Distributie van Kopvleesch. Distributiebedrijf^ Heemstede. TïïïtenSïïd' ^binnenland" DE VERKEERDE KEUZE aee" •rtnfRJS 8EMEEHTE1M CENTRALE KERKEN. WARM VOEDSEL NOODVERLICHTING. P. W. TWEEHUIJSEN, Nieuwe Broodkaarten. D3N9EIDHG 4"APRIL 8918 423TÈ JAARGANG 9604 DE ABOMNEfftENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPENPER KWARTAAL f 1,95; PER WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,30 OUDE BBGODRAARTEü Broodkaarten moeten worden ingeleverd, uit drie tijdvakken bestaat, 2ij2 cns Kop- of Hartenvieesch VLEESCHDI8TR1BUTIE HAARLEM GRATIS VERSTREKKING VAN uitreiking der kaarten en bons GEMEENTE BLOEMENDAAL. bons hiervoor kunnen afhalen Gedurende de week van 8 tot en met 13 April 1918, zal beschikbaar worden gesteld op bon no. 72 I K.G. op bon no. 73 I K.G. op bon no. 74 1 K G. op bon no. 75 I K.G. Op bon no. 76 1 ons op bon no. 77 I ons ZAND- OF VEEN- AARD AP.PELEN; GROENE ERWTEN; BAK- EN BRAADVET; Hef Menu der Gem. Centrale Keuken WERELDBRAND.' PAUZE IN DEN STRIJD - VOORBEREIDINGS MAATREGELEN VOOR DE TWEEDE ACTIE - DE FRANSCHE RESERVES DE OORZAKEN VAN DEN TEGENSLAG DER ENGELSCHEN. De Duitschers werpen nog steeds groote reserves naar het front en we kunnen dus weldra een hervatting van de hevige worsteling ver wachten, zooara het zware geschut in stelling is gebracht. HET VREDESVRAAGSTUK. DE REDE VAN CZERNIN EN CLEMENCEAU HEEFT CZERNIN GELOGEN - PERS STEMMEN OVER DEN VREDE. TENNISSCHOENEN Hitte i^andelsclioentjes BarteSjoiMsstnaat 27. TEL. S77o BERICHTEN VAN TOT 5 REGELS. FEUILLETON J4 Rosa lachte smakelijk. NIEUWE HMRLEMSCHE COURANT T Alle betalende abonnés op dit Blad, In het bezit *an een Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen Op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd troor f 300 bij levenslange ongeschiktheid tot werken, t 400 bij overlijden, f 2C3 bij verlies van hand, *oet of oo», 100 bij verlies van een duim, »8 'bovei «n/of onto- been. De uitkeering dezer bedragen wordt gegaran deerd door de „Hollandsche Algemeene Verzekering* bank" te Schiedam. (De voor 1 October 1911 uit gegeven polissen zijn niet ge.dig.) Be Directeur van het Gemeentelijk Levens- biiddelenburean brengt ter kennis dat na 8floop van bet 45e tijdvak ALLE OUDE daaronder ook begrepen broodkaarten van bet 37e, 38e, 39e en 40e tijdvak waarop geen koelbuisboter werd betrokken. De Directeur voornoemd, F. BE JONGE. De Directeur van bet Gemeentelijk Levensmid delenbureau brengt ter kennis, dat de 12e brood periode, ingaande 13 April, a.s., slechts in verband daarmede worden bij de thans aan gevangen verzending Broodkaarten voor drie tijdvakken verzonden en wel voor het 46e, 47e £n 48e tijdvak. De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. Verkrijgbaar bij SËRNE, Brouwerstraat 64, op Vrijdag en Zaterdag as van 9 tot 12 uur op Bon 3, letter K. Maximumprijs KOPVLEESCH 20 cent per pond £ARtenVLEESCH 15 - KALFSKOPJES tot 21/2 K.G. 10 ct. per stuk In verband met de in te stellen rantsoeneering Van vleesch, worden houders van café's, restau rants enz., verzocht, vóór 10 April schriftelijk op te geven bij den Directeur van het Openbaar Slachthuis: 1. De hoeveelheid vleesch, die zij per maanc verwerken; 2. de slagers van wie zij dit vleesch betrekken De Administrateur dér Gemeentelijke Centrale Keuken te HEEMSTEDE maakt bekend, dat vanaf 5 April aj. de prijs der Weekkaarten, recht gevende op 6 portie's, gesteld is op 48 cent, de prijs der dagkaarten blijft 12 cent. 4191 BURGEMEESTER en WETHOUDERS van HAARLEM deelen mede, dat de geldig gedurende één maand, zal plaats hebben op Vrijdag 5 April 1918, des namiddags van 2 tot 5 uur, aan den Zijlweg No. 24 Hoofden van gezinnen en alleen-wonende per sonen die alsnog aanvragen tot het kosteloos ontvangen van warm voedsel wenschen te doen, kunnen zich aanmelden aan den ZIJLWEG No. 24, des Maandags van 2 tot 4 uur, aan vangende Maandag 8 April 1918. 4211 TROUWBOEKJE EN GEBOORTEBEWIJ ZEN DER KINDEREN MEDENEMEN. Haarlem, 4 April 1918. Be Directeur van het Levensmiddelenbedrijf te klOEMENDAAL maakt bekend, dat hoofden Van z.g. 'lichtlooze gezinnen, die tijdig kaarsen Schemerlichten hebben aangevraagd, ®an de Politieposten te BLOEMENDAAL en °VERVEEN, voor wat betreft VOGELEN ZANG bij W. LOKERSE, aldaar. 4199 bestaat voor Maandag en volgende dagen uit: Capucijners, Zuurkool, Bieten, Erwtensoep, Sa- Voyekool, Hutspot. Voor het bekomen eener weekkaart zal wor sen ingehouden: bon Np. 73, 74, 75 en 76 Voor het Menu van Dinsdag Bon No. 73, voor Bonderdag No. 76, voor Vrijdag No. 74 en voor Zaterdag No. 75. 4191 11 De zaak-Mr. van Best. De kwestie miv Jan van Best maakt in onze katholieke partij de gemoederen warm. Men voelt dat pijnlijke zorg voor het on besmet houden van naam en aanzien onzer partij zelfs van een kleine vlek hoog noodig is, doch huivert voor de beslissing tegen den Eindhovensclien afgevaardigde en vraagt zich af of er toch eigenlijk tegen hem door een te zware „straf" geen onrecht gepleegd wordt. De zaak mag bekend geacht worden: mr. van Best heeft al meer dan een jaar gei leden onvoorzichtig gehandeld (incorrect, luidt de officieele term) door zijn particuliere zaken als advocaat niet streng gescheiden te houden van zijn officieele functie als ree geeringscommissaris voor de Belgische uit gewekenen. Onder deze omstandigheden meent men van boven af hem niet te moeten aanbevelen voor herkiezing als Kamerlid. En de Eind1- hovenscbe kiezers staan nu reed» voor een voorloopige uitspraak. ï>at is een zwaar vonnis voor een on- voorzichtigheid, waarbij naar de algemeene overtuiging, de eer van den Eindhovensclien. afgevaardigde ongerept is gebleven. Maar wij verstaan het dat er geoordeeld wordt: het algemeen belang en het aan zien der katholieke partij gaan boven het particuliere belang van den lieer mr. van Best. Mits en dit zeer uitdrukkelijk daar door aan dit overigens zoo verdienstelijk1. Kamerlid inderdaad geen onrecht worde» aangedaan. Want nooit kan het belang onzer partij immers meebrengen dat er iets gebeurt, dat, in den strikten zin des woords onrecht' zou zijn. Wij beweren niet dat er hier van onrecht) gesproken mag worden. Integendeel, aan de hand van het Utreeht- sche advies nemen wij aan dat het niet zoo- is. Ma'ar dan is meer klaarheid toch hoog" noodig. Hoog noodig in dezen tijid nu hed woord corruptie haast niet vun de lippen is, en er dit is niet te vermijden in velen ooigeu door het politieke vonnis een zwaar" odium op Mr. v. Best gelegd wordt. Nu juist dienen o.L de motieven van dit, laten we hopen niet voor langen tijd gevelde vonnis, indien het «enigszins mogelijk is, duidelijk naar voren te komen, opdat de be slissing hem in de oogen van onze partij eu van 't land niet zwaarder treffe dan mag. Het lijkt ons beter de zaken open te leg gen dan een soort blind vertrouwen te vra gen. 11 Toenadering. Er is een opmerkelijke toenadering te bespeu ren in de houding der Vereenigde Staten tegen over onze belangen. 't Is nog wel geen „officiëéle" verklaring van regeering aan regeering, maar het is nu toch zeker aan geen twijfel meer onderhevig, of de Ver. Staten zullen „officiéél" bevestigen, wat zij in een officieuze verklaring toch ook langs diplomatieken weg ter kennis brachten van het Nederlandsche publiek. Wij hebben hier het oog op de Amerikaansche regeeringsverklaringen, gedaan aan een der Ne derlandsche persbureaux, welke men elders in dit nummer zal aantreffen. Daarin wordt toezegging gedaan van vrije heen- en terugvaart voor Nederlandsche schepen ten behoeve van den aanvoer van het beloofde graan uit Noord- en Zuid-Amerika, op de basis waarop ook voor de voedselvoorziening van Bel gië wordt zorg gedragen. Voorts wordt verze kerd, dat de Amerikaansche regeering bereid blijft tot nadere onderhandelingen betreffende den toevoer van nog andere voedingsmiddelen en grondstoffen dan het beloofde graan, onder beding dat daarvan -reen deelen hun weg zullen vinden naar de Centralen. En ten slotte wordt verzekerd, dat Nederland zijn vloot zal worden teruggegeven, zoodra de toestand dit zal ge- doogen. De wacht is nu nog op een „officiéél" antwoord op de nota van onze regeering en dan zal, naar wij mogen hopen, een aanvang kunnen worden gemaakt met het aanvoeren der beloofde 100,600 ton graan. Wij twijfelen niet, of die officiëele antwoord nota zal er weldra zijn. Dat zal een mooi succes zijn voor onzen Minister van Buitenlandsche Zaken, minister Loudon. De pauze in de ontzettende worsteliiig, in het Westen duurt voort. Het is in de vuurlinies even kalm voor zoover er van kalmte sprake kan zijn als vóór het groote lente-offensief: eenige plaatselijke aanvallen, toenemende bedrijvigheid der artillerie, het binnenbrengen van enkele tien tallen gevangenen. De pauze, zoo zegt men van beide zijden wordt gebruikt voor het verzamelen van nieuwe krachten. Men verwacht algemeen een nieuwen aanval rechtstreeks op Amien3. De Duitschers schijnen dus nog altijd het meeste aandacht te wijden aan den toestand op het aansluitingsplint tusschen de Engeische en Fransche legers. Daar toch heeft men de door braak beproefd. Er zal dus binnenkort een nieuwe krachtmeting tusschen de centralen en de geallieerden plaais vinden En de groote vraag is hierbij: hoe staat het met de reserves? Volgens den oorlogscorrespondent van de Vor- warts wierp generaal Foch de met spoed ver voerde en langzaam aangroeiende massa's zijner eigen divisies in den strijd, om het dagelijks grooter wordende gat te stoppen. Het is dan ook zeer waarschijnlijk, dat reeds enkele divisies van het Fransch-Engelsche reserve- of zooge naamde manoevreerleger daarvoor bestemd zijn geworden, maar daarom kan dit overigens nog wel intact zijn. Zoo schreef de Frankfurter Zeitung dat men den indruk krijgt, dat de geallieerden 11 un reser- veleger voor het grootste deel achter gehouden hebben. Ook Havas meent dat het uur van het tegenoffensief nog met heeft geslagen en voor ziet zeer binnenkort een nieuwen geweldigen aanval op Amiens. Eerst wanneer die aanval ge broken zal zijn, zal de legeraanvoering het initiatief tot nieuwe krijgsverrichtingen nemen. We zullen afwachten. We zijn zoo langzamer hand aan de plannen der entente, die bedrogen uitkomen, gewoon gebakt. Daar het niet weg te cijferen valt dat de Duitschers tijdens hun offensief groote en be langrijke terreinwinsten behaald hebben, tracht men van geallieerde zijde de oorzaken van de tegenslagen op te sporen. Er zijn, aldus een particulier telegram uit Londen aan de „N. R. Ct.", in het algemeen twee opvattingen aangaande de oorzaken van de tegenslagen, die de Engelschen in 't begin van den slag hebben geleden. De voornaamste passage uit de gisteren door ons gedeeltelijk afgedrukte rede van den Oos- tenrijkschen Minister van Buitenlandsche Zaken was men zal het zich herinneren „De En tente heeft geen vrede gewild." „Clemenceau heeft eenige dagen voordat het offensief in het Westen begon, tot mij de vraag laten richten of ik bereid kon zijn tot onderhan delingen en op welke basis. Ik heb dadelijk in overleg met Berlijn geantwoord, dat ik daartoe bereid was en ten opzichte van Frankrijk geen ander beletsel voor den vrede zag dan den wensch van Frankrijk om Elzas-Lotharingen te rug te krijgen. Uit Parijs werd geantwoord, dat op deze basis niet te onderhandelen viel. Toen bleef er geen keus meer. Het is te begrijpen, dat deze passage heel wat stof heeft doen opwaaien. Maar het mooiste is, dat Clemenceau vlakweg heeft gezegd: „Graaf Czernin heeft gelogen." De verklaring is zoo pertinent, dat men niet recht weet wie men gelooven moet. Terwijl de Duitsch-Oostenrijksche pers de rede van Czernin ophemelt, wordt ze door de Fran sche en Engeische pers aangevallen. De Fransche pers zegt: „dat niemand er zich over verwondert, dat de minister-president Czernin's uitlating ontkent. Czernin was ongetwijfeld verplicht om zijn landgenooten tegen Frankrijk op te hitsen, op 't moment, dat versche Oostenrijksche versterkin gen op het Westelijk front noodig zijn. Czernin was waarschijnlijk van plan de populariteit van den Franschen minister-president schade te doen, doch deze manoeuvre toont slechts in welke ver legenheid Oostenrijk zich bevindt. De „Westminster Gazette" zegt „Indien Clemenceau, naar wij ons voorstel len, het aanbod betreffende de ontruiming der Fransche gebieden heeft afgeslagen, dat alleen aan Frankrijk werd gedaan, buiten de andere geallieerden om en zonder waarborgen voor Bel gië of Servië en op den grondslag van de voor waarden, welke Rusland en Roemenië zijn opge legd, heeft hij gehandeld, zooals een achtens waardig man en een loyaal moest handelen. Wij moeten voortdurend in gedachte houden, dat dit geen oorlog is tusschen Frankrijk en Duiisch- land, Groot-Britannië en Duitschland, Italië en Oostenrijk, doch een oorlog tusschen alle geal lieerden en de middenrijken; een oorlog, waarin geen natie haar eer of veiligheid voor zichzelf Kan koopen door afzonderlijk mei den vijand te onderhandelen. Wij vechten voor niets minder dan voor een nieuwe wereldorde en wanneer de vijand zegt, dat er geen hinderpaal voor den vrede is „wat Frankrijk betreft," of „wat Groot- Brittannië betreft," enz., dan moeten wij vragen, wat de weg is naar een vrede „wat de geallieer den betreft." De „Vossische Zeitung" zegt: Graaf Czernin heeft met zijn antwoord het afdoende bewijs voor de bondgenootstrouw geleverd. Reeds kan men verklaren, dat Frankrijk, door den schrikkelijfc- sten aanval der Duitsche legers bedreigd en van innig verlangen naar den vrede, dat het den weg naar Weenen heeft gewezen, dat dit Frankrijk in die omstandigheden nochtans zijn eisch betref fende inlijving van het Rijkstand niet liet varen? Daarop is maar één antwoord Clémenceau kon van zijn vijand niet minder vragen dan zijn bondgenooten hem beloofden. Hij kon het odium van een afzonderlijken vrede niet met verlies betalen. Inderdaad heeft Engeland vóór het offensief begon van Duitschland als vredesvoor waarde het opgeven van Elzas-Lotharingen ge- eischt. Graaf Czernin moet weten, dat het tegen woordige offensief in het westen, het moge dan op Franschen bodem en met Fransch bloed wor den gevoerd, doch tegen Engeland in zijn werk gaat. De kanonnen der bondgenootschappelijke monarchie moeten ons niet helpen om een wereld rijk in te richten, maar om ons de dwingelanden krachtig van het lijf te houden. In de „Germania" leest men: Clemenceau speelt met des te meer nadruk op de zaal, naar mate hij in zijn hart van de losheid van den grondslag zijner politiek overtuigd moet zijn. Het scherpste, dat men Clémenceau voor de voe ten werpt, is dat hij het schip van staat heel en al in het zog van Fngeland stuurt. De entente cordiale is iets, dat op papier staat. Allerwegen is, men ontevreden met de Engelschen. De bevol- INGEZONDEN MEDEDKELING. 3014 king van Frankrijk staat onverschillig tegen over de kwestie van Elzas-Lotharingen De Oostenrijk-Hongaarsche bladen wijzen er op dat Czernin ook ditmaal met de hem eigen temperamentvolle oprechtheid wist te zeggen wat waar is, terwijl ook ditmaal uit zijn rede3 kracht en overtuiging, alsmede vertrouwen spreken. De bladen leggen in het bizonder den nadruk op de mededcelingen, dat Czernin de mogelijkheid heeft verschaft het gruwel ijkg bloedbad in het westen te verhoeden. Het „Fremdenblatt" zegt: de Fransche regee ring heeft door haar onzalig antwoord een ont zettende schuld op zich geladen en op haar komt de verschrikkeliike veranfwoorde'iikheid neer, dat duizenden en duizenden menschen voor een on bereikbaar doel hun leven moeien verliezen. De „Neue Freie Presse" schrijft: de vaardig heid, waarmede Czernin zonder vrees de hydra heeft aangepakt, zal in Oostenrijk, waar reeds lang naar zulke woorden werd gesnakt, a's een diepe waarheid worden gevoeld. Niet het Tsechische volk heeft Czernin beschuldigd; niet de menschen, die hun plicht hebben gedaan en aan de lasten van den oorlog Tiebben deelgeno men, doch bepaalde leiders, die de vermetelheid hebben om hun hoop op de overwinning der entente te stellen. Fransche bladen uiten bun verbazing dat de Paus niet geprotesteerd heeft tegen do beschieting van Parijs op Goeden Vrijdag. Hieruit blijkt dat het eerste bericht van' Reuter valsch was. De Rada der Oekrajine deed een vredes- aanbieding van den Raad van Volkscom missarissen der Bolsjewiki. Duitsche oorlogsschepen hebben na een moeilijke" tocht door ijs- en mijnvelden, de troepen, bestemd om aan Finland hulp te brengen, te Hangö (ZuidFinland) geland. De Parijsche bladen »Le Pays« en «Jour nal des Debate* zijn volgens een Dnitsch' bericht van meening dat bet voor het Fran sche leger beter zou zijn tot aan de Seine te rug te wijken. Het telegramverkeer tussohen Engeland' en Frankrijk zóu voor onbepaalden tijd ge staakt zijn. De telegrammen worden als brie ven verzonden. Op 31 Maart en 1 April hebben de Fran sche vliegers 12.000 K.G. bommen op spoor wegen en kampen van de door de Duitschers veroverde plaatsen Ham, Chauny en Noyon geworpen- De gouverneur van Parijs zon bekend ge maakt hebben dat de stad geen gevaar loopt. Niettemin zon de ontruiming nog voortdu rend liaar gang gaan. De correspondent van de «Morning Post<c te Washington beweert dat president Wil son weldra een voorstel zal doen om aair Bulgarije den oorlog te verklaren. De Russische regeering heeft last gegeven dat do demobilisatie van alle legers, die deel hebben genomen aan den oorlog met Duitsch' land den 12den dezer afgeloopen moet zajn. De buitensporigheden van de Bolsjewiki te Wladiwostok zullen blijkbaar Japan en de geallieerden tot een gemeenschappelijke tussehenkomst in Siberië dwingen. Men gelooft dat het du i kboo t vmags t uk' tusschen Duitschland en Spanje in een acuut) stadium is gekomen en dat liet Spaansche kabinet een krachtige houding zal aanne men. Bezoek van H. M. de Koningin &-an Amsterdam. H. M. de Koningin bracht heden een eendaagsch bezoek aan Amsterdam. Van het station reed de Koningin langs het Damrak naar het Paleis. Na een kort oponthoud .aldaar werd een bezoek gebracht aan de Centrale Keuken (Hoogte Kadijk) en aan het Distributie! bu reau, Keizersgracht 76G. De ongesteldheid van minis.t.e.r Loudon. De minister van Buitenlandsche .„Ik geloof," riep zij, „dat Eduard nu juist tiet een man is om er een pantoffelheid te maken. Maar zoo een zou ik niet billen ook." „Ge houdt toch veel van hem. Welnu iaat- uw liefde hein dan binden," zeide Eduard's vader weer en het klonk niet schertsend. Het wais eer of hij vreesde, dat dit wel eens niet- net geval kon zijn. Maar Rosa bemerkte dien verholen angst volstrekt niet. „Dat zal wel gaan, daar twijfel ik niet *au, zeide zij overmoedig. „Eduard is de ïoeu6 de wereld> ^t weet u even »°ed al3 ik. baron an Laecken knikte. Maar in zijn hart» bleef de bange twijfel want hij kende _jn 7-°on, dien hij liefhad, maar hij wist dat deza niet zoo goed van harte was als het Qe vrouwt„e geloofde. Doch hij hoopte nu maar, uat Eu yard die zijn vrouwtje werke lijk sell ei lief te hebben, door haar invloed niet weer in z'n oude fouten vervallen mocht. Had Eduard van Laccken zijn vrouw lief? Hij stelde zich zelf die vraag niet. Zeker was het dat zij liern behaag Se en hij wist dat zyn huwelijk liem uit een netelige positie gered hal. Zonuer dat huwelijk zouden z n schu 1deisehers hem het leven zeer lastig ge maakt heb ten en nu was hij van financieelo zorgen bevrijd, terwijl hij thans in schitte rende positie was. Zijn vrouw was behalve rijk, ook schoon en py kon mej. haar schitteren en had dtis alle redenen om tevreden te zijn. Hij verwende haar en haar oprechte bewondering voor hem streelde zijn ijdelheid. Maar hij had haar getrouwd niet uit liefde, doch uit koele berekening en waarachtige liefde tot offers bereid voelde hij voor haar niet. Maar hij meent,e volkomen in staat te zijn haar gelukkig te maken. Intusschen had Crump zijn plannen door gezet wat de oifiwerking van zijn zaak be trof in een naamloozo vennootschap. En met een waar genoegen was hij meteen tot een belangrijke uitbreiding van zijn machinefa briek overgegaan, p® aandeelen, waarmede het kapitaal, dat in de fabriek stak ver groot werd waren zonder eenige moeite ge plaatst, de meeste trouwens behield hij voor zich en voor zijn schoonzoon. Hij was de technische, Eduard van Laecken de admini stratieve directeur en de zaak marcheerde flink. Eduard moest hard werken, zoo goed als zijn schoonpapa en soms verdroot hem dat wel. Vv ant geregeld hard werken was hij nooit gewoon geweest. En liet aantrekke lijke dat het nieuwe steeds voor hem had, ging er langzamerhand wel af. Maar hij kon moeilijk anders doen, dan zich inspannen en hij paste wel op niet te laten, bemerken, dat hij dit eigenlijk niet van ganscher harte deed, zoodat trump wel meenen moest, dat z'n schoonzoon en mede-directeur met even veel belangstelling als hij de zaken behar tigde. Eduard van Laecken begon langzamerhand z'n leven in de kleine stad erg eentonig te vinden. Hij verkeerde met z'n vrouw natuur lijk in de eerste kringen, maar bijzonder amusant vond hij de visites, die zij maken moesten en de bezoeken, die zij ontvingen, nu juist niet. Als hij z'n vrouwtje werkelijk had liefgehad, zou hij zich gelukkig gevoeld hebben. Als hij een werkzaam mensch ge weest ware zooals z'n schoonvader, was er gee.i enkele reden voor hem geweest om zich te vervelen. Maar de bekoring van het nieu we ging langzamerhand verloren. En Eduard vond zich zelf eigenlijk te jong om nu al voorgoed in het gareer te loopen, zooa's hij het noemde. Hij had prikkelende vermaken noodig. Hij maakte een enkele maal een reisje van een paar dagen met zijn vrouw, maar dat gaf hem niet het genoegen, dat Röisa daarvan had. En zoo geleidelijk werd zijn humeur er niet beter op, was hij nu en dan korzelig en deed minder moeite zijn ontevreden stemming te verbergen. Dat bleef Rosa niet verborgen, ze meende dat Eduard zich niet wel gevoelde, zij om ringde hem met teedere zorgen, grooter op lettendheid en vroeg vaak of hem iets hin derde. Maar dan ontkende hij dit, soms gaf hij voor last van hoofdpijn te hebben. En zij beklaagde hem, meende dat hij te veel zich inspande. Eduard maakt zioh toch niet de druk papa," vroeg zij soms. Maar Crump lachte. „Komaan," zeide hij, „zoo'n jonge kerel doet het werken goed. En hij klaagt er niet over. Gij verwent hem te hard. En zijt veel te bezorgd." Maar hij lette toch meer op Eduard en vond ook wel, dat deze er nu en dan be trokken uitzag- Misschien viel liet eentonig kantoorwerk hem toch niet mee, iets wat Crump, die zelf van boeken en cijferen ook nooit veel gehouden had, wel begrijpen kon. ^Hoor eens," zeide hij op een morgen, me dunkt ge moest wat afwisselender ar beid' hebben. Het zou niet kwaad zijn als gij nu en dan voor de zaak eens op reis gi.xgt. liet is wel eens goed, indien de pa troon zich zelf eens vertoont waar altijd de reizigers komen. Denk er eens over. Dat voorstel stond Van Laecken won er-, wel aan en spoedig werd het de gewoonte,; dat hij een paar dagen in de maand op reis ging. Hij was handig genoeg om de zaken goed te behartigen, doch beschouwde zoo'n reis tevens als een uilstapje en het wekte, hem op. 1 (Wordt vervolgd.!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 1