DE SAMENZWERING.
"iüï teïïlaïïïT^
ii
REGEER1NGS-VISCH.
KöLtuülSTRIBUTIE
SE VES1I if tUi 1É« NU
goedkoop schoeisel
P. w. TWEEHUIJSEN.
per persoon één pond Visch
Weest buitentjewoosi zuinig met uw
randstof.
district haarled en omstreken.
Weest buitengewoon zuinig met uw
Brandstof.
L p. DERNISGN, Schagchelstraat 4ü.
Wat wij van Links en wat wij van
Rechts te verwachten hebben.
I K.G. Klei-Aardappelen (extra)
FEUILLETON
WITTE SCHOENEN
STERKE VETERS
OiKSSAG 25 JUNI !9iS
42ste JAARGANG 9672
er
iD,
DE ABQNiOSaïTSPSÖS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EM AGENTSCHAPPENPER KWARTAAL f 1,85; PER WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2,30
E
>m,
ED. A. VAN BiLDERBEEK
vanaf heden geen zitting
Van breemen.
bosse.
Honing.
Hoenderdos.
Klinkenberg.
Kraaij.
Van staveren.
J. van WIJK.
mandemaker.
Directeur Brandstoffen-Bureau,
6742 REITSMA.
STEUNCOMITÉ HAARLEM.
VERSTREKKING VAN
weder is toegelaten
ko:
I1/* ons Bruine Boonen
.WERELDBRAND
fingezonden mededeeling.;
SapteSjorisstraat ü7. TEL y77
RUSLAND
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ter
»an
ge-
ge.
grk.
aid,
'en*
15
stil
Uis-
ede
rel-
Ires
de»
>m-
igd
.je
;en.
i en
ven
na
ek-
een
een
in
Je»
50,
082
rin-
ik«
DERDE VERSTREKKING (op vakje 3).
Woensdag 26 Juni verkrijgbaar van 10 uur
v-m. tot 1 uur n.m. 6757
°P vertoon van
Vie ...AART NO. 1701—2300
io de Gemeentelijke Vischbal;
De Directeur v. h. Gem. Levensmiddelenbureau
F. DF JONGE.
ui»-
un-
ier-
sof
in-
uw
ver
d*
D«
311
i r*
lij.
je»
er-
er
n>,
ol
ao
er,
De Directeur van het Brandstoffen-Bureau
bericht hiermede, dat met ingang van heden
is, zoodat iedereen, welke houtskool noodig heeft,
deze direct, zonder bon, van zijn handelaar kan
betrekken.
Tengevolge hiervan zal de heer
meer houden aan het Bureau van de Brandstof
fen-Commissie. teneinde bons voor houtskool uit
te reiken.
De door de Rijkskolendistribufie vastgestelde
maximum-verkoopprijs voor HOUTSKOOL
bedraagt: f 4.25 per H.L. of 20 K.G.
Indien door handelaren boven dien vastgestel-
den prijs wordt verkocht, worden verbruikers
verzocht hiervan kennis te geven aan het Brand-
8toffenbureau.
Bij onderstaande handelaren is momenteel nog
houtskool voorradig:
v. d. HAAK.
J. v. d. HAAK.
Firma overakker.
In afwijking van hot bepaalde bij aankondi
ging in de plaatselijke bladen dA 22 Mei
1918, wordt hiermede bekend gemaakt, dat
Vanaf beden de volgende winkelier
tot den verkoop van goedkoop schoeisel, te
Weten 6743
STEUNCOMITÉ.
Op vergaderingen, in werkplaatsen en fabrie
ken, op kantoren en in gezelschappen van aller
lei aard hoort men in deze dagen, behalve dan
«ver oorlog en moeilijke tijdsomstandigheden,
bijna niet anders meer spreken dan over de ae.
herkiezingen.
Werd enkele maanden, ja in sommige, vooral
'-Vzinnige kringen, nog maar weinige weken
fried en ernstig en met recht geklaagd over de
Geinige belangstelling onder de kiezers voor de
froote gebeurtenis op Dinsdag 3 Juli as., than?
er over de geheele breede linie van het kiezer»-
'rps een groeiende belangstelling te bespeuren
De waarn. Chef van het Distributiebedrijf
te HEEMSTEDE maakt bekend, dat op Bon
no. 77 wordt verstrekt:
en op Bon no. 78
a 6V2 cent per K G.
De waarn. Chef v. h. Distributiebedrijf
6754 J. A. GELDORP
Zelfs de z.g.n. onverschilligen, die zich er ge
woonlijk met den dooddoener „of je door een
hond of kat gebeten wordt, t is hetzelfde: een
beet is een beet," plegen af te maken, praten
thans mee over de verkiezingen en den te ver
wachten uitslag, daarmede erkennende, dat er
eigenlijk toch iets anders ie wachten is dan
een honden- of kattenbeet.
Zóó is 't ook: er staat meer op het spel; ook
de laksche kiezer raakt er eindelijk van overtuigd
en de vraag dringt zich dan vanzelf op: wat
hebben wij van een linksche, wat van een rechi-
sche meerderheid te verwachten?
En nu willen wij ons in dit artikeltje eens niet
van die vraag afmaken met het opsommen van
beloften men kent ze reeds maar wij zullen
een terugblik werpen in het verleden, om aan te
■toonen, dat rechts er altijd eerlijk naar heeft
gestreefd de gegeven beloften Ln „daden" om
te zetten.
Toen in 1913, dus nu vijf jaren geleden, de
linkerzijde het roer van Staat in handen nam,
had ook zij verplichtingen aan de kiezers wegens
de vele „beloften", in verkiezingsdagen gedaan.
Iedereen weet wat daarvan is terecht gekomen.
Op de inlossing van verreweg de meeste dier
schoone beloften wordt nog immer, maar te vcr-
geefsch, gewacht.
Heel anders en veel gunstiger was de balans,
die de rechterzijde kon opmaken bij het einde van
haar regeeringsperiode in 1913, toen zij tenge
volge van de valsche verkiezingsleuzen van
links het terrein moest ontruimen voor een
extra-parlementair Kabinet, dit weer als gevolg
van de laffe houding der socialisten, die de ver
antwoordelijkheid van mede te regeeren niet op
hun schouders durfden nemen, ondanks het feit,
dat de uitslag der verkiezingen hen daartoe
dwong.
Veel gunstiger, herhalen wij, was de balans,
welke de rechterzijde kon opmaken van haar
arbeid over de ln 1913 afgesloten rogeerings-
periode.
De arbeidsinspectie werd herzien.
Een nieuwe arbeidswet kwam tot stand.
Alsook de Armenwet
De Radenwet.
De Steenhouwerswet.
Het Bouwwetje (een zeer bescheiden finan
ciëele tegemoetkoming voor de bijzondere
scholen.)
Pehsionneering van gemeente-ambtenaren."
De Stuwadoorswet
De Zedelijkheidswetten (van den eminenten
Kath. Minister Regout z. g.)
De kindertoeslag voor alle gehuwde onder
wijzers.
Een verbetering van de Woningwet.
Voorts kwamen tot stand de Talma-wetten op
de Ouderdoms- en Invaliditeitsverzekering, die
echter door de linkerzijde niet werden uitgevoerd
en waarvoor absoluut niets dan „beloften" in
de plaats werden gegeven. Moge ,j>en rijksdaal
der voor 'n dooie" niet veel zijn, louter „beloften
voor de levenden" is nog minder, is niets meer
dan een beleediging.
Dan nog de Bakkerswet van den eminenten
Talma, welke, jammer genoeg, niet 'kon „bin
nen" worden gehaald, wegens de weinige hulp
van links.
Vervolgens waren nog verscheidene ontwerpen
ingediend en in staat van wijzen, als:
De Landarbeiderswet.
De Ziektewet.
Wijziging der Ongevallenwet.
Tariefsherziening (om te zorgen voor de be-
noodigde gelden tot uitvoering der sociale her
vorming.)
En al zijn wij ervan overtuigd, dat ons lijstje
nog zeer onvolledig is wijl wij het zoo maar
even uit het geheugen opdiepen te bewijzen
valt hiermede, dat door onze Christelijke Re
geering, onder minister-president Heemskerk, in
den tijd van haar bewind voor het Nederland-
sdie volk gewerkt is en wel zeer hard gewerkt
ia,, zoodat van liberale zijde zelf in 1910 reeds
moest worden getuigd, dat het rechtsche Kabi
net „ijverig werkzaam" was en „dat vooral de
heer Heemskerk er niet stil bij zat."
„Hij (minister Heemskerk) heeft reeds ver
schillende belangrijke ontwerpen bij de Sta-
ten-Generaal aanhangig gemaakt, en thans
weder, (April'1910) terwijl hij door gelijk
tijdige waarneming Van de Departementen
van Binnenlandsche Zaken en van Justitie
zeker met dagelijksche beslommeringen is over
stelpt, toch nog tijd gevonden om een hoogst
gewichtig wetsvoorstelt het ontwerp eener
nieuwe Armenwet, bij de Kamer in te dienen
Vriend en tegenstander zullen hem des
wege zeker hulde brengen en dank weten!'
Zulk een staat van dienst van een rechtsche
regeering als het ministerie-Heemskerk achter
liet, zegt meer dan een lijst van „beloften"; en
een getuigschrift als hier van vrijzinnige zijde
aan den Ghristelijken bewindsman Heemskerk
werd uiigereikt, moet een aansporing zijn voor
de kiezers, den oud-minister-president hulde en
dank te brengen door te stemmen voor een
rechtsch bewind.
Wat wij van Links hebben te verwachten, heb
ben we in de afgeloopen vijf-jarige periode on
dervonden: niet veel goeds, vooral wat betreft:
de eerlijke, loyale uitvoering van het onderwijs
artikel 192 der Grondwet.
Wat we van Rechts hebben te verwachten: de
hervatting en voortzetting van den zegenrijken
arbeid van het Christelijk bewind, dat helaas
in 1913 op zulk een onwaardige wijze werd
gestuit.
Den huisbezoekers, die de kiezers hebben te
overtuigen van de noodzakelijkheid eener recht
sche meerderheid, kan bovenstaande, naast het
Room3che Staafsprogram, naar 'het ons voor
komt, zeker goede diensten bewijzen.
14
Plotseling ontstond er een gat in den bo
uem, aan één zijde der boot en het gloeiende
7*ter stroomde naai- binnen; terzelfder tijd
riAk de riem van Golde bij de Pin midden-
'°r; hij was bijna geheel verbrand. Perilla
ed met alle kracht tweè forsche slagen
Je' haar riem, en onmiddellijk daarop landde
|T boot op den zandigen oever. Apollyn sprong
w&en haar op, lekte haar met zijn tong, ter-
blZf *9n kaken nog bevlekt waren met het
j®d van den hond.
*jj°°dra zij grond onder zich voelde, knielde
1en?eer' le8^e Baar arm om den nek van
*ijn ,uw 011 boorde haar hoofd diep tusschen
«t manen- Toen opsprong, merkte
•poeltjes op:
jv bootje moet blijven* liggen.
^olde boorde haar niet; hij was al
tfsta n f411 *and gekomen en liep op. eenigen
den heuvel op.
Hij is wat zonderling, dacht Perilla bij
zichzelf; is hij èen lafaard of niet? Ja, maar
hij liep toch terug, om dien dronken vont
in de boot te redden op gevaar van zijn eigen
leven. Ik weet het niet. Kom mee jij 1
Zij vatte Apollyon bij zijn manen en begon
achter! Golde aan te loopen weg van den
oever, don leeuw aan haar zijde. Maar Golde,
bevreesd! voor eigen veiligheid, zorgde, dat
hij een goed eind voor bleef, en blikte steeds
angstig achterwaarts.
De Franschen waren intusschen oostwaarts
geloopen tot aan het punt, waar de olie niét
meer op het water lag en waar derhalve het
vuur niet verder woedde. Zij zwommen over,
alleen Verdier bleef aan die zijde achter, even
als daar straks.
De beide vluchtelingen waren den heuvel
opgerend en aan de andere zijde weer afge
daald, zonder eenige notitie te nemen van de
verdere handelingen hunner vervolgers. Zij
wisten, dat zij thans een goed eind voor wa
ren en niet wetende tot hoever zich de bran
dende olie over het waterJxad verspreid, ge
loofden zij, dat de Franschen zouden wach
ten, totdat het vuur had uitgewoed. Zij' haast
ten zioh daarom niet zoo zeer meer en gin-
11 Hillegonu
Met leedwezen hebben wij de van Hillegom
uitgaande actie gevolgd, ten bate van een der
hooger genummerde candidaten der Roomsch-
Katholielce lijst.
Mot leed wezen, omdat die actie uitgaaf en
haar kracht vindt in het katholieke Hillegom,
wiens organisaties 200 dikwerf het voorbeeld
gaven van beproefde Roomsche disciplinaire
kracht.
Wij doen niet aan ketterjagerijwij hebben
het recht niet die katholieken, welke meenen
om de een of andere reden hun stem niet aan
no. 1 van de Katholieke Lijst te kunnen geven,
daarom alleen te veroordeelen, maar een eisch
de Roomsche éénheid in ongebroken fierheid
en kracht te bewaren ia het volgen van het
organisatorisch advies wel. Dit advies luidt:.
Stemt nommer één van de Katholieke lijst.
Wij nemen aan dat er .wellicht tactische fouten
gemaakt zijn; wij gelooven zelfs, op hun woord,
hen, die zeggen zich verongelijkt te achten en
gekrenkt, maar 0. i. kan ook dit nog geen reden
zijn de Roomsche eenheid in gevaar te brengen
op een wijze, zooals dat door sommige voor
aanstaande organisatie-mannen uit 't Hillegom-
sclie wordt gedaan.
Dat leidt tot opwinding en wij hebben de be
wijzen hier voor ons liggen in den vorm van
een ingezonden stuk, dat waarlijk te kort schiet
aan burgerlijke wellevéndheid tegenover perso
nen, wien wij allen eerbied verschuldigd zijn.
Dat gaat zoo niet en hoewel wij, om ieders
persoonlijke vrijheid te respecteeren, ons zoo
lang mogelijk onthielden meer in 't bijzonder
van deze kwestie gewag te maken, meenen wij
nu toch met een enkel woord te moeten aan too
nen, dat de actie goeden organisatie-mannen
onwaardig is.
Verondersteld zelfs dat er aanleiding voor vele
Hillegommers is, zich over den gang van zaken
ontevreden te toonen, dan nog praat dit het
gevaar niet goed, dat zij door hun actie schep
pen voor de Roomsche saamhoorfgheid.
Want het precedent, dat Hillegom schept, is
juist het gevaarlijke van dit avontuur. Het geeft
een vrijbrief aan alle ontevredenen om voortaan
bij de een of andere verkiezing van hun ge
moedsstemming te getuigen door af te willen
breken wat met taaie inspanning door een ge
heele nationale organisatie in eensgezindheid is
opgebouwd.
Voor Hillegom is een beroep op den goeden
organisatiegeest het sterkste argument dat kan
worden gebezigd en wij gebruiken het dan ook
met vertrouwen, wanneer wij aansporen de goede
traditie in onze Roomsche Partij te handhaven
en trouw te zijn aan de leiding.
Wij weten het wel: het wordt in Hillegom
zoo kwaad niet bedoeld, doch men denke zich
dan ook in hoe het beeld van deze actie zich na
jaren, wanneer de kleine lijnen verdoezeld
zullen zijn en alleen de groote overblijven: het
zal schijnen een klein vlekje in een titanenkamp.
HET OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCH ECHEC
VIERDUIZEND KRIJGSGEVANGENEN IN
HET WESTEN - EEN REDE VAN VON KUHLMANN
Het kost altijd moeite een nederlaag: te er
kennen en zoo komt het dan ook, dat zulk een
erkenning- in den regel even later komt dan
een gewoon bericikt van het front, vooral
weer als dit laatste een overwinning te mel
den heeft.
Zoo is het ook thans weer gedaan: we wis
ten bier reeds dat de Oostenrijker» de Piava-
stelling liadden opgegeven en eerst gister
avond kwam het volgende Oostenrijkeche le-
gerberioht in ons bezit, dat daarvan melding
maakt:
De door kooy; water en het ongunstige weer
ontstane toestand noodzaakte ons den Mon-
tello en eenige sectoren van andere op den
rechter Piave-oover veroverde stellingen te
ontruimen.
Het hiertoe roeds vier dagen geleden gege
ven bevel, werd, in weerwil van. de moeilijk
heden, die verhonden zijn met hot overgaan
op den anderen oever, op zoodanige wijze ten
nitvoer gebracht, dat de bewegingen der
O.-H. troepen den vijand volkomen verbor
gen bleven. Vele d'ar reeds ontruimda. liniën
waren gisteren iet doel van krachtig Ita-
liaansek geschutvuur, dat op söinmiige punten
in trommelvuur overging. Dok do vijandelij
ke infanterie deed een aanval op de verlaten
loopgraven, maar zij werd door de O.-H. bat
terijen teruggedreven.
Het Italiaansche Iegerbericht sprak, zooals
wij (gisteren zagen, van een wanordelijke
vlncht der Oostenrijkers, op de kielen nagezet
door de Italianen.
En een later communiqué uit Rome, behel
zende nadere bijzonderheden, geeft de volgen
de lezing:
De dag van gisteren (Zondag) heeft de
overwin ning der Italianen bekroond. Opge
drongen in voortdurend kleiner wordende
ruimte, door den ijzeren druk der Italiaan
sche troepen, ononderbroken bestookt door ar
tillerie en aeroplanes, begon de vijand, die
zich acht dagen lang ten koste van ontzag
lijke offers aan den rechteroever der rivier
gehandhaafd had, in den nacht van 22 op 23
Juni den terugtocht naar den linkeroever.
Die overtocht onder het moorddadig vuur
der Italianen duurde gisteren voort onder
krachtige bescherming van mitrailleur» en
delckingstroepen, die, na hardnekkigen tegen
stand achtereenvolgens door Italiaansclra
troepen uiteengeslagen werden. De Montello
en do geheele rechteroever van de Piavo met
uitzondering van een klein gedeelte, waar
de strijd nog voortduurt, zijn weder in han
den der Italianen.
Voor zoover tot dusverre geconstateerd kon
worden, zijn moer dan 4000 man krijgsgevan
gen gemaakt. Een ontzaglijke hoeveelheid
wapenen en materieel van allerlei aard zijn
in handen der Italianen gevallen. Een buiten
gewoon groot aantal lijken van Oostenrij
kers bedekt liet gevechtsterrein en getuigt
van de vrocbteloocse dapperheid, maar te
vens van de groote nederlaag van den vijand.
Ongetwijfeld heeft do met den dag moeilij
ker wordende terreinsgesteldheid we heb
ben er herhaaldelijk op gewezen er voel
toe bijgedragen om de positie der Oostenrij
kers onhoudbaar te maken. Een andore fae-
tor echter, welke mede veel gewicht in de
schaal heeft gelegd, was dat de troepen, wel
ke de Piave waren overgestoken, niet talrijk
genoeg waren om do bruggenhoofden in ster-
■5014
ken staat van tegenweer te brengen, wat, me
de in verband met bet steeds hooger zwellen
der rivier, weer de oorzaak was, dat het on
mogelijk bleek de hoofdmacht naar den over
kant over te brengen. Zoo hebben de aanval
lers tenslotte bet reeds aan de overzijde ver
overde terrein weer moeten prijsgeven, wat
hun, voJgeus de verzekering hunner vijanden,
nu meer dan 4000 gevangenen, groote verlie-"
zen aan wapens en materieel, alsmede tal-
looze döodeii heeft gekost.
Van de overige fronten, ook de fronten in
België en Frankrijk, geen nieuws.
Gisteren zijn in den Duitsehen Rijksdag de
besprekingen geopend over de bedroe ting vgn,
buitenlandsche zaken met een rede van
Staatssecretaris Von Kühlmann.
Deze besprak de verhouding van Duitschiand
zoowel tot de bondgenooten, ais tot de neutrale
staten en zijn Oostelijke buur, Rusland, om ten
slotte eenige verklaringen af te leggen over de
kansen op vrede en de toekomst van België.
Von Kühlmann vertrouwde op de succcsvc!'
samenwerking met de bondgenooten. Tegen r
de Russische verhoudingen moet scherpe waar
neming, uiterste voorzichtigheid en voor zoover
het binnenlandsche Russische kwesties betreft,
terughoudendheid in aclit werdén genomen. Een
duurzame politieke scheiding van Koerland,
Lijfland en Esthland is niet mogelijk. Diploma
tieke erkenning van deze staten is ien zeers.e
gewenscht. De regeling van deze politieke kwes
tie is een der voornaamste opgaven voor de toe
komst. Het is niet zonder belang voor de
Duitsch-O.-H. verhouding.
Aan Denemarken, Holland, Spanje en Zwit
serland zijn wij dank verschuldigd voor hun
houding.
Onze legerszijn van overwinning tot over
winning gegaan en kunnen voor den zomer en
den herfst op nieuwe successen van onze wape
nen hopen. Over den duur van den krijg zal ik
mij niet aan voorspellingen wagen, zeiae von
Kühlmann. Niemand in Duitschiand streeft
naar wereldheerschappij of opperheerschappij in
Europa. Meer en meer blijkt dat de hoofdschul
dige voor het uitbreken van den oorlog Rus
land is.
Wat wij willen is het volgende: „Wij willen in
de wereld voor het Duitsche volk dit geldt
ook voor onze bondgenooten dat wij binnen
de grenzen, die door de geschiedenis zijn geirek-
ken, vrij, sterk en eendrachtig kunnen blijven.
Dat wij overzee een positie kunnen hebben, die
met onze rijkdom, grootte en organisatorisch
talent in overeenstemming is. Dat wij de moge
lijkheid en vrijheid hebben op de wijde zeé onzen
handel, ons verkeer in alle werelddeelen voort
te zetten. Dat is in enkele woorden ons doel
en de bereiking daarvan is voor Duitschiand
een -onvoorwaardelijke levensnoodzakelijkheid."
Met betrekking tot de Belgische kwestie kun
nen wij ons niet binden, omdat de tegenstander
dat ook niet doet, doch wij hopen, dat de tegen
standers zullen inzien, dat het voor hen een
droom, een illusie is, om met succes te strijden
tegen de middelen, die ons ten dienste staan.
Wij hopen, dat zij ook ter zijner tijd den weg
zullen vinden om met een vredesaanbod bij ons
aan te komen, dat in overeenstemming is met
den toestand en aan de levensnoodzakelijkheid
van Duitschiand voldoet.
HET EINDE VAN HET BOLSJEWIKI-
SÖHE RÉGIME.
Het raakt uit met den invloed der Bolsjo*
wiki op de Russische menigte. De schoon»
beloften van vrijheid, gelijkheid en broeder
schap zijn ook door Lenin niet nagekomen.
En nu spreken berichten uit Washington van
den naderenden val van Lenin, die niet alleen
in gevaar verkeert zijn macht, maar ook zijn
leven te verliezen.
Volgens deze berichten is er sprake van
een combinatie, gevormd uit anti-BolsjewiKerj'
en andere groepen; teneinde Rusland te ver
lossen van de thans aan het bestuur zijnd»
mannen. Lenin kan daarbij niet op hulp van
Duitschiand rekenen.
Uit Stockholm wordt aan do „Daily Ex
press" gemeld: Gebeurteni-sen van het hoog*
ate belang worden in Rusland verwacht. Een
conferentie van alle fabrieksarbeiders in Mos
kou nam met overweldigende meerderheid den
eisch der St. Petersburgeche werklieden aan,
dat de Bolsjewiki zullen aftreden en een con-
stitutioneele vergadering zou worden bijeenge
roepen. De beweging neemt snel toe.
gen, tot hun ongeluk, in noordoostelijke rich
ting verder.
Golde was derhalve uiterst verwonderd en
verschrikt, toen hij, lijwaarts blikkend, de
vier mannon recht op hen aan zag komen,
met de blijkbare bedoeling, hen don weg af té
snijden.
Hij wenkte Perilla, wees heu haar en wij
zigde zijn richting. Zij volgde hem.
De wedloop begon opnieuw; de Franschen
waren echter in veei ongun Tiger positie, dan
eerst. Zij hadden geen schietwapens meer;
hun aangezicht was pijnlijk verbrand, een van
hen was dood en een ander op den an leren
achtergebleven. Bovendien hadden de beide
vluchtelingen thans een buitengewone hulp
in den leeuw. Aan den andoren kant echter
waren de vervolgers thans de vluchtelingen
dichter op de hielen, terwijl zij nog hun mes-
ïsen hadden.
Het was vier tegen drie en alles bij elkaar
scheen het voordeel aan de zijde der drie. De
morgen wa3 aan het aanlichten en het dag
licht zou zeker hulp en verlossing brengen.
Doch plotseling gebeurde er iets, dat aan
de geheele situatie een einde maakte.
Een reusachtige vuurzuil verhief z'ch eens
klaps in schitterende pracht in de lucht, on
middellijk gevolgd door een vreeselijke uit
barsting, die ver in bet rond donderde en
den gekeolen omtrek van de heide van Sea-
combe deed daveren.
Het schip was in de lucht gevlogen.
HOOFDSTUK lVIIL
Gevangen.
Plotseling stond Apollyon alleen.
Op het eerste gezicht van de omhoogscnie-
tende vuurzuil uitte hij een kreet van schrik;
en toen de geluiduitbarsting volgde, nikte hij
zich van Perilla los en snelde met zijn staart
tusschen de pooten weg.
Doch zijn vrees was in een oogenblik voor
bij. Apollyon hield spoedig stil, keerde zich
om, keek achter zich naar den oorsprong
van het geluid, weifelend, met opgerichten
kop.
Terwijl hij dit deed, zag hij de vier Fran
schen. Deze stonden evenals de beide vluchte
lingen een oogenblik stil verschrikt door de
uitbarsting. De leeuw, met hoog opgeheven
kop, keek met koninklijken kalmen blik hen
doordringend aan.
Toen ineens bewogen zij' zich en toen zij
dat deden begon hij te grommen.
Hemelsehe goedheidI sprak Perilla tot
zichzelf, Pol zal die mannen verscheuren,
zoo zeker als ik leef.
De leeuw bewoog zich met langzame, wel
berekende sprongen over den oneffen grond
naar de mannen.
Bij1 de uitbarsting van het schip was hjj
weggevlucht in tegengestelde richting, van
hen, zoodat zij op een flinken afstand van hem
Waren verwijderd. Zij waren slechts vaag t»
onderscheiden bij het vreemdsoortige licht van
hot brandende Kanaal; hst was als het licht
en nu tegen d,en morgen nog een flauw, geel
een lamp, die een geheelen naoht had gebrand
getint licht verspreidde.
Bij de nadering van den leeuw, stoven d«
mannen in alle richtingen uiteen. Do dikst»
van hen was de zeeman Dupin. Hetzij door fcijU
omvang, ol aangetrokken door het roode hemd,
dat hij droeg, de leeuw koos hem uit en ach
tervolgde hem. Dupin rende zoo hard hij! kon
over de vlakte. De ioeuw: was woedend »H
brulde, onophoudelijk,
(Wordt vervolgd).