OPGAVE MELKLEVEEIAIGIER. DE KMI# KEUZE REGEERINGS-VISCH. VLEESCI-DISTRIBUTIE HAARLEM. KLANTENKAARTEN. RAAPOLIE. BUITENLAND P. W. TWEEHUIJSEN, deze kaarten aan den Melk-leverancier RAAPOLIE voor consumptie-doeleinden weder zijn toegelaten In en om Haarlem. STEUNCOMITÉ HAARLEM. Kieskring Haarlem. Mr. J. B. BOMANS «WITTE SCHOENEN STERKE VETERS 7 VRIJDAG 7 JUKI 1918 42»to JAARGANG 9657 BEB3AAGT V09R HAARLË» EB PER KWARTAAL f 1,9»; KR WEEK W CENTS; FRAKCO PES P08T PER KWARTAAL f 2,39 Zaterdag 8 Juni verkrijgbaaar van 10 uur v.m. tot 1 uur n.m. per persoon 6276 per persoon één pond Visch op vertoon van aa V1SCHKAART No. 5901—645Ó in de Gemeentelijke Vischhal. De Directeur v. h. Gem. Levensmiddelenbureau F. DE JONGE. Verkrijgbaar op Zaterdag 8 Juni van 12 lot 4 uur op BON No. 16, letters I, J, K en L 2 ons Lever- of Bloedworst bij HöLSKEN, Botermarkt 13. 6264 2 ons Paardenvleesch op BON No. 13, letters E en F, bij: WISKER, Kerkhofstraat 24. LAPPEN 35 ct. per pond FRICANDEAU 60 BIEFSTUK 80 Des morgens van 910 uur aan het Ver kooplokaal van het Openbaar Slachthuis 2 ons gekookt Ossenvleesch op BON No. 18, letters Y en Z. De volgorde waarin de om negen uur aan wezige koopers worden geholpen, zal door loting worden vastgesteld. De Directeur van het Gemeentelijk Levens- middelenbureau te HAARLEM brengt ter ken nis, dat io afwijking van de mededeeling, vermeld op de kaart voor opgave van melkleverancier, uiterlijk 15 Juni a.s. moeten worden ingeleverd. De melkleverancier zal dan zorg dragen voor de inlevering aan het Levensmiddelenbureau. De Directeur voornoemd, 0276F. DE JONOE. De Directeur van het Gemeentelijk Levens middelen-Bureau te HAARLEM, brengt ter kennl*, dat thans A T J.TC kaarten, waarop het publiek een winkelier voor grutterewaren em. dient op te geven, zijn verzonden. Een ieder wordt verzocht bovenbedoelde) baart behoorlijk ingevuld vóór Maandag 10 Juni a.8. aan bet Levensmiddelen!)nreau terug te be zorgen. Moch hieraan geen gevolg gegeven worden, dan loopt men gwaar geea regeerings-arti- kelen te kunnen betrekken. 6250 De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. De Gemeentebesturen van HAARLEM, BEN- NEBROEK, HEEMSTEDE en SCHOTEN maken bekend, dat door den Minister van L, N. en H., in afwijking van zijne beschikking van 6 September 1917, is bepaald: 1. dat voor wat betreft, ONTHEFFING VAN HET VER BOD van aflevering van die olie kan worden verleend door de Directie van het Rijkskaa- toor voor Vleesch en Vetten; 2. dat de aanvragen daartoe rechtstreeks be- hooren te worden gericht tot de afdeeling „Vetten" van dit Rijkskantoor, Stadhouders laan 102, te 's-Gravenhage. 6277 In afwijking van het bepaalde bij aankondi ging ia de plaatselijke bladen, d.dL 9 April 1918 ei 26 April 1918, wordt hiermede bekend gemaakt, dat vanaf heden de volgende winkeliers tot dm verkoop van GOEDKOOP SCHOEI SEL: 6275 Schoenenmagazijn „NOORD-BRABANT"' Lange Veerstraat 32 C. BOERLAGEN, L. Veerstraat 30 31-33 STEUNCOMITÉ. OP RETRAITE TE NOORDWIJKERHOUT. De vriendelijke rector HuLfcad de aankomen den van Noord en Zuid in het heerlijk daar aan den voet der duinen gelegen St. Clemenshuis al hartelijk verwelkomd, toen de laatsten per rijwiel van Haarlem binnenkwamen. Het is toch wel héél iets bijzonders, zoo'n retraite driedaagsche geestelijke afzondering in die heerlijk-kalme landelijke omgeving, in die vriendelijke doch hoog-emstige stilte, waar ge van geen oorlog of politiek hoort, waar de hartelijke zorgen dér goede religieuzen u alle wereldsche zorgen doen vergeten en waar geen bestuursbeslommeringen of gedruisch van machi nes, geen bezoek van reizigers of gezanik over niet meer aanwezige grondstoffen uw geduld op de proef komen stellen, waar ge in alle kalmte u eenige dagen kunt wijden 'aan het hoogere, en dat ook doet zonder dat menschelijk opzicht of valsche schaamte* terughouden. Daar' zat de Amsferdamsche koopman naast den groot-industriëel, en de bestuurder eener welvarende plattelandsgemeente naast den cou rantier, en hupsche jongelieden, die pas de eerste schreden hadden gezet op den weg naar een mooie toekomst, naast den grijsaard, wien de wereld weinig meer te bieden heeft. En wij allen, anders gewoon om te bevelen en ieder oogenbltk beslissingen te nemen, we zaten daar met haast veertig in het kleine kapel leke, eerbiedig en stil- gehoorzaam luisterend naar den weisprekenden zoon van Sint Franciscus, die ons in eenvoudige en toch zoo mooie taal de groote waarheden weder te binnen bracht, die ons katholiek leven moeien beheersch en. En we waren, allen te zamen. wat verbaasd over ons zeiven Andere menschen leken we, die op het sein van het eenvoudige schelletje ons ter kapelle spoedden, of aan het einde van iedere meditatie zwijgend naar onze kamertjes gingen om dan eenige oogenblikken stil te peinzen over wat men ons gezegd had. Twee uren in de kerk zitten? 't Is in gewone dagen wat lang voor ons mannen, die meenen dat we al heele kranen zijn waaneer we het zoolang uithouden. Zeker nog een ding dat aan ons is blijven hangen van den omgang met die wereld, die meent dat godsdienst hoogstens goed is voor vrouwen en kinderen. Maar wat praat ik van twee uren! Op gevaar af van u af te schrikken het tegendeel is het doel van dit stukje zeg ik u dat we allen, onder den indruk der plaats en van de woorden die tot ons gesproken werden, vrijwillig en gaarne en met een zekere gretigheid de vijf, zes uren per dag nog verlengden, die de orde der retraite ons in de kapel riep. O, in de recreatie, driemalen per dag een klein of .een groot uur, was het een vroolijke boel, en bewees het telkens nu hier, dan daar opklaterend gelach, hoe vroolijke geest er huisde in de zeven en dertig die hier waren saamgekomen. Maar buiten die ontspanningstijden laat ieder der retraitanten het zeggen of hij ooit zoo hartelijk gebeden heeft, gebeden en gedacht over ernstige dingen «en groot deel van den dag, als hier binnen de muren van het stille St. Clemens huis. Mannen die in de wereld geheel worden geab sorbeerd door hun zaken, men zag ze daar rustig en telkens weer In de zwaar belommerde wandel pader het rozenhoedje bidden, of neerknielen om al hun zorgen en moeilijkheden uit te zeggen aan den voet van het monumentale H. Hartbeeld, dat daar achter in den kostelijken tuia de armen naar ons strekte en zoo mooi blank afstak tegen den donkerblauwen hemel. En ons allen bijna, die toch in het dagelijksch leven lang niet vrij zijn van wat men menschelijk opzicht noemt eer we bet zelf wisten haast overkwam het ons, dat we nederig den Kruisweg baden in het devoot-stemmende kapelletje. Kwezels meent ge? Om den dood niet. Er waren kerels bij met haar op de tanden, zulke die men hi het gewone leven hcusch niet te na moet komen en die zich hier, met diepen ernst in him blik en met em trek van zelfbeschuldiging op het gelaat, lieten zeggen dat ze béter moesten zijn voor hun echfgenooten, voor wier geluk ze aan den voet des altaars de verantwoordelijkheid op zich had den genomen, béter voor hun onderhoorigen, voor werklieden en bediendendat ze met geduld verdragen moesten wat het leven hun in gezin, ja de zaken of in den strijd met het eigen Ik voor moeilijkheden brengt,. En als kinderen zoo eenvoudig we konden het niet helpen, het ging wezenlijk zoo van zelf hebben we ons onderworpen aan de verplich ting tot stilzwijgen buiten de recreatie-uren; gelijk eens als kindferen (maar toch met manne- lijken ernst niet enkel in den klank der stem) hebben we onze doopbeloften vernieuwd en opnieuw mogen we het nooit meer vergeten verzaakt aan den duivel en rijn trawanten. En nazeggend in stilte wat ons werd voorge houden, hebben we beloofd om als we weer uit de rustige kalmte van die voor allen hoort ge lezer, voor allen te snel vervlogen dagen zouden komen midden in den strijd der wereld (wij wèl veranderd, maar die wereld met haar verleiding, haar groote en kleine bekoringen niet) w» hebben beloofd dat we, meeat door ons voor beeld, maar toch ook door onze onderhoorigen en huisgenooien {e zenden, apostelen voor de retraite zouden worden. Dat viel ons niét zwaar, want voor ieder, hoofd voor hoofd, waren het gelukkige dagen.we hadden er willen blijven. Data- waren er die kwamen met bezwaard ge moed, anderen die alleen terugkeerden om den frissclien gee&t van levend en krachtig geloof, dien de retraite u brengt, zijn jaarlijksche opwekking te geven, daar waren ermaar ik mag niet onbescheiden worden. Alleen dit: allen waren In geestdrift over het geluk van die te korte dagen. En we voelden ons zoo vertrouwelijk, zoo saamhoorig in ons kleine groepje, al hadden de meesten elkaar nooit gezien. Misschien is het wel een der merkwaardigste dingen in heel zoo'n retraite, dat alleen het bewustzijn van allen echt-katholiek te willen zijn en als béter Roomsch in de wereld te willen terugkeerea, tot-nu-toe- vreemden zoo echt gezellig vertrouwelijk met elkaar doet omgaan, zonder dat de een zich in zijn oefeningen van godsvrucht zoo min als in zijn uitingen van vroolijkheid voor den ander ook maar het minst .geneert" Lezer, laat u door niets van zoo de zoo moge-, lijk jaarlijksche retraite afhouden. Hét zijn kos telijke dagen en ze maken u beter, béter voor u zelf en voor de uwen, beter voor hieren voor hierna. DE KIEZERS, denkt op Woensdag 3 Juli om no. éen van de elfde lijst» WERELDBRAND* VAM DE FRONTEN GEEN NIEUWS DUITSCHE BÜIT - DUITSCHE VERLIEZEN IN DE LUCHT - DUITSCHE DUIKBOOTEN IN DE AMERIKAANSCHE WATEREN JAPAN NAAR EUROPA? Van do fronten geen bijzonder nieuws. Men kan nu bijna zeggen, dat da toestand in het vak van de Aisne een stabiliteit heeft bereikt, welke alleen door den een of anderen nieu wen factor verstoord zou kunnen worden. Alle operaties in de laatste dagen hebben slechts plaatselijke at tactische beteekenis en als saldo zijn zij evenzeer in het voordeel van de Entente als van do Duitschers geweest. De „Daily Chron." -correspondent wjjtet er intusschen op, dat elke pauze in de actie ver lies voor Duitschland beteekent, in weik ver band hij hulde brengt aan de Fabius-Oundia- torstrategie van Foch, Terwijl de vüand het voordeel der verrassing en beschikking over overmachtige reserves had, stond hij tegen over een buitengewoon moeilijken toestand, Andere deelea van het front voorbarig be verzwakken ten behoeve van de verdediging van de Aisne zou een nieuwen slag elders uitlokken. Hoofdzaak was de mannen te spa ren en den vijand den weg te versperren naar elk doel van vitaal belang. Niets van essentieel belang is verloren gegaan. Het geallieerde front is niet verbroken; de wegen haar Pa rijs zijn versperd, evenals die naar Chalons. Het plateau tusscben OLse en Aisne en dat tusschen Aisne en Ourcq houden als krach tige bastions stand. Niettemin zijn andere gezaghebbende man nen van meening dat de Duitschers geen lange pauze aullen maken. Hindenburg heeft wel reeds 50 division in den strijd geworpen, en dezen moeten zeer vermoeid zijn, afgezien nog van hun verliezen, maar hij bezit nog meer reserven, die hem in staat zullen stellen hetzij zijn actie op Oisa en Marne te versterken, hetzij' een nieuwen veldslag te beginnen op een ander Als om te aocentueereu dat het offensief voorshands afgeloopen ia geven de Duitschers als naar gewoonte hun buit op. De buit van het Kroonprinsen-leger sedert 27 Mei bedraagt meer dan 55.000 gevangenen, onder wie 1500 officieren, meer aan 650 ka nonnen en meer dan 2000 mitrailleurs. In de laatste twee dagen werden 46 vijan delijke vliegtuigen en vier ballons captif neer- geechoten. Het jaoht-eskaderVon lüchthofen schoot eergisteren 15 vliegtuigen neer. Kapt. Bert- tiold en luit. Menie hof f schoten hun 8 l&n, luit. Doewenhardt zijn 27en, luit. üdet zijn 26en, en luit. Kirchiteïn zijn 21en en 22en tegenstander neer. Over de verliezen in de lucht van Duitschen kant verneemt de „Evening Standard" uit zeer gezaghebbende bron, dat de officieele com munique's over Mei in het geheel 308 Duit- sche vliegtuigen als door Britsche vliegers en 20 ais door n'fw eer vuur geveld opgevea, terwijl 100 vijandelijke toestellen staurLoos werden neergejaagd en zeven waarneembal- lons vernield, hetgeen bij1 elkaar 618 vlieg tuigen maakt Over de Duitsche berichten nopens Duitsche verliezen zei de deskundige, dat de lijsten ter openbaarmaking in Duitsch land pasklaar waren gemaakt Gevangenen gaven allen boe, dat hun verliezen in de lucht veel zwaarder waren dan men ooit had bere kend. Meestal en wei op zijn minst in 75 pro cent der gevechten werd er een stuk achter de vijandelijke linies (in da lucht) gevochten. Het voornaamste nieuws komt thans van Amerika waar Duitsche duikbooten aan de Oostkust aan het werk geweest zijn en naar schatting 15 schepen hebben getorpedeerd. In Amerika heeft dit heel wat sensatie verwekt. Hoewol do pers het anders wil doen voorkomen en het meer als een voldoening beschouwt omdat do Amerikanen daardoor meer zullen geprikkeld worden tot bestrij ding van Duitschland. De politie te New-York heeft verordend de stad in het duister, to zetten. Men is dus blijk baar bang voor aanvallen uit de lucht ook al. Verder mogen er geen schepen meer de haven van New-York verlaten, terwijl het departement van marine het noodig heeft ge vonden te verzekeren, dat het over da mid- INGEZONDEN MEDEDEELING.) Barteljopisstraai 27. TEL. 1770 5014 delen beschikt een aanva! der duikbooten op de verbindingen, die voor het troepentransport dienen, te verijdelen. Hieruit mag men aflei den, dat de Amerikanen toch van dit zoo naburig optreden der duikbooten wat zijn ga- schrokken. Het departement van marine heeft een macht van vliegtuigen en duikbootjagers uitgestuurd en inderdaad zal dan ook, behalve de vernietiging van eenige scheepsruimte, de uitwerking van dit optreden der Duitschers daarop neerkomen, dat de Amerikaansche ma rine-autoriteiten tot het nemen van al die maatregelen van afweer worden gedwonvon, die nooit volkomen doeltreffend blijken, maar altijd belangrijke slijtage van materiaal en andere kosten en moeite meebrengen. Telegrammen uit Washington zeggen in tusschen dat het algemeen oordeel in offi cieele kingen ten opzichte van de duikboot- aanvallen hierop neerkomt, dat deze laatste slag van Duitschland in werkelijkheid een bekentenis is van de vrees der Duitschers,'dat hot Amerikaansche leger de oorlogskans zal doen verkeeren op hét Fransche slagfront De officieele personen verklaren, dat d z l'de maatregelen, die goed gebleken zijn tegen da duikbooten in Europa, het hier ook zullen z'jn. De Amerikaansche transporten en versche pingen zullen op denzelfden voet worden vol« gehouden. .Verder wordt verklaard, dat er hier steeds mee gerekend was, dat Duitsch land een duikboot-blokkade tegen de Ame rikaansche havens als laatste kaart zou wil len uitspelen, in de hoop de troepen-transpor- ten af te snijden en er zijn maatregelen tegen voorbereid. Het departement van mar'ne houdl de étappen, die genomen zijn tegen de zee schuimers, zorgvuldig geheim. Uit Gonève wordt gemeld dat de Japansehe offioieuze bladen waaronder de „Kokoemin" en de „Asaji," mededeelen dat de Japansche regeering thans definitief da overweging na dert om in Europa tegen Duitschland in te grijpen en dat onderhandelingen hieromtrent gaande zijn, waaraan ook Amerika deelneemt. BELGIË HET AFTREDEN VAN DE BROQUEVILLE. In de „Nation Beige" schrijft de hoofd redacteur Neuray volgens een particulier te legram aan db „N. R. Ot." over het aftreden van de Broqueville: de minister-president gaat heen, beiaden met verdiensten en roem. Aan den vooravond van den oorlog begon de openbar» meening liem te beoordeelen zooals h(j is en in hem niet alleen een „realisateur", dooh ook een „pacificateur" te zien. Dat verklaart zijn populariteit in het bezette gebied van België, waar het prestige bezit dat, tezamen met den koning, ook kardinaal Mercier, burgemeester Max en generaal Lcman omgeeft. Hij heeft steeds en overal de besluitvaardigheid aam de daad. gepaard. Hij heeft zich somtijds vergist cn zijn optreden droeg de sporen van zijn fou ten, doch wij zullen de stiptheid, waarmede hij de regeering leidde, niet vergeten. De heer Cooreman zal weldra zien of do dertien „onthoofde" leden van het kabinet beter zullen worden aangevoerd en eensge zinder zullen zijn. Hij is een rechtschapen en handig man, die vrij van eerzucht is, doch wij kunnen niet verhelen dat onze hoop beperkt is. Het geneesmiddel bestaat in een wijziging van regime. Zeven minis tens, waarvan op zijn minst drie moesten worden gekozen wegens hun bekwaamheid buiten het politieke en parlementaire leven, aldus moest liet uitvoerend bestuur wor den samengesteld, waaraan het land de meest dringende behoefte heeft. FRANKRIJK DE BESCHIETING VAN PARIJS. Een Wolff-telegram spreekt de berichten van Entente-zijde tegen, dat de Duitschers op Sacramentsdag Parijs zouden hebben be schoten. De Franschen vieren dien dag nl. niet op 1 Juni, maar op den daaropvolgen- den Zondag, die dit jaar op 2 Juni viel, en dien dag heeft het Duitsche bombarde ment gezwegen. Wel een povere en late verklaring. FF H' LETOM 7 i Rant Eduard was een lastige zieke, onte vreden, kwaadaardig zelfs. Hij zelf [had nog geen idee, dat de dood hem dreigde, al voelde hij zich iederen dag zieker. Toch moest hij dit weten en op een avond toen de eieke kalmer was dan gewoonlijk wilde Rosa hem zeggen, dat zijn leven in groot gevaar ver keerds. „Weet je ook," vroeg Eduard, „of ze dien kerel opgepakt hebben, die mij dit koopje geleverd heeft. Ik zal het hem nog wel 'eenb betaald zetten den ellendeling." „Hoor eens Eduard," zeide Rosa, „ik zou geen wraakplannen koesteren. Je weet toch dat hier in het zelfde ziekenhuis het zoontjei van dien man ligt." „O ja verdedig hem maar." „Neen, neen, dat weet je wel, ik verdedig hem volstrekt niet. Maar dat kind ligt ook nog gevaarlijk ziek en ik heb van middag nog gehoord, dat het ook gevaar nog loopt te zullen sterven." „Sterven," bromde Eduard, „dat hebben ze toen dadelijk al beweerd om mij bang te maken, maar ik geloof het niet." „Die jongen wordt wel weer beter." „Ik hoop het met je, ik hoop ook vurig op jouw herstel, Eduard, maar men kan niet weten." „Op mijn herstel, ja natuurlijk, ik had nooit hier moeten koinen, de dokters hou den hun patiënten lang aan." „Maar ge zijt heel erg ziek Eduard. Ik had je ook liever thuis verpleegd, vooral als „Vooral als? Wat bedoel je?" „Als het eens mis mocht loopen Eduard en je niet weer beter wordt." „Mis loopen? Wat? Ben je dwaas, die zie- kenhuisiucht maakt je zenuwachtig, Ik zal spoedig weer beter zijn." „Misschien Eduard. Maar je bent vee-1 zie ker dan je zelf gelooven wilt en ik (mag je het niet verbergen, dat er wezenlijk gevaar dreigt." „Kom, dwaasheid." „Neen de dokter heeft me gewaarschuwd en ik meen het je te moeten zeggen, je toestand is gevaarlijk." Eduard'e gelaat vertoonde een angstigen trek. „Ik voel me zelf het best," riep hij #n trachtte te lachen, „die ellendige dakSfc'c maakt mij niets wijs, ik wil niet dood, ik wfl niet. Wat raaskalt die kerel." Rosa legde bedarend haar koele hand op zijn brandend voorhoofd. „Nu overdrijf je weer," zeide zij zacht, „gij kunt nog wel beter worden, je toestand is niet hopeloos. Maar we moeten toch het gevaar onder de oogen zien, nietwaar." „Is er dan gevaar?" „Ja zoker, het gevaar ia zelfs zeer groot en dat moet ge weten. Ge zijt nu helder van geest Eduard. Misschien hebt ge nog noodig zaken te regelen, wel doe het dan nu. Gij wilt toch zeker niet geheel onvoorbereid sterven, wie zou dat willen." „Sterven, ik wil niet sterven," riop hij, „gebruik dat nare woord toch niet. Ik ben pas twee en dertig jaar, ik kan nog heel veel van het leven genieten. En ik zal, ik wil...'* „Wees in elk geval kalm Eduard. Opwin ding kan je slechts schade doen, dat be grijpt ge toch." „Kalm, ja ik wil kalm zijn, want ik moet genezen. Je hebt gelijk. Maar spreek dan ook van den dood niet meer, dat maakt me juist zenuwachtig en ellendig. Ik wil er niet van hooren. Als je me wezenlijk liefhebt zwijg er dan van." „Goed, goed," antwoordde Rosa kalm. Hij had nu vernomen, wat hij vernemen moest en het was zeker beter hem thans aan sijn eigen gedachten over te laten. En wat al gedachten bestormden hem. Ging misschien zijn mislukt en verwoest le ven aan zijn geestesoog voorbij. Riep de herinnering aan het vele dat hij misdaan had, het berpuw wakker? Betreurde hij het, lat hij zoo geleefd had en zich zeiven en anderen leed en ongeluk berokkend had. En beschuldigde hij misschien vooral zich zelf, dat hij de vrouw, die daar voor zijn sponde zat het leven vergald had. Wie zal zeggen wat er in hem omging, terwijl hij daar onrustig neerlag en heen en weer woelde op zijn ziekbed. In ieder geval sprak hij met Rosa over dit alles niet, bleef hij zwijgen. En zoo was het ook mogelijk dat hij zich zelf geruststelde en paaide met de hoop, dat hij herstellen zou. Na eenigeu tijd viel hij in een onrustige sluimering en 'toen hij ontwaakte had hij weer evenals Ren vorigen dag op dien tijd hevige ijlkoortsen. De dokter keek zeer bedenkelijk. Dé ziek te was nu wel ongeveer op haar hoogtepunt gekomen en als er niet zeer spoedig een gunstige wending kwam, dan kon men de hoop wel opgeven. Die gunstige verandering kwam met. Evenmin keerde het klare bewustzijn van den zieke nog terug. Twee dagen nog lag van Laecken in ijlende koortsen en Rosa zat dag en nacht bij zijn bed hopend, dat hij nog eenige heldere oogenblikken zou hebben voor zijn sterven. Maar dat was niet het geval, hij stierf zonder afscheidsgroet, zon der bede om vergiffenis. En een tragische bijzonderheid was, dat dienzelfden nacht ook het knaapje overleed, dat door zijn roekeloosheid overreden was. De vader van den knaap had zich gewro ken ,maar zijn droefheid was er niet min der om. De ongelukkige man begreep, dat de wraak niet het leed verzacht, dooh de smart schrijnender maakt. En drie dagen later werden er kort na el kaar twee lijkkisten de poort van het zie kenhuis uitgedragen, vonden er twee begra fenissen plaats, beide zeer eenvoudig, want ook Eduard van Laecken ondanks z'n stond en rijkdom werd in stilte en grooten een voud ter aarde besteld. Slechts enkelen volg den de baar da eerste volger was Karei Hartman eigenlijk de eenige waarachtige vriend, dien de ongelukkige heel zijn leven gekend had. De dood van Eduard was Rosa niet een verlichting, al waren er velen, die dachten, dat dit het geval zoude zijn. Zij had hem werkelijk liefgehad, ondanks zijn vele, zijn groote gebreken, ondanks zijn ontrouw en de vreeselijke wijze waarop hij haar had, teleurgesteld. Zij betreurde zijn dood en het deed liaar vooral leed, dat hij zoo onvoorbereid de eeuwigheid was ingegaan. (Slot volgt). COURANT t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 1