DE SAMENZWERING. "iüï teïïlaïïïT^ ii REGEER1NGS-VISCH. KöLtuülSTRIBUTIE SE VES1I if tUi 1É« NU goedkoop schoeisel P. w. TWEEHUIJSEN. per persoon één pond Visch Weest buitentjewoosi zuinig met uw randstof. district haarled en omstreken. Weest buitengewoon zuinig met uw Brandstof. L p. DERNISGN, Schagchelstraat 4ü. Wat wij van Links en wat wij van Rechts te verwachten hebben. I K.G. Klei-Aardappelen (extra) FEUILLETON WITTE SCHOENEN STERKE VETERS OiKSSAG 25 JUNI !9iS 42ste JAARGANG 9672 er iD, DE ABQNiOSaïTSPSÖS BEDRAAGT VOOR HAARLEM EM AGENTSCHAPPENPER KWARTAAL f 1,85; PER WEEK 15 CENTS; FRANCO PER POST PER KWARTAAL f2,30 E >m, ED. A. VAN BiLDERBEEK vanaf heden geen zitting Van breemen. bosse. Honing. Hoenderdos. Klinkenberg. Kraaij. Van staveren. J. van WIJK. mandemaker. Directeur Brandstoffen-Bureau, 6742 REITSMA. STEUNCOMITÉ HAARLEM. VERSTREKKING VAN weder is toegelaten ko: I1/* ons Bruine Boonen .WERELDBRAND fingezonden mededeeling.; SapteSjorisstraat ü7. TEL y77 RUSLAND NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ter »an ge- ge. grk. aid, 'en* 15 stil Uis- ede rel- Ires de» >m- igd .je ;en. i en ven na ek- een een in Je» 50, 082 rin- ik« DERDE VERSTREKKING (op vakje 3). Woensdag 26 Juni verkrijgbaar van 10 uur v-m. tot 1 uur n.m. 6757 °P vertoon van Vie ...AART NO. 1701—2300 io de Gemeentelijke Vischbal; De Directeur v. h. Gem. Levensmiddelenbureau F. DF JONGE. ui»- un- ier- sof in- uw ver d* D« 311 i r* lij. je» er- er n>, ol ao er, De Directeur van het Brandstoffen-Bureau bericht hiermede, dat met ingang van heden is, zoodat iedereen, welke houtskool noodig heeft, deze direct, zonder bon, van zijn handelaar kan betrekken. Tengevolge hiervan zal de heer meer houden aan het Bureau van de Brandstof fen-Commissie. teneinde bons voor houtskool uit te reiken. De door de Rijkskolendistribufie vastgestelde maximum-verkoopprijs voor HOUTSKOOL bedraagt: f 4.25 per H.L. of 20 K.G. Indien door handelaren boven dien vastgestel- den prijs wordt verkocht, worden verbruikers verzocht hiervan kennis te geven aan het Brand- 8toffenbureau. Bij onderstaande handelaren is momenteel nog houtskool voorradig: v. d. HAAK. J. v. d. HAAK. Firma overakker. In afwijking van hot bepaalde bij aankondi ging in de plaatselijke bladen dA 22 Mei 1918, wordt hiermede bekend gemaakt, dat Vanaf beden de volgende winkelier tot den verkoop van goedkoop schoeisel, te Weten 6743 STEUNCOMITÉ. Op vergaderingen, in werkplaatsen en fabrie ken, op kantoren en in gezelschappen van aller lei aard hoort men in deze dagen, behalve dan «ver oorlog en moeilijke tijdsomstandigheden, bijna niet anders meer spreken dan over de ae. herkiezingen. Werd enkele maanden, ja in sommige, vooral '-Vzinnige kringen, nog maar weinige weken fried en ernstig en met recht geklaagd over de Geinige belangstelling onder de kiezers voor de froote gebeurtenis op Dinsdag 3 Juli as., than? er over de geheele breede linie van het kiezer»- 'rps een groeiende belangstelling te bespeuren De waarn. Chef van het Distributiebedrijf te HEEMSTEDE maakt bekend, dat op Bon no. 77 wordt verstrekt: en op Bon no. 78 a 6V2 cent per K G. De waarn. Chef v. h. Distributiebedrijf 6754 J. A. GELDORP Zelfs de z.g.n. onverschilligen, die zich er ge woonlijk met den dooddoener „of je door een hond of kat gebeten wordt, t is hetzelfde: een beet is een beet," plegen af te maken, praten thans mee over de verkiezingen en den te ver wachten uitslag, daarmede erkennende, dat er eigenlijk toch iets anders ie wachten is dan een honden- of kattenbeet. Zóó is 't ook: er staat meer op het spel; ook de laksche kiezer raakt er eindelijk van overtuigd en de vraag dringt zich dan vanzelf op: wat hebben wij van een linksche, wat van een rechi- sche meerderheid te verwachten? En nu willen wij ons in dit artikeltje eens niet van die vraag afmaken met het opsommen van beloften men kent ze reeds maar wij zullen een terugblik werpen in het verleden, om aan te ■toonen, dat rechts er altijd eerlijk naar heeft gestreefd de gegeven beloften Ln „daden" om te zetten. Toen in 1913, dus nu vijf jaren geleden, de linkerzijde het roer van Staat in handen nam, had ook zij verplichtingen aan de kiezers wegens de vele „beloften", in verkiezingsdagen gedaan. Iedereen weet wat daarvan is terecht gekomen. Op de inlossing van verreweg de meeste dier schoone beloften wordt nog immer, maar te vcr- geefsch, gewacht. Heel anders en veel gunstiger was de balans, die de rechterzijde kon opmaken bij het einde van haar regeeringsperiode in 1913, toen zij tenge volge van de valsche verkiezingsleuzen van links het terrein moest ontruimen voor een extra-parlementair Kabinet, dit weer als gevolg van de laffe houding der socialisten, die de ver antwoordelijkheid van mede te regeeren niet op hun schouders durfden nemen, ondanks het feit, dat de uitslag der verkiezingen hen daartoe dwong. Veel gunstiger, herhalen wij, was de balans, welke de rechterzijde kon opmaken van haar arbeid over de ln 1913 afgesloten rogeerings- periode. De arbeidsinspectie werd herzien. Een nieuwe arbeidswet kwam tot stand. Alsook de Armenwet De Radenwet. De Steenhouwerswet. Het Bouwwetje (een zeer bescheiden finan ciëele tegemoetkoming voor de bijzondere scholen.) Pehsionneering van gemeente-ambtenaren." De Stuwadoorswet De Zedelijkheidswetten (van den eminenten Kath. Minister Regout z. g.) De kindertoeslag voor alle gehuwde onder wijzers. Een verbetering van de Woningwet. Voorts kwamen tot stand de Talma-wetten op de Ouderdoms- en Invaliditeitsverzekering, die echter door de linkerzijde niet werden uitgevoerd en waarvoor absoluut niets dan „beloften" in de plaats werden gegeven. Moge ,j>en rijksdaal der voor 'n dooie" niet veel zijn, louter „beloften voor de levenden" is nog minder, is niets meer dan een beleediging. Dan nog de Bakkerswet van den eminenten Talma, welke, jammer genoeg, niet 'kon „bin nen" worden gehaald, wegens de weinige hulp van links. Vervolgens waren nog verscheidene ontwerpen ingediend en in staat van wijzen, als: De Landarbeiderswet. De Ziektewet. Wijziging der Ongevallenwet. Tariefsherziening (om te zorgen voor de be- noodigde gelden tot uitvoering der sociale her vorming.) En al zijn wij ervan overtuigd, dat ons lijstje nog zeer onvolledig is wijl wij het zoo maar even uit het geheugen opdiepen te bewijzen valt hiermede, dat door onze Christelijke Re geering, onder minister-president Heemskerk, in den tijd van haar bewind voor het Nederland- sdie volk gewerkt is en wel zeer hard gewerkt ia,, zoodat van liberale zijde zelf in 1910 reeds moest worden getuigd, dat het rechtsche Kabi net „ijverig werkzaam" was en „dat vooral de heer Heemskerk er niet stil bij zat." „Hij (minister Heemskerk) heeft reeds ver schillende belangrijke ontwerpen bij de Sta- ten-Generaal aanhangig gemaakt, en thans weder, (April'1910) terwijl hij door gelijk tijdige waarneming Van de Departementen van Binnenlandsche Zaken en van Justitie zeker met dagelijksche beslommeringen is over stelpt, toch nog tijd gevonden om een hoogst gewichtig wetsvoorstelt het ontwerp eener nieuwe Armenwet, bij de Kamer in te dienen Vriend en tegenstander zullen hem des wege zeker hulde brengen en dank weten!' Zulk een staat van dienst van een rechtsche regeering als het ministerie-Heemskerk achter liet, zegt meer dan een lijst van „beloften"; en een getuigschrift als hier van vrijzinnige zijde aan den Ghristelijken bewindsman Heemskerk werd uiigereikt, moet een aansporing zijn voor de kiezers, den oud-minister-president hulde en dank te brengen door te stemmen voor een rechtsch bewind. Wat wij van Links hebben te verwachten, heb ben we in de afgeloopen vijf-jarige periode on dervonden: niet veel goeds, vooral wat betreft: de eerlijke, loyale uitvoering van het onderwijs artikel 192 der Grondwet. Wat we van Rechts hebben te verwachten: de hervatting en voortzetting van den zegenrijken arbeid van het Christelijk bewind, dat helaas in 1913 op zulk een onwaardige wijze werd gestuit. Den huisbezoekers, die de kiezers hebben te overtuigen van de noodzakelijkheid eener recht sche meerderheid, kan bovenstaande, naast het Room3che Staafsprogram, naar 'het ons voor komt, zeker goede diensten bewijzen. 14 Plotseling ontstond er een gat in den bo uem, aan één zijde der boot en het gloeiende 7*ter stroomde naai- binnen; terzelfder tijd riAk de riem van Golde bij de Pin midden- '°r; hij was bijna geheel verbrand. Perilla ed met alle kracht tweè forsche slagen Je' haar riem, en onmiddellijk daarop landde |T boot op den zandigen oever. Apollyn sprong w&en haar op, lekte haar met zijn tong, ter- blZf *9n kaken nog bevlekt waren met het j®d van den hond. *jj°°dra zij grond onder zich voelde, knielde 1en?eer' le8^e Baar arm om den nek van *ijn ,uw 011 boorde haar hoofd diep tusschen «t manen- Toen opsprong, merkte •poeltjes op: jv bootje moet blijven* liggen. ^olde boorde haar niet; hij was al tfsta n f411 *and gekomen en liep op. eenigen den heuvel op. Hij is wat zonderling, dacht Perilla bij zichzelf; is hij èen lafaard of niet? Ja, maar hij liep toch terug, om dien dronken vont in de boot te redden op gevaar van zijn eigen leven. Ik weet het niet. Kom mee jij 1 Zij vatte Apollyon bij zijn manen en begon achter! Golde aan te loopen weg van den oever, don leeuw aan haar zijde. Maar Golde, bevreesd! voor eigen veiligheid, zorgde, dat hij een goed eind voor bleef, en blikte steeds angstig achterwaarts. De Franschen waren intusschen oostwaarts geloopen tot aan het punt, waar de olie niét meer op het water lag en waar derhalve het vuur niet verder woedde. Zij zwommen over, alleen Verdier bleef aan die zijde achter, even als daar straks. De beide vluchtelingen waren den heuvel opgerend en aan de andere zijde weer afge daald, zonder eenige notitie te nemen van de verdere handelingen hunner vervolgers. Zij wisten, dat zij thans een goed eind voor wa ren en niet wetende tot hoever zich de bran dende olie over het waterJxad verspreid, ge loofden zij, dat de Franschen zouden wach ten, totdat het vuur had uitgewoed. Zij' haast ten zioh daarom niet zoo zeer meer en gin- 11 Hillegonu Met leedwezen hebben wij de van Hillegom uitgaande actie gevolgd, ten bate van een der hooger genummerde candidaten der Roomsch- Katholielce lijst. Mot leed wezen, omdat die actie uitgaaf en haar kracht vindt in het katholieke Hillegom, wiens organisaties 200 dikwerf het voorbeeld gaven van beproefde Roomsche disciplinaire kracht. Wij doen niet aan ketterjagerijwij hebben het recht niet die katholieken, welke meenen om de een of andere reden hun stem niet aan no. 1 van de Katholieke Lijst te kunnen geven, daarom alleen te veroordeelen, maar een eisch de Roomsche éénheid in ongebroken fierheid en kracht te bewaren ia het volgen van het organisatorisch advies wel. Dit advies luidt:. Stemt nommer één van de Katholieke lijst. Wij nemen aan dat er .wellicht tactische fouten gemaakt zijn; wij gelooven zelfs, op hun woord, hen, die zeggen zich verongelijkt te achten en gekrenkt, maar 0. i. kan ook dit nog geen reden zijn de Roomsche eenheid in gevaar te brengen op een wijze, zooals dat door sommige voor aanstaande organisatie-mannen uit 't Hillegom- sclie wordt gedaan. Dat leidt tot opwinding en wij hebben de be wijzen hier voor ons liggen in den vorm van een ingezonden stuk, dat waarlijk te kort schiet aan burgerlijke wellevéndheid tegenover perso nen, wien wij allen eerbied verschuldigd zijn. Dat gaat zoo niet en hoewel wij, om ieders persoonlijke vrijheid te respecteeren, ons zoo lang mogelijk onthielden meer in 't bijzonder van deze kwestie gewag te maken, meenen wij nu toch met een enkel woord te moeten aan too nen, dat de actie goeden organisatie-mannen onwaardig is. Verondersteld zelfs dat er aanleiding voor vele Hillegommers is, zich over den gang van zaken ontevreden te toonen, dan nog praat dit het gevaar niet goed, dat zij door hun actie schep pen voor de Roomsche saamhoorfgheid. Want het precedent, dat Hillegom schept, is juist het gevaarlijke van dit avontuur. Het geeft een vrijbrief aan alle ontevredenen om voortaan bij de een of andere verkiezing van hun ge moedsstemming te getuigen door af te willen breken wat met taaie inspanning door een ge heele nationale organisatie in eensgezindheid is opgebouwd. Voor Hillegom is een beroep op den goeden organisatiegeest het sterkste argument dat kan worden gebezigd en wij gebruiken het dan ook met vertrouwen, wanneer wij aansporen de goede traditie in onze Roomsche Partij te handhaven en trouw te zijn aan de leiding. Wij weten het wel: het wordt in Hillegom zoo kwaad niet bedoeld, doch men denke zich dan ook in hoe het beeld van deze actie zich na jaren, wanneer de kleine lijnen verdoezeld zullen zijn en alleen de groote overblijven: het zal schijnen een klein vlekje in een titanenkamp. HET OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCH ECHEC VIERDUIZEND KRIJGSGEVANGENEN IN HET WESTEN - EEN REDE VAN VON KUHLMANN Het kost altijd moeite een nederlaag: te er kennen en zoo komt het dan ook, dat zulk een erkenning- in den regel even later komt dan een gewoon bericikt van het front, vooral weer als dit laatste een overwinning te mel den heeft. Zoo is het ook thans weer gedaan: we wis ten bier reeds dat de Oostenrijker» de Piava- stelling liadden opgegeven en eerst gister avond kwam het volgende Oostenrijkeche le- gerberioht in ons bezit, dat daarvan melding maakt: De door kooy; water en het ongunstige weer ontstane toestand noodzaakte ons den Mon- tello en eenige sectoren van andere op den rechter Piave-oover veroverde stellingen te ontruimen. Het hiertoe roeds vier dagen geleden gege ven bevel, werd, in weerwil van. de moeilijk heden, die verhonden zijn met hot overgaan op den anderen oever, op zoodanige wijze ten nitvoer gebracht, dat de bewegingen der O.-H. troepen den vijand volkomen verbor gen bleven. Vele d'ar reeds ontruimda. liniën waren gisteren iet doel van krachtig Ita- liaansek geschutvuur, dat op söinmiige punten in trommelvuur overging. Dok do vijandelij ke infanterie deed een aanval op de verlaten loopgraven, maar zij werd door de O.-H. bat terijen teruggedreven. Het Italiaansche Iegerbericht sprak, zooals wij (gisteren zagen, van een wanordelijke vlncht der Oostenrijkers, op de kielen nagezet door de Italianen. En een later communiqué uit Rome, behel zende nadere bijzonderheden, geeft de volgen de lezing: De dag van gisteren (Zondag) heeft de overwin ning der Italianen bekroond. Opge drongen in voortdurend kleiner wordende ruimte, door den ijzeren druk der Italiaan sche troepen, ononderbroken bestookt door ar tillerie en aeroplanes, begon de vijand, die zich acht dagen lang ten koste van ontzag lijke offers aan den rechteroever der rivier gehandhaafd had, in den nacht van 22 op 23 Juni den terugtocht naar den linkeroever. Die overtocht onder het moorddadig vuur der Italianen duurde gisteren voort onder krachtige bescherming van mitrailleur» en delckingstroepen, die, na hardnekkigen tegen stand achtereenvolgens door Italiaansclra troepen uiteengeslagen werden. De Montello en do geheele rechteroever van de Piavo met uitzondering van een klein gedeelte, waar de strijd nog voortduurt, zijn weder in han den der Italianen. Voor zoover tot dusverre geconstateerd kon worden, zijn moer dan 4000 man krijgsgevan gen gemaakt. Een ontzaglijke hoeveelheid wapenen en materieel van allerlei aard zijn in handen der Italianen gevallen. Een buiten gewoon groot aantal lijken van Oostenrij kers bedekt liet gevechtsterrein en getuigt van de vrocbteloocse dapperheid, maar te vens van de groote nederlaag van den vijand. Ongetwijfeld heeft do met den dag moeilij ker wordende terreinsgesteldheid we heb ben er herhaaldelijk op gewezen er voel toe bijgedragen om de positie der Oostenrij kers onhoudbaar te maken. Een andore fae- tor echter, welke mede veel gewicht in de schaal heeft gelegd, was dat de troepen, wel ke de Piave waren overgestoken, niet talrijk genoeg waren om do bruggenhoofden in ster- ■5014 ken staat van tegenweer te brengen, wat, me de in verband met bet steeds hooger zwellen der rivier, weer de oorzaak was, dat het on mogelijk bleek de hoofdmacht naar den over kant over te brengen. Zoo hebben de aanval lers tenslotte bet reeds aan de overzijde ver overde terrein weer moeten prijsgeven, wat hun, voJgeus de verzekering hunner vijanden, nu meer dan 4000 gevangenen, groote verlie-" zen aan wapens en materieel, alsmede tal- looze döodeii heeft gekost. Van de overige fronten, ook de fronten in België en Frankrijk, geen nieuws. Gisteren zijn in den Duitsehen Rijksdag de besprekingen geopend over de bedroe ting vgn, buitenlandsche zaken met een rede van Staatssecretaris Von Kühlmann. Deze besprak de verhouding van Duitschiand zoowel tot de bondgenooten, ais tot de neutrale staten en zijn Oostelijke buur, Rusland, om ten slotte eenige verklaringen af te leggen over de kansen op vrede en de toekomst van België. Von Kühlmann vertrouwde op de succcsvc!' samenwerking met de bondgenooten. Tegen r de Russische verhoudingen moet scherpe waar neming, uiterste voorzichtigheid en voor zoover het binnenlandsche Russische kwesties betreft, terughoudendheid in aclit werdén genomen. Een duurzame politieke scheiding van Koerland, Lijfland en Esthland is niet mogelijk. Diploma tieke erkenning van deze staten is ien zeers.e gewenscht. De regeling van deze politieke kwes tie is een der voornaamste opgaven voor de toe komst. Het is niet zonder belang voor de Duitsch-O.-H. verhouding. Aan Denemarken, Holland, Spanje en Zwit serland zijn wij dank verschuldigd voor hun houding. Onze legerszijn van overwinning tot over winning gegaan en kunnen voor den zomer en den herfst op nieuwe successen van onze wape nen hopen. Over den duur van den krijg zal ik mij niet aan voorspellingen wagen, zeiae von Kühlmann. Niemand in Duitschiand streeft naar wereldheerschappij of opperheerschappij in Europa. Meer en meer blijkt dat de hoofdschul dige voor het uitbreken van den oorlog Rus land is. Wat wij willen is het volgende: „Wij willen in de wereld voor het Duitsche volk dit geldt ook voor onze bondgenooten dat wij binnen de grenzen, die door de geschiedenis zijn geirek- ken, vrij, sterk en eendrachtig kunnen blijven. Dat wij overzee een positie kunnen hebben, die met onze rijkdom, grootte en organisatorisch talent in overeenstemming is. Dat wij de moge lijkheid en vrijheid hebben op de wijde zeé onzen handel, ons verkeer in alle werelddeelen voort te zetten. Dat is in enkele woorden ons doel en de bereiking daarvan is voor Duitschiand een -onvoorwaardelijke levensnoodzakelijkheid." Met betrekking tot de Belgische kwestie kun nen wij ons niet binden, omdat de tegenstander dat ook niet doet, doch wij hopen, dat de tegen standers zullen inzien, dat het voor hen een droom, een illusie is, om met succes te strijden tegen de middelen, die ons ten dienste staan. Wij hopen, dat zij ook ter zijner tijd den weg zullen vinden om met een vredesaanbod bij ons aan te komen, dat in overeenstemming is met den toestand en aan de levensnoodzakelijkheid van Duitschiand voldoet. HET EINDE VAN HET BOLSJEWIKI- SÖHE RÉGIME. Het raakt uit met den invloed der Bolsjo* wiki op de Russische menigte. De schoon» beloften van vrijheid, gelijkheid en broeder schap zijn ook door Lenin niet nagekomen. En nu spreken berichten uit Washington van den naderenden val van Lenin, die niet alleen in gevaar verkeert zijn macht, maar ook zijn leven te verliezen. Volgens deze berichten is er sprake van een combinatie, gevormd uit anti-BolsjewiKerj' en andere groepen; teneinde Rusland te ver lossen van de thans aan het bestuur zijnd» mannen. Lenin kan daarbij niet op hulp van Duitschiand rekenen. Uit Stockholm wordt aan do „Daily Ex press" gemeld: Gebeurteni-sen van het hoog* ate belang worden in Rusland verwacht. Een conferentie van alle fabrieksarbeiders in Mos kou nam met overweldigende meerderheid den eisch der St. Petersburgeche werklieden aan, dat de Bolsjewiki zullen aftreden en een con- stitutioneele vergadering zou worden bijeenge roepen. De beweging neemt snel toe. gen, tot hun ongeluk, in noordoostelijke rich ting verder. Golde was derhalve uiterst verwonderd en verschrikt, toen hij, lijwaarts blikkend, de vier mannon recht op hen aan zag komen, met de blijkbare bedoeling, hen don weg af té snijden. Hij wenkte Perilla, wees heu haar en wij zigde zijn richting. Zij volgde hem. De wedloop begon opnieuw; de Franschen waren echter in veei ongun Tiger positie, dan eerst. Zij hadden geen schietwapens meer; hun aangezicht was pijnlijk verbrand, een van hen was dood en een ander op den an leren achtergebleven. Bovendien hadden de beide vluchtelingen thans een buitengewone hulp in den leeuw. Aan den andoren kant echter waren de vervolgers thans de vluchtelingen dichter op de hielen, terwijl zij nog hun mes- ïsen hadden. Het was vier tegen drie en alles bij elkaar scheen het voordeel aan de zijde der drie. De morgen wa3 aan het aanlichten en het dag licht zou zeker hulp en verlossing brengen. Doch plotseling gebeurde er iets, dat aan de geheele situatie een einde maakte. Een reusachtige vuurzuil verhief z'ch eens klaps in schitterende pracht in de lucht, on middellijk gevolgd door een vreeselijke uit barsting, die ver in bet rond donderde en den gekeolen omtrek van de heide van Sea- combe deed daveren. Het schip was in de lucht gevlogen. HOOFDSTUK lVIIL Gevangen. Plotseling stond Apollyon alleen. Op het eerste gezicht van de omhoogscnie- tende vuurzuil uitte hij een kreet van schrik; en toen de geluiduitbarsting volgde, nikte hij zich van Perilla los en snelde met zijn staart tusschen de pooten weg. Doch zijn vrees was in een oogenblik voor bij. Apollyon hield spoedig stil, keerde zich om, keek achter zich naar den oorsprong van het geluid, weifelend, met opgerichten kop. Terwijl hij dit deed, zag hij de vier Fran schen. Deze stonden evenals de beide vluchte lingen een oogenblik stil verschrikt door de uitbarsting. De leeuw, met hoog opgeheven kop, keek met koninklijken kalmen blik hen doordringend aan. Toen ineens bewogen zij' zich en toen zij dat deden begon hij te grommen. Hemelsehe goedheidI sprak Perilla tot zichzelf, Pol zal die mannen verscheuren, zoo zeker als ik leef. De leeuw bewoog zich met langzame, wel berekende sprongen over den oneffen grond naar de mannen. Bij1 de uitbarsting van het schip was hjj weggevlucht in tegengestelde richting, van hen, zoodat zij op een flinken afstand van hem Waren verwijderd. Zij waren slechts vaag t» onderscheiden bij het vreemdsoortige licht van hot brandende Kanaal; hst was als het licht en nu tegen d,en morgen nog een flauw, geel een lamp, die een geheelen naoht had gebrand getint licht verspreidde. Bij de nadering van den leeuw, stoven d« mannen in alle richtingen uiteen. Do dikst» van hen was de zeeman Dupin. Hetzij door fcijU omvang, ol aangetrokken door het roode hemd, dat hij droeg, de leeuw koos hem uit en ach tervolgde hem. Dupin rende zoo hard hij! kon over de vlakte. De ioeuw: was woedend »H brulde, onophoudelijk, (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 1