Herds leep en Zeeppoeder.
Ie Geneeskundige demissie
DE VERKEERDE KEUZE
BUITENLAND
P. W. TWEEHUIJSEN,
BINNENLAND
één stuk (ö.l KI) Huishoud- si Toiletzeep.
één stuk Waschzeep (Red Star oi Succeszeep)
HET VREDESVRAAGSTUK.
TEE£fti8S$CfiGEil£fi
Witte ^andeSschoentjes
FEUILLETON
MAANDAG 15 APRIL 1818
42STE JAARGANG 9813
DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,95; PER WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,30
WERELDBRAND
HET DUITSCHE OFFENSIEF IN HET WESTEN
- TAAIE TEETH 1TAND ALLEEN PLAAT
SELIJKE SUCCESSEN - IN DE LUCHT
DE MONSTERKANONNEN ONTDEKT.
DE KWESTIE CZERNIN-CLEMENCEAU.
ENGEJLANCf
BERICHTEN VA*! I TOT 5 REGELS.
iBanieJJonisstpaai k7. TEL. 177
De benp.r a osi e van ons land,
,„d. Riga- 0*»l tefl teslofen MA. u „efr J», diplomaBeke
Dr°DMlvD5©-ranh" van Vriidag is he-tl&ch° r€gJeerms dat de graanladingen, welk©
Lo „Uniy Jteteörapn \an xiijciag is net ollzerZ]J(]s gevraagd wei-den, niet noodig wa
ren en alleen zouuen gediend hebben, om een
Graan uit Amerika.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Alle betalende abonnés op dit Blad, (n het bezit
Van een Verzekeringspolis, zijn, volgens de bepalingen
©p de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd
voor f 500 bij levenslange ongeschiktheid tot werken,
400 bij overlijden, f 200 bij verlies van hand.
Voet oi oog, t ISO bij verlies van een duim, f «O
bij verlies van een wijsvinger, t 15 bij verlies van
eiken anderen vinger, f 35 bij breuk van boven
•n/of onder arm en breuk van boven en/of onder-
been De uitkeering dezer bedragen wordt gegaran
deerd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings
bank" te Schiedam. (De vóór I October 1Q11 uit-
gegeven polissen zijn niet geldig.)
De Directeur van liet Gemeentelijk Le
vensmiddelenbureau te HAARLEM, brengt
'ter kennis, dat gedurende het tijdvak van
15 April tot 15 Mei 1918 verkrijgbaar wordt
gesteld op de navolgende bons d r harde
zeep en zeeppoederkaart: 4487
OP BON No. 1:
OP BON No. 2:
De Directeur, voornoemd,.
F. DE JONGE.
voor de Distributie zal voor deze week zitting
houden in het Gemeentelijk Levensmiddelen-
bureau op Woensdag- en Zaterdagavond van
half acht tot half negen.
Alleen zij, die in het bezit zijn van een volle
dig ingevuld aanvraag-formulier, zullen tot de
Commissie worden toegelaten.
Déze formulieren zijn dagelijks aan het
Levensmiddelenbureau (Kanter No. 11) ver
krijgbaar. 4510
De Duitschers, die aanzienlijke versche
troepen hebben opgevoerd, blijven met on
verzwakts kracht clea druk van hun offensiief
uitoefenen, maar worden tevens door de
if'ransch-Engelsche troepen stevig aangepakt.
Generaal Foch begint blijkbaar den toe
stand te overzien en zijn invloed te doen
gelden.
Hoewel de Duitschers op vele plaatsen
ongekend hevige aanvallen doen, zijn de
vorderingen die ze mak n slechts van plaat
selijk karakter. Haast alle aanvallen stuit
ten af op de hardnekkige verdediging van
de Engelsch-Fransche troepen.
Alleen onbeteekenende plaatsjes zooals
Norri-s en Vieux Berqutn werden nog ge
nomen. Nieuw-Kerke of Neuve-Eglise werd
vorlgens Berlijn ook veroverd, doch het En
gelsche legerbericht ontkent dit.
De strijd duurt over het geheele nieuwe
front voort en de ententelegers doen op
verschillende frontsectoren verwoede tegen
aanvallen.
In irankrijk is men algemeen v-an meer
nirig dat de zwaarste dagen van den strijd
op het noordelijk front genaderd zijn. Het
groote treffen, dat beslissend kan wezen,
wordt echter met vertrouwen afgewacht. Men
weet, zoo wordt uit Parijs geseind, dat het
Engelsche, zoowel als het Fransche leger
intact zijn. Opnieuw zal het Duitsche leger
dat reeds 125 divisies in den strijd heeft
geworpen, deze legers op zijn weg vinden.
De Duitschers leveren den slag met het
eeniig doel om de beide legers van elkaar
te scheiden en het grootste deel dezer le
gers te vernietigen. Ditmaal is hun strate
gisch doelpunt niet topografisch of geogra
fisch. Zij willen een spoedige beslissing van
den oorlog cn hopen door den slag van
Armeniières hierin te zullen slagen. Gene
raal Foch heeft echter alle maatregelen ge
troffen om den opmarsch te stuiten.
De „Information" gelooft, dat de Duit-
sellers het met hun offensiief in Vlaanderen
op Duinkerken en Calais hebben gemunt
en rekent uit, dat zij in vier dagen '12 tot
15 K M. veld wonnen, dus gemiddeld drie
tot vier per dag. Deze winst is volgens
het Fransche blad onvoldoende, om onmid
dellijk succes te behalen.
De Duitschers doen de weegschaal natuur
lijk weer naar hun kant overslaan en zeg
gen dat Hindenburg's krijgsplan van meet
af aan buigzaam is geweest. De nieuwe aan
val op Armentières kan volgens hen a's
een regulator worden opgevat. Het her
nieuwd voortdringen beteekent thans reeds
een indirecte b dreiging van de noordelijke
flank van den vijand in de streek van
Atrecht en zal zich bij een ver ier verdiepen
ervan ook lin de streek van Ami ns doen
gevoelen. Het mechanisch aanvoeren van vij
andelijke reserves dwingt d:n Fransch-Fn-
gelschen troepen tot steeds grooter oht-
plooiing hunner krachten. Door zulk een
aanhoudend inspannen van het frönt zal het
ten slotte mogelijk zijn het van-en te scheu
ren. Maar zelfs al zou het Fransch-Fngelsch
front vaneengescheurl worden, dan is de
oorlog nog niet gewonnen.
En in de Engelsche pers is men de
publieke opinie daarop al aan 't voorberei
den. Zoo heeft Lor.l Haldane in een rede
te Coventrv verklaard, dat als de Duiitseh rs
in hun tegenwoor lig offensief slag n en on e
linie doorbreken, wij dit niet als een ne
derlaag moeten beschouwen, maar door moe
ten vechten, vol hoop op de oind-overwin-
niing.
De Entente schijnt dus door te willen
vechten zoolang er een leger en een vloot
bestaat, zelfs al moesten Parijs, Ca'ais en
andere Fransche havens opgegeven worden.
Er is dezer dagen weer groote bedrijvig
heid in de lucht geweest.
Door de Duitschers werd een luchtaan
val gedaan op Parijs en op Engeland.
In Parijs bedroeg het aantal slachtoffers
26 dooden en 72 gewon len.
De luchtaanval op Engeland werd door
vier luchtschepen gedaan. Tweeervan dron
gen eeniige mijten het land in. Van de andere
twee bereikte één milden-Fngeland; het an
dere bijna de noordwestkust. De aanvallers
vlogen op groote hoogte en toon^n geen
neiging om te pogen de verdedigde gebie
den biinneu te dringen. De meeste bommen
werdén in het open land geworpen en afge
zien van de vernieling van vter huizen op
een plaats, is de schade, waarvan tot dus
ver melding is gemaakt onaanzienlijk. Twee
mannen, 2 vrouwen en een kind werden
gedood en 15 personen gewond.
Volgens het Duitsche bericht werden er
bommen geworpen op Birmingham, Notting
ham, Sheffield, Leeds, Hull en Grimsby. Ver
der schoten de Duitschers op het front de
twee laatste dagen 37 vijandelijke vlieg
tuigen neer en drie kabelballons.
De Franschea hebben op 12 dezer meer
dan 350 vluchten gedaan en 120 gevechten
geleverd.
Acht Duitsche toestellen werden geveld;
23 andere vielen, deerlijk gehavend, in hun
linies.
Bovendien zijn vijf Duitsche kabelballons
in brand geschoten; vijf andere werden, door
kogels doorzeefd, naar den grond gejaagd.
Do Fransche bombarieer-vliegdienst heeft
zich den 12den evenmin onbetuigd gelaten,
zoomin als in den nacht van 12 13.
In het geheel zijn daarbij 48.000 K.G.
projectielen neergeworpen. De Italiaansche
vtiegdienst hielp daarbij mee.
De correspondent van Havas bij het Fran
sche leger deelt mede, dat de standplaats
der dnie Duitsche monsterkanonnen {hans
deflinitief en zeer nauwkeurig is vastgesteld,
op 1500 meter ten Noord-Westen van Cre-
py-en-Laonnais.
De correspondent geeft nadere bijzon
derheden omtrent de opstelling der stuk
ken, en meldt, dat het eerste kanon uit
eenbarstte na het inslaan van een Fransch
projectiel. Hij is van oordeel, dat de dagen
der twee andere stukken nu welhaast ge
teld zullen zijn.
In ons blad van verleden Zaterdag hebben
wei dien tekst van den brief van den keizer
van Oostenrijk-Hongarije geplubliceerd.
De eerste vraag blijft: „Heeft Keiz r Ka-
rel dien brief geschreven ja of neen?"
Clemenceau bevestigt, Keizer Karei ontk nt.
Weenen zei ©erst dat die brief niet van d©n
keizer maar van diens schoonmoeder was.
Parijs ontkende weer en zei dat het ©en
brief van den keizer aan zijn zwager Prins
Sixtus, was. Tot bewijs publiceerde de Fran
sche pers den bewuste-n brief.
Maar thans komt Weenen verklaren:
„De door den Franschen minister-presi
dent in zijn mededeeling van gisteren gep-u-
bliceerden brief van fl©n Keizer is valsch."
En ter aanvulling wordt er bij gezegd:
Allereerst dient verklaard, dat onder d©
in rang ver boven den minister van buiten-
landsche zaken staande p. rtoonlijkheid, de,
naar in de officieel© mededeeling van 7 A. r l
werd toegegeven, in het voorjaar van 1917
vredespogingen ondernomen heeft, niet de
Keizer, maar prins Sixtus van Bourbon moet
worden verstaan, daar dez© prins in het voor
jaar van 1917 met het pogen naar een tóe-
nadering tusschen de oorlogvoerende staten
bezig was.
Wat nu de door Clemenceau gepubliceerde
brief .aangaat, deelt het ministerie van bui-
tenlandsche zaken, 0p last van den keizer
mede, dat de keizer aan zijn zwager, prins
Sixtus van Bourbon, in het voorjaar van 1917
een zuiver persoonlijk schrijven zond, dat
geen opdracht aan den prins bevatte tot be
middeling bij den president dei Fransche Be-
publiek of wie dan ook en de hem gebon
den mededeelingen o-v©r te bre-ngen of tegen-
verklaringen uit t» lokken of aan te nemen.
In dezen brief werd de Belgische quassüe
niet aangeroerd, ©n bevatte, wat de qua©sti2-
Elzas-Lotharingen aangaat de volgende woor
den
„Ik zou gaarne mijn geheele persoonlijk©
invloed ten gunste der Fransche etech©n tot
teruggave van Elzas-Lotharingen hebben aan
gewend, als die aanspraken rechtvaardig wa-
1011,' -'i, 'iet' echter niet."
111 net communiqué van den Franschen
minis tor-president van 9 April bedoelde brief
des keizers, waarin deze verklaard zou heb
ben, dat h ij „met zijn minister volkomen een
stemmig is," wordt in het Fransche com
muniqué merk waardige rw ij ze niet vermeld.
Maar Clemenceau wijst met verontwaardi-1
ging de beschuldigino dat de brief valsch
zou zijn van zich af.
Een officie©]a nota deelt het volgende mede:
Keizer Karl, in de onmogelijkheid v©rkoe
rend om zijn figuur te redden, moet zich tot
een gestrande meeningsiiiting bepalen, en zijn
zwager valschelijk beschuldigen, terwijl hij
zelf met eigen hand d©n text heeft neerge
schreven.
De inhoud van het origjneele stuk, waarvan
do text is gepubliceerd door de Fransche re
geering, werd in tegenwoordigheid van Jules
üambon, den secretaris-generaal van h©t de
partement van Buitenland;-che Zaken, mede
gedeeld, en vervolgens werd het door den mi
nister naar den president de-' republiek ver
zonden, die er met toestemming van d©n prins
een copi© van heelt genomen en deze aan
den voorzitter van den ministerraad deel toe
komen. Met Ribot zelf heeft de prin3 zich
onderhouden in termen, die absoluut geen zin
zouden gehad hebben, indien de text
niet precies zoo luidde, a's die door d© Fran-
sehe regeering: is gepubliceerd.
Zou eonig-e bespreking- mogelijk zijn ge-
woest e>n zou d& president dar rapub'iJc db-H
prins voor do tweede mua.1 hebben ontvangen,
wanneer het bewuste stuk een aantasting van
onze rechten bevatte in plaats van een ver
sterking er van?
De brief van keizer Kar- is in den vorm
zooals wij dien geciteerd hebben, door prins
Sixtus zelf aan de staatsleiders getoond.
Buitendien kunnen twee vrienden van de;n
prins de authenticiteit van den brief bewijzen,
in het bijzonder hij, d:ie dezen van den prins
heeft ontvangen ter coopiëering."
De Fransche pers is scherp iu kaa. oordeel
-en doet opmerken, dat de publicatie van den
brief slechts geschied is, omdat de keizer'van
Oostenrijk aan den Dmtschen keizer een tel -
gram heeft gezonden, waarin, hij de verkla
ringen van Clemenceau tegensprak ©n om
dat graaf Czernin in een officie©! stuk d n
Franschen premier ©r van betichtte, de waar
heid te kort te hebben^ gedaan.
De „Homme Libre," tr©kt uit dit opzien
barende voorval de volgende slotsom:
„Een ding staat voor altijd vast, oi' Oosten
rijk nu oprecht den viede wil óf Wei ©en lijf
eigene van Duitscliland isd© souverein der
Dubbelmonarchie heeft, ondanks al zijn ontbe
ringen, en leugens, ona© aanspraken op E z s-
Lotharingen formeel a's rech matig erkend, en
het herstel van BelfP® en Servië bi.lijk -ge
noemd. Als de brief vm den k©:z©r soms ge
schreven mocht zijn om de Entente te ont
binden, dan zal zijn pub ieati© integendeel to-
gevolg hebben, de geaLfeerden zoo mogelijk
nog nauwer aan Frankrijk te vereen'gen, op
hetzelfde oogenblik waarop d0 schrijver van
den brief, zich weinig bekommerend om zijn
vroegere inzichten, met Jujd misbaar jegens
den keizer gevaarlijk van zijn ©en g© wenaeh,
om den ooriog tot het uiterst© voor. te zetten,
on getuigenis aflegt van zijn onveranderlijk©
onderworpenheid aan hei roofzuc t g D .itscli-
land."
Het zal nog wel ©en tijdje duren vóór w©
in alle dingen het recnte w-eten.
DE WONINGNOOD.
De „New Statesman" zegt, dat, wanneer bij
den vrede vijf miliioen soldaten in het Vereenigde
Koninkrijk naar huis willen gaan, velen geen
huis zullen vinden. Er zullen dan, naar schat
ting, een miliioen woningen van gemiddeld vijf
kameis te kort zijn. De minister van heropbouw
heeft bepaald, dat er in Engeland in het eerste
jaar na den oorlog volstrekt noodig 300,000
woningen moeten worden gebouwd; en in Schot
land en Ierland naar verhouding. Maar het blad
ziet 't er niet van komen. Het bouwen is zeer
duur en de regeering wil slechts drie kwart van
het verlies dragen. De gemeenten zouden een
kwart moeien bijpassen en dat zou de gemeen.e-
belastingen zoo sterk doen stijgen, dat er, vreest
het blad, weini& van zal komen.
Toestande tout comme cliez nous juist zooals
bij ons.
DE DIENSTPLICHT IN IERLAND.
In het Lagerhuis is het amendement om den
dienstplicht in Ierland slechts in te voeren, nadat
een Iersch parlement zijn goedkeuring er aan
gehecht heeft, met 280 tegen 108 stemmen ver
worpen.
Het debat was voortdurend zeer gematigd van
toon en zoowel Duke, de eerste secretaris voor
Ierland, als Bonar Law, beloofde dat de regee
ring zoo spoedig mogelijk den maatregel van
Home Rule zal invoeren op grondslag van de
voorstellen der Iersche Conventie.
De regeering zal trachten om de Home Rule
wet tegelijkertijd te laten aannemen met de voor
bereidende maatregelen om de dienstplichtwet
ten uitvoer te brengen.
Het artikel betreffende de toepassing van de
wet op Ierland is aangenomen met 281 tegen
116 stemmen.
De herhaalde malen als aanstaande aangekon
digde invoering van Home Rule schiint thans
dus wederom nabij. Of het. met de bestaande
tegenkanting van Ulster, werkelijk zal komen tot
een parlement voor geheel Ierland, valt te betwij
felen. De kans toch, dat Ulster zich afzijdig zal
houden, schiint groot. Immers Ulster heeft vroe
ger meermalen te kennen gegeven, dat het niet
vertegenwoordigd wenscht te zijn in een Iersch
parlement.
De Duitschers houden K ims onder vuur.
Een deel van de sted staat In brand.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
3041
cai n0°d eenigszius te lenigen, door de re^eering
zou worden verwaarloosd.
Het aanvaarden van den eisch, dat gelijktijdig
Nederlandscne schepen van hier naar de over
zijde van den Oceaan zullen stoomen. moge "in
zich onaangenaam aandoen en in zekeren zin
ook vernederend zijn, onteerend lijkt ons zuik een
daad geenszins toe.
Voor een spoedige voorziening in den aller
grootsten nood is het dan ook te wenschen, dat de
legeeringen eindelijk tot een overeenstemming
zu .en mogen geraken, waarbij' onze eer onaan
getast blijve en wij verzekerd worden vm den toe
voer van het allernoodzakelijkste voedsel.
Naar in een der Haagsche b'aden wordt ge
meld, zouden door den Belgischen en den Fran-
scnen gezant de meest energieke stappen zijn
gedaan bij de bevriende Amerikaansche Regee-
nng, opdat de afvaart zoo spoedig mogetek
plaats grijpe; deze bemoeiing kan door ons niet
anders dan op hoogen prijs worden gesteld.
Men stelle echter dit nog ter waarschuwing
ziin verwachtingen niet te hoog.
De ladingen, welke door bedoe'de schepen kun
nen worden aangevoerd, bedragen tezamen naar
(wij mogen wel zeggen:„Amerikaansche'') schat
ting 14 000 ton; dit is dan nog stech's 14 pet
van hef toegezegde kwantum: 100.000 ton.
Het b'iift nog steeds een ooen vraag hóe de
overige 86 000 ten naar Nederland zullen kun
nen overgebracht wordenwant hef vrii1atDu der
dre scheenstedingen is zegt de Amerikaan
sche rendering een extra gunst, die ons a1s
uitzondering wordt toegestaan, om ons althans
voor het oorenU'k voor den hongersnood te
vrijwaren.
NEDERLAND EN DE OORLOG.
EEN A NTWOORD-NOTA VAN
AMERIKA.
De Minister van Buitenlandsche Zaken der
Vereenigde Staten heeft aan onzen gezant
t© Washington eindeljjk een nota overhan-
D» vuwnlgd, landraad van Lijfland,
land te verzoeken Lijfland ©n Esthand duur
zaam onder militaire bescherming te houden.
Duitschland schijnt met zijn leie-i m dde-
len-voorraad tot den volgenden oogst zon Ier
ernstige moeielijkheden te kunnen to komen.
Taft maakt propagand i om in twee jaar t d
oen leger van 57 miliioen in da I-lnga'sch-
Franscho linie be brengen. W-el strijdvaardig!
De Amerikaansche oorlogsschepen hebben
zich bij do Britsche vloot voor de vol!© zee
gevoegd,
kon, die met de noodige voorzichtigheid en
zuiver begrensd voorbehoud moet gelezen en
beoordeeld worden.
De nota begint met te polimiseeren over
de kwestie of de actie der Amerikaansche
ïegeering tegenover onze vloot al of niet ver
dedigbaar is van het standpunt van interna
tionaal recht en van zuivere wettigheid, ter
wijl ook de »vriendschap« tusschen beide
partijen in geding wordt gebracht.
Het is een woordenspelijig zonder einde
J.nnwt nn rl rx nrnn-».r>o im 1,4i.i_ i
In Duifschlana wordt hier ©n daar, naar waarvan de weergave hier nutteloos en dus
wij in d© bladen l©2©n, waarschijnlijk dooi overbodig zou znn.
Wat in dit verband echter niet onvermeld
mag blijven is de meening der Amerikaan-
betaald© agenten, sterk tegen do a.s. achtste
oorlog-sieenin'g geageerd,
eerste Engelsche b-ad, dat melding maakt van
het beginnen der officieel» ontruim ng van
Galais ©n Duinkerken.
Het voorloopig bericht van Vrijdag 1.1. uit
Washington over de vergunning tot onmiddel
lijke verscheping van twee scheepsladingen graan
naar Neder,and en de vrije vaart voor een derde
schip naar Argentinië om aldaar ook graan voor
Nedenand te halen, is dan nu toch ook gevolgd
door een officiëele verklaring.
hieruit blijkt, dat liet voorbehoud dat ook o.a.
door Minister Posthuma werd gemaakt, niet
zonder ernstigen grond was. Immers voor de
schepen welke mogen dienen voor het aanvoeren
ieder van een lading graan moeten op hetzelfde gte yaa den vijand zlJn gew,ecst eü ^óer-
oogenblik gelijkwaardige schepen uil iNedci an pautj hebben gehouden niet onze vriendschap
«aar Amprika VPrtrArifRPn 1 XT 1 I J
voor Nederland.
.overeenkionistige hoeveelheid levensmiddelen
voor -de centralen te bestemmen.
Onze eigen voorraden bunserkolen in de
zeehavens, zoo luidt het in de Amerikaan
sche nota, was onvoldoende voor onze drin
gende nationale noouen. En de ladingen,
waarom werd gevraagd waren hoofdzakelijk
graanlaiiingen, waarvan onze eigen reserves
alle reeds te laag zijn. De bunkerkolen, in
dien toegestaan, zouden gediend hebben ©ui
dit graan naar Nederland te voeren, waar,
zooals de gebeurtenissen hebben getoond,
het op dat oogenblik niet
noodig was en waar bet alleen ge
diend zou hebben, om een overeenkomstige
hoeveelheid levensmiddelen voor den Vijand
voort te brengen.
Een dergelijk© handeling onzerzijds zou,
w^lko de bedoeling daarvan ook zoude zijn
geweest, in werkelijkheid een daad ten gun-
naar Amerika vertrekken.
Het zijn de „Holiandia", te Buenos Ayres, de
„Java', te Savannah en de „Juno" te Curasao.
De nadruk wordt er dan nog op gelegd, dat de
gevallen van deze bovengenoemde schepen een
uitzonderingskarakter dragen en alleen worden
toegestaan als een maatregel om onmiddellijk in
Nederland den toestand te verlichten.
Bij den verergerden voedselnood. die hier en
mede op tal van andere plaatsen tot ongeregeld
heden aanleiding heeft gegeven, mag de beslis
sing der regeering niet afwijzend zijn. Het ware
onverantwoordelijk indien de kans om den nijpen-
De Necterlandsche reeders waren echter
niet geneigd, om hunne schepen eenigen an
deren dienst te doen verrichten, dan die (van
het vervoer van graan naar Nederland)
waarvoor het ons zo-oals duidalük is, onmoge
lijk was faciliteiten te verleenen en de sche
pen der zeevarende Nederlandsehe natie la
gen dientengevolge vele maanden werkeloos,
totdat op 25 Januari 1918 de tijdelijke scheep-
vaartovereenkomst werd gesloten, die door
de Nederlandsehe afgevaardigden te Londen
was voorgesteld en door de Vereenigde Sta-
3
Toen hij in z'n eigen huis gekomen was,
vroeg hij dadelijk het dienstmeisje, waar
mevrouw was.
,„Op haar kamer," zeide zij, „maar...."
Hij luisterde al niet meer ein ging naar
boven, doch hier trad hem een verpleegster
m den weg.
„Wel," vroeg Eduard, „hoe is het met
ttiin vrouw, ik wil haar dadelijk zien."
Maar de verpleegster antwoordde:
„O, zij is vandaag beslist beter, doch u
«uit uw ongeduld moeten bedwingen, mijn
heer van Laecken. De dokter heeft mij uit
drukkelijk verboden, dat ik niemand, ook u
Qfet, bij d© zieke mag toelaten."
i.,Och zeur niet," antwoordde Eduard on
geduldig, „ik moiet haar zien."
De verpleegster evenwel liet zich niet op
•Jde schuiven. Met de meeste beslistheid
zeide zij:
„Ik begrijp volkomen uw verlangen, maar
ik houd mij aan de bevelen van den dokter
en die zijn zoö beslist gegeven, dat ik daar
van niet afwijken kan."
Eduard stuitte hier op een tegenstand zóó
beslist, dat hij wel begreep, daaraan niets 'te
kunnen verzetten."
„Wanneer komt de dokter," vroeg hij.
„Vanavond nog. Wacht u tot liij komt."
xiy besloot dien verstandigen raad te vol
gen en ging, na zich verkleed te hebben,
naar de huiskamer, om daar op de komst
van den dokter te wachten. Hoe verwensch-
te hij nu zijn dwaasheid, die veel grooter
onheilen had aangericht dan hij nog ver
wacht had. Hij overdacht wat hij Rosa
zou zeggen. Zou hij trachten haar wijs te
maken, dat hetgeen zij vernomen had niet
waar was? Zou hij de beleedigde onschuld
spelen? Of was het misschien beter, dat
hij de rol op zich nam van boetvaardige
zondaar, dat liij alles bekende en haar om
vergiffenis vroeg? Hij was het hierover nog
niet met zich zelf eens, toen het rijtuig van
den geneesheer voor z'n deur stilhield. Edu
ard ging hem tegemoet en nam hem mee in
de huiskamer.
„Dat is een treurige thuiskomst, dokter,"
zei hij, „en wat eefl zonderling bevel hebt
gij gegeven, dat zelfs ik niet bij m'n vrouw
toegelaten mag worden.
„Mijnheer van Laecken," antwoordde de
dokter, „ik zal u dit zeggen. Uw vrouw is
nog zeer ernstig ziek en allo schokken moe
ten vermeden worden. Nu wil jk mij vol
strekt niet ia uw huiselijke aangel genlie
den mengen, maar ik moet rekening houden
met de dingen, die mij bekend zijn. En nu
zal ik u dit ronduit zeggen: als gij thans
voor uw vrouw verschijnt, zal haar dit geen
aangename verrassing zijn. iir zal tusschen
u beiden een verklaring moeten plaats heb
ben, die in hooge mate op haar gemoedfl-
toostand inwerken zou, en dat moet nog
vermeden worden."
„Maar wanneer meent u dan, dat ik haar
zou mogen zien?"
„Luister, ik ga nu naar haar toe en ik
zal haar zeggen, dat gij terug zijt. Ik heb
haar beloofd dit te zeggen. Als zij u dan
zien wil, welnu, laat ons dan zeggen, dat het
morgen zijn zal. Maar wil zij u niet zien,
wel dan zult u zich daar vooiïoopig in moe
ten schikken. Dat gaat nu eenmaal niet
anders."
De dokter ging en liet Eduard in heel
slecht humeur achter. Hij had uit den heel
beleefden toon van den geneesheer wel ge
hoord, dat deze genoeg van da geschiedenis
wist en hem de schuld van al.es gaf. Dit
stemde hem minder prettig, al koesterde hij
geenszins de vrees, dat de dokter tegenover
ander n over deze dingen zou spreken.
Maar de vijandige toon, die er onwillekeu
rig in de woorden van den dokter klonk,
was Eduard zeer onaangenaam.
'Na een kwartier ongeveer kwam ue ge
neesheer weer beneden.
„Welnu," vroeg Eduard hem.
„Uw vrouw is niet slechter. Zij weet, dat
gij terug zijt en zij wil u spreken."
„Zie je wel," riep Eduard.
„Zij wil u spreken," vervolgde de arts,
„doch ik heb haar doen beloven, dat zij
zich niet opwinden zal. En ook, dat iniet voor
morgen dat gesprek plaats hebben zal. Mor
gen vroeg dus, eerder niet. En ik zeg u
nogmaals vermijd iedere heftige scène, want
deze zou de zieke zeer noodlottig kunnen
worden."
Eduard knikte.
„Goed," zei hij, „dan morgen."
„En als ik u een raad schuldig "®n»
zeide de dokter weer, „ga dan naar bed,
want ge ziet er wel uit veel slaap noodig
te hebben."
Zonder verdere plichtplegingen ging hij
daarop heen
Eduard had inderdaad wel slaap noodig.
De laatste dagen had hij al heel weinig
slaap genoten en zijn gelaat toonde spor n
van het i agenlange feestvieren. Hij zag dit
in den spiegel en mompelde:
„Het is waarachtig beter, dat Bosa mij
zoo niet ziet."
Hij ging vroeg naar bed en sliep heel
gerust.
Veel last van zijn kwaad geweten had
hij niet.
HOOFDSTUK V.
Don volgenden dag had Eduard een on
derhoud met zijn vrouw. H'J sc voor
haar uiterlijk. Haar gelaat v> a» bleek en
ingevallen, de oogen schenen grooter en ci
glansde een koortsachtiger! gloed in.
(Wordt vervolgd.)