KUTIEUIK JU Tl EL VERSTREKKINGEN THEE. Hedenavond 8 uur DE SAMENZWERING. REGEERINGS-VISCH. RANTSOENEERING. VLEESCH-DISTRiBUTIE HAARLEM. VLEESCHBISTR1B.UTJE HAARLEM VIEESOHBISTRIBÜTIE HAARLEM BUITENLAND vy\ p. w. TWEEHUIJSEN, J. G. SURING Mr. PAUL J. REMMER 0.15 K.G. THEE. REGEEB1NGS-AARDAPPELEN. WITTE SCHOENEN STERKE VETERS FEUILLETON VRiJOAG 14 JUKI 1918 42ste JAARGANG 9663 DE ABONNEMENTSPRIJS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EN AGENTSCHAPPEN: PER KWARTAAL f 1,95; PEB WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2,30 EERSTE BLAD Dit nummer bestaat uit 2 bladen per persoon één pond Visch op vertoon van VISCHKAART NR. 12601—13200 in de Gemeentelijke Vischhal. NR. 13201—13800 in het Pand. De Directeur v. h. Gem. Levensmiddelenbureau F. DE JONGE. De Directeur van het Gemeentelijk Levens middelenbureau te HAARLEM brengt ter ken nis, dat gedurende de week van 15 tot en met 21 Juni 1918 verkrijgbaar wordt gesteld: op bon A 3 3 ons RIJST op bon A 4 2 ons BRUINE BOONEN op bon A 5 2 ons GROENE ERWTEN k 11 ct. per pond. H.H. Winkeliers kunnen de voor deze verstrek king benoodigde machtigingen op 14 dezer aan het Levensmiddelenbureau afhalen. ««o De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. 3 K,G. Klei-aardappelen één ons versch Rundvleesch van in beslag genomen Runderen 2 ons Lever- of Bloedworst 2 ons Paardenvleescb Een pond Runder-Soepbeenderen bij: KOOIJ, Hagestraat. Aan eiken kooper wordt slechts drie pond medegegeven. Gepast geld medebrengen. bij de firma A. F. KREMER, WERELDBRAND* PAUZE IN DEN STRIJD - DE KWESTIE DER RESERVES DE VERDEDIGING VAN PARIJS DE WORSTELING IN HET WESTEN T u JSsJÖöoöFiü wmm AIpgc KameriJk nrc" \u C AKiJSM%, iarteljoriMtraal 27. TEL. 1770 Groote Vergadering in „St. BAVG". Sprekers de Heeren: Het Bestuur der l.-l faieenipg. O NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Zaterdag 15 Juni verkrijgbaar van 10 uur v.m. tot 1 uur n.m. a 10 cents per pond; k 11 ct. per pond; De Directeur van het Gemeentelijk Le vensmiddelenbureau te HAARLEM brengt ter kennis, dat op Reservebon No. 10 (tien) met ingang van Zaterdag 15 Juni zal wor den verstrekt: tegen den prijs van-6 cent per K.G. Reservebon No. 10 is geldig tot Zater dag 22 Juni. Na 15 Juni is Reservebon No. 9 niet meer geldig. 6430 De Directeur voornoemd, F. DB JONGE. Verkrijgbaar op Zaterdag 15 Juni aan het Verkooplokaal van het OPENBAAR SLACHTHUIS des morgens van 910 uur op Bon no. 18 letter G. Deze letter is bij loting aangewezen. De volgorde, waarin de om negen uur aanwezige koopers worden geholpen, zal door loting worden vastgesteld. Prijs: LAPPEN f 0.65 per pond (beperkten voorraad STUKJES f 1.30 per pond BIEFSTUK f 1.40 per pond 6451 HAAS f 1.50 per pond Verkrijgbaar op Zaterdag 15 Juni van 12—4 uur mw> op Bon No. 16, letters J, K en L der Vleesch- kaart, bij: SMITS, Kruisweg. VAN LEEUWEN, Kleine Houtstraat. DAUDEIJ, Krocht. op Bon No. 13, letters E en F, bij: WED. HONSCHOTEN, Begijnhof 4 b. Verkrijgbaar op Zaterdag 15 juni op Bon No. 14, letter D, van 12—5 uur De Gemeentebesturen van HAARLEM, BEN- NEBROEK, HEEMSTEDE en SCHOTEN maken bekend, dat door den Minister van L., N. en H. is bepaald: dat door detaillisten aan die verbruikers, van welke zij het lichaam der oude thee- en koffie- kaart tegen ontvangst van bon No. 19 hebben gewaarborgd, gedurende het tijdvak, aanvan gende 15 Juni en eindigende 15 Augustus 1918, mag worden afgeleverd op Bon no. 21 der OUDE Thee- en Koffiekaart De maximum-kleinhandelprijs voor thee is door den Minister voornoemd vastgesteld op f 1.45 per K.G. 6409 De Directeur van het Gemeentelijk Levens middelenbureau te HAARLEM brengt ter kennis, dat zij, die lichamen der oude thee- en koffiekaarten 'lieten afstempelen bij de Firma VAN VÈEN Co., Kruisstraat 34, alhier, op vertoon hiervan en tegen inlevering van Bon No. 21 thee kunnen verkrijgen ZIJLSTRAAT 89—91, alhier De Directeur voornoemd, F. DE JONGE. Er schijnt weer een pauze ia den strijd te zullen komen. De tegenstand die de Duitsehers ondervinden wordt met den dag krachtiger. Op de rechterflank werden zij na een reek3 verwoede en kostbare stormaanvallen op ueu noordelijken oever van de Matz teruggewor pen, die zich nog op acht K.M. van Compiègne bevindt. Tusschen de Oise en de Aisne ziin de Fran sehe troepen-tot. bezuiden het bosch van Carle- pont teruggeweken. Ook tot bezuiden de Aitme heeft de strijd zich nog eenigszina uitgebreid'. De Duitsehers hebben een aanval gedaan tus schen de rivier en den noordelijken punt van het bosch van Villers Cotterets, ten einde Com piègne van de flank uit te bedreigen. De meest verwoede gevechten werden hier geleverd, doch a'e Duitsehers hebbed slechts kleine vorderin gen gemaakt op het plateau bewesten Dom- miers. terwijl op het geheele overige front de aanval is gestuit. De laatste twee dagen houden de Fransehe vorderingen op den linkervleugel en de Duit sche vorderingen op den rechtervleugel elkaar zoowat in evenwicht. Wat den Duitsehers vmi- nig naar den zin is. Zij willen dan ook schijn baar een nieuwe pauze houden, om krachtige voorbereidingsmaatregelen te treffen voor een volgendon stoot. De redacties van de verschillende Engelsche bladen en de militaire deskundigen stéllen met voldoening in het licht, hoe spoedig het offen sief, dat von Hutier Zondag opende, gestuit is. Hot beperkte succes van dit offensief, gepaard gaande met de onevenredig zware verliezen die den aanvallenden divisies zün toegebracht, en de geslaagde tegenaanvallen van de Fran schen ziin kenmerken, waardoor de slag zich van de eerste stadia van alle vroegere Duitsche aanvallen van dit jaar heeft onderscheiden en toonen dat de tegenstand van de geallieerden sterker wordt. De Daily Chronicle zegt: Als de Duitsche vorderingen in Frankrijk zoo beperkt pi kost baar worden als deze, behoeft men niet te duch ten, dat de viiand de beslissing kan doorzetten, die hij noodig heeft. De Daily Graphic zegt: Wij hebben het recht om te hopen, dat de bedreiging van Pariis eer lang geen ernstig gevaar meer zal ziin. Ook de Fransehe pers begint den toestand met meer vertrouwen in te zien. De „Matin" zegt: De vijand wilde snel met ons afrekenen. Het eerste hoofdstuk van ziin programma was het Britsche leger te verslaan. Het tweede, de zegevierende opmarsch naar Parjjs langs de Ourcq en do Marne. Deze twee o£ectco %,*-'V///w/j Ghistel/es Thoucoub Dixmuds V v ndermonde to ik ostUerk 6 ro valines <4* a 3 «m. peraote* Passent ottegsm. Popen no\* jünez mijym Ofnin.U %«*sv\o/ ióurcot o Renaix St. Omer Ha2eb<~ps-i mentières Ath Braine~\ te Co.n te w INèuve euze Watert o t tapt03 Monirevit rfSetbuneV 'aBass Orcfves SfAmartd erser Anvu1 li0.vino Pol Aubiyntj 9 V! Valenciennes Hesdia enam ?■-■■■ -• Maubeuj^e Beau me i2 Vec5ur£& V Oomprert-Q e Quesnoy oncoy Marqutqn WarCoing> CaUau^f:^ Bapaume J 2$» "1 s- v four mies "Autnaue\ Somme Havnncou QzaumonlHoÊfel Abbevi Gozeaucou^ 1 /eQaWet yendhuijje tpéhy ourmj AU /Bert Bohainr Gjisa - St. Quentln Ribemont 'endeuil Morlo 'dt - a1 Sei-i-a a Fèro Blom))1 Peronna - c w P0rttrJ.o «mlens 4 uïïfQtO Verving oves Choulnes MoMCorneL CöveuBar O 'crgnier ?qrgMK^s i -St.Gobnin Chauny Sissonna 0 3/e/an bicourt OUuSt Coin «Tegn tsirées Beaavaia^' Har!'grol Vil/er QÓenlu wareuii c eournopi '/eraan "oma Monw» Gerrnam o Chal fhterry flansJ S Aryan leu*» 5t fJeyt Lagrtk 'TNGBIZONDEN MEDEDEEL1NG.) 5014 Epernay,^ (V t-w..#- *^C£ti}omrnt er$ y ...g y y— 9,-;.. Aan de hand van bovenstaand kaartje kan men zich een duidelijk beeld van den toestand vormen. De zwarte lijn duidt de tegenwoordige frontlijn aan. De stippellijn hoever de Duitsehers vóór den slag aan de Marne in 1914 Frankrijk waren binnengedrongen. Het gaat in de eerste' plaats om Amiens, Duinkerken, Calais en Boulogne. Natuurlijk ook 0111 Parijs. Bij Amiens is het Duitsche front ongeveer nog 13 uur van de kust verwijderd. Bij Noyon ongeveer nog 13 uur van Parijs. Het kaartje toont duidelijk hoe de Engelsche en Fransehe legers tegen de kust in 't nauw gedreven worden. Het gestreepte gedeelte duidt het terrein aan dat tijdens liet vorige offensief werd veroverd. Thans woedt de slag bij de zwarte pijltjes en de zwarte vlek, welke liet thans door de Duitsehers veroverde terrein aangeeft. dingen zijn niet gelukt. Het jongste plan was een aanval op Parijs langs do Oise. liet resul taat is tot dusver, ongeloofelijke offers van menschenlevens voor een vooruitgang van 10 K.M., zonder groote strategische beteekeuis. De Geallieerden houden liet uit, en gedurende a'ien tijd komen de Amerikanen aan. Bidou zegt in het „Journal" dat de toestand gisteren stationnair is gebleven, en dat het na tuurlijk is, dat bij een offensief als dat van de Duitsehers, een dag, waarop de aanvaller> oli etanks al zijn pogingen, in riin stellingen wordt vastgehouden, moet werden beschouwd als een voordeel ctr den verdediger. De „Petit Parisien" besluit, dat de slag nog steeds groote moeilijkheden oplevert voor den vijand, die er onophoudelijk versebe strijdkrach ten in wiipt. Maar riin successen blijken niet evenredig aan zijn opofferingen, die van dim aard zijn. dat wij moeten voortgaan daarin de mogelijkheid te zien van een nabije stabilisatie. Wij beleven thans het hoogtepunt van de vijandelijke poging, en zullen lurnatve rog.uren van ongerustheid moeten doormak ui. maar wat ook de resultaten zijn. welke de vijand moge behalen, zoo schijnt het dat hij ditmaal niet meer kan bereiken, wat hij zien had voorge steld. De correspondent van Havas aan het Fran sehe front betoogt opnieuw dat de overwinning in den huldigen sl.iln door de partij zal worden behaald, die op het beslissende moment over de noodzakelijke reserves zal besckikkeu om dou doorslag te geven. De Duitsehers streven cr met alle geweld naar om een beslissing te verkrijgen vóór dat de Amerikanen in den strijd worden geworpen. Dat het gebrek aan reserves zich ook bij de Duitsehers doet gelden, meent de correspondent te mogen opmaken uit de leger order, welke den 25en Mei tot het 4e Duitsche legercorps is gericht. Daarin wordt gezegd: in aanmerking genomen de schaarschte aan voor den dienst te velde geschikte (lvriogsvci- wendungsfahige) kanonniers, die zich thans in de achter het westelijk front gelegen artille riedepóts bevinden, wordt herinnerd aan de toepassing van het besluit van 6 December 1918, waarbij wordt vastgesteld dat het effec tief aan mannen, die achter het front werk zaam zijn en naar de artillerie te velde kunnen worden overgeplaatst, voor elke veldbatterij 10 man, voor elke liclitemunitiocolonne 15 man en voor elke infanteriemunitiecolonne 20 man moet bedragen. Alle commandanten van een heden moeten er voor waken dat dit voorge schreven effectief wel degelijk wordt samen gesteld. De correspondent komt tot de slotsom, dat het Duitsche manneumateriaal niet onuitputte lijk is en dat het niet lang zal duren alvorens men bemerken zal dat do gevechtswaarde zan hot Duitsche leger is gedaald. en Hiertegenover staat echter dat de Duitsehers ook nog aanzienlijke troepen in het Oosten heb ben staan. Zoo zou uit een onderschept bericht van Falkenhayn blijken dat de keizer wegens hot feit dat do Duitsche troepen op hot Pus- sischo en het Oekrainsche front hun oogmerken bereikt hebben en nu uitrusten, den generaion staf zou opgedragen hebben om maatrgelen te treffen tot bet vervoeren naar liet Fransehe front van de meesto Duitsche troepen- die nu in Wit-Tlusland, Oekraïne en Groot-Huslaud zijn en daar enkel kleine afdeelingen te laten ter handhaving van de orde. Eiclihorn, bevel hebber der Duitsche troepen in de Oekraïne, heeft een overeenkomstig bevel ontvangen. Het vervoer zal binnen zeven dagen geschieden. Tegen mogelijke sabotage door werklieden van de Russisch© spoor worden krasse maatregelen genomen.- Betreffende do verdediging van Parijs komt oen in Zwitserland op 10 Juni ontvangen Ilavas-bericht, dat door den correspondent te Genève van de Frankf. Zeitung overgeseind wordt, wat meer licht brengen en het schijnt er wel op te duiden, dut de militaire lei isrs der entente het vast besluit genomen hebben, om, zoo het militair belang dat mee mocht brengen, Parijs zelf hardnekkig te verdedigen. Men weet, dat generaal Galliéni, de militaire gouverneur van Parijs, in begin 1914, toen von Kluck Parijs naderde, in overeenstemming met de regcerina oen zelfde besluit genomen had en zelfs besloten was, de stad desnoods in straatgevechten te ver dedigen. Dat riavas-berioht toch geeft Panische pers- stemon weer, die blijkbaar de openbare meening op zulk een besluit, en in het bijzonder op n'o mogelijkheid van hot noodzaselijk woiden van de verwijdering dor non-combattanten voorbe reiden. Zoo schrijft het socialistische Kamerlid Bruuet, afgevaardigde van het 17e arrondisse ment van Parijs, in de Matin, dat het moge lijk is, dat de Duitsehers tengevolge van een nieuw offensief, afgezien nog van een binnen, rukken van Parijs, zoo dicht bij de hoofdstad komen, dat een voortgezette, systematische be schieting met zwaar geschut waarschijnlijk zou kunnen worden. In die omstandigheden is het plicht der regeering, met de gevolgen daarvan rekening to houden. De voortzetting van ilea arbeid in de fabrieken zou in de eerste plaats onmogelijk tvorden en de arbeiders zouden, reeds, om den noodigen oorlogsarbeid voort te kunnen zetten, da stad moeten verlaten. Verder is het plicht, om vrouwen, kindereif en grijs aards aan de gevaren van een geregelde beschie ting to onttrekken. Hervé schrijft in de Victoire, dat Parjjs als middenpunt van do Fransehe spoorwegen on mogelijk losgelaten kan worden zonder Jat do uiterste verdediging beproefd is. Het officieel socialistisch blad l'Humaoitê laat aan do rogeering de geheele verantwoorde lijkheid voor het lot vap Parijs. Te Parijs zijn cie gedachten dus ernstig -or- vuld met de mogelijkheid van een komenden grooten Duitschen aanval op de hoofdstad. Uit Geneve wordt d.d. 13 dezer ook nog ge meld: do vertegenwoordigers der Fransehe Kamergroepen hebben den wensch to kennen gegeven om vertrouwelijk mededoelingen te ontvangen over de verplaatsing van de oorlogs- fabrioken van Parij3 naar de provincie, de nood. zakelijke versterking van het brandweercorps, den aanleg van kleine centuurbanen om Parijs en het weder aanleggen van loopgraven. 5) Haar eérste indruk was, dat de toorn van den leeuw werd veroorzaakt door datzelfde gezicht; en, de toorts oprapende, welke op den grond was blijven doorbranden, gleed rij aan de achterzijde uit de kooi toen de stem van den bloedhond vlak bij de wa gens aan de buitenzijde werd gehoord. Een oogenblik later werd het zeil op het punt, waar Godfrey was binnengekomen ter zijde ■geschoven, en de kop van het machtige dier, met uit den bek hangende tong en glimmende oogen, verscheen in de opening. Als een razende schudde Apollyon aan zijn tralies. HOOFDSTUK III. De bloedhond. Apollyon, die tegen de tralies van zijn kooi opsprong, schudde ze heen cn weer in ziin toorn. Op het gezicht van den bloed hond hield hij niet op zijn dreigend gebrul te doen hooren, waarvan het geluid ver door den stillen nacht donderde. Zelfs op dit verbijsterende oogenblik stond Godfrey Golde in bewondering op liet gezicht van den bloedhond op zuik een oogenblik en in zulke handen. De stervende man had hem verteld, dat de plannen dezer lieden wel overlegd en zeker waren; liij had derhalve verondersteld, dat het geen lieden waren van gewone ontwikkeling; maar toen hij den bloedhond zag, dezen nacht op eenigs- zins bovennatuurlijke wijze ten tooneele verschenen, toen zag hij een oogenblik in die lieden niets minder dan de geheime af gezanten van den duivel. Dat is de invloed van het onbekende op 'den menschelijken geest. Doch de bloed hond was met dat al in dienst der Franschen gekomen door wel buitengewone maar toch heel eenvoudige omstandigheden. De hond was dezen morgen door een heer uit Newton, die naar Londen was ver trokken, voor een maand of twee in bewa ring gegeven bij een hondenbewaarder in Seacombe. Bitter, zoo was de naam van den hond, had den erebeelen dag gezucht in bit tere gevangenschap, vastgebonden in een keet te Seacombe, in gezelschap van een aantal andere honden. Op den dag had hij zich onledig gehouden met naar dezen te bijten en te grommen, doch toen de avond viel was hij niet meer te houden. Hij liet den gcheelen omtrek daveren van zijn woe dend geblaf en trok en rukte als een ra zende aan zijn band. Of nu door het aanhoudend rukken het touw was gebroken, of dat de knoop daar door vanzelf, was losgegaan, om elf uur in den avond holde Ritter door do duisternis, een lang stuk touw achter zich aan sloe pend. Hij holde met uitgestrekten nek, met zijwaarts glurende oogen over de heide van Seacombe, terug naar de woning van zijn meester te Newton. Juist toen Godfrey Golde bij het ontzielde lichaam vuur liad ontstoken, hield de hond plotseling zijn vaart in en stopte. Hij uitte een langen schreeuw, eindigde in een wee klagend gehuil, stond een minuut doodstil, snoof de lucht op en begon toen opnieuw te rennen, maar nu in een andere richting. Terzelfdertijd had Golde de schoten der Fransclfen gehoord en was bliksemsnel de heide opgesneld. Do hond daarentegen holde recht op het lijk toe. Deze hand, welke nu koud terneder lag, had Ritter dikwerf gevoed en vriende lijk over den kop gestreken. De doode man was voor jaren in dienst geweest van Hit ter's meester. Toen de Franschen op het lijk toekwamen, teneinde Golde te achtervolgen, wiens licht straal zij gezien hadden, vonden zij Ritter huilend en weeklagend, met hangenden kop, 'over dén dooden man gebogen. Een haastige vonk van de vuursteen overtuigde hen, dat Ritter een uitstekende bloedhond was; en hun geluk lovende, greep een van hen het koord en trok den tegenstrevenden hond van het lijk. In diet volgend oogenblik had Ritter op den reuk van het bloed Golde s spoor beet, wiens handen besmeerd waren met het bloed uit de wonden van den dooden man. En de Franschen konden gemakkelijk den hond volgen, dio in steeds grootcr woede voorwaarts liep cn, eenmaal het bloed van zijn ouden vriend op Golde's hand ontdek kend, dezen instinctmatig voor den moor denaar zou houden. Zoo stonden de zaken, toen Golde in de door de wagens afgesloten ruimte stond, Ritter zijn vooruitgestoken kop onder het zeil te voorschijn haalde, en Apollyon, in koninklijken toorn do tralies van zijn kooi bewerkte. De leeuwenteinater raapte allereerst do toorts op, welke de leeuw had laten vallen, stak hem tusschen oen spleet binnen in de kooi en keek met verbazing tusschen de tra lies ,door, met groote wijdgesperdo oogen naar Golde en naar den kop van den bloed hond. „Wat is er," riep ze met zachte stem, in schrille tegenstelling met het gebrul van Apollyon. j „O, ol Ik word door dooi* vijanden ach tervolgd. Golde strekte de armen voorwaarts on wrong in een aanval van wanhoop zijne handen. Op dit oogenblik voegde zich een derde menschelijk gelaat bij de groep; het kwam van onder het afhangende zeil te voor schijn, vlak bij de plaats waar de hond binnen de besloten ruimto drong. Zoowel Perilla, de leouwentemster, als Golde keken op en zagen bij het roode licht van de toorts het hoofd verschijnen, (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 1