DE VERKEERDE KEUZE
REGEERING S-V ISC H.
RANTSOENEERING.
Aardappeiscbiilsn, Eraentenafïal, enz.
WARM VOEDSEL
DISTRIBUTIE-BEDRIJF HEEMSTEDE.
VLEESCH-IIISTSIBBTIE KIMLEH.
P. W. TWEEHUIJSEN,
BUITENLAND
fn en om Haarlem,
BEGEERINfjS-AARPAPPELEN.
STERKE VETERS
FEUILLETON
bONDERDAG 23 @fS&I 1918
42ste JAARGANG 9644
8E AMMNEM£#TSPRIJ3 BEDRAAGT VÖ0R HAARLEM EM AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,95; PER WEEK 15 CENTS; FRANCS PEB P&8T PER KWARTAAL f'2,30
,«e
Vrijdag 24 Mei verkrijgbaar van 10 uur v.m.
tot 1 uur n.m.
per persoon EEN POND V1SCH.
op vertoon van nog geldige vischkaarten (waar
van vakje 1 nog niet geknipt is) in de Gemeen
telijke Visthhal Gr. Markt en in het Pand, in
gang Koningstraat. 5718
De Directeur v. h. Levensmiddelenbureau,
F. DE JONGE.
De Directeur van het Gemeentelijk Levens
middelen-Bureau te HAARLEM brengt ter
kennis, dat vanaf Zaterdag 25 Mei a.s. be
schikbaar wordt gesteld op de broodkaart:
50ste tijdvak: 1 ONS WITTE BOONEN.
51ste tijdvak: VA ONS CAPUCIJNERS.
52sto tijdvak: VA ONS GROENE ERWTEN.
Deze regeling geldt ook voor de Gemeente
BLOEMENDAAL.
De witte boonen en capucijners dienen ter
aanvulling van bet aardappelrantsoen.
De Directeur voornoemd,
5717 F. DE JONG.
De Directeur van het Gemeentelijk Levensmid
delenbureau te HAARLEM brengt ter kennis,
dat op Bon No. 8 (acht) van de aardappel kaart
met ingang van Zaterdag 25 Mei zal worden
verstrekt
2* K.G. VEEN-AARDAPPELEN
tegen den prijs van 5 cent per K.G.
1 K.G. KLEI-AARD APPELEN
tegen den prijs van 6 cent per K.G. m
Bon No. 8 is geldig tot Zaterdag 1 Juni. Na
25 Mei is Bon No. 7 niet meer geldig. 5716
De Directeur voornoemd,
F. DE JOJKIE,
VERV0ERVER80D
Bovenstaand vervoerverbod, door Z.Ex. den
'Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
uitgevaardigd 13 Februari 1018 (Staatscourant
37, No. 184)
treedt voor Haarlem in werking
Maandag 27 Mei a.s.
Vergunningskaarten voor het ophalen van die
artikelen zijn verkrijgbaar ten kantore der Ge
meente-reiniging Zaterdagmorgen van 1012
uur. 5714
De Directeur Gemeente-reipiging,
j. p. boerkoel.
GRATIS VERSTREKKING VAN
BURGEMEESTER en -.WETHOUDERS van
HAARLEM deelen mede. dat de
uitreiking dor onafgehaalde bons
geldig voor de loopende 14 dagen, zal plaats
hebben op Vrijdag 24 Mei 1918, des namiddags
ran 2—4 uur. aan den Zijlweg No. 24.
Haarlem 23 Mei 1918. 5712
Gedurende de*week vau 27 Mei tot en met
1 Juni 1918, zal beschikbaar worden gesteld
op bon no. 32 I K.G. VEEN-AARDAPPELEN;
I K.G. KLEI-AARDAPPELEN;
1 K.G. KLEI-AARDAPPELEN;
P/2 ons GROENE ERWTEN;
2 ons GROENE ERWTEN;
I ons BAK- EN BRAADVET;
I ons RIJST.
op bon no. 33
op bon no. 34
op bon no. 35
»p bon no. 38
sp bon no. 37
Dp bon no. 38
Het Menu der Gemeent. Centrale Keuken
bestaat voor Maandag en volgende dagen uit:
Groentensoep, Rapenstelen, Spinazie, Erwten
soep, Spercieboonen en Rijst.
Voor het bekomen eener weekkaart zal worden
ingehouden: bon No. 32, 33, 35 en 38. Voor
het Menu van Dinsdag Bon No. 32, voor Don
derdag No. 35, voor Vrijdag No. 33 ai voor
Zaterdag No. 38. 5701
Verkrijgbaar op Vrijdag 24 Mei
2 ons Paardenvleesch
des middags van 125 uur op Bon No. 13,
letters A, B, C en D, bij:
WISKER, Kerkhofstraat 24'.
JANSEN, Korte Annastraat 2. 5706
NABETRACHTING VAN DEN
GEMEENTERAAD.
De bijzondere onderwijzers hier te Haarlem
ontvangen samen f 65,500 salaris minder dan
deze lieeren genieten zouden, wanneer ze aan
gemeentelijke scholen waren.
Er bestaat dus een schromelijke ongelijkheid
tusschen twee groepen van onderwijzers, die
precies dezelfde taak hebben. Een schreeuwende
onbillijkheid, die zooals men weet de linkerzijde
in de Tweede Kamer geweigerd heeft goed te
maken. De Haarlemschc Raad echter heeft voor
onze goede stad behoudens beslissing van
de Kroon omtrent de wettelijke toelaatbaarheid
in principe beslist dat uit de gemeentekas de
bijzondere onderwijzers zullen bijbetaald krijgen
wat ze minder ontvangen dan hun collega's in
gemeentedienst.
Reden om zich ie verheugen is er, zoolang
de beslissing van de Kroon niet afgekomen is,
voor de bijzondere onderwijzers nog niet. Toch
zullen zij met groote waardeering het initiatief
van de heeren Klein c. s. hebben begroet.
De Raad was bijna eenstemmig omtrent het
voorstel-Klein. Dr. Timmer had formeele
bezwaren en stemde tegen. Alle andere raads
leden stemden vóór het voorstel van B. en W.,
waarin de gedachte van den heer Klein
belichaamd was. Ook de sociaal-democraten, van
wie de heer Nagtzaam een sympathiek betoog
leverde voor doorvoering van de gelijkstelling,
al had hij omtrent de vervulling der voorwaar
den waaraan het bijzonder onderwijs voldoen
moest, naast zijn vertrouwen in de arbeiders
huisvaders en in de bijzondere onderwijzers,'ook
wel wat betere verwachtingen mogen hebben in
de bijzondere-schoolbesturen.
Maar we vergisten ons zooeven.
Niet alle sociaal-democraten stemden vóór.
De heer L. Poppe kwam in een tamelijk
verward betoog vertellen dat hij, Louis Poppe,
'wèl bang was dat als de bijzondere scholen het
meerdere geld maar eenmaal binnen hadden,
ze het met de vervulling der voorwaarden zoo
■nauw niet zouden nemen.
Noch het betoog vau wethouder Bruch dat
'het hier geen eigenlijk subsidie aan het bijzonder
onderwijs gold, maar gratificatiën aan de
'bijzondere onderwijzers, noch het ernstig woord
van 'Mrr Bomans om deze voordracht met
algemeene stemmen aan te nemen, vermochten
iets op het nu eenmaal ten aanzien der
„kerkdijken" wantrouwig gestemd gemoed des
heeren Poppe.
„Laten ze maar wachten tot de gelijkstelling
er practisch is," vonniste deze meer gestrenge
dan menschlievende rechter deze toch heusch,
meneer Poppe verdienstelijke categorie
onderwijzers.
ca slotte had de heer Poppe het genoegen
dat zijn partijgenoot Nagtzaam hem heel
demonstratief tegensprak.
HÜ ^et trouwens ook hl te gek en
durfde deze redeneering aan: ja, ziet u, wet
houder Bruch zegt wel dat ah de bijzóndere
onderwijzers er met geweest waren, de gemeente
al jaren lang veel meer had moeien betalen,
maar dit rs met juist.
Als de gemeente ook de scholen had moeten
bekostigen, die nü door het bijzonder onderwijs
zijn onderhouden, zou de regeering al veel eer
de gemeente hebben moeten bijspringen. Con
clusie: het bijzonder onderwijs is eigenlijk de
schuld dat de groote gemeenten in het finan-
ciëele moeras zitten.
Het was dunnetjes wat Poppe vertelde, en zijn
gebabbel over onderwijs Rijkszaak maakte het
niet beter.
Overigens schijnt het voor velen ter linkerzijde
nog altijd een. axioma te zijn, dht het bijzonder
onderwijs minder goed is dan het openbare en
dht er „waarborgen" noodig zijn. Enfin, er zijn
nu eenmaal dingen, die men den heeren niet uit
het hoofd kan praten! We zullen er dus het
zwijgen maar toe doen.
Bij de behandeling van de subsidiëering aan
lZ0Iï, era .bewaarscholen kwam nog eens de
sdioolkwesHe in het geding. Zóó weinig gewoon
zakelijk en los van politiek waren de debatten,
dat er zelfs geen woord viel over de vraag of het
bewaarschoo!-„onderwijs" op zichzelf al een
vooral in de steden helaas noodzakelijk kwaad
wel „onderwijs" mag heeten.
Stuur uw kinderen niet naar een bewaarschool,
zoolang ge ze nog ia die jaren der prilste jeugd
thuishouden kunt, en sta geen grooter deel van
uw oudertaak in de opvoeding af dan de
omslandigheden - nu eenmaal onvermijdelijk
maken, zeggen wij.
Maar de sociaal-democraten ditmaal de
heer Nagtzaam voorop zijn natuurlijk (dat
is hun niet euvel te duiden) minder wars van
verplaatsing der opvoedingstaak uit het huis
gezin naar de bewaarschool
Tweeërlei amendementen had de heer Nagt
zaam: ten eerste wilde hij de voordracht aan
houden totdat de vijftien Haarlemsche bewaar
scholen naar exploitatie-rekeningen hadden
overgelegd, opdat de gemeente zal weten hoeveel
subsidie ze geven moet. Ten andere wilde hij
en hier had hij de Plaatselijke Schoolcommissie
aan zijn zijde - niet enkel de bijzondere
bewaarscholen subsidiëeren, maar daarnaast een
of meerdere gemeentelijke bewaarscholen op
richten.
„Dan moet ons eerst maar blijken dat de
gemeentelijke bewaarschool door velen gewenschf
wordt," antwoordde wethouder Bruch.
IX at de heeren in den rooden hoek zich wel
voor gezegd zullen houden
En Mr. lleerkens fhijssen wees er op, dat
ten eerste de bestaande bewaarscholen niet
gesteld mogen worden tegenover een gemeente
lijke, omdat bijzondere bewaarscholen nog niet
behoeven te zijn bewaarscholen met godsdien
stige kleur, maar vooral dat de eisch: „sticht
een gemeentelijKe bewaarschool", niet, zooals bij
het Iaprondenvijg, steunt op de wet.
Wethouder Bruch wist de socialistische raads
leden tot de verklaring te brengen, dat zij
eventueel niet enkel voor de gemeentelijke
bewaarschool, maar ook voor de bijzondere zoo
noodig de vol.e 100 pet der kosten uit de
gemeentekas zouden beschikbaar stellen.
Dr. Timmer, die het debat een beetje tot
behoorlijke proporties tiachtte terug te brengen,
verklaarde als hd der Plaatselijke Schoolcom
missie, dat liet bewaarschoolonderwijs wèl
verbetering kon lijden, maar toch lang zoo slecht
niet was als vooral de socialisten verklaard
hadden.
De voordracht werd ten slotte aangenomen,
nadat wethouder Bruch o. i. een beetje te
gemakkelijk aan Nagtzaam's aandrang toege
geven had om over het subsidie telken j'are te
doen beslissen door den Raad en niet door
B. en W.
Minder om het kleinere College dan wel
omdat de Raad zoo dikwijls door politieke
hartstochten in beweging gebracht wordt, had
den wij het gaarne' anders gezien.
Bij de benoemingen wachtte ons katholieken
een alleronaangenaamste verrassing. Men zie
daarvoor het artikel aan het hoofd van dit blad.
De rondvraag bracht een scherp debat tusschen
den heer Nagtzaam en den wethouder van
Finantiën.
Het ging over de teleurstelling, die Haarlem
getroffen heeft doordat het geen bijdrage van
Rijkswege zal ontvangen uit de Oorlogswinst
belasting.
Voor den heer Nagtzaam een welkome aan
leiding om naar voren te brengen, „dat hlf
indertijd wel gewaarschuwd had, het percentage
der gemeente-inkomstenbelasting niet te verla
gen." Men moet weten dat de heer Nagtzaam
vroeger als gevolg van de verlaging van het
percentage voorspeld heeft dat deze maatregel
de Rijksbijdrage in gevaar zou brengen.
De heer Nagtzaam was wel zoo goed om met
een enkel woord heen te glijden over de vraag
of er geen politiek had gezeten iri het besluit
om het percentage te verlagen, van 6.1 op 5.1.
Wij volgen den spreker in zijn edelmoedigheid
en gaan stilzwijgend de vraag voorbij, hoevéél
„politiek" er wel mag steken jn Nagtzaam's
aanval op het flnantiëel beleid van den recht
se/ten wethouder van financiën.
Van niet minder dan „kortzichtigheid", liet
ergste verwijt dat men een bewindsman doen
kan, beschuldigde de heer Nagtzaam den wet
houder.
Het is altijd een principe van Mr. Thijssen
geweest, dat de inkomstenbelasting niét mag zijn
de sluitpost der gemeentebegrooting. En de
uitkomst hier te Haarlem stelt hem in het gelijk.
Reeds nu kon de wethouder verklaren uit de erva
ring die hem uiteraard ten dienste staat, dat
Haarlem zijn slechten naam als woonstad ver
liest, dat de „uittocht" van gegoeden ophoudt en
dat de vermogenden, zeer ten voordeele der
algemeene welvaart, weer naar hier terugkeeren.
Indien het waar mocht zijn dat de Regeering,
voorgelicht door Gedeputeerde Staten, om die
belastingverlaging aan Haarlem de bijdrage uit
de Oorlogswinstbelasting onthouden heeft, dan
vrage Haarlem's burgerij zich af of die schade
post niet dubbel vergoed wordt doordat nü reeds
de afschrik weer gaat verdwijnen, dien men van
Haarlem ais woonstad kreeg.
Maar is het wel zooals de heer Nagtzaam
zegt?
Hij mag dan in de Provinciale Staten, wellicht
ook bij Gedeputeerden zelf volle gelegenheid
hebben gehad om op de hoogte le komen, daar
tegenover staat toch dat niet minder dan vier
van de zes Gedeputeerden (Mr. Slingenberg,
Boreel van Hogelanden, van Lennep, Gerhard)
óf zelfs te Haarlem wonen óf althans met onze
stad in zeer nauwe betrekking staan en hebben
gestaan. En zouden zij niet geweten of over
wogen hebben dat Haarlem waarlijk niet uit
weelde doch uit redenen van zelfbehoud op de
drukkende 6.1 pet. inkomstenbelasting één per
cent liet vallen?
Maar den socialisten, die nu eenmaal zoo-wat
alles uit de inkomstenbelasting willen halen,
moet men nu eenmaal met die redeneering niet
aankomen.
Er is voor ons heel wat voorloopig onver
klaarbaars in deze beslissing van de Regeering
en in het advies van Gedeputeerden.
Tenzij men, zooals van de tafel van B. en W.
werd aangevoeld, moet denken dat Haarlem naar
het oordeel van Regeering en Gedeputeerden
veel minder zwaar getroffen werd dan andere
gemeen len, Haarlem dat geen stilliggend haven
bedrijf heeft als Amsterdam en Rotterdam, geen
lamgeslagen bloembollen- of boomkweekerscul-
tuur als Hillegom, Lisse en Boskoop!
Het is alles mogelijk, niaar indien de verlaging
van 6.1 op 5.1 de reden der afwijzing is geweest,
dan kunnen wij ons het advies van Gedepu
teerden, die Haarlem's bedenkelij'ken finantiëelen
toestand moeten kennen, niet zoo gemakkelijk
verklaren.
Bij een ander punt van de agenda had de heer
Reinalda zijn mede-raadslid Klein venveten dat
men den socialisten een val had opengezet (toe
lage bijzondere onderwijzers) door dat voorstel
te doen vlak vóór de verkiezingen.
Met meer recht had men van ónze zijde ver
kiezingspropaganda kunnen zien in den scher
pen aanval van het raadslid-statenlid Nagtzaam.
Maar wij laten het oordeel tusschen de finan-
tiëele politiek en „vooruitziendheid" van Nagt
zaam en de zijnen aan den eenen kant en het
beleid van Mr. Thijssen anderzijds, met gerust
heid aan Haarlem's burgerij over.
f t De katholiek gepasseerd.
In de raadsvergadering van gisteren is tot
geneeskundige bij den gemeentelijken genees
kundigen dienst benoemd de heer J. van
Konijnenberg.
Dit berichtje is niet zoo onschuldig als het
daar staat.
Want de heer Van Konijnenburg was nummer
twee van de voqrdracht.
En nummer één, de heer Duffels, te Leiden,
is.een katholiek.
Er valt niet aan te twijfelen of B. en W. heb
ben een bekwaam man als nummer één op de
voordracht gezet
De ongezochte gelegenheid om Het naar
bekend is ül te geringe aantal katholieke hoofd
ambtenaren van Haarlem met één te vermeer
deren, heeft de Raad hier met opzet afgewezen.
Wij kennen de motieven daartoe niet.
Maar wèl wéten wij dat deze niet-benoeming
wan dm lieer Duffels na een vergadering
met gesloten deuren voor Haarlem's katho
lieken een grievende beleediging moet worden
geacht.
De katholieke raadsleden waren er zichtbaar
pijnlijk door getroffen.
Want er is nóg meer.
De benoeming van den heer van Konijnen
burg is gevallen met 16 tegen 15 stemmen.
De verhouding rechts-links in den Raad Is
20 tegen 13. Er waren een reditsche (de heer
Hoog) en een linksdie (de heer Ribbiua)
afwezig.
Dat de linkerzijde bij deze poging om op Het
stuk van benoemingen den katholieken meer
recht te doen, in haar geheel waarschijnlijk
tegenstemde, verwondert ons van sommige
harer leden, van de meeste niet
Maar er moeten minstens vier rechische raads
leden aan deze anti-katholieke vertooning hebben
meegedaan!
Men zie slechts de cijfers. 1
Waar de stemming geheim is en de beraad
slagingen plaats hadden in geheime zitting,
kunnen wij natuurlijk geen onderzoek instellen
naar de verschillende bijzonderheden dezer
stemming, die aan de slechtste dagen van een
(INGEZONDEN MEDEDEELING.)
WITTE SCHOENEN
Barteljorisstraaf 27. TEL. I77éi
achterstelling der katholieken ais staatsburgers
doet denken.
Voor ons zelf echter zijn wij er van overiuigd.
dat hier politiek van de meest smalle soort een
beslissing heeft geforceerd, waarvoor Haarlem
zich tegenover zijn katholieke ingezetenen heeft
te schamen.
Wij merken op dat een der katholieke raads
leden, in het begin der vergadering niet aan
wezig, vóór de geheime zitting binnentrad.
VVERELDBKAND
EEN NIEUWE VLIEGERAANVAL OP LQMBÈN
DE GÖTHA'S - EEN GEDENKTEEKEN
VOOR RICHTHOFEN DE BELGEN UIT HET
RUSSISCHE LEGER - GEBREKKIGE ORGA
NISATIE IN HET FRANSCKE LEGER
Krachtige Duifiseh/e b-oniburd-eimerttses-fcav
dors hebben in den nacht van 19 op 20 Mei
wederom een aanval op Londen gedaan De
onderneming ontwikkelde zich door het
groote aantal vliegtuigen, dio Londen be>-
reikten en de hoeveelheid midden op de stad
neergeworpen bommen, tot den greotsten
van alie tot dusver ten uitvoer gebrachte aan
vallen op Londen. Met stelligheid werd, vol
gens het Deutsche bericht de krachtige uit
werking van deze bommen in de City vast
gesteld. In de binnnenstad braken vier groo
ta branden uit
Met dezelfde goede resultaten hebben an
dere vliegtuigen aanvallen op Dover,
Chelmsford, Cliatta-m en Soutend gedaan.
Ia verband met dezen aanval deelt Keuter
de volgende bizonderheden over de nieuwe,
reusachtige Gotha-bomLardemeuts vliegtui
gen mede. Het toestel heeft vleugels, die,
wanneer zij zijn uitgespreid, 40 meter beslaan
en wordt door drie motoren, elk van 300 paar-
dekracht voortbewogen. Het kan negen pas
sagier» bevatten, doch bij aanvallen is dit
aantal op vijf of zee personen teruggebracht,
teneinde meer bommen te kunnen meevoe
ren. ELk toestel voert gewoonlijk ongeveer
twee ton bommen mee, mot inbegrip van
850 kilo ontplofbare stoffen. Tengevolge
van de uiterst moeilijke landing met toe
stellen van deze afmeting, is het waarschijn
lijk dat de verliezen onder deze reuzen ze ei
hoog zullen zijn.
Te Sehweidnitz, de geboorteplaats van dei»
onlangs gesneuvelden beroemden Duitschen
vlieger, ritmeester Von Bichthofen, zal een
gedenkteeken voor hem worden opgericht.
Het zal voorstellen een jongeling, die een
weipslinger in de hand houdt en van god
adelaar stijgt, wien® vleugels gebroken zijn.
De officieren en manschappen van het
Belgische corps van gepantserde autoA*
welke aan den veldtocht in Rusland hebben
deelgenomen, zijn in de Vereenigde Staten
aangekomen om zich vervolgens bij het Bel
gische leger, te voegen. De Amerikaansche
autoriteiten hebben hun een schitterende
ontvangst bereid.
Kenaudel vaart in do »Humanité« scherp
ait over do verregaand onvoldoende Mgani-
satie van de verzorging der Fransche troe
pen.
Hij heeft aan 't front kantonuementen be
zocht, waar afdeelingen rustdagen hielden, na
aan de gevechten te hebben deelgenomen»
Deze afgematte troepen waren 's nachts in
de kantonneineDten aangekomen en vonden
er noch voldoende tenten noch voldoende
stroo. Zij konden de modder als hoofdkussen
gebruiken, zegt Kenaudel.
Hij vraagt m-et bitterheid of men het vol
doende aoht deze lieden in de bladen als hel
den te betitelen, terwijl men ze niet als men-
schen behandeltT De fout schuilt niet bij de
officieren, die voor de inrichting der kan
tonuementen moeten zorgen, want hun ant
woord op alle klachten is steeds: ik heb noch
materieel, noch personeel. De font schulit in
de algemeene organisatie. De verantwoorde
lijke personen zijn verre van hooggeplaatst
59
„Dat lijkt zeer ernstig,' zeicle Karei, „de
toestand verergert blijkbaar snel. Ik ga na
tuurlijk."
„Maar ik," vroeg Eduard aarzelend, „als
Jdf stervende is, zou ik dan niet mede (moe
ten gaan nu dadelijk?"
„Durft gij het wagen?"
„Ja, zou mijü vrouw het niet gaarde wil
len?"
„Dat geloof ik' wel. Goed wij zullen samen
berug reizen, zoo snel mogelijk1."
'Karei zag z'n spoorboekje -na.
„Over een uur gaat er een trein. (We kun
nen dan nog vanavond thuis zijn. Telegra
feer uw vrouw terug, dat' we samen komen."
Een goed uur later spoorden de beide
mannen samen naar huis. En wie hen te
genover elkaar in de coupé zag zitten zou
meenen. dat hier twee vrienden Samen reis
den. locli s tond de eene nog altijd onder de
beschuldiging de vader van den ander te
hebben gedood.
De beide mannen spraken gedurende de
reis niet veel. Ieder van hen was met zijn
eigen gedachten bezig en bepaald opwek
kend waren die gedachten niet.
Karei peinsde er over of hij wel goed han
delde. Zeker hij' Imoest erkennen, dat de re
deneering van Eduard van Laecken een
gunatigen indruk op hem gemaakt had. Zoo
onwaarschijnlijk1 kwam het hem toch niet
voor, dat Eduard werkelijk het verkeerde
het misdadige van zijn vroeger gedrag had
ingezien en vast voornemens was zijn leven
geheel te veranderen. Toch was Karei nog
niet volkomen overtuigd en desondanks reis
de hij nu met Eduard samen terug en kon
wel niet ander» doen, dan te trachten een
verzoening tusschen hem en Grump te be
werken. Het was nu eenmaal zoo geloopen,
doordat er geen o.ogenblik gewacht kon wor
den, daar onmiddellijk doodsgevaar dreigde.
„Ik moet dan maar aannemen," dacht Ka-
rel, „dat Eduard werkelijk niet huichelt, ik
moet beproeven een verzoening tot stand te
brengen.
Huichelde Eduard van Laecken? Hij zoude
zelf op deze vraag moeilijk een volkomen
antwoord hebben kunnen geven.
Zeker was het, dat hij erg betreurde, dat-
de zaken aldus geloopon waren, dat hij niets
liever zou wenschen dan de dingen, die ge
beurd waren, weer ongedaan te maken. De
plotselinge dood van Hartman, aan wiens
overlijden, hij zich toch wel degelijk' mede
plichtig voelde, had hem klaar en duidelijk
doen inzien waarheen zijn hartstochten hem
leidden, tot welken afgrond ze hem voerden.
En zyn verblijf in het buitenland ver van
zijn vrouw, vergeleken bij het rustige leven
aan baar zijde miste ook z'n bekoring voor
hem. Zeker hij had zich in z'n werkkring
verveeld, als hij kalm daarheen leefde kwam
ieder keer de lust in hem op to fgaan reizen
zich te vermaken. Doch nu hij in het bui
tenland vertoefde waai* hij do eerste weken
heel veel geld verteerde, speelde en dronk
om z'n onrust te verjagen, nu voelde hij zich
toch zeer ongelukkig en haakte naai* het
kalme eenigszins eentonige leven.
Daarbij kwam nog de wroeging die hij
voelde vooral over het feit, dat hij z'n lover
leden kindje had laten begraven zonder zelf
er te zijn bij geweest en dit denkbeeld ver
vulde hem eigenlijk nog meer met spijt, dan
zijn aandeel in don dood van den ouden
Hartman. 1
Waarlijk1 Eduard van Laecken had zich
vast voorgenomen als alles nog weer zooveel
mogelijk goed worden kon, dat hij daa geen
aanleiding meer tot klachten zou geven door
zijn levensgedrag.
Toch bezielde hem niet het echte waarach
tige berouw over z'n misdragingen en be
treurde hij deze eigenlijk het meest om de
onaangename gevolgen, die ze voor hem ge
had hadden en niet om het onrecht en het
leed, dat hij daarmee anderen had gedaan.
Maar als hij zjjn spijt betuigde en zeide
beterschap te willen, dan kon men niet zeg
gen, dat hij huichelde.
Toen de beide mannen 's avonds de plaats
van bestemming bereikt hadden, wachtte hen
aan het station een rijtuig, dat Eduard's
vrouw gozonden had.
Van Laecken ging er dadelijk in, begrijpe
lijker wijs, wilde hij hier, waar ieder hem
kende zich niet gaarne laten zien. Karei
vroeg den koetsier een oude getrouwe van
de familie:
„Hoe is het er mee?"
De man had moeite te antwoorden. „Hij
is dood, mijnheer, voor een uur ia hjj ge
storven."
„Wat," riep Karei ontsteld» „dood, uw mees-
ter is al dood. Dan komen we te laat.
Te laat! Eduard hoorde deze woorden.
Vorechrikt wilde hij weer uit het rijtuig
springen. Maar Karei beduidde hem te blijven
zitten en nam naast hem plaats.
„Vooruit maar," riep hij tot den koetsier,
en tot Eduard vervolgde hij:
„Crump is dood, voor eeu uur gestorven."
Tóen zwegen beiden geheel onder den in
druk van dat bericht.
Karei Hartman was getroffen, want hij had
een goed en trouw vriend verloren.
Eduard van Laecken vernam het met groo
te ontsteltenis. Want z'n geweten zei bem
dat zijn gedrag ook het levon van Rosa's va
der verkort had. Het bericht smartte hein
zeer en toch ondanks zich zelf voelde hy iets
als verlichting omdat hij nu niet tegenover
Crump zou komen te staan, Crump dien .nj
vreesde. Hij had juist tegen de ontmoeting
met Crump zoo ontzaglijk opgezien.
(Wordt vervolgd.)
NIEUWE HAARLEMSCHE
5(R
V