DE SAMENZWERING. RE6EERINGS-VISCH. IIST8IBSI1EBEB8UF BEEMSTEDE BUITENLAND P. W. TWEEHUIJSEN, GOEDKQGPE KLOMPEN WAT. DE PERS ZEGT WERELDBRAND- STERKE VETERS FEUILLETON E3S0&G 28 Jüilï 1913 ra BE MHWWHraiSPM» BEDRAAGT VOOS HAABL05 EB «SESISSÏSftï^PEMï PER KWARTAAL f 1,95; PER WEEK 15 CENTS; FRANCO PER PBST Ff» msaRZA. f 2fi0 EERSTE BLAD °it nummer bestaat uit 2 bladen per persoon één pond Visch uitgesloten van den verkoop, B. H. STEFFENS, Anthoniestraat 7 twee Eenheids-Ghocoladereepen I ons 20 Kaas. GROOTE GEBEURTENISSEN OP KOMST—DE NEDERLAAG DER OOSTENRIJKERS IN ITALIË - DE TOESTAND AAN DE PIAVE. DUnrsCHLAND DE REDEVOERINGEN VAN VON KÜHLMANN BEDRUKTE STEMMING DE RIJKSKANSE LIER AAN HET WOORD - GEEN TOENA DERING HAAR DEN VREDE DOOR DEN OORLOG. ENGELAND EN REDE VAN LLOYD QEOfiGE DE Ml LiTAIRE TOESTAND GROOTE GEBEUR TENISSEN OP TIL - DE ENTENTE ZAL OVERWINNEN. (INGEZONDEN MEDEDEELING.) WITTE SCHOES3EH Bartetje«»isstraat *7. TEL. 1770 - OOSTEN RIJK-HONGARIJ E RUSLAND jfcu. SPANJE SCANDINAVIË DERDE VERSTREKKINO (op vakje 3). Donderdag, 27 Juni verkrijgbaar van 10 uur v.m. tot 1 uur *.m. 6781 op vertoom van VISCHKAART NO. 2301—2900 In de Gemeentelijke Vischhal; De Directeur v. h. Oem. Levensmiddelenbureau F. DE JONGE. STEUNCOMITÉ HAARLEM. VERSTREKKING VAN Wegens het overtreden der bepalingen gesteld voor den verkoop van goedkoope klompen, is de volgende winkelier te weten: 6774 STEUNCOMITÉ. BESCHIKBAAR OP BON NO. 79 OP BON NO. 80 De waarn. Chef v. h. Distributiebedrijf, 6768 J. A. OELDORP. CONVOOI EN MINISTERCRISIS. Het staat dus vast gisteren, te laat om in ons vorig summer te vermelden, ontvingen wij ■het bericht Minister Rambonnet gaat heen. Het lijdt natuurlijk geen twijfel of dit staat in direct verband met bet uitstel (of afstel?) van het uitvaren van het convooi naar onze koloniën. Slechts een paar weken voordat het geheele ministerie zijn ontslag indient, meent de minister van Marine nog afzonderlijk te moeten heen gaan. Dit is een bevestiging van de geruchten, dat er aangaande de kwestie van het voorgeno men convooi ernatige dingen in bet Kabijet ge beurd zijn. Deze overwegingen geeft DE MAASBODE de volgende rake beschouwing in de pen, die wij hier met volle instemming overnemen. Wat baeft Nederland in den beginne met zijn moedig besluit om de blokkade te gaan breien groote eer ingelegd bij andere neutrale kleine naties. Wij werden al in de pers van een der Noordsche landen ten voorbeeld gesteld, wat een flinke onzijdige natie te doen heeft. Van de glorie ging al een groot deel verloren, toen bekend werd, dat de inhoud der schepen braaf naar den zin der blokkeerende mogend heden zou zijn. 1 ooi nader bekend werd, dat deze zich met de kleinste bijzonderheden der lading bemoei den, bleef er van de fraaie houding niet veel over. En ihana schijnt het, dat in het geschil om trent een lading kleurstof van Duiische af komst onze Regeering wel haar verlangens heeft, ook wel gedaan heeft alsof zij haar zin zou doorzetten, maar eindelijk toch maar in haar schulp kruipt, al de fraaie fierheid van het convooi-zenden vergetend. Nu B gezegd moet worden, nu men het er eens op wagen moest, of de Engelsche vloot onze schepen zou willen onderzoeken, nu er werkelijk risico ontstond, dat ons oud-roest, bijgenaamd oorlogsschip, dienst zou moeten doen, nu zag de Regeering maar liever van het lastige geval af. Rambonnet, als iiinke zeeman, zou het er op gewaagd hebben. Waar de Regeering A ge zegd had, daar zou zij met onze notedopjes B hebben gezegd. De Ruyteris schepen, waar mee deze de zaken van ons gemeenebest in orde bracht, waren alevel ook niet altijd van de beste makehij. Nu de Regering den tweeden stap niet zet nu gaat onze kranige Minister van Marine maar liever heen. Voor een man van eer ia er geen andere mogelijkheid. Daarmede echter is onze nationale eer nog niet gered. Niet van Rambonnet was het convooi een initiatief, maar van de geheels Regeering. Zij is het, die zoo trofsch met onze driekleur heeft gezwaaid en deze nu leelijk in den steek laat. Wanneer zij beter had overlegd en haar voelhorens had uitgestoken, of de weelde van een convooi verantwoord zou zijn, en of zij desnoods voor het onverhoopte geval van be lemmering van het convooi een oorlogsver klaring aandorst, dan zou deze zaak niet zoo onwaardig zijn verloopen. Veel wijzer dan kinderspel schijnt dit regee- ringsbeleid niet ie zijn opgezet. In alle opzichten moet blijkbaar het zittend Kabinet het bewijs leveren, dat het zich heeft uitgeleefd. Trouwens, wat is het Kabinet? Weinig meer dan een naam. Twee van zijn leden zwerven door het land. Treub om het zoover te brengen, dat noch de rechterzijde, noch de linkerzijde een meerder heid krijgt, en hij alsdan de man wordt voor een nationaal Kabinet; Lely om de kiezers, die hij voor botteriken houdt, voor den tweeden keer met hetzelfde staatspensioen te paaien. Daarbij komt, wat ieder wete. en wat voor al in 't buitenland terdege bekend is, dat t Kabinet in het minst geen eenheid is, doch dat de diverse ministers zoo vrij zijn op de belangrijkste punten van meening i« ver schillen. Een Kabinet in den eigenlijken zin des woords is er niet, hoogstens een agglomeraat van een negental heeren, die departementen besturen, of.ook niet besturen omdat zij verkiezingsspeeches moeten houden en die overigens een of meer keer in de week een geanimeerd debat hebben onder elkaar over 's lands zaken. Deze afgezwakte, uitgeleefde Regeering heeft nu kans gezien om door een roekeloos convoieenngsplan onze vlag onnoo- dig in een parket te brengen, waarin dit symbool van onze nationale eer nu smadelijk moet worden achtergelaten. Toen in de Kamer het convooi geheel zijde lings ter sprake kwam, doordat bevoegdheid to, het vorderen van benoodigde schepen werd gevraagd, heeft men gemeend de vraag of dia schepen onder gewapend geleide zouden uit gaan, met andere woorden of er convooi zou worden gevaren, te moeten overlaten aan het Kamer ^e^eer"1£- Welk een vergissing der Beleid heeft bij deze Regèeriiig al eens meer ontbroken. Eenheid, homogeniteit is al sinds lamsr zoek geweest K pans is het bepaald onjuist, om te meenen dat er een Regeering ia. Ons land kan in deze omstandigheden voor de smadelijkste feiten komen te staan. Het spel, dat eigenlijk regeerbeleid moest zijn, is voor onze eer en onze onzijdigheid uiterst gevaarlijk. 't ll".n. J.mi Er is deze week weer druk geredevoerd: Yon Kühlmmm, graaf Hertling en Lloyd Gvorge zijn aan het woord geweest; en uit al di© redevoeringen bleek de onverzettelijke wil oan den oorlof voort te zetten. Wat evenwel reeds voor de eerstkomende dagen van belang is was de verklaring van Lloyd George, dat bij elk oogenblik een nieu- wen Duitedien aanval verwacht, waarvan de beslissing van den oorlog kan afhanfeen. Ook Von Kühlmann zinspeelde op aan staande groote gebeurtenissen en zeide dat de Duitsobers in dezen zomer en den as. herfst nieuws overwinndng3n tegemoet gaan. Doch Xiioyd Gteoifee meencLe, mode Lu venrbajid met tie gebeurtenissen op het Itajiaanseihe front on de hulp der Amerikanen, te mogen voor spellen, dat de overwinning der Tfan-Anfo na- dort en volkomen zal zijn. Intmaschen vraagt voor het oogenfolik van de fronten alken wat in Italië gfebeurt onze aandacht, omdat voor wat in het Westen te verwachten is, nog niet valt te bepalen waar de nieuwe strijd zal ontbranden. De Italianen trachten, na den Oostenrijk sdien terugtocht over de Piave en do ontrui ming van den ilontello, nu ook hun op 15 dezer verloren hoogte-stellingen tussohon de rier en Aaiago te heroveren, waardoor hier verbitterde gevechten zijn ontbrand. Volgen» het Oostenrijkedie stafb-arioht heb ben de aanvaller» hier aanvankelijk geen suc- 006 behaald en zijn zij overal door tegenaan vallen teruggeworpen. Het Italiaaneche etaf- berioht geeft echter een opsomming van plaatselijke terreinwinsten fcQ da daarbij ge- mastte gevangenen. Het aan-al kn Vage vangen Oostenrijkers, alleen op den reehtertrvKr van d e Pï&va, be droeg nma 1639 man, o.w. 38 officieren. Thans worden de Oostenrijken» ook aan deze zijde van da Piave door de Itahoomsciho rui terij nagezet. In Engebwhe militaire kringen ie men van oordeel, dat den Oostenrijkers door hun te rugtocht de mogelijkheid van een nieuw groot offensief voor vereoheddeoie weken is 'ontnomen. Van Oostenirijksolio zijde wordt daartegenover n<% eens in het licht gesteld, dat de terugtocht niet door den vijand, maar louter dooT de onberekenbare natuurkrach ten is veroorzaakt. En Weensnke pers zet een berekening op, volgens wolke de Italia nen sinds 15 dezer meer dan 50.000 man ver loren hebben, terwijl totaal hun verliezen op het driedubbele moeten worden geschat. De Russische 'drnsnlandsohe oorlog woedt nog immer voort, waarbij de Ttejecho-Slova- kisdhe troepen weer .belangrijke nieuwe vor deringen bbeben gemaakt Volgens bericht rut Berlijn zb® z« ter sterkte van 14.000 man .Wladiwostock binnengerukt cn h'abben zij de Sovjet-autoriteiten afgezet en de leiders der Bolsj'jwiki in Lech tenia genomen. En naar uit Moskou wordt gemeld, zijn. zij ook Jekatermenmirg binnscgedrongen. Gisteren hebben wij' ter andore plaats een uittreksel gegeven van de redevoering, welke de Duitsche Staatssecretaris van Buitenland- 3che Ziaken Von Kühlmann Maandag in den Rijksdag heeft gehouden. Br heersohte een terneergeslagen stemming, welke op den duur steeds verergerde. Wij lezen daarover in een particulier be- rioht uit Berljjn aan het „Hbid." o.a. het volgende Nauwelijks is .Von Kfihlmann beginnen te spreken, of het wordt zóó donker in hot Huis, dat de afgevaardigden van de perstri bune af nauwelijks meer zijn te onderscheiden. Deze donkerte is toekenend voor de gansche redevoering en voor de stemming. Nog nooit zag ik in een politieke rede zoo gr%uw pes simisme naast grimmige vastbeslotenheid, nog nooit zulk een volkomen afwezigheid van en thousiasme van den kant van den redenaar, zoowel als van de toehoorders. Een paar afzonderlijke opmerkingen hebben hoogstens een „succes d'estine." De moeste woorden worden zwijgend a ngehoord. De belangstel ling stijgt wanneer von Kühlmann het vredes offensief in de pers en in de redevoeringen der vijandelijke staatslieden behandelt. Het bi ij lei, dat da X>ui Laoba T&güJ Bring ai all Op bat standpunt atelt, dat de resultaten op militair gebied thans reeds zeer aanzienlijk zijn, en dat in den zomer en in den herfst nog veel grootere gevolgen kunnen verwacht worden. De Entente weet dit, en zij is nu aan de beurt om voorstellen te doen dia harmoniee ren mot de Duitsche opvatting, welke von Kühlmann nogmaals in het kort uiteenzet Wanneer de staatssecretaris de verklaring van Asquith aanhaalt en zegt: „Wij kunnen het- zelrdo zeggen, indien slechts de woorden „de Britsche regeering" worden veranderd in „de Keizerlijke regeering," valt er onder de afge vaardigden eenige onrust waar te nemen. Erz- berger maakt een beweging, alsof hij zeggen wil: maar zóó komen wij nooit verder. NogH meer pessimisme vaart in het Huis, wanneer het «inde van deu oorlog nog niet is te voor zien. Hier en daar roept men Nal Nal De meerderheid van het Huis blijft echter opval lend koet Iets nieuws heeft de rede van von Kühlmann niet gebracht De staatssecretaris heeft op nieuw verzekerd, dat van Duitsche zucht naar heerschappij geeu sprake is. Wat België be treft, blijft do houding van Duiischiand dezelf de, als werd aangegeven in de rede van Hert ling in April van uit jaar: niets beloven wat ons later zou kunnen binden. Ook dit gedeelte van de rede van von Kühlmann vermocht slechte zwakke bravo-uitroepen te veroorza ken. Het einde der rede brengt even weinig enthousiasme als het middengedeelte of bet begin, korte bravo van links en van het centrum. De algemeene indruk is, dat men zich houdt bij de woorden welke Hertling in April uit sprak, n.L dat het thans geen tijd fe voor woor den, maar voor daden. En dit is ook wat de Rijkskanselier wenscht. Dit bleek uit de rede van graaf Hertling zelf, welke hij gisteren hield ter aanvulling van de beschouwingen van Von Kühlmann. Da Rijkskanselier betoogde, dat deze be schouwingen geenszins moesten wordan opge vat als een verlamming van Duitsohlands verdedigingsbedoelingen of als een schok van het verlangen naar den vrede. No® steeds hoopt Duitsohland op een beslissends over winning. De Kanselier bracht in herinnering de verschillende phjwen, dia zijn politiek door- Ioopen heeft. Vervolgens komend tot Von Kühlmann's verklaringen, zeide de kanselier het te betreuren, dat deze bij velen eea onaan genamer: indruk teweeg hadden gebracht, en de kanselier achtte het dan ook noodzakelijk de verklaringen ran den staatssecretaris hier en daar te rectifloaeren. Von Kühlmann gaf zelf een nadere toelich ting van zijn gedane mededeslfngen en kwam in het bijzónder terug op zijn uitlating inzake de diplomatieke onderhandelingen die voor het beëindigen van den oorlog beslist nood zakelijk zijn. Hij betoogde, dat hst slechts in zijn bedoeling had gelegen er op t® wjjaen, dat do vijand elke diplomatieke toenadering afwijst Hij memoreerde de groote Duitsche wapensuooossen en zeide tenslotte dat de mi litaire overwinning de voornaamste voorwaar de en grondslag vormt voor diplomatieke onderhandelingen. Hierop volgden de debatten. Stresemann betreurde verschillende uitdruk kingen in do rede van Von Kühlmann, in het bijzonder die dat militaire successen -alleen geen vrede brengen. Hij wees er op, dat het geloof In de overwinning in da osrste plaats gehandhaafd moet blijven. Ook. Haass en an dere afgevaardigden voerden het woord. Ongeveer gelijktijdig dat Von Kühlmann stond te redevoeren voor de Duitsohe volks vertegenwoordiging, heeft Uoyd Goorg» in het Engelsche Lagerhuis van zijn standpunt uit den militairen toestand besproken, toen hij1 bij de derde lezing van het ontwerp op de oónsolieerde schuld naar aanleiding van en kele vragen het woord voerde. Daarbij besprak de Engelsche premier eer stens de hulp van Amerika. Ongetwijfeld zijn de getallen, die sinds 21 Maart aankwamen, bevredigend. Ik zou meer willen zeggen: het is e8n verbazingwekkend stuk organisatie, dat ons heeft In staat gesteld, een grooter aantal eerste-klasse-troepen uit Amerika naar Frank rijk sinds 21 Maart over te brengen. Ik kan geen cijfers geven. Dit Is, zooals men begrijv pen zal, ongewenschk Alwat ik kan zeggen, is, dat zij voldoende zijn, om de Geallieerden aan ta moedigen en, naar ik meen, geheel voldoende, om onze vijanden ten slotte te leur te stellen. De troepen zijn van zeer goede hoedanigheid. Eenige zijn reed3 in de vecht- linie en ik hoop daar binnen dan kortst&n tijd nog veel meer te aden, maatr vorder kan ik hierover niets zeggen. Wij staan, vervolgde Lloyd George, aan den vooravond van groote gebeurtenissen. Er kan een giroote klap komen, misschien binnen eenige uren reeds, zeker in da eerstkomende dagen en de uilslag van dezen veldtocht kan er yan afhangen. De Geailieerden voelden zich nooit beter voorbereid dan nu, om den slag af te weren. De laatste aanval op de Fransche troepen ia buiten kijf een mislukking geweest. De vijand bereikte het doel niet, waarvoor hij den aanval begon. Hij; verwachtte ongetwijfeld wij hebben daarvan het be wijs tot Oompiègne te komen, maar dat is niet gebeurd. Hij' kwam niet verder dan Villers Ootterêts on werd door het JTransche leger teruggeslagen. De vijand won eenigen grond, maar door hun tegenaanval hebben de Franschen een en ander van het belangrijkste grondverlies heroverd. De verliezen zijn voor de Duitschors ongetwijfeld zeer ernstig ge weest Alles bij elkaar is de laatste Duitsche aanval buiten kijf eeu nederlaag). Hetzelfde is ook toepasselijk op de andere aanvallen. De eerste aanval B een volkomen verrassing geweest en betrekkelijk zelfs een aanzienlijk succes, maar we hebben, meent Lloyd George, to veel over het Duitsche suc ces uitgeweid en te weinig over ons eigen. De Duitschers zijn geslagen, zeer ernstig ge slagen in het front van hst derde leger. De verhouding tot Rusland gaf Lloyd! George aanleiding tot een breedvoerige be schouwing, waarbij hij verklaarde, niog pas •uit goede bron te hebben vernomen, dat in Rusland do haat tegen do Dili tochers steeds dieper wortel schiet in het hart van Rus land'» bevolking, vooral in de bezette stroken. Mijn zegsman vertelde mij, dat Rusteed meer 'bereid is Óan ooit, om deel te nemen aam elke beweging, die ten doel heeft d© Duit- 501 sehers van den. vadsrlandschen grond ta ver drijven. Deze dingen geven veel hoop. Het is moeilijk, om Roeland te bsuodoren. Er be staat maar één land dat op groote schaal Rusland kan binnendringen en dat land is Japa.nl Asquitk weet de moeilijkheden be treffende die zaak «vergoed als iedereen. Ik ben er niet zeker van, dat ik esnig nut kanl stichten, door daar i »ta over te zeggen. Wat in Italië gebeurt, vervolgde Uoyd Gsoiv go, ie vol van belofte. Het is een van dis utilitaire nederlagen of militaire overwin ningen, die oneindig voel grooter gevolgen hebben dan andero overwinningen, diei groo ter schijnen uit het oogpunt ■can de toetal]en welke er aan deelnamen en van de verliezen aan kanonnen en grond. Wij zijn natuurlijk onder den Indruk van do zeer ernstige gebeurtenissen op het Wes telijk front #n het feervaar is niet voorbij en wij moeten niet zeggen, dat het voorbij ia Het zou een font zijn, dit te doen. Hoe groot evenwel ons» moeilijkheden ook mogen zijn, dia van de Centralen zijn nog oneindig grooter. De bevolking is door hen- gor gedreven niet tot ontevredenheid of ver zet, maar zelfs ia yenijie van de belangrijk ste steden van Oostenrijk tot oproer gedreven en voelt nog meer dan hot leger voor ons oorlogsdoel. De Centralen heb bon ook elders moeilijkheden: in Bulgarije en Turkije. Alwat wij noodig hebben, is vol te bonden en pal te staan. Als ik den boelen toestond over ste, voel ik iriet, besloot Uoyd George, den Boringaten twijfel, dat onae overwinning een volkomen zeteepraal aal zijn, DE IERSCHE KWESTIE. De minister van Ierland, Shortt, rechtvaardig de in het Lagerhuis de politiek der regeering ten opzichte van Ierland en droog er op aan de oplossing der lersche kwestie tot na den oorlog te laten rusten. DE OOSTENRIJKSCHE KABINET-CRISIS Volgena berichten in de Oostenrijksche per» zou de minister voor de spoorwegen, Banbaus, de voorloopige leiding van het Oostennj-kschc kabinet op zich nemen, waarbij het kabinet, met uitzondering van Seidler, in zijn huidige same» stelling behouden zou blijven. BROESSILOF.EEN BEDELAARI De Russische bladen, die onlangs mededeeb dea, dat de vroegere Minister van Oorlog, Soe- chemlinof, thans portier aan een bioscoop te St Petersburg is, brengen thans het bericht, dat generaal Broessilo!, wien na zijn verwonding gedurende de onlusten te Moekou opgeloopen, een been werd afgezet, half versuft en straat arm als bedelaar in de straten van St. Petersburg ronddwaalt STAK1NO IN DE KOLENMIJNEN. Men meldt dat in de Cordoba-tmjnen, van dt Penarroya-maatadiappij, een staking is uitgebro ken. De toestand is ernstig. De gouverneur kwam tusschenbeide. De bladen wijzen er op, dat de kolenvoorraad in Spanje onvoldoende is om aan de behoefte# van denjvinter te voldoen. DB VOED8BLNOOD IN ZWEDEN Aan het schrijven van een kapitein dato 17 Juni, liggende met zijn schip in een Zweed- sohe haven, ontlaenen wif het volgrmde: „Bij1 hier vergieLeken is 't in Nederland lui lekkerland; aardappels en rapen zijn hier cp; nieuwe koenen er nog lang niet, en groenten zijn er niet-behalve rabarber* dia bijna niemand eten kan wegens gebrek aan suiker. Erwten, boonen, rijst, gort eto. behooren hier tot da geschiedenis. Toch eten we nog al eens soep, doch dan van Sago (arrowroot). Een paar keer at ik aan den wal; 't menu in de rfestourants is onveranderlijk vleesch en visch in tientallen variaties met een stukje raap of één aardappel de man. Den 2den keer zoowaar ook 'n radija, één por man! De mees- st» arbeiders loven op hun broodrantsoen, en visch welke se vrij kunnen koopeo. Wij niet natuurlijk. Overigens zijn we beter af. Menschen aan den wal krijgen hier 60 gram boter per 14 dagen en 6 gram vet per dag. 15 Dat was ta veel voor Periila's aangeboren Koedheid. Zij snelde naar het toorieel van Óen wedloop, alles vergetende behalve het lang vaa het oogenblik. Golde volgde haar oen paar stappen en hield toen op uit vree»; hij was zeer verwonderd dat Perilla zich too diefat in de nabijheid der Fransohen ■**4agd«. Apollyoa bevond zich in een vallei tu»- Schen twee heuvels, Dupin stond op den top Tan een ervan, op het punt de andere zijde te dalen. De leeuw was den man thans *heht genaderd. De wedloop had niet langer r**1 oen paar minuten geduurd, toen de leeuw ''^h tegen do helling opwerkte. Toen hij den top bereikte stootte hij oen gebrul uit Dupin wa3 verdwenen. .Apollyoa staarde in het rond, terwijl hij jucht van ziju gebrul deed trillen. Toen ''ie hij in stijgende woede terug achter een nieuwe prooi aan, dan de een en een volgend oogenblik weer een ander. Einde lijk bepaalde hij zich tot den kapitein Dai'da Danda spande zich in en haastte zich weg, zoo snel zijn voeten hem konden d ag.:n. De leeuw zat hem vlak op de hielen. Pei ilia, zeer opgewonden, snelde naderbij. Danda liep terug in de richting van het KanaaL Plotseling werd hij door den leeuw achterhaald. De man keerde zich om met opeengesperde lippen, wilde oogeu en opge trokken zwaard. Een vreeseiijke strijd ving aan. De leeuw stampte en brulde; de man stak en hieuw naar hem. Zijn zwaard was als een bliksem straal in zijn hand; kop en flanken waren spoedig met bloed bevlekt en hij brulde niet alleen meer van woede, maar ook van pijn. Een „O'" ontviel aan Periila's lippen, want plotseling viel de man achterover en rloeg de leeuw zijn klauwen in de keel van Pauda. Zij snelde toe. Een pistoolschot verbrak de stilte, die op dezen aanval was gevolgd. Voor Apollyon zijn vernielingswerk verder kon voortzetten, sloeg hij met een langgerekt gjehuil achter over. Een kogel was hem in den kop gedron gen, welke hem doodde. Verdier was bij het eerste brullen van het dier ten laatste i® het water gesprongen van den anderen oever, begrijpende, dat de leeuw nu te midden van zijne vrienden was. Terwijl bij zijn8 pistolen boven zijn hoo:d hield, zwom hij over en kwam juist bijtijds aan de an dere zijde van het Kanaal om Danda te red den. O Poli riep Perilla bewogen uit. Daar, op nog twintig pas afstand stond hel meisje. Oogenblikkalijk snelde Verdier met haastigen tred haar achterna, terwijl het meis je van hem wegvluchtte. Golde, die ver van hen af was, zette zich ook weer in beweging in tegengestelde richting, terwijl hij over zijn schouder naar de achtervolging keek. Sta, of ik schiet, schreeuwde Verdier in het Engelsch. Hij had nog één geladen pistool in de hand. Maar zij stond niet stil en Verdier vuur de niet. De wedloop duurde ongeveer een minuut en daar het meisje veel vlugger was dan de man zou zij hem zeker ontsnappen, toen.... zij plotseling als aan den grond genageld bleef staan. Zij had «dien top van 'n lagen heuvel bereikt, toen zij' recht voor Z'ch uit zag staan, alsof hij op haar wachtte Dupin. Dupin was juist uit een holte in hot struik gewas gekropen, waarin hij zich had laten vallen bij zijn vlucht voor Apollyon. Op het gezicht van Perilla snelde hij' voorwaarts om haar te vatten. Maar Verdier was hem voor. Zij stond nau welijks stil of Verdier sloeg zijn arm om haar middeL Hij lachte en riep hijgend dit eene woord: Gevangen! De anderen kwamen toesnellen. Danda had zijn been onder het lichaam van den leeuw vandaan getrokken en zonder zich te over tuigen of de leeuw werkelijk dood was, had hij aan de vervolging van Perilla deelgeno men. Ook de beide overigen kwamen bij de groep en de vjjf mannen omringden het meisje. Zij koek in het rond, woedend on uitda gend, terwijl hare schitterende oogen vonken schoten. Wat verlangt ge van mi|? Danda's verwrongen gelaat vertoonde iets, dat op een glimlach geleek. Niemand ant woordde; alleen Verdier fluisterde: Niemand zal u kwaad doen. Maar de manl de man! Hem na! schreeuw de Danda eensklaps. Golds was reeda ver weg, doch hij stond stil toe te kijken. Zijn gelaat stond ernstig, Het zal mij benieuwen, wat zij met haar zullen doen, mompelde hij. Wat ©en dwaz# vrouw! Het is haar eigen schuld... Toen sprak luji> Tlooh kan ik haar niet weg laten voe ren. alleen. Zoover was hij met zijn overwegingen ge komen, toen hjj drie der mannen op zich af zag komen; toon begon hij1 te loopen zoo hard hjj maar kon, steeds achterwaart# ziende. Ik kan mij toch niet laten vatten, sprak hij tot zich zelf. Verdier had zijn pistool opnieuw geladen en het aan Danda overhandigende, sprak hij# Vangt gij met twee anderen den man of schiet hem neer, Ik zal wel bij het meisje blijven. De anderen zetten Golde na en Verdier en Dupin stonden bij het meisje, elk aan een zij da,, (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1918 | | pagina 1