
reeds varende was naar Zuid-Amerika, doch
onderweg weder door de Amerikaansche
autoriteiten werd opgehouden, terwijl in den
Stillen Oceaan de schepen tusschen de West
kust der Vereenigde Staten en Nederlandsch
Indië geregeld zonèfcr eenige rechtstreek -
sehe of zijdelingselie belemmering vau de
zijde der Nederlandsche Regeering in do
vaart bleven.
De 6chcpen. thans in Britscbe Havens in
en buiten Europa en in de'Portuyeesche ha
ven St. Vincent genomen, worden door de
Britscbe en Portugeesche overheden zelve
verhinderd to varen.
De bewering dat Nederland, onder Duit-
sehen dwang, machteloos was de voorloopi
ge schikking na te komen is blijkens -het
voorgaande in strijd met de feiten,
(De Regeering bespreekt voorts den eisch
van het varen in de gevaarlijke zone en ver
volgt dan:)
In bet licht van bet bovenstaande is de
redeneering in dc Presidentieele verklaring,
volgens welke beslaglegging noodig was een
aangegane verbintenis na te komen, niet vol
te houden. Zij is strijdig metde feitelijke toe
dracht der zaak. De eenig-juiste voorstelli ig
is deze: dc betrokken mogendheden voeld ni
zioh door het verlies aan schepen genoopt
hun tonnage aan te vullen door de besehik-
king te verkrijgen over een zeer belangrijk
22
Zijn vertrouwen in Karei Hartman was
feheel verdwenen. Er liepen trouwens o\bi
ezen vreemde geruchten. Hij had uit zijn
betrekking ontslag genomen en reisde nu
in bet buitenland. Zoo zeiden de nienschen
tenminste. In ieder geval zag men hem in
de starl niet moer.
runjb praatte liever niet over hem en
Diuam van Laecken roerde in zijn gesprek-
jff-n oo nimmer dat onderwerj) aan. Een-
piiial op een morgen echter vroeg Crump
plotseling: „Debt gij nooit iets van Rart.
tnan vernomen."
„Ik hoor van hem niet meer dan de praat-
jes die er zoo rendbopen."
„heen, dat bedoel ik niet. Ik meen van
vroeger."
Eduard zag Crump snel van ter zéde aan.
Toen antwoordde hij:
„Tk heb hem als student' een paar Walen
ontmoet. En eenmaal heb ik hem aangetrof
fen in een speelhol, waar ik verzeild géraakt
was met een groepje studenten. Daar speel
de hij zeer hoog, ik heb hem gewaarschuwd,
maar dat hielp natuurlijk niet. Weet u: stille
waters, zegt liet spreekwoord, hebben diepe
gronden."
„Ja juist, zoo is het."
Crump geloofde wat Eduard hem vertelde.
Dit klopte ook volkomen met het feit dat
Karei Hartman een speler bleek te zijn.
lutusschen werden de voorbereidselen voor
het huwelijk- getroffen en vijf maanden na
dc bekendmaking van de verloving werden
de ondertrouwkaarten rondgestuurd.
Rosa was een gelukkige bruid. Van vele
zijden ontving zij gelukwenschen en een
schitterend feest werd gearrangeerd, waar
voor de uitnoodigingen «eer talrijk worden
rondgezonden. Natuurlijk werden de uitnoo
digingen gaarne aangenomen, behalve door
de oudste en beste vriendin van Rosa, 'Anna
Noorman, die een paar weken te voren op
zea ging. De vriendschap tusschen de beide
meisjes was finds de verloving van Rosa
met Eduard van Laecken zeer verkoeld. En
dit was niet Rosa's schuld. Maar 'Anna Noor
man was al minder haar komen bezoeken.
Toch deed het Rosa leed, dat zij niet als
bruidsmeisje zou fungeeren.
„Het is alles," %e[ zij tot haar bruide
gom, omdat Anna ndj met Karei Hartman
wilde doen trouwen- Je weet niét, hoe zij
hem voorstond."
„Nu, lachte Eduard) dan moet zij zelf hem
maar nemen."
Het huwelijk vond plaats en de heele
stad sprak er van ®n nam fin zekeren ziln
deel aan het feest- Het huwelijk1 van den
zoon van den burgemeester en de dochter
van den voornaamste» industrieel was in de
kleine plaats een gebeurtenis van belang.
Crump gaf bovendien een zeer royaal feest
aan de arbeiders van zijn fabriek.
Den middag- van het huwelijk' ging het
jonge paar op de huwelijksreis naar Zwit
serland en de beide vaders wandelden dien
avond laat samen nog wat rond, beide ge
lukkig dat alles zoo prachtig was van sta
pel geloopen.
„Kom," zei van Laecken, „het is een
sclioone avond, laten we bij mij in dep tuin
nog eamèn een flesch drinken. Het ie daar,
rustig."
Ze deden aldus en het werd heel laat-
„Maar nu moet ik naar huis," zei Crump
eensklaps het is meer dan tijd."
De burgemeester deed hem tot het tuin
hek uitgeleide en Crump stapte flink aan.
Daar zag hij iemand voor zich loopen en
pas toen hij vlak bij was en den laten
wandelaar wilde passeeren zag hij eensklaps
dat het Karei Hartman was. Deze herken
de hem ook. Onwillekeurig bleven d« beide
mannen Btaan.
„Wel dat is «en onverwachte ontmoe
ting," zeide Crump, „ik wist niet dat gij
hier waart."
„Ik ben vanavond pa« terug gekomen.
Maar te laat, helaas."
4,Te laat? Waarom?"
„Ik had u willen waarschuwen. Uw doch
ter had nooit mogen trouwen met dien man."
„Mijnheer Hartman," zeide Crump leven
dig, „sinds we elkaar de laatste maal spra
ken, is er veel veranderd. En ik zal u
eerlijk zeggen mijn opinie omtrent u is dat
ook. Toen hechtte ik aan uw woorden waar^
de. Nu doe ik dat niet meer. Toen zag ik
in u een degelijk jongmenscli, nu weet ik
beter. En als gij dus thans weer «ooals
toen, insinuec^n wilt, dal Eduard vanl.aes-
ken de een of andere slechte daad bedre
ven zou hebben, dan antwoord ik thans aai
die beschuldiging niet de minste waardt
Ijeoht."
Karei Hartan zuchtte.
„Maar toen deed u dat tooh wei."
„Zeker deed ik het." i
„Welnu, en toen hebt gij mij beloofd ec»
onderzoek te zullen instellen."
„Dat heb ik gedaan. En mij is geblek/n
dat gij niet het recht had te spreken gelijk
gij gedaan hebt. Uw beschuldiging bleek
niet juist. De menselien, die ik opdroeg al*
lef te onderzoeken, deden dat zeer nauwge
zet-, zij vonden niefs. Ik vertrouwde u nog.
Ik1 schreef u dat gij verplicht waart tirade
iiiker te spreken. Uw brief kwam ongeopend
terug, ge waart vertrokken. Nog twjjfelde
ik. Maar daarna is u gezien te Monte Carlo
en vernam ik, dat u zelf een speler is, e- a
geheel ander man dan wij meenden. Zoo beu.
ik tot de conclusie gekomen die gij kent.
En nu g(j weet, dat ge ontmaskerd zijc, dog
dus nu geen moeite meer uw beschuldigingen
te, herhalen." u
(Wordt vervolgd), .j
K.-Kath.
307.199
Hier volgt dc lijst mijner zonden. Ik heb
gepleit voor de benoeming van een voorzitter
van de Eerste Kamer uit de- Katholieke partij,
omdat die, als de grootste fractie van de meer
derheid in dat college, daarop re«ftt had. Ik
vond het iets om trotsch op te zijn, dat «en
liberaal ministerie hier recht zou doen, waar
Dr. Ktiyper als minister, om Calvinistische
gevoeligheden te spaTcn, dit niet had aangedurfd.
Mijne partijgenooten vonden wel, dat dit" juist
was, maarhet was niet verstandig om het
openlijk uit te spreken. Erger werd het, toen
ik schreef, dat, als de llegeering meende dooi
de aanstelling van «en tijdelijk gezant bij den
Paus iets voor den vrede te kunnen bereiken,
dat men haar dien 'dan niet moest weigeren. Ik
heb tosn een verzoekschrift met talrijk* hand-
teekeningen «it mijn district gekregen om daar
tegen mijnt stem uit te brengen, maar ik heb
'den vrager», die trouwens dit verzoek niet uit
hun eigen deden, maar daartoe door een fana-
tieken prediker van de liefdeleer van Christus
Waren aangezet, geantwoord, dat ik zulk» niet
kon doen en waarom. Ik heb de omstandig
heden waren ook tegen mij, want Lobman en
Kuyper deden mij den ondienst in het vorige
jaar den 8o-jarigen ouderdom te bereiken
den euvelen moed gehad niet alleen in
Lohman dat mocht nog wel maar ook in
Ktiyper zeer benijdenswaardige eigenschappen te
constateeren.
Dat alles was echter een kleinigheid, vergeleken
bij mijne houding in de sclioolquaestie. Dat ik de
oplossing van den onderwijsstrijd beschouwde
als absoluut noodzakelijk, als wij ten minste, wat
het gehalte van ons volksonderwijs betreft, niet
nog droeviger achteraan willen komen op het
terrein, waarop wij eens een eerste plaaf- moch
ten beklceden, kon er mee door, vooral omdat
dit moeilijk tegen te spreken was, maar dat ik
cr in eigen kring rond voor uitkwam, dat ik de
financiëele gelijkstelling tusschen openbaar en
bijzonder onderwijs op zichzelf niet anders vond
dan het goed maken van een ONRECHT DAT
AAN TAL VAN ONZE MEDEBURGERS
WERD GEPLEEGD, iets, wat Dr. Bos vol
komen mot mij eens was, en wat door hoog
staande liberalen als Allard Pierson, Cört van
der Linden en Hubrecht reeds jaren geleden is
gezegd, bezorgde mij zelfs den naam van
pacificatie-hystericus en van verkapte clericaal.
En al heb ik in de Staatscommissie precies
'deselfde houding aangenomen als De Meester,
Bos, Ketelaar, Troelstra, Ter Laan en De
Beaufort, het heeft niet kunnen verhinderen, 'dat
een van mijn partijgenooten mij voor het dilem
ma stelde, dat ik óf een verrader /was van het
openbaar onderwijs, óf een sukkel, die „zich
door Nolens in de luren had laten leggen/' Hij
was wel zoo minzaam het laatste aan te nemen.
Tiet is dan ook gelukkig voor mij, dat ik geen
lid der Kamer meer zal zijn. als de opheffing
van het processieverbod aan de orde zal komen,
want mijn inzicht is zoo bekrompen, dat ik maar
niet kan inzien, hoe een geestelijke nazaat van
Thorbecke anderer godsdienstvrijheid, in welke
geringe mate ook, zou willen beperken. Maar
mijn hoofdzonde is mijne houding in de
schooiquaestie, want at ben ik bereid mede te
werken tot iedere betere regeling dan de Staats
commissie voorstelde, daar ook deze den steen
der wijzen niet in pacht had, zooais ik bijv.
direct te vinden was voor de hetere redactie van
art. 192, door den heer Van Raalte voorgesteld,
tot geen prijs kan men mij krijgen tot reageeren
tegen den geatt van het Bevredigingsrapport,
waaraan ik de eer had mede te werken. Als ik
in het Voorloopig Verslag over het voorstel-
Lohman lees, dat „slechts in beginsel" Over de
financiëele gelijkstelling van de beide takken van
onderwijs zou zijn beslist, wordt er iets in mij
wakker, dat ik liever niet onder woorden breng.
Caveant consults, zeiden de Romeinen. E>at
Nieuwe leuzen. De Federatie van
Revolutionnaire Socialisten heeft besloten,
in den aanstaanden verkiozingpstrij i, actie te
gaan voeren tegen stomdwang en het parle
mentarisme. Ten dien einde is besloten mani
festen uit te geven waarin een uiteenzetting
zal worden gegeven omtrent de beteekenis van
het parlementarisme en waarin zal worden op
gewekt om tevens als protest tegen den stem
dwang zicli van stenimen te onthouden.
Iu elko provincie worden provinciale comi
té'» opgericht, die in een zoo groot mogelijk
aantal vergaderingen propaganda zullen maken.
Op een Zondag voorafgaande aan de verkie
zingen zal in elke provincie een provinciale
meeting worden gehouden in verband met iet
doel der aotie.